BERTELS'OPFOKVOEDERCi BERTELS KUNSTKORREL' Wat er deze week voorviel. Het Zeeuwsche hoekje. Dammen. DEKUIKENVOEDING IN NIEUlüE BANEN P9"!ïi Het Vrouwenhoekje. Be Tweede Kamer is deze week met de be handeling van een buitengewoon belangrijke maar zeer ingewikkelde materie begonnen, n.l. de financieele verhouding tusschen Rijk en gemeenten. De algemeene beschouwingen wa ren wonder-vlug afgeloopen, maar de hoofd slag zal wel gestreden worden bij de be handeling der artikelen en diverse amende menten. Ziektewet en financieele verhouding tus schen Rijk en gemeenten, het zijn wel twee belangrijke wetten, waarmee deze Kamer haar zittingsperiode .beëindigt. Dat het betreden der politieke paden niet altijd waardeering, zelfs niet bij politieke me destanders, brengt, heeft deze week Jhr de Muralt, die in Zeeland als candidaat van den Vrijheidsbond voor de Tweede Kamer naar voren geschoven wordt, ondervonden. De rech ter in „het Vaderland" velde over hem een vernietigend vonnis. Van rechtspraak gesproken, de Rechtbank te Groningen had deze week de vreeseljjke moordzaak tegen Y. Wijkstra, die vier veld wachters te Grootegast vermoordde, te behan delen. Er was voor deze behandeling 'een groote belangstelling. De eisch luidde: levens lange gevangenisstraf. Met de waterleiding in Zeenwsch-Vlaanderen schiet het nog niet hard op. De vertegen woordigers der aandeelhoudende gemeentebe sturen kwamen deze week weer in vergadering bijeen, maar tot een beslissing over deze reeds zoo lang hangende zaak kwam het niet. Maar het is niet alleen in Zeeuwsch-Vlaan- deren, dat men slecht opschiet. In Genève, de stad der Volkenbonds-comferenties, wil de gang er met de ontwapening niet inkomen. Men praat en debatteert naar hartelust, tot ergernis van den Amerikaan Gibson, die wil opschieten, en tot resultaten komen. Blijkbaar vertrouwt de een den ander niet. Ook inzake de betalingen door Duitsch- land aan de vroegere geallieerden is nog geen besluit gevallen. Men zit er nog mee in het moeras. In Denemarken- juichen de sociaal-democra ten vanwege de overwinning door hen bij de parlementsverkiezingen behaald. In Duitschland dreigt nog steeds het gevaar van een spoorwegstaking, die zich wel, als de voortiekenen niet bedriegen, tot andere bedrijven zal uitbreiden. Daaraan mag ik m'n opvolger niet binden. Dit mag ik echter wèl zeggen: hij zal zich op het standpunt moeten ptellen, dat de wet er is, zoodat de vol ledige invoering er van normaal moet •worden genoemd. Hij behoeft dus nooit te verklaren, waarom hij' die invoering doet, hij moet zeggen waarohi hij haar laat. Natuurlijk wordt de invoering beheerscht door de economische gevolgen er van en ook door de mogelijkheid van de con trole o>p de naleving. Maar zij móét ko men. Er wordt tegenwoordig wel gemop perd, Excellentie, dat voor de arbeiders alles wordt gedaan, dat ze het eigenlijk te goed krijgen. Resoluut,terwijl de beenen weör over elkaar gaan, het lichaam achterover leunt, de handen langs de stoelleuningen glijden Daar ben ik het volstrekt niet mee eens. Ja, in vergelijking met de personen, die economisch met hen gelijk staan, de kleine zelfstandigen, hebben de arbeiders het vaak beter. Maar dat ziji het te goed zouden hebben? Neen. Er zijn trouwens ook geen verschijnselen, die er op- wijzen. Ik heb altijd sterk sociaal gevoeld en ik gun den arbeider evengoed een goede economische positie als ieder .ander. Acht u de positie der geestelijke arbeiders over het algemeen voldoende? U bedoelt wat men tegenwoordig wel noemt de hoofdarbeiders? Een lastige zaak. Het Verbond van Hoofdarbeiders heeft bij1 mijn .ambtgenoot van Justitie de vraag der rechtspositie aanhangig ge maakt. Zij. is