Uit de Provincie. xnlMia van onderzoek inzake de veiligheid op openbare niet-afgesloten overwegen. Aan dit verslag, waarvan we gisteren reeds de conclusies gaven, is het volgende ontleend: Na de totstandkoming van het K. B. van 9 Aug. 1922 (volgens hetwelk de minister van Waterstaat ontheffing kan verleenen van de verplichting tot afsluiting, indien naar zijn oordeel het verkeer over den, den spoorweg kruisenden openbaren weg niet druk is en van den kruisenden weg af aan weerskanten een voldoend uitzicht over den spoorweg bestaat) werd al spoedig be gonnen, de afsluiting van de overwegen in de landwegen op te heffen. Daarna is aan het stelsel van onafgesloten overwegen ge leidelijk zoodanige uitbreiding gegeven, dat einde 1928 aanwezig waren: op de hoofdspoorwegen 1132 afgesloten en 1414 onafgesloten overwegen en op de locaal- spoorwegen resp. 205 en 1076 overwegen. Van eenige overwegen is de afsluiting la ter hersteld. Uit het overzicht van alle on gevallen, welke in de jaren 1925, 1926, 1927 en 1928 op de hoofd- en locaalspoor- wegen in Nederland op de onafgesloten overwegen zijn voorgekomen, blijkt, dat in verreweg de meeste gevallen de ongevallen moeten worden toegeschreven aan, zij het ook dikwijls verklaarbare, onoplettendheid of onbedachtzaamheid van den getroffene. Bij de ongevallen op de onafgesloten overwegen werden in 1925 gedood elf en gewond achttien personen, in 1926 resp. zeventien en zeventien, in 1927 resp. 20 en 21 en in 1928 resp. 23 en 15 personen, de gevallen van zelfmoord niet meegerekend. Ofschoon men zeer voorzichtig moet zijn met het trekken van conclusies uit de ge gevens die over slechts vier jaren ter be schikking staan, schijnt het aantal onge vallen weinig verband te houden met hei aantal treinen, dat den overweg passeert, 'hetgeen toegeschreven zou kunnen worden aan het feit, dat de weggebruikers bij het oversteken van een spoorweg meer oplet tend zijn, wanneer veel treinen rijden, dan bij een geringe trafiek op den spoorweg. Ook al wordt in aanmerking genomen, dat vele overwegen, welke thans onbe waakt gelaten worden, vroeger bediend werden door een wachter van een anderen overweg, door een blok- of brugwachter, of door een stationsbeambte, en dat derhalve de afsluiting van die overwegen weinig extra kosten vorderde, kan aangenomen worden, dat de door de Ned. Spoorwegen genoemde besparing van f 1.600.000 per jaar verkregen is. Behalve de directe besparing worden door het stelsel van onafgesloten overwe gen bovendien uitgaven vermeden, die bij de tegenwoordige toeneming van het ver keer op den weg en nog meer door den ge- wijzigden aard van dat verkeer, anders on vermijdelijk zouden zijn geworden. Ver schillende overwegen toch, die vroeger op afstand door een blok- of brugpost, of van een station of van een anderen overweg konden worden bediend, zouden thans ter plaatse bewaakt en bediend moeten wor den, indien geen onafgesloten overwegen op de hoofdspoorwegen werden toegelaten. Als men slechts aanneemt, dat in totaal een 100-tal overwegen, die vroeger op af stand bediend werden, of die, op een lo- caalspoorweg gelegen, onbewaakt waren, thans ter plaatse bewaakt en bediend zou den zijn, stijgt de jaarlijksche besparing voor de Ned. Spoorwegen reeds boven de f 2 millioen. De commissie is eenparig van oordeel, dat, gelet op de economische en verkeers- voordeelen, aan het hebben van onafgeslo ten overwegen verbonden, de onafgesloten overweg, zoowel op de hoofd- als op de lo caalspoorwegen, evenals in andere landen is geschied, ook in ons land moet aan vaard worden en in bepaalde gevallen aanbeveling verdient. Het moderne verkeer stelt aan den weg gebruiker veel grooter