DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Uit de Pers. LANGS EEN DIEPEN WEG Uit de Provincie. FEUILLETON 1 Zoo was de man, dia voor rujm 20 jaiax Provinciale Staten van Zeeland. VAN WOENSDAG 26 JUNI 1929. No. 224. Ontwapening en Curagao. In de betoogen vóór ontwapening zit altijd een belangrijk stuk militair-techni sche beschouwingen: Nederland kan zich niet verdedigen; de aanwezigheid van een strijdmacht trekt den vijand aam; een klein leger oefent geen invloed op dien uit slag der krijgsverrichtingen. En dergelijke Wiji gelooven niet, zegt de Neder]., dat dit alles veel indruk maakt. Het is te zuiver technisch, het is te koel bere deneerd; maar vooral: het ïs te onzeker. Tegenover é'n autoriteit, die zulke dingen beweert, staan tien autoriteiten, die met klem van argumenten het tegendeel staan de houden. Als de ontwapening het heb ben moest van dit element, dan liet. zij de massa zeker koud. Maar er werken twee andere elementen. Daar is eerst het geld. De begrooting van defensie verslindt de millioenen, die elders zooveel vruchtbaar der en zooveel nobeler konden worden besteed. Dit slaat "in; natuurlijk. En dan het moree-le element. De ontwapenaars verfoeien het moord tuig, zcoals kanonnen en geweren; zij' verfoeien het, dat jonge mannen go- oefend worden in de kunst, om andere jonge mannen te dooden. Dat slaat nog meer innatuurlijk. Maar nu komt Curapao- I Het kleine troepje van principieele weerloozen, van Tolstoianen wordt er niet door opgeschrikt; een paar dominees zet ten ook nu nog ingezonden stukken in een courant om te protesteeren tegen het zonden va,n een schip; dat is: tegen het beschermen van lijif em leven der be dreigden. Maar zij vormen onder de ontwapenaars een uiterst kleine minderheid. Zijl kunnen wat dienst doen als hulp-troepen voor politieke partijlen, die het geenszins met hen eens zijn, al aanvaarden zij1 dankbaar de ètemmen. Op die politieke porteen komt het aan. En dezen zijh door Curapao wel degelijk opgeschrikt. Zij, beijveren zich om' te be wijzen, dat Curasao met hun actie niets heeft uit te staan; ze zijn wel tegen oorlogsbodems, maar ze zijn en zijn altijd geweest vóór bewakingsvaartuigen, vóór politietroepen. Van de sociaal-democraten hoort men dat nu aarzelend: van de vrijzinnig-demo craten hoort men bet luide en' Maar. Wij zullen even de conclusie trékken; het is dus volgens de ontwapenaars plicht matig, dat het parlement geld beschik baar stelt voor de bewapening van politie- vaartuigen, voor geweren en kanonnen. Het is bovendien volgens hen plichtmatig, dat de mannen worden geoefend in het gebruik van deze wapenen. Dit staat vast. Geen verantwoordelijk man uit een "der ontwapenings-partijen zal het zelfs maar één oogenblik tegenspreken. Dochdan is ook de bekoring ge broken, die uitging van de .propaganda: „geen geld voor moordtuig!". Men kan nu nog twisten over de tech* nischo vragen; over de grootheid der geldsom; over het kaliber der geweren; over het type der flottille-vaartuigen. Al les heel belangrijk uit practisch oogpunt; maar tot ons gevoel, ons hart, onze ver beelding spreekt dat niet. Die werden getroffen door de mee- sleepende gedachte: „geen geld voor moordtuig I" En die gedachte is door Curasao ver dwenen. Eigenlijk nog erger: ze zeggen, dat ze ook vóór Curagao die gedachte nooit heb ben gehad. Maar in elk geval: bij het bepalen vnn onze stem kan die verleidelijke gedachte geen rol meer spelen. door H. ZEEBERG. 