BERTELS'OPFOKVOEDERCi
BERTELS KUNSTKORREL'
Wat er deze week voorviel.
Het Zeeuwsche hoekje.
Dammen.
DEKUIKENVOEDING IN NIEUlüE BANEN P9"!ïi
Het Vrouwenhoekje.
Be Tweede Kamer is deze week met de be
handeling van een buitengewoon belangrijke
maar zeer ingewikkelde materie begonnen, n.l.
de financieele verhouding tusschen Rijk en
gemeenten. De algemeene beschouwingen wa
ren wonder-vlug afgeloopen, maar de hoofd
slag zal wel gestreden worden bij de be
handeling der artikelen en diverse amende
menten.
Ziektewet en financieele verhouding tus
schen Rijk en gemeenten, het zijn wel twee
belangrijke wetten, waarmee deze Kamer haar
zittingsperiode .beëindigt.
Dat het betreden der politieke paden niet
altijd waardeering, zelfs niet bij politieke me
destanders, brengt, heeft deze week Jhr de
Muralt, die in Zeeland als candidaat van den
Vrijheidsbond voor de Tweede Kamer naar
voren geschoven wordt, ondervonden. De rech
ter in „het Vaderland" velde over hem een
vernietigend vonnis.
Van rechtspraak gesproken, de Rechtbank te
Groningen had deze week de vreeseljjke
moordzaak tegen Y. Wijkstra, die vier veld
wachters te Grootegast vermoordde, te behan
delen. Er was voor deze behandeling 'een
groote belangstelling. De eisch luidde: levens
lange gevangenisstraf.
Met de waterleiding in Zeenwsch-Vlaanderen
schiet het nog niet hard op. De vertegen
woordigers der aandeelhoudende gemeentebe
sturen kwamen deze week weer in vergadering
bijeen, maar tot een beslissing over deze reeds
zoo lang hangende zaak kwam het niet.
Maar het is niet alleen in Zeeuwsch-Vlaan-
deren, dat men slecht opschiet. In Genève, de
stad der Volkenbonds-comferenties, wil de gang
er met de ontwapening niet inkomen. Men
praat en debatteert naar hartelust, tot ergernis
van den Amerikaan Gibson, die wil opschieten,
en tot resultaten komen. Blijkbaar vertrouwt
de een den ander niet.
Ook inzake de betalingen door Duitsch-
land aan de vroegere geallieerden is nog geen
besluit gevallen. Men zit er nog mee in het
moeras.
In Denemarken- juichen de sociaal-democra
ten vanwege de overwinning door hen bij de
parlementsverkiezingen behaald.
In Duitschland dreigt nog steeds het gevaar
van een spoorwegstaking, die zich wel, als
de voortiekenen niet bedriegen, tot andere
bedrijven zal uitbreiden.
Daaraan mag ik m'n opvolger niet
binden. Dit mag ik echter wèl zeggen:
hij zal zich op het standpunt moeten
ptellen, dat de wet er is, zoodat de vol
ledige invoering er van normaal moet
•worden genoemd. Hij behoeft dus nooit te
verklaren, waarom hij' die invoering doet,
hij moet zeggen waarohi hij haar laat.
Natuurlijk wordt de invoering beheerscht
door de economische gevolgen er van
en ook door de mogelijkheid van de con
trole o>p de naleving. Maar zij móét ko
men.
Er wordt tegenwoordig wel gemop
perd, Excellentie, dat voor de arbeiders
alles wordt gedaan, dat ze het eigenlijk te
goed krijgen.
Resoluut,terwijl de beenen weör over
elkaar gaan, het lichaam achterover leunt,
de handen langs de stoelleuningen glijden
Daar ben ik het volstrekt niet mee
eens. Ja, in vergelijking met de personen,
die economisch met hen gelijk staan, de
kleine zelfstandigen, hebben de arbeiders
het vaak beter. Maar dat ziji het te goed
zouden hebben? Neen. Er zijn trouwens
ook geen verschijnselen, die er op- wijzen.
