DE ZEEDW TWEEDE BLAD. det huisje aan den zeedijk Binnenland ZoekISchtjes A "fEUILLETO N CXmiï vwwtoIJ. VAN DINSDAG 16 APRIL 1929. No. 165. DE SCHOOLSTRIJD NOG NIET UIT. Wie meenen mocht, dat de schoolstrijd tot het verleden behoort, en dat we dus nu wel op de lauweren kunnen gaan rus ten, zal goed doen, kennis te nemen van wat zich den laatsten tijd te Middel- harnis afspeelt. Onze Rotterdammer" vertelt er een en ander van. Op de meest fanatieke wijze gaan daar de voorstanders van openbaar onderwijs tegen de stichting van een Christelijke school voor U. L. O. te keer. Ziehier een staaltje van de wijze, waar op n „Onze Eilanden" tegen deze school geageerd wordt: 'ich beroepende op Gods Woord, heb ben Christenen de negerslavernij verde digd en verdedigen ze nu nog de dood straf, het gebruik van gifgassen, onder zeeërs en bommen gevuld met pestba- ci'l-n Zelf de kosten betalen? Eischten de zonen van het uitverkoren volk niet de gouden en zilveren vaten der Egypte - naren? Neen, de kosten mogen de anders denkenden betalen. Waarvoor zouden die anders geschapen zijn? De handteekeningen zijn er, aldus de heer Doornbos. Hoe ze er gekomen zijn, dat is bijzaak. Want het is toch immers ter meerdere eere Gods en dan is het zoo zalig in het schoolbestuur te zitten en heerschertje te spelen. Neen. geachte heer P., verwonder u niet, dat de Christenen Christus verloo chenen. Petrus deed het zijn' Heer drie malen en zou een Christelijke schoolop- richter de mindere zijn van Petrus?" Nog erger, zegt de „Rotterdammer", maakt het een zekere Dr van O., thans te 's Gravenhage, vroeger leeraar aan de R. H.B.S. te Middelharnis. „Zijn haat tegen het chr. onderwijs is verregaand. Hij geeft den raad de te bouwen chr. U.L.O.-school met prikkeldraad af te zet ten en de leerlingen dezer school van gasmaskers te voorzien. Een vergelijking tusschen een openbare en een chr. school valt zeer in het nadeel der laatste uit. Hij kwam eens bij een openbare school. Daar was alles in orde, nette, beleefde, beschaafde kinderen, die in vrede met elkander leefden. Hij kwam eens bij een chr. school en daar keken de kinderen hem allen verbaasd aan als sommige dieren (koeien) wanneer men zoo onver wacht in de weide komt. Hier was ruzie, geniepigheid en onbeschoftheid en handel in tekstkaartjes. Wat zegt ge van zulk een uitgieterij van haat? De geest op de openbare school vindt hjj goed en gezond. Wel zijn er sommige ouders wat rood van kleur, doch dat heeft geen invloed op het onderwijs. „Na tuurlijk", zegt hy, „staat het openbaar onderwjjs soms lijnrecht tegenover gods dienstige tradities en bekrompenheden, die reeds lang verrot zijn, en die zich als onwaar of niet juist hebben bewezen, maar moet nu een kind in dien geest worden opgevoed? Moet het maar altijd in die ongezonde sfeer blijven? Mag het no iit de heldere zon genieten? Moet het kind steeds maar dom worden gehouden? k zou zeggon, dan maar liever geen scholen, want later, als de kinderen wat gfo it :r zijn, komen ze er toch wel ach- dat niet all33 zo> is, als ze op de oi ags cluol en in de chr. leering heb ben ge.eerd. In eon volgent artikel betoogt deze loet tf, dat de chr. scholen 'kweekplaat. son vo 'i het... socialisme zijn! Er mo gen niot anders dan psalmen gezongen \vo.' lea, hot Wilhelmus en andere vader- la.iische ndoren zijn er contrabande. Of hij ook goed op de hoogte isl Mogen we hem eens herinneren aan hetgeen „Het Onderwijs'orgaan van de door HUGO KJNGMANS 100) o— Het was twee dagen later, dat beide doktoren tegenover den heer en mevrouw Van Meersma zalen. Met Annie had zich tweemaal herhaald het voorgevallene van dien middag viol emotie. De verpleegster bemerkte de aan staande terugkeer van het bewustzijn zóó tijdig, dat de zenuwarts aanwezig kon .zijn en met haar spreken. Het was hem zelfs, nu niemand dor buisgenooten aan wezig was zij zaten vol spanning be neden gelukt, haar aandacht, die maar op dat eene gericht was, voor eenige oogenblikkon af te leiden, al kwam Annie er dan ook spoedig weer op terug. Zij had daarop gesmeekt, haar ihoeder te mogen zien, maar de arts had haar aan het verstand weten te brengen, dat het beter voor haar was, dat haar moe der wegbleef; zJj moest de zuster en hem maar gehoorzamen, dan zou zij spoedig herstellen en dan was dat oude voorbij1. Vereen, van Hoofden van openbare scho len, eens schreef? Daarin werd de vraag gesteld: „Verte genwoordigt de openbare school nog de eenheid der natie of wordt ze langzamer hand maar zeker sectenschool der S. D. A. P.?" Deze vraag wordt gedocumen teerd beantwoord én ten slotte de vol gende conclusie genomen: „En zoo hol len we den weg af, die slechts hier toe leiden kan, dat de openbare school, eenmaal de trots van het overgroote deel der natie, verschrompelt en verkwijnt, en als socialistische armenschool eindigt I" Zijn vriendjes weten het Dr v. 0. an ders te vertellen! Intusschen blijkt ook hier weer, dat de schoolstrijd nog niet uit is!" Ontslag H. de Wilde. De heer H. de Wilde te 's Graven hage, die reeds eerder om gezondheids redenen uit een groot deel van zijn open bare functies zich heeft teruggetrokken, heeft thans gemeend, ook ontslag te moe ten nemen als lid van de Staten van Zuid- Holland. Zijn ontslagbrief is gisteren bij het College van Ged. Staten ingekomen- Wei geniet de heer De Wilde die 15 Dec- j.l. 75 jaar is geworden nog een vrij goede gezondheid, maar, aldus de „Rotterd.", waaraan wij dit bericht ont- leenen, zijn stem is dermate in kracht afgenomen, dat hij bezwaarlijk in het openbaar kan spreken. Dit laatste heeft bij hem, den man van activiteit en tempe rament, wien het zwijgen, als het om de beginselen ging, nimmer gemakkelijk viel, den doorslag gegeven voor het nu ge vallen besluit. Bijna 28 jaren heeft de heer De Wilde zitting gehad in de Staten van Zuid-Hol land. Dank zijn onvermoeide propaganda slaagde hij er in om in 1901 bres te schieten in het liberaal vertegenwoordigde Statendistrict Middelhamis en het voor de anti-rev. partij te veroveren. Van Juli 1901 tot 1919 bleef hij voor dit district dat voorts in wijlen den heer H. Ch- Vegtel en in den heer C. Warnaer, die nog steeds Flakkee vertegenwoordigt, anti- rev. Statenleden kreeg zitting houden- Van 1919 tot nu toe vaardigde 's Graven hage hem naar de Staten af in Juli 1916 kozen de Staten den heer De Wilde, die toen, sinds 11 November 1907 wethouder voor sociale zaken van Den Haag was, tot Gedeputeerde, welk ambt hij tot Juli 1927 bleef vervullen. Zijn gezondheidstoestand noopte hem toen het neer te leggen. De belangrijkste onderwerpen, waar voor de heer De Wilde zich in de Staten interesseerde, waren het vakonderwijs, de krankzinnigenzorg en het werkliedenregle ment, dat op 1 Jan. 1917 van kracht is geworden. Sinds 1918, toen de invoering der Even redige Vertegenwoordiging een nieuwe or ganisatie noodig maakte, was de heer De Wilde voorzitter van het Provinciaal Comité van A.