DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Voor den Zondag.
Ds H. J. BUDDIKS EN DE ZIJNEN
FLORA'S HOENDERBESCHUIT
FEUILLETON
MEER EN BETERE EIEREN
Uit den Middelbugschen Raad.
t
VAN
ZATERDAG 15 JUNI 1929. No. 215.
BRUILOFT EN TEMPEL.
En Jezus was ook genood en
Zijne discipelen tot de bruiloft.
En Hij vond in den tempel
i Johannes 2:2 en 14.
Het blijve altijd de aandacht trekken,
dat Jezus Zijn eerste Messiasteeken ver
richt heeft op een bruiloft.
Nauwelijks is Hij van Zijn wegbereider
tot Zijn openlijken Messiasarbeid inge
leid. Pas is de Heilige Geest in duivenge-
daante op Hem nedergedaald en werd
over Hem de stem des Vaders gehoord.
De verzoeker in de woestijn moest wij
ken voor Zijn: „daar staat geschrevenI"
Uit de kringen van den Dooper volgen
Hein Zijn eerste discipelen.
Nu gaat Hjj dan heen, bereid tot den
doodelijken kamp, waarvan de woestijn-
verzoeking het voorpostengevecht is ge
weest.
Hij gaat heen met het doel de werken
des duivels te verbreken.
Misschien zoekt uw oog Hem in Jeru
salem, in den tempel.
Straks. Straks. Dan zal Hij daar mat
den geesel van touwtjes wegdrijven de
kooplieden en de wisselaars, ae schapen
en de ossen.
Nu nog niet. Nu is Zijn eerste gang
naar een bruiloft.
Eerst de bruiloft, dan de tempel.
Toevallig kan dit niet zijn.
'Zoo moet het. Zoo ligt dat in Gods
Raad.
Deze orde is Gods orde.
In de woestijnverzoeking ging Jezus in
het huis van den Sterke om dien Sterke
te binden. Nu gaat Hij hem zijn vaten
ontrooven. Nu moet de in eenzame wor
steling behaalde triumf worden verwerke
lijkt in het leven.
En dan niet slechts in een stukje van
het leven maar in héél het volle leven, in
al ^'n geledingen en verhoudingen, in al
z'n hoogten en diepten.
Daartoe gaat Jezus uit de woestijn nog
niet naar den tempel maar- juist het al
lereerst naar de bruiloft.
Daar, op diei bruiloft, méér nog dan in
den tempel, hoort Zijn oor het menschen-
leven kloppen.
In de bruiloft begint het huwelijk.
En in het huwelijk begint het gezin.
En in dat gezinsleven liggen de wor
tels, de kiemen, de spruitsels, de botten,
waaruit heel het menschenleven moet
wassen en bloeien.
Dat huisgezin is het vat bij uitnemend
heid, dat aan den Overste dezer wereld
moet worden ontweldigd.
Zonder het huisgezin geelt tempel.
Want niet uit enkele personen, hier
één en daar één, los en vreemd van elkan
der, belieft het God Zijn kerk te bouwen,
maar juist uit de huisgezinnen. Geloof in
den Heere Jezus Christus en gij zult zalig
worden, gijen uw huis I
Satan in het gezin, dat isSatan in het
leven.
Jezus in het gezin, dat is: Jezus in het
leven.
Eerst de bruiloft, dan de tempel.
Voor deze orde Gods zij open het oog
van wie zoekt naar de oorzaken van de
onmiskenbare ontreddering in menig jong
leven.
Waar de band aan Woord en belijdenis
is gerekt of stukgerafeld, is dit, wel niet
altijd, maar toch vaker dan wel eens
wordt vermoed, middellijkerwijs gevolg
van de scheefgetrokken verhoudingen, in
eigen huiselijk leven, waar te weinig is
gezien de blijde kracht van het geloofs
leven.
De eritiek der jongeren is wel eens te
wijten aan de kwaal der ouderen.
