DE ZEEUW
Van
RG.
TWEEDE BLAD.
LANGS EEN DIEPEN WEG
G»
[GENDIJK, Directeur.
DE UITSLAG
VAN DE VERKIEZINGEN.
FEUILLETON.
(Wordt vervolgd,)
I
'da{ van een niet-
>chter, alleen moreel
wettelijk-bindend, ge-
,:en wereldlijk rechter,
d jaar geleden, dat
genomen, welke be-
Hof in staat te stel-
doen eerbiedigen.
Stevens zou een z.g.
>n proces tot uitlok-
iele uitspraak, en er
nde deelen des lands
10 soortgelijke zaken
ïltaat van dit proces,
gezag van de Kerk-
>orsnede 33 m.M.
tg, ls de rug wat
Iken en desnoods
pn, welke op niets
vordt dan 2 c.M.
175 ot.; naar maat
en lengte mouw.
VAN
MAANDAG 8 JULI 1929. No. 234.
Hoe krijgen we weer een nieuw Kabinet?
Veel wijsheid zal noodig zijn.
„De Standaar d" (A.-R.) wijst er
op, dat in de stembus-uitspraak geen dui
delijke klare gedachte naar voren is geko
men.
In de sterkte der partijen is weinig ver
andering gekomen. De partijen der voor
malige coalitie zijn wat het percentage van
de op hen uitgebrachte stemmen betreft
nog iets hooger gekomen dan in 1925,
maar dit zegt nog weinig van den te vol
gen koers, temeer daar het boogere stem-
mencijfer van Chr. Hist, en bet door de
A.-R. partij geleden verlies niet onwaar
schijnlijk wijst op afkeer van de voorma
lige samenwerking Toch is de uitslag ook
weer niet zoo, 'dat een tegenovergestelde
meening gerechtvaardigd zou zijn.
De hoofdvraag is thans, of men voor al
les begeert een parlementair Kabinet.
Wordt die vraag bevestigend beantwoord,
dan zijn de mogelijkheden niet vele.
„Een lin'ksch Kabinet komt niet in aan
merking. Nog afgezien van de onderlinge
ferhoudingen aan die zijde, maakt reeds
et getal zetels (39) dit ondoenlijk.
Een saamwerking van R.-K. met S.D.
A.P. en Vrijz.-Dem. zou 81 man in bet veld
kunnen brengen, maar het ziet er niet
naar uit, dat hier ook maar de geringste
kans van slagen is.
Dan blijft dus alleen nog maar de moge
lijkheid van saamgaan tusschen de voor
malige coalitiepartijen. Wij' althans kun
nen geen andere, combinatie bedenken, die
een meerderheid zou 'kunnen opleveren tot
steun aan een te vormen Kabinet of par
lementaire basis.
Wanneer men derhalve oordeelt, dat
aan een parlementair Kabinet de voorrang
moet worden toegekend boven eiken ande
ren vorm van Kabinetsformatie, dan ligt
het voor de hand, dat de vorming van zulk
een Kabinet dient te worden beproefd.
En hoe zullen wij dan tegenover zulk
een poging moeten staan?
Wij rekenen ons zonder reserve tot de
genen, die aan een parlementair Kabinet
de voorkeur geven boven een extra-parle
mentair. Het laatste doodt alle politieke
leven. Deze verkiezing is er bet afdoend
bewijs voor. Ondanks veel lawaai en heel
veel actie, die ver beneden peil was, bleken
de ongeveer 3.5 millioen kiezers, die zich
naar het stemlokaal begaven, niets beters
te weten dan alle partijen onveranderd
naar het Binnenhof terug te zenden. De
enkele verschuiving van een zetel van ons
naar de S. G. doet aan dien algemeenen
regel niets af.
Een stembusuiting, als thans verkregen
werd, moet o p den duur leiden tot een
hoogst ongewensch'ten toestand en doet den
volksinvloed te niet gaan.
Wij 'dienen ons derhalve bereid te ver
klaren om, indien daartoe namens de
Kroon aangezocht, medewerking te verlee-
nen bij de vorming van een parlementair
Kabinet op rechtsche basis.
Dat daarbij groote bezwaren te overwin
nen zullen zijn, ontveinzen we ons niet.
