DE ZEEUW miss Holland Ju uL&l sèJi openbaart het èeheim harer schoonheid! TWEEDE BLAD. i Uit de Pers. FEUILLETON Het huisje aan den zeedijk Uit de Provincie. Een hard stuk zeep, dat tot het laatste vliesje éebruikt kan worden SociétéCadumBelèe Frederiksplein52 Amsterdam n Mr. Delft VAN DINSDAG 7 MEI 1929. No. 183. Leer uw oogen gebruiken. Het „Handelsblad" schrijft: „Laat de onbewaakte overwegen onbe waakt," zoo luidt na een ernstige studie het eenparig oordeel van de daartoe in gestelde Staatscommissie. Inderdaad mocht men niets anders ver wachten van een grondig onderzoek. Daar zijn in Nederland ongeveer 2500 onbe waakte overwegen; hierop geschiedden in 1928 25 verwondingen, d.w.z. éénmaal per jaar werd op de 100 van die over wegen één man verwond. Het aantal doo- den bedroeg slechts 14, dus hiervan weer de helft. Wanneer men nu de couranten berichten goed volgt, ziet men dat een belangrijk gedeelte der aldus getroffen personen leefden in de omgeving van den overweg en dus volkomen bekend was met het bestaan van het gevaar en met de 'wij'ze waarop men moest uitkijken. Het was dus een vergeten van het gevaar door gewoonte. Het geneesmiddel is werkelijk niet, alle kansen van gevaar weg te nemen door, ten koste van f2 millioen per jaar, alle overwegen te bewaken, want het is merk waardig te lezen, dat in één jaar ook nog 17 auto's werden aangereden door treinen op bewaakte overwegen, meestal door het stukrijden van de neergelaten hoornen. Bij het tegenwoordig snel ver keer werkt dus bewaking in sommige gevallen juist mede tot het ongeval. Doch bij beide soorten overwegen is slecht opletten van den getroffene de oorzaak. De commissie geeft dan ook eenige wen ken hoe men de oplettendheid kan ver- grooten door andere seinen. Er is zeer veel geschreven en geklaagd over die „moordkuilen". Elk ongeval met doodeljjken afloop maakt een geweldigen indruk en doet als geheel het euvel ver keerd beoordeelen. Dit is menschelijk, maar toch blijft het waar, dat de ge troffene zelf altijd schuld heeft, hoe groot ook onze deernis met hem zijtn moge. Het geneesmiddel is dus het uitoefenen van grootere .oplettendheid. Wiji vragen ons af, of ons systeem van opvoeding daartoe ook nog verbeterd kan worden. Inderdaad, het Nederlandsch publiek maakt vaak den indruk van "hulpbehoe vend te zjjn, maar de wijze waarop b.v. aan stations de conducteurs de menschen geleiden, de deuren openen en sluiten geeft ook al weinig prikkel tot zelf uit kijken. Wijzigingen hierin zouden mis schien ook den geest van oplettendheid kunnen aankweeken. Hoe meer men den mensch tegen alle mogelijke gevaren en vergissingen gaat beschermen des te min der waakt hij< voor zich zelfl NEDERLAND EN BELG IE. Over dit onderwerp schreef Vrijdag avond „De Tijd": „Men bericht ons d.d. 2 Mei uit Brus sel, dat in politieke kringen aldaar eenige verwondering bestaat omtrent het onbe antwoord blijven van de Belgische nota, welke in de eerste helft van Januari j.l., derhalve ruim drie en een halve maand geleden ,aan de regeering in Den Haag is gezonden. Op 22 Maart j.l. heeft Mi nister Beelaerts in de Eerste Kamer wel medegedeeld, dat het Nederlandsche ant woord op het Belgische memorandum „in voorbereiding" was, maar tot op heden heeft men hieromtrent niets ver nomen. Dat de aarzeling van de Neder landsche regeering de nieuwsgierigheid in Brussel prikkelt, ligt voor de hand. Tot zoover onze berichtgever in Bel gië. Van andere zijde vernemen wij, dat de antwoord-nota van de Nederlandsche door HUGO KINGMANS. 