No, m
Vrijdag 9 Augustus 1929
43e jaargang
jtcelsior"
Dagblad voor de Provincie Zeeland
JWIELEN
Hendrikss Co's Bank N.V. Goes
i Kar
eisjes
EERSTE BLAD.
Het nieuwe Kabinet.
Belangrijkste Nieuws.
COUPONS EN LOSSINGEN
Buitenland.
AAR te Goes,
met Erven
en Erf
A
en.
chrijving
nschrijving
eiland,
rhauffeur
ucteur
(ersknecht.
ïoudster,
Aangesloten bij het Bureau voor Oplaag-contröle
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
FALCON REGENJAS
ALLE
per 1 Augustus vervallende
worden verzilverd door
istus 1929,
iur (N.T.) te
koffiehuis van
ven van den
open
lartsdijk, aan
Aren 35 Cen-
k, groot 55
ipolder, groot
te bekomen
GEri-HAPERT(riBR)
U kunt ze
t onze fabriek
en bandrem,
- meer, dus
rt met'torpe-
f53.-.
door reizigers
te koop aan-
chtstreeks uit
"den ten volle
A. PEMAN
ad.
eren in den
den Nieuwen
eren achter
elegen.
ïen bij en in-
perceel af-
n bij Notaris
:s tot en met
1929 v.m. 12
heer P. REIJ-
ijk:
aan het Am-
groot 2 H.A.
thans in pacht
en en inschrij-
»ren ten kan-
PILAAR te
Augustus a.s.
ar (N.T.).
ran een auto
nieuw, bij
nkelier, Kam-
aagd
ifaartsdijksche
IR, Beesten-
Vugustus
O Bureau van
n 1 m. eigen
zoekt Huis-
40 jaar, om bij
3 huwelijk aan
.etter N Boek-
Middelburg.
/rederust"
en
te
beneden de 18
worden in de
Geneesheer-
van drie per-
etter X Bureau
burg.
Directeur- H oof dredacteur:
R. ZUIDEMA.
Bureau: Lange Vorststraat 70, Goes.
Tel.: Redactie en Administratie No. 11.
Postrekening No. 44455.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L, Burg. Tel. No. 259.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs-*
Per 3 maanden, franco per post, f3.—
Losse nummersfO.O'i
Prijs der Advertenfiën:
14 regels f1.20, elke regel meer 30 t
Bij abonnement belangrijke korting.
Eetn goede keuze.
Nu prof. Woltjer geen Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
kon worden, deed de kabinetsformeerder
Jhr Ruys de Beerenbrouck, een keuze,
die moeilijk beter bad kunnen zijn.
Mr Terpstra staat in den kring van het
Chr, Onderwijs te boek als iemand, die
door en door bekend is op onderwijs
gebied in het algemeen en speciaal met
onze onderwijs-wetgeving.
Hij was, uit den aard zijner functie, de
vraagbaak onzer Schoolbesturen en o-ok
wel de adviseur in moeilijke gevallen van
vele onzer Raadsleden.
;Wij twijfelen er niet aan, of de be
noeming van een zoo bij uitstek bekwaam
man zal aan het nieuwe kabinet ten.
goede komen en door allen, wien bet
Christelijk onderwijs ter harte gaat, wor
den toegejuicht.
„De Standaard" schrijft!
Van meer beteekenis dan de po
litieke samenstelling, is voor een extra
parlementair Kabinet de vraag, of de
personen elk voor zich de vereisohte
kwaliteiten voor hef ambt bezitten.
