Wat er deze week voorviel. Het Vrouwenhoekje. Het Zeeuwsche hoekje. Voor de Jeugd. Posterijen en Telegrafie Iedere tijd heeft zoo zijn eigen licht en schaduwzijden. Dat geldt ook van den zomertijd, die zoo heel veel goeds en moois biedt, maar waarin de zwarte kanten toch ook niet ontbreken. Er gaat geen dag voorbij den laatsten tijd of we lezen van bosch- en heide branden, van verdrinkingsgevallen en an dere onheilen, die als begeleidende ver schijnselen van den zomer kunnen wor den beschouwd en waaruit blijkt, dat er niets volmaakt is hier beneden. De vreug de is in deze zondige wereld nooit geheel onvermengd. De afgeloopen week kenmerkte zich wat ons land betreft, door het groot aantal vergaderingen, dat gehouden werd. Behalve de vele verkiezingsvergaderingen, die in dezen tijd aan de orde van den dag zijn, hielden verschillende vakorga nisaties, de Chr. Boeren- en Tuinders- bond en ook de .Nederl. Christenvrou wenbond hunne algemeene vergadering. In al deze bijeenkomsten viel een op gewekte toon te beluisteren. Dat geldt in 't bijzonder van onze Chr. vakorganisaties, die over 't geheel in bloeienden toestand verkeeren, wat reden geeft tot dankbaarheid, ook al willen we niet over 't hoofd zien, dat de z.g. moderne, d.w.z. de revolutionaire organisaties nog veel sterker zijn, wat toch eigenlijk in een land als het onze niet zoo behoorde te wezen. Ditzelfde kan ook gezegd worden van onzen boeren- en tuinders- en van onzen Vrouwenbond. Hun beteekenis mag niet onderschat maar wat zijn ze toch nog klein en zwak in vergelijking met andere z.g. neu trale of revolutionaire organisaties. Jam mer, dat het niet meer verstaan wordt dat dit niet alleen anders k o n, maar dat het ook anders behoorde te zijn. In het buitenland werd vooral de aan dacht gespannen gehouden door de ver kiezingen, eerst in België, waar de Socia listen op een geweldige manier geklopt werden en daarna in Engeland waar de Arbeiderspartij (die volstrekt niet op één lijn gesteld kan worden met de S.D.A.P. in ons land), blijkens de voorloopige uit slagen groote winsten heeft te boeken. Opmerkelijk is, dat in beide landen de de Communisten al bitter weinig te ver tellen bleken te hebben. Als een welkome tijding mag zeker worden aangemerkt, dat binnen niet te langen tijd dn bezetting van het Rynland zal worden opgeheven, wat zeker niet weinig kan bijdragen om de goede ver houding tusschen Duitschland en de ge allieerden te bevorderen. De Hollandsche huisvrouw. Wij in Holland, zijn zóó overtuigd van onze eigen voortreffelijkheid boven alle andere volken op het punt van huis houdelijke orde en netheid, dat we haast niet meer leeren kunnen, schrijft de Rott. Ik herinner me nog goed, hoe ik eens in een gesprek met een Duitsehe, een Belgische en een Hollandsche huisvrouw dit onderwerp ter sprake bracht. De Bel gische pakte er nogal over uit, dat de Hollandsche vrouw uit middenstands kringen zoo weinig uitvoerde, altijd wel goed kon praten over netheid en degelijk heid, enz., enz. maar persoonlijk o zoo weinig waard was, omdat ze haast geen werk kon verzetten als ze niet een dienst bode, werkster, naaister, of liefst van alles wat, tot haar dienst kreeg af en toe. Maar in haar land werkte de midden standsvrouwen zelf, deden ook zelf hun inkoopen persoonlijk. En toen moest de Duitsehe eens ver tellen wat haér oordeel in deze was, En heel stellig, ze .was niet de eerste de beste, als onderwijzeres, daarna leera- res, nog later een der leidende i figuren bij de „jeugdleiding" was zij in verschil lende deelen van Duitschland en daarna jaren in Holland geweest, waar zij ten slotte na den oorlog een betrekking als „hausdame" had gevonden, juist bij een huisvrouw, die ik voor een Hollandsche buitengewoon handig en ijverig hield. En Die winkelsluiting' in Goes, Voor een paar weken schreef ik over de m.i. revolutionaire houding van enkele win keliers te Gods, die op demonstratieve manier de op wettige wijze tot stand gekomen win kelsluiting op Hemelvaartsdag overtraden. Ik weet wel, dat men mij het gebruik van dat woord „revolutionair kwalijk heeft genomen-, maar ik kan, ook na het gebeurde, (de behanr deling der zaak voor het Kantongerecht en een vergadering van „Handelsbelangen") geen ander woord vinden, dat deze houding meer naar waarheid betitelt. Omdat er ook in bovenbedoelde vergadering van „Handelsbelangen" beweringen zijn geuit, die aan. leiding zouden kunnen geven, om- de dingen scheef te trekken, acht ik het wel ge- wenscht, over deze kwestie nog het een- en ander te zeggen. De zaak is historisch als volgt: Er zouden, op verzoek van, althans ij lover- leg met de middenstands-organisaties eenige wijzigingen in de winkelsluitingsverordening, speciaal voor de kappers, worden aangebracht. Burg. en Weth. stelden toen voor, om, van deze gelegenheid gebruik makende, tevens de winkelsluiting voor te schrijven op Eersten Kerstdag en Hemelvaartsdag. Dit voorstel is absoluut niet holderdebolder ingediend, maar gelijk met al .de andere voor- tochsprak de Duitsehe als haar stellige meening uit: ja, wjj vinden de Belgische vrouwen over 't geheel te wei nig zindelijk en de Hollandsche wel net ter maarlui. 'tIs personeel, per soneel, en Altijd personeel dat overal aan te pas moet komen. Tuitsche vrou wen ook in de meer gegoede kringen, werken, werken vwel viermaal zoo hard en zoo veel als de Hollandsche, maar.... ze praten minder. „Dat", zei me later ook een andere Duitsehe eens, „heeft me in Holland altjjd zoo verbaasd; de massa tjjd, die de huis vrouwen in midden- en arbeidenden stand, over hebben om met elkaar te leuteren over dingen die niets beteekenen. Met den tijd die ze verpraten zouden ze bergen van werk kunnen verzetten". Enkele recepten. Citroenmarmelade. 12 citroenen worden schoongeborsteld, ongeschild aan dunne, schijfjes gesneden en de pitten verwijderd. Deze schijven weekt men in zooveel water, dat ze geheel onuerstaan, gedurende 24 uur. Dan kookt men ze in datzelfde vocht, tot de stukjes zacht ge worden zijn, weegt ze met het vocht, voegt er hetzelfde gewicht aan suiker bij en kookt de massa, af en toe roerende, in tot ze de vereischte dikte gekregen heeft. Dan neemt men er het schuim af, vult er zoo vlug mogelijk de uitgekookte potjes mee en sluit die dadelijk met vochtig perkamentpapier. (Hbld.) Schuimpjes. 4 eiwitten, 240 gram (bijna Va pond) gezeefde witte suiker, wat uitgeschraapte vanille. Klop het eiwit zoo stijf mogelijk, vermeng het vlug met de gezeefde suiker en wat uitge- schrapte vanille, doe het in een spuit- zakje met een glad spuitje en spuit er op een met boter besmeerd en met meel bestoven bakblik langwerpige reepjes van 8 cM. lengte op eenigen afstand van elkaar. Strooi er een weinig suiker over en laat de schuimpjes in een zeer lauwen oven langzaam droog en hard worden (M/a A 2 uur), maar zorg, dat ze licht van kleur blijven. Rhabarber-schuimkop. Benoo- digd: 2 bossen rhabarber, 6 eetlepels suiker, een weinig maizena en 4 eiwitten. Bereiding: Schil de