Ik heb altijd sterk sociaal gevoeld en ik
gun den arbeider evengoed een goede
economische positie als ieder .ander.
Acht u de positie der geestelijke
arbeiders over het algemeen voldoende?
U bedoelt wat men tegenwoordig wel
noemt de hoofdarbeiders? Een lastige
zaak. Het Verbond van Hoofdarbeiders
heeft bij1 mijn .ambtgenoot van Justitie
de vraag der rechtspositie aanhangig ge
maakt. Zij. is dus in overweging.
Noemt u Nederland over 't algemeen
een welvarend land, ons volk een wel
varend volk?
Ja. Wij staan bij het buitenland
Een booze Redactie. Dom of
valsch? Van een welgeslaagde
conferentie.
De Redactie van de liberale „Goesche
Courant" is erg boos op me. Over m'n
bijdragen moet ze soms wel eens glim
lachen, inaar nu is ze buitengewoon ont
stemd, want ze schrijft boven haar artikel:
„Dom of valsch?"
Daai- kan ik het voorloopig wel mee
doen. Nu vind ik het om de waarheid
te zeggen niet zoo heel erg, om door
een liberaal scribent voor dom uitgeschol
den te worden. De tijd ligt nog niet
zoo ver achter ons, dat men spottend
van ons sprak als van „de mannen van de
nachtschool".
Lang, zeer lang, heeft men ons
in dien hoek niet voor vol aange7,ien.
En nog vangt ge zoo nu en dan wel een
uitlating op, dat het bij ons met de kennis
en wetenscliap maar armelijk is gesteld.
Ifc zeg het dan ook den schrijver in
de „Goesche Courant" van harte na:
„Ieder heeft zoo zijn eigen opvattingen
omtrent dom en verstandig".
Laat ons dan maar voorttobben in onze
verondersteld© domheid. Van de voorlich
ting door middel van de liberale weten
schap zijn we niet bijzonder gediend.
Gods Woord is ons tot een lamp voor den
voet en met dien Gids wandelen we
zóó veilig op. don weg, dat de dwazen zelfs
niet kunnen dwalen.
Erger is de beschuldiging van valsch-
heid, ook al is deze vroeger in verkie-
geenszins achter. De werkloosheid is bij
ons niet erger. We hebben zeer bloeiende
industrieën. Daarnaast ook wel industrie-
en die slechts met groote energie op de
been zijn te houden. Ook de landbouwer
heeft het Vaak niet gemakkelijk. Maar
over het algemeen: we zijn welvarend 1
U sprak van groote energie.
Zeker, ik heb niet anders dan den
allergrootsten eerbied voor den onder
nemingsgeest van onze werkgevers en in-
dustrieelen. Onze ondernemersstand heeft
het in twee opzichten moeilijk, vergele
ken bij het buitenland. In de eerste plaats
door onze strenge sociale wetgeving en
haar vele verplichtingen en in de tweede
plaats door onzen vrijhandel. Desondanks
handhaven zij zich schitterend en leveren
zij bewijzen van groote energie. Het zijn
'kranige mannen, die onze industrie en
onzen landbouw leiden. Taaie menschen.
Kerels met de tanden op elkaar I
De minister zei dit met grooten nadruk,
met enthousiasme.
't W as ai laat geworden. Al óver kof
fietijd, op den Zaterdagmiddag. De kamer
lag als het ware geruischloos, als weg
gestorven in dit groote departement. Ik
mocht niet langer vragen.
Dus, Excellentie, de duizend techni
sche détails van uw werk overrompelen
u niet?
Het lichaam veerde op, een breed ge
baar, de armen wijd uitgespreid over het
groote bureau.
Ziet u hier iets liggen? Neen, hè?
Schoon? Iedere week is altijd alles af
gewerkt. Ik moet beslissen en dus doe
ik ;het!