118.) o~ w< Er werd eerst geen woord gewisseld. Maar dan begon Hans eén luchtig dis cours, wat evenwel niet zoo heel lang duurde. Hij was te zeer vervuld van zijn voornemens, die hij den vorigen avond met zijn vader had besproken, waarna hij een onderhoud had gehad met mijnheer Van Meersma, zonder dat Lia daarvan iets had bemerkt. Na nauwelijks een drie kwartier fietsen bereikten zij een gehucht, dat de ontspan ningsplaats der bewoners van het ste deke was, dat zij zooeven verlaten had den. Midden in de zware klei lag hier een hreede strook zandgrond, die bedekt 'was door bosch, particulier eigendom van de villa's, die aan weerszoden van den weg waren gebouwd en ook bos- «chen, die eigendom waren van de uit spanning, die zij nu betraden. Hans bestelde koffie, om daarna, eenigs- rins nerveus, een wandeling in het boech voor te stollen, wat Lia, die voelde, wat er komen zou, blozond toestemde. Het was stil in het bosch. In velden 00011 wegea was een menschedjjk wezen te regeering ter verzending gereed ligt, en bij het ter perse gaan van dit nummer vermoedelijk reeds is verzonden. Deze nota zal hier te lande niet wor den gepubliceerd. Men mag echter aan nemen, dat zij geen bepaalde voorstellen omtrent de waterwegen bevat, daar het Minister Beelaerts in dit stad'um alleen is te doen, een grondslag te leggen, waarop de onderhandelingen tusschen de kabinetten, die na de a.s. verkiezingen in België en hier zullen optreden, ver der kunnen gevoerd worden. Tot dien grondslag behoort de her haalde verklaring van onze regeering, dat men hier te lande algemeen een goede verstandhouding met België op hoogen prijs stelt en in .verband daarmede be reid is met gebleken economische be hoeften van België rekening te houden, een bereidheid van Nederlandsche zijde, die alleen kan voortkomen uit v r ij- en wil, wijl onze Regeering met be slistheid de stelling verwerpt, dat Bel gië aan de scheidingsregeling van 1839 aanspraak zou kunnen ontleenen op po litieke en economische concessies ten koste van Nederland. Mocht in verband met uitlatingen van den jongsten tijd van Belgische zijde aan de juistheid van deze juridisch onaan tastbare stelling 'door de Belgische re geering twijfel worden geopperd, dan zal aan het Internationaal Hof van Arbitrage de taak dienen toevertrouwd te worden, om dit struikelblok weg te nemen op den weg naar een bevredigende regeling van de hangende vraagstukken." „Het is ons niet bekend, merkt de „Nederlander" hierbij op, uit welke bron nen „De Tijd" bovenstaande mededee- lingen putte; maar, naar haren inhoud, schijnen zij ons alleszins logisch en be trouwbaar. Volgens deze mededeelingen bewandelt Minister Beelaerts van Blokland, tegen over den bevrienden Nabuurstaat, den eenig-juisten weg. Van eenig recht van België tegenover Nederland, boven hetgeen Nederland rech tens verplicht is, krachtens het tractaat van April 1839, kan geen sprake zijn. Maar ,ons stellend op den bodem van dat recht, is Nederland, als goede buur, volkomen bereid rekening te houden met gebleken economische behoeften van Bel gië. Dit Nederlandsche standpunt berust op eerbied voor het recht en pp den wil jegens België te handelen naar de goede beginselen van echt-Christelijke- politiek. Dien weg moet het uit. Zóó kan men tot eene bevredigende oplossing geraken van de hangende moeilijkheden. Als Bel gië zich nu op hetzelfde standpunt wilde stellen, zouden "beide yolken spoedig de vruchten van deze politiek kunnen pluk ken." De Zeeuwsche Polderhond. Men schrijft ons: Op de eerstvolgende jaarvergadering van den Zeeuwschen Polderbond, die dit