rhabarberstelen, snijd ze in vinger-lange stukken, wasch ze en kook ze met een half theekopje water gaar. Roer er 4 eetlepels van de suiker door, wrijf alle klontjes fijn en bind de massa met een weinig aange mengde maizena. Laat de rhabarber afkoelen en doe ze dan over in een vuurvast schaaltje. Klop de eiwitten met de rest van de suiker zeer stijf, strijk het schuim over de rhabarber en .zet het schoteltje in een lauwen oven om het eiwit mooi bros te laten worden, hetgeen ongeveer lVa a 2 uur duurt. (VI. Crt.) Eenige wenken. Pianotoetsen die geel geworden zijn, maakt men weer blank, door ze te wrijven met een doorgesneden citroen en ze dan te bedekken met fijn geprepa reerd krijt. Pas als dit geheel droog is, het er afborstelen en ze opwrijven met een zachte droge lap, 'liefst een zijden. A 11 u m i n i u m onderhouden, is ge makkelijk genoeg wanneer men maar geen soda en geen ;;uur gebruikt. Overgieten met kokend water en afdrogen met een zachte doek is meestal voldoende. Pan nen echter moeten natuurlijk wel eens geschuurd worden. Dit kan men heel een voudig doen met het bekende „brillo" dat hiervoor in den handel is. Nikkel eveneens met kokend water schoonhouden. Kachelnikkel wrijft men eenvoudig met droge doeken op. Aange slagen nikkel poetst men met rood nik kelpoeder, daar wordt het weer door ge polijst. Alleen als paardemiddel mag men poetsextract voor nikkel gebruiken. Beste jongens en meisjes, Deze week had ik weer de lastige taak om een aantal prijsjes toe te kennen. Dat is aan den cencn kant een prettig werkje, maar 'tis altijd lastig omdat ik niet alle nichtjes en neefjes die ik zo-u willen be denken met een prijs kan verrassen. i Maax ik ben er toch weer mee klaar gekomen. Het resultaat volgt hieronder. Aan de gelukkigen mijn gelukwenschen. Een laten de anderen den moed niet ver- Hezen. Hierna beter moeten ze maar denken. Oplossingen der prijsraadsels: 30 Maart. I. Laat ons loven, laat ons juichen, nu de Heer is opgestaan. Onderd. Petrus, Galilea, Pascha, Herodus, Judas, Annas, penningen, lot, voeten, o. II. Alles wat adem heeft, love den Heer. Onderd.: hof, lam, Thomas, Mar tha, vrede, weenden, deelden, 1. e. 13 April. I. Als gij in iets gierig zijt, laat het wezen met uw tijd. Onderd. gra ten, telegram, tenten, tijd, wijzers, Thijs, gierig, zijde, i. i. II. Na gedane werk is het zoet rusten. Onderd. Week, krant, zakdoek, kisten, neus, haag, Haag, ster. 27 April I. Dinsdag dragen al onze meisjes en jongens Oranje. Onderd. Dins dag, jongen, zetten, Juliana, Mees, dragen Oranje, o. II. Lang leve Prinses Juliana I Onderd. Vlieg angel, gang, spiegel, neu-s, ring, Juliana. 11 Mei. I./De markt te Middelburg wordt door vele toeristen bezocht. On derd. Toeristen, bouwen, marktdag, ve ter, Middelburg, dooier, zacht, dolk. II. Mei koel en nat, koren in 'tvat. Onderd. Mei, lint, vaten, koren, koeien, kat. De volgende prijzen werden toegekend. Aan „Goudsbloem": Een zwarte ziel. Aan „Twee vriendinnetjes": Volkomen veilig door Savonarola. Aan „DagbJoem" en „Wilde Wingerd": Strijd en Zegepraal. Aan „Madeliefje": Van een leelijk' ding in een mooie kamer. Aan „Zangvogeltje": Roelof Dirksz, door Johannes. Aan „Bloemenmeisje": Herman van Dalen. Aan „Boschviooltje": De sluipmoorde naars van Villefars. Aan Tulpje" en „Waterlelie": „Jaap Holm en z'n vrinden. Hier volgen weer de nieuwe raadsels: 1. Mijn geheel bestaat uit 42 letters. Een 36. 31. 19. 25. is een gewicht. Een 36, 37, 38, 12, 40. hoeft groote waarde. Een 17. 18. 27. 33. '28. 