DE ZEEUW Van RG. TWEEDE BLAD. LANGS EEN DIEPEN WEG G» [GENDIJK, Directeur. DE UITSLAG VAN DE VERKIEZINGEN. FEUILLETON. (Wordt vervolgd,) I 'da{ van een niet- >chter, alleen moreel wettelijk-bindend, ge- ,:en wereldlijk rechter, d jaar geleden, dat genomen, welke be- Hof in staat te stel- doen eerbiedigen. Stevens zou een z.g. >n proces tot uitlok- iele uitspraak, en er nde deelen des lands 10 soortgelijke zaken ïltaat van dit proces, gezag van de Kerk- >orsnede 33 m.M. tg, ls de rug wat Iken en desnoods pn, welke op niets vordt dan 2 c.M. 175 ot.; naar maat en lengte mouw. VAN MAANDAG 8 JULI 1929. No. 234. Hoe krijgen we weer een nieuw Kabinet? Veel wijsheid zal noodig zijn. „De Standaar d" (A.-R.) wijst er op, dat in de stembus-uitspraak geen dui delijke klare gedachte naar voren is geko men. In de sterkte der partijen is weinig ver andering gekomen. De partijen der voor malige coalitie zijn wat het percentage van de op hen uitgebrachte stemmen betreft nog iets hooger gekomen dan in 1925, maar dit zegt nog weinig van den te vol gen koers, temeer daar het boogere stem- mencijfer van Chr. Hist, en bet door de A.-R. partij geleden verlies niet onwaar schijnlijk wijst op afkeer van de voorma lige samenwerking Toch is de uitslag ook weer niet zoo, 'dat een tegenovergestelde meening gerechtvaardigd zou zijn. De hoofdvraag is thans, of men voor al les begeert een parlementair Kabinet. Wordt die vraag bevestigend beantwoord, dan zijn de mogelijkheden niet vele. „Een lin'ksch Kabinet komt niet in aan merking. Nog afgezien van de onderlinge ferhoudingen aan die zijde, maakt reeds et getal zetels (39) dit ondoenlijk. Een saamwerking van R.-K. met S.D. A.P. en Vrijz.-Dem. zou 81 man in bet veld kunnen brengen, maar het ziet er niet naar uit, dat hier ook maar de geringste kans van slagen is. Dan blijft dus alleen nog maar de moge lijkheid van saamgaan tusschen de voor malige coalitiepartijen. Wij' althans kun nen geen andere, combinatie bedenken, die een meerderheid zou 'kunnen opleveren tot steun aan een te vormen Kabinet of par lementaire basis. Wanneer men derhalve oordeelt, dat aan een parlementair Kabinet de voorrang moet worden toegekend boven eiken ande ren vorm van Kabinetsformatie, dan ligt het voor de hand, dat de vorming van zulk een Kabinet dient te worden beproefd. En hoe zullen wij dan tegenover zulk een poging moeten staan? Wij rekenen ons zonder reserve tot de genen, die aan een parlementair Kabinet de voorkeur geven boven een extra-parle mentair. Het laatste doodt alle politieke leven. Deze verkiezing is er bet afdoend bewijs voor. Ondanks veel lawaai en heel veel actie, die ver beneden peil was, bleken de ongeveer 3.5 millioen kiezers, die zich naar het stemlokaal begaven, niets beters te weten dan alle partijen onveranderd naar het Binnenhof terug te zenden. De enkele verschuiving van een zetel van ons naar de S. G. doet aan dien algemeenen regel niets af. Een stembusuiting, als thans verkregen werd, moet o p den duur leiden tot een hoogst ongewensch'ten toestand en doet den volksinvloed te niet gaan. Wij 'dienen ons derhalve bereid te ver klaren om, indien daartoe namens de Kroon aangezocht, medewerking te verlee- nen bij de vorming van een parlementair Kabinet op rechtsche basis. Dat daarbij groote bezwaren te overwin nen zullen zijn, ontveinzen we ons niet. Nadere aanduiding van die bezwaren lijkt ons in dit stadium ongewenscht. Ze zijn er. Ze zullen onder het oog moeten worden ge