jaar 10 jaar bestaat, hoopt Prof. .Mr Scheltema, de bekende deskundige in ons waterschapsrecht te spreken over Beper king van den eigendom, vooral in water schapsaangelegenheden." Het is een hoogst belangrijk en actueel onderwerp door een bekwaam man te be handelen. De Bond zal ongetwijfeld bij de herdenking van zjjn 10-jarig bestaan ook mede om dit onderwerp, op een zeer groote vergadering kunnen rekenen. Nu wjj weder midden in de Polder-ver gaderingen zitten, is het toch te hopen, dat meerdere polders of waterschappen eindelijk ook eens lid worden van den bond. Zjj hebben daarvan ongemeene voordeelen: lo. werken zij met anderen samen en kunnen de steeds opgewekte en leerrjjke vergaderingen bijwonen, 2o. krijgen zjj al de admiiustratief-rechteljjke adviezen, die zjj behoeven gratis evenals technische voorlichting, 8o. kunnen als er nog meer leden komen, kringen ge vormd worden, voor samenwerking, bij inkoop van materialen, onderhoud van bekennen. Alleen sprong zoo nu en dan een konijn, opgeschrikt in haar hol, voor hun voeten over de smalle weggetjes, terwijl hoog in de boomen het gefluit van een lijster werd vernamen, Rustig schreed Lia naast Hans voort. In haar jubelde het. De laatste dagen was het voor haar zekerheid: zij had Hans Meinema lief 1 Maar aan den anderen kant vroeg zij, nu zij begreep dat hij zich ver- Maren zou, aan zijn vreemde doen was het wel te meiken, of zij hem wel waardig was; of zij, die nauwelijks haar Heiland kende, wel een goede predikantsvrouw zou zijn. De vrees bekroop haar, dat dit niet het geval zou wezen. En dan vroeg zij zich af, hoe haar vader en moeder zouden oordeelen. Kon, mocht zjj Hans haar hand geven, zonder hen eerst te raadplegen? Daarover peinzend hoorde zij nauwe lijks dat Hans de stilte verbrak en zeide: „Wat een verschil bij onze wandelingen, dezen winter, "hé?" „Ja," was het antwoord, „wg hebben toen heel wat afgepraat." „Het ging ocik om hooge belangen, waarbjj id 68 in hof niet verzinkt. Ik kan 1'e niet zeggen, Lia, hoe dankbaar ik ten, dat je nu .voor goed gevonden hebt." „Maar ik ben nog zoo'n zwakkelinge", weerstreefde zjj. „Dat zijn wij, menschen, van nature allen. Maar ik verlaat mij op mijn vader, die veel menschenkennis bezit en die in zijn ambt al zooveel ervaringen heeft opgedaan. Hij heeft mty gezegd, dat je nu wegen door wegwals of waarvoor ook, 4o. krijgen zij medezeggenschap in de door den Bond opgezette organisaties, w.o. een wegencommissie voor de tertiaire, dat zijn meestal de polderwegen, 6o. helpen zij gezamenlijk mede hun zelfstandigheid en karakter te bewaren bij- de Overheid waar de Bond voor haar belangen pleit en zoo zjjn er tal van voordeelen meer, terwijl de contributie geen bezwaar mag zijn. Deze wordt berekend naar de grootte van het omslagplichtig gebied en bedraagt voor den polder of het-*waterschap tot 60 H. A. f2.60; van 50 tot minder dan op VA-UJA* pliAJ tt Caiu verzekerd bent en van een zoekende ziel een vindster geworden bent. Is dat niet waar?" „Het is waar, Hans", zeide zij! eenvou dig. Plotseling stond hij stil, .plaatste zich vóór haar en vroeg, met nauw bedwongen emotie: „Wat staat ons dan langer in den weg, om samen het leven door te gaan en samen onzen God te dienen? O, Lia, God alleen weet, hoe ik geworsteld heb om licht. Hij heeft mij gezegd: gij kunt geen vrouw hebben, die Mij niet vreest. Maar dat doe je nu wel. Wat verhindert ons dan, oin samen het leven door te gaan? Kind, ik heb je lief, schier van het eerste oogenblik, dat je in de pastorie kwaamt. Het is alleen, onder Gods toe