DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
LANGS EEN DIEPEN WEG
Uit de Provincie.
Het optreden van Ds Kersten.
VAN
DINSDAG 2 JULI 1929. No'. 229.
De hoer C. de Jonge, Potohefstraat 45,
Den Haag, schrijft aan de „Rotterdam
mer":
Mag ik, als lid der Geref. Gemeente van
Den Haag (dus een kerkelijk geestverwant
van Ds Kersten) mijn protest laten hoo-
ren tegen het vals oh getuigenis
geven (zonde tegen het negende gebod)
en het ruwe optreden, in woord
en geschrift van Ds Kersten en
zijn medewerkers?
Eerlijk gezegd, verwondert het mij, dat
er uit onze kringen, ja zelfs niet één van
de leeraren dit durft doen, die toch allen
meenen voor de al-oude waarheid op te
komen. Want ik weet, dat er ambtsbro©^
ders zijn, die niets van Ds Kersten's po
litiek moeten hebben.
Waar blijven deze?
Verleden week sprak ik nog een domi
nee, die' lid, ja zelfs bestuurslid van de
plaatselijke afdeeling zijner woonplaats
was geweest. Deze bekende, nooit vrede
voor zijn ziel gevonden te hebben in de
St. G. partij. Zij zoeken de schuld altijd
bij een ander, maar nooit bij zichzelven,
en daar moet het toch komen, als het
goed is. Zoo redeneerde deze terecht.
Er moet mij een woord van protest van
het hart over de onoprechtheid van de
S. G. P.
Haar leiders beweren, dat de verzeke
ring zonde is. Goed. Maar 90 procent van
haar leden zijn verzekerd, en genieten
er van bij ouderdom, ziekte, werkloos
heid, enz.
Ds Kersten verzekert met grooten na
druk en bijkans onder eedo, dat hij geen
premie voor zijn pensioen als Kamerlid
betaalt. Goed, maar hij en Ds Zandt be
talen wel premie voor weduwen- en wee-
zenpensioen.
Zij beweren, dat -vrouwenkiesrecht
zonde is. Goed. Maar 90 procent van haar
vrouwen stemmen. En men neemt die
stemmen aan.
Zij beweren, voor Art. 36 der Ned. Gel.-
belijdenis op te komen. Goed. Maar na
tien jaren weten ze nog niet, hoe zij het
artikel handhaven zullen.
Zij beweren tegen de coalitie met Rome
te zijn. Goed. Maar ze plukken wel de
vruchten er van» Ik denk aan de Onder
wijswet 1920. En zelfs is men o, zoo
dikwijls in coalitie met al wat links ijs!
Zie 11 Nov. 1925.
Neen, Ds Kersten, ik spreek u hier
bij aan gij, die Zondags het liefelijk
Evangelie verkondigt, hoe kunt U dat
goed doen, als gij de geheele week op het
politieke pad zjjt geweest. Dat geeft een
warm hoofd en een koud hart..
Waar blijft dan de zegen des Heeren
voor U en de gemeente?
Ik vraag maar.
Ik heb uit uw mond zelf hooren zeggen,
dat, toen gij in ZeeLand als dominee
kwaamt, de leden uwer kerk meest in
liberale handen 'waren. Dus Christen ent
die liberaal waren. Vreemd toch. Ik
dacht, dat deze twee begrippen elkaar
volkomen uitsloten.
Maar daar hebt u toch verandering
in gebracht I
Tofjn onze proponent de gemeenten
rond was geweest, klaagde hy' overal
FE UIL LETON
door
H. ZEEBERG.
8.) o
„Wie had gedacht, dat je zóó zingen
fcondt, Henk 1"
Ook Trude kéék hem bewonderend aan.
Nog nooit had zij' zulk een tenor gehoord
bij een amateur.
„Zing je veel?" vroeg ze, met een
warmen blik.
Ze gingen reeds zoo kameraadschappe
lijk met elkaar om, dat ze elkaar tutoyeer
den; als een vanzeifsheid scheen het.
„Neen, weinig," antwoordde hij. „Als
Gietha er nu verbazend veel van hield,
zou het wel meer gebeuren."
