DE ZEEUW TWEEDE BLAD. TAN Uit de Pers. FEUILLETON. Het huisje aan den zeedijk Staten-Generaal. Uit de Provincie. VRIJDAG 26 APRIL 1929. No. 174. Het denkend deel... Wij gaan, zegt het „Centrum", vooruit. Wij, d.w.z. het niet-liberale deel des volks. Vroeger waren de liberalen, naar hun eigen zeggen, het „denkend" deel der Natie. Wie niet liberaal was, behoorde tot bet niet denkend deel. Denken was het monopolie der libe ralen. Maar dit is nu toch eenigszins anders geworden. Er is water gedaan in den liberalen wijn. Mr Boon heeft te Rotterdam in eeD verkiezingsrede voor den Vrijheidsbond verklaard, dat hij de liberalen beschouwt niet 'als het denkend deel der Natie, maar als het „ruimst denkend" deel. De anderen denken dus ook. Misschien denken zij zelfs wel ruim, of ruimer, zoodat te dezen aanzien van den overtreffenden trap voor de libe ralen moet worden gebruik gemaakt. Wij worden niet langer uitgesloten van het denkend deel der Natie, al moeten wij ons dan met een meer bescheiden plaats tevreden stellen. Voor de liberalen zou zulk een plaats natuurlijk te bescheiden wezen. Maar wij mogen er reeds blijde mee zijn. En dankbaar 1 JHP. DE MURALT OVER DE KNIE. Het „Vaderland" oordeelt dat de heer de Muralt door de liberale partij niet als lid der Eerste Kamer kan worden gehand haafd. Naar aanleiding van de rede door Jhr de Muralt in de Eerste Kamer bij de be handeling der Indische begrooting gehou den, komt het liberale „Vaderland" met. een artikel waarin ronduit gezegd wordt dat de heer de Muralt niet lan ger als lid van de Eerste Ka mer kan worden gehandhaafd. Het blad wil zooveel mogelijk de per soonlijke vrijheid der liberale afgevaardig den handhaven, maar de reactionaire opi- •vattingeq van den heer de Muralt acht het niet toelaatbaar. De heer De Muralt, aldus dit liberale orgaan, dat hem nader aanduid als „een zich noemend liberaal", die zoo geheel in de war was, hield eene reactionaire re devoering zonder weerga, alsof hjj wilde zeggen tot den geachten hoogleeraar (Loh- man): Ik zal u dan toch minstens één liberaal vertoonen, die u in reactionaire neiging verre overtreft, daarmee aan de Kamer en de pers de gevolgtrekking over latende, dat volgens hem zijine vijf geest verwanten, die wèl hunne stem aan het wetsontwerp zouden geven, te weten zoo beproefde liberalen als Rink, van den Bergh en Smeenge, naast wie de twee jongeren, Koster en Gelderman, zoo goed figuur maken, eigenlijk mannen zouden zijn, die Indië zouden willen prijs geven. De heer de Muralt heeft dat misschien niet zoo gevoeld, maar zoo is het en niet anders. Hij zal in Indië de held worden van de Locomotief-liberalen (o, van De venter 1) die meenen dat de heer de Mu ralt gesproken zou hebben in den geest van allen, die zich met het liberalisme verwant voelen. Er het is slechts schrale troost dat de heer de Muralt zélf bij voorbaat een sourdine gereed gemaakt heeft voor de hosannah's, die voor hem zullen worden aangeheven, doordat hij1, wat wij het tegendeel van heldhaftig vin den, bó de stemming weg bleef. Na zulk een rede, na de uitdrukkelijke verzeke ring, dat hij toch nog aan het ontwerpje zjne stem zou geven, als de Minister zekere voorwaarden vervulde, had hiji, toen Z. E. daarop een weigerend ant woord gaf, het laatste recht verbeurd om bij de stemming weg te bljjven. door HUGO KINGMANS. 