DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
TAN
Uit de Pers.
FEUILLETON.
Het huisje aan den zeedijk
Staten-Generaal.
Uit de Provincie.
VRIJDAG 26 APRIL 1929. No. 174.
Het denkend deel...
Wij gaan, zegt het „Centrum", vooruit.
Wij, d.w.z. het niet-liberale deel des
volks.
Vroeger waren de liberalen, naar hun
eigen zeggen, het „denkend" deel der
Natie.
Wie niet liberaal was, behoorde tot
bet niet denkend deel.
Denken was het monopolie der libe
ralen.
Maar dit is nu toch eenigszins anders
geworden.
Er is water gedaan in den liberalen
wijn.
Mr Boon heeft te Rotterdam in eeD
verkiezingsrede voor den Vrijheidsbond
verklaard, dat hij de liberalen beschouwt
niet 'als het denkend deel der Natie, maar
als het „ruimst denkend" deel.
De anderen denken dus ook.
Misschien denken zij zelfs wel ruim,
of ruimer, zoodat te dezen aanzien van
den overtreffenden trap voor de libe
ralen moet worden gebruik gemaakt.
Wij worden niet langer uitgesloten van
het denkend deel der Natie, al moeten
wij ons dan met een meer bescheiden
plaats tevreden stellen.
Voor de liberalen zou zulk een plaats
natuurlijk te bescheiden wezen.
Maar wij mogen er reeds blijde mee
zijn. En dankbaar 1
JHP. DE MURALT OVER DE KNIE.
Het „Vaderland" oordeelt dat de heer
de Muralt door de liberale partij niet als
lid der Eerste Kamer kan worden gehand
haafd.
Naar aanleiding van de rede door Jhr
de Muralt in de Eerste Kamer bij de be
handeling der Indische begrooting gehou
den, komt het liberale „Vaderland" met.
een artikel waarin ronduit gezegd wordt
dat de heer de Muralt niet lan
ger als lid van de Eerste Ka
mer kan worden gehandhaafd.
Het blad wil zooveel mogelijk de per
soonlijke vrijheid der liberale afgevaardig
den handhaven, maar de reactionaire opi-
•vattingeq van den heer de Muralt acht
het niet toelaatbaar.
De heer De Muralt, aldus dit liberale
orgaan, dat hem nader aanduid als „een
zich noemend liberaal", die zoo geheel
in de war was, hield eene reactionaire re
devoering zonder weerga, alsof hjj wilde
zeggen tot den geachten hoogleeraar (Loh-
man): Ik zal u dan toch minstens één
liberaal vertoonen, die u in reactionaire
neiging verre overtreft, daarmee aan de
Kamer en de pers de gevolgtrekking over
latende, dat volgens hem zijine vijf geest
verwanten, die wèl hunne stem aan het
wetsontwerp zouden geven, te weten zoo
beproefde liberalen als Rink, van den
Bergh en Smeenge, naast wie de twee
jongeren, Koster en Gelderman, zoo goed
figuur maken, eigenlijk mannen zouden
zijn, die Indië zouden willen prijs geven.
De heer de Muralt heeft dat misschien
niet zoo gevoeld, maar zoo is het en niet
anders. Hij zal in Indië de held worden
van de Locomotief-liberalen (o, van De
venter 1) die meenen dat de heer de Mu
ralt gesproken zou hebben in den geest
van allen, die zich met het liberalisme
verwant voelen. Er het is slechts schrale
troost dat de heer de Muralt zélf bij
voorbaat een sourdine gereed gemaakt
heeft voor de hosannah's, die voor hem
zullen worden aangeheven, doordat hij1,
wat wij het tegendeel van heldhaftig vin
den, bó de stemming weg bleef. Na zulk
een rede, na de uitdrukkelijke verzeke
ring, dat hij toch nog aan het ontwerpje
zjne stem zou geven, als de Minister
zekere voorwaarden vervulde, had hiji,
toen Z. E. daarop een weigerend ant
woord gaf, het laatste recht verbeurd
om bij de stemming weg te bljjven.
door
HUGO KINGMANS.
109.) o—
„Blgf je hi01 dan maar kort?"