Ja: de minister „zit er in". D.w.z.
in den goeden zin van het woord. Hij
zit nu in de kwesties, die hijl behan
delen en beslissen moet, hij- ziet de
groote lijnen van z'n plannen voor zich,
hij groeit, hij wil hervoormen, verbeteren,
maar voorzichtig, geleidelijk, om het in
gewikkelde raderwerk van het economi
sche leven niet te schaden.
Hartelijk dank, Excellentie I
De kamerbewaarder, welvarend, blo
zend, door z'n minister van bruidegom
tot huisvader gepromoveerd, doet mij.
weer denken aan het woord:
Op 7 Juli ben ik demissionair,
dan ga ik weer geregeld preekenl
Tenzij, (zoo voeg ik er bij), tenzij 's mi
nisters plaats blijft op het departement en
in het parlement. Waar toch altijd nog
een goede kans op is, voior dezen ernsti-
gen en bekwamen werker. Dan zal de
kansel nog wel even op hem moeten
wachten.
In het Bezuidenhout hing de kruidig-
scherpe stralend-sterkende sfeer van den
voorjaarsdag.
UIT HET ZEEUWSCH VERLEDEN.
Door A. M. Wessels.
LXXIV.
Het recht in Ter Goes.
II.
Helaas moest twee jaar later, 26 Nov.
1683, wederom de strafplaats worden op
gericht. Wederom moest het recht wor
den toegepast: thans op een poorter van
de Stede Ter Goes.
Een zekere Caspar de Ruyter, een ge
niale dief en inbreker, was eindelijk ge
snapt. Reeds lang heerschte er groote
onrust in de Goesche stede. Herhaalde
lijk werd er ingebroken, maar het ergste
was, de dader bleef onvindbaar.
Welke pogingen de burgemeesters Ni-
colaas Eversdijck en Isaac de Perponcher,
Heer van Everinge ook aanwendden, om
licht in deze zaak te brengen, het baatte
niet. Hoe de baljuw Mr Cornells Evers-
dijk, zijn dienaren ook aanspoorde, de
telkens weerkeerende inbraken bleven een
beleediging voor diens gezag.
Scherpe maatregelen werden afgekon
digd. De Goessche vierschaar had bij
voorbaat reeds het vonnis geveld, n.l-
dat de strop voor den inbreker klaar
was. Zij hoopte, door dit strenge besluit,
den inbreker af te schrikken en zoo het
goed der poorters te beveiligen.
zingsdagen wel meer gehoord. Ik heb n.l.
den euvelen moed gehad, om te schrijven,
dat men voor verbetering van sociale
toestanden geen steun van liberale zijde
moet verwachten. En de schrijver vraagt
of ik dan niets van de sociale ontwikke
lingshistorie van onze samenleving ai-
weet.
Nu loop ik niet gaarne met mijn ken
nis te koop. Het liefst erken ik, dat we
eigenlijk allen zeer, zeer beperkt in ons
kennen en kunnen zijn. Maar ,als ge
noemde liberale schrijver dan vraagt, of ik
niets afweet van de sociale ontwikke
lingshistorie onzer samenleving, dan ant
woord ik toch met de grootst mogelijiko
bescheidenheid, dat ik om dan meer
speciaal bij het punt in kwestie te blijven
wel eens wat gelezen heb van het
economisch liberalisme, zooals dit in de
vorige eeuw oppermachtig heerschte,
waardoor toen de treurigste toestanden
op sociaal gebied ontstonden, toestan
den, w®aarvan we nu de gevolgen nog
lang niet te boven zijn. Als de Redactie
van de Goesche Courant mij niet mocht
gelooven, dan kan ik haar o.m. noemen
het proefschrift van dr Brugmans, het
gedenkboek van „Patrimonium", het pro
ces-verbaal van eerste en tweede Chr
sociaal congres en verschillende losse
bijdragen. Heeft genoemde Redactie mis
schien wel eens kennis genomen van de
ontroerende mededeelingen indertijd door
dr Kuypor in de Tweede Kamer gedaan
bij do behandeling der kinderwetten?