-R. Kiesvereenigingen in Z.- Holland. Ook uit deze functie zal hij ontslag nemen. Deze mededeelingen zullen ongetwijfeld in breeden kring met leedweezen worden vernomen, al zal daarnaast terstond een gevoel van groote dankbaarheid open baar worden voor het vele, dat de heer De Wilde een halve eeuw lang in het be lang van de doorwerking en toepassing der antirev. beginselen in den lande, maar inzonderheid in de provincie Zuid-Hol land en in dg stad zijner inwoning heeft mogen doen. Rusteloos heeft hjj daarvoor gearbeid, in woord en geschrift en met de daad. Toen do staat van zijn gezondheid drong tot het loslaten van zijn velen practisohen arbeid en het spreken hem zwaar viel, heeft hij laatstelijk het anti- rev, volk nog verrast en verrijkt met zijn uitvoerige, gedocumenteerde studie „Om de Vrijheid". De nood der tijden dreef hem daartoe. Thans zien ook de Zuid-Hollandsche Staten deze 'figuur „van grooten bedrijve" uit haar midden heengaan. Hef Rijk en de Gemeenten. De Vereen, van Nederlandsche Gemeen- Annie bleef beide malon langer bij be wustzijn dan daarvoor. „U brengt mij niet terug op den Malie singel?" had zij gevraagd, herhaaldelijk. En de dokter had almaar verzekerd: „Daar is geen sprake van. Het komt best in orde. Denk er maar niet aan." Natuurlijk begreep hij wel, dat dit ge makkelijker was gezegd, dan gedaan. Hij zag wel het tobben van zijn patiënte, die langzamerhand weer in haar apatisdie houding verviel. Maar hij was niet ontevreden over de proef, die overigens inspanning had ge kost. En thans spraken zij over de verdere gedragslijn, die gevolgd zou moeten wor den, om zoo mogelijk, tot een goed resul taat te komen. „Mijn vermoeden is bewaarheid; uw dochter moot tot andere gedachten ko men. Er moet afleiding zijn. Vandaar, dat ik u adviseer, haar uit de ouderlijke woning te doen", herhaalde de speciali teit, terwijl de huisarts bevestigend knikte. „Ik zou haar, indien eenigszins moge lijk, niet in een inrichting opgenomen willen zien" zeide mijnheer Van Meersma. „Dat wordt ook niet gevergd, Het lijkt ons in dit goval zelfs niet raadzaam. Zij zou, met de verpleegster, ergens in een pension kunnen gaan," ten heeft een repliek doen verschijnen over de opmerkingen van minister De Geer, ten aanzien van de berekeningen der resultaten van het wetsontwerp in zake de financiëeie verhouding tusschen Rijk en Gemeenten. Dé vereeniging blijft aan de door haar gepubliceerde cijfers al zou zij niet gaarne voor de absolute juistheid van eenig cijfer instaan, evenmin als de mi nister dat kan voor zijne cijfers een hoogere waarde toekennen dan aan die van den minister. Overtuigd als de vereen, is dat op dit oogenblik noch door de Regeering noch door eenig ander absoluut juiste cijfers omtrent de uitkomsten in ver schillend opzicht voor alle gemeenten te geven zijn en aannemende1, dat dit ook niet. volstrekt noodzakelijk is mits slechts een voldoend duidelijk algemeen beeld verkregen kan worden, is zij van oordeel dat verdere ontleding van eenige onjuistheid of eene discussie over de meerdere of mindere juistheid van een enkel cijfer weinig nut beeft. Raad' van Nederi.-ln'dlë. Bij K.B. is met ingang van 15 Mei a.s. benoemd tot lid van den Raad van Ned.