Nadere aanduiding van die bezwaren lijkt
ons in dit stadium ongewenscht. Ze zijn er.
Ze zullen onder het oog moeten worden ge
zien. Ze te overwinnen lijkt ons niet reeds
van te voren buitengesloten.
Zou een parlementair rechtsch Kabinet
ten slotte evenwel toch onmogelijk blijken,
dan zouden wij de oenige andere parle
mentaire formatie nog verkiezen boven een
extra-parlementair Kabinet. Maar dat is
ten slotte niets dan een theoretische
wensch, want 'bij zulk een formatie zouden
we slechts toeschouwers zijn.
Practisch zal het echter wel hierop neer
komen,, dat er, bij mislukking van een
parlementair rechtsch Kabinet, niets an
ders opzit dan een extra-parlementair Ka
binet te vormen, dat zich dan in de toe
komst niet zal onthouden van maatregelen,
die op principieel terrein liggen.
Ook daaraan zijn zeer groote bezwaren
verbonden. O.a. dit, dat men er zich als
Door H. ZEEBERG.
o
.5~r
JérO
13.)
Want dat Jansen, die in het naburige
Meerdorp een zaakje had, ooit het geld
zou terugbetalen, was wel uitgesloten.
Meerendonk was verrast.
Tien jaar geleden, hij had het zooeven
nagezien, had hij zich borg gesteld, toen
Jansen hem zoo dringend om hulp vroeg.
,En ziedaar dit was de dank „voor
zijn goedheid. Dit was het gevolg van
zijn goed vertrouwen.
Even bekroop hem de angst, dat er
nog meer ziifke zouden komen.
Hij keek het lijstje eens na. Heel wat
borgstellingen 'had hij loopende, kleinere
en grootere. Zoo pas nog een yoor Her
mans van maar even vijf mille.
Waren /l deze mensóhen wel te ver
trouwen? Was hij niet te goed geweest?
Maar dan glimlachte hij toch,
Kom, hij moest zich geen muizenesten
m het hoofd halen. In tien jaar tijds
was dit nu de tweede „strop die hij
baadde, de eerste was duizend gulden
Regeering aan went om zich eenvoudig
neer te leggen bij afwijkende beslissingen
van de Sta ten-Generaal; dat dus 'het
zwaartepunt bij de leiding van 's lands za
ken verlegd wordt van de Regeering naar
de Volksvertegenwoordiging. Of dat men,
om dit te ontgaan, in het eind zich toch
weer onthoudt van voorstellen, 'die in de
principieel© zóne liggen.
Maar ten slotte zal men zich bij zulk een
Kabinet hebben neer te leggen, als het be
tere niet bereikbaar blijkt.
Veel wijsheid zal in de komende weken
noodig zijn, om de klippen te omzeilen; om
het parlementaire stelsel ook in ons land
voor nog 'dieper verval te bewaren. Wie
geen verantwoordelijkheid te dragen heb
ben maken zich daarover niet warm. Maar
in die positie zijn wij niet. Wij kunnen ons
aan verantwoordelijkheid niet onttrekken.
En moeten daarom partij kiezen. Beginsel-
trouw noodzaakt daartoe".
Hel advies van de „N. R. Crt."
De Nederl. komt op tegen de voor
stelling van de N. R. Crt. als zou de
Chr.-Hist. Unie in verband met de ge
voerde slembuspropaganda zedelijk ver
plicht zijn de vorming van een Kabinet
steunende op 'de voormalig© coalitie-groe
pen niet te bevorderen.
Herinnerd wordt aan de woorden van
den heer Snoeck Henkem'ans in de Ka
mer gesproken, in den nacht van 10
op 11 November 1925:
„Daarom stel ik er prijs op, in dit
verband te zeggen, dat nog altijd, ook
door ons, de samenwerking, die er op
het oogenbük in Nederland bestaat,
wordt beschouwd en aanvaard ails de
beste voor den gang van zaken voor
de toekomst van ons land en volk.
Maar, al bestaat die overtuiging, dan
mag zij ons niet. weerhouden, om te
doen datgene, wat wij naar ons geweten
meienen te moeten doen."
