DE ZEEUW TWEEDE BLAD. LANGS EEN DIEPEN WEG Uit de Provincie. Het optreden van Ds Kersten. VAN DINSDAG 2 JULI 1929. No'. 229. De hoer C. de Jonge, Potohefstraat 45, Den Haag, schrijft aan de „Rotterdam mer": Mag ik, als lid der Geref. Gemeente van Den Haag (dus een kerkelijk geestverwant van Ds Kersten) mijn protest laten hoo- ren tegen het vals oh getuigenis geven (zonde tegen het negende gebod) en het ruwe optreden, in woord en geschrift van Ds Kersten en zijn medewerkers? Eerlijk gezegd, verwondert het mij, dat er uit onze kringen, ja zelfs niet één van de leeraren dit durft doen, die toch allen meenen voor de al-oude waarheid op te komen. Want ik weet, dat er ambtsbro©^ ders zijn, die niets van Ds Kersten's po litiek moeten hebben. Waar blijven deze? Verleden week sprak ik nog een domi nee, die' lid, ja zelfs bestuurslid van de plaatselijke afdeeling zijner woonplaats was geweest. Deze bekende, nooit vrede voor zijn ziel gevonden te hebben in de St. G. partij. Zij zoeken de schuld altijd bij een ander, maar nooit bij zichzelven, en daar moet het toch komen, als het goed is. Zoo redeneerde deze terecht. Er moet mij een woord van protest van het hart over de onoprechtheid van de S. G. P. Haar leiders beweren, dat de verzeke ring zonde is. Goed. Maar 90 procent van haar leden zijn verzekerd, en genieten er van bij ouderdom, ziekte, werkloos heid, enz. Ds Kersten verzekert met grooten na druk en bijkans onder eedo, dat hij geen premie voor zijn pensioen als Kamerlid betaalt. Goed, maar hij en Ds Zandt be talen wel premie voor weduwen- en wee- zenpensioen. Zij beweren, dat -vrouwenkiesrecht zonde is. Goed. Maar 90 procent van haar vrouwen stemmen. En men neemt die stemmen aan. Zij beweren, voor Art. 36 der Ned. Gel.- belijdenis op te komen. Goed. Maar na tien jaren weten ze nog niet, hoe zij het artikel handhaven zullen. Zij beweren tegen de coalitie met Rome te zijn. Goed. Maar ze plukken wel de vruchten er van» Ik denk aan de Onder wijswet 1920. En zelfs is men o, zoo dikwijls in coalitie met al wat links ijs! Zie 11 Nov. 1925. Neen, Ds Kersten, ik spreek u hier bij aan gij, die Zondags het liefelijk Evangelie verkondigt, hoe kunt U dat goed doen, als gij de geheele week op het politieke pad zjjt geweest. Dat geeft een warm hoofd en een koud hart.. Waar blijft dan de zegen des Heeren voor U en de gemeente? Ik vraag maar. Ik heb uit uw mond zelf hooren zeggen, dat, toen gij in ZeeLand als dominee kwaamt, de leden uwer kerk meest in liberale handen 'waren. Dus Christen ent die liberaal waren. Vreemd toch. Ik dacht, dat deze twee begrippen elkaar volkomen uitsloten. Maar daar hebt u toch verandering in gebracht I Tofjn onze proponent de gemeenten rond was geweest, klaagde hy' overal FE UIL LETON door H. ZEEBERG. 8.) o „Wie had gedacht, dat je zóó zingen fcondt, Henk 1" Ook Trude kéék hem bewonderend aan. Nog nooit had zij' zulk een tenor gehoord bij een amateur. „Zing je veel?" vroeg ze, met een warmen blik. Ze gingen reeds zoo kameraadschappe lijk met elkaar om, dat ze elkaar tutoyeer den; als een vanzeifsheid scheen het. „Neen, weinig," antwoordde hij. „Als Gietha er nu verbazend veel van hield, zou het wel meer gebeuren." „Weer kwaad van me vertellen, Henk?" vroeg deze. „0, heelemaal niet, kind. 