Uit de Provincie. Kerknieuws. Onderwijs. Rechtzaken d«2e veroorzaakt zou zijn door aanschaf fing op te groote schaal van materiëel en van minder juist inzicht van de zjjde der aannemers, moet worden ontkend. Het is niet doenljjk thans een volledige raming van de kosten van het geheele droojjjleggingsplan te geven. De minister verwijst, wat becijferingen betreft, o.a. naar de memorie van toelichting op de bogrooting van 1929. De ten aanzien van de overschrijding van de kosten gemaakte onderstelling schijnt te ongunstig. Immers de overschrijding van de raming van den N.W. polder is voor een niet gering deel te wijten aan de te voren niet met juistheid vast te stellen bezwaren, welke zijn verbonden aan het werken in open zee bn die bezwaren zullen zich bij de indijking der andere polders minder sterk doen gevoelen, terwijl bovendien verwacht mag worden, dat de toenemende erva ring zal leiden tot verbeterde en minder kostbare uitvoeringswijze. Er is geen reden te anderstellen, dat er sprake zal zijn van een „financiëele débacle". Het invoerrecht op thee. In aansluiting op het aan den minister van Financiën door de Amsterdamsche K. v. K. gericht adres, waarin verzocht werd het invoerrecht op thee te verla gen, heeft zich de K. v. K. voor 'sHer- fcogenbosch tot den minister gewend, om in navolging van hetgeen in Engeland geschied is, algeheele afschaffing van hei invoerrecht op thee voor te stellen. Neder 1. Journalistenkring en Dr P. H. R i 11er Jr. Het bestuur van den Nedeirlandschen Journalistenkring heeft in zijta. vergadering van Zaterdag 1.1. naar aanleiding van den tot het Bestuur gerichten en "in de pers gepubliceerden uitvoerigen brief van Dr P. H. Ritter Jr., de volgende beslis sing genomen: Het Kringbestuur constateert: le. dat Dr P. H. Ritter Jr. zich in alle phasen van de zaak, telkens weer on der het aanvoeren van andere motieven en voorwendsels, aan het door het Kring bestuur gevraagde onderzoek heeft ont trokken. 2e. dat Dr Ritter onder het aanvoeren van een totaal-onjuist motief is wegge bleven, zoowel uit de bestuursvergader ring van 24 Maart 1.1. als uit de algemieene vergadering van dienzelfden dag, waar hij uit eigen beweging beloofd had te zullen verschijnen 3e. dat Dr Ritter, na op 24 Maart telefonisch te hebben toegezegd op nader vast te stellen wijze verschillende mede 'deelingen aan den Kring te zullen doen. eenige dagen later heeft bedankt voor het lidmaatschap, op grond van allerlei be zwaren, ontleend aan het verslag der al- gemeene vergadering; 4e. dat Dr Ritter, zich aldus aan den Kring en zijn reglementen onttrekkend, in zijn uitvoerigen brief het Kringbestuur, den "Kring en den voorzitter allerlei on aangenaamheden toevoegt en verschillen de feiten op onware of onjuiste wijze vermeldt. In deze omstandigheden acht het Kring bestuur doelloos, verder met Dr Ritter van gedachten te wisselen. Staten van Zui d-H o 11 a n d. De voorzitter van het Centraal Stem bureau voor de verkiezing van leden der Provinciale Staten van Zuid-Holland heeft in de plaats van den heer H. de Wil de tot lid dier Staten benoemd verklaard den heer H. Renger te Den Haag. DE WEGENWET. Verschenen is de memorie van ant woord op het voorloopig verslag aan gaande hel ontwerp tot vaststelling van voorschriften omtrent openbare wegen, waaraan het volgende is ontleend: Dat het wetsontwerp van een verouderd standpunt zou uitgaan, omdat het zou z\jm gevestigd op een te eenzijdig privaat- rechtelijken