3.) o— Daarom waren zij altijd vol belangstel ling, als vader verhaalde van vroeger jaren, toen hij ploeteren moest, om een zaak te krijgen, die hem èen behoorlijk stuk- brood verschafte. Dankbaar mocht hij steeds getuigen, dat het hem onder den zegen Gods gelukt was. Hr had nu een manufacturenhiandel en gros, die er zijn mocht. In het stadje, dat lag temidden van een bloeiende land bouwstreek, was hij een gaarne geziene persoonlijkheid en droeg men zijn gezin op de handen. Van verschillende vereenigingen, op al lerlei terrein, was hij een ijverig bestuurs lid en sinds hij, dat mioest erkend, het financieels beheer voerde van de instel ling „Boschzicht", was deze met reuzen- sclireden vooruit gegaan. Dat hij nog geen lid van den Raad was, lag aan hem zelf. Tot driemaal toe had h$ ©en candidatuur geweigerd. Dat staat nu vast. Ook wie de S.D.A.P. t of Vrijz. Dom. stemt, „voteert geld voor moordtuig." Staatspensioen. 't Is eigenlijk verwonderlijk, zegt het „Centrum", dat men dit oude, afgeleefde paardje -bij deze verkiezing weer van stal heeft gehaald. Dat men bij het oppoetsen en optuigen ervan onderling al aanstonds heftige ruzie kreeg, voorspelde geen voorspoedigen rit. Wie krachtig wil samenwerken, begint niet met elkaar voor verrader te scheldenl Voor ons blijft het groote hoofdbezwaar tegen Staatspensionneering in welken vorm ook: dat het onder een pseudoniem staatspensioen, staatsarmenzorg invoert Wie omdat hij behoeftig en 65 jaren oud is, van staatswege een pensioen ontvangt, wordt bedeeld, 't Woord moge hard schij nen, maar de waarheid is niet anders. Is dat nu werkelijk het ideaal, dat de arbeidersklasse, oud geworden, tot staats armenzorg vervalt? Hoe geheel anders staat het bij de ver plichte en vrijwillige verzekering! Ook dan krijgt men op 65-jarigen leef tijd een rente, als men wil: een pensioeD Maar voor dat pensioen heeft men ge werkt, is er premie betaald. De verzekerde kriigt, krachtens eigen prestatie, een wer kelijk recht. Wat hij ontvangt is geen gave-om-niet, is geen -gift, is geen bedeeling. 'tls iets, waarop .hij een rechtsaanspraak 'heeft. Succes zal men met de hernieuwde actie voor Staatspensioen ook ditmaal wel niet hebben. Door de onderlinge ruzie heeft men de pap al laten aanbranden voor ze opge diend zou worden. En opgediendOlivier Twist zou hier zeker niet „om meer" vragen! Waar Braat en Van Gijn zoo warm voor 'zijn, ziet er wel eenigszins verdacht uit. En welke zich zelf bewuste arbeiders klasse kan als ideaal propageeren en aan vaarden: hedeeling op den ouden dag? Eerste zitting. In de gisteren geopende eerste zitting in 1929 yan de Provinciale Staten wa ren de heeren de Baar© en v. d. Beke Callenfels met kennisgeving afwezig, ter wijl er een vacature is door het over igden van den heer J. W. van Oeveren. De voorzitter, de commissaris der Ko ningin, de heer Jhr Mr J. W. Quarles van Ufford opende de zitting in naam der Koningin en las daarop het ambtsgebed voor. Hierna vroeg spr. den leden nog even te blijven st.aan en sprak hij als volgt: Met groot leedwezen zult _gg ongetwij feld met mij hebben kennis genomen van het zoo droeve bericht, dat giste renavond de heer J. W. vanOeveren ontslapen is. Sedert 1916 was de heer van Oeveren lid van Uwe vergadering. In hem is heengegaan een goed Zeeuw, een der voormannen op het gebied van den landbouw, een man van nauwgezette plichtsbetrachting, onkreukbare eerlijk