109.) o— „Blgf je hi01 dan maar kort?" „Dat weet ik niet. Wat bedoélt u daar mee?" „Wel, over een week of vier, geloof ik, zijn Liesv en Hans hier. Dan heeft hij vacantie en zal hier dan ook wel preeken." „0, dan zie ik hem tóch nog. Want vier weken zal ik hier toch wel wezen, als het van u mag." „Dat weet je. Je pioogt den heelen zomer bljjven." „Nu, daar zou Papa wel bezwaar te gen maken. Ik vind het jammer, dat hjj zoo alleen is, al gaat hij dan van Za terdag tot Maandag naar Hoerde, naar Alama en Annie. Zeg, Grootmoe?" „Ja?" „Weet u, wat Papa gezegd heeft?" „Nog niet, kind." „Ja, ik weet eigenlijk niet, of hij het wel ernstig meende. Maar hjj zeide mij: ik denk je eens te komen opzoeken, hoe je het dwr maakt. Zou dat Papa ernst «Jjn?" De heer De Muralt heeft begrepen.', dat zijne leuze: liberaal in Nederland (wjj hebben nog den tijd gekend, dat hij on3 als „democraat" veel te ver ging), conservatief in Indië, verdediging behoef de, en daarom heeft hij het geworpen op de toepassing van het liberale beginsel, en gezegd, dat die vooral op> staatkundig ebied; afhankelijk is van de plaats, waar en tijd wanneer en de omstandigheden waarin de betrokken omgeving verkeert. Dat is een waarheid als een koe, en een oud-leeraar van ons zou daarvan gezegd hebben: Zoo stom zijn wij liberalen alle maal wel, dat wij weten dat men aan een volk in hoofdzaak van analpbabeten niet de vrijheden en de rechten kan toestaan, die het Nederlandsche volk heeft. Maar hij heeft, om een enkel voorbeeld te noemen, zich ook zeer smalend uitge sproken over het Algemeen Kiesrecht, waarvan Thorbecke verwachtte dat het ten onzent reeds als logische consequen tie van het directe kiesrecht reeds vóór de 20ste eeuw zijn intrede zou hebben gedaan en ook daardoor het liberalisme absoluut verloochend. Dit alles is zeer belangrijk, nu Indië zoo'n groot aandeel van de aandacht zal vragen van onze staatslieden, nu de vraag op' het tapijt zal komen: Zal ook voor Indië de liberale politiek gehandhaafd .worden, die tot zoo goede resultaten heeft geleid; men vergete toch niet dat de nood kreten, die thans door den Heer de Mu ralt geslaakt zijn, allerminst nieuw wa ren; zij zijn reeds vernomen, toen de eerste aanval op het Cultuurstelsel werd gedaan, dat thans door niemand meer wordt verdedigd. Aan de liberale leden van de Provin ciale Staten, die den heer de Muralt naar de Eerste Kamer hebben afgevaar digd, komt thans de beantwoording van de vraag of zijl zijtn mandaat zullen ver nieuwen, en naar onze meening zal voor een werkelijk liberaal deze vraag weinig moeite geven. Maar gedachtig aan de wijize les van Borgesius, om nooit iemand van zij in plaats te willen wippen, als men geen uitnemend plaatsvervanger voor hem heeft, zullen wiji ons de vrijheid veroor loven een naam te noemen. Wij" doen het aarzelend, omdat wij iemand gaan noe men, die de liberalen reeds zoo enorm aan zich verplicht hee(t door de leiding van de liberalen in den lande op zich te nemen, n.l. Fock. Want het gaat niet aan dat de partij Fock's bezadigde en toch vooruitstrevende politiek goedkeurt, en dat een van hare afgevaardigden ter Eerste Kamer die tot eene belaching maakt. Men vergete ook niet, dat geen enkel lid van den Vrijheidsbond in de Tweede Kamer zijne stem aan het ont- ontwerpje heeft onthouden. TWEEDE KAMER. Rijk en Gemeenten. In de vergadering van gisteren werd de behandeling van het wetsontwerp inzake de financieele verhouding tusschen Rijk en gemeenten voortgezet. Bij de r e p 1 i e k e n toont de heer Van den Tempel, S. D., zich teleurgesteld dat de beperking van de gemeentelijke autonomie door sommige sprekers zoo ge makkelijk is aanvaard. De heer Schouten, A.