'kZou het niet durven." Zij liepen den tuin in, naar het priëol. Honk pakte Gretha bij den arm, wat achterblijvend. „Hoe kwam je er bij flat je lievelingslied te noemen?" vroeg hij. „Nu, it het dan geen mooi lied?" weinig „leven" te hebben gevonden. Wat klaagt dan een levend mensch; een ieder klage vanwege z ij n zonde. Bij' ons ligt de schuld, bij mij en bij. u. Door biddend onderzoek ben ik tot de overtuiging gekomen, dat gij ten zeerste dwaalt en ben daarom geen S.G.P.er, maar A.nti-rev. geworden. Wie volgt mij na? Installatie burgemeester Gunning. De vergadering van den gemeenteraad te Ierseke had Maandag 2 uur 15 in de met bloemen en groen versierde raadszaal plaats. Voorzitter: w.n. burgemeester C. Hartoog.^ De heëediging van bet nieuw benoemde Raadslid den beer J. C. Corne- l'isse had daarna plaats, waarna de se cretaris de notulen der laatste vergadering voorleest. De heer M. Scheele deelt mede, dat hij niet op tijd ter vergadering kan komen. Voorgelezen wordt een schrijven van Ged. Staten, dat H. M. de Koningin benoemd heeft tot burgemeester van Ier seke den heer H. 'G. J. Gunning. Te onge veer half vier wordt de 'benoemde burge meester door een raadscommissie, be staande uit de heeren de Koeijer en Bom, binnengeleid en den raadsleden voorge steld, waarna de voorlezing plaats heeft van 't Koninklijk besluit der benoeming en de toeëediging bij den Commissaris der Koningin in Zeeland. Daarna sprak de heer C. 'Hartoog den nieuwen burgemees ter aldus toe: Mijnheer Gunning! Wij heeten U hartelijk welkom in de Ge meente. Onder Gods Voorzienigheid heeft H. M. onze geëerbiedigde Koningin U be noemd tot Burgemeester dezer 'Gemeente. Wanneer 'de Burgemeester z'n taak opvat zooals de eed van hem vraagt (n.l. de be langen der Gemeente met al zijn vermogen voor te staan, en te bevorderen, en dat zegt tegenwoordig nog al wat) dan is het lang geen eerebaantje meer; tal van wetten be reiken dén Burgemeester, Koninklijke be sluiten, Ministerieele 'beschikkingen, cir culaires, enz. enz. roepen 'den Burgemees ter in toenemende mate in 't gareel; men zou dus feitelijk kunnen zeggen, dat het Burgemeestersambt een tweeledig 'karakter draagt; een zeer zware verantwoording komt dus op U te rusten om die zware ver antwoording, van U vereischt, te kunnen uitvoeren. Moge de Heere U, wat U zoo zeer van noode zult hebben, verstand en wijsheid schenken, om de Gemeente te be sturen enx te leiden naar Gods Heilig Woord, en Zijne geboden, dan zal bet de Gemeente, dan zal het U en Uw buis wel gaan. Mijnheer Gunning, hiermede verklaar ik U te zijn geïnstalleerd als Burgemeester der Gemeente Ierseke en draag ik de ver dere leiding dezer vergadering aan U over, mijnheer de Voorzitter en overhandig U hierbij den ambtsketen. •Geroerd en zeer aangedaan onder een ademlooze stilte van de geheel volgeloopen raadszaal beantwoordde burgemeester Gunning 'deze rede als volgt: Het is een groofe dag 'in rriyn leven, die heden voor mij is aangebroken. Na een twaalftal jaren in 'dienst van den Nederlandschen Staat in cyize overzee- sche bezittingen de Bestuurstaak te heb ben vervuld in een loopbaan waarop ik met groo'te dankbaarheid mag terugzien, wordt my heden het voorrecht geschon ken, die taak vqort te zetten in mijn Vaderland, onder myn volksgen,ooten, on der menschen met wie ik my één gevoel