Uit de Provincie.
xnlMia van onderzoek inzake de veiligheid
op openbare niet-afgesloten overwegen.
Aan dit verslag, waarvan we gisteren
reeds de conclusies gaven, is het volgende
ontleend:
Na de totstandkoming van het K. B. van
9 Aug. 1922 (volgens hetwelk de minister
van Waterstaat ontheffing kan verleenen
van de verplichting tot afsluiting, indien
naar zijn oordeel het verkeer over den, den
spoorweg kruisenden openbaren weg niet
druk is en van den kruisenden weg af aan
weerskanten een voldoend uitzicht over
den spoorweg bestaat) werd al spoedig be
gonnen, de afsluiting van de overwegen in
de landwegen op te heffen. Daarna is aan
het stelsel van onafgesloten overwegen ge
leidelijk zoodanige uitbreiding gegeven,
dat einde 1928 aanwezig waren: op de
hoofdspoorwegen 1132 afgesloten en 1414
onafgesloten overwegen en op de locaal-
spoorwegen resp. 205 en 1076 overwegen.
Van eenige overwegen is de afsluiting la
ter hersteld.
Uit het overzicht van alle on
gevallen, welke in de jaren 1925, 1926,
1927 en 1928 op de hoofd- en locaalspoor-
wegen in Nederland op de onafgesloten
overwegen zijn voorgekomen, blijkt, dat in
verreweg de meeste gevallen de ongevallen
moeten worden toegeschreven aan, zij het
ook dikwijls verklaarbare, onoplettendheid
of onbedachtzaamheid van den getroffene.
Bij de ongevallen op de onafgesloten
overwegen werden in 1925 gedood elf en
gewond achttien personen, in 1926 resp.
zeventien en zeventien, in 1927 resp. 20 en
21 en in 1928 resp. 23 en 15 personen, de
gevallen van zelfmoord niet meegerekend.
Ofschoon men zeer voorzichtig moet zijn
met het trekken van conclusies uit de ge
gevens die over slechts vier jaren ter be
schikking staan, schijnt het aantal onge
vallen weinig verband te houden met hei
aantal treinen, dat den overweg passeert,
'hetgeen toegeschreven zou kunnen worden
aan het feit, dat de weggebruikers bij het
oversteken van een spoorweg meer oplet
tend zijn, wanneer veel treinen rijden, dan
bij een geringe trafiek op den spoorweg.
Ook al wordt in aanmerking genomen,
dat vele overwegen, welke thans onbe
waakt gelaten worden, vroeger bediend
werden door een wachter van een anderen
overweg, door een blok- of brugwachter, of
door een stationsbeambte, en dat derhalve
de afsluiting van die overwegen weinig
extra kosten vorderde, kan aangenomen
worden, dat de door de Ned. Spoorwegen
genoemde besparing van f 1.600.000
per jaar verkregen is.
Behalve de directe besparing worden
door het stelsel van onafgesloten overwe
gen bovendien uitgaven vermeden, die bij
de tegenwoordige toeneming van het ver
keer op den weg en nog meer door den ge-
wijzigden aard van dat verkeer, anders on
vermijdelijk zouden zijn geworden. Ver
schillende overwegen toch, die vroeger op
afstand door een blok- of brugpost, of van
een station of van een anderen overweg
konden worden bediend, zouden thans ter
plaatse bewaakt en bediend moeten wor
den, indien geen onafgesloten overwegen
op de hoofdspoorwegen werden toegelaten.
Als men slechts aanneemt, dat in totaal
een 100-tal overwegen, die vroeger op af
stand bediend werden, of die, op een lo-
caalspoorweg gelegen, onbewaakt waren,
thans ter plaatse bewaakt en bediend zou
den zijn, stijgt de jaarlijksche besparing
voor de Ned. Spoorwegen reeds boven de
f 2 millioen.
De commissie is eenparig van oordeel,
dat, gelet op de economische en verkeers-
voordeelen, aan het hebben van onafgeslo
ten overwegen verbonden, de onafgesloten
overweg, zoowel op de hoofd- als op de lo
caalspoorwegen, evenals in andere landen
is geschied, ook in ons land moet aan
vaard worden en in bepaalde gevallen
aanbeveling verdient.
