DE ZEEDW
TWEEDE BLAD.
Uit de Pers.
Het huisje aan den zeedijk
Uit de Provincie.
FEUILLETON.
YAH
MAANDAG 6 MEI 1929. No. 182.
Da Socialistische Rabsaké.
Onder dit opschrift schrijft onze N. Pr.
Gr. Crt. onder meer:
De honende Rabsaké-taal ontbreekt
vooral .tegen den tijd der verkiezingen
bij de sociaal-democraten niet. Zij! zijn
de partij van de schaamtelooze bluf, van
de holle beloften, van het schreeuwerig
lawaai.
Ia onze pers wordt rustig en kalm de
tegenstelling der beginselen in onzen tijd
uiteengezet. De ervaring van den dag
toont de waarheid dier tegenstelling aan.
De historie bevestigt haar.
Wat doet nu de man, die in „Het Volk"
het Zaterdagavondartikel schrjjft Hij
haalt op zijn manier enkele beginseluit
spraken na elkander aan. Op1 een honende
wijze bespreekt hij de beginselen, die de
eeuwen hebben verduurd. En dan gaat hij
aldus voort: „wij1 weten niet goede lezers
of gij ons tot hiertoe hebt gevolgd, dan
wel inmiddels zjjit bezweken. Zoo niet dan
zult gij ons rekenschap vragen wat dit
voor een soort groene zeep is die wiji u
met dikke klodders in den mond stopten.
Het zijn fragmenten uit antirevolutionaire
verkiezingskranten".
Zoo is het nu reeds jaren aaneen ge
gaan, zegt hij. Maar de wereldoorlog is
gekomen en daarmee een geweldige om
mekeer in het denken. De ouden ge-
looven nu nog aan de waarde van dit
Christelijk getheoloigiseer. Het is de taal
van het verleden, onverbiddelijk. Want
de jongeren gelooven er niet meer aan.
„Deze weeë en inderdaad inhoudlooze
formules zijn een nagalm uit een tijd, die
voorbij is. Het is een goddeloos spel
der politieke godzaligheid."
Aan den socialist jen hier gaat de
borst weer hoog aan den socialist het
nieuwe weten voor het nieuwe geslacht.
Ziedaar de moderne Rabsaké. De so
cialist, die de 'Christelijke beginselen be
lacht. Die zijn eigen kracht daartegenover
stelt.
Wat zullen wij er van zeggen?
Het is niet voor den eersten keer, dat
de revolutie door zulke hoon, gepaard
aan haar gedurige ondermijning, de
menschheid misleidde. Het kan ook thans
gebeuren. Wij weten dat zeer goed. De
socialist spreekt naar de smaak van onzen
tijd. Natuurlijk -want als hij maar even
bemerkte, dat die smaak een andere rich
ting inging, dan zou hij anders praten. Hij
praat de menschen naar den mond om
hun stem te krijgen.
Eens daverde de lucht van woorden
van geweld. Thans stelt men zich zelve
voor als de lieve menschen van den
vrede.
Hierin zit niets .nieuws.
Maar het is ook niet voor den eersten
keer, dat de honende taal van den revo
lutionair uitging 'tegen de Christelijke be
lijdenis. Zoo ging het een eeuw geleden
ook. Oude klanken, voor een voorbijge
gaan geslacht. De nieuwe tijd wist be
ter. En het nieuwe weten
Wij behoeven voor de Rabsaké's niet
bang te zijn. Ook al overwonnen zij de
geheele wereld. Hij die zich voor Gods
Woord buigt mag om hun hoogmoedige
taal lachen. Want het Woord Gods be
staat tot in der eeuwigheid. En niet de
hoogmoedige mensch, maar God regeert.
Ons blijft de roeping om rustig voort
te gaan met het waarschuwend woord.
Niet de mensch, God leidt de historie.
Maar Hg wijst in Zijn Woord den mensch
zijn roeping aan. En die is te getuigen
tegen de honende taal van het ongeloof,
krachtig te arbeiden tot behoud van land
en volk, opdat zij niet vallen in de
klauwen van het socialisme, om voorts
in rustig geloofsvertrouwen de toekomst
tegen te gaan.
De mogelijkheid dat een volk, dat het
door
HUGO KINGMANS.
117.)
