OOetud
^fuUftsS&/nc(iuifuL C&tMjbvMAtie,
tfokf&HS 'pkiiifis' sifs&em dan
fwudUoUifo Aefalwuf
PHILIPS RADIO
DEZE ZACHTE WINTER
„KUNSTKORREL"
IRVING'S GIST-TAMINE
Abonneert U op dit Blad.
ugd.
Waarschuwing.
M0USELINE IN WOL
M0USELINE IN KATOEN
DEERING GRASMAAIER,
laden,
olie in
r met
egelde
kende
t wat
L
„rk denk er niet aan, om geen dienst
te nemen. Moeten wij dan, als echte
lafaards, het land maar laten yertrappen
en er op toezien met de handen in de
zakken, als groote lumimels? Ik begrijp
Sanne niet. En u ook niet. U moest
verstandiger zijin! Hebben wij dan ons
land gekregen, om het door den eerste
den beste te laten inpalmen?"
met zijn voortdurende temperatuurswisselingen
maakt velen verkouden I
tabletten zullen U ongetwijfeld goed doen I
effen en fantasie
met rand en fantasie
KUNSTZIJDE In effen en fantasie
De HAV BANK baant zich met
steeds grooter zekerheid een weg!
Bijkantoor Zeeland - Groote Markt 16 - Goes
W. DE SCHRIJVER
Uit de hand te pachten
rant U
juwen
steeds
koopt
•mee U
en op
bijvult,
zuiver
dit
"avert hcige
ZXXXi1i<«
jes,
efjes te beant-
beel kort zijn.
at ik ondanks
de correspon-
tach nog een
kreeg. En ge-
nieuwelingen.
■aadsels
48 letters.
3 is zout water.
33. 40. 22.
t men een '38,
t loodgieter.
28 gebruikt de
el 4. 34. 29. 18.
e. 48. 15. 30.
7. n.
15 20 zip sol-
ars.
47 letters,
egt.
;enteraadsleden
ïholen zooveel
s te benoemen,
lie heeren het
1 hebben afge-
rlaatste Raads-
niet een A.R.
Revolutionairen
werken
>nairen zorgen
de Openbare
ichen.
»k nog gelegen-
de Chr.-Histo-
lie er nu een-
vjs is niet
Hoog er Onder-
heelemaal niet
oog een groote
van den heer
diezelfde Loh-
e Tweede Ka-
>1 is een con-
het beginsel,
e school ten
r in dit ver-
nus over den
de Chr.-Hist.
den van den
zeker hetgeen
linkscha par-
iming van alle
a.
n enkele jaren
rede van den
e Geer in de
fectieve voor-
LUCTOR.
19. 1. 4. is niet wild.
15. 28. 5. 35. is de kleur van onveilig.
39. 25. 42. 30. 29. d. 45. 20. 32. 34.
is een dorp in Z.-Beveland.
24. 17. 2. 7. is groen.
Een 23. 16. 12. 27. 9. is een familielid.
Kortbij is niet 13. 22. 38. af.
Een 29. 11. 3. 21. 14. is een witte
bloem.
De 47. 40. 44. 35. 11. 20. zjn in den
mond.
18. 37. 26. 43. is goed voor het land.
Een 36. 45. 31. 8. 46. 41. is aan
den hand.
33 is een o.
Ingez. door „Dahlia."
Kamperland. „Zangvogeltje". Wat
heb jij het druk gehad; nee dan blijft er
niet veel tijd meer over om briefjes te
schrijven, 't Heeft hier ook erg geonweerd,
maar we waren nog niet naar bed. „Het
Tweetal". De schuilnaam is goed bedacht
hoor; ja, het is wel eens moeilijk om een
geschikten naam te vinden. „Blauwoogje"
Ja, het is fijn om zoo lang buiten te spelen
als 't zulk mooi weer is, maar deze week is
er vast niet veel van gekomen; je vindt het
nu toch zeker wel te koud. „Grijsoogje".
Alvast hartelijk gefelciteerd met je ver
jaardag. 'tls nog wel iets te vroeg, maar
dat hindert toch niet. Ik ben erg nieuws
gierig wat je hebt gekregen.
Kortgene. „Asalia". Ja, ze zijn een
heel eind weg hoor, maar om er 's zomers
eens een heelen dag heen te gaan lijkt me
toch wel gezellig.