„Weer kwaad van me vertellen, Henk?"
vroeg deze.
„0, heelemaal niet, kind. 'kZou het
niet durven."
Zij liepen den tuin in, naar het priëol.
Honk pakte Gretha bij den arm, wat
achterblijvend.
„Hoe kwam je er bij flat je lievelingslied
te noemen?" vroeg hij.
„Nu, it het dan geen mooi lied?"
weinig „leven" te hebben gevonden. Wat
klaagt dan een levend mensch; een ieder
klage vanwege z ij n zonde. Bij' ons ligt
de schuld, bij mij en bij. u.
Door biddend onderzoek ben ik tot de
overtuiging gekomen, dat gij ten zeerste
dwaalt en ben daarom geen S.G.P.er,
maar A.nti-rev. geworden.
Wie volgt mij na?
Installatie burgemeester Gunning.
De vergadering van den gemeenteraad
te Ierseke had Maandag 2 uur 15 in de
met bloemen en groen versierde raadszaal
plaats. Voorzitter: w.n. burgemeester C.
Hartoog.^ De heëediging van bet nieuw
benoemde Raadslid den beer J. C. Corne-
l'isse had daarna plaats, waarna de se
cretaris de notulen der laatste vergadering
voorleest. De heer M. Scheele deelt mede,
dat hij niet op tijd ter vergadering kan
komen. Voorgelezen wordt een schrijven
van Ged. Staten, dat H. M. de Koningin
benoemd heeft tot burgemeester van Ier
seke den heer H. 'G. J. Gunning. Te onge
veer half vier wordt de 'benoemde burge
meester door een raadscommissie, be
staande uit de heeren de Koeijer en Bom,
binnengeleid en den raadsleden voorge
steld, waarna de voorlezing plaats heeft
van 't Koninklijk besluit der benoeming
en de toeëediging bij den Commissaris der
Koningin in Zeeland. Daarna sprak de
heer C. 'Hartoog den nieuwen burgemees
ter aldus toe:
Mijnheer Gunning!
Wij heeten U hartelijk welkom in de Ge
meente. Onder Gods Voorzienigheid heeft
H. M. onze geëerbiedigde Koningin U be
noemd tot Burgemeester dezer 'Gemeente.
Wanneer 'de Burgemeester z'n taak opvat
zooals de eed van hem vraagt (n.l. de be
langen der Gemeente met al zijn vermogen
voor te staan, en te bevorderen, en dat zegt
tegenwoordig nog al wat) dan is het lang
geen eerebaantje meer; tal van wetten be
reiken dén Burgemeester, Koninklijke be
sluiten, Ministerieele 'beschikkingen, cir
culaires, enz. enz. roepen 'den Burgemees
ter in toenemende mate in 't gareel; men
zou dus feitelijk kunnen zeggen, dat het
Burgemeestersambt een tweeledig 'karakter
draagt; een zeer zware verantwoording
komt dus op U te rusten om die zware ver
antwoording, van U vereischt, te kunnen
uitvoeren. Moge de Heere U, wat U zoo
zeer van noode zult hebben, verstand en
wijsheid schenken, om de Gemeente te be
sturen enx te leiden naar Gods Heilig
Woord, en Zijne geboden, dan zal bet de
Gemeente, dan zal het U en Uw buis wel
gaan.
Mijnheer Gunning, hiermede verklaar ik
U te zijn geïnstalleerd als Burgemeester
der Gemeente Ierseke en draag ik de ver
dere leiding dezer vergadering aan U over,
mijnheer de Voorzitter en overhandig U
hierbij den ambtsketen.