-R., blijft het betreuren, dat het ontwerp geen eind maakt aan den thans bestaanden toestand ten aanzien van de taakverdeeling. De heer Oud, V. D., betoogt, dat men geen autonomie mag toestaan, die het al gemeen belang schaadt. Na dupliek van minister De Geer worden do algemeene beschouwingen ge sloten. De artikelen. De heer Kampschöer, R.-K., licht een amendement toe, om in plaats van de helft, 75 pet. van de salarissen van bur gemeester en secretaris voor rekening van het fonds te brengen, met een maximum van f 300, in plaats van f 2500. Hij wil er mede de kleine gemeenten tegemoet ko- mon. Dit amendement wordt bestreden door den heer Van den Tempel. De Minister laat de beslissing aan „Dat weet ik natuurlijk ook niet. Maar als hjj het eenvoudige voor lief wil nemen, dan is hij welkom. Dat spreekt vanzelf. Alleen moet je vader bij oom Adriaan slapen." „O, dat zou geen bezwaar zijn, als men het daar goedvond. Maar dat zal wel. 'kZou het wel willen." „Ik ook, kind." Er klonk in de stem van de oude Vrouw Blankert een beheerschte toon van blijdschap en dankbaarheid. Maar zij sprak er verder niet over, te meer, daar Lia niet met zekerheid zeggen kon, dat het haar vader ernst was. Door de stille avondlucht klonken op eens stemmen op den weg. Grootmoe der Blankert keek door de ruiten. „De dominé met Hermien", zeide zjj. „Wat leuk!" Lia was opgesprongen en snelde naar buiten, om weldra met het tweetal terug te keeren, in vrooljjk gesprek gewikkeld, „IJ is nu weer tevreden, Vrouw Blan kert?" lachte de predikant, haar de hand drukkend. „Doe u haar maar goed. Zjj ziet er maar -smalletjes uit." „Dat wordt wel beter, hó, Lia?" zeide Hermien. „Zeg, er was vanmiddag een brief van Lies Zij informeerde zoo naar Ie. De harteljjke groeten natuurlek. Het ieralt bur wel fit Marnoen. Maar de de Kamer. Dit amendement zal 7 ton kos ten. 4 Het amendement wordt aangeno men met 39 tegen 20 stemmen. De heer Lovink, C.-H., verdedigt een amendement, om in de uitkeeringsformule alleen vast te leggen de uitgaven voor la ger onderwijs, voor zoover deze ver plicht zijn door de Lager-onderwijswet, en voorts een amendement, om ook aan de gemeenten te vergoeden de kosten ter voorziening van armenzorg en werkloos heid, besteed door particuliere in stellingen. De heer E b e 1 s, V. D., licht een amen dement toe met de bedoeling het gemid delde van het belastbaar inkomen per aan geslagene en per inwoner zuiverder aan te geven dan in het ontwerp geschiedt. De heer Schouten, A.-R., verdedigt de amendementen van den heer Lovink. De heer v. d. Tempel, S. D., vreest, dat het eerste amendementrLovink zal schade doen aan het onderwijs. Tegen het tweede amendement-Lovink heeft hij 't be zwaar, dat onder de vergoeding begrepen worden uitgaven, gedaan door ongecontro leerde particuliere instellingen. De heer Heemskerk, A.-TL, acht de bezwaren tegen de amendementen-Lovink niet overwegend. De heer Van Vuur en, R.