Colijnsplaat. „Zwartoogje". Jam
mer, dat je nu niet mee 'kan met hef
schoolreisje, maar verleden jaar zijn jullie
reuze ver geweest hoor. Nee, ik moest niet
naar Rilland, anders had ik Marie vast
wel gezien. Doe je de groete aan Bak-
kerinnetje?
Ierse'ke. „Mulderinnetje". Je vindt
het zeker wel prettig om weer naar huis
te gaan; ja, met zoo'n groot gezin zal je
moeder je best 'kunnen gebruiken.
St. Laurens. „Rozeknop". Wat leuk
dat er zooveel meisjes op je zuster haar
verjaardag komen en als ze twintig wordt
komen er dan negentien? Moet jij ook hel
pen bessen trekken? „Kerklaantje". Fijn
dat je nu weer naar school mag hé? Ja, je
mag de raadsels ook wel om de 4 weken
sturen. Je bent allicht wel wat achter op
school, maar met wat harder werken haal
je het vast wel weer in. „Noobtiep". Jij
hebt de foto's in „de Zeeuw" wel goed be
keken geloof ik. Misschien is er ook wel
eens tentoonstelling in Middelburg en kan
jij er dan ook naar toe.
's-G ravenpolder. „Dahlia". Er wa
ren nog veel meer auto's hoor, ongeveer
honderd dertig. Jij had den Prins zeker
wel eens willen zien? Naar de tentoonstel
ling ben ik niet geweest, maar wel naar
het vuurwerk; 'twas prachtig hoor. „De
twee vriendinnetjes". Ja, ik vind het best
als jullie zelf ook raadsels insturen; deze
week zijn ze ook van een van de nichtjes.
Wie van jullie is er den 17den jarig? Toch
niet allebei?
Nieuwdorp. „Dagbloem en Wilde
Wingerd". Wat leuk dat je hebt leeren ty
pen. 't Gaat al best hoor, voor den eersten
keer. Wat zal ik nu een langen brief van
je krijgen; je bent nu toch zoo gauw klaar.
Prettig dat je broer weer beter is; is hij
al weer weg?
's-H. H.'k i n d e r e n. „De Gebroeders"
Jullie hebben deze week met z'n drieën niet
veel nieuws hoor. Het is zeker erg druk in
den tuin. Of helpen jullie nog niet mee?
„Madeliefje". Ja hoor, 'tis nu weer in
orde met de raadsels; gelukkig maar dat
je het nog bijtijds zag hé? Ben je Donder
dagavond ook nog naar 't vuurwerk ge
weest? 't Was vol op de markt hé?
Goes. „Boschviooltje". Ja, als je zulke
akelige dingen liever niet wil lezen, moet
je het boek maar even komen ruilen. Je
vindt het zeker ook wel naar als de mees
ter er over vertelt. „Hans v. M.". Je bent
ook hartelijk welkom in den bahbelhoek.
Maar wil je niet een anderen schuilnaam
bedenken, want die is er al. „Resida". Nee,
ik ben er niet geweest; fijn dat jullie er
met de school heen mochten. Leuk dat je
nu ook eens vuurwerk hebt gezien; was je
niet bang voor die harde knallen?. „Roos
je". Nee, iedere week briefjes in de krant
dat gaat niet, maar ze kunnen ook niet al
lemaal iedere week aan mij schrijven. Nu,
ik zou wat graag met jullie mee willen
met die autotocht. Je moet maar eens een
goed woordje voor me doen. „Gladiolus,
Talbot en Fiat". Jullie hebt zeker nog al
veel huiswerk te maken. Gaan Talbot en
Fiat ook met het schoolreisje mee? Dat zal
weer een feest worden. Als 't dan maar net
zulk mooi weer is als nu. „Erica". Leuk
dat je bloemen en bladeren droogt; heb je
er al veell Ja, misschien stuur ik je er ook
wel eens een paar. Pen je nog naar het
vuurwerk geweest?
DE BOEREN VAN LOBITH.
XIII.
Bentincfc kleurde. Hij voelde den steek,
al was die dan verborgen onder veel
hoffelijkheid.
„Uwe Hoogheid moet niet mijn moed
in twijfel trekken", zeide hij. „Er is even
wel ook overmoed".
„Van overmoed is hier geen sprake.
