DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Voor den Zondag. Ds H. J. BUDDIKS EN DE ZIJNEN FLORA'S HOENDERBESCHUIT FEUILLETON MEER EN BETERE EIEREN Uit den Middelbugschen Raad. t VAN ZATERDAG 15 JUNI 1929. No. 215. BRUILOFT EN TEMPEL. En Jezus was ook genood en Zijne discipelen tot de bruiloft. En Hij vond in den tempel i Johannes 2:2 en 14. Het blijve altijd de aandacht trekken, dat Jezus Zijn eerste Messiasteeken ver richt heeft op een bruiloft. Nauwelijks is Hij van Zijn wegbereider tot Zijn openlijken Messiasarbeid inge leid. Pas is de Heilige Geest in duivenge- daante op Hem nedergedaald en werd over Hem de stem des Vaders gehoord. De verzoeker in de woestijn moest wij ken voor Zijn: „daar staat geschrevenI" Uit de kringen van den Dooper volgen Hein Zijn eerste discipelen. Nu gaat Hjj dan heen, bereid tot den doodelijken kamp, waarvan de woestijn- verzoeking het voorpostengevecht is ge weest. Hij gaat heen met het doel de werken des duivels te verbreken. Misschien zoekt uw oog Hem in Jeru salem, in den tempel. Straks. Straks. Dan zal Hij daar mat den geesel van touwtjes wegdrijven de kooplieden en de wisselaars, ae schapen en de ossen. Nu nog niet. Nu is Zijn eerste gang naar een bruiloft. Eerst de bruiloft, dan de tempel. Toevallig kan dit niet zijn. 'Zoo moet het. Zoo ligt dat in Gods Raad. Deze orde is Gods orde. In de woestijnverzoeking ging Jezus in het huis van den Sterke om dien Sterke te binden. Nu gaat Hij hem zijn vaten ontrooven. Nu moet de in eenzame wor steling behaalde triumf worden verwerke lijkt in het leven. En dan niet slechts in een stukje van het leven maar in héél het volle leven, in al ^'n geledingen en verhoudingen, in al z'n hoogten en diepten. Daartoe gaat Jezus uit de woestijn nog niet naar den tempel maar- juist het al lereerst naar de bruiloft. Daar, op diei bruiloft, méér nog dan in den tempel, hoort Zijn oor het menschen- leven kloppen. In de bruiloft begint het huwelijk. En in het huwelijk begint het gezin. En in dat gezinsleven liggen de wor tels, de kiemen, de spruitsels, de botten, waaruit heel het menschenleven moet wassen en bloeien. Dat huisgezin is het vat bij uitnemend heid, dat aan den Overste dezer wereld moet worden ontweldigd. Zonder het huisgezin geelt tempel. Want niet uit enkele personen, hier één en daar één, los en vreemd van elkan der, belieft het God Zijn kerk te bouwen, maar juist uit de huisgezinnen. Geloof in den Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden, gijen uw huis I Satan in het gezin, dat isSatan in het leven. Jezus in het gezin, dat is: Jezus in het leven. Eerst de bruiloft, dan de tempel. Voor deze orde Gods zij open het oog van wie zoekt naar de oorzaken van de onmiskenbare ontreddering in menig jong leven. Waar de band aan Woord en belijdenis is gerekt of stukgerafeld, is dit, wel niet altijd, maar toch vaker dan wel eens wordt vermoed, middellijkerwijs gevolg van de scheefgetrokken verhoudingen, in eigen huiselijk leven, waar te weinig is gezien de blijde kracht van het geloofs leven. De eritiek der jongeren is wel eens te wijten aan de kwaal der ouderen. Dan is er in zulk een huis nog wel ge bod op gebod. Er Is ook nog wel een Bij bel «n een gemeenschappelijk gebed.. Maar er is niet meer de heerlijkheid van Jezus uitschitterend in eon elkander toegewijd samenleven. door A. M. WESSELS. 7.) 'O Men kreeg nu twee groepen, n.l. Ds B., die zijin zin doordreef en in de Wijn gaardstraat bleef preeken en vier alndere groepen (toch vereend), die ieder met een deel vergaderden in de huizen van SP. Geense, H. Zwieter, Joh. de Lange en L. LauroSse. De ouderling las een predikatie en men stichtte elkaar. Een zware taalir. brak voor de Geïef. Kerk van Goes aan. Ds Budding trok veel volk. 