-K., zegt, dat de gedachte, die ten grondslag ligt aan 't tweede amendement-Lovink, hem sym pathiek is. Toch heeft spreker bezwaar om te doen meetellen uitgaven, die de gemeen te niet doet! Practisch is deze regeling ook niet billijk toe te passen. De Minister bestrijdt het amende ment-Eb els. Het tweede amendement-Lovink is in strijd met den gedachtengang van het ont werp, dat alleen de gemeente-financiën re gelt in verband met de belastingen. Het amendement heeft in de huidige redactie geen effect. Het eerste amendement-Lovink is spre ker onverschillig. De heer E b e 1 s, V. D., trekt zijn amen dement in. De heer S c h a p e r, S. D., zegt, dat het eerste amendement-Lovink een deuk geeft aan het opvoeren van het onderwijs door de gemeenten. Het is een reactionnair amendement. De heer J. ter Laan, S. D., 'bestrijdt eveneens dit amendement, dat verslechte ring van het onderwijs beteekent. De heer S c h t e n, A.-R., verdedigt het amendement, dat hij rechtvaardig en billijk acht. Het Rijk kan geen rekening houden met niet-verplichte uitgaven van de gemeenten op onderwijsgebied. De heer Van G ij n, V.B., wenscht aan het systeem der regeering vast te houden en is tegen beide amendementen. De heer Lovink trekt het tweede amendement in. Het eerste amendement-Lo vink wordt aangenomen met 40 tegen 28 stemmen. De heer E b e 1 s, V. D., licht een amen dement toe om de voorgestelde garantie bepaling en limiet voorloopig slechts te doen gelden voor het eerste 5-jarig tijd vak. Wanneer dan eenige ervaring is op gedaan na 5 jaar kan deze kwestie op nieuw onder de oogen worden gezien. De heer De Wilde, A.-R., licht een amendement toe om bij de bepaling van de garantie en de limiet de opbrengst van op centen op de vermogensbelasting mede te tellen. Besloten wordt artt. 6 en 11 gelijktijdig te behandelen. De heer J. ter Laan, S. D., wenscht bij amendement de limiet naar boven te laten vervallen. Spr. beeft vooral het oog op de havenbedrijven in Amsterdam en Rotterdam, die hun tarieven in lengte van dagen niet kunnen verlagen, als de limiet gehandhaafd blijft. De heer v. d. T e m p e 1, S. D., licht op art. 11 een amendement toe om de bij eer ste nota van wijziging voorgestelde classi ficatie der gemeenten te doen vervallen en, overeenkomstig het oorspronkelijk voorstel der Regeering gehuwden met een zuiver inkomen van minder dan f 800 vrij te stel len van den aanslag in de gemeentefonds belasting, doch de afzonderlijke regeling, voorgesteld in het gewijzigd ontwerp voor de gemeenten Amsterdam, 's-Gravenhage en Rotterdam, te behouden. De heer Bulten, R.-K., verdedigt een amendement op art. 11, strekkende om hef menschen vinden er, dat de dominé ge trouwd moet wezen." „Dat komt nog wel", glimlachte dominé Meinema. „Hans is nooit over ijs van één nacht gegaan. Ik ben blij, dat hij het er zoo goed maakt." „Over vier weken komen zrj", lichtte Hermien Lia in. „Gezellig, hé? O, je weet. niet half, hoe stil het thuis is." „Gelukkig maar", meende de predikant. „Oude menschen als moeder en ik, Lia, moeten het rustig hebben. Ik zie tegen den tijd, dat die twee druktemakers ko men op, als tegen een berg." „Och, het is waarlijk om medelijden met. u te krijgen, vader", lachte Hermien. De opgewekte toon, die in de pastorie altijd heerschte, was onmiddellijk ook hier schering en inslag en duurde tot, drie kwartier later, de bezoekers vertrokken. Alvorens op de fiets te stappen, liep dominé Meinema, minnaar van de zee, vergezeld door Lia, den dijk op. Her mien bleef