Ik wil wel zeggen in dit vertrek en tegen
ulieden, dat ik met een bezorgd hart ter
verdediging trek. Maar de nood is ons
opgelegd. Wij worden verraderlijk aange
vallen," hij stond op en in zijn donker
bruine oogen blonk een ongekende geest
drift, „en hebben ons, als wij' nog va
derlandsliefde bezitten, te verweren. God
heeft mij tot deze taaik geroepen. Ik zal
gehoorzaam zij In, blind voor "de gevolgen.
Als het moet, vecht ik, tot ik er dood
byl neerval."
Er heerschte na deze woorden een die
pe stilte. De Prins had te veel van zijin
stem en borst gevergd. Hji moest weer
gaan zitten en hoestte gedurig. Het hart
van Fagel, die een diepen blik had gesla
gen in het karakter van den Prins, die te
genover hem nog nooit zoo vertrouwelijk
was geweest, als dezen middag, gloeide
van aanhankelijkheid. En Bentinck! boog
beschaamd het hoofd
„Men beoordeelt mijl verkeerd," zeide de
Prins met een heesche stem. „Er is nie
mand, die mijl begrijpt dan dominee Trig-
land en dien heeft mijnheer De Witt van
mij verwijderd. Deze denkt, ik voel het
heel goed, dat ik Lodewijlk gunstig ge
stemd ben, om zélf de macht in handen
te 'krijlgen. Het is méér dan ergerlijk en
onbeschaamd, om dit van een Nassau te
denken I"
„Gesteld", begon Fagel voorzichtig, „dat
dit oordeel van Uwe Hoogheid over mijln-
heer De Witt juist 'is, dan is het toch over
bodig. Wanneer de loop1 van zaken zóó
is, dat het gevaar steeds nader komt,
dan komt het volk nog veel meer in
beweging dan tot nu toe het geval is."
Ik wil geen volksbewegingen, mijnheer
Fagel," waarschuwde de Prins. „Ik zal de
dienaar van de Republiek zijh en wil
met mijnheer De Witt samenwerken ten
bate van het land. Maar dan moet men
mij niet dwarsboom en."
„Ik vrees, Hoogheid, dat van samenwer
king geen sprake zal bunnen zjh. Mijnbeer
De Witt laat zijn politiek niet los."
„Wij zullen zien. Voorloopig is er wel
iets anders te doen dan over staatszaken
te spreken," meende de Prins.
Caspar Fagel vatte 'dit gezegde op als
een wenk, om te vertrekken. Hij stond
dan ook op en vergat door de emotie van
het oogenblik zijln hem eigen hoofsche
buiging te maken, die steeds met veel
plichtplegingen gepaard g'ing.
Want Willem- Hendrik Van Oranje-Nas-
sau stak vol spontaniteit de smalle, blan
ke hand naar hem uit, die de griffier
gretig greep.
„God moge Uwe Hoogheid behoeden,"
zeide hij, schor van aandoening en met
tranen in het oog. „Hij legt het lot van
het land in Uwe handen."
„Dank u, mijnheer Fagel. Voor het geval
wij elkaar niet levend weerzien, wil ik
u nogmaals zeggen, dat ik uw trouw
jegens mijl, zooals die zich de laatste
maanden heeft geopenbaard, zeer op prijs
heb gesteld. Gij verkeert nog in moeilijke
omstandigheden, omdat ge nog steeds
moet oproeien tegen de strooming in de
Staten, welke zich tegen mij keert, geheel
ten onrechte. Blijf trouw. En laat ons goed
en bloed over hebben voor het land, dat
God ons gegeven heeft."
Gaspar Fagel kon niet dan knikken en
verliet, uitgeleide gedaan door Bentinck,
het vertrek.
Toen Willem Bentinck! terugkeerde,
bleef hij in de open deur staan, om
dan stil weer terug te gaan. Hj! haJd ge
zien, hoe de Prins het hoofd op de
tafel had gelegd, beide armen er onder.
En hj had zacht gekreun gehoord.
HOOFDSTUK IV.
De twee gelieven.
„Aart".
„Vrouw Petersen. Is Sanne er niet?"
Aart van Gelderen vroeg het met ver
wondering in zijn stem, terwijl het hem
ook opviel, dat de moeder van zjn meisje
eenigszins onrustig was.
„Neen, Sanne is niet thuis. Zij is naar
tante Koos".
De jongeling fronste de wenkbrauwen.
„Waarom dat? 'tls toch Vrijdagavond?
Zij weet toch, dat ik kom?"