Het moderne verkeer stelt aan den weg
gebruiker veel grooter eischen van oplet
tendheid dan voorheen. Daarom kan van
hem, die een onbewaakten overweg pas
seert, verlangd worden, dat hij de noodige
oplettendheid gebruikt. Echter anderzijds
moet aan den Staat en de spoorwegmaat
schappijen de eisch gesteld worden om
zoodanige voorzorgsmaatregelen te nemen,
dat niemand op den onbewaakten overweg
een ongeluk kan treffen, of dit moet aan
zijn eigen schuld te wijten zijn.
Een sterk verminderde snelheid voor
motorrijtuigen bij het naderen van den
spoorwegovergang ook van overwegen,
die afgesloten kunnen worden is een
van de algemeens maatregelen, die groote
aanbeveling verdient.
Conclusies
De commissie, haar beschouwingen sa
menvattende, is eenparig van oordeel, dat
onafgesloten openbare overwegen, zoowel
in de hoofd- als in de locaalspoorwegen
toelaatbaar en nuttig zijn wegens de eco
nomische- en verkeersvoordeelen, die
daaraan verbonden zijn, doch dat zij niet
mogen worden toegelaten in wegen waar
op het verkeer zoo druk is, dat de wegge
bruiker niet zijn volle aandacht aan het
passeeren van den overweg kan wijden.
Daarnevens mogen echter geen maatrege
len verzuimd worden die kunnen strekken
tot verzekering van het veilig verkeer op
de wegen.
Waarschu w.i n g e n.
Het komt de commissie met betrekking
tot de wijze, waarop de onbewaakte over
wegen voor het publiek worden aangeduid,
noodig voor, dat de waarschuwingsborden,
die wegens hun internationale beteekenis
gehandhaafd moeten worden, steeds vrij
geplaatst zijn, zoodanig dat het kruis reeds
op een afstand goed te zien is en niet door
een plaatsing tusschen boomen en houtge
was minder zichtbaar is. Enkele borden
zullen daartoe verplaatst en hier en daar
zullen boomen en houtgewas gekapt moe
ten worden;
dat de than» gebruikelijke vóór-waar
schuwingsborden, bestaande uit twee
schuin opstaande latten, worden vervan
gen door het bord, dat bij het internatio
nale verdrag voor snelverkeer op den weg
te Parijs van 20/24 April 1926 als vóór
waarschuwingsbord is vastgesteld, be
staande in een witte locomotief op blau
wen grond;
dat in wegen met snelverkeer waar de
plaats van den overweg weinig opvallend
is, de overwegen bovendien worden aan
gegeven door flikkerlichten, die dag en
naCht werken.
Daarnevens verdient het aanbeveling de
geschilderde zwarte en witte blokken op
de palen en hekken te vervangen door roo-
de en witte blokken, en den weerschijn der
reflectoren, welke thans rood is, ter voor
koming van verwarring met achterlichten
van auto's en rijwielen, oranje te maken.
Voor zooveel het uitzicht betreft, kun
nen door toepassing van den overweg,
waarop van den kruisenden weg de spoor
weg te zien is, voldoende groot zijn, en
moet in het algemeen een afstand van 20
M. op den weg en 500 M. langs den spoor
weg (resp. 12 M. op den weg en 350 M.
langs locaalspoorwegen) voor het snelver
keer als leidraad worden aangenomen.
Er moet voortdurend voor gewaakt wor
den, dat de afstand, waarop de naderende
trein op den spoorweg gezien kan worden,
niet door 'het oprichten van woningen of
verheven voorwerpen vermindert en dat
tijdelijke bewaking aanwezig is wanneer
des zomers het uitzicht door hoog opschie
tende veldgewassen gedurende eenigen tijd
hinderlijk wordt belemmerd.
Voor scheeve kruisingen moeten ds
eischen van uitzicht strenger gesteld wor
den.
Verdere voorschriften.
Naast deze voorschriften wordt nog
noodig geacht:
dat, voor zoover dit nog niet is geschied,
de verharding op den overweg ter voorko
ming van het uitloopen van de auto of het
voertuig in de ballast van den spoorweg,
ten minste de breedte heeft van de aanslui
tende weggedeelten;
dat de koplichten van het trekvoertuig
van den trein een zoodanig lichtbeeld ge
ven, dat van verre de nadering van den
trein kan worden waargenomen, en geec
gevaar bestaat voor verwarring met an
dere lichten;
dat bij zwaren mist door fluitseinen met
lagen toon de nadering van den trein
wordt aangekondigd;
en dat de beperking van snelheid bij het
naderen van den overweg tusschen het
waarschuwingsbord en den overweg, van
10 op 20 K.M. wordt gebracht, wanneer
aan den bestuurder van een motorvoertuig
de verplichting wordt opgelegd om bij de
nadering van een overweg, tot dat hij de
zekerheid verkregen heeft dat hij den
overweg zonder gevaar kan oversteken,
met geen grootere snelheid te rijden dan
die toelaat het motorvoertuig nog voor den
overweg tot stilstand te brengen.