Maar wat ik nergens heb kunnen le
zen, is, dat de liberalen van thans die be
doelde economisch-liberale beginselen
't Hielp ook al nietseen inbraak
was het antwoord.
Nu was het bij de laatste inbraken op
gevallen, dat deze meestal plaats hadden
op Zondagavond, als de poorters en poor
teressen, getrouw naar de Maria Magda-
lenakerk waren opgegaan. Kwamen zij
dan gesticht thuis, hun stemming was
ineens weg, als zij in hun kamer de
kasten zagen opengebroken en hun geld
verdwenen was.
Raljnw Eversdijk, had derhalve de op
dracht gegeven, dat iedere verdachte die
Zondagsavonds, een der zes poorten door
wilde, eerst onderzocht moest worden.
Caspar de Ruijter was echter uiterst
handig en slim.
Als hij een inbraak in den zin had,
begaf hij zich tusschen de kerkgangers,
knoopte met deze en gene een gesprek
aan en ging voor den vorm mee de
wandelkerk in.
De dienst was echter niet zijn doel,
want zoo ongemerkt (men denke aan de
zeer primitieve verlichting in die oude
tijden) wist Caspar er weer uit te gaan,
maar had toch zijn doel bereikt, n.l. dat
hij des Zondagsavonds in de Kerk g e -
.zien was, dus dat de verdenking niet
op hem zou vallen.
Eri terwijl de Gemeente in de Kerk zong
brak Caspar in, en sloeg zijn slag.
Zoo mogelijk zorgde hij er voor, bij het
uitgaan, weer onder de kerkgangers te
zijn. Maar het zou toch eens uitkomen!
In huis durfde hij 'het gestolen geld
niet bewaren, daar zijn vrouw, die van
dit alles onkundig was, er achter zou
komen. Hij had echter nog al een aardigen
tuin achter zijn woning en daar in den
grond, verborg hij het geld in een pot.
Geen haan zou er naar kraaien, want
wie werkte niet eens in zijn tuintje?
Maar toch geviel het zoo, dat het de
aandacht van een der buren trof.
Niet zoozeer, dat men Caspar voor
den onvindbaren inbreker aanzag, dat
vermoeden ontstond zelfs niet, maar toch
vond een vrouw het vreemd, dat de Ruij
ter altijd op dezelfde plaats groef.
De vrouw maakte daarover eenige op
merkingen aan haar man, en deze sprak
er op zijn beurt weer eens over met een
andere buur, en onwillekeurig lette men
er op.
De opmerking, in huis gemaakt, bereik
te ook op de een of andere wijze den
Raljuw Eversdijck, die het niet opvatte
als een loos praatje, maar zijn conclusie
trok. Onverwacht volgde een onderzoek
de pot kwam voor den dagen
de onvindbare inbreker, Caspar de Ruijter
was thans geknipt.
Onder grooten oploop, werd hij do-or
de stadsdienaren naar den Goesschen Ge
vangentoren gebracht, waar hij neder-
zittende, moest getuigen (volgens een lied
je, dat men op de straten zong der
Goessche stede)
„Nu sit ick hier in dees Ellende
En dat op een Tooren, ai ziet
Om 't kwaed, dat ick heb aen gaen
wenden
Dat helpt mij nou in groot verdriet.
Waervoor 'ick sal een en strop ont
vangen,
Ick schrik en ben daervoor zeer bange".
Het spreekt vanzelf, dat de gemoede
ren der Poorters ontroerd waren. Men
had groot medelijden met zijn vrouw,
die nu weduwe zou worden, want het
vonnis der Vierschaar, de dood door den
strop, stond reeds vast.
Zoo iets had men niet achter de Ruijter
gezocht.
Tevergeefs pleitte hij voor zijn leven,
de vierschaar wijzigde haar vonnis niet-
Het recht moest zijn loop hebben.
Het was een sombere, mistige dag, deze
26ste November.