staan praten met de oude vrouw. „Zoo kind", zeide de predikant har telijk, „heb je het stille plaatsje weer opgezocht?" „Dominé, ik bon zoo dankbaar, dat ik hier ben. U wilt do lessen toch wel hervatten?" „Met groot genoegen. Wij spreken al- rut maar af op. dezelfde dagen en uren zuiver Inkomen, alvorene het tarief van art. 12 daarop wordt toegepast, voor on- gehuwden te verhoogen met f 200. De heer Schaper, S. D., steunt het amendement-de Wilde. De Minister is bereid het amende- ment-E'bels op art. 6 over te nemen. Ook het amendement-De Wilde neemt spreker over. Schrapping van de limiet, door den heer Ter Laan voorgesteld, gaat niet, het amendement zou het ontwerp ontzielen. Tegen het amendement-Bulten heeft spre ker geen bezwaar. De classificatie door de gemeenten zelf wenscht spreker behouden te zien. Daarmee gaat gep.aard, dat dat gedeelte van de hoofdsom, dat meer wordt ontvangen dan ontvangen zou zijn als de gemeente in de eerste klasse was geclassi ficeerd, niet in het gemeentefonds maar in de gemeentekas vloeit. Daarmee is tege moet gekomen aan het bezwaar van hen, die een eigen gemeentelijke inkomstenbe lasting wenschten. Spr. dringt er zeer sterk op aan, dat art. 6 in dezen vorm wordt aangenomen. De heeren J. t e r L a a n en v. d. T e m- p e 1 repliceeren en bestrijden het amende ment-Bulten, dat het mogelijk maakt op het platteland ongehuwden met een inko men van f 400 in de belasting aan te slaan. De heer Schouten, A.-R., betoogt, dat er ook rekening gehouden moet wor den met de enkele gemeenten, die materi eel noodlijdend zijn, doch waarvan dit for meel nog niet kan worden aangetoond. Voorts merkt spr. op, vernomen te hebben, dat het gevolg der wijziging van art. 6, 2e lid door de regeering, zal zijn, dat Rotter dam 1.6 millioen minder zal ontvangen dan deze gemeente ontvangen zou volgens het aanvankelijke ontwerp. Als de wijzi gingen voor vele gemeenten zoo ernstig zijn, dan dient wel goed overwogen te wor den en daarom vraagt spreker, welke ge volgen deze wijziging in het generaal zal hebben. Ook zou hij gaarne weten welk verband er bestaat tusschen deze wijziging en de classificatie. De heer Vliegen, S. D., betoogt, dat men van personen met zeer lage inkomens, hooge bedragen aan belasting zal kunnen beffen en waarschuwt den minister dien weg niet op te gaan. De Minister begrijpt niet, dat de heer Vliegen zijn sympathie voor het ont werp kan verliezen door een wijziging, die er reeds in stond toen hij zijn sympathie er voor uitsprak. De vergadering wordt te 5.45 verdaagd tot Vrijdag 1 uur. De Koningin naar Goes? De commissie die de Landbouwtentoonstel ling organiseert, heeft H. M. de Koningin verzocht deze tentoonstelling te openen of te bezoeken. Het is nog niet bekend of H. M. de invitatie zal aanvaarden. Met de Staatscourant van 24 April zijn verzonden afdrukken van de akten be treffende de coöp. Fabriek van Melkpro ducten „Zuid-Beveland G.A., te Goes; de coöp. kolenvereen. Oosterlands Kolen- fonds W.A., te Oosterland; de coöp. Vruchtenveiling Zeeuwsch-Vlaanderen G. A., te Terneuzen. Middelburg. Gisterenavond waren wij in de gelegenheid de vergadering bij te wonen in den foyer van den Schouw burg, waar het bestuur van Uit het Volk Voor het Volk vereenigd was met de dames en heeren, die zich hadden opge geven om tijdens de kinderfeesten, welke .Dinsdag a.s. ter eere van den 