Automatische seinen.
Ten slotte meent de Commissie te moe
ten aanbevelen om enkele onafgesloten
overwegen, waar het uitzicht meer beperkt
is, te doen beveiligen door automatische
seinen, die de nadering van den trein aan
kondigen, teneinde daaraan later, wan
neer die seinen blijken te voldoen, ook op
thans nog afgesloten overwegen te zijner
tijd uitbreiding te kunnen geven.
De Z.-Vlaamsche waterlei
ding. In verschillende gemeenten van
Zeeuwsch-Vlaanderen wordt nog steeds
een ernstig verzet gevoerd tegen de voor
genomen plannen tot aanleg van de Z.-
Vlaamsche waterleiding.
In de gemeente Aardenburg hebben
adressen gecirculeerd waarop men kon
teekenen, dat men zich tegen aansluiting
verklaarde.
Ongeveer 700 personen hebben op deze
adressen geteekend, waaruit blijkt, dat de
groote meerderheid der ingezetenen zich
tegen aansluiting verklaart, want in Aar
denburg zijn slechts 1000 kiezers.
Centrale A.-R. Kiesvereen.
Schouwen en Duiveland. Giste
ren kwam dé Centrale van A.-R. Kiesve-
een. te Zierikzee in vergadering bijeen,
onder presidium van dhr W. den Boer*
Deze liet zingen Psalm 25:6, en ging
voor in gebed. In zijn openingswoord
deelde hij o.m. mede, dat dhr A. Tim
merman Czn, deze Centrale naar de De-
putatenvergadering heeft vertegenwoor
digd. Blijkens het verslag van deze ver
gadering was het een toogdag van groote
beteekenis, waarvan een bezielende
kracht uitging, temeer waar de voorzitter
dhr H. Colijn met overtuiging en in des
Heeren kracht de aanwezigen opwekte de
komende verkiezingen tegemoet te gaan.
Hij deelde voorts mede, dat op den a.s*
Partijdag voor de Centrale als spreker
was uitgenoodigd oud-minister Van Dijk,
doch daar deze zijn woord reeds had ge
geven aan het Geref. Jongelingsverbond,
was hij verhinderd.
In verband daarmede werd besloten
als spreker uit te noodigen dhr R. Zui-
dema, hoofdredacteur van „De Zeeuw".
Daarna kwam nog even ter sprake
de inhoud van „De Schouwen-Duivelan-
der", waarbij de wensch te kennen werd
gegeven meer nieuws- en kerkberichten
daarin op te nemen.
Nog werd benoemd een financiëele
commissie, bestaande uit de heeren A.
Timmerman, de Bruin (Brouwershaven)
en De Jonge (Nieuwerkerk), waaraan het
beheer werd opgedragen over de finan
ciën van dit blad. Na eenige besprekin
gen van huishoudeljjken aard sloot dhr
Kujjper uit Kerkwerre de vergadering met
dank aan God.
Benoemd tot commies der poste
rijen, telegrafie en telefonie de commiezen
titulair A. F. Th. van Nieuwenhuize, J.
M. van Linschoten, beide te Vlissingen en
H. van Nieuwenhuize te Goes.
Op verzoek is eervol ontslag ver
leend aan den heer S. Brandsma als
plaatsvervangend lid van het hoofdstem
bureau voor de Tweede Kamer in den
kieskring XII (Middelburg) met dank voor
de als zoodanig bewezen diensten en
benoemd in zijn plaats de heer J. jF*
Heemskerk te Middelburg.