zien. Ze te overwinnen lijkt ons niet reeds van te voren buitengesloten. Zou een parlementair rechtsch Kabinet ten slotte evenwel toch onmogelijk blijken, dan zouden wij de oenige andere parle mentaire formatie nog verkiezen boven een extra-parlementair Kabinet. Maar dat is ten slotte niets dan een theoretische wensch, want 'bij zulk een formatie zouden we slechts toeschouwers zijn. Practisch zal het echter wel hierop neer komen,, dat er, bij mislukking van een parlementair rechtsch Kabinet, niets an ders opzit dan een extra-parlementair Ka binet te vormen, dat zich dan in de toe komst niet zal onthouden van maatregelen, die op principieel terrein liggen. Ook daaraan zijn zeer groote bezwaren verbonden. O.a. dit, dat men er zich als Door H. ZEEBERG. o .5~r JérO 13.) Want dat Jansen, die in het naburige Meerdorp een zaakje had, ooit het geld zou terugbetalen, was wel uitgesloten. Meerendonk was verrast. Tien jaar geleden, hij had het zooeven nagezien, had hij zich borg gesteld, toen Jansen hem zoo dringend om hulp vroeg. ,En ziedaar dit was de dank „voor zijn goedheid. Dit was het gevolg van zijn goed vertrouwen. Even bekroop hem de angst, dat er nog meer ziifke zouden komen. Hij keek het lijstje eens na. Heel wat borgstellingen 'had hij loopende, kleinere en grootere. Zoo pas nog een yoor Her mans van maar even vijf mille. Waren /l deze mensóhen wel te ver trouwen? Was hij niet te goed geweest? Maar dan glimlachte hij toch, Kom, hij moest zich geen muizenesten m het hoofd halen. In tien jaar tijds was dit nu de tweede „strop die hij baadde, de eerste was duizend gulden Regeering aan went om zich eenvoudig neer te leggen bij afwijkende beslissingen van de Sta ten-Generaal; dat dus 'het zwaartepunt bij de leiding van 's lands za ken verlegd wordt van de Regeering naar de Volksvertegenwoordiging. Of dat men, om dit te ontgaan, in het eind zich toch weer onthoudt van voorstellen, 'die in de principieel© zóne liggen. Maar ten slotte zal men zich bij zulk een Kabinet hebben neer te leggen, als het be tere niet bereikbaar blijkt. Veel wijsheid zal in de komende weken noodig zijn, om de klippen te omzeilen; om het parlementaire stelsel ook in ons land voor nog 'dieper verval te bewaren. Wie geen verantwoordelijkheid te dragen heb ben maken zich daarover niet warm. Maar in die positie zijn wij niet. Wij kunnen ons aan verantwoordelijkheid niet onttrekken. En moeten daarom partij kiezen. Beginsel- trouw noodzaakt daartoe". Hel advies van de „N. R. Crt." De Nederl. komt op tegen de voor stelling van de N. R. Crt. als zou de Chr.-Hist. Unie in verband met de ge voerde slembuspropaganda zedelijk ver plicht zijn de vorming van een Kabinet steunende op 'de voormalig© coalitie-groe pen niet te bevorderen. Herinnerd wordt aan de woorden van den heer Snoeck Henkem'ans in de Ka mer gesproken, in den nacht van 10 op 11 November 1925: „Daarom stel ik er prijs op, in dit verband te zeggen, dat nog altijd, ook door ons, de samenwerking, die er op het oogenbük in Nederland bestaat, wordt beschouwd en aanvaard ails de beste voor den gang van zaken voor de toekomst van ons land en volk. Maar, al bestaat die overtuiging, dan mag zij ons niet. weerhouden, om te doen datgene, wat wij naar ons geweten meienen te moeten doen." Dit woord, zoo vervolgt het blad van November 1925, gesproken in overeen stemming met Artikel 7 van 't' beginsel program der Unie, en de op dit woord gevolgde daad gelijk ook de hierboven vermelde