dus in overweging. Noemt u Nederland over 't algemeen een welvarend land, ons volk een wel varend volk? Ja. Wij staan bij het buitenland Een booze Redactie. Dom of valsch? Van een welgeslaagde conferentie. De Redactie van de liberale „Goesche Courant" is erg boos op me. Over m'n bijdragen moet ze soms wel eens glim lachen, inaar nu is ze buitengewoon ont stemd, want ze schrijft boven haar artikel: „Dom of valsch?" Daai- kan ik het voorloopig wel mee doen. Nu vind ik het om de waarheid te zeggen niet zoo heel erg, om door een liberaal scribent voor dom uitgeschol den te worden. De tijd ligt nog niet zoo ver achter ons, dat men spottend van ons sprak als van „de mannen van de nachtschool". Lang, zeer lang, heeft men ons in dien hoek niet voor vol aange7,ien. En nog vangt ge zoo nu en dan wel een uitlating op, dat het bij ons met de kennis en wetenscliap maar armelijk is gesteld. Ifc zeg het dan ook den schrijver in de „Goesche Courant" van harte na: „Ieder heeft zoo zijn eigen opvattingen omtrent dom en verstandig". Laat ons dan maar voorttobben in onze verondersteld© domheid. Van de voorlich ting door middel van de liberale weten schap zijn we niet bijzonder gediend. Gods Woord is ons tot een lamp voor den voet en met dien Gids wandelen we zóó veilig op. don weg, dat de dwazen zelfs niet kunnen dwalen. Erger is de beschuldiging van valsch- heid, ook al is deze vroeger in verkie- geenszins achter. De werkloosheid is bij ons niet erger. We hebben zeer bloeiende industrieën. Daarnaast ook wel industrie- en die slechts met groote energie op de been zijn te houden. Ook de landbouwer heeft het Vaak niet gemakkelijk. Maar over het algemeen: we zijn welvarend 1 U sprak van groote energie. Zeker, ik heb niet anders dan den allergrootsten eerbied voor den onder nemingsgeest van onze werkgevers en in- dustrieelen. Onze ondernemersstand heeft het in twee opzichten moeilijk, vergele ken bij het buitenland. In de eerste plaats door onze strenge sociale wetgeving en haar vele verplichtingen en in de tweede plaats door onzen vrijhandel. Desondanks handhaven zij zich schitterend en leveren zij bewijzen van groote energie. Het zijn 'kranige mannen, die onze industrie en onzen landbouw leiden. Taaie menschen. Kerels met de tanden op elkaar I De minister zei dit met grooten nadruk, met enthousiasme. 't W as ai laat geworden. Al óver kof fietijd, op den Zaterdagmiddag. De kamer lag als het ware geruischloos, als weg gestorven in dit groote departement. Ik mocht niet langer vragen. Dus, Excellentie, de duizend techni sche détails van uw werk overrompelen u niet? Het lichaam veerde op, een breed ge baar, de armen wijd uitgespreid over het groote bureau. Ziet u hier iets liggen? Neen, hè? Schoon? Iedere week is altijd alles af gewerkt. Ik moet beslissen en dus doe ik ;het! Ja: de minister „zit er in". D.w.z. in den goeden zin van het woord. Hij zit nu in de kwesties, die hijl behan delen en beslissen moet, hij- ziet de groote lijnen van z'n plannen voor zich, hij groeit, hij wil hervoormen, verbeteren, maar voorzichtig, geleidelijk, om het in gewikkelde raderwerk van het economi sche leven niet te schaden. Hartelijk dank, Excellentie I De kamerbewaarder, welvarend, blo zend, door z'n minister van bruidegom tot huisvader gepromoveerd, doet mij. weer denken aan het woord: Op 7 Juli ben ik demissionair, dan ga ik weer geregeld preekenl Tenzij, (zoo voeg ik er bij), tenzij 's mi nisters plaats blijft op het departement en in het parlement. Waar toch altijd nog een goede kans op is, voior dezen ernsti- gen en bekwamen werker. Dan zal de kansel nog wel even op hem moeten wachten. In het Bezuidenhout hing de kruidig- scherpe