2Dsten ver jaardag van Prinses Juliana als onder deel der feestelijkheden plaats zullen heb ben, bereid zijn het bestuur te helpen. De kinderen, die niet meer op school gaan of die om welke andere reden ook nog geen kaart ontvingen en zich toch hebben opgegeven, kunnen Maandagmid dag in den Schouwburg terecht om kwart over vier om de kaart alsnog in bezit te krijgéh. Dinsdagmiddag tegen kwart over een worden de kinderen b(j de poort van het Schuttershof aan den Molenberg ver wacht. Daar zullen zij leeftijdsgewijze in den tuin worden geroepen om daar te worden opgesteld volgens de groepen, waarbij zij behooren en dan gaat het met het Middelburgsch Muziekkorps voorop als dezen winter. Is de onrust nog niet verdwenen?" ,,'k Heb geen zekerheid, dominé", klaag de Lia. ,,'t Verbaast mij niets", antwoordde hjj. „Oprechte kinderen van onzen Hemel- schen Vader 'hebben zaak nog aanvech tingen. Alleen, en dat schreef ik je reeds, alleen het krachtig gebed vermag alles. Ook voor jou komt het volle licht op, kind. Wanhoop niet." Zij keerden terug. Weldra waren de predikant en zijn dochter in den Krom men weg uit het gezicht verdwenen. De avond viel nu snel. De oude vrouw stak de petroleum lamp aan, terwijl Lia onmiddellijk, haar taak van den afgeloopen winter weer opvatte en buiten de groene luiken slui ten ging. ,,'t ls of ik niet weg geweest ben", zeide zij, terugkeerend. „Je doet weer maar nét, of je thuis bent, kind. Ik ben .zeer dankbaar, dat ik je weer terug zie. Je weet wel, waar om." „Denkt u heusch, dat alles weer goed komt, Grootmoe „Bij God is niets te wonderlijk, Lia. Natuurlijk kan jk mij vergissen, maar ik zie in al 'het gebeurde van de laatste maanden Gods hand. En dat niet alleen. IJc tie er gebedarerhooring ia". langs de reed* door ons vermelde route naar het sportterrein. Hier weet elke hoofdleider waar hjj moet zjn en dus kan bijna onmiddellijk met de verschillen de wedstrijden worden aangevangen. Uiterlijk kwart over vier moet ieder leider zorgen te zjn afgewerkt en tus schen in worden ploegsgewijze de kin deren op een verfrissching onthaald. Tij dens het berekenen der .prijswinnenden, wordt een gezamenlijk ballenspel gegeven. Ook voor de prijsuitdeeling is een uit stekende regeling getroffen, waardoor het ongewenschte gedrang bij zulke gelegen heden veel voorkomende, thans achter wege zal kunnen blijven. Wat, ook achterwege zal blijven is het gemopper over te duur entrée, waardoor velen van buiten het terrein de wedstrij den volgen. Het bestuur heeft besloten ieder belangstellende in de kinderpret gratis op het sportterrein toe te laten, maar natuurlijk niet op de terreinen, waar de wedstrijden plaats hebben. Het Middel burgsch Muziekkorps zal op het terrein blijven en zich daar doen hooren. Van „ons" korps zal dien dag veel worden gevergd, want ook de reveille en des avonds het concert en de fakkel optocht heeft het voor zjjn rekening ge nomen. Vlissingen. Gisterenavond hield de af- deeling van .