Moeten ook in een parlementair Kabinet
de Ministers voldoen aan de eischea, die
in redelijkheid gesteld mogen worden,
ieder kent uit de parlementaire geschie
denis de zwakke broeders wel, die het
hoofd alleen boven water hielden omdat
de partijen, waarop het Kabinet steunde,
het op politieke gronden raadzaam oor
deelden het zinken te beletten. B.ij- een
extra-parlementair Kabinet kan op zulke
vriendenhulp niet worden gerekend. Daar
moet de uitblinkende kwaliteit der Mi
nisters de kracht van hef Kabinet uit
maken. Een verwijzing naar de zwakke
figuren uit het Kabinet-De Geer, die het
dan toch maar eenige jaren hebben uit
gehouden, doet aan deze waarheid niet
te kort. Omdat het Kabinet van den heer
Do Geer zelf in een zeer bijzondere po
sitie verkeerde. Het was niet opgetreden
na een verkiezing, op geheel normale wij
ze, doch na een crisis van 3 maanden
en nadat tallooze andere pogingen om
een Kabinet te formeeren mislukt waren.
De'Gears Ministerie was uit hoogen nood
geboren en ontleende aan die omstandig
heid zijn bestaanszekerheid.
Thans ligt de zaak anders. De fatetoren,
die ten gunste van De Geer werkten, doen
rich nu niet gelden. De kracht van het
Ministerie-Ruys zal dus gemeten moeten
worden aan de beteekenis der verschil
lende bewindslieden.
En dan is er licht, maar oiok schemer
donker.
Van den Premier zelf mag men, op
grond van zijn verleden als Departements
hoofd, het goede verwachten.
De portefeuille van Financiën wordt ge
houden door een man, die zijn sporen ver
diend heeft en in het Parlement eiken
tegenstander staat. Nu hij evenwel niet
langer de leider van het Kabinet is en dua
niet het overwicht bezit, aan het Premier
schap verbonden, kan zijn bekende zorg
vuldigheid in het beheer Yan 's lands finan
ciën in het Kabinet wel eens tot moeilijk,
heden leiden,
Mr Dr Donner heeft in de afgeloopen
jaren getoond voor zijn taak meer dan
„opgewassen" te zijn.
Ook Minister De Graaff ia een oude be
kende, die moeielijke vraagstukken met
groot© bekwaamheid behandeld heeft. In
sommige kringen was hij allerminst troe
telkind. Hij zal het ook nu nief altijd mak
kelijk hebben. Maar de tegenstelling met
zgn voorganger is al dadelijk eenige pun
ten in zijn voordeel.
Moeielijk is ook de taak voor den heer
Beelaerts. Het is toch allerminst duidelijk,
hoe de rechtstreeksche onderhandelingen
met België weer op gang moeten worden'
gebracht. De .deur schijnt in het slot ge
gooid en haar weer te openen zal veel,
neel veel beleid vorderen.
En dan komen we aan de 4 nieuwelin
gen: Prof. Woltjer, Dr Deckers, Mr Ver-
schuur en Mr Reymei. Ze zijn, als minis'
terieele figuren, onbekend. Men kan er
alleen het beste van hopen.
Prof. Woltjer kent onze onderwijswet-
geving als weinigen en Dr Deckers is met
de Ieger-zaken niet onbekend. Van de
marine-aangelegenheden en inzonderheid
die, welke verband houden met de. Kolo
niën, zouden we dit niet durven zeggen.
Waarschijnlijk zal hij verstandig doen hef
oorspronkelijke denkbeeld-Lainbooy ten
uitvoer te brengen en voor de Marine
een Directeur-Generaal aan te stellen.
Aan de beide andere Ministers, die van
Arbeid, Handel en Nijverheid (Mr Ver
schuur) en van Waterstaat (Mr Reymer)
zullen zeer hooge eischen worden gesteld.
Aan den eerste op wetgevend gebied 'en
in algemeen economisch inzicht, terwijl de
laatstgenoemde èn in verband met het
Belgisch tractaat èn met het oog op de ge
wichtige bedrijven (spoorwegen, post- en
telegraaf en mijnen) zich een man zal
moeten toonen van de schouderen op
waarts grooter dan al het volk.
Deze 4 nieuwelingen zijn het, die voor
ons nog in het schemerdonker wandelen
en bij de 5 overigen ,-is het licht niet
overal even helder.
Er is geen aanleiding om te zeggen, dat
het nieuwe Kabinet-Ruys er een is van
zwakke structuur, maar we zullen ons
toch zeer stellig onthouden van de voor
spelling, dat het zal blijken een sterk Ka
binet te zijn.