Dit woord, zoo vervolgt het blad van
November 1925, gesproken in overeen
stemming met Artikel 7 van 't' beginsel
program der Unie, en de op dit woord
gevolgde daad gelijk ook de hierboven
vermelde verklaringen, uitgesproken tij
dens de verkiozings-campagne, in overeen
stemming met de openingsrede van Dr
Schoklcing op de Algemeens Vergadering
der Unie kunnen alle slechts' één
beteekenis hebben.
En deze beteekenis, die aan de
354.000 Christelijk-Historisch-stemmende
kiezers volkomen duidelijk was, kon niet
deze zijn, dat de Unie „aan de Room-
schen den voet dwars zou zetten"
noch deze, dat de Unie nooit meer, met
de Roomschen tezamen, een Kabinet zou
willen steunen. Deze beteekenis kan
slechts zijn, dat de Unie „ook bij de
samenwerking met andere partijen" in
de eerste plaats heeft te letten o p h e t
beginsel; zoodat ten slotte alles
ook de samenwerking tot vorming van
een Kabinet en het steunen van zooda
nig Kabinet terugwijkt, indien de Ka
merleden uit de Unie geplaatst worden
voor een beslissing, die, naar hunne mee
ning, het beginsel raakt.
Wjj erkennen, dat deze regel aan de
samenwerking met de Unie voor hem.
die deze samenwerking in 's lands he-
lang mocht zoeken, eischen stelt,
wellicht te zware eischen."
Aan het begin van dit artikel was
nog opgemerkt, dat de door de N. R.
Crt. gegeven oplossing een zaken
kabinet onder leiding van Jhr de Geer
verre van onmo gelijk is.
Echt on-liberaal.
De Maasbode wijdt een artikel aan
het optreden van de N. R. Crt. welk
orgaan zich onder de leuze: „eerlijkheid
tegenover den kiezer" inspant duidelijk
te maten dat de Chr.-Hist. met de andere
rechtsche partijen, niet mogen samen
werken tot de vorming van een rechtsch
parlementair Kabinet, zoodat zulk een Ka
binet dus als buitengesloten moet worden
beschouwd.
„Volgens het Rotterdamsch orgaan, zoo
vervolgt de Maasbode, mag dus zelfs
niet begonnen worden met - datgene, wat
in het „Handelsblad" juist werd voorge
steld als uit parlementair oogpunt het
meest aangewezene: ©en opdracht aan
rechts. En ook het „Vaderland" beant
woordde de vraag: „Geeft de nieuwe con
stellatie eenig perspectief in zake het
geweest. Aangenaam was het niet, integen
deel. Maar er was toch niet de minste
reden, om nu al zijd kennissen, die hij
geholpen had, te gaan wantrouwen.
Intusschen was het geval-Jansen maar
een vervelende boel. Twee duizend gulden
offeren voor iemand, die hij alleen goed
kende, die hem gesmeekt had te helpen en
die nu zóó zijn vertrouwen beschaamde.
Het was wat grof.
Als hij Jansen eens een brief schreef?
Maar dat zou al heel weinig baten.
Het was veel verstandiger, er persoon
lijk heen te gaan en met den man te
gaan praten.
Hij keek de dienstregeling van de stoom
tram in, die aan den wand in het kantoor
hing.
Half twee? Ais ze thuis dan een half
uur vroeger aten, dan kon het net. Dan
was hij half vijf weer terug. Het wa's wel
een kostelijke middag verloren. Maar de
twee duizend gulden zaten 'm dwars. Die
zonder meer laten schieten, ging toch niet.
Het mócht niet.
Meerendonk greep den haak van de
huistelefoon on overlegde met Trude, dat
niet om één uur, maar om half één
zou worden gegeten.
Aan tafel was hij, tegen zijn gewoonte,
erg iwjjgMuua,
ministerie dat er komen zal?" volmondig
met: „Dat doet ze, want de rechterzijde
behield tot ons leedwezen de meerder
heid,
Misschien zal de „N. R. Courant" toch
moeten gedoogen en toestaan, dat al
thans beproefd wordt, wat haar naaste
geestverwanten als het meest aangewezen
beschouwen.
Wat zij daartegen inbrengt berust waar
lijk op een al te zwakken jgrond.
En wel dezen: de christelyk-historischen
hebben hun vermeerdering van stemmen
niet eens van zetels te danken aan
hun weifelachtige houding ten opzichte
van de vroegere coalitie.