Dan is er in zulk een huis nog wel ge
bod op gebod. Er Is ook nog wel een Bij
bel «n een gemeenschappelijk gebed.. Maar
er is niet meer de heerlijkheid van Jezus
uitschitterend in eon elkander toegewijd
samenleven.
door A. M. WESSELS.
7.) 'O
Men kreeg nu twee groepen, n.l. Ds
B., die zijin zin doordreef en in de Wijn
gaardstraat bleef preeken en vier alndere
groepen (toch vereend), die ieder met een
deel vergaderden in de huizen van SP.
Geense, H. Zwieter, Joh. de Lange en L.
LauroSse. De ouderling las een predikatie
en men stichtte elkaar.
Een zware taalir. brak voor de Geïef.
Kerk van Goes aan.
Ds Budding trok veel volk. 'Uit Noord-
Beveland kwam. men met een schip tot
het Sas van Goes en liep dan naar de
Stad om zij:n prediking te hoor en.
En daartegenover, preeldezende ouder
lingen1 Hoe moest dat gaan?
Budding trok veel volk, zooveel dat zijl
niet in zijd vergaderzaal (konden. „Dit waS
niet zoo erg," zei hij, „ga maar mieel
Buiten ruimte genoeg."
Dan wandelde hij naar het Saë van
Goes (een uur loopen), terwijl hij onder
weg preekte en psalmen liet zingen.
Ta Wilhelminadorp raaikte door Bud-
Heit water wordt er niet meer tot wjjn.
En dan kan men wel pogen den tempel
te reformeeren.
Maar reformatie van den tempel zon
der reformatie van het huisgezin mislukt.
Eerst de bruiloft.
Dan de teimpel.
ZIJN STEM.
Een groote toekomst gaan we tegen
De menschen zijn zoo knap;
Ontdekt wordt alles, en steeds verder
Gaat „alle wetenschap.
En tochen tocheen bange vreeze
Woont diep in mijn gemoed.
We gaan vooruit 'tzal wel zoo wezen,
Maar is de richting goed?
Ik hoor zoo vele stemmen trillen
Van nijd en klassenhaat,
Mjjn geestesoog ziet niet de toekomst
In zoo héél licht gewaad.
Tevredenheid is ver te zoeken,
Geloof en liefde kwijnt,
Omdat de Zon van licht en leven
Niet meer in 't harte schijnt.
Ik hoor zoo vele stemmen trillen,
Maar zelden Liefde's stem,
Zou niet de richting beter wezen,
Ging zij terug naar Hém?
CONTACT
door J. L. F. de Liefde.
Ieder die deze schrijfster kent uit haai
roman „In Liefde bloeyende" weet, dat
zij onze litteratuur verrijkt heeft met een
werk dat goed is en schoon.
Deze twee eigenschappen sieren dezen
roman, die geprezen mag worden om zijn
hoogst sympathieken ernst; voor onze
litteratuur vormt hij een belangrijke aan
winst.
„In Liefde bloeyende" boeit, en het is
knap geschreven. De rijke woordkeus, die
soberheid echter geenszins uitsluit, maakt
deze roman, óók wat betreft de taal, tot
een boeik van meer dan gewone waarde.
Lees bijvoorbeeld het slot; zoo sober,
zoo zuiver, sterk door ingehouden kracht:
Zacht liet hijl haar handen vrij. „Nu
moet ik gaan."
Ze had ook geen afscheidsgroet in woor
den. Alles, de zegenende liefde, die haar
hart te geven had, gaf ze hem mee in één
langen laatsten blik.
En toen zag ze hem gaan miet gebogen
hoofd, in groote kalmte. De deur trok
hijl heel zacht achter zich toe.
Plotseling voelde .ze het baxt samen
krimpen tot physieke pijln toe, zoodat
ze de hand er tegen drukte. O, dit wasi
veel erger voor hem dan voor haar. Het
allerzwaarste was voor hem nu pas ge
komen. „Ik moet gaan." Dat had alles
gezegd. Wat zou hiji langer hier doen? En
hij was gekomen met zekerheid, zonder
eenigen twijfel, wétende
„O, Heer, doe hem de verlossing vinden
in U."