'Uit Noord- Beveland kwam. men met een schip tot het Sas van Goes en liep dan naar de Stad om zij:n prediking te hoor en. En daartegenover, preeldezende ouder lingen1 Hoe moest dat gaan? Budding trok veel volk, zooveel dat zijl niet in zijd vergaderzaal (konden. „Dit waS niet zoo erg," zei hij, „ga maar mieel Buiten ruimte genoeg." Dan wandelde hij naar het Saë van Goes (een uur loopen), terwijl hij onder weg preekte en psalmen liet zingen. Ta Wilhelminadorp raaikte door Bud- Heit water wordt er niet meer tot wjjn. En dan kan men wel pogen den tempel te reformeeren. Maar reformatie van den tempel zon der reformatie van het huisgezin mislukt. Eerst de bruiloft. Dan de teimpel. ZIJN STEM. Een groote toekomst gaan we tegen De menschen zijn zoo knap; Ontdekt wordt alles, en steeds verder Gaat „alle wetenschap. En tochen tocheen bange vreeze Woont diep in mijn gemoed. We gaan vooruit 'tzal wel zoo wezen, Maar is de richting goed? Ik hoor zoo vele stemmen trillen Van nijd en klassenhaat, Mjjn geestesoog ziet niet de toekomst In zoo héél licht gewaad. Tevredenheid is ver te zoeken, Geloof en liefde kwijnt, Omdat de Zon van licht en leven Niet meer in 't harte schijnt. Ik hoor zoo vele stemmen trillen, Maar zelden Liefde's stem, Zou niet de richting beter wezen, Ging zij terug naar Hém? CONTACT door J. L. F. de Liefde. Ieder die deze schrijfster kent uit haai roman „In Liefde bloeyende" weet, dat zij onze litteratuur verrijkt heeft met een werk dat goed is en schoon. Deze twee eigenschappen sieren dezen roman, die geprezen mag worden om zijn hoogst sympathieken ernst; voor onze litteratuur vormt hij een belangrijke aan winst. „In Liefde bloeyende" boeit, en het is knap geschreven. De rijke woordkeus, die soberheid echter geenszins uitsluit, maakt deze roman, óók wat betreft de taal, tot een boeik van meer dan gewone waarde. Lees bijvoorbeeld het slot; zoo sober, zoo zuiver, sterk door ingehouden kracht: Zacht liet hijl haar handen vrij. „Nu moet ik gaan." Ze had ook geen afscheidsgroet in woor den. Alles, de zegenende liefde, die haar hart te geven had, gaf ze hem mee in één langen laatsten blik. En toen zag ze hem gaan miet gebogen hoofd, in groote kalmte. De deur trok hijl heel zacht achter zich toe. Plotseling voelde .ze het baxt samen krimpen tot physieke pijln toe, zoodat ze de hand er tegen drukte. O, dit wasi veel erger voor hem dan voor haar. Het allerzwaarste was voor hem nu pas ge komen. „Ik moet gaan." Dat had alles gezegd. Wat zou hiji langer hier doen? En hij was gekomen met zekerheid, zonder eenigen twijfel, wétende „O, Heer, doe hem de verlossing vinden in U." Heel haar liefde werd een omhoog stijgende begeerte, een bede van het hart tot God, een opgaande zucht: „Doe hem het Leven vinden in U." Die bede ging met haar de dagen door, als ze was bij zieken, of als ze zat en schreef; zonder woorden, begeerte alleen, zucht van het hart. En ze wist, dat ze deze bede even vurig zou bidden, als voor hem het vin den mocht komen eerst na haar dood. Wat wij in dezen roman waardeeren, is wel in de eerste plaats dit, da.t het een boek van diep ernstig leven geworden is. Hier niet de oplossing zop-ais men die elders geeft: nemen als de gelegen heid daartoe geboden wordt; maar ge louterd en geheiligd stijgt het tot het hoogste, nam el ijlt een loslaten van alle eigen wonschen en verlangens, om al leen het geluk van den beminde als doel. te weten. „It is better to have loved and lost,, than never to have loved at all"..... Bemind te hebben en dan te verliezen is de tragedie van menig menschenleven, óók van dat van Heieen, de hoofdfiguur uit dit boek. Maar ook apdaren zijn er die nooit, nooit en niemand hebben liefgehad. En wat moet men van Tennyson's woord zeggen: een dichterlijke leugen, of een diepe waarheid? dings wandel-preektocht het hoofd van den veldwachter op hol. Toen hij den leeraar en zijn schare binnen -de lorps- Srenzen zag, liep hij in groote drift bij en burgervader binnen, uitroepend„Bur