eischen van oplet tendheid dan voorheen. Daarom kan van hem, die een onbewaakten overweg pas seert, verlangd worden, dat hij de noodige oplettendheid gebruikt. Echter anderzijds moet aan den Staat en de spoorwegmaat schappijen de eisch gesteld worden om zoodanige voorzorgsmaatregelen te nemen, dat niemand op den onbewaakten overweg een ongeluk kan treffen, of dit moet aan zijn eigen schuld te wijten zijn. Een sterk verminderde snelheid voor motorrijtuigen bij het naderen van den spoorwegovergang ook van overwegen, die afgesloten kunnen worden is een van de algemeens maatregelen, die groote aanbeveling verdient. Conclusies De commissie, haar beschouwingen sa menvattende, is eenparig van oordeel, dat onafgesloten openbare overwegen, zoowel in de hoofd- als in de locaalspoorwegen toelaatbaar en nuttig zijn wegens de eco nomische- en verkeersvoordeelen, die daaraan verbonden zijn, doch dat zij niet mogen worden toegelaten in wegen waar op het verkeer zoo druk is, dat de wegge bruiker niet zijn volle aandacht aan het passeeren van den overweg kan wijden. Daarnevens mogen echter geen maatrege len verzuimd worden die kunnen strekken tot verzekering van het veilig verkeer op de wegen. Waarschu w.i n g e n. Het komt de commissie met betrekking tot de wijze, waarop de onbewaakte over wegen voor het publiek worden aangeduid, noodig voor, dat de waarschuwingsborden, die wegens hun internationale beteekenis gehandhaafd moeten worden, steeds vrij geplaatst zijn, zoodanig dat het kruis reeds op een afstand goed te zien is en niet door een plaatsing tusschen boomen en houtge was minder zichtbaar is. Enkele borden zullen daartoe verplaatst en hier en daar zullen boomen en houtgewas gekapt moe ten worden; dat de than» gebruikelijke vóór-waar schuwingsborden, bestaande uit twee schuin opstaande latten, worden vervan gen door het bord, dat bij het internatio nale verdrag voor snelverkeer op den weg te Parijs van 20/24 April 1926 als vóór waarschuwingsbord is vastgesteld, be staande in een witte locomotief op blau wen grond; dat in wegen met snelverkeer waar de plaats van den overweg weinig opvallend is, de overwegen bovendien worden aan gegeven door flikkerlichten, die dag en naCht werken. Daarnevens verdient het aanbeveling de geschilderde zwarte en witte blokken op de palen en hekken te vervangen door roo- de en witte blokken, en den weerschijn der reflectoren, welke thans rood is, ter voor koming van verwarring met achterlichten van auto's en rijwielen, oranje te maken. Voor zooveel het uitzicht betreft, kun nen door toepassing van den overweg, waarop van den kruisenden weg de spoor weg te zien is, voldoende groot zijn, en moet in het algemeen een afstand van 20 M. op den weg en 500 M. langs den spoor weg (resp. 12 M. op den weg en 350 M. langs locaalspoorwegen) voor het snelver keer als leidraad worden aangenomen. Er moet voortdurend voor gewaakt wor den, dat de afstand, waarop de naderende trein op den spoorweg gezien kan worden, niet door 'het oprichten van woningen of verheven voorwerpen vermindert en dat tijdelijke bewaking aanwezig is wanneer des zomers het uitzicht door hoog opschie tende veldgewassen gedurende eenigen tijd hinderlijk wordt belemmerd. Voor scheeve kruisingen moeten ds eischen van uitzicht strenger gesteld wor den. Verdere voorschriften. Naast deze voorschriften wordt nog noodig geacht: dat, voor zoover dit nog niet is geschied, de verharding op den overweg ter voorko ming van het uitloopen van de auto of het voertuig in de ballast van den spoorweg, ten minste de breedte heeft van de aanslui tende weggedeelten; dat de koplichten van het trekvoertuig van den trein een zoodanig lichtbeeld ge