-Indië de heer W. P. Hillen, gou verneur van West-Java. Wijziging treinenloop. In verband met de invoering van den zomertijd in België, Frankrijk en Enge land wordt door de Nederlandsche Spoor wegen medegedeeld, dat ingaande 21 April a.s. de treinen zullen gaan loo pen, waarbij in den Officiëelen Reisgids en in het Dienstregeling-aanplakbiljet (uit gave van 7 October 1928) is aangegeven, dat zij zullen loopen „alleen van datum invoering zomertijd in België (Engeland) af", terwijl de treinen, waarbij is aan gegeven, dat zij loopen ^alleen tot da tum invoering zomertijd in België (En geland)" met ingang van 21 April a.s. vervallen. Aufomobiélein voor de Rijkspolitie. De minister van Binnenlandsche Za ken heeft aan de burgemeesters een cir culaire gericht, waarin o.m. de aandacht wordt gevestigd op het voornemen, om het commando van den Rijksveldwacht- dienst van enkele automobielen te voor zien, welke, behalve voor het oorspron kelijke doel ten behoeve van de dienst vervulling der districts-commandanten der Rijksveldwacht, mede dienstbaar zullen worden gemaakt aan het uitoefenen van verkeerstoezicht. Verstrekking van auto mobielen aan het wapen der Kon. Mare- chaussée voor gelijk doel is aangevraagd en wordt mitsdien eveneens overwogen. Tevens wordt met het oog op een goed toezicht op motorrijtuigen door middel van cursussen de Rijkspolitie onderricht op het stuk van motorkennis; ook voor het bijbrengen van deze kennis moeten de bij de Rijkspolitie nieuw aan te schaf fen automobielen benut worden. De minister spreekt de wenschelijkheid uit, dat ook het daarvoor in aanmerking komend deel van de gemeentepolitie de kennis of meerdere kennis wordt bijge bracht op het gebied van motorrijtuigen en wat daaraan annex is. Aldus zoude men in aansluiting aan hetgeen het Rijk doet een deskundig toezicht kunnen be vorderen, dat tegen het moderne ver keer opgewassen is. Philips le Eindhoven. Gistermorgen heeft de N.V. Philips te Eindhoven haar 2D.000sten arbeider ont vangen. Da belangstelling buiten de Phi- lipsgebouwen was enorm. Binnen poort. C. hadden zich opgesteld dr A. F. Philips en familie, de minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, prof. dr .T. R. Slotemaker de Bruïne, met de hoofden der afdeelingen van het depar tement van Arbeid, Handel en Nijver heid, ir C. Donker, hoofdinspecteur van den Arbeid te Maastricht, en de heer A. Folmer, van het bureau voor Werkloos heid en Arbeidsbemiddeling; voorts de burgemeester van Eindhoven, dhr A. Ver dijk, met de wethouders en den staf van het Philipspersoneel. De geheele binnen plaats van dit gedeelte der fabrieken was voorts gevuld met personeel der N.V, Precies om kwart voor twaalf werd van het Philips-kantoorgebouw de ge- meentevlag geheschen, waarna de auto met den 20.000sten arbeider voor de poort reed. Onder de toonen van het „Maar dan stel ik er toch prijs op, mede te gaan", zeide mevr. Van Meers- ma op beslisten toon. „U kunt niet ver gen, dokter, dat er niemand van ons meegaat." „Wij hebben daartegen vermoedelijk geen bezwaar, mits u zich aan de zuster onderwerpt en u haar zooveel mogelijk met de patiënte alleen laat, Wat dacht u, collega? Onder deze voorwaarde zou het wel gaan?" „Ik ben het met u eens", zeide de huisarts. „Mevrouw zal wel zoo verstan dig zijn, zich te onderwerpen aan de be velen der verpleegster. Zoek u maar een mooi stil oord in de bosschen uit, niet aan zee, maar bij hei en bosch en dan kunt u, wanneer deze gunstige toestand nog een week aanhoudt, wel