„Dat weet ik niet. Wat bedoélt u daar
mee?"
„Wel, over een week of vier, geloof
ik, zijn Liesv en Hans hier. Dan heeft
hij vacantie en zal hier dan ook wel
preeken."
„0, dan zie ik hem tóch nog. Want
vier weken zal ik hier toch wel wezen,
als het van u mag."
„Dat weet je. Je pioogt den heelen
zomer bljjven."
„Nu, daar zou Papa wel bezwaar te
gen maken. Ik vind het jammer, dat hjj
zoo alleen is, al gaat hij dan van Za
terdag tot Maandag naar Hoerde, naar
Alama en Annie. Zeg, Grootmoe?"
„Ja?"
„Weet u, wat Papa gezegd heeft?"
„Nog niet, kind."
„Ja, ik weet eigenlijk niet, of hij het
wel ernstig meende. Maar hjj zeide mij:
ik denk je eens te komen opzoeken, hoe
je het dwr maakt. Zou dat Papa ernst
«Jjn?"
De heer De Muralt heeft begrepen.',
dat zijne leuze: liberaal in Nederland
(wjj hebben nog den tijd gekend, dat hij
on3 als „democraat" veel te ver ging),
conservatief in Indië, verdediging behoef
de, en daarom heeft hij het geworpen
op de toepassing van het liberale beginsel,
en gezegd, dat die vooral op> staatkundig
ebied; afhankelijk is van de plaats, waar
en tijd wanneer en de omstandigheden
waarin de betrokken omgeving verkeert.
Dat is een waarheid als een koe, en een
oud-leeraar van ons zou daarvan gezegd
hebben: Zoo stom zijn wij liberalen alle
maal wel, dat wij weten dat men aan een
volk in hoofdzaak van analpbabeten niet
de vrijheden en de rechten kan toestaan,
die het Nederlandsche volk heeft. Maar
hij heeft, om een enkel voorbeeld te
noemen, zich ook zeer smalend uitge
sproken over het Algemeen Kiesrecht,
waarvan Thorbecke verwachtte dat het
ten onzent reeds als logische consequen
tie van het directe kiesrecht reeds vóór
de 20ste eeuw zijn intrede zou hebben
gedaan en ook daardoor het liberalisme
absoluut verloochend.
Dit alles is zeer belangrijk, nu Indië
zoo'n groot aandeel van de aandacht zal
vragen van onze staatslieden, nu de vraag
op' het tapijt zal komen: Zal ook voor
Indië de liberale politiek gehandhaafd
.worden, die tot zoo goede resultaten heeft
geleid; men vergete toch niet dat de nood
kreten, die thans door den Heer de Mu
ralt geslaakt zijn, allerminst nieuw wa
ren; zij zijn reeds vernomen, toen de
eerste aanval op het Cultuurstelsel werd
gedaan, dat thans door niemand meer
wordt verdedigd.
Aan de liberale leden van de Provin
ciale Staten, die den heer de Muralt
naar de Eerste Kamer hebben afgevaar
digd, komt thans de beantwoording van
de vraag of zijl zijtn mandaat zullen ver
nieuwen, en naar onze meening zal voor
een werkelijk liberaal deze vraag weinig
moeite geven. Maar gedachtig aan de
wijize les van Borgesius, om nooit iemand
van zij in plaats te willen wippen, als men
geen uitnemend plaatsvervanger voor hem
heeft, zullen wiji ons de vrijheid veroor
loven een naam te noemen. Wij" doen het
aarzelend, omdat wij iemand gaan noe
men, die de liberalen reeds zoo enorm
aan zich verplicht hee(t door de leiding
van de liberalen in den lande op zich
te nemen, n.l. Fock. Want het gaat niet
aan dat de partij Fock's bezadigde en toch
vooruitstrevende politiek goedkeurt, en
dat een van hare afgevaardigden ter
Eerste Kamer die tot eene belaching
maakt. Men vergete ook niet, dat geen
enkel lid van den Vrijheidsbond in de
Tweede Kamer zijne stem aan het ont-
ontwerpje heeft onthouden.