29. 23. 13; moet veel geduld hebben. Een 6. 26. 14. 35. 10 gebruikt men op de ijsbaan. Een 29. 7. 1. 38. 42 is een muziek-in- strument. Een 3. 41. 28. 18. 22. 15. 34. 4. 13 is een lengtemaat. 2. 37. 8. 20. 9. 24 zijn glibberige dieren. Eer is 21. 12. 16. 13. 11. 30. 5. 33 is zacht. 32 is een n. II. Mijn geheel bestaat uit 25 letters. Een 3. 21. 9 is een boom. Een 6. 2. 8. 15 is een schietwerktuig. Een 25. '23. 18. 13. 17. is een stad in Oostenrijk. 22. 19. 10. 24. 16. 11 is een werk woord. 4. 7. 9 gebruikt men om te plakken. 14. 5. 12. 20. 11 zijn familieleden. 1 en 13 vormen een uitroep. Hier volgen de briefjes: Wolphaartsdijk. „Leeuwtje." Ja, met Pinksteren was het heerlijk om uit te gaan. Alles is nu prachtig in bloei. Ren je lang in Goes geweest, of ga je hier op school? Kamperland. „Zangvogel." Wat naar dat je je been verstuikt had. Wa's het mot Pinksteren al weer beter? Dat was mijd zuster niet, maar ik zelf. Jammer dat je 'tniet eerder wist, hé. Krabbendjïke. „Waterlelie." Jullie zijn maar prettig uitgeweest. Ja een fiets is maar gemakkelijk. Ik heb niets van de muziek gehoord, maar ik houd er ook veel van. „Tulpje." Zoo, heb je je briefje buiten geschreven. Ik zit op 't oogenblik met de tuindeuren wijd open, want het waait nu te veel om buiten te zitten. Wanneer gaan jullie naar 'Ber gen op Zoom? Koudekerk e. „Vilota." Dat was wel een teleurstelling, dat je nu niet uit kon en wat zijn die andere prettige plannen? Daar heb je verder niets meer van ge schreven. „Merel." Jou vacantie is ook alweer voorbij, en vindt je 't prettig om weer naar school te gaan? Ben je ook nog uit geweest? Oudeland e. „Moeders jongste." Pret tig dat je over bent gegaan. Ik was al nieuwsgierig wat de verrassing zou zijn en nu komt juist de brief. Ik vind de kiek erg mooi. Ja, nu weet ik hoe je er uitziet; dat is eigenlijk veel leuker. 's Gravenpolder. „Goudsbloem." Dat vindt je zeker wel gezellig om aldoor met je tante uit te gaan. Vindt ze het mooi in Zeeland? Nu, dat duurt toch nog wel een poosje eer 't zomervacantie is. „Do twee Vriendinnetjes." Waar zijn jullie naar toe geweest met Pinksteren? In de eene brief stond, dat jullie niet op reis geweest zijn en in de andere van wel, dus nu weet ik het nog niet. „Dahlia." Ik geloof toch dat het aan jou ligt, dat je de raadsels niet kunt vinden; De anderen hebben ze wel. Wat zal die meester bij jullie in de war raken, met zooveel zelfde namen. St. Laurens. „Rozéknop." Ja, dat was een teleurstelling voor je, dat je nu al twee keer geen briefje hebt gehad; maar je stuurt het altijd zoo laat in, en dan is alles al naar de drukkerij. Kan 'tniet een dagje eerder? „Noobtiep." Wat heb jij heerlijke fietstochten gemaakt; 'k zou ook wel eens met je meewillen. 'k Wist niet, dat daar een tante van je woont. „Ierseke." Dat was zeker een heele ver rassing voor je moeder dat je zoo onver wachts thuis kwam. Prettig dat je broertje weer wat beter is, hé. C ol ijn s p 1 a at. „Zwartoogje." Ja, je zuster zal 't wel gezellig gehad hebben op den Bondsdag. Leuk, dat jullie naar dat bosch gaan; maar 'tis zeker nog een heel eind loopen. Wol f aarts dijk. „Prin's. Willem." Jij mag de raadsels ook om de 4 weken sturen; dat vind ik best. Wijl hebben vroeger ook postzegels gespaard; we weekten ze af en sorteerden ze dan in pakjes van 100. 