vertrekken." „Zou het zoo gauw kunnen?" vroeg de architect. „Dan moot ik spoedig werk ma ken van een pension". „Ik verwacht wel, dat u binnen een dag of tien kunt vertrekken, mevrouw", meen de do zenuwarts. „Mot den dag, u hebt het nu reeds enkele malen gezien, zullen de oogenblikkon van helder bewustzijn langer blijven duren. De zustor heeft, or der uw dochter morgen te klaeden." „Zoo spoedig al?" liet mevrouw Van Meersma zich ontvallen, „Zeieer wel. Dat Verwacht ik stellig' „Wilhelmus", gespeeld door de Philips- harmonie, werd hij binnengeleid. De 20.000ste arbeider is de heer P. J. van Luyk, uit Stratum. Dr Philips, de minister en mevr. Philips drukten hem de hand onder het uitspreken van een korte wel- komstspeech. Daarna werd in 'het kantoorgebouw der N.V. Philips een huldigings^ergadering ge houden, waarin ,het woord voerden de minister van Arbeid, Handel en Nijver heid, de burgemeester van Eindhoven, de voorzitter van de Kamer van Koop handel, de heer C. Schellens, de heer H. van der Putt, voorzitter van de R. K. Werkgeversvereeniging; de heer C. J. Zaalberg, directeur-generaal van den Ar beid, die mede namens de overige hoof den van afdeelingen van het ministerie van Arbeid, Handel en Nijverheid sprak; voorts voerden het woord de heeren Staal en Gaarenstroom, onder-directeur der N.V. Ten slotte hebben nog twee afgevaar digden van arbeidersorganisaties, bij de firma Philips werkzaam, gesproken. Dr Philips heeft de sprekers beantwoord. Finanolëele betrekking tusschen Rijk en Gemeenten. De heer Bulten heeft een amendement ingediend om de voorgestelde classificatie niet in de wet te brengen, en in over eenstemming hiermee een uniforme ver hooging van den grondslag der heffing ta bepalen voor de ongehuwden. Da regeering heeft een derde nota van wijzigingen ingediend inzake de herzie ning der financieele betrekking. Daar de opbrengst van de fondsbelais- ting eerst zeer geruimen tijd na haar in werkingtreding bekend zal zijn, is het juister voorgekomen, onder letter g in art. 4 de eerste maal een bepaald bedrag van f90 millioea te noemen (het cijfer der raming van de fondsbelasting en de opcenten op de vermogensbelasting, ver minderd met de uitkeeringen van de helft der wedden van burgemeester en secre taris) en in art. 7 onder letter d in aan merking te brengen de opbrengst van het voorlaatste jaar van het vorige vijïjaar- lij'ksche tijdvak. Voorgesteld wordt art. 6, lid 4 te lezen: „Voor noodlijdende gemeenten, die ten tijde van de invoering van deze wet bui tengewone hulp van het Rijik ontvangen, wordt bij het maken van de 'berekening volgens het tweede en het derde lid van dit artikel het bedrag van den uit de Rijks- en eventueel uit de provinciale kas verleenden onderstand als opbrengst van gemeentelijke inkomstenbelasting be schouwd. De laatste beide leden van art. 6 ver vallen. De heer v. d. Tempel heeft eenige amendementen Ingediend. Een amendement op art. 11 heeft de strekking om de voorgestelde classificatie der gemeenten te doen vervallen en over eenkomstig het oorspronkelijk voorstel der regeering, gehuwden met een zuiver in komen van f800 vrjj te stellen van den aanslag in de gemeentefondsbelasting. De bedoeling der voorstellers is de af zonderlijke regeling, in het gewijzigd ont werp voorgesteld voor de gemeenten Am sterdam, Den Haag, en Rotterdam, te behouden. Volgens een ander amendement willen de voorstellers in plaats van