ven, dat van verre de nadering van den trein kan worden waargenomen, en geec gevaar bestaat voor verwarring met an dere lichten; dat bij zwaren mist door fluitseinen met lagen toon de nadering van den trein wordt aangekondigd; en dat de beperking van snelheid bij het naderen van den overweg tusschen het waarschuwingsbord en den overweg, van 10 op 20 K.M. wordt gebracht, wanneer aan den bestuurder van een motorvoertuig de verplichting wordt opgelegd om bij de nadering van een overweg, tot dat hij de zekerheid verkregen heeft dat hij den overweg zonder gevaar kan oversteken, met geen grootere snelheid te rijden dan die toelaat het motorvoertuig nog voor den overweg tot stilstand te brengen. Automatische seinen. Ten slotte meent de Commissie te moe ten aanbevelen om enkele onafgesloten overwegen, waar het uitzicht meer beperkt is, te doen beveiligen door automatische seinen, die de nadering van den trein aan kondigen, teneinde daaraan later, wan neer die seinen blijken te voldoen, ook op thans nog afgesloten overwegen te zijner tijd uitbreiding te kunnen geven. De Z.-Vlaamsche waterlei ding. In verschillende gemeenten van Zeeuwsch-Vlaanderen wordt nog steeds een ernstig verzet gevoerd tegen de voor genomen plannen tot aanleg van de Z.- Vlaamsche waterleiding. In de gemeente Aardenburg hebben adressen gecirculeerd waarop men kon teekenen, dat men zich tegen aansluiting verklaarde. Ongeveer 700 personen hebben op deze adressen geteekend, waaruit blijkt, dat de groote meerderheid der ingezetenen zich tegen aansluiting verklaart, want in Aar denburg zijn slechts 1000 kiezers. Centrale A.-R. Kiesvereen. Schouwen en Duiveland. Giste ren kwam dé Centrale van A.-R. Kiesve- een. te Zierikzee in vergadering bijeen, onder presidium van dhr W. den Boer* Deze liet zingen Psalm 25:6, en ging voor in gebed. In zijn openingswoord deelde hij o.m. mede, dat dhr A. Tim merman Czn, deze Centrale naar de De- putatenvergadering heeft vertegenwoor digd. Blijkens het verslag van deze ver gadering was het een toogdag van groote beteekenis, waarvan een bezielende kracht uitging, temeer waar de voorzitter dhr H. Colijn met overtuiging en in des Heeren kracht de aanwezigen opwekte de komende verkiezingen tegemoet te gaan. Hij deelde voorts mede, dat op den a.s* Partijdag voor de Centrale als spreker was uitgenoodigd oud-minister Van Dijk, doch daar deze zijn woord reeds had ge geven aan het Geref. Jongelingsverbond, was hij verhinderd. In verband daarmede werd besloten als spreker uit te noodigen dhr R. Zui- dema, hoofdredacteur van „De Zeeuw". Daarna kwam nog even ter sprake de inhoud van „De Schouwen-Duivelan- der", waarbij de wensch te kennen werd gegeven meer nieuws- en kerkberichten daarin op te nemen. Nog werd benoemd een financiëele commissie, bestaande uit de heeren A. Timmerman, de Bruin (Brouwershaven) en De Jonge (Nieuwerkerk), waaraan het beheer werd opgedragen over de finan ciën van dit blad. Na eenige besprekin gen van huishoudeljjken aard sloot dhr Kujjper uit Kerkwerre de vergadering met dank aan God. Benoemd tot commies der poste rijen, telegrafie en telefonie de commiezen titulair A. F. Th. van Nieuwenhuize, J. M. van Linschoten, beide te Vlissingen en H. van Nieuwenhuize te Goes. Op verzoek is eervol ontslag ver leend aan den heer S. Brandsma als plaatsvervangend lid van het hoofdstem bureau voor de Tweede Kamer in den kieskring XII (Middelburg) met dank voor de als zoodanig bewezen diensten en benoemd in zijn plaats de heer J. jF* Heemskerk te Middelburg. Ansjovis. Men schrijft uit Zee land aan de N. R. Crt.: Eén zwaluw maakt nog geen lente, is ook van toepassing op de ansjovisvang sten; reeds acht dagen geleden