„De Nederlander" geeft het volgende
oordeel
Het zijn negen namen, die er wezen
mogen.
De negen raadslieden der Kroon komen
allen met een respectabelen staat van
dienst op het gebied van het staatkundig
leven, de wetenschap of de administratie:
vijf oud-Ministers (de heeren Ruys, Bee
laerts, Donner, De Geer en De Graaff);
één hoogleeraax van naam, prof. Woltjer;
twee Kamerleden, bekend om de degelijk
heid hunner adviezen, de heeren Deckers
en Reymer; ten slotte mr Verschuur, mis
schien de minst bekende der Ministers,
maar (blijkens zijne benoeming tof voorzit
ter der vereeniging van Raden van Ar
beid) toch door degenen, die hem wèl
kennen, beschouwd als de eerste in hun
nen kring.
Zal hef nieuwe Ministerie „een sterk
Kabinet" zijn?
Het blijkt, dat sommigen het antwoord
op deze vraag reeds gereed hebben. Wij
manen ten deze tot voorzichtigheid. De
gouvemem-enteele kracht van een Kabinet
wordt voor een niet gering deel bepaald
door de taak, waarvoor het, in een be
paalden tijd, wordt geplaatst.
Zoo gaan onze gedachten allereerst
naar onze Koloniën. Daar wordt thans
zeker een vaste hand vereischt. En Üe
heer De Graaff was, in een vorige pe
riode, niet altijd even krachtig in zijn be
leid. Echter, men bedenke, dat het thans
in Indië vooral aankomt op de goede
uitvoering der Wet op de bestuurshervor-
minig van 1922, door Minister de Graaff
destijds onder zeer moeilijke omstandig
heden met zaakkennis in de Staten-Gene-
raal verdedigd.
Dat de Portefeuilles van) Binnenland-
scbe Zaken, Buitenlandsche Zaken, Justi
tie en Financiën in uitmuntende handen
zijn, zal door ieder worden erkend.
„Nieuw" in het ambt zijn de heeren
Deckers, Reymer, Woltjer en Verschuur.
Omtrent hun gave voor de nieuwe taak
al ligt deze buiten het terrein van
hunne oorspronkelijke qpleiding koes
teren wij, bij de heeren Deckers en Rey
mer, geen vrees. Speciaal dr Deckers is
een man, die nooit iets ten halve doet, en
die, al is hij geen beroepsmilitair, in de
Kamer de zaken van het Leger met groo-
teu ernst behandelde. Tegenover de Ma
rine staat hij nog vreemder dan de heer
Lambooy er tegenover stond. Hier wreekt
zich de fout van de opheffing van het
Departement van Marine.
Professor Woltjer van de „Vrije Univer
siteit" en de heer Verschuur, voorzitter
van den Raad van Arbeid te Breda, staan
in hunnen eigenen kring bekend als be
kwame en werkzame mannen.
Vergissen wij ons niet, dan ligt aan bei
den „het philosophistihe" nader dan „het
praktische". Aan kennis en logica ont
breekt het dezen beiden niet. Omtrent de j
mata van.' hun organisatorisch talent en
hunne regeerkracht zal de ervaring uit
spraak moeten doen.
JHR. RUYS' MISLUKTE EERSTE
OPDRACHT.
De briefwisseling gepubliceerd.
Zooals bereids is medegedeeld is tus-
schen den kabinetsformateur en de A.R.,
C.H. en R.K. Kamerfracties een brief
wisseling gevoerd naar aanleiding der
den 12en Juli j.l. aan jhr mr Ruys de
Beerenbrouck verleende opdracht tot vor
ming van een kabinet, „steunende op de
rechterzijde".
Op 15 Juli heeft de formateur zich
tot die fracties gewend met verzoek te
mogen vernemen of het door hem aan de
fracties toegezonden regeeringsprogram
haar instemming had en of op dat pro
gram van de zijde dar ter-lies steun
aan een door hem ta vormen kabinet
■kon verleend worden.