Er hing een dikke nevel en nu en dan
viel er een fijne motregen.
Maar niettemin had zich op de Groote
Markt een dichte menigte verzameld, men
schen, die allen de terechtstelling van den
poorter-inbreker wilden bijwonen.
De burgemeester Isaac de Perponcher,
hield een treffende toespraak, dat dit feit
de Stede Ter Goes niet bespaard kon
hebben prijsgegeven. Wel beluister ik tel
kens klanken, die er wonderveel op lij
ken (geen inmenging van den Staat in het
bedrijfsleven, baas in eigen huis, enz.), al
wil ik er eerlijkheidshalve aan toevoegen,
dat ik die in en vlak na 1918, toen het
revolutie-gevaar even dreigde, niet heb
vernomen.
Jhr de Muralt, die blijkbaar weer de
man in Zeeland moet worden, heeft het
vorige week nog in Zierikzee gezegd,
dat ook de verbindendverklaring van het
collectief arbeidscontract en de medezeg
genschap in de bedrijven verzet zullen
ontmoeten bij de liberalen, ook al weer
uit hoofde van die vrijheid.
En denk eens aan het debat tusschen
de heeren Van Poelgeest (v.b.) en Goed-
bloed (A.R.) in de Raadsvergadering van
12 April 1928, bij de behandeling van de
winkolsluitingsverordening I Mr Goedbloed
stelde toen duidelijk in het licht dat het
economisch liberalisme door de practijk
wel tot een fictie is gemaakt. Is de Re
dacteur van „de Goesche Courant" dat
heelemaal vergeten?
Natuurlijk wil ik niet ontkennen, dat
er wel eens liberale werkgevers geweest
zijn en nog zijn, di© beter waren dan de
door hen beleden beginselen en aan hun
ondergeschikten een behoorlijke positie
gaven. Evenmin, dat er wel Christelijke
werkgevers zijn, die hun socialen plicht
niet naar eisch van hun beginsel vervul
len. Maai' ik heb in mijn vorige bijdrage
allerminst bedoeld over personen te spre
ken. Het ging over do beginselen. En
met name over den Zondagsarbeid, ten
pleziera van anderen. En hoe men in
blijven, daar de Magistraat voor de vei
ligheid van de bezittingen der poorters
borg moest zijn.
Voor de strop om zijn hals ging, vroeg
de veroordeelde de poorters en poorte
ressen om vergeving en droeg zijn vrouw
aan hun bescherming op.
Daarna werd het vonnis voltrokken
Het ontzielde lijk werd vervoerd naar
het galgenveld, buiten de stad, waar het
tot afschrik voor allen nog langen tijd
hing.
De dood van Caspar de Ruijter maakte
diepen indruk op de bewoners en van
inbraak hoorde men weinig meer.
(Slot volgt.)
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat
221, Amsterdam.
Probleem No. 90.
Auteur: J. Zuiver, Amsterdam.
1 2 3 4 5
47 48 49 50
Zwart: 12 sch. op 6, 8, 10, 11, 12, 14, 15,
17, 18, 19, 25 en 26.
Wit: 11 scb. op 23, 27, 28, 30, 32, 34,
37, 38, 41, 43 en 46.
Wit speelt en wint.
Oplossingen
April-problemen vóór 6.Mei in te zenden
aan bovenstaand adres.
Om het kampioenschap van Amsterdam.
De volgende partij werd gespeeld tus
schen H. Abrahamse met wit en 0. J. B.
v. d. Sleen met zwart.