drie vierden negentig procent van 'de zuivere opbrengst van do hoofdsom der grondbelasting ter plaatse geheven, aan de gemeenten uit- keeren. Ten slotte wordt voorgesteld, in art. 16. dat het getal der opcenten voor geen aanslag hooger zal mogen zijn van 120. De verjaardag van Prins Hendrik. Van de zgide van de secretarie van Z. K. H. den Prins der Nederlanden wordt het volgende medegedeeld: ln verband met het reeds vroeger ge publiceerde bericht, dat de verjaardag van Z. K, H. den Prins der Nederlanden zal worden gevierd op 30 April, tegelijk met dien van Prinses Juliana, wordt in over weging gegeven aan hen, die hunne ge- lukwenschen op eenigerlei wijze wenschen aan te bieden, deze wenschen niet tot uiting te brengen op 19 April Z. K. H. bevindt zich op dien datum in het buitenland doen op 80 April d.a.v. Een veranderlijk raadslid. Het B.-d. raadslid Willemse te Schagen had eenige weken geleden bedankt als Vanmorgen was het immers reeds een uur en gister een half uur?" „Dat, is zoo. En moet ik nog steeds afzgdig blijven?" „Morgen nog wel, mevrouw. En dan zal ik u overmorgen, laten roepen." „Wij zullen dat dan zoo afspreken", meende mijnheer Van Meersma. „Ik zal voor een pension gaan zorgen. Waar dacht u het beste, dokter?" „Op de Veluwe, mijnheer Van Meersma. Maar gaat u er persoonlijk heen. Het komt aan op een zeer rustige omgeving, het liefst daar, waar geen andere pen siongasten zijn. Bespreek u minstens maar voor twee maanden. Ik wil u wel eerlijk bekennen, dat rnijn collega en ik het geval als hopeloos hebben beschouwd. Maar nu hebben wij weer moed gekregen. Laat ons allen ons best doen." „liet zal aan ons niet mankeeren, dok ter." Aan den avond van dienzelfden dag kwam. Annie weer tot bewustzijn, lan ger dan een uur. Het kostte de ver pleegster, die des nachts door een ander werd vervangen, moeite, haar te kalmoe- ren, toen zij al maar haar moeder wilde spreken. Eindelijk, met de belofte, dat het den volgenden dag zou zijn, kon de patiënte tevreden worden gesteld. We zijn op dit oogenblik nog riet zóó ver, dat de bij de verkiezingen ge bruikelijke witte das te voorschijn wordt gehaald, maar 't begint er toch al op te lijken. De heer Van Rappard, een dor liberale Ridders heeft, naar de „Tidsche Crt." meldt, ter verdediging van de liberalen aangevoerd,dat ze toch zoo dicht bij de Chr. Historischen staan. De Chr. Historischen, die van .Ie Over heid verlangen, dat zij de Chr. beginse len in wetgeving en bestuur zal voor staan en eerbiedigen en die Nederland wenschen bestuurd te zien al3 een Chris- telijken Staat in Protestantschen zin, en de liberalen, die er prat op gaan, dat zg godsdienst en politiek gescheiden willen honden en voor wie de menschelijke rede het beslissende woord spreekt. Scherp maar raak merkt de Krabbelaar in „Het Volk" bij dit bericht op: „Voor den Israëlietischen Kerkeraad te Amsterdam, die een zijner sieraden ziet prijken bovenaan de liberale lijst der hoofdstad, mag dit een zedelijk succes heeten van den eersten rang!" OPMERKER. zoodanig en in zijn plaats was door het centraal stembureau de heer Laakman benoemd verklaard, die zou worden toege laten. De heer Willemse had echter kort voor de raadsvergadering zijn ontslag in getrokken, waardoor de raad zich ge- ruimen tijd moest bezighouden met de vraag, of de heer Willemse nog als raads lid kon worden beschouwd. Met 6 tegen. '5 stemmen bepaalde de raad, dat, daar