Daarop heeft jhr mr Ruys de Beeren
brouck van de A.R. en R.K. fracties
een bevestigend antwoord op zijn vraag
ontvangen.
Van de Chr.-Hist, fractie kwam een
brief, gedateerd 19 Juli en onderteek-end
door de heeren Schokking, voorzitter, en
Tilanus, secretaris, waarin de fractie „de
hoop uitspreekt, dat de samenstelling van
het regeeringsprogram en meer nog de
uitvoering daaraan gegeven, en het ook
buiten dat program gevoerde beleid, het
haar steeds mogelijk zullen maken, den
in de opdracht bedoelden steun harer
zijds onbekrompen te verleenen", waar
na liet schrijven vervolgt:
„Verder meent zij Intusschen niet te
moeten gaan. Met name moet zij er be
zwaar tegen maken om, door vooraf in
stemming te betuigen met een regeerings
program of op de basis van zulk een
program steun toe te zeggen, zich op
©enige wijze te binden ten aanzien van
hare in het parlement te volgen gedrags
lijn. Haar program en beginselen zijn
niet onbekend. Zij begrijpt, dat een kabi
net, dat beoogt te steunen op de rech
terzijde, het op prijs zal stellen ook met
hare politieke beginselen en wens-chsn
rekening te houden. Maar de wijze waar
op, en de mate waarin het dit zal doen,
ook in verband met de niet altijd even
wijdig loopende wenschen van anderen,
meent zij in dit stadium aan het kabinet-
zelf te moeten overlaten. Een overleg,
hieromtrent geopend, zou trouwens
het overgelegde program bevestigt dit
naar het inzien der fractie weder
een zeer groo-te kans hebben, ten aanzien
van meerdere punten te leiden toit mis
lukking of tot beginselverzaking. De volle
verantwoordelijkheid voor het regeerings
program zal, naar het oordeel der Chris-
telijk-Hxstorische fractie, het te vormen
kabinet zelf moeten dragen. De wetsont
werpen en andère maatregelen, welke van
dat program, een uitvloeisel zullen zij-n,
zullen hun kracht moeten vinden niet
in een vooraf gemaakte afspraak met
d© partijen waarop het kabinet steunt,
maar, voor zoover niet in eenheid van
beginselen tusschen het 'kabinet en die
partijen, in de goede argumenten die
daarvoor in het openbaar kunnen wor
den aangevoerd.
Heeft derhalve de Chr.-Hist. Tweede
Kamerfractie bezwaar tegen een regee
ringsprogram, waaraan zij vooraf haar
goedkeuring heeft verleend, zoowel haar
gouvernementeel© zin als de waardeering
waarmede zij een parlementair ministerie,
dat op de rechterzijde bedoelt te steu
nen, ziet optreden, vormen waarborg, dat
haar leden het kabinet steeds bij voorkeur
zullen steunen, en dat bestrijding slechts
zal geschieden indien de overtuiging hier
toe noopt."
Vragen aan de andere
fracties.
Naar aanleiding van dit schrijven heeft
jhr mr Ruys de Beerenbrouck zich ge
wend tot de A.R. en R.K. Kamerfracties
met de volgende vragen:
1. Zijn uwe fracties bereid aan een
door mij te .vormen kabinet steun te ver
leenen op gelijke wij-ze als de Chr.-Hist.
Kamerfractie, blijkens haar schrijven, ver
klaart te zullen doen, zoodat zulk kabinet
kan steunen op de rechterzijde?
Indien deze vraag ontkennend wordt
beantwoord:
2. Zijn uw fracties bereid op den grond
slag van een door mij vast te stellen
regeeringsprogram aanpassende aan
het ontwerp, dat ik uwen fracties bij
schrijven van 15 Juli deed toekomen en
waarover ik van uwe fracties mededee-
lingen ontving een door mij- te vormen
kabinet te steunen, terwgi de steun door
Wij etaleeren de nieuwe
de Ideale jas voor ieder.