TWEEDE KAMER.
Rijk en Gemeenten.
In de vergadering van gisteren werd de
behandeling van het wetsontwerp inzake
de financieele verhouding tusschen Rijk
en gemeenten voortgezet.
Bij de r e p 1 i e k e n toont de heer Van
den Tempel, S. D., zich teleurgesteld
dat de beperking van de gemeentelijke
autonomie door sommige sprekers zoo ge
makkelijk is aanvaard.
De heer Schouten, A.-R., blijft het
betreuren, dat het ontwerp geen eind
maakt aan den thans bestaanden toestand
ten aanzien van de taakverdeeling.
De heer Oud, V. D., betoogt, dat men
geen autonomie mag toestaan, die het al
gemeen belang schaadt.
Na dupliek van minister De Geer
worden do algemeene beschouwingen ge
sloten.
De artikelen.
De heer Kampschöer, R.-K., licht
een amendement toe, om in plaats van de
helft, 75 pet. van de salarissen van bur
gemeester en secretaris voor rekening van
het fonds te brengen, met een maximum
van f 300, in plaats van f 2500. Hij wil er
mede de kleine gemeenten tegemoet ko-
mon.
Dit amendement wordt bestreden door
den heer Van den Tempel.
De Minister laat de beslissing aan
„Dat weet ik natuurlijk ook niet. Maar
als hjj het eenvoudige voor lief wil
nemen, dan is hij welkom. Dat spreekt
vanzelf. Alleen moet je vader bij oom
Adriaan slapen."
„O, dat zou geen bezwaar zijn, als
men het daar goedvond. Maar dat zal
wel. 'kZou het wel willen."
„Ik ook, kind."
Er klonk in de stem van de oude
Vrouw Blankert een beheerschte toon van
blijdschap en dankbaarheid.
Maar zij sprak er verder niet over,
te meer, daar Lia niet met zekerheid
zeggen kon, dat het haar vader ernst
was.
Door de stille avondlucht klonken op
eens stemmen op den weg. Grootmoe
der Blankert keek door de ruiten.
„De dominé met Hermien", zeide zjj.
„Wat leuk!"
Lia was opgesprongen en snelde naar
buiten, om weldra met het tweetal terug
te keeren, in vrooljjk gesprek gewikkeld,
„IJ is nu weer tevreden, Vrouw Blan
kert?" lachte de predikant, haar de hand
drukkend. „Doe u haar maar goed. Zjj
ziet er maar -smalletjes uit."
„Dat wordt wel beter, hó, Lia?" zeide
Hermien. „Zeg, er was vanmiddag een
brief van Lies Zij informeerde zoo naar
Ie. De harteljjke groeten natuurlek. Het
ieralt bur wel fit Marnoen. Maar de
de Kamer. Dit amendement zal 7 ton kos
ten. 4
Het amendement wordt aangeno
men met 39 tegen 20 stemmen.
De heer Lovink, C.-H., verdedigt een
amendement, om in de uitkeeringsformule
alleen vast te leggen de uitgaven voor la
ger onderwijs, voor zoover deze ver
plicht zijn door de Lager-onderwijswet,
en voorts een amendement, om ook aan de
gemeenten te vergoeden de kosten ter
voorziening van armenzorg en werkloos
heid, besteed door particuliere in
stellingen.
De heer E b e 1 s, V. D., licht een amen
dement toe met de bedoeling het gemid
delde van het belastbaar inkomen per aan
geslagene en per inwoner zuiverder aan te
geven dan in het ontwerp geschiedt.
De heer Schouten, A.-R., verdedigt
de amendementen van den heer Lovink.
De heer v. d. Tempel, S. D., vreest,
dat het eerste amendementrLovink zal
schade doen aan het onderwijs. Tegen het
tweede amendement-Lovink heeft hij 't be
zwaar, dat onder de vergoeding begrepen
worden uitgaven, gedaan door ongecontro
leerde particuliere instellingen.
De heer Heemskerk, A.-TL, acht de
bezwaren tegen de amendementen-Lovink
niet overwegend.