werd de eerste ansjovis in de Zeeuwsche weeren gevangen, maar dat zegt nog niet, dat direct groote besommingen volgen. Trou wens, als er van een wisselvallige vis- scherij wordt gesproken, dan dringt de Zeeuwsche ansjovisvisscherij zich direct naar voren en wol zoo, dat de ongun stigste zijde zich het meest doet gelden, want jaren duurt het soms, dat de schrale vangsten den visschers loon onthouden, om dan opeens in overvloed te toonen, dat de ansjovis nu juist de Zeeuwsche stroomen niet schuwt. Als voorbeeld wordt steeds aangehaald het jaar 1906, toen na een reeks van jaren 450 ton ansjovis werd besomd in één vischsei- zoen, terwijl vorige jaren zelfs kwamen met 4 ton. Hoe moeilijk het is, voorspel lingen te maken, bleek even te voren. Het jaar 1905 had plm. 10 ton gegeven en naar aanleiding daarvan werd be weerd, dat deze visscherij ten doode was opgeschreven; men had het Visscherij- bestuur gevraagd, te onderzoeken of soms de ansjovis onze zeegaten nog binnen komt en dan afgeschrikt door het drukke scheepvaartverkeer Zijpe-Wemeldinge of door het intense bewerken der oester- en mosselperceelen, niet meer zoo hoog als vroeger de Schelde optrekt, en zie, zonder dat het onderzoek nog heeft plaats ge had, komt uit zichzelf het antwoord er op: enorme scholen komen de Schelde op en het zoo gerenommeerde vischje wordt bij ladingen uit de fuiken gehaald en aan wal gebracht. De knippers komen handen te kort om de vischjes schoon te maken en in te zouten. Het knippen is een bewerking, dat de ansjovis onder gaat, voor ze ingezouten wordt en bestaat in het onthoofden en het ontnemen van de ingewanden; bij do Zeeuwsche ansjo vis geschiedt dit met bijzondere zorg en 'het is daarom tijdroovend en kost baar. Valt straks de goede temperatuur in het Scheldewater, dan is het nog niet ver keken, al is de liaringvisscherij een totale mislukking geweest; dan kan de zooge naamde omvisscherij, dit zijn de meer toevallige vangsten in de fuiken, ook nog wat inkomsten va.n beteekenis brengen: geep, rog, tong, elft, kreeft, bot, wijting, bliek, enz. Meermalen komt het ook voor, dat een aanzienlijk aantal makreelen wordt gevangen. Middelburg. Zooals blijkt uit een aan de Abdijzijde der Rijksgebouwen, waarin het Provinciaal bestuur zijn zetel heeft, aangebracht bord, is men begonnen in die gebouwen centrale verwarming aan te brengen, wat in een gebouw als dit met zijn vele gangen en vertrekken zeker een groot werk moet worden genoemd. Ook in de vergaderzaal der Provinciale Staten zal de centrale verwarming haar goede diensten gaan bewijzen, maar naar verluidt zal zij daar op een bijzondere wijze worden aangelegd, zoodat geen ra diatoren het mooie van deze zaal zullen ontsieren. Deze moderne verwarming zal zeker het brandgevaar voor deze uit oudheid kundig oogpunt zoo belangrijke gebouwen tot een minimum beperken. Goes. Woensdag vierde de beer Wattez, zijn zilveren jubilé als directeur van de Zeeuwsche glasfabriek. De jubilaris mocht van vele zijden in allerlei vorm blijken van belangstelling ontvangen. Ter gelegenheid van dit feest zal aan het personeel binnenkort een uitstapje worden aangeboden. Gaarne verwijzen wij onze lezers naar de annonce in dit nummer, waarin dhr J. Gabriëlse aankondigt van 6 tot en met 12 Mei een tentoonstelling van schil derijen en teekeningen te zullen houden in de Prins van Oranje. Wij twijfelen er niet aan, of hier zal werkelijk van echte kunst te genieten zijn. Wij wekken daarom tot een druk bezoek op. Goes. Woensdagavond hield de Mid- denstandsvereeniging „Hande'sbelangen" alhier een buitengewone vergadering, waarin als spreker optrad de heer A. Ingenool Jr., directeur van den Kon. Ned. Middenstandsbond