Ansjovis. Men schrijft uit Zee
land aan de N. R. Crt.:
Eén zwaluw maakt nog geen lente, is
ook van toepassing op de ansjovisvang
sten; reeds acht dagen geleden werd de
eerste ansjovis in de Zeeuwsche weeren
gevangen, maar dat zegt nog niet, dat
direct groote besommingen volgen. Trou
wens, als er van een wisselvallige vis-
scherij wordt gesproken, dan dringt de
Zeeuwsche ansjovisvisscherij zich direct
naar voren en wol zoo, dat de ongun
stigste zijde zich het meest doet gelden,
want jaren duurt het soms, dat de schrale
vangsten den visschers loon onthouden,
om dan opeens in overvloed te toonen,
dat de ansjovis nu juist de Zeeuwsche
stroomen niet schuwt. Als voorbeeld
wordt steeds aangehaald het jaar 1906,
toen na een reeks van jaren 450 ton
ansjovis werd besomd in één vischsei-
zoen, terwijl vorige jaren zelfs kwamen
met 4 ton. Hoe moeilijk het is, voorspel
lingen te maken, bleek even te voren.
Het jaar 1905 had plm. 10 ton gegeven
en naar aanleiding daarvan werd be
weerd, dat deze visscherij ten doode was
opgeschreven; men had het Visscherij-
bestuur gevraagd, te onderzoeken of soms
de ansjovis onze zeegaten nog binnen
komt en dan afgeschrikt door het drukke
scheepvaartverkeer Zijpe-Wemeldinge of
door het intense bewerken der oester- en
mosselperceelen, niet meer zoo hoog als
vroeger de Schelde optrekt, en zie, zonder
dat het onderzoek nog heeft plaats ge
had, komt uit zichzelf het antwoord er
op: enorme scholen komen de Schelde op
en het zoo gerenommeerde vischje wordt
bij ladingen uit de fuiken gehaald en
aan wal gebracht. De knippers komen
handen te kort om de vischjes schoon
te maken en in te zouten. Het knippen
is een bewerking, dat de ansjovis onder
gaat, voor ze ingezouten wordt en bestaat
in het onthoofden en het ontnemen van
de ingewanden; bij do Zeeuwsche ansjo
vis geschiedt dit met bijzondere zorg
en 'het is daarom tijdroovend en kost
baar.
Valt straks de goede temperatuur in
het Scheldewater, dan is het nog niet ver
keken, al is de liaringvisscherij een totale
mislukking geweest; dan kan de zooge
naamde omvisscherij, dit zijn de meer
toevallige vangsten in de fuiken, ook nog
wat inkomsten va.n beteekenis brengen:
geep, rog, tong, elft, kreeft, bot, wijting,
bliek, enz. Meermalen komt het ook voor,
dat een aanzienlijk aantal makreelen
wordt gevangen.
Middelburg. Zooals blijkt uit een aan
de Abdijzijde der Rijksgebouwen, waarin
het Provinciaal bestuur zijn zetel heeft,
aangebracht bord, is men begonnen in
die gebouwen centrale verwarming aan
te brengen, wat in een gebouw als dit
met zijn vele gangen en vertrekken zeker
een groot werk moet worden genoemd.
Ook in de vergaderzaal der Provinciale
Staten zal de centrale verwarming haar
goede diensten gaan bewijzen, maar naar
verluidt zal zij daar op een bijzondere
wijze worden aangelegd, zoodat geen ra
diatoren het mooie van deze zaal zullen
ontsieren.
Deze moderne verwarming zal zeker
het brandgevaar voor deze uit oudheid
kundig oogpunt zoo belangrijke gebouwen
tot een minimum beperken.
Goes. Woensdag vierde de beer Wattez,
zijn zilveren jubilé als directeur van de
Zeeuwsche glasfabriek. De jubilaris mocht
van vele zijden in allerlei vorm blijken
van belangstelling ontvangen.
Ter gelegenheid van dit feest zal aan
het personeel binnenkort een uitstapje
worden aangeboden.
Gaarne verwijzen wij onze lezers
naar de annonce in dit nummer, waarin
dhr J. Gabriëlse aankondigt van 6 tot en
met 12 Mei een tentoonstelling van schil
derijen en teekeningen te zullen houden
in de Prins van Oranje.
Wij twijfelen er niet aan, of hier zal
werkelijk van echte kunst te genieten
zijn. Wij wekken daarom tot een druk
bezoek op.
Goes. Woensdagavond hield de Mid-
denstandsvereeniging „Hande'sbelangen"
alhier een buitengewone vergadering,
waarin als spreker optrad de heer A.
Ingenool Jr., directeur van den Kon.