grondslag, kan de minister niet toegeven. Dat al te zeer de par ticuliere belangen zouden zjjn ontzien, kan ook niet worden erkend. Het wets ontwerp moet juist diep ingrijpen in al lerlei particuliere belangen, omdat dit on vermijdelijk moest worden geacht om het Wegenrecht afdoend© te regelen. Volgens het wetsontwerp wordt het be grip „openbare weg" in betrekkelijk ruimen zin genomen; wordt deze betee- kenis van het begrip ook bij de toepas sing van andere wetten door de jurispru dentie gevolgd, dan zal, althans wat de ruimheid van begrip betreft, men er niet op achteruitgaan, terwijl bovendien de rechtszekerheid wordt verhoogd. Door de commissie wordt er bezwaar tegen gemaakt, dat een weg openbaar is, wanneer hij gedurende dertig achtereen volgende jaren voor een ieder toegankelijk is geweest, zonder dat door een over gangsbepaling er voor gezorgd is, dat de vóór het in werking treden van deze wet verloopen jaren bij dien termijn niet kun nen medetellen. Naar het oordeel van den minister is hierin echter geen onbillijkheid gelegen. Het tegemoetkomen aan het bezwaar, in het voorloopig verslag geuit, zou de rechtszekerheid niet ten goede komen, eo bovendien in strijd komen met de ver- kecrsbelangen. De minister zet uiteen, dat hij net stelsel, door de staatscommissie omtrent de afschaffing van tollen voor gesteld, niet kan volgen. De bestaande tollen moeten worden afgeschaft door vol ledige samenwerking der belanghebben den, opdat de geldelijke opoffering, welke met opheffing van tollen gemoeid zal zijn, op de billijks Ie wijze tusschen hen kan worden verdeeld. Gemeenten, provincies en het rijk moeten elkaar in dezen de band reiken. Ook kan de minister niet meegaan met het denkbeeld om in de wet regelen te stellen betreffende het bedrag der scha deloosstelling bjj den afkoop van tollen. De vraag of, indien dadelijke afschaf fing van do tollen uit financieele overwe gingen. niet mogelijk mocht zijn, afschaf fing niet zou kunnen plaats vinden naar analogie van hetgeen ten aanzien van tienden en heerlijke jachtrechten is ge schied, beantwoordt 'de minister ontken nend. Dat de regeering bereid is financieelen steun te verleenen voor den afkoop van tollen, blijkt reeds uit art. 32 sub 6 van de Wegenbelastingwet, en uit art. 20 der begrooting van het Wegenfonds voor 1928. Dit in deze wet vast te leggen ont moet echter bij den minister bezwaar. Over opheffing van vele nog bestaande tollen zijn onderhandelingen gaande. Ver wacht wordt, dat binnenkort weer ettelijke tollen tot het verleden zullen behoorèm, en dat omtrent de overigen de onderhan delingen spoedig zullen worden aangevat. In het wetsontwerp zijn eenige redac- tioverbeteringen en wijzigingen van on dergeschikte boteekenis aangebracht. Spoorweg GentNederland- sche grens. In den Belgischen minis terraad is Maandagmiddag besloten om den minister der spoorwegen volmacht te verleenen over te gaan tot terugkoop van de concessie voor den spoorweg Gent-Nederlandsche grens. Middelburg. De volgorde der aanbeve ling van een nieuw lid van het Burgerlijk Armbestuur moet als volgt worden ge lezen: 1. mr F- B. Evers, 2. mej. mr. A. Bolle. Goes. Nader vernemen wjj, dat de heer J. J. C. van Dijk, lid van de Tweede Kamer a.s. Vrijdagavond voor de A.