heid en groote toewijding voor het alge meen belang. Wij hebben hem voorts leeren hoogachten om zijn vriendelijken omgang en ziin vroolijken aard, maar ook om de degelijkheid zijner adviezen. Innige deelneming hebben wif In de groote smart zijner weduwe en kinderen; moge God hen allen zijne vertroostende liefde in rijke mate deelachtig doen zijn. Ik houd er mij van overtuigd, dat zijn nagedachtenis door ons allen Tn eere zal worden gehouden en moge U voor stellen een schrijven van rouwbeklag aan de weduwe en kinderen te richten." Hierna kwam aan de orde het onder zoek van den geloofsbrief van het, nieuw gekozen verklaarde lid, den heer J. Bos telaar van Aagtekerke. Nadat de geloofsbrief door een com missie, bestaande uit de heeren Adri- aansa, Vienings en van 'tHoff, was on derzocht en in orde bevonden, werd tot zijn toelating besloten. De heer BosHaar werd daarop door den griffier binnen geleid en legde in handen va.n den voor zitter den eed af waarna 'deze hem ge- lukwenschte en hem verzocht de voor hem bestemd'e plaats in te nemen. De mededeelingen van Ged Staten In zake de posten voor onvoorzien der be- heel in 't klein, een onaanzienlijke handel begonnen was, gegroeid. Tegens'ag'en had hiji niet gehad. Het ging steeds excelsior. Eén slag had het gezin diep getroffen. Meerendonk was er grijs van geworden. Het, was toen de kleine Arie, hun eenig jongetje grafwaarts werd gedragen en Tra de en Louise alleen overbleven. Maar overigens kon hij! niet dan roemen over de genade Gods, die het, in stoffelijk opzicht, ■zoo wel m-èt hen maakte. „Zeg, vader," begon Trude opeens, „neemt u ook vacantie volgende week?" „Ik vacant.ie? Hoe kom je er bij?" „Nu ja, ik 'bedoel een paar middagen." „Waarvoor?" „Och, vader", lachte Louise, „Trude zit. met dien candid aat Ln haar maag. Nu wil zij, dat u met hem uitgaat." „Ik dank je wèl," plaagde Meerendonk. „Laat die maar met jullie op staip' gaan. Ifc ben geen goed gezelschap meer voor jong volk. W e zijn de veertig al gepasseerd, hé, vrouwtje?" „Ja, Trude vond mij zooevon al een oude dame." „Jokkens!" riep Trude, quasi veront waardigd. „Nu, je noemde mevrouw Van Stralen toch een oude damlo? En die is slechts eein p,oar jaar oiider dan ik." „Ja, heusch, wjf worden oud," lachte Meerendonk. „En daarom zullen jullie grootingen 1928 en 1929, die inzake het niet plaats gehad hebben van onderhand- sche aanbestedingen; die betreffende de samenstelling van de afdeelingen van hun college en het ter griffie gedeponeerd zijn van de presentielijsten hunner vergade ringen, werden voor kennisgeving aan genomen. De mededeeling van Ged. Staten 'om trent het voorstel-Sonke tot uitbreiding van den veerdienst Kortgene Wolphaartsdjjk, reeds eerder gepu bliceerd, werd daar niemand verzending naar de afdeelingen wenschte, op voor stel van den voorzitter voor kennisge ving aangenomen. Ook van de mededeeling van Ged. Sta ten inzake de motie van Waesberghe over belegging van Prov. Reservefond sen, achtte niemand verzending naar de afdeelingen noodig en werd deze me dedeeling voor kennisgeving aangenomen. De heer Onderdiik wijst er öp, dal het Provinciaal Verslag eerst ter vergadering is overgelegd, en hij o.a. een opmerking had willen maken over de betaling van forensenbelasting door personeel van de stoombootdienstan. Het is natuurlijk niet doenlijk geweest het verslag te bestudeeren en vraagt of er ook in de volgende vergadering nog over zal