Heel haar liefde werd een omhoog
stijgende begeerte, een bede van het
hart tot God, een opgaande zucht: „Doe
hem het Leven vinden in U."
Die bede ging met haar de dagen
door, als ze was bij zieken, of als ze
zat en schreef; zonder woorden, begeerte
alleen, zucht van het hart.
En ze wist, dat ze deze bede even
vurig zou bidden, als voor hem het vin
den mocht komen eerst na haar dood.
Wat wij in dezen roman waardeeren,
is wel in de eerste plaats dit, da.t het een
boek van diep ernstig leven geworden
is. Hier niet de oplossing zop-ais men
die elders geeft: nemen als de gelegen
heid daartoe geboden wordt; maar ge
louterd en geheiligd stijgt het tot het
hoogste, nam el ijlt een loslaten van alle
eigen wonschen en verlangens, om al
leen het geluk van den beminde als doel.
te weten.
„It is better to have loved and lost,,
than never to have loved at all".....
Bemind te hebben en dan te verliezen
is de tragedie van menig menschenleven,
óók van dat van Heieen, de hoofdfiguur
uit dit boek.
Maar ook apdaren zijn er die nooit,
nooit en niemand hebben liefgehad.
En wat moet men van Tennyson's
woord zeggen: een dichterlijke leugen,
of een diepe waarheid?
dings wandel-preektocht het hoofd van
den veldwachter op hol. Toen hij den
leeraar en zijn schare binnen -de lorps-
Srenzen zag, liep hij in groote drift bij
en burgervader binnen, uitroepend„Bur
gemeester, als je t beveelt, schiet ik ,hem
dood!"
Doch deze vond het blijkbaar niet goed
de Evangelieprediking, welke dan ook,
met veldwachterswapenen te beletten en
liet dus Ds Budding fcalm zijn gang gaan.
Weer op een anderen Zondag trok hij
naar den Kloetingschen Weg, hield bij het
Nistsepaöje stil, waar ook de waterleiding
den straatweg doorsneed, en preekte in
de open lucht over Hebr. 13:1113.
Door dit water werd Da B, wellicht
aangegrepen, want bjj liet de schare aan
heffen Psalm 42:4, 5.
„Ik ben uWes zeer geelachtig
Ook aan dels Jordanen kant, enz."
Inderdaad bleef dit niet onopgemerkt,
zoodat het gedichtje ontstond:
„Zoo gaat de Leeraar voort;
Zoo trekt de Schare heen:
De Goëssche straatweg hoort
De Psalmen van Datheen."
Op een anderen keer preekte hij ta Ga-
t Wie bemind heeft en dan verliezen
moest, zal het vaak als een dichterlijke
leugen willen zien. Maar die anderen
zoeken een waarheid achter deze woor
den. „Eenmaal te hebben liefgehad met
al wat in je is, dat moet een voorrecht
zijn in je gansche leven."
Zij beschouwen het als een weelde, die
zij echter nimmer gekend hebben. Bij hen
is er niemand geweest, die het vuur in
hun hart .ontstoken heeft, die alle deuren
van het hart tegelijk open gezet heeft,
op wien al hun droomen zich richtten in
hunkerend hopen
Maar wat het leven ook brengen mag,
het een of het ander, als het maar wordt
een algeheel e overgave aan God, Wiens
doen Majesteit is.
Al moest dan de scheiding "komen, Hij
bleef nabij!.
Al is datgene, Wat men zoo vurig
wenschte, nooit tot werkelijkheid gewor
den, H(jl overstraalde het leven met Zijn
licht.
Dan is het niet-bezitten en toch alles
zijln eigendom weten 1
Dan is het verliezen maar vinden
en ontvangen tegelijk!
Het was zeker niet overbodig, de in
houd van dezen roman in onze gedachten
terug te roepen, nu wiji „Contact" ge
lezen hebben.
Emma 'Langenberg en Egbert Rengers
zijn de hoofdfiguren in dit verhaal.
In haar hart groeit liefde voor hem.