verklaringen, uitgesproken tij dens de verkiozings-campagne, in overeen stemming met de openingsrede van Dr Schoklcing op de Algemeens Vergadering der Unie kunnen alle slechts' één beteekenis hebben. En deze beteekenis, die aan de 354.000 Christelijk-Historisch-stemmende kiezers volkomen duidelijk was, kon niet deze zijn, dat de Unie „aan de Room- schen den voet dwars zou zetten" noch deze, dat de Unie nooit meer, met de Roomschen tezamen, een Kabinet zou willen steunen. Deze beteekenis kan slechts zijn, dat de Unie „ook bij de samenwerking met andere partijen" in de eerste plaats heeft te letten o p h e t beginsel; zoodat ten slotte alles ook de samenwerking tot vorming van een Kabinet en het steunen van zooda nig Kabinet terugwijkt, indien de Ka merleden uit de Unie geplaatst worden voor een beslissing, die, naar hunne mee ning, het beginsel raakt. Wjj erkennen, dat deze regel aan de samenwerking met de Unie voor hem. die deze samenwerking in 's lands he- lang mocht zoeken, eischen stelt, wellicht te zware eischen." Aan het begin van dit artikel was nog opgemerkt, dat de door de N. R. Crt. gegeven oplossing een zaken kabinet onder leiding van Jhr de Geer verre van onmo gelijk is. Echt on-liberaal. De Maasbode wijdt een artikel aan het optreden van de N. R. Crt. welk orgaan zich onder de leuze: „eerlijkheid tegenover den kiezer" inspant duidelijk te maten dat de Chr.-Hist. met de andere rechtsche partijen, niet mogen samen werken tot de vorming van een rechtsch parlementair Kabinet, zoodat zulk een Ka binet dus als buitengesloten moet worden beschouwd. „Volgens het Rotterdamsch orgaan, zoo vervolgt de Maasbode, mag dus zelfs niet begonnen worden met - datgene, wat in het „Handelsblad" juist werd voorge steld als uit parlementair oogpunt het meest aangewezene: ©en opdracht aan rechts. En ook het „Vaderland" beant woordde de vraag: „Geeft de nieuwe con stellatie eenig perspectief in zake het geweest. Aangenaam was het niet, integen deel. Maar er was toch niet de minste reden, om nu al zijd kennissen, die hij geholpen had, te gaan wantrouwen. Intusschen was het geval-Jansen maar een vervelende boel. Twee duizend gulden offeren voor iemand, die hij alleen goed kende, die hem gesmeekt had te helpen en die nu zóó zijn vertrouwen beschaamde. Het was wat grof. Als hij Jansen eens een brief schreef? Maar dat zou al heel weinig baten. Het was veel verstandiger, er persoon lijk heen te gaan en met den man te gaan praten. Hij keek de dienstregeling van de stoom tram in, die aan den wand in het kantoor hing. Half twee? Ais ze thuis dan een half uur vroeger aten, dan kon het net. Dan was hij half vijf weer terug. Het wa's wel een kostelijke middag verloren. Maar de twee duizend gulden zaten 'm dwars. Die zonder meer laten schieten, ging toch niet. Het mócht niet. Meerendonk greep den haak van de huistelefoon on overlegde met Trude, dat niet om één uur, maar om half één zou worden gegeten. Aan tafel was hij, tegen zijn gewoonte, erg iwjjgMuua, ministerie dat er komen zal?" volmondig met: „Dat doet ze, want de rechterzijde behield tot ons leedwezen de meerder heid, Misschien zal de „N. R. Courant" toch moeten gedoogen en toestaan, dat al thans beproefd wordt, wat haar naaste geestverwanten als het meest aangewezen beschouwen. Wat zij daartegen inbrengt berust waar lijk op een al te zwakken jgrond. En wel dezen: de christelyk-historischen hebben hun vermeerdering van stemmen niet eens van zetels te danken