kunnen worden gesproken. De heer Dieleman zégt, dat Ged. Staten daartegen geen bezwaar hebben. De benoeming van een lid der staten, bedoeld in art. 89 der Prov. Wet en de verkiezing van leden der Eerste Kamer der Staten-Generaal werden op voorstel van den voorzitter bepaald op Vrijdag 26 Juli. i Aangehouden werden het verzoek om subsidie in de kosten van herstel van het kerkgebouw van den II. Willibror- dus te Hulst; idem in de kosten van herstel van den Campveerschen toren te Veere; idem voor het herstel van het kerkgebouw der Ned. Herv. Gemeente te Tholen en ten slotte van den toren van vorengenoemd kerkgebouw. De overige reeds vroeger gepubliceer de voorstellen werden alle naar de af deelingen overgebracht. Eveneens dat tot vaststelling der rekening over 1927, die aanwijst In ontvangsten f4.880.941.70 en in uitgaaf f 5.130.397.01, alzoo een kwaad slot van f249.455.31. De voorzitter deelde mede, dat het lang uitblijven van deze rekening veroor zaakt werd door eenige opmerkingen, die die rekenkamer maakte, doch dat thans de cijfers worden voorgesteld, zooals Ged. Staten ze hebben opgemaakt. De Zondagsdienst op de lyn Vlis- eingen—BreBken». Thans werd aan den heer Adriaans© verlof verleend terug te komen op de door hem gestelde vragen betreffende het gebeurde met de boot VlissingenBres kens op Zondag 31 Maart en het daarop door Ged. Staten gegeven antwoord. Spr. wijst er op, dat waar de boot reeds naar Breskens was gevaren mn toch weer terug moest en alzoo heel het aanwezige personeel dienst had te doen, hier bezwaarlijk sprake kan zijn van een weigering van vervoer ter werk- besparing voor het personeel op dien Zondag. Uit dien hoofde is deze weige ring tot vervoer niet te verdedigen; nog meer klemt dit, waar op deze wijze een directe schade aan den hootdienst werd toegebracht door het gemis der belang rijke som voor de toch reeds gemaakte extra overtocht, op zijn minst een be- drae van f75. Alleen reeds om deze redenen, en dus nog afgezien van andere grieven, meent spreker, dat de houding der directie in deze zeer is te betreuren en niet voldoen de te verded'gen dóór beroep op de op dracht van de boot-commissie. Men had o-o-k. gezien dat verted, nu de extra-vaart reeds was gemaakt, de dringend verzoch te hulp aan den b-uitenlandscheii reizi ger, wiens overbrenging zonder eenig meerder werk kon geschieden, niet mo gen weigeren. Uit al hetgeen nu bek°ind is. mede door de antwoorden van Ged. Staten, meent spr te mogen afleiden, dat de walkanitein. die bü afwezirrheid der directie een extra boot vanuit Vlissingen op 'bericht van uit Breskens hierheen had doen varen, daarmede feiteh'ik gehandeld heeft gpheel conform de bedoehng der bootcommissie, terwijl de tegenorder van met je viertjes: mijnheer de candidaa.t, zijn zuster, Gretha heet ze, niet? Louise en jij wel op stap moeten; er zal wel niets anders op zitten." „U moet niet zoo plagein, vader." „Ik plaag niet; het is ernst." „Dan zal ik neef Jan requireeren", zei Trude. „Gaat niet," merkte Louise op. „Die gaat morgen op reis." „Ook dat nog," zuchtte Trude. IV. „Vind-je het werkfelijlk vervelend?" vroeg Trude. De beide meisjes waren op haar slaap*- kamer, een fliake groote, die ze gezamen- lijic deelden. „Je moet maar afwachten wat voor lui het zijh," merkte Louise' op. „Ze kunnen het hier wel zoo eenvoudig vin den." t „Nu, ze moeten het eenvoudige maar vo-ot lief nemen. Maar zoo'n vaart zial bet wel niet loopen. Volgens moe zijh het gewone monschen, zonder pretenties. We slaan ons er wel door, hoor." „Maar je hebt er toch ook niet veel mee op-, dat de zoon moe komt," zei Louise. „Och, ik gekte maar wat. 