Wjj gelooven daarvan bitter weinig.
Als ons volk ergens weinig van ge
diend is, dan is het juist van halfslach
tigheid, van weifeling, van iets, dat het
als een soort van onoprechtheid zou aan
voelen, ',t zij terecht of ten onrechte."
„Vele liberalen en christelijk-histori-
schen hebben zich steeds eenigermate ver
want gevoeld. Dat is den laatsten tijd,
vooral door de bekende uitlating van Dr
de Visser in de Tweede Kamer, zeker
niet verminderd, eerder versterkt. Wan
neer we dus de liberalen zien teruggaan
en de christelijk-historischen zien groeien,
dan is veruit de meest voor de hand
liggende verklaring, reeds a priori, dat
hier tusschen verband bestaat.
Vooral omdat het slechts een voort
schrijden is op een weg die reeds was
ingeslagen.
Reeds langer profiteeren de Christel jjk-
historischen van de verflauwde geestdrift
voor de liberale beginselen.
En dat dit bij deze verkiezing door
zou gaan, stond haast met zekerheid vast.
Immers degenen, die uit de liberale
partjj naar de christelijk-historischen over
gaan zijn juist ziji, die zich ergeren aan
het loslaten van de oud-liberale beginse
len.
En zoo heeft zonder eenigen twjjfel het
werkelijk weerzinwekkend gescherm door
den Vrijheidsbond met het in wezen zoo
ón-liberal© staatspensioen weer meerderen
uit de partij gedreven.
Het staatspensioen had zieltjes moeten
winnen 1
IJdele hoopl
Die staatspensioen wenschen zullen over
het algemeen wel zulk een staatkundige
richting zijn toegedaan, dat zij niet op de
eerste plaats hun politiek heil bij de
liberalen zoeken.
En den echten oud-liberaal moet het
tegen de borst stuiten.
En zoo heeft datgene, wat winste moest
brengen, verlies opgeleverd.
Neen, de grond, door de „N. R. Crt."
aangehaald voor haar eerlijkheidsstelling
bestaat niet. De oorzaak van de winst
der christelijk-historischen ligt voor de
hand; het „Handelsblad" gaf ze ook aan:
„verschil van opvatting over het staats
pensioen" deed den liberalen geen goed.
Maar het blad ziet in zijn angst al een
tweede gevaar: een minderheidskabinet
van anti-revolutionairen en katholieken.
Maar ook dit is na deze verkiezing niet
aannemelijk: dat is „klaar als de dag".
De Indische politiek zou een beletsel kun
nen zijn, aldus het blad, en bovendien:
thans bestaat daartoe niet de zedelijke
plicht als in 1925; men heeft het ook
niet beloofd, en daarom zou zulk een ka-
binet alleen zijn een „uiting van macht".
Waarlijk: angst inspireert onbegrijpe
lijke argumenten.
Ook voor een kabinet der „uiterste
noodza.ak" is de tijd nog niet gekomen en
zoo belandt het blad als van zelf bij'
zijn wensch: een zakenkabinet.
En de formateur staat klaar: De Geer,
die zijn kabinet hoogstens behoeft te re-
construaeren, zoodat het wat meer homo
geen zou worden.
En dan de conclusie: als er geen „poli
tieke intriigen" in 'tspel komen, duurt
de crisis geen drie weken.
'tls alles echt liberaal gedacht en echt
on-liberaal meteen.
Echt-liberaal: als het staatsbestuur niet
liberaal getint kan zijn, dan moet het
liefst maar geen kleur hebben: want de
liberale is toch eigenlijk de eenig ware.
Echt-onliberaaleen poging om tot een
parlementair kabinet te kennen mag zelfs
niet worden 'gedaan I
En dat alleen 1 omdat dan de liberalen
heelemaal niet meer in aanmerking ko
men.
Misschien zal de „Nieuwe Rotterdam-
sche Courant" toch wel genadig willen
„Wat is er, man?" vroeg zijn vrouw.
„Och, onaangenaamheden in de zaak.
Daarvoor moet, ik naar Meerdorp."
Verder werd niets meer gevraagd.