aan hun weifelachtige houding ten opzichte van de vroegere coalitie. Wjj gelooven daarvan bitter weinig. Als ons volk ergens weinig van ge diend is, dan is het juist van halfslach tigheid, van weifeling, van iets, dat het als een soort van onoprechtheid zou aan voelen, ',t zij terecht of ten onrechte." „Vele liberalen en christelijk-histori- schen hebben zich steeds eenigermate ver want gevoeld. Dat is den laatsten tijd, vooral door de bekende uitlating van Dr de Visser in de Tweede Kamer, zeker niet verminderd, eerder versterkt. Wan neer we dus de liberalen zien teruggaan en de christelijk-historischen zien groeien, dan is veruit de meest voor de hand liggende verklaring, reeds a priori, dat hier tusschen verband bestaat. Vooral omdat het slechts een voort schrijden is op een weg die reeds was ingeslagen. Reeds langer profiteeren de Christel jjk- historischen van de verflauwde geestdrift voor de liberale beginselen. En dat dit bij deze verkiezing door zou gaan, stond haast met zekerheid vast. Immers degenen, die uit de liberale partjj naar de christelijk-historischen over gaan zijn juist ziji, die zich ergeren aan het loslaten van de oud-liberale beginse len. En zoo heeft zonder eenigen twjjfel het werkelijk weerzinwekkend gescherm door den Vrijheidsbond met het in wezen zoo ón-liberal© staatspensioen weer meerderen uit de partij gedreven. Het staatspensioen had zieltjes moeten winnen 1 IJdele hoopl Die staatspensioen wenschen zullen over het algemeen wel zulk een staatkundige richting zijn toegedaan, dat zij niet op de eerste plaats hun politiek heil bij de liberalen zoeken. En den echten oud-liberaal moet het tegen de borst stuiten. En zoo heeft datgene, wat winste moest brengen, verlies opgeleverd. Neen, de grond, door de „N. R. Crt." aangehaald voor haar eerlijkheidsstelling bestaat niet. De oorzaak van de winst der christelijk-historischen ligt voor de hand; het „Handelsblad" gaf ze ook aan: „verschil van opvatting over het staats pensioen" deed den liberalen geen goed. Maar het blad ziet in zijn angst al een tweede gevaar: een minderheidskabinet van anti-revolutionairen en katholieken. Maar ook dit is na deze verkiezing niet aannemelijk: dat is „klaar als de dag". De Indische politiek zou een beletsel kun nen zijn, aldus het blad, en bovendien: thans bestaat daartoe niet de zedelijke plicht als in 1925; men heeft het ook niet beloofd, en daarom zou zulk een ka- binet alleen zijn een „uiting van macht". Waarlijk: angst inspireert onbegrijpe lijke argumenten. Ook voor een kabinet der „uiterste noodza.ak" is de tijd nog niet gekomen en zoo belandt het blad als van zelf bij' zijn wensch: een zakenkabinet. En de formateur staat klaar: De Geer, die zijn kabinet hoogstens behoeft te re- construaeren, zoodat het wat meer homo geen zou worden. En dan de conclusie: als er geen „poli tieke intriigen" in 'tspel komen, duurt de crisis geen drie weken. 'tls alles echt liberaal gedacht en echt on-liberaal meteen. Echt-liberaal: als het staatsbestuur niet liberaal getint kan zijn, dan moet het liefst maar geen kleur hebben: want de liberale is toch eigenlijk de eenig ware. Echt-onliberaaleen poging om tot een parlementair kabinet te kennen mag zelfs niet worden 'gedaan I En dat alleen 1 omdat dan de liberalen heelemaal niet meer in aanmerking ko men. Misschien zal de „Nieuwe Rotterdam- sche Courant" toch wel genadig willen „Wat is er, man?" vroeg zijn vrouw. „Och, onaangenaamheden in de zaak. Daarvoor