'sH. II.kinderen. „De "Gebroeders," Leuk dat Ko die jongen weer eens ge schreven heeft, 'k Ben benieuwd of hij gauw antwoord krijgt. Kortgene. „Azalia." Je schreef me dat je naar do „groote duinen" was ge weest, maar waar zijn die ergens? Brouwershaven. „Jacob Cats en Brouwenaartje." Jullie zijn fijn op reis ge weest hé en zulk mooi weer getroffen. Zeker allebei naar Renesso? Goes. „Roosje." Nee hoor, ik had het niet te druk de vorige keer, maar je had het wat laat ingestuurd denk ik. Nou, Rotterdam Is een groote stad; zou je er wel willen wonen? „Boschviooltje." Ja, ik ben wel uit geweest 2e Pinkster dag, maar niet naar het Zendingsfees't. Ben je nu nog nieuwsgierig of heb je het al gelezen? „Gladiolus." Nu, wat regen zou geen 'kwaad doen, maar 'k ben al lang blij, dat het zulk heerlijk weer is, al groeit alles dan niet zoo heel hard. „Fiat." 't Schijnt dat je nog al veel last van de warmte hebt; kun je er niet tegen? „Talbot." Je kunt geloof ik, beter rijmen als brieven schrijven. Vindt je het jammer dat je weer naar school moest. „Reseda." Wat hebben jullie een reuzereis gemaakt met de auto. Je was zeker wol stijf van 'tlange zitten? „Erica." En jij bent ook aJ met de auto uit geweest. Leuk hé, die raadsels door de radio. DE BOEREN VAN LOBITH. IX. „Ik denk, dat je het to ver zoekt, vader. Het is alleen de vrees, om Aart te verliezen, die haar drijft, 't Viel haar gisteravond ook wat rauwelings op het lijf". „Wel, moeder, ik hoop, dat je gelijk krijgt. We praten er niet meer over. Je gaat morgenavond naar Sanne, Aart?" „Ja, Vader. Vrijdagavond, hé?" „O ja. Nu, dan maak je het maar in orde, hoor. En anders moet Sanne hier nog maar eens komen praten. Wij kun nen het veel te goed met onze aan staande schoondochter vinden, 'k Heb nog een nieuwtje, menschen". Gerbrand van Gelderen sprak zoo op gewekt mogelijk. Het stoere geloofsver- onder het gezag der overheid weg en geven we anderen een vrij brief, om, als het hun uitkomt, ook wetlen .en verordeningen aan hun laars te lappen. Ook al zijn bepaalde wetten ons nog zoo onaangenaam, als Christenen moeten we altijd beginnen, ze te gehoorzamen. Was er voor actie eenige reden, dan had deze ten spoedigste en in den rechten weg gevoerd kunnen worden. Ik kan dan ook geen motief vinden, om het woord revolutionair in te trekken. Een der Bestuursleden van „Handelsbelan gen" verklaarde voor den Kantonrechter, dat hij zijn, winkel geopend had, om daarmede te demonstreeren, dat het Bestuur van. „Handels belangen" tegen de verordening was. Een redaneering, die kant nocih wal raakt. Zjjn meeining over ©en verordening te kennen geven door ze te overtreden I Neen, dan had dat Bestuur zich op hooger plan gesteld, als het zijn leden had aangeschreven, zich voor ditmaal aan de verordening te houden, maar daarbij had verzekerd onmiddellijk actie te zullen gaan voeren om die verordening ten spoedigste weer gewijzigd te krijgen. Uit zulk een houding had eerbied voor wet en, ver ordening gesproken1. I Ik zou over deze kwestie nog wel meer kunnen schrijven, o.m. over de houding van den kantonrechter en den ambtenaar O. M„ toen ze haar behandelden. De opmerking moet mij alleen van het hart, dat ik het nut niet trouwen van zijn vrouw,, zich uitend in haar woorden zooeven onder het eten, had hem zijn evenwicht weer geheel te ruggegeven. „Wat is dat, vader?" „De Prins van Oranje is benoemd xf,i kapitein-generaal, om te beginnen vo één veldtocht. Die luitenant in Arnhe t vertelde het mjj. In Holland moet het n erg pluis zijn. Do Oranjepartij wint vc en de partij van Jan do Witt gaat he, loodje leggen." „Dat komt er van," meende do boerin van „Gelrehof". ,,'kHeb van de politiek