't Zal beat wat meevallen." den directeur juist in strijd met die be doeling is gegeven De walkapitein verdiende alzoo voor zijn practischen blik op de zaken en zijn juist begrip van verschil tusschen let ter en geest van een verbod, van on derscheid tusschen algemeenen regel en wat redelijkerwijze niet onder den alge meenen regel valt alle lof en spr gelooft, hem een compliment te moeten maken voor de goede uitoefening zijner functie die, ware zij niet door de order van don directeur gestuit, de pijnlijke gebeurtenis had gespaard, waardoor (spr. gelooft, niet te overdrijven) aan de reputatie van het overheidsbedrijf een deuk is toegebracht Deze hulde aan den walkapitein is volgens spr des te meer op haar plaats, waar de directie de houding van den wal kapitein op een z.i. nog al blameerende wijze heeft gedesavoueerd en zjj heeft de onaangenaamheid van den tegenorder nog onnoodig vergroot, door een veel te sterke en absoluut onnoodige afkeu ring van de geheel te goeder trouw ver richte handeling, gebaseerd op een rede lijke opvatting van zijn plicht als voor uitoefening van den booldienst toen ver antwoordelijken functionaris. Spr. is overtuigd van de bekwaam heid en grooten ijver van den directeur van den Prov. Stoombootdienst op de Westerschelde en daarom spijt het hem dat hij, bij de behandeling van dit onder werp heeft moeten wijzen op wat hem in zijn houding als verantwoordelijk func- tionnaris toeschijnt een groot deel schuld op te leveren aan deze geschiedenis, waarover, waar het een publiek over heidsbedrijf betreft, het volle licht be hoort te schijnen. De verwachting van Ged. Staten in hun antwoord, dat in den vervolge feiten als door spr. omschreven zich niet meer zullen voordoen, kan hij, jammer genoeg, niet deelen. De vroegere dienstorder aan den directeur hield in een verbod tot het beschikbaar stellen van booten op Zon dag voor extra-vaarten; na de onverwer pelijke gebeurtenis is gebleken, dat dit verbod niet geldt in bepaalde, inderdaad dringende en spoedvereischende geval len, maar waar is het criterium van drin gend en spoedvereischend, waar is de grens? Plaatst men nu de directie niet voor een heel moeilijke taak om te be slissen over het dringende en het spced- vereischende? Men moet niet vergeten, dat de verzoeken vaak plotseling per telegraaf of telephoon geschieden. Zal bij navraag om toelichting en c.q. onder zoek niet zooveel tijd verloren gaan, dat de gewone bootvaart nadert, in welk ge val het doel niet meer wordt bereikt? En hoe als de directeur weer afwezig is en de beslissing moet worden genomen door zijn vervanger, den walkapitein? Met het moderne verkeer is de afstand tus schen den 2en en 3en dienst op Zondag veel te groot, want zooals gezegd de tjjd tusschen 10.50 (2e boot) en 18.55 late boot) is voor een internationale route als die over Breskens te lang, en dit brengt vele touristen in moeilijkheid. De meesten zullen die lange pauze in overvaart-gelegenheid niet kennen en wor den alzoo gedupeerd, maar ook worden gedupeerd zjj, die ze door ervaring weten, want men noodzaakt deze hun route elders te zoeken. Maar op deze wijze leidt men het ver keer buiten onze provincie, wat zeker niet in overeenstemming is met de ook voor