Ma,ar die liefde moet dood, zegt ze tot
zichzelf. Gauw moet dat plantje uitgeroeid
worden, vóór dat het al hooger zou op
schieten, al dieper en hechter zijn wor
tels zou slaan! De liefde tot haar moe
der was sterker dan haar liefde tot bem
de eerste moest den doorslag geven!
Zij was altijd voldaan geweest met het
geluk in Moeder. Daarom mocht bet an
dere geen plaats hebben in haar hart.
Ze zou moed hebben voor het ergste,
met hem. Ze zou er niet tegen opzien,
mee naar Indië te moeten, waar hijl zijh
taak wistMaar haar Moeder te moe
ten achterlaten, neen, dat zou nooit kun
nen zijn. En daarom., zooals zij eerst el
kander naderden, zoo moesten zij nu
langzaam aan van elkaar vervreemden
Haar hart bad: „O God,, maak hem los
van mij, dat hij! er niet onder lijdt."
Hij gaat naar Indië, als zendeling-arts.
Met de belofte van haar: „Onze gebeden
gaan met je mee. Onze gebeden, èn onze
gedachten." En hij weet die gebeden zeer
noodig te hebben, nn biji .alléén moet
gaan
Na negen jaren keert hij terug, om uit
te rusten van zijln zwaren arbeid, om her
stel van gezondheid te zoeken. Hij is
weer in het vaderland, en zijl ontmoet
hem weer. Hun gesprekken cirkelen nog
steeds om het oude, dat er vóór negen
jaren was.
Maar na de lange jaren van scheiding,
waarin .ook haar moeder gestorven is,
valt de scheidsmuur weg. Het hart roept
en er is een antwoord!
Hij! spreekt tot haar van den strijd tus-
schen wil en roeping, die altijd één ge
weest waren, maar toen ineens in hem,
opstonden: twee machten die elkander
bevochten. Hijl voelde het toen: een van
tweeën moest ondergaan, óf zijn wil, óf
zijin roeping. En hij had zijn roeping
gevolgd, ,al was het ook ten koste van
veel wat hem lief was geworden. Al
leen ging hiji naar het verre arbeidsveld
Maar- als hij nu nog 'terugfcoeren zal,
dan zal het zijn een terugkeer met haar.
Want hun harten hadden elkaar gevonden.
Het doet leed, te moeten oonstateeren
dat „Contact" geen vooruitgang is, geen
aanwinst beteefcent. In dit boek herkennen
wij niet meer den hoogen stijl van „In
Liefde bloeyende". Dat bo-elk had recht
op een plaats in de rij' van belangrijke
verschijningen in ons hedendaagsch pro
za, een plaats, waarop- „'Contact" geen
aanspraak heeft. Vergelijking van dit
werk met „In Liefde bloeyende" stelt de
waarheid van dit woord in het licht.
Onze bedenking rijst niet alleen He-gen
uitwijdingen, die vaak in verwijderd ver
band istaan met den gang van het ver
haal, noch ook uitsluitend tegen onjuist
heden die we hier en daar aantreffen,
maar.meer tegen de weinig-oorspronks-
lijlke wjjize waarop de schrijfster haar
onderwerp, behandeld heeft.
„Contact" teekent ons twee persomen,
wier liefde tot elkaar een algeheele ver-
wege, onder Krabbendijike, wat de toorn
van een .invloedrijk ingezetene opwekte.
Deze zond onmiddellijk om soldaten naar
het fort te Bath, oin de groote schare
uiteen te jagen.
Reedis kon de Bevelandsche Hagepredi-
ker hun bajonetten zien glinsteren, toen
een broer van genoemd ingezetene een
bode tot 'deze zond, om to-ch die lieden
niet te vervolgen. Dat hielp en dekrijgSr
lieden trokken onverrichterzake af.
Budding liet daarop Ps;ajm 7821 zingen
en met geestdrift rees het lofgezang naar
boven en werd Jehov-ah vurig gedankt
voor deze uitredding.
De trouw van het Goesche volk trof
Bu-dding zeer en hij voelde zich met
innige banden aan dit volk gehecht, zoo
dat hij de „Goesche Leeraar" werd ge
noemd.