lating, mijn verstand geweest, dat dezen twinter zegevierde over mijn hart. Maar nu mag alleen het hart spreken. Wil je mijn vrouw worden? Ik geloof niet boud te spreken, als ik zeg, dat dit onderhoud, waarbij God -ons alleen ziet, je niet onwel kom is." Onder het spreken had hif haar hand gevat, wat zij eerst had toegelaten, om die spoedig daarop terug te trékken. Dan leunde z|j tegen een boom. „Ik zal het je ronduit zeggen, Hans. Ik begreep, waarom je mg vanmorgen kwaamt halen. Het liofst zou ik onmiddel lijk „ja" zeggen. Je beeld heeft mij al tijd voor oogen gezweefd. Je kunt mjj niet liever "hebben dan ik jou „Kom dan, "kind," zeide hjj vol vreugde en wilde haar kusten. Maar zij weerde hem af, moeilijker spre kend dan. „Stil Hans. Geef mij nog een paar da gen bedenktijd," smeekte zij. „Waarom dan toch?" vroeg hij. ,,'kWeet nog niet, of ik je waardig ben. Kan ik een goéde predikantsvrouw zijn? Ik, die nauwelijks gevonden heb? *k Zou nog eens met Grootmoeder willen praten. En dan naar vadeir en moeder schreven. Dat kan vanmiddag nog gebeuren. Dan-is de brief morgenavond in Heerde en kun nen zij met elkaar pratén. Dinsdag kan er TOtwoord zijn. Geef mij bedenktijd tot Woensdag." Hij had haar rustig laten uitspreken. Maar dan zeide hij: „Ga mee, Lia. Ik geloof, 5iat ik daarginds een bank zie." En hij voerde haar daair heen, nam plaats naast haar en vatte haar hand. „Trek niet terug," smeekte hg. „Als je er op staan blijft, krijg je natuurlijk den bedenktijd, al zal die mg ontzettend lang vallen. Maar luister eerst." Lia voldeed aan zijn wensch. En terwijl zij zijn hand vasthield doorstroomde haar een gevoel van geluk en volkomen vrede „Ik heb dezen stap ook niet roekeloos gedaan, kind;" zei Hans pp teederen toon. „Een huwelijk is iets heiligs en men mag dat niet roekeloos sluiten. Eén ding staat voor mij vast: ik heb je lief en ik weet ook, dat mijn liefde beantwoording vindt. Er is echter iets hoogens dan aardsche liefde. Man en vrouw moeten God lief hebben. Dat wa» dezen winter, toen Ik 100 H.A. f5; van 100 tot minder dan 800 H.A. f 10; van 300 tot minder dan 500 H.A. f 16; van 600 tot minder dan 700 H.A. f25; van 700 tot minder dan 1000 H.A. f40; van 1000 tot minder dan 1600 H.A. f60; van 1500 tot minder dan 2000 H.A. f80; van 2000 tot minder dan 3000 H.A. f 100; van 3000 en meer f 125. Mogen vele polders van 'tjaar tot den Bond toetreden. Het is hen destijds al meermalen reeds gevraagd. Men krijgt dan ook nog het orgaan, tegenwoordig „De Zeeuwsche Polder" gratis. Ook per soonlijke leden worden zeer gewenscht. Ook die krijgen het orgaan gratis en be talen f3.50 per jaar contributie en heb ben dezelfde rechten als leden-polders. Installatie Burgemeester van Bergen op Zoom. Na eene vaca ture van lVa maand, is gisteren geïnstal leerd tot Burgemeester van Bergen op Zoom Mr Dr P. A. F. Blom, voorheen offi cier van Justitie in N.O. Indië en laatst Burgemeester van Angerlo (Gld.) Na te 's Hertogenbosch beëedigd te zijn, arriveerde Dr Blom om 1.12 aan het sta tion te Bergen op Zoom, waar hij werd opgewacht door eene Commissie uit den Raad, die hem naar het stadhuis bege leidde. In de daar gehouden Raadsver gadering heette de loco-burgemeester dhr A. Juten, Dr Blom welkom, wenschfe hem geluk met zijne benoeming en hing hem den ambsketen om. Het oudste Raadslid, dhr Vriens, sprak woorden van geluk- wensch namens zijne medeleden tot den nieuwen titularis. Daarna was er gelegen heid tot receptie, waarvan door tal van personen en afgevaardigden van Colleges gebruik werd gemaakt. In de stad