moet, ik naar Meerdorp." Verder werd niets meer gevraagd. Meerendonk sprak in den huiselijfcen kring nooit over aangelegenheden, da zaïak betreffende. Daarmee behoefden 'zij, was zijn gevoelen, zich het hoofd niet te bre ken. Hij zette zich' over de teleurstelling heen, trachtte dat tenminste te doen en nam deel aam het gesprek der meisjes. II. „Neen, Jansen is vandaag niet thuis1," zei de dienstbode. „Maar zijn vrouw "toch wel?" vroeg Meerendonk, die zoo juist den winkel was binnengekomen. Ja, die was wed thuis. „Nu, ik zou haar gaarne eiven spreken. Ifc ben Meerendonk uit 'Midstad." Hj) werd in de kamer, naast den win kel toegelaten, waar weldra 'de vrouw van den 'kruidenier verscheen, wat verle gen rhet haar figuur. ,,'tls jammer, dat uw man er niet ie. Maar misschien is u ook op d# hoogte, ik weet hot niet, En ik heb het reisje nu ssnuissl voor gemaakt." dulden, dat, wat zqj niet wemschelp: acht, althans beproefd wordt, geheel overeen komstig de constitutioneele zede. En zou zjj dit niet willen, dam zal zij het hoogst waarschijnlijk toch moeten dulden. Geen extra-parlementair Kabinet. „Het Vol k" wil van de oplossing door de N. R. Crt. aan de hand gedaan, de vor ming van een extra-parlementair Kabinet onder leiding van den beer De Geer niets weten. „Het is onze meening, dat opvolging van dat advies allerminst op den verkiezings uitslag kloppen zou en dat opvolging er van een erge slijk berusten in een toestand zou zijn, die, met een onderbreking, nu al meer dan vijftien jaar aanhoudt. Extra-parlementaire kabinetten hebben wij bier thans gehad van 19131918 (Con van der Linden) en van 1923'29 (eerst RuysGolijn, daarna De Geer). Het zou zeer ongewenscht zijn, als er thans weer een niet-parlementair kabinet kwam, een kabinet dat niet op een parlementaire meerderheid steunde, een kabinet dat zon der verantwoordelijkheid jegens de volks vertegenwoordiging krachtens eigen machtsbevoegdheid regeerde, een kabinet waarbij de volksvertegenwoordiging als factor ter bepaling van de richting der be hartiging van de volksbelangen voor een belangrijk deel uitgeschakeld zou zijn. Het vooruitzicht, dat het conservatief-katho- lieke Kamerlid Van Vuuren eenigen tijd geleden opende, n.I. dat wij een periode van minstens twintig jaren van extra parlementaire kabinetten tegemoet zouden gaan, is een slecht vooruitzicht. Het zou 'beteekenen, dat niet het volk zelf, maar een kleine kliek van regeerdngspersonen over het beleid van 's lands zaken besliste. Het zou inhouden, dat langs een omweg feite lijk een fascistische, een autoritaire prak tijk werd ingevoerd. Het zou het algemeen 'kiesrecht van zijn invloed berooven. Het zou een wurging der democratie zijn". Het blad betoogt dan verder, dat de vor ming van een Kabinet in de eerste plaats moet worden opgedragen aan den leider van de R.-K. Staatspartij, welke partij het grootst is en het bes„ uit de verkiezingen is te voorschijn gekomen. In welken zin het zich de Kabinetsfor matie denkt, zal het „Volk" nader bespre ken. 4 Broedermoord te Wolfaar'sdijk Vrijdagmiddag ontstond tusschen twee zoons van den landbouwer J. L. te Wol- faartsdijfc, n.I. de 17-jarige F. en de 21- jarige E. twist, welke van voorbijgaanden aard scheen te zijn, doch des avonds bleek, dat er bij F. een wrok was blij ven zitten. Bij het avondeten verscheen F. niet. De andere broers en zusters begaven zich aan tafel. De ouders be vonden zich met eenige vrienden uit de buurt in een andere