Zeeland bjj vreemdelingen-verkeer betrokken belangen. Wat spr. betreft, be treurt hjj ten zeerste, dat de exploitatie van den. bootdienst welke geheel dient gebaseerd te zjjn op de eischen van hot verkeer Y'ooral waar deze bootvaart het eenig mogelijke middel is om den overkant v.v. te bereiken afhankelijk wordt gesteld van een politiek 'beginsel omtrent. Zondagsheiliging, maar kennende het Bterk gradueel verschil van opvatting daaromtrent jn de groepen ter rechter zijde hoopt spr. ten zeerste en heeft goede verwachting, dat het gebeurde met de extra-overtocht, naar Breskens op Zondag 31 Maart de overtuiging zal hebben bij gebracht, bij het overgroote deel zoowel van de Prov.- als van Ged. Staten, dat zij bij alle verschil van opvatting om trent diensten op Zondag, toch minstens ook hebben rekening te houden met de eischen aan een overheidsbedrijf als de Prov. stoombootdienst, die oen schakel Trude maakte haa;r donker haar los, dat in zwarte strengels over haar schou ders golfde. Louise zat er op te kijken en dacht voor de zooveelste maal: wat is die Trude toch mooi met haar slanke, lenige ge stalte; haar innemend, vroolijk-kijkend ge laat; haar bruine, vaak ondeugend, schalks flikkerende oogon en het raven zwarte haar. En wat was het een geluk, dat Trude er zich niet aan stoorde. An ders ware. ze de pedantheid zelve ge weest. Maar nu was het alles "eenvoud en ongekunsteldheid aan haar. „Waar denk je aap?" vroeg Trude op eens, toen Louise® blikken lang op haar gevestigd waren. „Ik begrijp miaar niet, dat j\j' nog niet verloofd beint", was het onverwachte ant woord. In den gedachtengang van Louise was het niet vreemd. Vanzelf leidden haar overdenkingen van zoo,even er toe. Maar Trude begon hartelijk te lachen, zonder eenige gemaaktheid. „Maak je daarover nog maar niét druk, hoor, zusje. Ik doe het ook niet. Kind, 'kben pas twintig. Wou je me nu al verloofd hebben? Wie weet, 0i£ het ooit zoo ver konntl" „Natuurlijk!" liet Louise zich ontvallen. „Waarom natuurlek?" was <ia volkomen argelüoze vraag. vormt in het internationaal verkeer, ge steld. JEn dan vertrouwt spr,, dat op den duur Ged. Staten het niet meer voor hun rekening zullen kunnen nemen om den dienst BreskensVlissingen geduren de een 8-tal uren op den vollen Zondags- tjjd stil te doen liggen. Spr. is overtuigd, dat de meerderheid der Staten met hem van oordeel is, dat de Zondagsdienst VlissingenBreskens, die slechts 3 van de 7 werkdag-diensten overhoudt, te beperkt is en behoort te worden uitgebreid met uen middagdienst. Teneinde pen discussie uit te lokken, die waarschijnlijk, zonder eerst het oordeel van Ged. Staten te hebben vernomen, praematuur zou zijn, wilde spr. op dit oogenblik zich onthouden om door een motie een oordeel der vergadering te vragen, maar hij verzocht beleefd maar dringend aan Ged. Staten hetzij vóór, hetzij in do volgende vergadering hun meaning te willen kenbaar maken om trent een inlegging van een middagdienst VlissingenBreskens op den Zondag. Ged. Staten zegden beantwoording van die vraag toe. Splitsing der afdeelingen. Hierna werd tot splitsing der vergade ringen 'in afdeelingen overgegaan. In de eerste afdeeling hebben zitting de heeren Adriaanse, Catshoek, Mes, Boonman, Staverman, Sonke, de Ridder, Wallien, Vogelaar, Vienings, Hendrikse, Laernoes en de leden van Ged. Staten de heeren Rompu en Dieleman. In de tweede afdeeling de heeren Eras mus, Reilingh, Moelker, van 