1. 32—28 18—23 22. 34—30 20—25
2. 33—29 23X32 23. 39—34 4— 9
3. 37X28 16—21 24. 34—29 25X34c)
4. 28-22a) 17X28 25. 29X40 10—14
5. 29—24 20X29 26. 49^4 5—10
6. 34X32 21—26 27. 44—39 10—15
7. 32—28 26X37 28. 40—34 14—20
8. 41X32 12—18 29. 34—30 20—25
9. 39—33 7—12 30. 47—41 25X34
10. 44—39 1— 7 31. 39X30 15—20
11. 5044 11—17 32. 30—25 21—26
12. 40—34 6—11 33. 25X14 9X20
13. 4641 17—21 34. 41—36 20—25
14. 41—37 11—16 35. 37—31 26X37
15. 4440 18—23 36. 42X31 23-29d)
16. 36—31 12—18 37. 31—26 29—34
17. 31-27b) 7—12 38. 28-22e) 12—17
18. 34—30 15—20 39. 22X11 16X 7
19. 30—25 20—24 40. 27—21 7—11
20. 40—34 14—20 41. 36—31 8—12
21. 25X14 9X20 42. 31-27f) 3— 8
Stand na den 42en zet van wit:
1 2 3 4 5
6
16
26
36
46
15
25
35
45
47 48 49
50
liberale kringen daarover denkt, is genoeg
zaam bekend. Voor Goes herinner ik al
leen maar aan het debat in den Gemeente
raad over het rnelkslijten op Zondag.
En nu stap ik hiermee van deze kwestie
af. Met meer genoegen vernam ik, dat
deze week op de conferentie van ouder
lingen der Geref. Kerken in Zeeland dr
J. Hoek, Geref. predikant te Den Haag,
de predikanten en ouderlingen opwekte
toch vooral de Chr. sociale actie voor
te staan en te bevorderen.
Onze menschen zoo zei hij hoo-
ren niet thuis in moderne en neutrale
organisaties. Ze kunnen in dezen tijd
ook niet ongeorganiseerd blijven. En een
Geref. predikant of ouderling mag hierin
niet onverschillig zijn of weifelen. Of
zoo vroeg Z.Eerw. moeten nog meer
Christelijke arbeiders zich in de armen
van het socialisme werpen?
Het Christelijk-sociaal georganiseerde
leven verdient onze volle belangstelling
en krachtigen steun. Laten we de broe
ders .helpen, die dezen strijd te voeren
hebben.
En mocht go in onze Chr. sociale actie
eens dingen opmerken, die uw instem
ming niet hebben, begin dan niet met
die actie te bestrijden, maar hespreek
uw bezwaren met do leiders. Wanneer
ergens uw steun noodig is, dan is het
hier.
Ik geloof, dat de leiders en werkers
in de Chr. sociale en vakactie dankbaar
zullen zijn voor dit woord van waar
deering en dat het hun vurig verlangen
Volledig voeder voor kippen- kalkoenen- en
eendenkuikens van 2-30 daqen oud,aansluiten' j
aan de voeding met uiEsluiEend
Alle foutief voederen wondt hierdoor opgeheven.
Eenvoudiger,voordeeliqer en betere voeding
Door de wetenschappelijke samenstellinq.de groei- en
beenversterkende Vitaminen en Voedingszouten
worden qezonde, sterke en mooie dieren verkregen,
die later het maximum aania) eieren leqqen
Alom verkryqbsar, waar noq niet verkryqbaar:
zakjes van 5 ka. 10 ka. 20 ka. 50 ka.
direct af fabriek 6.2?° FI.-4!0 fi.820 Fil5'° postw:
Vraaqt brochure
ieder zakje dit
M.V BERTELS'
OLIEFABRIEKEN
AFD.kUNSTkORREL*
AMSTERDAM
Let op ons Loodje en Kaartje aan ieder z _C_
50. 6—50 2— 7
51. 38-32i) 18—23
52. 50—33 13—19
53. 43—39 34X43
54. 48X39 25—30
55. 33— 6 23—29
56. 6—Ij)
43. 35-30! 24X35
44. 33—29 34X23
45. 32—28 23X32
46. 21—16 32X21
47. 26Xbg) 19—24
48. 6— 1 24—30
49. 1— 6 30-34h)
Zwart geeft op.
a) De beste voortzetting. Na 3933 zou
wit verliezen door 2127, 1923.