gemeester, als je t beveelt, schiet ik ,hem dood!" Doch deze vond het blijkbaar niet goed de Evangelieprediking, welke dan ook, met veldwachterswapenen te beletten en liet dus Ds Budding fcalm zijn gang gaan. Weer op een anderen Zondag trok hij naar den Kloetingschen Weg, hield bij het Nistsepaöje stil, waar ook de waterleiding den straatweg doorsneed, en preekte in de open lucht over Hebr. 13:1113. Door dit water werd Da B, wellicht aangegrepen, want bjj liet de schare aan heffen Psalm 42:4, 5. „Ik ben uWes zeer geelachtig Ook aan dels Jordanen kant, enz." Inderdaad bleef dit niet onopgemerkt, zoodat het gedichtje ontstond: „Zoo gaat de Leeraar voort; Zoo trekt de Schare heen: De Goëssche straatweg hoort De Psalmen van Datheen." Op een anderen keer preekte hij ta Ga- t Wie bemind heeft en dan verliezen moest, zal het vaak als een dichterlijke leugen willen zien. Maar die anderen zoeken een waarheid achter deze woor den. „Eenmaal te hebben liefgehad met al wat in je is, dat moet een voorrecht zijn in je gansche leven." Zij beschouwen het als een weelde, die zij echter nimmer gekend hebben. Bij hen is er niemand geweest, die het vuur in hun hart .ontstoken heeft, die alle deuren van het hart tegelijk open gezet heeft, op wien al hun droomen zich richtten in hunkerend hopen Maar wat het leven ook brengen mag, het een of het ander, als het maar wordt een algeheel e overgave aan God, Wiens doen Majesteit is. Al moest dan de scheiding "komen, Hij bleef nabij!. Al is datgene, Wat men zoo vurig wenschte, nooit tot werkelijkheid gewor den, H(jl overstraalde het leven met Zijn licht. Dan is het niet-bezitten en toch alles zijln eigendom weten 1 Dan is het verliezen maar vinden en ontvangen tegelijk! Het was zeker niet overbodig, de in houd van dezen roman in onze gedachten terug te roepen, nu wiji „Contact" ge lezen hebben. Emma 'Langenberg en Egbert Rengers zijn de hoofdfiguren in dit verhaal. In haar hart groeit liefde voor hem. Ma,ar die liefde moet dood, zegt ze tot zichzelf. Gauw moet dat plantje uitgeroeid worden, vóór dat het al hooger zou op schieten, al dieper en hechter zijn wor tels zou slaan! De liefde tot haar moe der was sterker dan haar liefde tot bem de eerste moest den doorslag geven! Zij was altijd voldaan geweest met het geluk in Moeder. Daarom mocht bet an dere geen plaats hebben in haar hart. Ze zou moed hebben voor het ergste, met hem. Ze zou er niet tegen opzien, mee naar Indië te moeten, waar hijl zijh taak wistMaar haar Moeder te moe ten achterlaten, neen, dat zou nooit kun nen zijn. En daarom., zooals zij eerst el kander naderden, zoo moesten zij nu langzaam aan van elkaar vervreemden Haar hart bad: „O God,, maak hem los van mij, dat hij! er niet onder lijdt." Hij gaat naar Indië, als zendeling-arts. Met de belofte van haar: „Onze gebeden gaan met je mee. Onze gebeden, èn onze gedachten." En hij weet die gebeden zeer noodig te hebben, nn biji .alléén moet gaan Na negen jaren keert hij terug, om uit te rusten van zijln zwaren arbeid, om her stel van gezondheid te zoeken. Hij is weer in het vaderland, en zijl ontmoet hem weer. Hun gesprekken cirkelen nog steeds om het oude, dat er vóór negen jaren was. Maar na de lange jaren van scheiding, waarin .ook haar moeder gestorven is, valt de scheidsmuur weg. Het hart roept en er is een antwoord! Hij! spreekt tot haar van den strijd tus- schen wil en roeping, die altijd één ge weest waren, maar toen ineens in hem, opstonden: twee machten die elkander bevochten. Hijl voelde het toen: een van tweeën moest ondergaan, óf zijn wil, óf zijin roeping. En hij had zijn roeping gevolgd, ,al was het ook ten koste van veel wat hem lief was geworden. Al leen ging hiji naar het verre arbeidsveld Maar- als hij nu nog 'terugfcoeren zal, dan zal het zijn een terugkeer met haar. Want hun harten hadden elkaar gevonden. Het doet