Meerendonk sprak in den huiselijfcen
kring nooit over aangelegenheden, da zaïak
betreffende. Daarmee behoefden 'zij, was
zijn gevoelen, zich het hoofd niet te bre
ken.
Hij zette zich' over de teleurstelling
heen, trachtte dat tenminste te doen en
nam deel aam het gesprek der meisjes.
II.
„Neen, Jansen is vandaag niet thuis1,"
zei de dienstbode.
„Maar zijn vrouw "toch wel?" vroeg
Meerendonk, die zoo juist den winkel was
binnengekomen.
Ja, die was wed thuis.
„Nu, ik zou haar gaarne eiven spreken.
Ifc ben Meerendonk uit 'Midstad."
Hj) werd in de kamer, naast den win
kel toegelaten, waar weldra 'de vrouw
van den 'kruidenier verscheen, wat verle
gen rhet haar figuur.
,,'tls jammer, dat uw man er niet ie.
Maar misschien is u ook op d# hoogte, ik
weet hot niet, En ik heb het reisje nu
ssnuissl voor gemaakt."
dulden, dat, wat zqj niet wemschelp: acht,
althans beproefd wordt, geheel overeen
komstig de constitutioneele zede.
En zou zjj dit niet willen, dam zal
zij het hoogst waarschijnlijk toch moeten
dulden.
Geen extra-parlementair Kabinet.
„Het Vol k" wil van de oplossing door
de N. R. Crt. aan de hand gedaan, de vor
ming van een extra-parlementair Kabinet
onder leiding van den beer De Geer niets
weten.
„Het is onze meening, dat opvolging van
dat advies allerminst op den verkiezings
uitslag kloppen zou en dat opvolging er
van een erge slijk berusten in een toestand
zou zijn, die, met een onderbreking, nu al
meer dan vijftien jaar aanhoudt.
Extra-parlementaire kabinetten hebben
wij bier thans gehad van 19131918 (Con
van der Linden) en van 1923'29 (eerst
RuysGolijn, daarna De Geer). Het zou
zeer ongewenscht zijn, als er thans weer
een niet-parlementair kabinet kwam, een
kabinet dat niet op een parlementaire
meerderheid steunde, een kabinet dat zon
der verantwoordelijkheid jegens de volks
vertegenwoordiging krachtens eigen
machtsbevoegdheid regeerde, een kabinet
waarbij de volksvertegenwoordiging als
factor ter bepaling van de richting der be
hartiging van de volksbelangen voor een
belangrijk deel uitgeschakeld zou zijn. Het
vooruitzicht, dat het conservatief-katho-
lieke Kamerlid Van Vuuren eenigen tijd
geleden opende, n.I. dat wij een periode
van minstens twintig jaren van extra
parlementaire kabinetten tegemoet zouden
gaan, is een slecht vooruitzicht. Het zou
'beteekenen, dat niet het volk zelf, maar een
kleine kliek van regeerdngspersonen over
het beleid van 's lands zaken besliste. Het
zou inhouden, dat langs een omweg feite
lijk een fascistische, een autoritaire prak
tijk werd ingevoerd. Het zou het algemeen
'kiesrecht van zijn invloed berooven. Het
zou een wurging der democratie zijn".
Het blad betoogt dan verder, dat de vor
ming van een Kabinet in de eerste plaats
moet worden opgedragen aan den leider
van de R.-K. Staatspartij, welke partij het
grootst is en het bes„ uit de verkiezingen is
te voorschijn gekomen.
In welken zin het zich de Kabinetsfor
matie denkt, zal het „Volk" nader bespre
ken. 4
Broedermoord te Wolfaar'sdijk
Vrijdagmiddag ontstond tusschen twee
zoons van den landbouwer J. L. te Wol-
faartsdijfc, n.I. de 17-jarige F. en de 21-
jarige E. twist, welke van voorbijgaanden
aard scheen te zijn, doch des avonds
bleek, dat er bij F. een wrok was blij
ven zitten. Bij het avondeten verscheen
F. niet. De andere broers en zusters
begaven zich aan tafel. De ouders be
vonden zich met eenige vrienden uit de
buurt in een andere kamer. Plotseling
verscheen F. met een flobertgeweer in
do deuropening en loste een schot op
E. welke getroffen ineen zeeg. De dader
vluchtte naar buiten en keerde het wapen
tegen zichzelf, waarbij hij zich door het
spoedig toesnellen van een anderen broer
slechts licht aan het hoofd kon verwon
den. De spoedig ontboden geneesheer Dr
Geill achtte het noodig zijn collega Huese
uit Goes te consulteeren, welke beiden
het noodig oordeelden, dat E. naar het
gasthuis te Goes werd overgebracht, het
welk omstreeks elf uur des avonds per
ziekenauto geschiedde. Zaterdagmiddag
omstreeks 2 uur is E. overleden. F. is,
nadat door den geneeskundige daartoe
verlof was verleend, gevankelijk naar Mid
delburg overgebracht.