•Geroerd en zeer aangedaan onder een
ademlooze stilte van de geheel volgeloopen
raadszaal beantwoordde burgemeester
Gunning 'deze rede als volgt:
Het is een groofe dag 'in rriyn leven,
die heden voor mij is aangebroken. Na
een twaalftal jaren in 'dienst van den
Nederlandschen Staat in cyize overzee-
sche bezittingen de Bestuurstaak te heb
ben vervuld in een loopbaan waarop ik
met groo'te dankbaarheid mag terugzien,
wordt my heden het voorrecht geschon
ken, die taak vqort te zetten in mijn
Vaderland, onder myn volksgen,ooten, on
der menschen met wie ik my één gevoel
door alle banden, die de eenheid van
onze nationaliteit vormen, onder men
schen, wier belangen, wier denken en
voelen, wier cultuur, de mijne zyn; zoo
dat ik in, tot nu toe voor my ongekend,
wederzydsch vertrouwen en begrijpen
onze gezamenlijke belangen mag dienen.
Hot is daarom dat' ik mijn eerbiedigen
dank uitspreek aan Hare Majesteit onze
Koningin, 'die in Haar goedgunstigheid:,
my tot het ambt (hetwelk ik zoo juist'
heb aanvaard) heeft willen benoemen en
aan Haren Minister en Haren Commissa
ris, die daartoe hunne medewerking heb
ben verleend. Ik dank bovenal God, Die
„Ja, maar 'k Heb nooit geweten, dat jy
er voorkeur voor had!"
„Is ook maar sinds ik Trude heb lee-
ren kc. oen. Heb je ooit rijker bloemknop
gezien, Honk?" lachte z$, ondeugend en
hem met een veelbeteekenemden blik aan
kijkend, En zy wees op Trude.
Kwasi-onverschillig haalde Henk de
schouders op.
„Je moet me dat later maar eens uit
leggen," zei hij, nonchalant. „Ik begrijp
je ditmaal niet."
„Ben jy nu een jurist?" spotte Gretha.
Maar Henk zei niets meer.
Peinzend keek hij naar de slanke, lie
felijke gestalte van Trude, die zich weer
op haar oude plaats neerzette.
Haar reebruine oogen ontmoetten de
zijne en bleven er een ondeelbaar oogem-
blik in blikken.
Maar dan wendde zij zich, verward, af,
't'Was of in zijn oogen' een ftnuitgespro-
'ken vraag lag. Zoo raadselachtig keken zy
haar aan.
Henk dacht na over de schertsende
woorden van Gretha.
Had zij er een bedoeling mee?
Had die rakkert al gemerkt, dat hyl
meer attentie had voor Trude dan voor
Wies?
En dat die voortsproot uit een lang
zamerhand ontwakendo toegenegenheid
voor deze „rijke bloemknop', waarvan
Gretlia is «os overmoedige bui heus had
myn levensweg tot nu toe voorspoedig
heeft doen zjjn en op Wiens zegen ik
bouw. Het verheugt mij zeer in het by-
zonder in deze Gemeente mijn nieuwe
taak te mogen aanvaarden, waarvan de
bevolking mij in deze enkele dagen reeds
zooveel hartelijkheid heeft betoond. Hare
welwillendheid wekt bij mij blijdschap
en dankbaarheid. Ik ben trotsch voortaan
lersekenaar te mogen, zyn en stel er prijs
op, nog heden als lid uwer burgerij te
worden ingeschreven, zoodat ik thans
mag zeggen onze burgerij; daarmee uit
sprekende, dat ik mij geheel bij U wensch
aan te sluiten en als één Uwer wensch
te worden beschouwd.
De belangen van onze Visscherij, onze
Land- en Tuinbouw, onze Handel en In
dustrie, zullen mijn bijzondere aandacht
hebben.
Moge haar bloei tot in lengte van dagen
worden bestendigd. Het worde mij ge
geven Uwen Raad met wijsheid te lei
den. Dat daarin verscheidenheid van rich
ting vertegenwoordiging vindt, acht ik
een gunstige omstandigheid, welke voor
eenzijdigheid behoedt.