Ned. Middenstandsbond te 's Gravenhage
met het onderwerp: „De toekomst van
het middenstandsbedrijf in verband met
de ontwikkeling der warenhuizen, filiaal
zaken en verbruikscoöperaties".
Na ingeleid te zijn door den voorzitter,
dhr J. Donner, spreekt dhr Ingenool zijn
blijdschap uit over de gelegenheid tot hef.
behandelen van dit onderwerp voor den
middenstand in Goes.
Spr. wijst achtereenvolgens op het kal
me en rustige leven van den midden
stand in het verleden. Er was toen geen
massale productie. De handwerfcman was
tevens handelaar. De prijzen werden
meestal door de overheid vastgesteld. Er
was geen sprake van een moordende con
currentie. Door het gildewezen (meesters
en beunhazen) was alles meer van bo
venaf geregeld.
Langzamerhand verdween deze toe
stand, waarbij echter de middenstand geen
oog scheen te hebben voor de verande
ringen die plaats vonden, totdat in 1902
de noodklok werd geluid en het eerste
Middenstandscongres in Amsterdam werd
gehouden.
De arbeidersbeweging begon zich baan
te breken en men begon in te zien,
dat daarvan voor den middenstand niet
veel goeds te verwachten was (uitscha
keling van den middenstand, zoodat het
overschot zou zijn: proletariaat aan de
ééne zijde, en bezittende klasse aan den
anderen kant).
Spr staat thans stil bij den Middenstand
van het heden.
Velen, zoo zegt hij, beschouwen dezen
stand ails overbodig en miskennen zijn
recht van "bestaan.
Spr. verdedigt echter dit recht van be
staan, door er op te wijzen, dat deze
schakel niet kan worden gemist. De taak
van den middenstand is de bevolking
te voorzien van datgene wat zij noodig
heeft, op elk moment van den dag, en van
diverse artikelen dién voorraad te hebben
welke noodig is om aan het gevraagde
onmiddellijk te kunnen voldoen. Hij heeft
aan de ééne zijde een wat men zou kun
nen noemen heerschende taak, door de
vak- en warenkennis die hiji zich heeft
eigen gemaakt, waardoor het mogelijk is
dat de cliënt hem zijn vertrouwen geeft,
terwijl aan de andere zijde kan gespro
ken worden van een dienende taak, door
diezelfde vak- en warenkennis beschikbaar
te stellen voor het publiek dat koopt
In onzen tijd tracht men die taak aan
andoren over te dragen en ziet men
de ontwikkeling van warenhuizen, filiaal
zaken en verbruikscoöperaties hand over
hand toenemen en het grootkapitaal
werpt zich op den detailverkoop.
Spr schetst de luxe inrichting der wa
renhuizen als van de Bijenkorf, enz. en
de aantrekkelijkheden wat tentoonstellen,
het gemis van ko-opdwang betreft, en het
aangename van bijkomende dingen als
muziek, restaurants, daktuin, enz., wat
geen enkele middenstander bijl machte is
te doen.
Machtige sommen worden bijeenge
bracht en over het geheele land wor
den de filialen verspreid, welke meestal
bestaan uit prachtige, moderne en aan
trekkelijke winkels, terwijl groote reclame
en abnormaal hooge kortingen grooten in
vloed op het publiek uitoefenen.
Op zichzelf is tegen uitbreiding van
zaken niets in te brengen en ook iedere
middenstander zal dit trachten te berei
ken. Als nadeelen van dezen verkoop
noemt spr. dat men in dergelijke zaken
het contact mist met den eigenaar der
zaak, waardoor het advies van den ver-
kooper niet kan zijn als $at in de parti
culiere bedrijven, waarbij aan het hoofd
staat iemand tot wien men in vol vertrou
wen komt om advies, omdat men van
zijn kennis van zaken overtuigd is.
Wat de verbruikscoöperaties betreft,
deze zijn ontstaan als een middel in den
klassenstrijd, en voor spreker staat het
vast dat daar altijd een socialistische ten-
denz in zit. Het blijkt dan ook dat de win
sten welko deze instellingen afwerpen
niet méér zijin dan een douceurtje voor
de dames, die daar blijkbaar erg gevoelig
voor zijn.
Wat nu de toekomst van het midden
standsbedrijf aangaat, spreker vermag niet
het gordijn op te lichten.