Klaedingmag. J. H00FTMAN, Vlasm. M'burg.
de Chr.-Hist. Kamerfractie wordt verleend
overeenkomstig haar schrijven van 19 Juli
1929, zoodat ook zulk Kabinet kan steu
nen op de rechterzijde?
Indien ook dqze vraag ontkennend
wordt beantwoord:
3. Zijn uwe fracties bereid, op den
grondslag van een door mij vast te stel
len regeeringsprogram aanpassende
aan het ontwerp, dat ik uwen fracties
bij schrijven van 15 Juli deed toekomen
en waarover ik van uwe fracties rnede-
deelingen ontving een door mij te
vormen parlementair minderheidskabinet
der rechterzijde te steunen?
Op deze vragen kwam van de A.R.
fractie een antwoord in, waaraan wij
bet volgende ontleenen:
„Bij de oplossing, in de eerste vraag
bedoeld, is geen der drie fracties tot
eenigen anderen steun aan het kabinet
gehouden dan voortvloeit uit den gouver-
nementeelen zin der betrokken partgen en
uit den algemeenen wensch om een par
lementair kabinet, steunende op de rech
terzijde, te zien tot stand komen.
In dit geval kan, o.i. echter bezwaar
lijk worden gesproken van een kabinet,
op de rechterzijde steunende, overmits
iedere fractie bij voorkeur steun behoort
te verleenen aan elk kabinet, ongeacht
zijne samenstelling, en slechts tot bestrij
ding moet overgaan, indien overtuiging
daartoe noopt.
Bij de oplossing, welke U in de twee
de vraag op het oog hebt, zouden wel de
R.K. en A.R. fracties zich tot steun aan
©en bepaald program verplichten, maar
zou de C.H.-fractie tegenover zulk een
program geheel vrij staan. De moeilijk
heden zouden in dit geval zeker niet
geringer zijn dan bij de oplossing, in Uwe
eerste vraag bedoeld.
Ook in dit geval zou, o.i. niet gezegd
kunnen worden, dat bet kabinet geacht
kan worden in bijzonderen zin te steunen
op de rechterzijde.
De A.R. fractie is dan ook niet be
reid tot een dezer beide oplossingen mede
te werken.
Ook met de in derde plaats bedoelde
oplossing kan zij niet instemmen. Een
minderheidskabinet, dat slechts aanspraak
maken kan op den steun van twee frac
ties, saam 42 leden tellende, acht zij,
bij onze politieke verhoudingen een te
gewaagde onderneming.
Het antwoord der A.R.-fractie op de
drie door U gestelde vragen, luidt der
halve ontkennend."
De Katholieke Kamerfractie antwoordde
,op de vragen 1 en 2 dat zij' daartoe niet
bereid was.
Wat vraag 3 betreft verklaJalrde zij,
„wijl hierin in de gegeven omstandig
heden nog de eenige mogelijkheid wordt
gezien voor de vorming van een rechtsch
parlementair kabinet", zich bereid daar
over in nader overleg te treden.
Antwoord der Chr.-Hist
fractie.
Deze brieven van de A.R. en de R.K.
fracties zijn door den formateur aan de
Chr.-Hist. fractie toegezonden, waarop
deze antwoordde bij schrijven van 30 Juli,
„dat de fractie oo.k bij nadere overwe»
ging meende baar standpunt ongewijzigd
te moeten handhaven". En verder:
„Dit zal Uwe Excellentie niet verwon
deren, waaneer zij bedenkt, dat noch de
R.K., noch de A.R. fractie een voldoen
de motiveering geeft van haar afwijzing
van de door Uwe Excellentie in de eerste
plaats genoemde oplossing; de oplossing
die ook naar ons inzien tot een normaal,
op de rechterzijde steunend, parlementair
kabinet zou kunnen leiden".
Vervolgens is 31 Juli onder voorzitter
schap van jhr Ruys de bekende bijeen
komst gehouden der voorzitters van de
meergenoemde fracties, ieder vergezeld
door een lid hunner fractie.