kamer. Plotseling verscheen F. met een flobertgeweer in do deuropening en loste een schot op E. welke getroffen ineen zeeg. De dader vluchtte naar buiten en keerde het wapen tegen zichzelf, waarbij hij zich door het spoedig toesnellen van een anderen broer slechts licht aan het hoofd kon verwon den. De spoedig ontboden geneesheer Dr Geill achtte het noodig zijn collega Huese uit Goes te consulteeren, welke beiden het noodig oordeelden, dat E. naar het gasthuis te Goes werd overgebracht, het welk omstreeks elf uur des avonds per ziekenauto geschiedde. Zaterdagmiddag omstreeks 2 uur is E. overleden. F. is, nadat door den geneeskundige daartoe verlof was verleend, gevankelijk naar Mid delburg overgebracht. Nehalennia. Onder voorzitter schap van den heer L. J. van Voorthuij- sen hield de yereeniging „Nehalennia" in de sociëteit „St.-Joris" haar jaarverga dering. Do voorzitter heette de leden welkom en in. het bijzonder den heer van Woelderen, daar deze als bestuurslid voor het eerst aanwezig was. De secretaris, de heer Barentsen, bracht vervolgens het jaarverslag over 1928 uit, waarin o.a. gememoreerd werd de restau ratie van den trapgevel te Veere, de por tiek aan de Rouaansche kade te 'Middel burg en de werkzaamheden van de com missie tot samenstelling van een boek werk over de molens op Walcheren. Het verslag eindigt met er op te wijzen hoe „Is het over de borgstelling, mijnheer?" vroeg zij. „Juist. U weet er dus van af?" „Ja, antwoordde zijl. „Het spijl ons zeer, dat het zoo goloopen is. Mijn man wilde naar u toe komen „Waarom heeft hij dat dan niet gedaan? Onverhoeds ontvang ik daar 'de aanma ning, dat ik twee duizend gulden heb te betalen, omdat uw man in gebreke blijft. U begrijpt, dat dit ver van aangenaam is. Waaróm kwam hij mij niet inlichten?" „Hjjl durfde piet goed, mijnheer. 'kHeb het meermalen gezegd." „Dat bedrag zal ik natuurlijk betalen. Ik moet het trouwens doen. Er helpt geen praten aan. Maar nu kwam ik eens met uw: man spréken. Ik kan dat geld toch maaT niet zoo verliezen? 'kweet wel: een borg is een "borg. Hij neemt risico op zich. Maa,r als uw man eerlijk is, en daar wil ik vooralsnotg niet aan twijfelen, dan zal hij mij, zij het dan in kleine termijnen, moeten terugbetalen. Vindt u ook niet?" „Ja, manheer. Zooals ik zeg, daarover wilde hij met u komen praten. Hij kan dat betor 'dan ik." „Goed. Laa,t hj) dan zoo spoedig moge' lp temen. Dan zul de zaïalk nog wei in b*t reine te brengen zijn. Hoe ioaat het de laatste jaren, bijna zonder uitzonde ring, de toegangswegen naar de steden op Walcheren onuitroeibaar leelijk worden volgebouwd. Blijkens het financiëel verslag bleef het ledental stationair en was er een batig saldo aanwezig. De verslagen werden met een woord van dank voor den geleverden arbeid goedgekeurd. De aan de beurt van aftreding zijnde bestuursleden, mevr. Portheine en de heer P. Dumon Tak, werden herkozen. Zomerdag. Vanwege het Ned. Jongel. Verbond (provincie Zeeland) zal op Woensdag 31 Juli op Westhove bij Domburg een Zomerdag worden gehou den. Des voormiddags zal Ds J. W. Swaan uit Domburg bet wijdingswoord spreken en de heer Amesz, lid van 't hoofdbestuur, zal vertellen van den Bondsarbeid. Des namiddags hoopt Ds A. A. Wildschut van Rilland te spreken over: „Wat is de Bijbel voor ons?" en Ds v. d. Linde van Kle- verskerke over: „Wat is het gebed voor ons?" Middelburg. De Vereen, tol instandhou ding van oude gebouwen hield Vrijdag haar jaarvergadering, onder voorzitter