te 's Gravenhage met het onderwerp: „De toekomst van het middenstandsbedrijf in verband met de ontwikkeling der warenhuizen, filiaal zaken en verbruikscoöperaties". Na ingeleid te zijn door den voorzitter, dhr J. Donner, spreekt dhr Ingenool zijn blijdschap uit over de gelegenheid tot hef. behandelen van dit onderwerp voor den middenstand in Goes. Spr. wijst achtereenvolgens op het kal me en rustige leven van den midden stand in het verleden. Er was toen geen massale productie. De handwerfcman was tevens handelaar. De prijzen werden meestal door de overheid vastgesteld. Er was geen sprake van een moordende con currentie. Door het gildewezen (meesters en beunhazen) was alles meer van bo venaf geregeld. Langzamerhand verdween deze toe stand, waarbij echter de middenstand geen oog scheen te hebben voor de verande ringen die plaats vonden, totdat in 1902 de noodklok werd geluid en het eerste Middenstandscongres in Amsterdam werd gehouden. De arbeidersbeweging begon zich baan te breken en men begon in te zien, dat daarvan voor den middenstand niet veel goeds te verwachten was (uitscha keling van den middenstand, zoodat het overschot zou zijn: proletariaat aan de ééne zijde, en bezittende klasse aan den anderen kant). Spr staat thans stil bij den Middenstand van het heden. Velen, zoo zegt hij, beschouwen dezen stand ails overbodig en miskennen zijn recht van "bestaan. Spr. verdedigt echter dit recht van be staan, door er op te wijzen, dat deze schakel niet kan worden gemist. De taak van den middenstand is de bevolking te voorzien van datgene wat zij noodig heeft, op elk moment van den dag, en van diverse artikelen dién voorraad te hebben welke noodig is om aan het gevraagde onmiddellijk te kunnen voldoen. Hij heeft aan de ééne zijde een wat men zou kun nen noemen heerschende taak, door de vak- en warenkennis die hiji zich heeft eigen gemaakt, waardoor het mogelijk is dat de cliënt hem zijn vertrouwen geeft, terwijl aan de andere zijde kan gespro ken worden van een dienende taak, door diezelfde vak- en warenkennis beschikbaar te stellen voor het publiek dat koopt In onzen tijd tracht men die taak aan andoren over te dragen en ziet men de ontwikkeling van warenhuizen, filiaal zaken en verbruikscoöperaties hand over hand toenemen en het grootkapitaal werpt zich op den detailverkoop. Spr schetst de luxe inrichting der wa renhuizen als van de Bijenkorf, enz. en de aantrekkelijkheden wat tentoonstellen, het gemis van ko-opdwang betreft, en het aangename van bijkomende dingen als muziek, restaurants, daktuin, enz., wat geen enkele middenstander bijl machte is te doen. Machtige sommen worden bijeenge bracht en over het geheele land wor den de filialen verspreid, welke meestal bestaan uit prachtige, moderne en aan trekkelijke winkels, terwijl groote reclame en abnormaal hooge kortingen grooten in vloed op het publiek uitoefenen. Op zichzelf is tegen uitbreiding van zaken niets in te brengen en ook iedere middenstander zal dit trachten te berei ken. Als nadeelen van dezen verkoop noemt spr. dat men in dergelijke zaken het contact mist met den eigenaar der zaak, waardoor het advies van den ver- kooper niet kan zijn als $at in de parti culiere bedrijven, waarbij aan het hoofd staat iemand tot wien men in vol vertrou wen komt om advies, omdat men van zijn kennis van zaken overtuigd is. Wat de verbruikscoöperaties betreft, deze zijn ontstaan als een middel in den klassenstrijd, en voor spreker staat het vast dat daar altijd een socialistische ten- denz in zit. Het blijkt dan ook dat de win sten welko deze instellingen afwerpen niet méér zijin dan een douceurtje voor de dames, die daar blijkbaar erg gevoelig