Verschil van zienswijze behoeft' het on
derling vertrouwen niet te schaden. Ik
wensch u eens en vooral te verzekeren,
dat bij mij tegenover andersgezinden geen
vijandschap bestaat, doch dat ik met
handhaving van mijh persoonlijke over
tuiging streef naar wederzijdsch begrij
pen en waardeeren en verzoek U zeer
dringend ook te mijnen opzichte over
eenkomstige gevoelens te willen koes
teren. Verschillende wenschen, ongeacht
door wien zij worden geuit, zal ik met
onpartijdigheid overwegen en toetsen aan
de zede, het recht, en het belang onzer
Gemeente. Het is geen holle klank,
wanneer ik vroeg, alle nooden en wen
schen, waarin menscherihand kan voor
zien, aan mij' kenbaar te maken. Het be
handelen daarvan stelle men niet uit tot
de' eerstkomende zitting, doch men mak©
daartoe een ruim gebruik van mijn
spreekuur, dat minder bestemd is voor
het aanhooren van klachten, als wel
voor het bespreken van gemeentelijke be
langen. Moge het mij gegeven worden,
bij tegenstrijdige inzichten ernstige bot
singen of scheuringen te voorkomen. Met
aandrang noodig ik u uit elkanders ge
voelens steeds te willen respecteerem.
Elke opzettelijke of doellooze demon
stratie of verscherping van tegenstellin
gen blijve achterwege. Sta mij toe u aan
te sporen tot eensgezindheid en opoffe
ring van eigen belangen of die van be
paalde groepen, wanneer dit vain u zal
worden gevraagd', en tot vertrouwen, dat
ook de wenschen en belangen van minder
heden door allen zullen worden over
wogen.
De door IJ begeerde orde en bet gezag
hoop 'ik krachtig te 'handhaven.
Ik verzoek u allen mij uw hulp en
raad, welke ik gevoel zoo zeer te behoe
ven, niet te onthouden.
In het bizonder geldt dit van heeren
wethouders, met wie ifc het Dagel. Bestuur
zal hebben te voeren. Ik vertrouw in wel
willendheid en eensgezindheid met u te
mogen samenwerken en beveel mijl uit
drukkelijk aan voor uwe voorlichting. Ook
den heer secretaris verzoek ik myi wel
te willen steunen bijl de vervulling van
mij'n taak. Ik bouw op uw veeljarige erva
ring en stel daarop hoogen prijs. Ook
doe ik een 'beroep op de gemeente-amb
tenaren, op de politie en allen die eeni-
gen gemeentedienst vervullen, myl te wil
len bestaan door yverigen en nauwge-
zetten arbeid. Hunne belangen zullen by
mij zooveel mogelyk behartiging vinden.
Alle organisaties en vereenigingen, die
daartoe wenschen bij! te dragen, verzoek
ik met mijl te willen samen werken, in
hot belang onzer burgerij. In het bijzon
der noem ik het Burg. Armbestuur, dat
zich zulk een schoone en belangrijke taak
ziet toebedeeld en hier veel tot stand
bracht.
Ik breng hulde aan onzen oud-burge
meester, den heer J. Sinike, die dertig ja
ren lang, met vaste hand het bestuur
onzer gemeente heeft geleid. Moeilyke ja
ren heeft hij doorgemaakt, maar rustig
en vast heeft hy de stormen getrotseerd
en veel heeft hy voor ons tot stand
gebracht. Moge het my gegeven worden
zijn voetstappen te volgen. Voor zyn
vriendschap en raad beveel ik mij aan.
laten zingen, daarmee, volgens haar eigen
zeggen, doelend op Trude?
Hij nam zich voor, wat gereserveerder
te zijn. Zij mochten niets merken.
Hen'k was het met zichzelf nog niet
eens, wélke gevoelens hij eigenlijk voor
Trude koesterde.
Hij kende haar nauwelijks één dag.
Kon er dan al van liefde sprake zyn?
II.
De Maandag was bestemd voor een
bezoek aan Middelburg en Vlissingen.
Er was nog verschil van gevoelen ge
weest, hoe het reisje gemaakt zou worden.
Als het met den trein ging, verkozen
de oude dames het liefst maar thuis te
blijven. De dag zou te vermoeiend zijn.
Maar daar wilde niemand van hooren.
Neen, neen, allen moesten genieten.
Trude opperde toen de idee van een
auto, er niet aan denkend, dat ze met
zeven personen waren.
Dan zouden, er twee auto's moeten
zijn en dat was verbazend duur, waar
Midstad nog slechts één autoverhuurder
had, die prijzig was. Het autorijden was
p,as in opkomist en daarvan profiteerde
de man.