stralend-sterkende sfeer van den voorjaarsdag. UIT HET ZEEUWSCH VERLEDEN. Door A. M. Wessels. LXXIV. Het recht in Ter Goes. II. Helaas moest twee jaar later, 26 Nov. 1683, wederom de strafplaats worden op gericht. Wederom moest het recht wor den toegepast: thans op een poorter van de Stede Ter Goes. Een zekere Caspar de Ruyter, een ge niale dief en inbreker, was eindelijk ge snapt. Reeds lang heerschte er groote onrust in de Goesche stede. Herhaalde lijk werd er ingebroken, maar het ergste was, de dader bleef onvindbaar. Welke pogingen de burgemeesters Ni- colaas Eversdijck en Isaac de Perponcher, Heer van Everinge ook aanwendden, om licht in deze zaak te brengen, het baatte niet. Hoe de baljuw Mr Cornells Evers- dijk, zijn dienaren ook aanspoorde, de telkens weerkeerende inbraken bleven een beleediging voor diens gezag. Scherpe maatregelen werden afgekon digd. De Goessche vierschaar had bij voorbaat reeds het vonnis geveld, n.l- dat de strop voor den inbreker klaar was. Zij hoopte, door dit strenge besluit, den inbreker af te schrikken en zoo het goed der poorters te beveiligen. zingsdagen wel meer gehoord. Ik heb n.l. den euvelen moed gehad, om te schrijven, dat men voor verbetering van sociale toestanden geen steun van liberale zijde moet verwachten. En de schrijver vraagt of ik dan niets van de sociale ontwikke lingshistorie van onze samenleving ai- weet. Nu loop ik niet gaarne met mijn ken nis te koop. Het liefst erken ik, dat we eigenlijk allen zeer, zeer beperkt in ons kennen en kunnen zijn. Maar ,als ge noemde liberale schrijver dan vraagt, of ik niets afweet van de sociale ontwikke lingshistorie onzer samenleving, dan ant woord ik toch met de grootst mogelijiko bescheidenheid, dat ik om dan meer speciaal bij het punt in kwestie te blijven wel eens wat gelezen heb van het economisch liberalisme, zooals dit in de vorige eeuw oppermachtig heerschte, waardoor toen de treurigste toestanden op sociaal gebied ontstonden, toestan den, w®aarvan we nu de gevolgen nog lang niet te boven zijn. Als de Redactie van de Goesche Courant mij niet mocht gelooven, dan kan ik haar o.m. noemen het proefschrift van dr Brugmans, het gedenkboek van „Patrimonium", het pro ces-verbaal van eerste en tweede Chr sociaal congres en verschillende losse bijdragen. Heeft genoemde Redactie mis schien wel eens kennis genomen van de ontroerende mededeelingen indertijd door dr Kuypor in de Tweede Kamer gedaan bij do behandeling der kinderwetten? Maar wat ik nergens heb kunnen le zen, is, dat de liberalen van thans die be doelde economisch-liberale beginselen 't Hielp ook al nietseen inbraak was het antwoord. Nu was het bij de laatste inbraken op gevallen, dat deze meestal plaats hadden op Zondagavond, als de poorters en poor teressen, getrouw naar de Maria Magda- lenakerk waren opgegaan. Kwamen zij dan gesticht thuis, hun stemming was ineens weg, als zij in hun kamer de kasten zagen opengebroken en hun geld verdwenen was. Raljnw Eversdijk, had derhalve de op dracht gegeven, dat iedere verdachte die Zondagsavonds, een der zes poorten door wilde, eerst onderzocht moest worden. Caspar de Ruijter was echter uiterst handig en slim. Als hij een inbraak in den zin had, begaf hij zich tusschen de kerkgangers, knoopte met deze en gene een gesprek aan en ging voor den vorm mee de wandelkerk in. De dienst was echter niet zijn doel, want zoo ongemerkt (men denke aan de zeer primitieve verlichting in die oude tijden) wist Caspar er weer uit te gaan, maar had toch zijn doel bereikt, n.l. dat hij des Zondagsavonds in de Kerk g e - .zien was, dus dat de verdenking niet op hem zou vallen. Eri terwijl de Gemeente in de Kerk zong brak Caspar