-R. Kiesvereen. alhier hoopt op te treden. De vergadering wordt gehouden in het Schuttershof. Er zal gelegenheid worden gegeven voor debat. Wemeldinge. Gisteravond liep tenge volge van een defect aan de machine van de sleepboot „Janna" het Belgische sleepschip „Liza" in de Wemeldingsche Vlije aan den grond. Door het bergings vaartuig „Trio" en de sleepboot „Zee hond" van Hoogenboezem en Van der Tak, alsmede de particuliere sleepboot „Fiejo" werd assistentie verleend en wer den zoowel sleepboot als sleepschip be houden alhier binnengebracht. Hoedekenskerke. In de Raadsvergade ring van Maandagmiddag wiaren allen aan wezig. Het verslag van de comm. van Toezicht op het L.O. wordt na voorlezing voor ken nisgeving aangenomen. Evepzoo de re kening van den vleeschkeuringsdienst in den 'kring Ovezande, over 1928, waaruit bleek, dat er een goed slot is, waarin deze gemeente deelt voor f29.07. Een ingekomen verzoek van A. Rijk om verbetering van den dijk langs zijn hofstede, wordt- na eenige discussie in handen gesteld va.n B. en W. ter afdoe ning. De wenscheüjikheid wordt uitgespro ken te trachten aan adressants verlangen' te voldoen door overleg met verschillende polderbesturen. Aangenomen wordt een voorstel van B. en W. tot aanvulling van de verordening op het gebruik der haven, met de bedoe ling maatregelen te nemen'tegen beschadi ging der zate door motorvaartuigen. De begrooting van dein vleeschkeurings dienst voor 1930 in den Kring Ovezande ad. f 3000 in ontvang en uitgaaf, lokt eenige bemerkingen uit inzake de wen- schelijkheid het hoofd van den keurings dienst ook voor pensioen te laten meebe talen. Zal nader worden onderzocht. De begrooting wordt inmiddels goedgekeurd Daarna besloten zitting. Na heropening deelt de voorz. mede, dat ontheffing is verleend door den Mi nister van Onderwijs inzake het benoemen van een wachtgeldster als onderwijzeres aan de O.L. school. Nadat de heeren Franse en Louisse tot stemopnemers zijn aangewezen, wordt daarna met alg. st. tot onderwijzeres aan de O.L. school met 1 Mei aanstaande, uit de voordracht, bestaande uit de dames J. P. de Klerok te Goes, thans assistente aan de school alhier, J. Beenhakker te Kloetinge en J. Paauwe te Gapinge, be noemd mej. de Klerck, zulks onder ver plichting in de gemeente te komen wonen. Bij de daarop gevolgde rondvraag infor meert de heer Boone of reeds bericht is ontvangen inzake de door den gemeente- ontvaiffer aangevraagde verlenging zjjher uitwoning, welke 1 Mei a.s. expireert. De voorz. antwoordt ontkennend. De heer Franse bespreekt de wensche- lijkheid verandering te brengen in het aanstellen van personeel bij de brandspui ten en het uitbetalen der vergoeding voor verlet bij de oefeningen met de spniten. Na eenige discussie daarover zeggen B. en W. toe dienaangaande met nadere voorstellen te zullen komen. Daarna slui ting. Geref. Kerken. Drietal te Haulerwjjk, J. Koppe, cstad. te Groningen; H. Kakes, cand. te Zaandam en J. Spoelstra, cand. te Meeden. Beroepen te Ylst, N. J. Hommes, cand. te Nieuw-Duinen. Te Brussel, J. Maaskant te Echten. Te Mildam en te Vries, J. Koppe, cand. te Groningen. Te Wageningen, Th. Del- leman te Giessen Oud- en Nieuwkerk. Te Sleen, J. M. Kroes, cand. te Zeist. Chr. Geref. Kerk. Tweetal te Zierikzee, J. W. Geels te Apel- doorn en A. H. Hilbers te Enschedé. Bedankt voor Broek o. Akkerwoude, Jac. de Bruin te Viaardingen. Oud Geraf. Gem. Tweetal te Utrecht, J. yan 't Hoog te Pa- pendrecht en L. Wijting te Hijssen. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Niouwe Tonge, A. Dekker te Dleiswijk. Te Parrega, J P. Snoep te St Anna Parochie. Te Sprang, M. Ottevanger te Papen- drecht. Te Loon op Zand, P. de Looz© te Renkum. Aangenomen naar Aach, D. Broers, cand. te Renkum. WEMELDINGE. Nadat de heer F. P. de Haan van Heemstede Zondagmiddag de belof ten Gods omtrent Egypte had ontvouwd in een prediking in de Ned. Herv. Kerk, naar aan leiding van Jes. 19 21, trad hij ook als spreker op voor de Ned. Herv. Meisjesvereen. „Ken den Heer in al uwe wegen", met een causerie over het onderwerp:" „Duisternis en licht in Egypte".. Met groote belangstelling is er geluisterd, waarna voor den Zendings- arbeid een gift werd beschikbaar gesteld. Ds J. Wi. Drost sloot met dankgebed, nadat ge zongen was Gez. 50 4. Het kerkelijk huwelijk. On langs werd in de „N. .R. Crt." gewezen op het eigenaardige feit, dat in sommige streken in Friesland in de Ned. Herv. Kerk bijna nooit een huwelijk kerkelijk wordt ingezegend. Thans komt een pre dikant, dezelfde die dit onderwerp ter sprake bracht een verklaring geven van de Ieege bladzijden in de kerkelijke trouw boeken. „Het niet trouwen in de kerk wij spreken ten deze uit eigen ervaring was 'in menig geval uit principe. Men liet het, niet uit onverschilligheid, en ook niet omdat het trouwen in de kerk in de omstandigheden „niet te pas kwam", maar Qmdat men het kerkelijk huwelijk to hoog vond. Men vond, dat trouwen in de kerk. slechts gold voor de enkelen. Dat dominees-kinderen en kinderen van welgestelden hun huwelijk in de kerk lieten bevestigen "was een bewijs, dat niet iedereen in de kerk mocht trouwen. Wij hebben vaak en lang moeten rede neeren, als ons dat argument voor de voeten geworpen werd. Want, zei men, ziet u er de boeken maar op na en u zult zien, dat wij gelijk hebben I Men- schen als wij, uit den gewonen stand, trouwen niet in de kerkl Wij hebben heel wat werk gehad om zelfs de beste catechisanten te overtui gen, dat om die reden de bevestiging van hun huwelijk in de kerk nieit mocht overblijven. Maar dit was het eenige bezwaar niet. Er was een tweede, dat veel dieper ging. Het bleek ons, dat men het kerkelijk huwelijk beschouwde als het doen van belijdenis. De vraag is ons wel gesteld, of men niet eerst belijdenis des geloofs moest afleggen voor men ging trouwen in de kerk. En wie dan in het Noor den geen kerkelijk vreemdeling is, die weet hoeveel voeten het in de kerkelijke aarde heeft .voor men er toe komt be lijdenis des geloofs af te leggen. Men redeneert daarbij aldus: men moet wel weten wat men doet: Het is geen geringe zaak oiri aan het Avondmaal te gaan! En men moet er op rekenen, dat de groote „men" straks klaar staat, als er een of ander voorvalt, met de critiek: „en dat gijn nu menschen, 'die mee aan gaan"! En zoo komt het, dat er in het Noorden een macht van ouderen zijn, die geen lidmaat der kerk zijn. En diezelfde gedachte nu heerschte er ook ten opzichte van het kerkelijk hu welijk. Als men in de kerk trouwde, moest men vooraf verzekerd zijn van zoo ongeveer een heilig leven. Een paar van onze allerbeste jonge menschen konden wij maar niet bewe gen om kerkelijk te trouwen. En welk antwoord kregen wjj bij aandringen: dominee! als wij trou wen moeten wij vooraf verzekerd zijn, dat wij nooit reden tot eenige opspraak geven' En hoe zullen wij daar voor in staan? Wij willen niet graag, dat onze buren straks zullen moeten zeggen: „en ook nog wel in de kerk getrouwd 1" Een redeneering van ons, dat zjj niet zouden gaan eten zonder een zegen te vragen en nu wel gingen trouwen zon der dien zegen te