Het werd later dan hg gedacht had. De
vrouw van Adriaan Blankert was een ge
zellige praatster. Van Meersma herinner
de zich dat trouwens nog wel uit vroeger
jaren.
Het gesprek kwam op Lia en hij ver
telde, tot verwondering en vreugde van
tantje Martje, dat zij haar gang kon gaan,
daar hem gebleken was, dat het eerder
toch met goed zou zijn-
En toen kwam hij opeens met een
vraag, die de boerin even in verlegen
heid bracht.
„Zou je denken, Martje", vroeg hg,
„dat er iets is tus.schen Lxa en dien zoon
van d.ominé Meinema?"
„Ik weet het niet, Alex, of er tusschen
die beiden iets is. Ik geloof het niiefc('
„O, dan vergis ik mij. Het kwam mg
voor, dat Lia Verbazend gaarne over hem
praat en hoort praten. Maar het kan
van mij: verbeelding zgn."
„Neen, ik geloof niet, dat er iets is.
De jonge dominé Meinema lijkt mg niet
iemand, dia een ongeloovig meisje tot
opkomend geslacht zich zou laten mis
leiden door de taal van het socialisme,
hebben wrj nimmer ontkend.
Wij weten te goed, dat het alleen Gods
genade is als een volk, als een geslacht
staande blijft.
De Christelijke kerk heeft steeds haar
afvalligen gekend, die bezweken voor de
taal van het ongeloof.
Maar wij mogen gelukkig, ook we
ten, dat al dat geblaf over het nieuwe we
ten en het nieuwe geslacht, dat van de
Christelijke belijdenis voor het staatkundig
leven niet meer weten wil, in den grond
der zaak niets beteekant. Daar zijn er
die bezwijken. Zeer zeker.
Maar daar is ook een geslacht dat
staande blijft.
Wij belachen de beginselen van het
socialisme niet. Wij zoeken onze kracht
niet in g'delen hoon. Wij zeggen alleen,
dat de beginselen van het socialisme en
dat de propaganda van het socialisme
gevaarlijk zijn.
Den vijand te onderschatten brengt
waarlijk geen winst.
Wij moeten goed weten met wie wij
te doen hebben.
Welnu dit blijkt inzonderheid uit
den smaad, de laffe spot, die de socia
list onze partij durft toe te werpen. Déèr
proeft men het best, wie deze tegenstan
der is en wat ons volk van hem te
wachten heeft. Geen vrede voorzeker.
Maar onderdrukking voor een ieder, die
de ordening Gods hooger stelt dan de
wijsheid van menschen.
RIJK EN GEMEENTEN.
Wat brengt bet nieuwe wetsontwerp voor
nieuws?
Over dit onderwerp schrijft het H d b 1.
Het ontwerp tot regeling van de finan-
ciëele verhouding van Rijk en gemeenten
doet vervallen de gemeentelijke inkom
stenbelasting en de forensenbelasting. De
laatste kan ten aanzien van de woon-
forensen weer worden ingesteld, maar de
grondslag mag geen andere zijn dan de
huurwaarde der gemeubileerde woning,
waarover iemand voor zich en zijn gezin
beschikt en de duur van het verblijf.
De gemeentelijke inkomstenbelasting
wordt vervangen door een directe belas
ting naar het inkomen, onder den naam
„gemeentefondsbelasting", die zal dienen
tot stichting en voeding van het gemeente
fonds. Dit fonds wordt voorts gevoed
door de opbrengst van 50 opcenten op
de vermogensbelasting en uitkeeringen uit
's Rijks schatkist, wanneer die noodig zijn
om het fonds in staat te stellen te vol
doen aan de daaraan opgelegde verplich
tingen.
Tot die verplichtingen behoort in de
eerste plaats een uitkeering pan de ge
meenten (tot een maximum van f3000)
als tegemoetkoming in de jaarwedde van
burgemeester en secretaris en dat is
veel belangrijker een uitkeering per
inwoner, die volgens een zeer gecompli
ceerde formule wordt berekend, en die
eenerzijds tot op zekere hoogte wordt
gewaarborgd, aan den anderen kant door
bepaalde factoren wordt gelimiteerd. Deze
waarborg beloopt 60 pCt. van een be
drag, verkregen 'door optelling van de
gemiddelde opbrengst van de gemeen
telijke inkomstenbelasting (met inbegrip
der opcenten op de Rjjksinkomstenbelas-
ting) over de laatste 3 garen vóór 1 Mei
1929 bij de gemiddelde opbrengst per
inwoner van de gemeentelijke superop-
centen op de vermogenbelasting (d.z. die
boven 'de 50). De limiet is 85 pCt. dezer
gemiddelde opbrengst.