b) Als schijf 47 op 36 stond had wit in
3126 een aardigen lokzet b.v.:
.wit 3126, zwart 2127? wit 32X21,
zwart 23X41, wit 36X47, zwart 16X27,
wit 38—32 en 34X1.
c) Beter dan 23X34 waarna zwart een
randschijf behoudt.
d) Een gewaagde zet, 1217, 812,
38 lijkt ons het beste.
e) Beiden vallen nu aan met den linker
vleugel, voorloopig zonder voordeel.
f) Legt een aardig valletje, waarmede
hij straks succes heeft. In dit geval is het
zeer sterk om zwart 2430 te beletten. Na
2430, 19 X 30 van zwart volgt wit 33
29, 3228, 2116, enz., wat nu een stuk
minder zou kosten dan in de partij na
38. Het beste voor zwart is nu 1117.
g) Dus een dam voor twee stukken. De
stand is nu voor wit gewonnen.
h) Dreigt 18—22, 25X34.
i) Op 5011 zou zwart 3540 en 40
44 spelen.
j) Wit wint door de dreiging 1611.
Als zwart 2934 speelt wint wit door:
32—28 45—40 28—23 16—11 1X2!
34X43 35X44 19X28 7X16
Een typische eindslag!
Rustenburg kampioen van Amsterdam.
De laatste ronde, die met spanning ver
beid werd en die nog groote verandering
in den stand kon brengen, is vrij regelma
tig verloopen. De uitslagen zijn:
Rustenburg remise met Spittuler.
Vos wint van Teunisse.
Lochtenberg wint van Abrahamse.
v. Dartelen wint van Langhenkel.
Koehler remise met v. d. Sleen.
v. Hout remise met Berghuis.
De einduitslag is: 1. W. Rustenburg 21;
2. J. H. Vos 20; 3. P. J. v. Dartelen 19;
45. C. J. Lochtenberg en 0. J. B. v. d.
Sleen 17; 6. G. W. Spittuler 14; 7—8. H.
Abrahamse en J. F. Koehler 13; 9. P. G.
v. Hout 12; 10. F. Lariby 11; 11. W. J.
Teunisse 9; 12. P. E. Berghuis 6; 1314.
J. D. F. Langhenkel en C. G. H. Stevens
5 punten.
Kinderen en „spoken".
In „Do Strijdkreet" vonden wo de volgendie
waarschuwing opgenomen
is, dat de predikanten en ouderlingen
naar deze opmerking zullen handelen.
Ik vernam ook, dat in deze confe
rentie, waar bij uitstek belangrijke en
actueele onderwerpen zijn behandeld, ge
applaudisseerd werd, toen een der spre
kers het pleit voerde voor een Chr. ly
ceum in Zeeland. Dat deed mij goed. Dien
kant moet het uit. Deze hoogst belang
rijke aangelegenheid moet eens wat meer
in den kring onzer belangstelling getrok
ken worden.
De „Goesche Courant" steekt in haar
bovenaangehaald artikel den draak met
hetgeen ik schreef over het dansen op
een feest-avond van de II. D. S. te Mid
delburg. Alweer een bewijs, dat men ter
linkerzijde zich zoo weinig onze begin
selen kan indenken.
Maar dan plaats ik daartegenover het
waarschuwende woord, waarmee dr Hoek
op bovenbedoelde conferentie wees op
de gevaren van het moderne leven.
Deze predikant in een onzer groote
steden ziet die gevaren wellicht nog meer
dan wij in onze provincie, hoewel ze ook
hier terdege gevonden worden. Hoe goed
was het daarom, dat hij op zoo fijne
psychologische wijze aangaf, hoe voor
al met onze jongelui over deze dingen ge
sproken moet worden.
Aan zulk een voorlichting hebben we
in onze dagen behoefte.
We zullen dan ook, in Gods kracht,
doen, wat onze hand vindt om te doen,
ten spijl van het ongeloof, dat poogt
ons belachelijk te malton.
LUCTOR.