voor zijn. Wat nu de toekomst van het midden standsbedrijf aangaat, spreker vermag niet het gordijn op te lichten. Na hetgeen reeds gezegd is, behoeft het wel geen nader betoog, dat de gevaren groot zijn. Wat daartegen te doen? Spre ker is van meening, dat het grootste deel van den middenstand zijin positie niet voldoende bewust is. Spr. wekt op tot saamhoiorigheidsgevoel en tot een krachtige organisatie, waardoor alleen succes is te wachten in den strijd om het bestaan. Spr wijst op Rusland, waar de middenstand zoek is, en stelt daar tegenover Duitschland met zijn krachti- gen middenstand. Een krachtige midden stand is een vaderlandsch belang te ach ten en vormt een bolwerk tegen revolutio naire woelingen. Vele middenstanders zijd ook niet op- de hoogte van hun tijd en de algemeene ontwikkeling laat veel te wenschen over. Ook daarop moet de aandacht worden gevestigd. Over het algemeen is men veel te lalcsch en lamlendig om kennis te nemen van de wetgeving enz., terwijl niet voldoende getracht wordt om man nen in de Kamers te krijgen, welke de middenstandsbelangen voldoende kunnen behartigen. Een belang is ook het Middenstands Bank- en Credietwezen, waar een opvoe dende kracht van uitgaat en dat tot groo ten steun kan zijn. Spr. vestigt ook de aandacht op de mogelijkheid van gezamenlijken in- en verkoop door belanghebbenden in dezelfde branche, waarbij natuurlijk de noodige voorzichtigheid moet worden betracht. Er behoeft geen vrees te bestaan, als zou de middenstand zijn tijd hebben ge had, maar dan moet men ook paraat zijn, voortgaande op den ingeslagen weg, krach tige organisatie ter hand nemen en zor gen dat ook van hem invloed uitgaat in de samenstelling van wetgeving, niet om de macht in handen te krijgen, maar om het recht van zijn bestaan te verze keren en hoog te houden en te arbeider) aan de algeheele Volkswelvaart. Van de gelegenheid om met den spreker van gedachten te wisselen, werd door enkele aanwezigen gebruik gemaakt. De verschillende vragen werden door den spreker beantwoord. Na een woord van dantafran den spre ker sloot dhr Donner dezê vergadering, nadat door dhr Simons, voorzitter van „De Hanze", een woord van dank was gesproken voor de ontvangen uitnood»- ging, waaxbjj den wenscJi uitsprak dat deze beide Middenstandsvereenigingen in dezelfde aangename verstandhouding zouden blijven arbeiden voor de belangen van onzen Goeschen middenstand. Het bestuur van de vereen. „Handel? belangen" kan met genoegen terugdenkt1.' aan deze vergadering. Het hoopt dat e volgende maal de -opkomst der led. nog grooter zal zijn. Kruiningen. Op de Woensdag alhier ge houden Stierenkeuring en Koeien-demon stratie waren aangevoerd 2> stieren en een zevental koeien. Alle 3 stieren kon den voor een eersten prjjs in aanmerking komen van de volgende eigenaren: Stie- renvereen. Kruiningen; Jan Blok, Rilland en Jan Boone Johsz te Kruiningen. Op initiatief van de heeren L. Kos- tense, M. Nieuwenhuise en P. Polderman is deze week alhier opgericht een strijk orkest, met aanvankelijk 13 leden. Genoemde heeren werden als voorloo pig bestuur gekozen, terwijl zoolang geen Directeur benoemd is, dhr Joh. v. d. Peijl de leiding op zich neemt. Kapelle. De afdeeling Kapelle der ver- eeniging tot Chr. verzorging van Krank zinnigen in Zeeland kwam onder voorzit terschap van dhr Jb Zegers in vergade ring bijeen in het lokaal Obadja. De secretaris deelde in zijn jaarverslag mede, dat enkele nieuwe leden waren toe getreden. De afdeeling telt ruim 80 leden Als spreker trad voor haar op Ds de Vries van Wilhelminadorp. De penningmeester deed rekening en verantwoording. Ontvang'm was iti totaal f 113.58, uitgegeven f97.60, batig