de heer Laakman nog m'et was toegelar ten, de heer Willemse het recht, had zijn ontslagaanvrage in te trekken, zoo- dat deze als zoodanig bleef gehandhaafd. Mr L. N. Roodenburg. f Op 62-jarigen leeftijd is te 's-Graven- hage overleden ,mr L. N. Roodenburg, oud-lid van de Tweede Kamer en pua- lid van den Haagschen gemeenteraad. In de Tweede 'Kamer heeft de over ledene als vrijzinnig-democraat zitting ge had van 1913 tot 1918 voor het toen malige kiesdistrict Beverwijk en van den gemeenteraad is hij lid geweest van Juli 1915 tot 1919. DE BRUSSELSCHE FALSIFICATIE. De heer D. G. van Beuningen schrijft aan de N. R. Ct. Door afwezigheid las ik eerst heden de (mededeelingen van dr P. H. Ritter in uw Zondagochtendblad. Deze bevatten ettelijke onjuistheden, maar het lust mjj niet tegen den zich draai enden en kronkelenden schrijver te blijven wenden sinds mg1 meer en meer duidelgfc wordt met wien ik in den per soon van dr Ritter te maken heb. Evenwel dit moet mgi nog van het hart: Dr R. heeft gemeend zgn mg ge geven eerewoord te mogen verbreken om dat „de regeering, mijn principaal, hem daarvan zou hebben ontslagen" en ter- wjjl hjj een zin uit een door mg aan hem gericht schrgven aanhaalt, citeert hg (met Voorbedachten rade?) niet hetgeen ik daaraan liet voorafgaan n.m.l.: „Van uw mg gegeven eerewoord kan alleen ik u "ontslaan; niemand anders kan dat, ook niet- de Nederl. regeering, al zou deze nóg zoo zeer mgn principaal zgn". Maar nooit heb ik mg beschouwd of voorgedaan als „agent" van de regeering; ik heb nooit anders gehandeld dan als gewoon goedmeenend burger. Hiermede valt 's heeren R.'s poging om de regeering aan te vallen aJs hg tracht in elkaar, en daarmede de perfide voorstel ling alsof de regeering eenige bemoeiing zou hebben gehad met het onderhoud van 15 Februari of daarvoor ook maar eenigszins de verantwoordelijkheid zou dragen. Het onderhoud, nota bene, waarin ik den heer R. juist trachtte te overtuigen toch vooral niet zonder voorkennis van de regeering tot eenige publicatie over te gaan! De regeering is van dit onder houd, zooals de heer R. zeer goed weet, geheel onkundig gebleven en heeft er eerst van gehoord door den brief van 11 De dokter, des avonds nog geraad pleegd, gaf daarvoor toestemming, zoo dat mevrouw Van Meersma zich den volgenden morgen in het ziekenvertrek bevond, toen Annie, al heel vroeg, uit haar bewustelooze houding ontwaakte en belangstelling in haar omgeving toonde. Op de strenge orders van den medicus bracht mevrouw Van Meersma het ge sprek onmiddellijk op iets anders, als Annie over het gebeurde wilde beginnen, wat herhaaldelijk het geval was. Gemakkelijk viel het haar niet, te meer, omdat zij zelf nauw bij het huwelijk was betrokken geweest. Maar dra verander de dat, toen zg sprak over de pension plannen waarvoor Annie groote interesse toonde. De plannon vielen bij haar in zeer goede aarde. Toen de dokter dan ook vernam, wreef hg zich de handen en zeide: „Dat gaat goed mevrouw. De loop der zaken yerbaast mg zeer." Het ging inderdaad boven verwachting. De volgende degen zat de patiënte, in haar uren. van volle bewustzijn, steeds langer op, zoodat jrij lichamelgk geheel op krachten kwam, al werd dan. ook uitgemaakt, dat de geheele reis naar hot pension, dat mijnheer Van Meersma in d.« buurt van Heordo gevonden had, por auto zou worden, gemaakt. t

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 3