door alle banden, die de eenheid van onze nationaliteit vormen, onder men schen, wier belangen, wier denken en voelen, wier cultuur, de mijne zyn; zoo dat ik in, tot nu toe voor my ongekend, wederzydsch vertrouwen en begrijpen onze gezamenlijke belangen mag dienen. Hot is daarom dat' ik mijn eerbiedigen dank uitspreek aan Hare Majesteit onze Koningin, 'die in Haar goedgunstigheid:, my tot het ambt (hetwelk ik zoo juist' heb aanvaard) heeft willen benoemen en aan Haren Minister en Haren Commissa ris, die daartoe hunne medewerking heb ben verleend. Ik dank bovenal God, Die „Ja, maar 'k Heb nooit geweten, dat jy er voorkeur voor had!" „Is ook maar sinds ik Trude heb lee- ren kc. oen. Heb je ooit rijker bloemknop gezien, Honk?" lachte z$, ondeugend en hem met een veelbeteekenemden blik aan kijkend, En zy wees op Trude. Kwasi-onverschillig haalde Henk de schouders op. „Je moet me dat later maar eens uit leggen," zei hij, nonchalant. „Ik begrijp je ditmaal niet." „Ben jy nu een jurist?" spotte Gretha. Maar Henk zei niets meer. Peinzend keek hij naar de slanke, lie felijke gestalte van Trude, die zich weer op haar oude plaats neerzette. Haar reebruine oogen ontmoetten de zijne en bleven er een ondeelbaar oogem- blik in blikken. Maar dan wendde zij zich, verward, af, 't'Was of in zijn oogen' een ftnuitgespro- 'ken vraag lag. Zoo raadselachtig keken zy haar aan. Henk dacht na over de schertsende woorden van Gretha. Had zij er een bedoeling mee? Had die rakkert al gemerkt, dat hyl meer attentie had voor Trude dan voor Wies? En dat die voortsproot uit een lang zamerhand ontwakendo toegenegenheid voor deze „rijke bloemknop', waarvan Gretlia is «os overmoedige bui heus had myn levensweg tot nu toe voorspoedig heeft doen zjjn en op Wiens zegen ik bouw. Het verheugt mij zeer in het by- zonder in deze Gemeente mijn nieuwe taak te mogen aanvaarden, waarvan de bevolking mij in deze enkele dagen reeds zooveel hartelijkheid heeft betoond. Hare welwillendheid wekt bij mij blijdschap en dankbaarheid. Ik ben trotsch voortaan lersekenaar te mogen, zyn en stel er prijs op, nog heden als lid uwer burgerij te worden ingeschreven, zoodat ik thans mag zeggen onze burgerij; daarmee uit sprekende, dat ik mij geheel bij U wensch aan te sluiten en als één Uwer wensch te worden beschouwd. De belangen van onze Visscherij, onze Land- en Tuinbouw, onze Handel en In dustrie, zullen mijn bijzondere aandacht hebben. Moge haar bloei tot in lengte van dagen worden bestendigd. Het worde mij ge geven Uwen Raad met wijsheid te lei den. Dat daarin verscheidenheid van rich ting vertegenwoordiging vindt, acht ik een gunstige omstandigheid, welke voor eenzijdigheid behoedt. Verschil van zienswijze behoeft' het on derling vertrouwen niet te schaden. Ik wensch u eens en vooral te verzekeren, dat bij mij tegenover andersgezinden geen vijandschap bestaat, doch dat ik met handhaving van mijh persoonlijke over tuiging streef naar wederzijdsch begrij pen en waardeeren en verzoek U zeer dringend ook te mijnen opzichte over eenkomstige gevoelens te willen koes teren. Verschillende wenschen, ongeacht door wien zij worden geuit, zal ik met onpartijdigheid overwegen en toetsen aan de zede, het recht, en het belang onzer Gemeente. Het is geen holle klank, wanneer ik vroeg, alle nooden