vragen, baatte niet! Men moest maar weten, wat men deed als men het huwelijk in de kerk liet inzegenen. En op informatie uitgaande bleek ons werkelijk, dat het omschreven bezwaar door vele ouderen gedeeld werd en zij er de jonge menschen om prezen er niet licht over heen te gaan. Als het huwelijksregister van onze dorpsgemeente van 18591885 enkel blanco bladzijden heeft en van 1885 tot 1918 slechts 24 huwelijken werden inge zegend en van 1919 tot December 1928 daarentegen 30 paren in de kerk trouw den, dan moge ook het bovenstaande bijdragen tof verklaring voor de leege bladzijden in ons kerkelijk "huwelijks- register." De zaak-Ds Van Duyl. Het bestuur van de afd. Hilversum van den Ned. Prot. Bond heeft aan de leden voor gesteld de conclusie van het rapport te aanvaarden en ds Van Duyl te ontslaan. A.s. Vrijdagavond zal in de afdeeling dit voorstel worden behandeld. Naamsverandering. Bij Kon. Besluit van 19 Jan. j.l. is aan ds O. W. C. van der Veen, Herv. Pred. te Rhoon, toestemming verleend tot verandering van den geslachtsnaam in dien van: Van Willigen van der Veen. Met pensioen. De classis Dok- kum der Geref. Kerken heeft de Kerk van Schiermonnikoog financiëelen steun toegezegd voor de pensionneering van haar voorganger, den heer R. F. Kuiper, die 40 dienstjaren heeft. De heer Kuiper zal denkelijk 1 Aug. zijn werk neerleggen maar nog op het eiland bljjven wonen, teneinde de Kerk te dienen tot een opvolger gevonden is. Kapelle. Door de Oudercommissie van de Openbare Lagere School te Kapelle en het bestuur van de Chr. Herv. School- vereeniging te Biezelinge is het navolgen de adres gericht aan den voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Aan Heeren Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal te 's-Gravenhage. Hoogedelgestrenge Heeren, Hiermede nemen wij eerbiedig de vrij heid om onder uw aandacht te brongen, dat tengevolge van art. 3 der Leerplicht wet de kinderen, die op 1 Mei a.s. de 7 klassen der lagere school hebben door- loopen en alsdan den 13-jarigen leef tijd nog ten volle hebben bereikt, ver plicht zullen zijn nog een vol jaar op school te blijven, terwijl voor een achtste leerjaar geen leermiddelen aanwezig zijn, en de gemeente die ook niet beschikbaar wenscht te stellen. In verband daarmee zijn de kinderen aangewezen het zevende leerjaar te her halen. Waar dit Piet in de bedoeling der wet kan liggen, verzoeken wij u beleefd het mogelijke te willen doen om boven genoemd artikel zoodanig gewijzigd te krijgen, dat dergelijke kinderen ,-rfsnog met 1 Mei a.s. de school mogen verlaten. Was geteekend als gemeld. WAARDE. Op de voordracht voor onderwij zer aan de O. L. School zyn geplaatst do heeren: M. C. van Weele te Waarde; P. Deurloo te 'Tholen en P. D. Blommaart te Goes B® beschikking van den Minister van Einnemlandsche Zaken en Landbouw is, voor het tijdvak van 1 Mei '1929 tot 1 Mei 1930, benoemd tot assistent aan de Landbouwhooge school te Wageningen E. E. Harmsen, aldaar. BIJGELOOF OP BALI. Dat ook op Bali velen onder den ban van geestenbezwering leven, hetgeen dik wijls tot gruwelijke misdaden voert, is dezer dagen weder gebleken. In de desa Boekit Batoe, in het Gian- jarsche gelegen vertelt de Balische correspondent van het A. I. D. leef den twee jongens met hun grootmoeder in een huis. Beide jongens overleden korten 'tijd na elkander, zonder dat een bijzondere doodsoorzaak was aan te wij zen. Van zelf leverde dit stof op voor talrijke