De garantie wordt met 2Va pCt. ver
hoogd voor iedere volle 50 pCt. waar
mede de gemeentelijke inkomstenbelasting
de rijksinkomstenbelasting overschrijdt,
maar kan nooit hooger worden dan 85.
Noodlijdende gemeenten mogen voor
deze berekening den onderstand van rijk
en provincie, die zij hebben ontvangen
optellen bij de opbrengst der gemeente
lijke inkomstenbelasting.
De berekening der uitkeering per 'in
woner wordt elke 5 jaar herzien.
Hier woonachtige buitenlanders zul
len ook in de fondsbelasting worden aan
geslagen.
Grondslag voer die belasting is de
zelfde als die van .rijksinkomstenbelasting.
vrouw zal vragen. Of eigenlijk, ik ben wel
zeker van niet."
„En ik meende, dat Lia
„Zij hebben met elkaar vriendschappe
lijk omgang gehad., toen Lia nog een zoe
kende ziel was. Nu is het natuurlijk iets
anders."
„Dus je
„Ik denk niets. En ik weet niets-
Heusch niet."
„O, dat verandert. Ik kan mg' wei
vergissen natuurlijk, 'k Moet er evten om
lachen, om die idee: een dominé tot
schoonzoon I"
„Waarom zou dat niet kunnen, Alex?"
„Ja, je hebt gelijk. Wg leven nu een
maal in een wonderlijke wereld. En je
kunt tenslotte iaog beter een predikant tot
schoonzoon hebben dan een Theo van
Zeggelen, die zooveel ellende over je
huis brengt. 'tZjjn me toch toestanden
vind je niet?"
„Ja, jullie hebben vreeselgke ervarin
gen opgedaan", stemde vtouw Blankert
toe.
„Het ergste is het voor Marie en Annie.
Dat huwelijk had nooit moeten doorgaan,
'k Was er tegen. Maar wat doe je er aan?
Zij hadden er hun zinnen op gezet. Dom
natuurlijk. Maax ja, geld en een familie
van naam."
„Dat stomme geld heeft al wat ellende
in de wereld gebracht", meende de boer
in. „Het heeft Marie ook van moeder
vervreemd."
Het tarief is eenigszins anders. In de ge
meente der tweede klasse wordt voor
de berekening der belastingen het zuiver
inkomen verhoogd met 100 voor gehuw
den en in de gemeente der derde klasse
met "f 200. Voor ongehuwden is de ver
hooging steeds flOO meer.
Voor Amsterdam, Rotterdam en Den
Haag is een hoogere aftrek voor levens
onderhoud en een lager tarief vastge
steld voor de tariefklassen tot f 1450.
De gemeente kan zichzelf hooger dan
ih de le klasse classificeeren en het
verschil in opbrengst der iondsbelasting
vloeit dan in de gemeentelijke schatkist.
De gemeenten ontvangen voorts 75 pCt.
der zuivere opbrengst van de hoofdsom
der grondbelasting en kunnen heffen op
centen op de hoofdsom der grondbelas
ting, der gemeentefondsbelasting, der ver
mogensbelasting, der personeele belasting
en „van andere daarvoor bij de wet vat
baar verklaarde belastingen": voorts blijft
de vrgbeid tot heffing van een zakelijke
bedrijfsbelasting, een hondenbelasting, eep
vermakelijkheidsbelasting, een belasting
op de brandassurantie, op de openbare
aankondigingen, op logeergasten en nog
eenige dergelijke.
De opcenten op de gemeentefondsbe
lasting kunnen progressief zijn. Zij kun
nen in bepaalde gevallen boven de 80
stijgen, tot niet meer echter dan 100.
't Aantal opcenten op de vermogens
belasting is hoogstens 50, die mogen
niet progressief zijn.
De personeele belasting wordt door het
Rgk ten behoeve der gemeenten geheven.
Hier ook geldt een classificatie (natuur
lijk een andere dan het hierboven aan
geduide geval) die voor verschillende
deelen der gemeente verschillend kan
zijn.