Moerendonk hakte den knoop door.
„Wtf gaan in twoe open landauers,"
zeklo hj). „Dat is oen prachtige rit. Ook
nog boter dan per auto. Waat die rp«n
Wij allen zijn hem dank verschuldigd en
wenschen hem toe, dat hy lange jaren in
gezondheid te midden der zynen op zijn
belangryke loopbaan mag terugzien. Ook
breng ik hulde aan den wethouder, den
heer C. Hartoog, die met succes het ambt
van burgemeester gedurende meerdere
maanden heeft waargenomen.
Nog rest my mijn dank uit te spre
ken voor de vriendelijke woorden, welke
zoo even tot mij werden gericht. Deze
hebben de hoop in mij: bevestigd, dat
mij in onze gemeente een aangename en
vruchtbare werkkring wacht.
Een hartelijk applaus volgde, waarop de
heer J. L. Bom den burgemeester met een
kort maar krachtig woord toespreekt. Hij
hoopt, dat de 'burgemeester ónder Gods ze
gen mag werkzaam zijn in onze gemeente;
dat allen met hun nooden tot hem mogen
'komen en hij den lersekenaars niet alleen
tot burgemeester maar ook tot burgervader
mag zijn. Een krachtige handdruk werd
tusschen spreker en den burgemeester ge
wisseld. Ook de heer M. Willemsen heette
den burgemeester speciaal namens de
groep, die hij in den raad vertegenwoor
digt, welkom. Hij zeide verheugd te zijn
juist een burgemeester te krijgen die den
bekenden naam Gunning draagt. Voor
waar geen onbekende in den lande. Het
zijn mannen die opkomen voor de eere
Gods op alle terrein des levens. Alle moge
lijke steun zal u vanwege onzen raad ge
schonken worden. Spr. hoopt, dat de bur
gervader wijsheid moge afsmeeken bij
Hem, die niét beschaamd laat staan. Ook
de heer Scheele, de voorzitter van 't Comi
té, dat den burgemeester was gaan afha
len aan de 'grenzen der gemeente en reeds
daar een woord van welkom had gespro
ken, kon niet nalaten den burgervader ook
in de raadszaal een woord van welkom
toe te spreken. Herinnerende aan de woor
den, door den burgemeester gesproken,
zeide hij, dat allen dezen dag verblijd zijn
en, aldus spreker, ook wij, andersdenken
den op politiek gebied, zullen bet u niet
doen ontbreken aan de eere en liefde en
achting die wij U schuldig zijn. Luid ap
plaus beloonde den spreker.
Na een 'kort woord van dank van bur
gemeester Gunning sprak deze bet ambts
gebed uit, waarna de vergadering werd
gesloten. Hierna bleven allen nog eenigen
tijd gezellig bijeen.
Rijkswaterstaat. Bij Kon. be
sluit zijn benoemd tot ingenieur van den
Rijkswaterstaat ir G. D. G. André de la
Porte en ir H. ten Bokkel Huinink, beiden
te Goes.
De Ze euwsch-Vlaams che
Waterleiding. Te Stoppeldijk heeft
de raadsvoorzitter zyn „waterleidingman
daat" ook neergelegd en zijn twee ver
klaarde tegenstanders als afgevaardigden
gekozen.
Waarschuwing aan onge
organiseerde arbeiders. Door B.
en W. van Temeuzen is dezer dagen
aan de niet georganiseerd© arbeiders 'in
de gemeente Temeuzen 'de volgende cir
culaire rondgezonden, welke geregeld ook
wordt uitgereikt aan ongeorganiseerden,
die zich nader hy' de arbeidsbeurs ter
inschrijving aanmelden:
Uit mededeelingen welke wy van de
arbeidsbeurs alhier ontvangen, krijgen wy
den indruk, dat in deze gemeente het
aantal ongeorganiseerde arbeiders groo-
ter wordt.