gesprekken in de kampong, zon-, der dat eenige opheldering werd verkre gen. Zooals te doen gebruikelijk is, werd een doekoen (medicijnman) in den arm genomen om de bovennatuurlijke mach ten aan te wijzen, die dezen dood op hun geweten hadden. Deze had al spoe dig een Oplossing van het raadsel ge vonden; zijn uitspraak luidde, dat een vrouw, die met een gebrekkige hand ge boren was, den dood op haar geweten had, doordat zij behekst was. Niets na tuurlijker, dan dat de „geteekende", de grootmoeder der beide knapen bleek te zijn; niets natuurlijker ook, dan dat alle desa-genooten overttiigd waren, dat de duivel uit het lichaam dezer oude vrouw met man en macht verdreven moest wor den. Voor de kapitale som van dertig ringgits (30 rijksdaalders"' werd al spoe dig iemand bereid gevonden, d:e dit zaak je zou opknappen. Met. behulp van an deren werden de vrouw de armen op den rug gebonden, waarna de duivel- banning op krachtdadige wijze werd aan gevat. Met groot geweld sloeg de onver laat haar in het gezicht, trapte haar tegen den buik, ja worgde haar ten slotte. Hiermede meende hij-, zijn taak tot ieders voldoening te hebben volbracht. Drie dagen werd het lijk in huis gehouden, waarna vergunning tot begraven werd aangevraagd. De poenggawa (het districts hoofd) vond het verdacht, dat deze be grafenis gedurende de nachtelijke- uren zou plaats vinden; hij stelde een nader onderzoek in, wat tot gevolg had, dat de bovenomschreven wandaden aan het licht kwamen. De bedrijvers van deze laffe misdaad zijn onmiddellijk in hechtenis genomen en zullen hun gerechte straf niet ontgaan. Dat dit geval niet op zichzelf staat, bewijst het verhaal, dat ons dezer da gen ter oore kwam. In de desa Soean- Kidoel, een aan zee gelegen plaatsje in het district Blahbatoe, bevindt zich de poera (tempel) Soekaoewih. In de ge heele streek staat deze poera bekend als een uitgelezen plaat3, waar slechte geesten uitgebannen kunnen worden. Re gelmatig kwam het voor, dat iemand, aan wiens zuiverheid van geest getwijfeld werd, daarheen gebannen werd om van zijn booze kwelgeesten verlost te worden. De ongelukkige, wien dat te beurt viel. was verplicht, daar gedurende één maand en zes dagen te blyven. Wie dien voor geschreven termijn daar had doorgebracht was van alle smetten vrij gebleken, doch herhaalde malen moet het voorgekomen zijn, dat lang voor het afloopen van de zen termjjn de betrokkenen spoorloos verdwenen waren. Een nader onderzoek zal nog moeten uitwijzen, wie in deze bo vennatuurlijke verdwijning de hand heb ben gehad. DE VIERVOUDIGE MOORD TE GROOTEGAST. De Arr.-Rechtbank te Groningen is he denvoormiddag half tien aangevangen met de behandeling van de zaak tegen den da der van den vier-voudigen moord te Lu cas wolde, gem. Grootegast, IJje "Wijkstra, waarvan de gem.-ve'ldwachters A. Meijer te Opende en M. v. d. Molen te Grootegast en de rijksveldwachters H. H. Hoving te Opende en J. Werkman te Sebaldeburen slachtoffers werden. Er heerschte hedenmorgen reeds een buitengewoon groote drukte in de omge ving van het gebouw van de Rechtbank. De straten waren door de politie afgezet. Een lange file van menschen stond voor het gerechtsgebouw te wachten om zoo mogelijk een plaatsje te krijgen op de pu blieke tribune die slechts aan een 50 per sonen plaats biedt. Onder geleide van een heilsoldate werd vrouw Wobbes binnengeleid en geplaatst op de achterste van de dicht bezette getui genbanken. Daarna werd Wijkstra door twee