„Patrimonium" een leden vergadering, waarin als spreker optrad dhr B. Ligteringer, met het onderwerp: „De moderne vrouw een 'fiasco?" Spr. gaat de geschiedenis na en zegt, dat ook in vroeger eeuwen de vrouw in het bedrijfsleven werkzaam was, voor al in de middeleeuwen veel meer dan wij doorgaans denken. Nu is numeriek het aantal vrouwen in een beroep werkzaam wel grooter dan vroeger, doch het is een niet te loochenen feit, dat in de laatste jaren het aantal gehuwde vrouwen in het be- drijf werkzaam, al kleiner wordt. Uit "de moderne literatuur van onze dagen blijkt ook, dat vele vrouwen geen bevrediging meer vinden in het beoefe nen van een beroep, doch verlangen naar een eigen huiselijken haard. Het echt vrouwelijke in de vrouw kan niet gedood worden. Integendeel het blijft leven in de ziel van schier elke vrouw. Spr. behandelde vervolgens de positie der vrouw volgens de H. Schrift en wees er op, dat het ook volgens deze niet uitsluitend de taak der vrouw is om binnenshuis te blijven; ook buiten den engen kring van haar huis heeft zij in sommige opzichten een roeping te ver vullen. Doch de huiselijke taak der vrouw moet en zal de voornaamste blijven. Van on- berekenbaren invloed is de zorgende taak in het. gezinsleven van de vrouw. Van grooten invloed is het Christen dom geweest op de positie van de vrouw. Christus heft de vrouw op uit haar ver nedering. Het liberalistisch beginsel, voortgeko men uit de Fransche revolutie, heeft aan de gelijkberechtigde positie der vrouw in de 19e eeuw een gevoeligen knak gegeven. In de 30- en 40-jaren der vorige eeuw was de positie der vrouw en ook van de kinderen in de fabrieken ellendig. We kunnen niet genoeg dankbaar zijn, dat aan deze toestanden een einde is gekomen. Vervolgens besprak spr. het socialis tisch en communistisch stelsel ten op zichte van de positie der vrouw, dat leiden moet tot een algeheele ontbinding van het huwelijk. Tenslotte bezag spr. het vraagstuk aan de hand der historie. Het Christendom heeft hierin een to talen ommekeer gebracht. Ook op maat schappelijk terrein kreeg zj een taak te vervullen, niet het minst op het terrein der barmhartigheid, De taak van man en vrouw zal echter altijd onderscheiden bij- ven. Het volhardingsvermogen van de vrouw zal over het algemeen altijd min der zjjn dan dat van den man, wat in de studie herhaaldelijk is bewezen. Ei- zijn beroepen, zooals verpleging en onder wijs, die voor de vrouw bijzonder geëi gend zijn. Het optreden der vrouw ook buiten den engen kring van het huisgezin zal geen fiasco zijn, wanneer zij zich beperkt tot hetgeen bij haar aanleg en karakter past. Dat was weer de krachtige geloofstaai van de oude vrouw, die Lia zoo buiten gewoon bekqprdel Ondanks al het on dervonden leed, ondanks tegenslagen, on danks het trouwelooze gedrag van haar dochter, Lia's moeder, toch vol vertrou wen op God. Die het, ais dat Zijn wil was, nog wél zou maken! Was het on danks dat alles? Neen, veel meer door dat alles was .Grootouder steeds dich ter bij den Heere gekomen! „Het 7s gebedsverhooring, Lia", her haalde de weduwe Blankert. ,,'k Heb het ook Adriaan gezegd, die nog twijfelde, maar die het nu toch ook anders gaat inzien. Al die jaren heb ik gebeden om terugkeer van mijn dochter. Het was of mjn roepen t.evergeefsch was. En zie, toen kwam jij dezen winter! Dat was een niet verwachte toenadering. En hier heeft God je gegrepen, om „Om ,mj weer los te laten", klaagde Lia. „Geen sprake van, kind", meende vrouw Blankert vol overtuiging. „Dat, is een deerlijke vergissing van je. Uit alles blijkt, dat hel, niet waar is, maar dat je er naar hunkert, geheel Zijn eigendom to wezen. Dat. y,ul je dan ook wol war den. Voor jou heb ik goon zorg." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5