De heer Van Vuur en, R.-K., zegt,
dat de gedachte, die ten grondslag ligt aan
't tweede amendement-Lovink, hem sym
pathiek is. Toch heeft spreker bezwaar om
te doen meetellen uitgaven, die de gemeen
te niet doet! Practisch is deze regeling
ook niet billijk toe te passen.
De Minister bestrijdt het amende
ment-Eb els.
Het tweede amendement-Lovink is in
strijd met den gedachtengang van het ont
werp, dat alleen de gemeente-financiën re
gelt in verband met de belastingen. Het
amendement heeft in de huidige redactie
geen effect.
Het eerste amendement-Lovink is spre
ker onverschillig.
De heer E b e 1 s, V. D., trekt zijn amen
dement in.
De heer S c h a p e r, S. D., zegt, dat het
eerste amendement-Lovink een deuk geeft
aan het opvoeren van het onderwijs door
de gemeenten. Het is een reactionnair
amendement.
De heer J. ter Laan, S. D., 'bestrijdt
eveneens dit amendement, dat verslechte
ring van het onderwijs beteekent.
De heer S c h t e n, A.-R., verdedigt
het amendement, dat hij rechtvaardig en
billijk acht. Het Rijk kan geen rekening
houden met niet-verplichte uitgaven van
de gemeenten op onderwijsgebied.
De heer Van G ij n, V.B., wenscht aan
het systeem der regeering vast te houden
en is tegen beide amendementen.
De heer Lovink trekt het tweede
amendement in.
Het eerste amendement-Lo
vink wordt aangenomen met
40 tegen 28 stemmen.
De heer E b e 1 s, V. D., licht een amen
dement toe om de voorgestelde garantie
bepaling en limiet voorloopig slechts te
doen gelden voor het eerste 5-jarig tijd
vak. Wanneer dan eenige ervaring is op
gedaan na 5 jaar kan deze kwestie op
nieuw onder de oogen worden gezien.
De heer De Wilde, A.-R., licht een
amendement toe om bij de bepaling van de
garantie en de limiet de opbrengst van op
centen op de vermogensbelasting mede te
tellen.
Besloten wordt artt. 6 en 11 gelijktijdig
te behandelen.
De heer J. ter Laan, S. D., wenscht
bij amendement de limiet naar boven te
laten vervallen. Spr. beeft vooral het oog
op de havenbedrijven in Amsterdam en
Rotterdam, die hun tarieven in lengte van
dagen niet kunnen verlagen, als de limiet
gehandhaafd blijft.
De heer v. d. T e m p e 1, S. D., licht op
art. 11 een amendement toe om de bij eer
ste nota van wijziging voorgestelde classi
ficatie der gemeenten te doen vervallen en,
overeenkomstig het oorspronkelijk voorstel
der Regeering gehuwden met een zuiver
inkomen van minder dan f 800 vrij te stel
len van den aanslag in de gemeentefonds
belasting, doch de afzonderlijke regeling,
voorgesteld in het gewijzigd ontwerp voor
de gemeenten Amsterdam, 's-Gravenhage
en Rotterdam, te behouden.
De heer Bulten, R.-K., verdedigt een
amendement op art. 11, strekkende om hef
menschen vinden er, dat de dominé ge
trouwd moet wezen."
„Dat komt nog wel", glimlachte dominé
Meinema. „Hans is nooit over ijs van
één nacht gegaan. Ik ben blij, dat hij
het er zoo goed maakt."
„Over vier weken komen zrj", lichtte
Hermien Lia in. „Gezellig, hé? O, je
weet. niet half, hoe stil het thuis is."
„Gelukkig maar", meende de predikant.
„Oude menschen als moeder en ik, Lia,
moeten het rustig hebben. Ik zie tegen
den tijd, dat die twee druktemakers ko
men op, als tegen een berg."
„Och, het is waarlijk om medelijden
met. u te krijgen, vader", lachte Hermien.
De opgewekte toon, die in de pastorie
altijd heerschte, was onmiddellijk ook hier
schering en inslag en duurde tot, drie
kwartier later, de bezoekers vertrokken.
Alvorens op de fiets te stappen, liep
dominé Meinema, minnaar van de zee,
vergezeld door Lia, den dijk op. Her
mien bleef staan praten met de oude
vrouw.