van de heeren in Den Haag geen verstand. Maar dat ze niets van Oranje willen we ten, deugt niet. Misschien komt ook mede daarom wel het oordeel Gods over ons land, wie zal het zeggen? Als ons volk zich nu maar voor God vernedert, dan gaat de plaag over." ,,'t Wordt een bange tijd, moeder. Tc Wil niet meer zoo spreken als vanavond. Dat was niet goed. Maar de werkelijkheid mogen wij toch ook niet uit het oog ver liezen. Wij hebben géén leger van betee kenis. De vestingen zijn schandelijk ver waarloosd. Als de Franschen door het Kleefsche trekken, dan zullen alle vestin gen daar vallen. Die luitenant in Arnhem zei het wol niet met ronde woorden, maar hij rekent er stellig op. En de Prins van Oranje, zeido hij, kan niet alles. Die is veel te jong. Even ouder dan Aart. Wat moet die nu tegen ervaren Fransche ge neraals? Die luitenant Beekman is vol bloed Oranjeklant. Maar hij heeft er toch een zwaar hoofd in, dat de Prins het har den zal." „Hij is een Oranje, vader", zeide de boerin. „Met God aan zijn zijde, en ik wil hopen, dat hij den Heere van harte vreest, kan hij veel doen." „Van jou kan men het nooit winnen, Bertha". „Ik kan niet gelooven, dat do Fran sche koning ons overheerschen zal. Voor goed tenminste. Voor een tijd natuurlijk wel. Maar het bestaat niet, dat de Heere dulden zal, dat de Republiek weer een roomsche natie wordt. Daarvoor is, ook door de Oranjes, te veel bloed gestort. De martelaren in den Spaanschen tijd zijn er niet voor niets geweest." „Misschien komen er weer martelaren", waagde hij te veronderstellen. „Die zullen er dan ook niet voor niets komen. Met dezen aanval van vier vij anden op een zoo goed aTs weerloos land heeft de Heere Zijn bedoelingen, al zien wij, kleine menschen, die dan ook niet. Als wij maar op God vertrouwen, dan komt alles wel in orde." „Als wij maar wisten hoe, Bet." „Het doet er niet toe, hoe het zal zijn. Misschien is het gelukkig, dat wij het niet weten. Maar dit land gaat niet voor eeuwig onder. Daar blijf ik bij. Het is mij, of een stem Gods in mijn hart het zegt." „Als al onze vrouwen zóó spreken, gaat het land niet onder. Alleen deze woorden bemoedigen het manvolk reeds", zeide de boer vol bewondering. „Als het moet, kunnen wij, vrouwen, ook daden toonen, Maar er zijn gelukkig nog dappere mannen in overvloed. Mijn man en mijn zoon zijn er al twee." „En de Prins van Oranje is de derde", meende Elsje. „En zóó zijn er duizenden", vond Aart. Bij den boer was de sombere stemming volkomen omgeslagen. Dat was een taal, die het hart verkwikte. De taal van zijn vrouw. Als was zij dan „maar een boerin". Lijst van onbestelbare brieven en briefkaarten, van welke de afzenders on bekend zijn, terugontvangen in de 2e helft der maand Mei 1929 ten postkantore te Goes. Brieven binnenland: Claesen Allaert, Hilversum; Instituut Itmo, Haarlem; J. G v. Zundert, Naaldwijk; H. L. de Krijger, Loósduinen; Anni Borgatek, Haag; Cres cent Cie. reel, afd., Eindhoven; N. Stekel- tee, Baarland; Minister v. Defensie, Haag. Briefkaarten binnenland: M. B. Bus- sink, zonder plaatsnaam; Fam. N. Koe- voets, Leiden. inzie, wel het ongewenschte, als leden der rechterlijke macht 'in hun kwaliteit hun per soonlijke opinie over een wet of verordening geven. Maar ik wil het hierbij laten en alleen mijn teleurstelling uitspreken ,dat de Goesche Mid- denstandsvereeniging „Handelsbelangen" aan den Gemeenteraad zal vragen niet alleen om op Hemelvaartsdag, maar ook op Eersten Kerstdag (als die niet op Zondag valt) de