De vervolging nam toe, maar Budding
weigerde beslist te wijken. Ongestoord
predikte hij des Zondags drie maal en
minstens in de week nog vier maal. De
opkomst bleef enorm en naim nog steeds
toe.
Met taai geduld ging men van weers
zoden voort om zijn plicht te doen. Bud
ding met preefcen en de politie met het
opmaken van procesverbaal.
Elke preekbeurt kostte circa f 200. Toen
de boeten tot ruim f 40.000 waren op ge-
een i ging worden mag. Hier niet een lief
hebben om dan te verliezen, noch de
bewustheid nooit 'te hebben liefgehad.
Maar de kunst van de schrijfster, die in
eersfgenoemden roman tot zulk een .verre
hoogte wist te stijgen, stelt onsin dit
boek teleur.
Velen zullen dit met ons' betreuren.
A. L. VAN O YEN.
MET
N.V. DOGCAKESFABRIEK
DORDRECHT
Belangrijke zitting voor Middel
burg en omgeving. Waterleiding
ien electriciteit. De meelfabriek.
Ditmaal een korte agenda, maar met
zeer belangrijke punten. Het was dus wel
te verwachten dat de vergadering niet
zoo spoedig zou zijln afgeloope-n.
Jammer, dat de A.R. fractie voor 50
pet. afwezig was! Ook het eenige lid van
den Vrijheidsbond had bericht van ver
hindering gezonden.
Van beiang wt*s zeker <10 ministerieels
mededeeling, dat de bijzondere wacht
geldregeling, die reeds geruimen tij'd voor
het personeel der stopistaande meelfabriek
geldt, m'et 1 Juli zal worden beëindigd.
Dank zij de medewerking der Directie van
deze fabriek en die van het Rijlk heeft de
gemeente al dien tijid betrekkelijk weinig
(althans minder dan aan andere lotgenoo-
ten) aan deze werkloo-ze-n moeten bijdra
gen. Maar de zekerheid, dat deze fabriek
weer eenmaal zal gaan weiken, schijlnt
niet gegeven te kunnen worden, dus ver
valt de regeling, waar dhr Jeronimus
om onverklaarbare redenen altijd tegen
gestemd heeft.
Het slöjd-onderwijis zal wel eenmaal in
Middelburg zijn intrede doen, maar voor-
loopig zullen B. en W. toch niet meer
doen, dan, bij vacatures aan de O.L. scho
len, leerkrachten in het bezit dezer akte
benoemen, als ze natuurlijk in de andere
vakken ook bekwaam zijd. Bij de begroo
ting kan er dan over een eventueele in
voering van het vak gesproken worden.
Dat de vervulling van de vacature van
hoo-fd-op'zichter bij gemeentewerken stof
zou opjagen, was te verwachten. B. en W.
wilden het salaris wat omhoog brengen,
enkele diploma's vragen en het recht
van benoeming aan zich brengen.
Misschien, dat de nieuwe salaris-rege
ling niet zooveel bezwaar zou ontmoet
hebben,, als B. en W. in de keuze van hun
motieven wat gelukkiger waren geweest.
Als men nieuwe eischen stelt en zooals
B. en W. lieten doorschemeren het
verrichten van andere werkzaamheden
zooveel mogelijk wil tegengaan, dan is er
iets voo-r te zeggen, o-m, wil men een
goede (kracht krijgen, het salaris wat te
verhoogen.
Maar een fout was het zeker, om te rep
pen van de 8„5 pet. pensioen-korting voor
nieuw aan te stellen gemeente-personeel.
Zeer terecht werden B. en W. hierover
door vrijwel alle fracties gekapitteld. Men
spreekt hier ook niet van, als er lager
personeel moet worden aangesteld.
Tenslotte kreeg eeu voorstel van den heer
Jeronimus o-m het minimum van het sa
laris met f 200 te veriagen slechts 4
van de 14 stemmen, maar zagen B. en W.
hun voorstel om de benoeming aan hun
college op te dragen, slechts door één
Raadslid (buiten de wethouders) gesteund.