„Zij had er gisteravond heen moeten
gaan. Maar door den regen kwam er
niets van", antwoordde de boerin, die
kousen zat te stoppen en zich boog over
haar kous. Meer dan hj het beredeneeren
kon, voelde Aart, dat er iets achter zat.
„Dan had zij toch wel kunnen wachten
op mij, om samen te gaan?" viel hij uit.
't Was heelemaal mis met Sanne. Sinds
verleden week Vrijdag, toen vader uit
Dieren kwam, was zij slechts éénmaal
op „Gelrehof" géweest. Toen was het wej
gegaan, want vader en moeder hadden
wel zóó met haar gepraat, dat Sanne toch
eigenlijk ook vond, dat de jongkerels
moesten dienst nemen, als de Franschen
kwamen. Zij deden het toch waarlijk niet
voor hun genoegen. Het was toch nood
zaak.
Het scheen werkelijk, dat Sanne het
toch ook ging inzien. En de verstand
houding, die dreigde verstoord te wor
den, werd weer goed.
'Maar nadien kwam het Aart voor, dat
zijn meisje, van wie hij toch zoo ziels
veel hield, het oor weer aan andere in
blazingen leende. Dinsdagavond had zij
het bepaald vermeden, de opzet was zoo
duidelijk mogelijk, met hem alleen te zijn
en toen zij1 hem, als steeds, uitgeleide
deed naar het hek van de boerderij
een veel kleinere dan „Gelrehof" had
zij een voorwendsel bij de hand, om on
middellijk weer naar huis te kunnen te-
rugkeeren.
Aart voelde zich de laatste dalgen zeer
onbehagelijk. Hij begreep, dat het zóó
niet blijven 'kon. En ten slotte had hij
besloten bij zichzelf, dat Sanne dezen
avond zich verklaren moest en duidelijk
zeggen, wat zij met hem voor had. Haar
handelwijze was zoo onbehoorlijk, dat hij
er geen woorden voor vinden kon. Waar-
bil dan nog kwam, dat liiji met geen moge
lijkheid de houding van zijin Sanne be
grijpen kon.
Maar nu was het daln toch wel het
toppunt I Hoewel wetend, dat hij kwam,
zooals iederen Vrijdagavond, was zij naar
haar oom en tante gegaan, die roomsch
waren. Hoewel wetend, dat hij' met Jan
Petersen, den veerman, en diens vrouw
niet bjjzonder sympathiseerde, daar zjj
nog zeer onlangs niet onduidelijk te ken
nen hadden gegeven, blijde te zijn met de
komst der Franschen, was' Sanne, mo
gelijk wel opzettelijk, toch naar hen toe
gegaan.
Het was dan ook' verklaarbaar, dat hj'
uitviel„Dan had zij toch wel op mij kun
nen wachten, om samen te gaan, ais dat
noodig was?"
De boerin keek schichtig op. In haar
hart moest zij den jongeling gelijk ge
ven. Maar zij was zwalk van aard; precies
het tegenovergestelde van de boerin van
„Gelrehof" .en had Sanne niet bepaald
durven weerstreven.
„Dat heb ifc ook gezegd, Aart", merkte
zij op, op zachten toon, „maar Sanne
wilde niet hooren. Wat jammer toch, dat
het zóó loopt. Zij heeft er echt verdriet
van, Aart."
Slechts heel even werd hij zachter ge
stemd. Heel even maar. W^nt onmiddellijk
drong met kracht naar voren de meening:
als Sanne echt verdriet heeft, dan treedt
zij niet zóó op.
„Er is geen reden, om1 verdriet te heb
ben, vrouw Petersen", zeide hij' op hefti-
gen toon. „Ik heb haar geen stroohreed
in den weg gelegd."
„Als je geen dienst neemt, jongen, dan
is alles weer goed."
Hij sprak op vurigen, geestdriftigen
toon. Het was met bewondering, dat zijl,
die bestemd scheen, zijln schoonmoeder te
worden, hem aanstaarde. Maar dan dacht
zij weer aan Sanne, zoodat haar blik ver
somberde.
„Het zal toch niet baten, dat jullie
dienst nemen, Aart," zeide zijl neerslach
tig. „Als God het kwaad ten volle over
ons land besloten heeft, dan zet Hij het
ook door."