Nehalennia. Onder voorzitter
schap van den heer L. J. van Voorthuij-
sen hield de yereeniging „Nehalennia" in
de sociëteit „St.-Joris" haar jaarverga
dering. Do voorzitter heette de leden
welkom en in. het bijzonder den heer
van Woelderen, daar deze als bestuurslid
voor het eerst aanwezig was.
De secretaris, de heer Barentsen, bracht
vervolgens het jaarverslag over 1928 uit,
waarin o.a. gememoreerd werd de restau
ratie van den trapgevel te Veere, de por
tiek aan de Rouaansche kade te 'Middel
burg en de werkzaamheden van de com
missie tot samenstelling van een boek
werk over de molens op Walcheren. Het
verslag eindigt met er op te wijzen hoe
„Is het over de borgstelling, mijnheer?"
vroeg zij.
„Juist. U weet er dus van af?"
„Ja, antwoordde zijl. „Het spijl ons zeer,
dat het zoo goloopen is. Mijn man wilde
naar u toe komen
„Waarom heeft hij dat dan niet gedaan?
Onverhoeds ontvang ik daar 'de aanma
ning, dat ik twee duizend gulden heb te
betalen, omdat uw man in gebreke blijft.
U begrijpt, dat dit ver van aangenaam is.
Waaróm kwam hij mij niet inlichten?"
„Hjjl durfde piet goed, mijnheer. 'kHeb
het meermalen gezegd."
„Dat bedrag zal ik natuurlijk betalen.
Ik moet het trouwens doen. Er helpt geen
praten aan. Maar nu kwam ik eens met
uw: man spréken. Ik kan dat geld toch
maaT niet zoo verliezen? 'kweet wel:
een borg is een "borg. Hij neemt risico
op zich. Maa,r als uw man eerlijk is, en
daar wil ik vooralsnotg niet aan twijfelen,
dan zal hij mij, zij het dan in kleine
termijnen, moeten terugbetalen. Vindt u
ook niet?"
„Ja, manheer. Zooals ik zeg, daarover
wilde hij met u komen praten. Hij kan
dat betor 'dan ik."
„Goed. Laa,t hj) dan zoo spoedig moge'
lp temen. Dan zul de zaïalk nog wei in
b*t reine te brengen zijn. Hoe ioaat het
de laatste jaren, bijna zonder uitzonde
ring, de toegangswegen naar de steden
op Walcheren onuitroeibaar leelijk worden
volgebouwd.
Blijkens het financiëel verslag bleef het
ledental stationair en was er een batig
saldo aanwezig.
De verslagen werden met een woord
van dank voor den geleverden arbeid
goedgekeurd.
De aan de beurt van aftreding zijnde
bestuursleden, mevr. Portheine en de heer
P. Dumon Tak, werden herkozen.
Zomerdag. Vanwege het Ned.
Jongel. Verbond (provincie Zeeland) zal
op Woensdag 31 Juli op Westhove bij
Domburg een Zomerdag worden gehou
den.
Des voormiddags zal Ds J. W. Swaan
uit Domburg bet wijdingswoord spreken
en de heer Amesz, lid van 't hoofdbestuur,
zal vertellen van den Bondsarbeid. Des
namiddags hoopt Ds A. A. Wildschut van
Rilland te spreken over: „Wat is de Bijbel
voor ons?" en Ds v. d. Linde van Kle-
verskerke over: „Wat is het gebed voor
ons?"