De grondslagen dezer belasting zijn de
zelfde als voor de bestaande personeele
belasting; bij den .grondslag huurwaarde
zal een progressief tarief kunnen worden
toegepast.
Een commissie van advies zal wor
den ingesteld voor de uitvoering dezer
wet.
Benoemd tot commies bij' den post-
telegraaf en telefoondienst de commiezen
titulair I. K. van der Weele, W. H. van
der Weele, L. H. H. Parren, allen te
Middelburg en H. A. van Meeuwen te
Hansweert.
Benoemd met ingang van 4 Mei 1929
tot kantoorknecht bij den post- en tele
graafdienst de besteller G. J. van den
Bosch, werkzaam op het post- en tele
graafkantoor te Middelburg.
Zomerdag Axel. Door de Chr-
Jong. Vereen. „Waakt en Bidt" en de
Chr. Jonged. Vereen. „De Olijftak" te Axel
zal op Dinsdag 21 Mei a.s. (3en Pinkster
dag) aldaar een Zomerdag worden ge
houden, waar hopen op te treden: ds
Ruijsch van Dugteren van Axel, ds van
Kooten van Rotterdam; ds Lutegn van
Apeldoorn; mevr. ten Boom van Hilver
sum; ds v. d. Hooft van Overschie en
ds Raams van Kloetrage.
P e i 1-v e r 1 a g i n g. De Commissaris
der Koningin in de provincie Zeeland
maakt bekend, dat voor het uitvoeren van
werken de waterstand van het kanaal
door Zuid-Beveland van 6 tot en met 26
Mei 1929, of zooveel korter of langer
als noodig mocht blijken, zal worden ver
laagd tot 0.80 M. N.A.P. of over
ongeveer 1.05 M. beneden den normalen
kanaalstand.
De poorten van Hulst. Het
stadje Hulst is beroemd om zgn mooie
wallen en niet minder om de daarbij
behoorende oude poorten. Do Gentsche
poort verkeerde in slechten toestand en
de opstand dreigde in te storten. Thans
is de poort weder recht gezet en ook
de vleugelstanden en de gleuven, die
aan de binnenzijde der wanden door aan
rijdingen waren ontstaan, zgn gerestau
reerd. f
De poort, die tgdelgk is afgesloten ge
weest, is nu weer voor het verkeer open
gesteld. i
Baron Collot d'Escnry. f
In den ouderdom van ruim 70 jaar is
„Ja", zeide hij. „Maar ik sta er buiten-
Je kunt het Lia vragen, hoe ik er oyer
denk. Want van jullie godsdienst moet
ik niets hebben. Maar de verwijdering
heb ik altijd betreurd. Die was niet noodig
geweest.'
„Dan had je toch niet zoo lijdelijk be-
hooren te zgn'^ zeide zg, ietwat scherp,
„en Marie er op moeten wijzen, dat zg
haar kinderplicht verzaakte."
Architect van Meersma maakte een ge
baar van wanhoop.
„Dat is gemakkelijk gezegd", zeide hg,
„maar je kent de verhoudingen thuis
niet, zooals zg vroeger waren.
„Neen, vanzelf niet."
„Daarom. Gelukkig is dat nu anders
eworden. Het geval met Annie heeft
larie doen veranderen. 'kHeb Vanavond
nog t<jt Lia gezegd, dat ik haar moeder
hier nog wel eens zie verschijnen, om
het weer in orde te maken. Zij is zoo
zacht als een lam geworden."
„Dat is verheugend nieuws, Alex. Het
oude mensch zal er wat dankbaar voor
zijn. Marie was .geen dag uit haar ge
dachten, al die jaren niet."
„Ik spreek maar een vermoeden uit.
Maar ik geloof niet, dat ik mg vergis.
In ieder geval zal ik er, dat heb ik mij
vast voorgenomen, Zaterdag eens met
haar over spreken, als ik in Heerde kom.
Het is dwaasheid van Marie, om zich
I niets van haar moeder aan te trekken."