Bij de vaststelling van de rekeningen
der bedrijven over 1928 bleek nog eens
weer ten overvloede (ook in den ge
meenteraad van Goes zijn deze geluiden
al eens eer gehoord), dat begrootingen
van een commercieel bedrijf die nu
eenmaal door hoogere colleges geëischt
worden van, zeer geringe waarde zijin.
Er is geen staat op te maken.
En natuurlijk moppert dan een gemeen
teraad,, .als blijkt, dat posten, die 'feitelijk
niet te ramen zijln, belangrijk .zijn over
schreden.
Toen kwamen de drie voorstellen, die
loopen vonden 'de rechters het al wel
letje®, en lieten plotseling op een avond
Ds Budding en zij'h ouderling Do Jonge
arreisteeren en in het Huis van Bewaring
opsluiten.
De toestand voor de beide gevangenen
was dragelijk, men zond hun van alles,
zoodat zij den druk niet zpio gevoelden.
Maar de vrouw van De Jonge (den He-
melschen Bakker) moest met haar groot
aantal kinderen maar zien, hoe ze aan
den fcoslt kwam.
Na een poo-s gevangen gezeten te heb
ben, besloot hij „de vrijheid" aan te vragen
en kwam zoodoende weer op vrije voeten.
Dit deed velen smartelijk aan, aoo'n draai
hadden ziji van Budding niet verwacht.
Doch Budding draaide sloms zop om, dat
niemand hern kon peilen.
Budding werd nu weer leeraar bij de Af
gescheidenen, doch het ging niet meer
zoo van harte. De break zau eenmaal
volkomen worden. De kwestie van het vrij
heid vragen en die der Psalmberij'ming
waren gevoelige zaken voor hem. Deze
breuk ,kwani aldus:
Zooialis reeds aangestipt, was hijl reeds
bij zijn optreden te Biggefcerke tegen de
nieuwe Psalmen. Deze Psalmberijming
was volgens hem de eerste openbaring
geweest van den afval der kerk en ziji
was, naar hij' zeide, „ingevoerd op ©en
niet alleen voor Middelburg,, maar ook
voor het platteland van Walcheren van
groote beteekenis zijn.
Wij bedoelen de drinkwatervoorziening
van 'tZand, de electrificatie-overeenkomst
met de P.Z.E.M. en de verbetering en
uitbreiding van de duinwaterleiding
(waaraan vast zit de watervoorziening van
het platteland van Walcheren).
Krachtige bestrijding ondervond alleen
het laatste voorstel, wat ook geen wonder
was, want groote sommen zijin hiermede
gemoeid. Toch gelukte het B. en W.
en speciaal wethouder De Veer om
het aangenomen te krijgen, waarbij1 alleen
dhr Streeikerk buiten stemming wenschte
te blijven. De beide eerstgenoemde voor
stellen werden z.h.st. aangenomen.
Middelburg blijft dus in de toekomst
stroom leveren aan het Zand en een ge
deelte van St.. Laurens en zal nu ook (ge
lijk het St. Laurens reeds deed) het Zand
van water voorzien.
Het is wel van belang, om dit met na
druk te constateeren, want er is eenige
jaren zooiets in de molen geweest van
een annexatie van die gebieden _en we
zouden niet gaarne beweren, dat d'ie an
nexatie-poging niet zal worden herhaald.
Ingewijden weten wel oeter. En nu is
het Middelburg zeker wat waard, als het
straks zeggen kan, dat het Zand en St.
Laurens reeds voor een groot deel eco
nomisch van Middelburg afhankelijk zijn!
Het Zand en een deel van St. Laurens
blijven dus hun stroom van Middelburg
betrekken (ook het nieuwe gemaal vau
den Polder Walcheren wordt klant van
Middelburg) en zijn goedkooper uit dan
wanneer ze door de P.Z.E.M. oediend
werden.
De P.Z.E.M. krijgt van Middelburg de
gemaakte plannen voor de electrificatie
der middengroep en mag bet schakel
huisje mee gebruiken.