saldo f 15.98. Herkozen werden de aftredende bestuursleden M. de Jager, s-ecr. J. van Wingen, penningmeester en J. Ganse man Sr. Als afgevaardigden voor de algemeene vergadering werden gekozen de heeren: J. Zegers, J. van Wingen, en M. de Jager, tot secundi werden benoemd de heeren Joz. de Jager Az„ A. de Groene en J. Ganseman Sr. Besloten werd weder voor het te hou den Kerstfeest f 10.af te dragen. Ook zal er een spreker uitgenoodigd worden om de belangen van de stichting Vrede rust te bepleiten. Nisse. Woensdagavond werd de jaar vergadering gehouden van de Coöpera tieve Boerenleenbank, alhier. De balans wees aan in actief een be drag van f 184.977.44 en in passief het zelfde, waaronder de winst over 1928 groot f 1157.44. Besloten word de winst te storten in het reservefonds dat daar door stijgt tot f8681.34. Herbenoemd werd als bestuurslid Joos Mol Wz., als plaatsvervangende bestuurs leden Joh. Jansen en J. A. Rh. Bommeljé en als lid van don Raad van Toezicht H. Nieuwenhuize. Biggekerke. Een bericht, dat door de vele bezoekers van Valkenisse ongetwij feld met blijdschap zal worden vernomen, is, dat de trap over de duinen, welke tot voor korten tijd in zulk een verwaarloos den toestand verkeerde, dat beklimming er van gevaarlijk was, thans door jle goede zorgen van den heer van Ham ge deeltelijk is vernieuwd en verder zoodanig hersteld dat zij geheel in orde kan wor den genoemd. Amemuiden. Loop der bevolking over de maand April. Ingekomen uit: Nieuw- en St. .Toosland M. de Rijke, C 50; nit Middelburg: ,T- Ventevogel, B 109; uit Vlissingen M. de No-oijer, A 159; uit Middelburg J. Koppe- jan en gezin, B 18; Vertrokken naar Zeist J. J. v. Schaik; naar Vlissingen, Vrouwestraat 3, M. Blaas- se; O. en W. Souburg E 9, C. M. Gilde- Meulenbcrg; Middelburg, Jasmijnstraat 227 Wed. J. Davidse-van Belzen; Wolferts- dijk, El. Meerman; Middelburg, Seisplan M 1, M. Meijers; Middelburg, O 33, J* Theune; Vro-uwepolder, J. C. Vader en gezin; Genemuiden, G. v. d. Louw. Wissenkerke. Dinsdag werd ter herden king van den 20sten verjaardag van H. K.H. Prinses Juliana feest gevierd, dat in geleid werd door gewijde muziek door het muziekgezelschap „Apollo" op de muziektent. Daarna werd een herdenkingsrede in de kerk gehouden door Ds Tonsbeek van Kamperland, afgewisseld door de zangvereen. „Hosanna" en het Wissen- kerksche Mannenkoor gevolgd door zang der schoolkinderen op het kerkplein en optocht door het dorp. De kindertractatie viel natuurlijk goed in den smaak. De al legorische optocht trok veel belangstel ling. De volksspelen, zooals mastklim- men, sprietloopen en tonnetje steken wer den met veel aandacht gevolgd. Des avonds was er zanguitvoering van het Wissenkerksche Mannenkoor en „Ho sanna" en het Concert van „Apollo" te beluisteren. De openlucht-bioscoop slaagde goed. Hoewel er enkele regenbuien kwamen, deden ze toch het feest niet mislukken. Tot slot fakkeloptocht waaraan door vrij wel allen werd deelgenomen. (Pas Don derdagavond ontvangen. Red.) Terneuzen. Gisteren vergaderde de Ge meenteraad. Bij de ingekomen stukken was een schrijven van diverse bewoners betreffende de gemeente-politie, dat dhr van den Bulcke aanleiding geeft den wensch uit te spreken, dat de politie tac tisch zal optreden, hieraan toevoegende dat onvoldoende speelterrein in de kom oorzaak is, dat op enkele terreinen en straten door de jeugd gevoetbald wordt. Dhr Colsen informeert naar het oordeel van B. en W. in deze kwestie, terwijl de heer de Bakker rekening wenscht te hou den met de omstandigheden. In aanslui ting op een en ander zegt de voorzitter, dat de genomen en hier gewraakte maat-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 6