'tHof, Kake- beeke, Boender, van Dixhoorn, v. d. Beke Callenfels, Overhof, v, d. Wart, de Paauw, de Jonge en van Ged. Staten de heeren v. d. Weijde en v. d. Putte. In de derde afdeeling de heeren Onder- dijk, Kodde, Welleman, Koster, Joziasse, mevr. Bergsma en de heeren Dumolejjn, van Waesberghe, Timmorman, Bostelaar en van Ged. Staten de heeren van Dus- seldorp en Stieger. Op voorstel van den voorzitter werd besloten de eerstvolgende vergadering te houden op Donderdag 25 Juli a.s., des voormiddags te Jiy* uur. Hierna werd deze vergadering gesloten. jGoedkoope trein. Op Donder dag 4 Juli zal van de stations aan de lijn VlissingenRoosendaal een go-ed- koope trein loopen naar Rotterdam en en Den Haag. De kaartenverkoop vangt Donderdag 27 Juni aan. Ongetwijfeld zul len velen van deze gelegenheid gebruik willen maken, om eens een goedkoop reisje naar een van genoemde steden te -ondernemen. Vlissingen. De 22-jarige werkman de Jong is bij het sloopen van een gebouw alhier door vallend gesteente zoodanig getroffen, dat de dood onmiddellijk intrad. Goes. Het bestuur van de Maatschap^ pij „Ziekenfonds N. en Z.-Beveland" be noemde in zijn gisteravond gehouden ver gadering tot administrateur, de<n heer J. Medjiers, alhier. Politieke rede van den heer H. W. T i 1 a n u s. Maandagavond sprak, op uitnoodiging van de Chr. Hist. Kiesvereeniging alhier, de heer H. W. Tilanus, lid der Tweede Kamer, in de „Prins van Oranje" -een politieke rede uit. De voorzitter, ds P. J. Steinz, be treurde in zjjn openingswoord de geringe opkomst en sprak verder zjjn verontwaar diging uit over de meer dan schandelijke plaat, die vanwege de Herv. Geref. staats partij is aangeplakt, waaronder nog wel een dominé zijn naam hoeft gezet, De heer T i 1 a n u s herinnerde aan den tijd, dat het district Goos door wijlen den. 'hoer A. F. de Savornin 'Lohman in de Tweede Kamer werd vertegenwoor digd. Steeds kwam deze op voor vrij heid (in gebondenheid aan Gods Woord) en recht. De Chr. Hist, Unie wil nog die vrijheid, opgevat in Prot. Chr. zin, en dat recht, ned-oeld in histo-rischen zin. Spr. wees er in den breode op, dat het oude districtenstelsel is vervallen, en we nu hebben gekregen de evenredige vertegenwoordiging en in verband daar mede het lijstenstelsel. Die evenredige „Omdat je zoo „mooi en aantrekkelijk bent," antwoordde Louise oiprecht ge meend. „Dat weet ik' niet. Maar al 1 s het waar is en als een man mijl daarom zou begeeren, dan zou Trude Meerendonk hom afwijzen, dat is vast. Ik' zail n o- o- i t een man begeeren die mij mo-oi vindt. Hij moet imij liefhebben. Maar waar praten wo over," dus besloot ziji. „Ik denk er no-oit aan." „Als 'tfcom't, komt het onverwachts," zei-de Louise. „Ja, -dat zie je meer. Die logé's komen ook onverwachts." „Wil je wel gelooven, dat ik er geweldig tegen opzie?" „Maar waarom dan toch1?" vroeg Trude. .Zulke wildvreemde rnenschenl,, „"tZal best losloöpen. We hebben toch wel meer vreemden gehad? Laatst nog dien 'dominé." „O, dat. was heel wat anders. Nu is' er een meisje bij zoowat van joifw leeftijd. En dan nog een heer. En zo wonen in Dón Haag, in do stad va,n da „chique". Je weet niet, hoe je je moet aanstellen." „Aanstellen? Jo stelt, je nietsi aan. Je geeft je, zoo-als jo bent. Dat doen wij allemaal. Zoo-als alt.ijld. En als ze dat som* te burgerlijk vinden, wel dan verdwijnen ze maar," (Y/ordt rervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5