rijks veldwachters binnengebracht. Op de hem gestelde formeele vragen antwoordde hij met een kort ja. De dagvaarding. De subst. officier van justitie, mr J. N. Meinklersma, heeft in de zaak tegen IJje Wijkstra de volgende dagvaarding uitge bracht: I. ter zake, dat hij op of omstreeks 18 Januari 1929 in de gemeente Grootegast ter uitvoering van zijn te voren genomen besluit en beraamd plan om Mient van der Molen van het leven te berooven na kalm beraad en rustig overleg opzettelijk op ge noemden Van der Molen een of meer scho ten uit een of meer met scherpe patronen geladen vuurwapenen heeft gelost en hem daarbij met een of meer kogels heeft ge troffen en opzettelijk aan Van der Molen een of meer sneden en steken met een mes of ander scherp voorwerp heeft toege bracht, tengevolge van een of meer van welke schoten en van een of meer van welke sneden en steken meer genoemde Van der Molen zoodanige verwondingen heeft bekomen, dat hij kort daarop aan verbloeding is overleden; II. ter zake dat hij op of omstreeks 18 Januari in de gemeente Grootegast ter uit- voering van zijn te voren genomen besluit en beraamd plan om Hermannus Hen'de- rikus Hoving van het leven te berooven na kalm beraad en rustig overleg opzettelijk op genoemden Hoving een schot uit een met een scherp patroon geladen vuurwa pen heeft gelost en hem daarbij met een kogel heeft getroffen tengevolge waarvan meergenoemdo Hoving zoodanige verwon dingen heeft bekomen, dat hij kort daarop aan verbloeding is overleden; III. ter zake dat hij op of omstreeks 18 Januari 1929 in de gemeente Grootegast ter uitvoering van zijn te voren genomen besluit en beraamd plan om Jan Werk man van het leven te berooven na kalm beraad en rustig overleg opzettelijk op ge- noetnden Werkman een schot uit een mei scherp patroon geladen vuurwapen heeft gelost en hem daarbij met een kogel heeft getroffen en opzettelijk aan Werkman een snede met een mes of ander scherp voor werp heeft toegebracht, tengevolge .van welk schot en welke snede meergenoemde Werkman zoodanige verwondingen heeft bekomen, dat hij kort daarop aan verbloe ding is overleden; IV. ter zake, dat hij' op of omstreeks 18 Jan. 1929 in de gemeente Groote gast ter uitvoering van zijn tevoren ge nomen besluit en beraamd plan om Al- dert Meijer van het leven te berooven, na kalm beraad en rustig overleg opzet telijk op genoemden Meijer een of meer schoten uit een of meer met scherpe patronen geladen vuurwapenen heeft ge lost, en hem daarbij: met een of meer kogels heeft getroffen, tengevolge waar van genoemde Meijer 3chotverwondingen heeft bekomen, waarvan een heeft ge vormd een wondkanaal, loopende van den linkerschouder door borst en buikholte naar de rechter helft van de buik, in het verloop van welk schotkanaal de linker sleutelbeenslagader, de linker long boven- kwab, het hart en de lever werden ge troffen, zoodat verbloeding daarvan het gevolg was, waardoor Meijer kort daar op is overleden. Bij do voorlezing van deze dagvaarding heerschte er in de dichtbezette rechtzaal oen doodelijke stilte. Als eerste getuige werd gehoord de Op perwachtmeester der marechaussee t.e Ma- pum, Arie Jutte, die met den marechaussee Bouman en den veldwach ter Boelens naar het huis van Wijkstra is gegaan en daar de lijken heeft gevonden. De verdediger M r Levy vraagt hem of hij precies het tijdstip weet, waarop hij daar was. Getuige: ongeveer half 9.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 2