„Het is diep zondig", wees tante Mar-
wiens bruidje bij de Inrichting
van haar huis streeft naar intieme
gezelligheid en daarbij blijk geeft
van praktischen zin. Zij weet,
dat een goed verzorgde tafel de
maaltijden tot feestelijke momenten
in het huiselijk leven maakt, dat
een mooie en volledige collectie
tafelzilver daarbij een eerste ver--
eischte is. En toch zorgt zij ervoor
hierin geen on noodig kapitaal vast
te - leggen, want natuurlijk kiest zij
Gero-zilver
8S
nAMsirRA,
overleden de heer K. J. A. G. baron
Collot d'E&cury, rentmeester van het
kroondomein, burgemeester van Honte-
misse sinds 1893 en voorzitter der le
Nederl. Coöp. Suikerfabriek.
-Deelectrificatie der mid
dengroep. In ons nummer van Zater
dag schreven wij, dat de Burgemeester
van Goes zou hebben medegedeeld, dat de
stroomprijs 30 cent kon worden voor de
buitengemeenten, wanneer maar voldoen
de aansluitingen tot stand kwamen.
Dit is niet geheel juist. Er is door ZEd.
Achtb. een prijs genoemd van 35 cent en
niet van 30 cent, waarbij er door hem te
vens de nadruk op is gelegd, dat zulks
wellicht mogelijk zal zijn,
wanneer er althans de daar-
'voor benoodigde aansluitin
gen zullen komen.
De Provinciale boot en de
Zondagsdienst. Men schrijft ons
Men zal zich herinneren, dat enkele
weken geleden de Prov. motorveerboot
Koningin Wilbelmina na aanvrage namens
een Fransch automobilist op Zondag een
extra-reis deed van Vlissingen na.ar Bres-
kens om dezen automobilist af te halen.
Juist toen te Breskens de auto was opge
laden, kwam er telefonisch bericht van
den directeur, dat op Zondag geen ex
tra-reizen mochten worden gemaakt en
dat de Franschman niet mocht worden
overgezet. De boot ging dus onverrich
ter zake naar Vlissingen terug en deze
extra-reis werd ook niet betaald.
Thans schijnt er sindsdien verandering
te zijn gekomen in de opvatting van de
autoriteiten ten opzichte van het Ver
strekken vaj extrabooten op Zondag,
want gisterenmiddag om vier uur zagen
wij de Koningin Wilhelmina voor een
extra-reis de aanlegplaats te Vlissingen
verlaten. Het betrof hier het overbrengen
van drie groote Brusselsche touringcars
met naar schatting een 100-tal passagiers!.
Middelburg. Vrijdagavond is in de vrij
;oed bezette zaal van het Schuttershof
oor de turnvereeniging „Wilhelmina", af-
deeling der C. J. M. V. Rom. 1:6a,
ter eere van het 10-jarig bestaan een uit
voering gegeven.
Da voorzitter, dhr A. Krijger, heette
allen! welkom. De geschiedenis der ver
eeniging nagaande, Wglst spr. er op hoe
van de 4 oprichters, alleen de beer Hart-
hoorn aanwezig was. Het was toen een
heele durf, deze vereeniging op te rich
ten, gezien de meening over sport in
Chr. kringen. Het was voor den heer
Harthoorn in de eerste jaren als voor
tje haar zwager terecht. „Op zoo'n ver
houding rust geen zegen. Alleen vloek en
straf."
Hij gaf geen antwoord. Dat was weer
de taal, die hg niet vermocht te ver
staan.
Het gesprek ging nu gapingen vertoo-
nen, zoodat hij zich weldra ter ruste
begaf ,niet kunnende vermoeden en be
grijpen, dat zgn schoonzuster haar hart
voor haar God uitstortte, dankte voor
wat zij had gehoord, maar ook bad voor
de twee vrouwen, de oudere en de jon
gere, in Heerde en voor den man en
vader, die onder haar dak vertoefde.
En Alex van Meersma, die weldra in
een diepen slaap gedompeld lag, kon ook
niet vermoeden, dat in „het huisje aan
den zeedijk" de oude Vrouw Blankert,
zijn schoonmoeder, klaar wakker lag, met
een hart, dat overvloeide van dank: Lia
had haar verteld, wat haar vader, die
tegenover de oude vrouw zich nipt uit
liet, haar gezegd had op den weg naar
den zeedgk.
Langs wegen, die niemand ooit had
kunnen bedenken, was God de Heere aan
het werk. Geduldig moest afgewacht,
waarop het zou uitioopen. Maax geduld
bezat het oudje. Zij had het geleerd in de
oefenschool van het lijden, dat de Heere
over haar gebracht had.
HOOFDSTUK XIV.