winkels den geheelen dag, ja zelfs tot des avonds elf uur, open te houden. Het is nu eenmaal gewoonte, dat de Eerste Kerstdag, waarop evenveel godsdienstoefenin gen als des Zondags gehouden worden, vrijwel het karakter van een Zondag draagt. Daaraan moet blijkens het verzoek vin „Handelsbelan gen" te Goes, dat ook verscheidene leden van Chr. beginselen telt, een einde komen. Ik betreur dat zeer. Aan de winkelbedienden, die dus op He melvaartsdag en Eersten Kerstdag de groote kans loopen, geen vrij af te krijgen, ja zelfs mogelijk him godsdienstplichten niet kunnen nakomen, is niet gedacht. Het wordt waarlijk tijd, dat Minister Slate maker de Bruine zijn toezegging tegenover hen vervult en op hen, vóór hij aftreedt, de Arbeidswet van toepassing verklaart. LUCTOR. 1 i stellen ter kennis van de Raadsleden gebracht Ze hadden precies zooveel tijd om daarover na te denken als over de andere voorstellen. Het is dan ook, naar mij van betrouwbare zijdo is medegedeeld, absoluut niet aan do aandacht der Raadsleden ontsnapt. Het is al thans door loden van enkele fracties vóór de Raadsvergadering besproken. Door een en kel lid is .zelfs de gedachte geopperd, om ook op Goeden Vrijdag de winkels te doen sluiten. Genoeg oni aan te toonenn, d^t hier geen sprake is van overrompeling der Raadsleden. Trouwens enkelen hunner, die ik hiernaar vroeg, ontkenden dan ook ten stel ligste, overrompeld te zijn. Ze hebben wel heel goed geweten, wat het voorstel van B, en Wi. inhield. Ik mag dat ook wel aannemen van 'de mid denstanders onder de Raadsleden. Er treft dan ook aan B. en W. geen enkel verwijt. Meenen de Goesche winkeliers, dat er iemand iets verweten moet worden, dan moeten ze zich vervoegen aan het adres der Raadsleden en bij zichzelf. Immers, zij hebben in de Goesche bladen enkele dagen vóór de Raadsvergadering onder de voorstellen voor die vergadering ook het bewuste kunnen aantreffen. Als ze van de Gemeentezaken geen kennis nemen, gaat het toch niet aan, om derden daarvan iets te verwijten Toen dan de Raad zonder discussie en met algemeené stemmen, besloten had tot de win kelsluiting op Hemelvaartsdag en Eersten Kerstdag, was het de taak van B. en Wi. en den gemeente-secretaris, om dit besluit, gelijk met de andere, ter konnis van Ged. Staten te brengen. Ook dit is op volkomen normale wijze geschied. En toen Ged. Staten hieraan hun goedkeuring hadden gehecht, sprak het toch wel vanzelf, dat het in werking trad? Het was toen juist Zaterdag vóór Hemelvaarts dag. Ten overvloede is er nog in „De Zeeuw" aan herinnerd, dat de winkels nu op Hemel vaartsdag gesloten moesten zijn, terwijl van dit besluit ook op de gewone, voorgeschreven wijze, afkondiging is gedaan. Niets onrechtmatigs is er alzoo door den Raad en' ,B. en Wi. met deze verordening ge pleegd. Nu kan ik me indenken, dat er winkeliers zijn, die tegen die sluiting bezwaar hadden, hoewel ik van verschillende zijden heb ge hoord, dat in den regel de Hemelvaartsdag voor de: Goesche winkeliers een stille dag is. Hoe dan ook, als de gemeentelijke overheid een besluit neemt tot winkelsluiting, waartoe zij op grond der wet bevoegd is, dan past het niemand, om daartegen op onwettige wij ze te ageeren en dit opzettelijk (niemand der verbaliseerden heeft voor het Kantongerecht durven verklaren, dat hü van die sluiting niet op de hoogte was) te overtreden. Als we hier transigeeren en deze zaak ver goelijken, dan graven we het fundament van

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 6