werd ter eere van den nieu wen Burgemeester gevlagd. Tal van Ver- eenigingen voerden des avonds een dé filé uit, menige vroolijke marsen werd geblazen ter eere van den nieuwen Burge meester. Omtrent den overleden K. J. A. G. baron Collot d'Escury vernemen wij nog dat hij sedert 1893 burgemeester van do gemeente Hontenisse was-. Onder deze gemeente ressorteeren. o.m. de dorpen Kloosterzande, Lamswaaxde, Walsoorden. De overledene was vooral in Zeeuwsch- Vlaanderen O.D. een persoon van groote bekendheid en invloed, wiens verschei den in vele besturen een open plaats achterlaat. De overledene was, even eens sedert 1893, rentmeester van het Kroondomein Hulst. Van de zeer vele functies van den overledene memoreeren wij: voorzitter van het dagel. bestuur van de Eerste Ned. Coöp. Suikerfabriek te Sas van Genf, bestuurslid Centr. Raf- feisenbank te Utrecht, lid van het co mité tot verbetering der afwatering in O. Zeeuwsch-Vlaanderen, Eerelid van de Zeeuwsche Landbouw-Mij., Commissaris van de Stoomtram Hulst-Walsoorden, idem van de Zeeuwsch-Vl. Tramweg-Mij1., enz. Baron Collot d'Escury was officier der Oranje-Nassau Orde, officier der huis orde van Oranje, Commandeur der Orde van Leopold II van België, officier der orde van de Kroon van België, ridder der orde van het Legioen van Eer van Frank rijk. Het Belgische loodswezen te Vlissingen. Thans hebben weer ruim twintig personen van het te Vlissin gen gestatiormeerde Belgische loodswezen aanschrijving ontvangen, dat zg met hun gezinnen Vlissingen zullen moeten ver laten. Middelburg. Gisternacht om half drie werd brand ontdekt in het gebouwtje op het voetbalveld achter de Meelfabriek al hier, waarin het buffet en de kleedkamers zijn gevestigd. De politie spoedde zich met een minimax er heen en ook personeel van gemeentewerken met een slangen- wagen begaf zich derwaarts. Zooals te verwachten was is echter het geheele houten gebouwtje een prooi der vlammen geworden. De politie stelt een onderzoek naar de oorzaak in. Verzekering dekt da schade. Vlissingen. In de advertentie, die vorige weök geplaatst werd betreffende den op* leidingscursus voor Fröbelonderwijzeres sen, werd als leeftijd van toelating ge- met mijn vader over je sprak, nog niet het geval „Heb je....?" vroeg Lia, die zich er over verbaasde, omdat ztij er in de pas torie niet het minste van had kunnen ■bemerken. „Zeker heb ik er met vader over ge sproken. Ik kwam dezen winter thuis in het vertrouwen, dat ik je nog zou ont moeten. Maar je waart toen reeds ver trokken. 'kHeb toen met vader gepraat, die mi) raadde, het was natuurlijk een goede raad, geen enkele stap te doen, maar te wachten. Dat heb ik gedaan, al viel het mg niet gemakkelijk. Maar gis termiddag zei vader mij: je kunt Lia nu tot vrouw vragen en God geve, dat zjj „ja" zegt. Zou vader zooiets zeggen, als hjj er niet zéker van was, dat je nu hef eigendom van onzen Heere bent, Lia?" Groote tranen sprongen in de pogen van het meisje, dat stil zat te luisteren „Maarzeide zg dan. „Stil, kind. Ik ben nog niet Maar, Als je het oordeel van je Grootmoeder vraagt, weet ik van te voren, wat zjj zeggen zal. Een paar maanden geleden was ik bg haar op bezoek, even vóór ik naar Maarveen ging. En toen zeide zjj, want zonder dat ik iets gezegd had heeft zjj begrepen en 'gezien, wat ik voor je voelde, toen zeide rij: „Geduld maar, Hans: Lia vindt God wel en dan wordt zij, als Hg het wil, je vrouw." Weet ik dus niet wat zij jou zal antwoorden?" vroeg hij triomfantelijk. (Wwrtt rwrolft.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5