„Zoo kind", zeide de predikant har
telijk, „heb je het stille plaatsje weer
opgezocht?"
„Dominé, ik bon zoo dankbaar, dat
ik hier ben. U wilt do lessen toch wel
hervatten?"
„Met groot genoegen. Wij spreken al-
rut maar af op. dezelfde dagen en uren
zuiver Inkomen, alvorene het tarief van
art. 12 daarop wordt toegepast, voor on-
gehuwden te verhoogen met f 200.
De heer Schaper, S. D., steunt het
amendement-de Wilde.
De Minister is bereid het amende-
ment-E'bels op art. 6 over te nemen. Ook
het amendement-De Wilde neemt spreker
over. Schrapping van de limiet, door den
heer Ter Laan voorgesteld, gaat niet, het
amendement zou het ontwerp ontzielen.
Tegen het amendement-Bulten heeft spre
ker geen bezwaar. De classificatie door de
gemeenten zelf wenscht spreker behouden
te zien. Daarmee gaat gep.aard, dat dat
gedeelte van de hoofdsom, dat meer wordt
ontvangen dan ontvangen zou zijn als de
gemeente in de eerste klasse was geclassi
ficeerd, niet in het gemeentefonds maar in
de gemeentekas vloeit. Daarmee is tege
moet gekomen aan het bezwaar van hen,
die een eigen gemeentelijke inkomstenbe
lasting wenschten.
Spr. dringt er zeer sterk op aan, dat art.
6 in dezen vorm wordt aangenomen.
De heeren J. t e r L a a n en v. d. T e m-
p e 1 repliceeren en bestrijden het amende
ment-Bulten, dat het mogelijk maakt op
het platteland ongehuwden met een inko
men van f 400 in de belasting aan te slaan.
De heer Schouten, A.-R., betoogt,
dat er ook rekening gehouden moet wor
den met de enkele gemeenten, die materi
eel noodlijdend zijn, doch waarvan dit for
meel nog niet kan worden aangetoond.
Voorts merkt spr. op, vernomen te hebben,
dat het gevolg der wijziging van art. 6, 2e
lid door de regeering, zal zijn, dat Rotter
dam 1.6 millioen minder zal ontvangen
dan deze gemeente ontvangen zou volgens
het aanvankelijke ontwerp. Als de wijzi
gingen voor vele gemeenten zoo ernstig
zijn, dan dient wel goed overwogen te wor
den en daarom vraagt spreker, welke ge
volgen deze wijziging in het generaal zal
hebben. Ook zou hij gaarne weten welk
verband er bestaat tusschen deze wijziging
en de classificatie.
De heer Vliegen, S. D., betoogt, dat
men van personen met zeer lage inkomens,
hooge bedragen aan belasting zal kunnen
beffen en waarschuwt den minister dien
weg niet op te gaan.
De Minister begrijpt niet, dat de
heer Vliegen zijn sympathie voor het ont
werp kan verliezen door een wijziging, die
er reeds in stond toen hij zijn sympathie
er voor uitsprak.
De vergadering wordt te 5.45 verdaagd
tot Vrijdag 1 uur.
De Koningin naar Goes? De
commissie die de Landbouwtentoonstel
ling organiseert, heeft H. M. de Koningin
verzocht deze tentoonstelling te openen
of te bezoeken. Het is nog niet bekend
of H. M. de invitatie zal aanvaarden.
Met de Staatscourant van 24 April
zijn verzonden afdrukken van de akten be
treffende de coöp. Fabriek van Melkpro
ducten „Zuid-Beveland G.A., te Goes; de
coöp. kolenvereen. Oosterlands Kolen-
fonds W.A., te Oosterland; de coöp.
Vruchtenveiling Zeeuwsch-Vlaanderen G.
A., te Terneuzen.