en wen schen, waarin menscherihand kan voor zien, aan mij' kenbaar te maken. Het be handelen daarvan stelle men niet uit tot de' eerstkomende zitting, doch men mak© daartoe een ruim gebruik van mijn spreekuur, dat minder bestemd is voor het aanhooren van klachten, als wel voor het bespreken van gemeentelijke be langen. Moge het mij gegeven worden, bij tegenstrijdige inzichten ernstige bot singen of scheuringen te voorkomen. Met aandrang noodig ik u uit elkanders ge voelens steeds te willen respecteerem. Elke opzettelijke of doellooze demon stratie of verscherping van tegenstellin gen blijve achterwege. Sta mij toe u aan te sporen tot eensgezindheid en opoffe ring van eigen belangen of die van be paalde groepen, wanneer dit vain u zal worden gevraagd', en tot vertrouwen, dat ook de wenschen en belangen van minder heden door allen zullen worden over wogen. De door IJ begeerde orde en bet gezag hoop 'ik krachtig te 'handhaven. Ik verzoek u allen mij uw hulp en raad, welke ik gevoel zoo zeer te behoe ven, niet te onthouden. In het bizonder geldt dit van heeren wethouders, met wie ifc het Dagel. Bestuur zal hebben te voeren. Ik vertrouw in wel willendheid en eensgezindheid met u te mogen samenwerken en beveel mijl uit drukkelijk aan voor uwe voorlichting. Ook den heer secretaris verzoek ik myi wel te willen steunen bijl de vervulling van mij'n taak. Ik bouw op uw veeljarige erva ring en stel daarop hoogen prijs. Ook doe ik een 'beroep op de gemeente-amb tenaren, op de politie en allen die eeni- gen gemeentedienst vervullen, myl te wil len bestaan door yverigen en nauwge- zetten arbeid. Hunne belangen zullen by mij zooveel mogelyk behartiging vinden. Alle organisaties en vereenigingen, die daartoe wenschen bij! te dragen, verzoek ik met mijl te willen samen werken, in hot belang onzer burgerij. In het bijzon der noem ik het Burg. Armbestuur, dat zich zulk een schoone en belangrijke taak ziet toebedeeld en hier veel tot stand bracht. Ik breng hulde aan onzen oud-burge meester, den heer J. Sinike, die dertig ja ren lang, met vaste hand het bestuur onzer gemeente heeft geleid. Moeilyke ja ren heeft hij doorgemaakt, maar rustig en vast heeft hy de stormen getrotseerd en veel heeft hy voor ons tot stand gebracht. Moge het my gegeven worden zijn voetstappen te volgen. Voor zyn vriendschap en raad beveel ik mij aan. laten zingen, daarmee, volgens haar eigen zeggen, doelend op Trude? Hij nam zich voor, wat gereserveerder te zijn. Zij mochten niets merken. Hen'k was het met zichzelf nog niet eens, wélke gevoelens hij eigenlijk voor Trude koesterde. Hij kende haar nauwelijks één dag. Kon er dan al van liefde sprake zyn? II. De Maandag was bestemd voor een bezoek aan Middelburg en Vlissingen. Er was nog verschil van gevoelen ge weest, hoe het reisje gemaakt zou worden. Als het met den trein ging, verkozen de oude dames het liefst maar thuis te blijven. De dag zou te vermoeiend zijn. Maar daar wilde niemand van hooren. Neen, neen, allen moesten genieten. Trude opperde toen de idee van een auto, er niet aan denkend, dat ze met zeven personen waren. Dan zouden, er twee auto's moeten zijn en dat was verbazend duur, waar Midstad nog slechts één autoverhuurder had, die prijzig was. Het autorijden was p,as in opkomist en daarvan profiteerde de