„Neem mij niet kwalijk, vrouw Peter
sen, maar met die opvatting ben ik het
niet eens. Die mogen wij niet eens heb
ben. Dat weet u ook wel. Als allen zóó
spraken, wel, dan hadden wij ook geen
leger noodig en hadden wij ons niet
te verdedigen. Dan hebt ge vanavond
ook de deur niet te grendelen. Laat die
dan maar open voor dieven en rooversl
Neen, neen, dat is geen praat. Wij heb
ben onzen plicht te doen, als de vijand
komt, en moeten ons verdedigen. Lijden
wij dan tóch de nederlaag, dan hebben
wij onszelf niets te verwjten".
De pluimveevoeding in nieuwe banen door
(VOLLEDIG PLUIMVEEVOEDER)
jilles vereend in tin korrel niets bijvoeren.
Octrooi in Vele belangrijke Cultuurstaten.
Pluimveehouders waarschuwen ons dat er namaaksels geleverd worden, waaroan hei
pluimvee onmiddellijk van den leg geraakt. Weigert dus lederen zak Waaraan ons
Loodje en Kaartje met neoensiaande handteekening ontbreken,
Berlels' „Kunstkorrel" ts een nieuw volledig pluimveevoeder waarvoor In alle Landen
Octrooi ts aangevraagd en reeds ts verkregen In Belgli, Canada, Engeland, Frankrijk,
Hongarije, Polen, Spanje, Zuld-Afrtka; het bevat de noodzakelijke Vitaminen en Voe-
dingszouten, vervangt het Ochtendvoeder, de Granen en het groenOoeder, en heeft een
grooter nuttig effect, zoodat 20 A 30 procent mètr eieren verkregen worden bij een
voudiger en voordeeliger voeding. Ook aordt hierdoor teder foutief voederen opgeheven,
zoodat zelfs leeken het maximum aantal eieren verkrijgen. Vraagt brochure.
N. V. Bertels' Oliefabrieken Afd. „Kunstkorrel", Amsterdam.
Een paar
Zi] helpen uitstekend en snel bl] de hoofdpijnen, luste
loosheid, migraine, die zoo dikwijls een verkoudheid
vergezellen.
Probeert ze er eens voor
Ook de zwakste maag verdraagt ze.
Per flacon f 0.75, fl.65, f3.—, f 0.—
N.V. Alg. Holl. Handel- en Ind. Maatij - Denneweg 140, Den Haag.
Telefoon No. 53 RANDSTOFFEN
Ganzepoortstraat 9-11
WOLLEN JAPONSTOFFEN voor DEUX-PIECES
EFFEN WOLLEN JAPONSTOFFEN
CREPE DE CHINE
ZOMER MANTELSTOFFEN
Het verzekerd Kapitaal steeg in 1928 met ruim 10 miilioen gulden
tot f 56.177.690.
Kent gij haar voordeelige tarieven en gunstige polis-voorwaarden 7
Weet gij b.v. dat een verzekering met winst zoo'n goede geldbe
legging is 7
Vraagt inlichtingen en volledig jaarverslag,
Agenten gevraagd. Agenten gevraagd.
NOG VOORRADIG.
H.H. LANDBOUWERS!
Koopt een echte Amerikaansche
zware
met patent sluiting aan de drijfstang,
zonder moerbout.
DEERING HOOIHARKEN,
-HOOISCH UDDERS,
alles tegen zeer lage prijzen. Profiteer
van dit koopje.
Seisstraat Q 10-11
MIDDELBURG.
Deering Graanmaaiers zeer laag in
prijs bij vooruitbesteiiing.
voor 7. Jaren
onder Goes in den Goeschen Polder,
aan den Polderweg:
1. 2 H.A. 36 A. 30 e.A. Bouw
land (A no. 92).
2. 1 H.A. 48 A. 60 e.A. Bouw
land (A 93 0.70 30 H.A., A 94
0.78 30 H.A.), afzonderlijk of ge
combineerd,
3. 1 H.A. 76 A. 95 e.A. Bouw
land (A no. 537).
4. 2 H.A. 09 A. 95 e.A. Bouw
land (A no. 538), afzonderlijk of
gecombineerd, thans in pacht bij
de N.V. Wed. P. de Jongh.
Op gebruik 1 Januari 1930.
Aanbiedingen tot 4 Juli 1929 4 uur
N.T. in te leveren ten kantore van
Notaris VAN DISSEL, alwaar nadere
inlichtingen worden verstrekt