Nadat, de bijeenkomst tot 2 Aug. was
verdaagd, is 2 Aug. een brief der Chr.-
Hist. fractie door den formateur ontvan
gen, waaraan 'tvolgende is ontleend:
Ook thans kan de fractie niet van
haar standpunt afwijken. Bindende afspra
ken tot het verleenen van steun aan
wetsontwerpen, waarvan, de juiste tekst
nog niet bekend is en die nog niet in het
openbaar gga toegelicht m üea toets dor
Binnenland.
Mr J. Terpstra wordt Minister van On
derwijs.
Gespannen verhouding ter Haagsche Con
ferentie.
De briefwisseling tusschen Jhr Ruys ra
de drie rechtsohe Kamerfracties gepu
bliceerd.
De staatsbegrooting naar den Raad. van
State.
De wethouderscrisis ta Amsterdam.
De moordzaak-Lans.
Buitenland.
De Zeppelin onderweg naar Duitschland.
Het Russisch-Chineesche conflict ver
scherpt.
Noodweer in Galicië,
critiek doorstaan hebben, acht zij mat
de roeping van Kamerleden in strijd.
Als een parlementair kabinet beschouwt
de fractie een kabinet, dat blijkens zijn
samenstelling en zijn program wil steunen
op een vaste meerderheid van de Tween
de Kamer. Zijn parlementair karakter ver
krijgt het niet door een goedkeuring van
zijn program door de Kamermeerderheid,
maar behalve door zijn samenstelling
door den inhoud van het Regeerings
program, waarin met de beginselen en
de programs van de meerderheid, waarop
het steunen wil, is rekening gehouden".
Intusschen is op een conferentie, door
twee leden onzer fractie op 31 Juli met
Uwe Excellentie en twee leden van elk
der andere rechtsohe fracties gehouden,
twijfel gerezen, of de beteekenis der in
Uwer Excellentie's schrijven van 15 Juli
gestelde vraag wel op d.e juiste wij'ze is
verstaan. De indruk is gewekt, dat met
die vraag niet bedoeld was, dat onze
fractie zich in haar antwoord op eenige
wijze zou binden.
In verband hiermede en uitgaande al-
zoo van de opvatting, dat het niet de be
doeling van Uwer Excellentie's schrijven
van 15 Juli was, gebondenheid te schep
pen ten aanzien van de in het parlement
t©' volgen gedragslijn, maar slechts een
oordeel -fes mogen kennen over het Re
geeringsprogram, hebben wij uiteraard
geen bezwaar alsnog aan bet aldus ver
staan verzoek van uw schrijven van 15
Juli te voldoen".
In de den 2en Aug. des avonds gehou
den vergadering is gebleken, dat over
eenstemming niet bereikt kon worden,
daar de verschillende standpunten niet
met elkander te vereenigen bleken.
L- 1
DE RUSSISCH—CHINEESCHE
SPANNING.
De ondieirfhiarldelingeiï afgebroken.
Een telegram uit Mantsjoeli zegt, dat
de directe Chineesch-Russische bespre
kingen verbroken zijn. De Chineeschei
gedelegeerden zullen .Vrijdag naar Nan
king terugkeeren.
Een .telegram uit Charbin zegt, dat,
uit dé hervatting van de Russische vlieg-
tuigdeuionstraties boven Piogranitsjnajaen
Mantsjoeli blijkt, dat de Russisch-Chinee
sche spanning teruggekeerd is. Men meldt
ook, dat gepantserde auto's zich op'drei
gende wijze bg de grens verplaatsen.
De ramp te Ostencie.
De commissie van onderzoek naar de
oorzaken van de ramp, die Zondag j.l. in
de haven van Ostende heeft plaats gehad,
bracht gisteren een bezoek aan het wrak
van de gezonken pleizierboot Jozef JU. De
commissie concludeerde, dat de aanvaren
de sleepboot Knocke op het oogenblik van
de botsing niet volle kracht liep. De red
dingsboeien van de Jozef III waren bene
den in het ruim-opgeborgen; een flui'teig
naai was niet aan boord, evenmin een op
gaaf van hot ngMirnum aantal toegestane