Eén vraag zouden we hierbij willen
stellen: gaat dit alles buiten de gemeen
tebesturen van St. Laurens en Koude-
kerke om? Zijn die er niet in gekend?
Het geval zal zich nu straks voor
doen, dat de ingezetenen van eenzelfde
gemeente Verschillende stroomprijzen zul
len moeten betalen. Dit hangt er maar
van af, of ze binnen dan wel buiten
den Middelburgsehen cirkel wonen. Ons
dunkt, dit is toch wel iets, wat de 'be
sturen dier gemeenten interesseert.
De drinkwatervoorziening van 'tZand
komt dus nu ook voor elkaar. Ei* was
aanvankelijk wel eenig bezwaar tegen de
geringe garantie (10 pCt. van het in de
zaak te steken kapitaal per jaar aan op
brengst), maar ten slotte ging de Raad
er to-ch mee accoord.
De Middelburgsche waterleiding is in
den loop der jaren een kind van veel
zorg geweest. Tekorten moesten wel eens
bijgepast en -over de kwaliteit van het
water is niet zelden geklaagd.
B. en W. hadden nu een voorstel in
gediend, dat er nogal inhakte. Wel wat
al te veel, vonden verschillende Raads
leden. Eén van tweeën zou het gevolg
zijn: bijpassing van een te verwachten
tekort uit de gemeentekas en dus belas-
tingverhooging óf verhooging der tarie
ven. Zulk een uitgaaf achtten zij' voor
Middelburg alleen niet noodig. En daar
om lag volgens hen in het voorstel de
tendenz: waterlevering aan het platte
land van Walcheren. Iets, wat zij niet in
orde vonden, want daarover was geen
principe-besluit gevallen.
Wethouder De Veer had geen gemak
kelijke taak. Hij meende, dat de verbete
ring voor Middelburg óók zeer zeker noo
dig is (de waterleiding is al 40 jaar
oud en moet eens grondig herzien wor
den), maar dat ze tevens kan dienen, als
Middelburg het platteland moet gaan
voorzien.
Hij erkende, dat het daarmee nog wel
niet direct zoo'n vaart zal loopen. (On
begrijpelijk in deze droogte-periode!). Dom
burg en Oostkapelle zullen wel aanslui
ten, misschien ook Souburg, waarmee
men in onderhandeling is. Maar dan is
ook voor 't oogenblik alles gezegd.
Hoe het zij, de waterleiding moet ver
beterd worden, óók voor Middelburg. Met
het oude kan niet langer worden vol
staan.
Ten slotte stemden alle leden uit
gezonderd dhr Streefkerk óók de be
zuinigingsfractie, vóór het voorstel.
Het was een bqlangrjjke middag .voor
Middelburg en omgeving.
van God veroordeelde, onreine manier,
door onwettige, hoogmoedige en onchris
telijke besluiten."
Te Middelburg had de kerkeraad het be
sluit genomen, om de nieuwe Psalmberijr
ming te handhaven. De oude vond mem
wel ootmoedig gestamd, doch droef on-
beholp-en berijmd en niét naar den eisch
dier dagen. Budding wasi hierover zeer
vertoornd em fcwarn hiertegen heftig in
verzet. j i
Een niets -ontziende twist ontstond er
door zijn drijven. De Middelburgsche broe
deren -stelden Ds B. voor een Synode
bij elkaar te roepen, om over Budding's
bezwaren tegen de nieuwe Psalmen te
handelen. Ofschoon hij daar wel iets voor
gevoelde, „zou hij! er persoonlijk niet
komen". 'tWa!s voor hem een uitgemaakte
zaak, want zoo redeneerde hij met de
voorstanders der Psalmen Datheen mede:
„De Kerk is m-et de Psalmen van Da
theen als in een geestelijk huwelijk ver
bonden. Reeds in 1580 op de Synode te
Middelburg, -en dit is later bevestigd op
de Synode in 16181619. En alzoo zou
den wij, bij verwerping der oude Psalmen
ons schuldig maken aan Bondsbreuk en
Huwelijksschennis'
(Wordt vervolgd,)