in, en sloeg zijn slag. Zoo mogelijk zorgde hij er voor, bij het uitgaan, weer onder de kerkgangers te zijn. Maar het zou toch eens uitkomen! In huis durfde hij 'het gestolen geld niet bewaren, daar zijn vrouw, die van dit alles onkundig was, er achter zou komen. Hij had echter nog al een aardigen tuin achter zijn woning en daar in den grond, verborg hij het geld in een pot. Geen haan zou er naar kraaien, want wie werkte niet eens in zijn tuintje? Maar toch geviel het zoo, dat het de aandacht van een der buren trof. Niet zoozeer, dat men Caspar voor den onvindbaren inbreker aanzag, dat vermoeden ontstond zelfs niet, maar toch vond een vrouw het vreemd, dat de Ruij ter altijd op dezelfde plaats groef. De vrouw maakte daarover eenige op merkingen aan haar man, en deze sprak er op zijn beurt weer eens over met een andere buur, en onwillekeurig lette men er op. De opmerking, in huis gemaakt, bereik te ook op de een of andere wijze den Raljuw Eversdijck, die het niet opvatte als een loos praatje, maar zijn conclusie trok. Onverwacht volgde een onderzoek de pot kwam voor den dagen de onvindbare inbreker, Caspar de Ruijter was thans geknipt. Onder grooten oploop, werd hij do-or de stadsdienaren naar den Goesschen Ge vangentoren gebracht, waar hij neder- zittende, moest getuigen (volgens een lied je, dat men op de straten zong der Goessche stede) „Nu sit ick hier in dees Ellende En dat op een Tooren, ai ziet Om 't kwaed, dat ick heb aen gaen wenden Dat helpt mij nou in groot verdriet. Waervoor 'ick sal een en strop ont vangen, Ick schrik en ben daervoor zeer bange". Het spreekt vanzelf, dat de gemoede ren der Poorters ontroerd waren. Men had groot medelijden met zijn vrouw, die nu weduwe zou worden, want het vonnis der Vierschaar, de dood door den strop, stond reeds vast. Zoo iets had men niet achter de Ruijter gezocht. Tevergeefs pleitte hij voor zijn leven, de vierschaar wijzigde haar vonnis niet- Het recht moest zijn loop hebben. Het was een sombere, mistige dag, deze 26ste November. Er hing een dikke nevel en nu en dan viel er een fijne motregen. Maar niettemin had zich op de Groote Markt een dichte menigte verzameld, men schen, die allen de terechtstelling van den poorter-inbreker wilden bijwonen. De burgemeester Isaac de Perponcher, hield een treffende toespraak, dat dit feit de Stede Ter Goes niet bespaard kon hebben prijsgegeven. Wel beluister ik tel kens klanken, die er wonderveel op lij ken (geen inmenging van den Staat in het bedrijfsleven, baas in eigen huis, enz.), al wil ik er eerlijkheidshalve aan toevoegen, dat ik die in en vlak na 1918, toen het revolutie-gevaar even dreigde, niet heb vernomen. Jhr de Muralt, die blijkbaar weer de man in Zeeland moet worden, heeft het vorige week nog in Zierikzee gezegd, dat ook de verbindendverklaring van het collectief arbeidscontract en de medezeg genschap in de bedrijven verzet zullen ontmoeten bij de liberalen, ook al weer uit hoofde van die vrijheid. En denk eens aan het debat tusschen de heeren Van Poelgeest (v.b.) en Goed- bloed (A.R.) in de Raadsvergadering van 12 April 1928, bij de behandeling van de winkolsluitingsverordening I Mr Goedbloed stelde toen duidelijk in het licht dat het economisch liberalisme door de practijk wel tot een fictie is gemaakt. Is de Re dacteur van „de Goesche Courant" dat heelemaal vergeten? Natuurlijk wil ik niet ontkennen, dat er wel eens liberale werkgevers geweest zijn en nog zijn, di© beter waren dan de door hen beleden beginselen en aan hun ondergeschikten een behoorlijke positie gaven. Evenmin, dat er wel Christelijke werkgevers zijn, die hun socialen plicht niet naar eisch van hun beginsel vervul len. Maai' ik