Na hetgeen reeds gezegd is, behoeft
het wel geen nader betoog, dat de gevaren
groot zijn. Wat daartegen te doen? Spre
ker is van meening, dat het grootste
deel van den middenstand zijin positie
niet voldoende bewust is. Spr. wekt op
tot saamhoiorigheidsgevoel en tot een
krachtige organisatie, waardoor alleen
succes is te wachten in den strijd om
het bestaan. Spr wijst op Rusland, waar
de middenstand zoek is, en stelt daar
tegenover Duitschland met zijn krachti-
gen middenstand. Een krachtige midden
stand is een vaderlandsch belang te ach
ten en vormt een bolwerk tegen revolutio
naire woelingen.
Vele middenstanders zijd ook niet op-
de hoogte van hun tijd en de algemeene
ontwikkeling laat veel te wenschen over.
Ook daarop moet de aandacht worden
gevestigd. Over het algemeen is men
veel te lalcsch en lamlendig om kennis
te nemen van de wetgeving enz., terwijl
niet voldoende getracht wordt om man
nen in de Kamers te krijgen, welke de
middenstandsbelangen voldoende kunnen
behartigen.
Een belang is ook het Middenstands
Bank- en Credietwezen, waar een opvoe
dende kracht van uitgaat en dat tot groo
ten steun kan zijn.
Spr. vestigt ook de aandacht op de
mogelijkheid van gezamenlijken in- en
verkoop door belanghebbenden in dezelfde
branche, waarbij natuurlijk de noodige
voorzichtigheid moet worden betracht.
Er behoeft geen vrees te bestaan, als
zou de middenstand zijn tijd hebben ge
had, maar dan moet men ook paraat zijn,
voortgaande op den ingeslagen weg, krach
tige organisatie ter hand nemen en zor
gen dat ook van hem invloed uitgaat
in de samenstelling van wetgeving, niet
om de macht in handen te krijgen, maar
om het recht van zijn bestaan te verze
keren en hoog te houden en te arbeider)
aan de algeheele Volkswelvaart.
Van de gelegenheid om met den spreker
van gedachten te wisselen, werd door
enkele aanwezigen gebruik gemaakt. De
verschillende vragen werden door den
spreker beantwoord.
Na een woord van dantafran den spre
ker sloot dhr Donner dezê vergadering,
nadat door dhr Simons, voorzitter van
„De Hanze", een woord van dank was
gesproken voor de ontvangen uitnood»-
ging, waaxbjj den wenscJi uitsprak
dat deze beide Middenstandsvereenigingen
in dezelfde aangename verstandhouding
zouden blijven arbeiden voor de belangen
van onzen Goeschen middenstand.
Het bestuur van de vereen. „Handel?
belangen" kan met genoegen terugdenkt1.'
aan deze vergadering. Het hoopt dat e
volgende maal de -opkomst der led.
nog grooter zal zijn.
Kruiningen. Op de Woensdag alhier ge
houden Stierenkeuring en Koeien-demon
stratie waren aangevoerd 2> stieren en
een zevental koeien. Alle 3 stieren kon
den voor een eersten prjjs in aanmerking
komen van de volgende eigenaren: Stie-
renvereen. Kruiningen; Jan Blok, Rilland
en Jan Boone Johsz te Kruiningen.
Op initiatief van de heeren L. Kos-
tense, M. Nieuwenhuise en P. Polderman
is deze week alhier opgericht een strijk
orkest, met aanvankelijk 13 leden.
Genoemde heeren werden als voorloo
pig bestuur gekozen, terwijl zoolang geen
Directeur benoemd is, dhr Joh. v. d.
Peijl de leiding op zich neemt.
Kapelle. De afdeeling Kapelle der ver-
eeniging tot Chr. verzorging van Krank
zinnigen in Zeeland kwam onder voorzit
terschap van dhr Jb Zegers in vergade
ring bijeen in het lokaal Obadja.
De secretaris deelde in zijn jaarverslag
mede, dat enkele nieuwe leden waren toe
getreden. De afdeeling telt ruim 80 leden
Als spreker trad voor haar op Ds de
Vries van Wilhelminadorp.
De penningmeester deed rekening en
verantwoording. Ontvang'm was iti totaal
f 113.58, uitgegeven f97.60, batig saldo
f 15.98. Herkozen werden de aftredende
bestuursleden M. de Jager, s-ecr. J. van
Wingen, penningmeester en J. Ganse
man Sr.