Wy' zouden deze mededeelingen voor
kennisgeving kunnen aannemen, wanneer
de niet georganiseerden zich by werkloos
heid niet om steun vervoegden bij bet
burgerlijk armbestuur. Waar dit wel het
geval is, is 'door ons nagegaan in hoe
verre de belangen der gemeente daardoor
worden geschaad en ons is dan ge
bleken "dat do uitkeeringen aan de niet
georganiseerden in het tijdvak. Januari
1929 'tot heden veel grooter Zyn geweest
dan aan de georganiseerden. Wy ach
ten een dergelyken toestand niet langer
toelaatbaar. Deze gemeente heeft zich èh
in het belang der arbeiders è,n in het
belang der gemeente-financiën aangeslo
ten bij het Werkloosheidsbesluit 1917,
stort "daardoor ook evenals de geor
ganiseerde arbeiders een zeker bedrag
m de werkloozenkassen en wij' meenen1,
nu, dat alsnog de niet georganiseerden
verplicht zyn ook hun deel by te dragen
meestal veel te snel om wat, te zien."
Zoo verschenen dan, vroeg in den
voormiddag, twee landauers, bespannen
met vurige paarden vocxr de deur.
„De ouderdom voorop," had Gretha ge
decreteerd.
Dus namen in het tweede rytuig de
vier jongelui plaats.
Berekenend had Gretha het zoo ge
schikt, dat Henk tegenover Trude kwam
te zitten, naast Wies.
Onder vroolyk gesnap reed men Mid
stad uit, dwars door de lachende velden
van het bloeiende, vruchtbare Zuid-Beve
land.
Over den broeden straatweg, die over
's Heer Arendskerke naar Walcheren leid
de, had men een prachtig gezicht op de
landauwen, waarop de oogst in vollen
gang was. Herhaaldelyk moest stapvoets
gereden worden, om de breede, hoogge
laden boerenwagens te passeeren, die net
goudgele koren naar de schuren brachten.
'Hartelijk groette hot landsvolk; dat schik
had in do uitgelaten vroolij'kheid van de
jongelui in hot tweede rijtuig.
Het rijden over den aam, die Zuid-
Beveland met Walcheren verbindt, 'was
een nieuw evenement,
Met kracht kwam het water opzotten,
bedekkend weer 'de tijdetjs de eb droog
gelegde kwelders.
Dat duurt goen honderd jaar meer,
af de kwelder» zjjn herschojx t la vrucht
HOE MEN DE KjEZERS VOORLICHT.
In het „Overveluwsch Weekblad" van
Zaterdag 29 Juni 1.1. kwam de volgende
advertentie, voor:
Kiezers van de Veluwe, hdort eens....
Wonscht ge geen Christelijke Re-
geering, kiest dan Wijnkoop (Lijst 2j.
Wenscht ge wel een Christelijke Re
geering, stemt dan op Lijst 4 (Staatk.
Geref. Partij). Een andere keuzo is
er niet. Denkt aan artikel 36, als
Ge in het stemhokje zyt.
Deze advertentie:
le was niet onderteekend;
2e stond in een zoogen. neutraal
blad;
3e belooft aan de kiezers een „Chris
tel ijk e'R eg e e r i n g", als ze op de
S.G.P. stemmen. Er wordt echter niet
bij verteld, hoe dat na de stembus voor
mekaar moet komen. Die tijd laat niet meer
toe, er lange beschouwingen aan te wijl
den. De advertentie spreekt echter voor
zichzelf. R. A. d. O.
in die kosten. Dit kan worden bereikt
door zich bij' een der hier bestaande
organisaties aan te sluiten. Het gaat niet
aan dat de eene groep van arbeiders
voor een groot deel zelf de kosten draagt
van zijn werkloosheid, terwijl de andere
arbeiders den vollen steun van de ge
meente ontvangen.
In verband met bovenstaan
de richten wij- ons tot de ni e t-
georganiseerden, aan wie wij
ernstig in overweging geven,
zich alsnog te organiseeren.
Wordt aan dit verzoek niet voldaan,
dan zullen wij' verplicht zyn, maatregelen
voor te stellen, opdat de financiëele ver
plichtingen van de gemeente tot een mi
nimum worden teruggebracht.