man. Moerendonk hakte den knoop door. „Wtf gaan in twoe open landauers," zeklo hj). „Dat is oen prachtige rit. Ook nog boter dan per auto. Waat die rp«n Wij allen zijn hem dank verschuldigd en wenschen hem toe, dat hy lange jaren in gezondheid te midden der zynen op zijn belangryke loopbaan mag terugzien. Ook breng ik hulde aan den wethouder, den heer C. Hartoog, die met succes het ambt van burgemeester gedurende meerdere maanden heeft waargenomen. Nog rest my mijn dank uit te spre ken voor de vriendelijke woorden, welke zoo even tot mij werden gericht. Deze hebben de hoop in mij: bevestigd, dat mij in onze gemeente een aangename en vruchtbare werkkring wacht. Een hartelijk applaus volgde, waarop de heer J. L. Bom den burgemeester met een kort maar krachtig woord toespreekt. Hij hoopt, dat de 'burgemeester ónder Gods ze gen mag werkzaam zijn in onze gemeente; dat allen met hun nooden tot hem mogen 'komen en hij den lersekenaars niet alleen tot burgemeester maar ook tot burgervader mag zijn. Een krachtige handdruk werd tusschen spreker en den burgemeester ge wisseld. Ook de heer M. Willemsen heette den burgemeester speciaal namens de groep, die hij in den raad vertegenwoor digt, welkom. Hij zeide verheugd te zijn juist een burgemeester te krijgen die den bekenden naam Gunning draagt. Voor waar geen onbekende in den lande. Het zijn mannen die opkomen voor de eere Gods op alle terrein des levens. Alle moge lijke steun zal u vanwege onzen raad ge schonken worden. Spr. hoopt, dat de bur gervader wijsheid moge afsmeeken bij Hem, die niét beschaamd laat staan. Ook de heer Scheele, de voorzitter van 't Comi té, dat den burgemeester was gaan afha len aan de 'grenzen der gemeente en reeds daar een woord van welkom had gespro ken, kon niet nalaten den burgervader ook in de raadszaal een woord van welkom toe te spreken. Herinnerende aan de woor den, door den burgemeester gesproken, zeide hij, dat allen dezen dag verblijd zijn en, aldus spreker, ook wij, andersdenken den op politiek gebied, zullen bet u niet doen ontbreken aan de eere en liefde en achting die wij U schuldig zijn. Luid ap plaus beloonde den spreker. Na een 'kort woord van dank van bur gemeester Gunning sprak deze bet ambts gebed uit, waarna de vergadering werd gesloten. Hierna bleven allen nog eenigen tijd gezellig bijeen. Rijkswaterstaat. Bij Kon. be sluit zijn benoemd tot ingenieur van den Rijkswaterstaat ir G. D. G. André de la Porte en ir H. ten Bokkel Huinink, beiden te Goes. De Ze euwsch-Vlaams che Waterleiding. Te Stoppeldijk heeft de raadsvoorzitter zyn „waterleidingman daat" ook neergelegd en zijn twee ver klaarde tegenstanders als afgevaardigden gekozen. Waarschuwing aan onge organiseerde arbeiders. Door B. en W. van Temeuzen is dezer dagen aan de niet georganiseerd© arbeiders 'in de gemeente Temeuzen 'de volgende cir culaire rondgezonden, welke geregeld ook wordt uitgereikt aan ongeorganiseerden, die zich nader hy' de arbeidsbeurs ter inschrijving aanmelden: Uit mededeelingen welke wy van de arbeidsbeurs alhier ontvangen, krijgen wy den indruk, dat in deze gemeente het aantal ongeorganiseerde arbeiders groo- ter wordt. Wy' zouden deze mededeelingen voor kennisgeving kunnen aannemen, wanneer de niet georganiseerden zich by werkloos heid niet om steun vervoegden bij bet