Middelburg. De Vereen, tol instandhou
ding van oude gebouwen hield Vrijdag
haar jaarvergadering, onder voorzitter
schap van dhr mr G. J. Sprenger. Door
den secretaris, den heer dr W. S. Unger,
werd het jaarverslag uitgebracht, waaraan
bet volgende is ontleend:
Daar de uitgaven door omstandigheden
gering waren, baarde de financieel© toe
komst geen zorg. Maar bat ledental blijft
stoéionnair; te weinig nieuwe Middelbur
gers blijken er toe bereid het bestuur
te steunen in de bescherming en bewaring
van oud-Middelburg, hoewel de minimum1
contributie van één gulden toch geen be
zwaar kan worden genoemd. De buiten
Middelburg woonachtige eigenaar van het
historisch zoo uitermate belangrijke huis,
Lange Delft B 116, eenig overgebleven
voorbeeld van een versterkt woonhuis,
vatte het plan op de aardige hoektorentjes,
die naar zijd meening bouwvallig waren,
te laten afbreken, aldus den gevel, die
toch al veel heeft geleden, van zijfa meest
kenmerkend deel, de middeleeuwsche
echauquottes, beroovend. Toen een inge
steld .onderzoek, wtaarbijl de directeur van
gemeentewerken zijd medewerking ver
leende, uitwees, dat het met de voorge
noemde bouwvalligheid niet zo,o erg was
als werd gevreesd, bood het 'bestuur den
eigenaar desgewensoht finamoieelen steun
aan, terwijl B. en W. van Middelburg
op grond van de monumentenverordening,
wier belang hierbij overtuigend bleek, af
braak weigerden. De eigenaar, die de
onO'Qgeljjke onderpui door een meer
smaakvolle nieuwe deed vervangen, liet
daarna voor eigen rekening aan de drie
torentjes eenige noodzake'ijke werkzaam-
heden verrichten, zoo-dat dit belangrijk
fragment van middeleeuwsche bouwkunst
behouden bleef.
Aan de bouwgeschiedenis van het Mid-
delburgsch raadhuis, met nalme die van
het interieur, werd door den secretaris
voortgewerkt. Hoewel omtrent de wijlze
van publicatie nog niets vast staat, zullen
bewerker en bestuur er naar streven,
dezen arbeid vóór het 25-jarig jubileum,
dat in 1932 kan worden herdacht, gereed
te krjjlgen, opdat den leden alsdan een
exemplaar kan worden aangeboden.
Het verslag en ook de rekening werden
goedgekeurd, waarna tot bestuursleden
werden heikozen de heeren mr A. Meer
kamp van Embden, J. G. Blompot ten
Gate en dr W. S. Unger.
het eerste ooöenblih
af. dat U Cadum Zeep
éebruikizult U een
denot cmderêaan.
hetwelk U
waarschijnlijk nooit
tevoren éehad heeft
ï«rn hard stuk
zeep. «Ja! tol het
laatste vliesje
éebruiht kan
worden
toch, dat het zoo geloopen is? Het gaat
toch over tien jaar reeds,"
„Och, mijnheer, de zaken gingen niet,
zooals dat wenschelijk en no,odig was.
Daarbij was er veel tegenslag met ziekte.
Het een met het ander deed ons achteruit
boeren. Wij hopen nu, dat botere tij
den zullen aanbreken. En dan zal mijin
man ook wel aan zijn verplichtingen te
genover u voldoen. Als u medeleden an
wat geduld met ons wilt hebben, dan
zullen w(|l, dat verzeker ik u, ons best
doen."
Op ldagenden toon was de vrouw vajn
den kruidenier gaan spreken.
.Meerendonk dacht na. Hij moest maar
wat toegeven, vond hij. Hier was toch ook
een gezin. Deze vrouw loefc niet erg
sterk. Misschien kwamen zijl er bovenop,
konden zij wat doen, zoodat de twee
mille toch niet geheel verloren was. Wie
weet, of op den duur het bedrag niet
heelemaal terecht kwam. Ze waren van
goeden wille hier, zoo meende hij.
„Nu, zei hij, opstaande, we zullen dan
nog wel eens zien. Laat uw man dan maar
eens komen, dan kunnen wij praten met
elkaar. Ik fcan mtf niet voorstellen, dat
hjj deze zaak, zonder n>eer, zal laten al-
loopen."