leed, te moeten oonstateeren dat „Contact" geen vooruitgang is, geen aanwinst beteefcent. In dit boek herkennen wij niet meer den hoogen stijl van „In Liefde bloeyende". Dat bo-elk had recht op een plaats in de rij' van belangrijke verschijningen in ons hedendaagsch pro za, een plaats, waarop- „'Contact" geen aanspraak heeft. Vergelijking van dit werk met „In Liefde bloeyende" stelt de waarheid van dit woord in het licht. Onze bedenking rijst niet alleen He-gen uitwijdingen, die vaak in verwijderd ver band istaan met den gang van het ver haal, noch ook uitsluitend tegen onjuist heden die we hier en daar aantreffen, maar.meer tegen de weinig-oorspronks- lijlke wjjize waarop de schrijfster haar onderwerp, behandeld heeft. „Contact" teekent ons twee persomen, wier liefde tot elkaar een algeheele ver- wege, onder Krabbendijike, wat de toorn van een .invloedrijk ingezetene opwekte. Deze zond onmiddellijk om soldaten naar het fort te Bath, oin de groote schare uiteen te jagen. Reedis kon de Bevelandsche Hagepredi- ker hun bajonetten zien glinsteren, toen een broer van genoemd ingezetene een bode tot 'deze zond, om to-ch die lieden niet te vervolgen. Dat hielp en dekrijgSr lieden trokken onverrichterzake af. Budding liet daarop Ps;ajm 7821 zingen en met geestdrift rees het lofgezang naar boven en werd Jehov-ah vurig gedankt voor deze uitredding. De trouw van het Goesche volk trof Bu-dding zeer en hij voelde zich met innige banden aan dit volk gehecht, zoo dat hij de „Goesche Leeraar" werd ge noemd. De vervolging nam toe, maar Budding weigerde beslist te wijken. Ongestoord predikte hij des Zondags drie maal en minstens in de week nog vier maal. De opkomst bleef enorm en naim nog steeds toe. Met taai geduld ging men van weers zoden voort om zijn plicht te doen. Bud ding met preefcen en de politie met het opmaken van procesverbaal. Elke preekbeurt kostte circa f 200. Toen de boeten tot ruim f 40.000 waren op ge- een i ging worden mag. Hier niet een lief hebben om dan te verliezen, noch de bewustheid nooit 'te hebben liefgehad. Maar de kunst van de schrijfster, die in eersfgenoemden roman tot zulk een .verre hoogte wist te stijgen, stelt onsin dit boek teleur. Velen zullen dit met ons' betreuren. A. L. VAN O YEN. MET N.V. DOGCAKESFABRIEK DORDRECHT Belangrijke zitting voor Middel burg en omgeving. Waterleiding ien electriciteit. De meelfabriek. Ditmaal een korte agenda, maar met zeer belangrijke punten. Het was dus wel te verwachten dat de vergadering niet zoo spoedig zou zijln afgeloope-n. Jammer, dat de A.R. fractie voor 50 pet. afwezig was! Ook het eenige lid van den Vrijheidsbond had bericht van ver hindering gezonden. Van beiang wt*s zeker <10 ministerieels mededeeling, dat de bijzondere wacht geldregeling, die reeds geruimen tij'd voor het personeel der stopistaande meelfabriek geldt, m'et 1 Juli zal worden beëindigd. Dank zij de medewerking der Directie van deze fabriek en die van het Rijlk heeft de gemeente al dien tijid betrekkelijk weinig (althans minder dan aan andere lotgenoo- ten) aan deze werkloo-ze-n moeten bijdra gen. Maar de zekerheid, dat deze fabriek weer eenmaal zal gaan weiken, schijlnt niet gegeven te kunnen worden, dus ver valt de regeling, waar dhr Jeronimus om onverklaarbare redenen altijd tegen gestemd heeft. Het slöjd-onderwijis zal wel eenmaal in Middelburg zijn intrede doen, maar voor- loopig zullen B. en W. toch niet meer doen, dan, bij vacatures aan de O.L. scho len, leerkrachten in het bezit dezer akte benoemen, als ze natuurlijk in de andere vakken ook bekwaam zijd. Bij de begroo ting kan er dan over een eventueele in voering van het vak gesproken worden. Dat de vervulling van de vacature van hoo-fd-op'zichter bij gemeentewerken stof zou opjagen, was te verwachten. B. en W. wilden het salaris wat omhoog brengen, enkele diploma's vragen en het recht van