burgerlijk armbestuur. Waar dit wel het geval is, is 'door ons nagegaan in hoe verre de belangen der gemeente daardoor worden geschaad en ons is dan ge bleken "dat do uitkeeringen aan de niet georganiseerden in het tijdvak. Januari 1929 'tot heden veel grooter Zyn geweest dan aan de georganiseerden. Wy ach ten een dergelyken toestand niet langer toelaatbaar. Deze gemeente heeft zich èh in het belang der arbeiders è,n in het belang der gemeente-financiën aangeslo ten bij het Werkloosheidsbesluit 1917, stort "daardoor ook evenals de geor ganiseerde arbeiders een zeker bedrag m de werkloozenkassen en wij' meenen1, nu, dat alsnog de niet georganiseerden verplicht zyn ook hun deel by te dragen meestal veel te snel om wat, te zien." Zoo verschenen dan, vroeg in den voormiddag, twee landauers, bespannen met vurige paarden vocxr de deur. „De ouderdom voorop," had Gretha ge decreteerd. Dus namen in het tweede rytuig de vier jongelui plaats. Berekenend had Gretha het zoo ge schikt, dat Henk tegenover Trude kwam te zitten, naast Wies. Onder vroolyk gesnap reed men Mid stad uit, dwars door de lachende velden van het bloeiende, vruchtbare Zuid-Beve land. Over den broeden straatweg, die over 's Heer Arendskerke naar Walcheren leid de, had men een prachtig gezicht op de landauwen, waarop de oogst in vollen gang was. Herhaaldelyk moest stapvoets gereden worden, om de breede, hoogge laden boerenwagens te passeeren, die net goudgele koren naar de schuren brachten. 'Hartelijk groette hot landsvolk; dat schik had in do uitgelaten vroolij'kheid van de jongelui in hot tweede rijtuig. Het rijden over den aam, die Zuid- Beveland met Walcheren verbindt, 'was een nieuw evenement, Met kracht kwam het water opzotten, bedekkend weer 'de tijdetjs de eb droog gelegde kwelders. Dat duurt goen honderd jaar meer, af de kwelder» zjjn herschojx t la vrucht HOE MEN DE KjEZERS VOORLICHT. In het „Overveluwsch Weekblad" van Zaterdag 29 Juni 1.1. kwam de volgende advertentie, voor: Kiezers van de Veluwe, hdort eens.... Wonscht ge geen Christelijke Re- geering, kiest dan Wijnkoop (Lijst 2j. Wenscht ge wel een Christelijke Re geering, stemt dan op Lijst 4 (Staatk. Geref. Partij). Een andere keuzo is er niet. Denkt aan artikel 36, als Ge in het stemhokje zyt. Deze advertentie: le was niet onderteekend; 2e stond in een zoogen. neutraal blad; 3e belooft aan de kiezers een „Chris tel ijk e'R eg e e r i n g", als ze op de S.G.P. stemmen. Er wordt echter niet bij verteld, hoe dat na de stembus voor mekaar moet komen. Die tijd laat niet meer toe, er lange beschouwingen aan te wijl den. De advertentie spreekt echter voor zichzelf. R. A. d. O. in die kosten. Dit kan worden bereikt door zich bij' een der hier bestaande organisaties aan te sluiten. Het gaat niet aan dat de eene groep van arbeiders voor een groot deel zelf de kosten draagt van zijn werkloosheid, terwijl de andere arbeiders den vollen steun van de ge meente ontvangen. In verband met bovenstaan de richten wij- ons tot de ni e t- georganiseerden, aan wie wij ernstig in overweging geven, zich alsnog te organiseeren. Wordt aan dit verzoek niet voldaan, dan zullen wij' verplicht zyn, maatregelen voor te stellen, opdat de financiëele ver plichtingen van de gemeente tot een mi nimum worden teruggebracht. Ernstige