Als afgevaardigden voor de algemeene
vergadering werden gekozen de heeren:
J. Zegers, J. van Wingen, en M. de Jager,
tot secundi werden benoemd de heeren
Joz. de Jager Az„ A. de Groene en J.
Ganseman Sr.
Besloten werd weder voor het te hou
den Kerstfeest f 10.af te dragen. Ook
zal er een spreker uitgenoodigd worden
om de belangen van de stichting Vrede
rust te bepleiten.
Nisse. Woensdagavond werd de jaar
vergadering gehouden van de Coöpera
tieve Boerenleenbank, alhier.
De balans wees aan in actief een be
drag van f 184.977.44 en in passief het
zelfde, waaronder de winst over 1928
groot f 1157.44. Besloten word de winst
te storten in het reservefonds dat daar
door stijgt tot f8681.34.
Herbenoemd werd als bestuurslid Joos
Mol Wz., als plaatsvervangende bestuurs
leden Joh. Jansen en J. A. Rh. Bommeljé
en als lid van don Raad van Toezicht
H. Nieuwenhuize.
Biggekerke. Een bericht, dat door de
vele bezoekers van Valkenisse ongetwij
feld met blijdschap zal worden vernomen,
is, dat de trap over de duinen, welke tot
voor korten tijd in zulk een verwaarloos
den toestand verkeerde, dat beklimming
er van gevaarlijk was, thans door jle
goede zorgen van den heer van Ham ge
deeltelijk is vernieuwd en verder zoodanig
hersteld dat zij geheel in orde kan wor
den genoemd.
Amemuiden. Loop der bevolking over
de maand April.
Ingekomen uit: Nieuw- en St. .Toosland
M. de Rijke, C 50; nit Middelburg: ,T-
Ventevogel, B 109; uit Vlissingen M. de
No-oijer, A 159; uit Middelburg J. Koppe-
jan en gezin, B 18;
Vertrokken naar Zeist J. J. v. Schaik;
naar Vlissingen, Vrouwestraat 3, M. Blaas-
se; O. en W. Souburg E 9, C. M. Gilde-
Meulenbcrg; Middelburg, Jasmijnstraat 227
Wed. J. Davidse-van Belzen; Wolferts-
dijk, El. Meerman; Middelburg, Seisplan
M 1, M. Meijers; Middelburg, O 33, J*
Theune; Vro-uwepolder, J. C. Vader en
gezin; Genemuiden, G. v. d. Louw.
Wissenkerke. Dinsdag werd ter herden
king van den 20sten verjaardag van H.
K.H. Prinses Juliana feest gevierd, dat in
geleid werd door gewijde muziek door
het muziekgezelschap „Apollo" op de
muziektent.
Daarna werd een herdenkingsrede in
de kerk gehouden door Ds Tonsbeek
van Kamperland, afgewisseld door de
zangvereen. „Hosanna" en het Wissen-
kerksche Mannenkoor gevolgd door zang
der schoolkinderen op het kerkplein en
optocht door het dorp. De kindertractatie
viel natuurlijk goed in den smaak. De al
legorische optocht trok veel belangstel
ling. De volksspelen, zooals mastklim-
men, sprietloopen en tonnetje steken wer
den met veel aandacht gevolgd.
Des avonds was er zanguitvoering van
het Wissenkerksche Mannenkoor en „Ho
sanna" en het Concert van „Apollo" te
beluisteren.
De openlucht-bioscoop slaagde goed.
Hoewel er enkele regenbuien kwamen,
deden ze toch het feest niet mislukken.
Tot slot fakkeloptocht waaraan door vrij
wel allen werd deelgenomen. (Pas Don
derdagavond ontvangen. Red.)
Terneuzen. Gisteren vergaderde de Ge
meenteraad. Bij de ingekomen stukken
was een schrijven van diverse bewoners
betreffende de gemeente-politie, dat dhr
van den Bulcke aanleiding geeft den
wensch uit te spreken, dat de politie tac
tisch zal optreden, hieraan toevoegende
dat onvoldoende speelterrein in de kom
oorzaak is, dat op enkele terreinen en
straten door de jeugd gevoetbald wordt.
Dhr Colsen informeert naar het oordeel
van B. en W. in deze kwestie, terwijl de
heer de Bakker rekening wenscht te hou
den met de omstandigheden. In aanslui
ting op een en ander zegt de voorzitter,
dat de genomen en hier gewraakte maat-