heb in mijn vorige bijdrage allerminst bedoeld over personen te spre ken. Het ging over do beginselen. En met name over den Zondagsarbeid, ten pleziera van anderen. En hoe men in blijven, daar de Magistraat voor de vei ligheid van de bezittingen der poorters borg moest zijn. Voor de strop om zijn hals ging, vroeg de veroordeelde de poorters en poorte ressen om vergeving en droeg zijn vrouw aan hun bescherming op. Daarna werd het vonnis voltrokken Het ontzielde lijk werd vervoerd naar het galgenveld, buiten de stad, waar het tot afschrik voor allen nog langen tijd hing. De dood van Caspar de Ruijter maakte diepen indruk op de bewoners en van inbraak hoorde men weinig meer. (Slot volgt.) Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat 221, Amsterdam. Probleem No. 90. Auteur: J. Zuiver, Amsterdam. 1 2 3 4 5 47 48 49 50 Zwart: 12 sch. op 6, 8, 10, 11, 12, 14, 15, 17, 18, 19, 25 en 26. Wit: 11 scb. op 23, 27, 28, 30, 32, 34, 37, 38, 41, 43 en 46. Wit speelt en wint. Oplossingen April-problemen vóór 6.Mei in te zenden aan bovenstaand adres. Om het kampioenschap van Amsterdam. De volgende partij werd gespeeld tus schen H. Abrahamse met wit en 0. J. B. v. d. Sleen met zwart. 1. 32—28 18—23 22. 34—30 20—25 2. 33—29 23X32 23. 39—34 4— 9 3. 37X28 16—21 24. 34—29 25X34c) 4. 28-22a) 17X28 25. 29X40 10—14 5. 29—24 20X29 26. 49^4 5—10 6. 34X32 21—26 27. 44—39 10—15 7. 32—28 26X37 28. 40—34 14—20 8. 41X32 12—18 29. 34—30 20—25 9. 39—33 7—12 30. 47—41 25X34 10. 44—39 1— 7 31. 39X30 15—20 11. 5044 11—17 32. 30—25 21—26 12. 40—34 6—11 33. 25X14 9X20 13. 4641 17—21 34. 41—36 20—25 14. 41—37 11—16 35. 37—31 26X37 15. 4440 18—23 36. 42X31 23-29d) 16. 36—31 12—18 37. 31—26 29—34 17. 31-27b) 7—12 38. 28-22e) 12—17 18. 34—30 15—20 39. 22X11 16X 7 19. 30—25 20—24 40. 27—21 7—11 20. 40—34 14—20 41. 36—31 8—12 21. 25X14 9X20 42. 31-27f) 3— 8 Stand na den 42en zet van wit: 1 2 3 4 5 6 16 26 36 46 15 25 35 45 47 48 49 50 liberale kringen daarover denkt, is genoeg zaam bekend. Voor Goes herinner ik al leen maar aan het debat in den Gemeente raad over het rnelkslijten op Zondag. En nu stap ik hiermee van deze kwestie af. Met meer genoegen vernam ik, dat deze week op de conferentie van ouder lingen der Geref. Kerken in Zeeland dr J. Hoek, Geref. predikant te Den Haag, de predikanten en ouderlingen opwekte toch vooral de Chr. sociale actie voor te staan en te bevorderen. Onze menschen zoo zei hij hoo- ren niet thuis in moderne en neutrale organisaties. Ze kunnen in dezen tijd ook niet ongeorganiseerd blijven. En een Geref. predikant of ouderling mag hierin niet onverschillig zijn of weifelen. Of zoo vroeg Z.Eerw. moeten nog meer Christelijke arbeiders zich in de armen van het socialisme werpen? Het Christelijk-sociaal georganiseerde leven verdient onze volle belangstelling en krachtigen steun. Laten we de broe ders .helpen, die dezen strijd te voeren hebben. En mocht go in onze Chr. sociale actie eens dingen opmerken, die uw instem ming niet hebben, begin dan niet met die actie te bestrijden, maar hespreek uw bezwaren met do leiders. Wanneer ergens uw steun noodig is, dan is het hier. Ik geloof, dat de leiders en werkers in de Chr. sociale en vakactie dankbaar zullen zijn voor dit woord van waar deering en dat het hun vurig verlangen Volledig voeder voor kippen- kalkoenen- en eendenkuikens van 2-30 daqen oud,aansluiten' j aan de voeding met uiEsluiEend Alle foutief voederen wondt hierdoor opgeheven. Eenvoudiger,voordeeliqer en betere voeding Door de wetenschappelijke samenstellinq.de groei- en beenversterkende Vitaminen en Voedingszouten worden qezonde, sterke en mooie dieren verkregen, die later het maximum aania) eieren leqqen Alom verkryqbsar, waar noq niet verkryqbaar: zakjes van 5 ka. 10 ka. 20 ka. 50 ka. direct af fabriek 6.2?