Ernstige vechtparty. Zondag
nacht heeft onder de gemeente Steken©
(België) nabij' de Hollandsche grens, ty-
dens een aldaar gehouden kennis, een
ernstige vechtpartij plaats gehad waarbij
zekeren E. P. woonachtig aldaar, een
drietal steken in diens onderlijf werden
toegebracht en hij Levensgevaarlijk ge
wond naar een ziekenhuis is overge
bracht.
Door de Belgische politie en de Marer
chaussee werd te Koewacht naar de da
ders een onderzoek ingesteld.
Middelburg. Ook dit jaar heeft op ver
zoek van het bestuur der Vereeniging
tot Bevordering van het Vreemdelingen
verkeer alhier, de heer Th. W. Ferwer-
da zich bereid verklaard tot het geven
van drie carillonconcerten alhier. Zij zul
len plaats hebben in de avonden Van
Woensdag 17 Juli, 14 en 21 Aug. 1929.
Voorts zullen ook weder op enkele
Donderdagen de middagbespelingen vol
gens te verspreiden programma's plaats
hebben.
Krabbenidijke. Zaterdag vergaderde de
gemeenteraad. All© leden waren_ aanwe
zig. De voorzitter geeft een uitvoerige
uiteenzetting van den stand van zaken
betreffende de centrale gasvoorziening in
de Middengroep. Op voorstel van B. en
W. en toelichting door den voorzitter
wordt aan de bijzondere school in de
Julianastraat een bijdrage uit de gemeen
tekas verstrekt van f 416.50 voor de aan
schaffing van 12 schoolbanken, band-
werkkast en diverse leermiddelen. Daar
na wordt, besloten met 6 tegen 1 stem
(dhr Lagendijk) tot het telefonisch aan
sluiten van de woning van den haven
meester.
Na breedvoerige toelichting werden en
kele wijzigingen gebracht in de gemeen
schappelijke regeling van de Gnscentrale
„Oostemde" op advies van Ged. Staten.
De oude bestaande regeling wordt daar
op ingetrokken. Tot lid en plaatsvervan
gend lid worden van genoemde gascen-
trale benoemd do heeren C. P. Vogelaar
en Th. Lagendijk.
Het voornaamste voorstel was wel een
nieuw stratenplan. B. en W. Stellen n.l.
voor de geheel© dorpsstraat, alsmede den
Noordweg en Stationsweg te overdekken
met teersteenslag, terwijl daarnaast tegel
trottoirs zullen worden gelegd, Bestek
voorwaarden en teekeningen waren den
raadsleden tevoren toegezonden, Namens
B. en W. licht dfl voorzitter het voer
baar bouwland," meende Henk.
„Ja,', merkte Trude op, „het is een
eigenaardige gedachte, dat wij! rijden op
wat vroeger zee was."
„f'k vind Zeeland heelemaal een eigen
aardig land," zei Gretha. „Jullie moeten
altijd maar tegen de zee vechten."
„Ja, in Midstad merk je dat niet zoo.
Maar hier op de dylken benauwt de ge
dachte. dat die je moeten beschermen
tegen de woeste zee, wel eens. Ze kosten
dan ook schatten aan onderhoud. Door-
loopond bijna wordt er aan gewerkt. Want
die dylken kunnen zoo bedriegen. Soms
zou je denken, dat er niets aan mankeert,
zoo gaaf zijn ze van boven, maar o, weel
van onder, onzichtbaar onder water, heeft
de zee er heele stukken uitgeknabbeld."
Trude geraakte in vuur.
„Op en top een Zeeuwsche, niet,
Henk?" vroeg Gretha.
„Ja," lachte hyl terug. „Over Hat alles
kunnen wijl niet meepraten, Greet. Wij
zien altyld maar straten en wink'ols,"
,,'tZou me moeite kosten, uit Zeeland
weg te gaan," bekende Trude.
„Is daar dan sprailce van?" vroeg Gre
tha, langs haar neus weg.
„Wolneen, hoe kom ie er by!? 't Was
maar bij wyze van spreken."
(Wordt vervolgd.)
t l i Li
J