Middelburg. Gisterenavond waren wij
in de gelegenheid de vergadering bij te
wonen in den foyer van den Schouw
burg, waar het bestuur van Uit het Volk
Voor het Volk vereenigd was met de
dames en heeren, die zich hadden opge
geven om tijdens de kinderfeesten, welke
.Dinsdag a.s. ter eere van den 2Dsten ver
jaardag van Prinses Juliana als onder
deel der feestelijkheden plaats zullen heb
ben, bereid zijn het bestuur te helpen.
De kinderen, die niet meer op school
gaan of die om welke andere reden ook
nog geen kaart ontvingen en zich toch
hebben opgegeven, kunnen Maandagmid
dag in den Schouwburg terecht om kwart
over vier om de kaart alsnog in bezit
te krijgéh.
Dinsdagmiddag tegen kwart over een
worden de kinderen b(j de poort van
het Schuttershof aan den Molenberg ver
wacht. Daar zullen zij leeftijdsgewijze in
den tuin worden geroepen om daar te
worden opgesteld volgens de groepen,
waarbij zij behooren en dan gaat het met
het Middelburgsch Muziekkorps voorop
als dezen winter. Is de onrust nog niet
verdwenen?"
,,'k Heb geen zekerheid, dominé", klaag
de Lia.
,,'t Verbaast mij niets", antwoordde hjj.
„Oprechte kinderen van onzen Hemel-
schen Vader 'hebben zaak nog aanvech
tingen. Alleen, en dat schreef ik je reeds,
alleen het krachtig gebed vermag alles.
Ook voor jou komt het volle licht op,
kind. Wanhoop niet."
Zij keerden terug. Weldra waren de
predikant en zijn dochter in den Krom
men weg uit het gezicht verdwenen.
De avond viel nu snel.
De oude vrouw stak de petroleum
lamp aan, terwijl Lia onmiddellijk, haar
taak van den afgeloopen winter weer
opvatte en buiten de groene luiken slui
ten ging.
,,'t ls of ik niet weg geweest ben",
zeide zij, terugkeerend.
„Je doet weer maar nét, of je thuis
bent, kind. Ik ben .zeer dankbaar, dat
ik je weer terug zie. Je weet wel, waar
om."
„Denkt u heusch, dat alles weer goed
komt, Grootmoe
„Bij God is niets te wonderlijk, Lia.
Natuurlijk kan jk mij vergissen, maar
ik zie in al 'het gebeurde van de laatste
maanden Gods hand. En dat niet alleen.
IJc tie er gebedarerhooring ia".
langs de reed* door ons vermelde route
naar het sportterrein. Hier weet elke
hoofdleider waar hjj moet zjn en dus
kan bijna onmiddellijk met de verschillen
de wedstrijden worden aangevangen.
Uiterlijk kwart over vier moet ieder
leider zorgen te zjn afgewerkt en tus
schen in worden ploegsgewijze de kin
deren op een verfrissching onthaald. Tij
dens het berekenen der .prijswinnenden,
wordt een gezamenlijk ballenspel gegeven.
Ook voor de prijsuitdeeling is een uit
stekende regeling getroffen, waardoor het
ongewenschte gedrang bij zulke gelegen
heden veel voorkomende, thans achter
wege zal kunnen blijven.
Wat, ook achterwege zal blijven is het
gemopper over te duur entrée, waardoor
velen van buiten het terrein de wedstrij
den volgen. Het bestuur heeft besloten
ieder belangstellende in de kinderpret
gratis op het sportterrein toe te laten,
maar natuurlijk niet op de terreinen, waar
de wedstrijden plaats hebben. Het Middel
burgsch Muziekkorps zal op het terrein
blijven en zich daar doen hooren.
Van „ons" korps zal dien dag veel
worden gevergd, want ook de reveille en
des avonds het concert en de fakkel
optocht heeft het voor zjjn rekening ge
nomen.
Vlissingen. Gisterenavond hield de af-
deeling van .„Patrimonium" een leden
vergadering, waarin als spreker optrad
dhr B. Ligteringer, met het onderwerp:
„De moderne vrouw een 'fiasco?"
Spr. gaat de geschiedenis na en zegt,
dat ook in vroeger eeuwen de vrouw
in het bedrijfsleven werkzaam was, voor
al in de middeleeuwen veel meer dan
wij doorgaans denken.