Toen: Lia dien Vrijdagmorgen haar va-
zitter een moeilijke tij'd en spr. brengt
hem dank voor alles wat hij1 voor de ver
eeniging heeft gedaan. De technische lei
ding kwam bij den heer P. J. Sturm, die
men noode naar Hoorn zag vertrekken.
Hij werd opgevolgd door den heer De
Buck, maar deze bleef slechts kort en
tjhans leidt de heer A, de Jonge de
v;exeeniging. Voor de wijze waarop deze
dit doet brengt de voorzitter hem hulde.
Spr. hoopt, dat de heer de Jonge nog
lang de leiding zal hebben.
Dhr J. de Munck, een der werkende
leden, bracht hulde aan den directeur
onder aanbieding van een fraaie mand
bloemen.
De heer de Jonge dankte voor de woor
den .tot hem gericht en voor de aange
boden, bloemen. Spr. hoopt op een fcrach-
tigen opbloei en groei der vereeniging.
De heer G. C. Reijerse, opzichter van
het gemeentelijk sportterrein, kwam zijn
gelukwenschen aanbieden en bood bloe
men aan het bestuur aan.
De heer W. de Graaf sprak als voor
zitter van den Zeeuwsch-Westbrabant-
schen Turnkring en wenscbte namens alle
aangeslotenen Wilhelmina geluk met dit
tweede lustrum. Het oprichten is gemak
kelijk, maar het in stand houden een er
vereeniging is moeilijk. Spr. hoopt, dat dit
jubileum zal zijn een teeken om verder
te gaan.
Ook als hoofdbestuurslid van het K.N.
G.V. spreekt de heer de Graaf geluk
wenschen uit en een medaille voor de
op Hemelvaartsdag te houden wedstrij
den] biedt spr. aan namens het Bonds-
bestuur.
De voorzitter wenschte ten slotte een
palngenamen avond toe.
Hierna werd met het afwerken van het
programma begonnen en wel met goede
halter-oefening en der jongens uit de le
klasse. Ook later bij het paardspringen
en die apotheose na dit nummer, toonden
deze jongens goede turners in spé te
zijn. De jongens uit de tweede klasse
gaven] goed werk aan de brug te zien.
De heeren verzorgden voor de pauze
vier nummers', n.l. staaloefeningeh, vrije
oefeningen, paardspringen en ringen. Bij)
al deze numtaers bleek, dat deze ver
eeniging onder haar leden meerdere zeer
goede krachten telt, die zware oefeningen
aandurven.
Wilhelmina heeft ook met dit tweede
onderdeel van haar jubileumfeest een flink
succes ^geboekt en aan de aanwezigen
een aamgenaimen avond verschaft.
Nu komt a.s. Donderdag het derde punt,
ö,l. de wedstrijden op het gemeentelijk
Sportterrein, terwijl ook nog aan het hou
der tot de boot in de haven van het
stadje uitgeleide had gedaan en op 'de
fiets, ook de architect had zijn rijwiel
bij zich gehad en verschillende tochtjes
met haar gemaakt, door de smalle straten
van het stedeke, dat sprak van overoude
tgden, naar Grootmoeder terugkeerde, ont
moette ziji Hans Meinema.
Zij begreep -onmiddellijk, dat bij daar
niet toevallig was. 'Hij wist, dat zij aan
de boot zou zijn, zoodat hgi haar een
voudig kwam halen. Even kleurde een
blo-s, die .haar goed stond, haar wangen,
maar onmiddellijk daarop keek zij hem on
bevangen en zonder verlegenheid aan.
Hij vertelde niet, dat hij met opzet
gekomen was, maax verklaarde ronduit
eens .met haar alleen te willen zijn. Zij-
hadden dezen winter zooveel gepraat. Die
gesprekken mochten wel eens voortgezet.
Lia stemde er in toe, dat een fiets
tochtje zou worden gemaakt op dezen
mooien, zomerschen morgen. Grootmoe
der zou wel begrijpen, dat zij ergens aan
geland was.
Zoo peddelden ze door de uitgestorven
straten van het stadje, cm weldra de poort
met de twee torenis door te rijden, maar
nu niet links af te slaan, doch rechtuit
te rijden over een mooien weg, aan weers
kanten beplant met flinke boomen, die
heerlijk schaduw boden.
(Wordt vervolgd.)
u I 1 1 J L i