vechtparty. Zondag nacht heeft onder de gemeente Steken© (België) nabij' de Hollandsche grens, ty- dens een aldaar gehouden kennis, een ernstige vechtpartij plaats gehad waarbij zekeren E. P. woonachtig aldaar, een drietal steken in diens onderlijf werden toegebracht en hij Levensgevaarlijk ge wond naar een ziekenhuis is overge bracht. Door de Belgische politie en de Marer chaussee werd te Koewacht naar de da ders een onderzoek ingesteld. Middelburg. Ook dit jaar heeft op ver zoek van het bestuur der Vereeniging tot Bevordering van het Vreemdelingen verkeer alhier, de heer Th. W. Ferwer- da zich bereid verklaard tot het geven van drie carillonconcerten alhier. Zij zul len plaats hebben in de avonden Van Woensdag 17 Juli, 14 en 21 Aug. 1929. Voorts zullen ook weder op enkele Donderdagen de middagbespelingen vol gens te verspreiden programma's plaats hebben. Krabbenidijke. Zaterdag vergaderde de gemeenteraad. All© leden waren_ aanwe zig. De voorzitter geeft een uitvoerige uiteenzetting van den stand van zaken betreffende de centrale gasvoorziening in de Middengroep. Op voorstel van B. en W. en toelichting door den voorzitter wordt aan de bijzondere school in de Julianastraat een bijdrage uit de gemeen tekas verstrekt van f 416.50 voor de aan schaffing van 12 schoolbanken, band- werkkast en diverse leermiddelen. Daar na wordt, besloten met 6 tegen 1 stem (dhr Lagendijk) tot het telefonisch aan sluiten van de woning van den haven meester. Na breedvoerige toelichting werden en kele wijzigingen gebracht in de gemeen schappelijke regeling van de Gnscentrale „Oostemde" op advies van Ged. Staten. De oude bestaande regeling wordt daar op ingetrokken. Tot lid en plaatsvervan gend lid worden van genoemde gascen- trale benoemd do heeren C. P. Vogelaar en Th. Lagendijk. Het voornaamste voorstel was wel een nieuw stratenplan. B. en W. Stellen n.l. voor de geheel© dorpsstraat, alsmede den Noordweg en Stationsweg te overdekken met teersteenslag, terwijl daarnaast tegel trottoirs zullen worden gelegd, Bestek voorwaarden en teekeningen waren den raadsleden tevoren toegezonden, Namens B. en W. licht dfl voorzitter het voer baar bouwland," meende Henk. „Ja,', merkte Trude op, „het is een eigenaardige gedachte, dat wij! rijden op wat vroeger zee was." „f'k vind Zeeland heelemaal een eigen aardig land," zei Gretha. „Jullie moeten altijd maar tegen de zee vechten." „Ja, in Midstad merk je dat niet zoo. Maar hier op de dylken benauwt de ge dachte. dat die je moeten beschermen tegen de woeste zee, wel eens. Ze kosten dan ook schatten aan onderhoud. Door- loopond bijna wordt er aan gewerkt. Want die dylken kunnen zoo bedriegen. Soms zou je denken, dat er niets aan mankeert, zoo gaaf zijn ze van boven, maar o, weel van onder, onzichtbaar onder water, heeft de zee er heele stukken uitgeknabbeld." Trude geraakte in vuur. „Op en top een Zeeuwsche, niet, Henk?" vroeg Gretha. „Ja," lachte hyl terug. „Over Hat alles kunnen wijl niet meepraten, Greet. Wij zien altyld maar straten en wink'ols," ,,'tZou me moeite kosten, uit Zeeland weg te gaan," bekende Trude. „Is daar dan sprailce van?" vroeg Gre tha, langs haar neus weg. „Wolneen, hoe kom ie er by!? 't Was maar bij wyze van spreken." (Wordt vervolgd.) t l i Li J

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5