° FI.-4!0 fi.820 Fil5'° postw: Vraaqt brochure ieder zakje dit M.V BERTELS' OLIEFABRIEKEN AFD.kUNSTkORREL* AMSTERDAM Let op ons Loodje en Kaartje aan ieder z _C_ 50. 6—50 2— 7 51. 38-32i) 18—23 52. 50—33 13—19 53. 43—39 34X43 54. 48X39 25—30 55. 33— 6 23—29 56. 6—Ij) 43. 35-30! 24X35 44. 33—29 34X23 45. 32—28 23X32 46. 21—16 32X21 47. 26Xbg) 19—24 48. 6— 1 24—30 49. 1— 6 30-34h) Zwart geeft op. a) De beste voortzetting. Na 3933 zou wit verliezen door 2127, 1923. b) Als schijf 47 op 36 stond had wit in 3126 een aardigen lokzet b.v.: .wit 3126, zwart 2127? wit 32X21, zwart 23X41, wit 36X47, zwart 16X27, wit 38—32 en 34X1. c) Beter dan 23X34 waarna zwart een randschijf behoudt. d) Een gewaagde zet, 1217, 812, 38 lijkt ons het beste. e) Beiden vallen nu aan met den linker vleugel, voorloopig zonder voordeel. f) Legt een aardig valletje, waarmede hij straks succes heeft. In dit geval is het zeer sterk om zwart 2430 te beletten. Na 2430, 19 X 30 van zwart volgt wit 33 29, 3228, 2116, enz., wat nu een stuk minder zou kosten dan in de partij na 38. Het beste voor zwart is nu 1117. g) Dus een dam voor twee stukken. De stand is nu voor wit gewonnen. h) Dreigt 18—22, 25X34. i) Op 5011 zou zwart 3540 en 40 44 spelen. j) Wit wint door de dreiging 1611. Als zwart 2934 speelt wint wit door: 32—28 45—40 28—23 16—11 1X2! 34X43 35X44 19X28 7X16 Een typische eindslag! Rustenburg kampioen van Amsterdam. De laatste ronde, die met spanning ver beid werd en die nog groote verandering in den stand kon brengen, is vrij regelma tig verloopen. De uitslagen zijn: Rustenburg remise met Spittuler. Vos wint van Teunisse. Lochtenberg wint van Abrahamse. v. Dartelen wint van Langhenkel. Koehler remise met v. d. Sleen. v. Hout remise met Berghuis. De einduitslag is: 1. W. Rustenburg 21; 2. J. H. Vos 20; 3. P. J. v. Dartelen 19; 45. C. J. Lochtenberg en 0. J. B. v. d. Sleen 17; 6. G. W. Spittuler 14; 7—8. H. Abrahamse en J. F. Koehler 13; 9. P. G. v. Hout 12; 10. F. Lariby 11; 11. W. J. Teunisse 9; 12. P. E. Berghuis 6; 1314. J. D. F. Langhenkel en C. G. H. Stevens 5 punten. Kinderen en „spoken". In „Do Strijdkreet" vonden wo de volgendie waarschuwing opgenomen is, dat de predikanten en ouderlingen naar deze opmerking zullen handelen. Ik vernam ook, dat in deze confe rentie, waar bij uitstek belangrijke en actueele onderwerpen zijn behandeld, ge applaudisseerd werd, toen een der spre kers het pleit voerde voor een Chr. ly ceum in Zeeland. Dat deed mij goed. Dien kant moet het uit. Deze hoogst belang rijke aangelegenheid moet eens wat meer in den kring onzer belangstelling getrok ken worden. De „Goesche Courant" steekt in haar bovenaangehaald artikel den draak met hetgeen ik schreef over het dansen op een feest-avond van de II. D. S. te Mid delburg. Alweer een bewijs, dat men ter linkerzijde zich zoo weinig onze begin selen kan indenken. Maar dan plaats ik daartegenover het waarschuwende woord, waarmee dr Hoek op bovenbedoelde conferentie wees op de gevaren van het moderne leven. Deze predikant in een onzer groote steden ziet die gevaren wellicht nog meer dan wij in onze provincie, hoewel ze ook hier terdege gevonden worden. Hoe goed was het daarom, dat hij op zoo fijne psychologische wijze aangaf, hoe voor al met onze jongelui over deze dingen ge sproken moet worden. Aan zulk een voorlichting hebben we in onze dagen behoefte. We zullen dan ook, in Gods kracht, doen, wat onze hand vindt om te doen, ten spijl van het ongeloof, dat poogt ons belachelijk te malton. LUCTOR.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 6