benoeming aan zich brengen. Misschien, dat de nieuwe salaris-rege ling niet zooveel bezwaar zou ontmoet hebben,, als B. en W. in de keuze van hun motieven wat gelukkiger waren geweest. Als men nieuwe eischen stelt en zooals B. en W. lieten doorschemeren het verrichten van andere werkzaamheden zooveel mogelijk wil tegengaan, dan is er iets voo-r te zeggen, o-m, wil men een goede (kracht krijgen, het salaris wat te verhoogen. Maar een fout was het zeker, om te rep pen van de 8„5 pet. pensioen-korting voor nieuw aan te stellen gemeente-personeel. Zeer terecht werden B. en W. hierover door vrijwel alle fracties gekapitteld. Men spreekt hier ook niet van, als er lager personeel moet worden aangesteld. Tenslotte kreeg eeu voorstel van den heer Jeronimus o-m het minimum van het sa laris met f 200 te veriagen slechts 4 van de 14 stemmen, maar zagen B. en W. hun voorstel om de benoeming aan hun college op te dragen, slechts door één Raadslid (buiten de wethouders) gesteund. Bij de vaststelling van de rekeningen der bedrijven over 1928 bleek nog eens weer ten overvloede (ook in den ge meenteraad van Goes zijn deze geluiden al eens eer gehoord), dat begrootingen van een commercieel bedrijf die nu eenmaal door hoogere colleges geëischt worden van, zeer geringe waarde zijin. Er is geen staat op te maken. En natuurlijk moppert dan een gemeen teraad,, .als blijkt, dat posten, die 'feitelijk niet te ramen zijln, belangrijk .zijn over schreden. Toen kwamen de drie voorstellen, die loopen vonden 'de rechters het al wel letje®, en lieten plotseling op een avond Ds Budding en zij'h ouderling Do Jonge arreisteeren en in het Huis van Bewaring opsluiten. De toestand voor de beide gevangenen was dragelijk, men zond hun van alles, zoodat zij den druk niet zpio gevoelden. Maar de vrouw van De Jonge (den He- melschen Bakker) moest met haar groot aantal kinderen maar zien, hoe ze aan den fcoslt kwam. Na een poo-s gevangen gezeten te heb ben, besloot hij „de vrijheid" aan te vragen en kwam zoodoende weer op vrije voeten. Dit deed velen smartelijk aan, aoo'n draai hadden ziji van Budding niet verwacht. Doch Budding draaide sloms zop om, dat niemand hern kon peilen. Budding werd nu weer leeraar bij de Af gescheidenen, doch het ging niet meer zoo van harte. De break zau eenmaal volkomen worden. De kwestie van het vrij heid vragen en die der Psalmberij'ming waren gevoelige zaken voor hem. Deze breuk ,kwani aldus: Zooialis reeds aangestipt, was hijl reeds bij zijn optreden te Biggefcerke tegen de nieuwe Psalmen. Deze Psalmberijming was volgens hem de eerste openbaring geweest van den afval der kerk en ziji was, naar hij' zeide, „ingevoerd op ©en niet alleen voor Middelburg,, maar ook voor het platteland van Walcheren van groote beteekenis zijn. Wij bedoelen de drinkwatervoorziening van 'tZand, de electrificatie-overeenkomst met de P.Z.E.M. en de verbetering en uitbreiding van de duinwaterleiding (waaraan vast zit de watervoorziening van het platteland van Walcheren). Krachtige bestrijding ondervond alleen het laatste voorstel, wat ook geen wonder was, want groote sommen zijin hiermede gemoeid. Toch gelukte het B. en W. en speciaal wethouder De Veer om het aangenomen te krijgen, waarbij1 alleen dhr Streeikerk buiten stemming wenschte te blijven. De beide eerstgenoemde voor stellen werden z.h.st. aangenomen. Middelburg blijft dus in de toekomst stroom leveren aan het Zand en een ge deelte van St.. Laurens en zal nu ook (ge lijk het St. Laurens reeds deed) het Zand van water voorzien. Het is wel van belang, om dit met na druk te constateeren, want er is eenige jaren zooiets in de molen geweest van een annexatie van die gebieden _en we zouden niet gaarne beweren, dat d'ie an nexatie-poging niet zal worden herhaald. Ingewijden weten wel oeter. En nu is het Middelburg zeker wat waard, als het straks zeggen kan, dat het