schap van dhr mr G. J. Sprenger. Door den secretaris, den heer dr W. S. Unger, werd het jaarverslag uitgebracht, waaraan bet volgende is ontleend: Daar de uitgaven door omstandigheden gering waren, baarde de financieel© toe komst geen zorg. Maar bat ledental blijft stoéionnair; te weinig nieuwe Middelbur gers blijken er toe bereid het bestuur te steunen in de bescherming en bewaring van oud-Middelburg, hoewel de minimum1 contributie van één gulden toch geen be zwaar kan worden genoemd. De buiten Middelburg woonachtige eigenaar van het historisch zoo uitermate belangrijke huis, Lange Delft B 116, eenig overgebleven voorbeeld van een versterkt woonhuis, vatte het plan op de aardige hoektorentjes, die naar zijd meening bouwvallig waren, te laten afbreken, aldus den gevel, die toch al veel heeft geleden, van zijfa meest kenmerkend deel, de middeleeuwsche echauquottes, beroovend. Toen een inge steld .onderzoek, wtaarbijl de directeur van gemeentewerken zijd medewerking ver leende, uitwees, dat het met de voorge noemde bouwvalligheid niet zo,o erg was als werd gevreesd, bood het 'bestuur den eigenaar desgewensoht finamoieelen steun aan, terwijl B. en W. van Middelburg op grond van de monumentenverordening, wier belang hierbij overtuigend bleek, af braak weigerden. De eigenaar, die de onO'Qgeljjke onderpui door een meer smaakvolle nieuwe deed vervangen, liet daarna voor eigen rekening aan de drie torentjes eenige noodzake'ijke werkzaam- heden verrichten, zoo-dat dit belangrijk fragment van middeleeuwsche bouwkunst behouden bleef. Aan de bouwgeschiedenis van het Mid- delburgsch raadhuis, met nalme die van het interieur, werd door den secretaris voortgewerkt. Hoewel omtrent de wijlze van publicatie nog niets vast staat, zullen bewerker en bestuur er naar streven, dezen arbeid vóór het 25-jarig jubileum, dat in 1932 kan worden herdacht, gereed te krjjlgen, opdat den leden alsdan een exemplaar kan worden aangeboden. Het verslag en ook de rekening werden goedgekeurd, waarna tot bestuursleden werden heikozen de heeren mr A. Meer kamp van Embden, J. G. Blompot ten Gate en dr W. S. Unger. het eerste ooöenblih af. dat U Cadum Zeep éebruikizult U een denot cmderêaan. hetwelk U waarschijnlijk nooit tevoren éehad heeft ï«rn hard stuk zeep. «Ja! tol het laatste vliesje éebruiht kan worden toch, dat het zoo geloopen is? Het gaat toch over tien jaar reeds," „Och, mijnheer, de zaken gingen niet, zooals dat wenschelijk en no,odig was. Daarbij was er veel tegenslag met ziekte. Het een met het ander deed ons achteruit boeren. Wij hopen nu, dat botere tij den zullen aanbreken. En dan zal mijin man ook wel aan zijn verplichtingen te genover u voldoen. Als u medeleden an wat geduld met ons wilt hebben, dan zullen w(|l, dat verzeker ik u, ons best doen." Op ldagenden toon was de vrouw vajn den kruidenier gaan spreken. .Meerendonk dacht na. Hij moest maar wat toegeven, vond hij. Hier was toch ook een gezin. Deze vrouw loefc niet erg sterk. Misschien kwamen zijl er bovenop, konden zij wat doen, zoodat de twee mille toch niet geheel verloren was. Wie weet, of op den duur het bedrag niet heelemaal terecht kwam. Ze waren van goeden wille hier, zoo meende hij. „Nu, zei hij, opstaande, we zullen dan nog wel eens zien. Laat uw man dan maar eens komen, dan kunnen wij praten met elkaar. Ik fcan mtf niet voorstellen, dat hjj deze zaak, zonder n>eer, zal laten al- loopen."

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5