Nu is numeriek het aantal vrouwen
in een beroep werkzaam wel grooter
dan vroeger, doch het is een niet te
loochenen feit, dat in de laatste jaren
het aantal gehuwde vrouwen in het be-
drijf werkzaam, al kleiner wordt.
Uit "de moderne literatuur van onze
dagen blijkt ook, dat vele vrouwen geen
bevrediging meer vinden in het beoefe
nen van een beroep, doch verlangen naar
een eigen huiselijken haard.
Het echt vrouwelijke in de vrouw kan
niet gedood worden. Integendeel het blijft
leven in de ziel van schier elke vrouw.
Spr. behandelde vervolgens de positie
der vrouw volgens de H. Schrift en wees
er op, dat het ook volgens deze niet
uitsluitend de taak der vrouw is om
binnenshuis te blijven; ook buiten den
engen kring van haar huis heeft zij in
sommige opzichten een roeping te ver
vullen.
Doch de huiselijke taak der vrouw moet
en zal de voornaamste blijven. Van on-
berekenbaren invloed is de zorgende taak
in het. gezinsleven van de vrouw.
Van grooten invloed is het Christen
dom geweest op de positie van de vrouw.
Christus heft de vrouw op uit haar ver
nedering.
Het liberalistisch beginsel, voortgeko
men uit de Fransche revolutie, heeft aan
de gelijkberechtigde positie der vrouw
in de 19e eeuw een gevoeligen knak
gegeven. In de 30- en 40-jaren der vorige
eeuw was de positie der vrouw en ook
van de kinderen in de fabrieken ellendig.
We kunnen niet genoeg dankbaar zijn,
dat aan deze toestanden een einde is
gekomen.
Vervolgens besprak spr. het socialis
tisch en communistisch stelsel ten op
zichte van de positie der vrouw, dat
leiden moet tot een algeheele ontbinding
van het huwelijk.
Tenslotte bezag spr. het vraagstuk aan
de hand der historie.
Het Christendom heeft hierin een to
talen ommekeer gebracht. Ook op maat
schappelijk terrein kreeg zj een taak te
vervullen, niet het minst op het terrein
der barmhartigheid, De taak van man en
vrouw zal echter altijd onderscheiden bij-
ven. Het volhardingsvermogen van de
vrouw zal over het algemeen altijd min
der zjjn dan dat van den man, wat in
de studie herhaaldelijk is bewezen. Ei-
zijn beroepen, zooals verpleging en onder
wijs, die voor de vrouw bijzonder geëi
gend zijn.
Het optreden der vrouw ook buiten
den engen kring van het huisgezin zal
geen fiasco zijn, wanneer zij zich beperkt
tot hetgeen bij haar aanleg en karakter
past.
Dat was weer de krachtige geloofstaai
van de oude vrouw, die Lia zoo buiten
gewoon bekqprdel Ondanks al het on
dervonden leed, ondanks tegenslagen, on
danks het trouwelooze gedrag van haar
dochter, Lia's moeder, toch vol vertrou
wen op God. Die het, ais dat Zijn wil
was, nog wél zou maken! Was het on
danks dat alles? Neen, veel meer door
dat alles was .Grootouder steeds dich
ter bij den Heere gekomen!
„Het 7s gebedsverhooring, Lia", her
haalde de weduwe Blankert. ,,'k Heb het
ook Adriaan gezegd, die nog twijfelde,
maar die het nu toch ook anders gaat
inzien. Al die jaren heb ik gebeden om
terugkeer van mijn dochter. Het was of
mjn roepen t.evergeefsch was. En zie,
toen kwam jij dezen winter! Dat was een
niet verwachte toenadering. En hier heeft
God je gegrepen, om
„Om ,mj weer los te laten", klaagde
Lia.
„Geen sprake van, kind", meende
vrouw Blankert vol overtuiging. „Dat, is
een deerlijke vergissing van je. Uit alles
blijkt, dat hel, niet waar is, maar dat
je er naar hunkert, geheel Zijn eigendom
to wezen. Dat. y,ul je dan ook wol war
den. Voor jou heb ik goon zorg."
(Wordt vervolgd.)