Zand en St. Laurens reeds voor een groot deel eco nomisch van Middelburg afhankelijk zijn! Het Zand en een deel van St. Laurens blijven dus hun stroom van Middelburg betrekken (ook het nieuwe gemaal vau den Polder Walcheren wordt klant van Middelburg) en zijn goedkooper uit dan wanneer ze door de P.Z.E.M. oediend werden. De P.Z.E.M. krijgt van Middelburg de gemaakte plannen voor de electrificatie der middengroep en mag bet schakel huisje mee gebruiken. Eén vraag zouden we hierbij willen stellen: gaat dit alles buiten de gemeen tebesturen van St. Laurens en Koude- kerke om? Zijn die er niet in gekend? Het geval zal zich nu straks voor doen, dat de ingezetenen van eenzelfde gemeente Verschillende stroomprijzen zul len moeten betalen. Dit hangt er maar van af, of ze binnen dan wel buiten den Middelburgsehen cirkel wonen. Ons dunkt, dit is toch wel iets, wat de 'be sturen dier gemeenten interesseert. De drinkwatervoorziening van 'tZand komt dus nu ook voor elkaar. Ei* was aanvankelijk wel eenig bezwaar tegen de geringe garantie (10 pCt. van het in de zaak te steken kapitaal per jaar aan op brengst), maar ten slotte ging de Raad er to-ch mee accoord. De Middelburgsche waterleiding is in den loop der jaren een kind van veel zorg geweest. Tekorten moesten wel eens bijgepast en -over de kwaliteit van het water is niet zelden geklaagd. B. en W. hadden nu een voorstel in gediend, dat er nogal inhakte. Wel wat al te veel, vonden verschillende Raads leden. Eén van tweeën zou het gevolg zijn: bijpassing van een te verwachten tekort uit de gemeentekas en dus belas- tingverhooging óf verhooging der tarie ven. Zulk een uitgaaf achtten zij' voor Middelburg alleen niet noodig. En daar om lag volgens hen in het voorstel de tendenz: waterlevering aan het platte land van Walcheren. Iets, wat zij niet in orde vonden, want daarover was geen principe-besluit gevallen. Wethouder De Veer had geen gemak kelijke taak. Hij meende, dat de verbete ring voor Middelburg óók zeer zeker noo dig is (de waterleiding is al 40 jaar oud en moet eens grondig herzien wor den), maar dat ze tevens kan dienen, als Middelburg het platteland moet gaan voorzien. Hij erkende, dat het daarmee nog wel niet direct zoo'n vaart zal loopen. (On begrijpelijk in deze droogte-periode!). Dom burg en Oostkapelle zullen wel aanslui ten, misschien ook Souburg, waarmee men in onderhandeling is. Maar dan is ook voor 't oogenblik alles gezegd. Hoe het zij, de waterleiding moet ver beterd worden, óók voor Middelburg. Met het oude kan niet langer worden vol staan. Ten slotte stemden alle leden uit gezonderd dhr Streefkerk óók de be zuinigingsfractie, vóór het voorstel. Het was een bqlangrjjke middag .voor Middelburg en omgeving. van God veroordeelde, onreine manier, door onwettige, hoogmoedige en onchris telijke besluiten." Te Middelburg had de kerkeraad het be sluit genomen, om de nieuwe Psalmberijr ming te handhaven. De oude vond mem wel ootmoedig gestamd, doch droef on- beholp-en berijmd en niét naar den eisch dier dagen. Budding wasi hierover zeer vertoornd em fcwarn hiertegen heftig in verzet. j i Een niets -ontziende twist ontstond er door zijn drijven. De Middelburgsche broe deren -stelden Ds B. voor een Synode bij elkaar te roepen, om over Budding's bezwaren tegen de nieuwe Psalmen te handelen. Ofschoon hij daar wel iets voor gevoelde, „zou hij! er persoonlijk niet komen". 'tWa!s voor hem een uitgemaakte zaak, want zoo redeneerde hij met de voorstanders der Psalmen Datheen mede: „De Kerk is m-et de Psalmen van Da theen als in een geestelijk huwelijk ver bonden. Reeds in 1580 op de Synode te Middelburg, -en dit is later bevestigd op de Synode in 16181619. En alzoo zou den wij, bij verwerping der oude Psalmen ons schuldig maken aan Bondsbreuk en Huwelijksschennis' (Wordt vervolgd,)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5