DE ZEEUW TWEEDE BLAD Uit de Pers. Staten-Generaal. t FEUILLETON Het huisje aan den zeedijk Uit de Provincie. VAN DONDERDAG 11 APRIL 1929. No. 161 Voorzorgsmaatregeleiii Over dit onderwerp schreef „De Rot terdammer": De H. Schrift vermaant ons wel on niet onder te gaan in bezorgdheid voo ons aardsche lot en leven en het vertrou wen op onzen Vader in de hemelen t verliezen dat ware zondig maar z leert ons tevens, dat het niet alleen ge past, maar zelfs geboden is, om in den weg der middelen ons te weer te stelle; tegen de gevolgen der zonde in de we reld, tegen ramp en ongeval. Het nemen van voorzorgsmaatregele; is niet iets, dat als het bijzondere wer der onvromen moet worden beschouwd maar ligt geheel en al in de lijn van het geen God ons in Zijn Woord leert er openbaart. Mits wij het maar zien er recht versta,an willen, en niet willekeur! handelen. Want dit laatste gebeurt ook. Tegen ziekte zal men zich nog we willen verdedigen maar aan een bliksem afleider op kerk of boerderij vreest me nigeen zich te bezondigen. Waarom? Is er in dezen zooveel verschil? Waarom de eene voorzorgsmaatregel wèl en de andere niet? Beide gelden toer tot bescherming tegen machten buiten on die als ze over ons komen met ons g loof als zoodanig niet te maken hebben Zij treffen der menschheid in het alge meen. Het zijn vormen van algemeen- rampspoeden. Zeker. Maatregelen tegen allerlei be smetting te nemen vinden we reeds voor geschreven in Mozes' wetgeving. Lee maar eens hoe minutieus in Leviticu 13 en 14 aangegeven i3, hoe met melaat schen was te handelen. Niet alleen om besmetting, maar ooi. om verontreiniging te voorkomen. Go»! zelf bestreed door menschón Hij on derwees hen de melaatschheid. Het kwaad zond Hij zelf, maar teven gaf Hij de bestrijdingsmiddelen aan doo afzondering, ontsmetting en medisch on derzoek. Zoo doen we het nog. Natuurlijk ware elke gedachte alsof wt God door deze middelen zouden kurmei beperken, te veroordeelen. Toch zijn d» maatregelen en middelen als zoodanip het heilig voorbeeld zegt het ons vlodkomen in Gods weg en van Hen gewild. In het algemeen worden deze gedachten nog wel aanvaard. Maar er is nog we eens een enkele, die, zoo nootlig nie» verzuimen zal voor zijn eigen gezin o.t voor zijn vee deskundige hulp in te roe pen, doch het in een Overheid maa; nauwelijks dragen kan, dat zij alles doe! om de Volksgezondheid te beveiligen ei. te verbeteren. Willekeur of niet? Diezelfde man zal er niet aan denker om zonder reddingboot ter zee te varen Hij acht een dijk als voorzorgsmaatregel tegen overstrooming alleszins rationeel en zal zich kleeden naar gelang de tem peratuur vereiscM. Het voorschrift van Deut 228 (gijl zult op uw dab een leuning maken) zal hij ook op zijn duimpje ken nen. Maar toch verzuimt hij uit dat al les de leering te trekken, ook voor dezei tijd, waarvan Schrift en natuur beider getuigen. Eigenlijk wist men met een dergelijke inconsequentie nooit goed raad. Om er dan toch mee uit te kunnen, naar ge meend werd, werd „uitgevonden" dat er bestaan .gewone ongelukken, waartegen wel iets mag worden gedaan, maar dat er ook buitengewone rampen zijn, die zoo rechtstreeks van God komen, dal we er ons niet tegen te weer mogen stellen. Natuurlijk is deze onderscheiding zuiver menschelijke willekeur. Zij brengt eer scheiding in Gods doen en majesteit waartoe geen erikel mensch gerechtigd is Men wil Gods daden gaan rubriceeren, al het ware naar zuiver menschelijk gedacfc ten maatstaf. Een dikke jas tegen de koude, wa dan goed, maar het inslaan van den blil sem b.v. was iets, waartegen men zij: huis niet beschermen mocht. Alsof d bliksem alleen maar van God was niet de aan de menschheid door dier zelfden God getoonde eigenschap, dat ee bepaalde metaal den bliksem afvoert na; de aardel Een dijk zou mogen, maar een blil semafleider, werd tot verboden axtike geproclameerd Gods water door Gods wind bewoge' mogen we binnen zijn bedding trachtec te houden, maar de electrische vonk, dit ons en anderen met brand bedreigt, zou niet langs het geleidende metaal moger worden onschadelijk gemaakt? Is een dergelijk bedillen en beoordec len van Gods doen, dat altijd majestei en vrijmacht is, nu bijzonder vroom t< noemen? De Schrift biedt er geen schijn va: eenig bewijs voor. Wie prijs stelt op den eerenaam ge reformeerd, mag zich tot zulk een doo persche levensdeeling niet laten verlok ken. God en Zijn wereld, God en de wetenschap zijn geen tegenstellingen, noc". vijandige machten. Dat ware een heidensche voorstelling Als we zeggen: alle rampen zijn var God, dan past daaraan onmiddellijk o; grond van Gods Woord te worden toe gevoegd: ook alle ons geopenbaarde mid delen .ter bestrijding zijn van God. Zo eischt het de eere van den Almachtige! Schepper des Hemels en der aarde. Als Calvrjn bij een pestepidemie te Ge nève troostend rondgaat, bestrijdt hij te yens dit „extra-ordinaire" kwaad door in grijpende hygiënische maatregelen. E: „onze vaderen" waren, van kras ingri pen in het maatschappelijk leven nimme afkeerig I Als 't moest, gingen zij zoo ver, da wij misschien heden ten dage bedenkelij onze bedachtzame hoofden zouden schud den. EERSTE KAMER. De Waterstaatsbegrooting. Bij de gisteren voortgezette behandeling van de Waterstaatsbegrooting, vervolgd' de heer Moltmaker zijn rede. Hi. steunde de motie-De Muralt inzake de on bewaakte overwegen. De heer L i n d e y e r, S. D., sloot ziel aan bij de opmerking van den heer Di Muralt inzake het tramwegemplacement te Breskens en het afbrokkelen der dui nen aldaar. Spr. drong aan op toestem ming voor de Zeeuwsche xnosselvisscher: om zaad te mogen halen aan de paalhoof den van het Rijk en op doorgraving var- het 'kanaal Axel sche Sassi-n-g— Hulst. Ook een kanaal B r e s k e n s— Sluis is gewenscht, in aansluiting aar het kanaal naar Brugge. Spr. klaagde ver der over de zeer hooge electriciteitstarie- ven in Zeeuwsch-Vlaanderen. Spreker kwam vervolgens op de toe standen in den mijnbouw. Hij drong aan op wettelijke regeling van de contactcommissie en spoedige herzie ning van het Mijnreglement. De heer Gelderman, lib., achtte het bedrag op de begrooting van 1 millioen gulden voor aanleg van het kanaal Twente iRijn te gering. Voorts drong hij aan op spoed bij de indiening van de onteige- ningsvoorstellen, speciaal voor het ge deelte van de Geldersche grens naar En schede. Met de benoodigde onteigeningen moet eenige spoed gemaakt worden. De heer Van -der Laan, R.-K., be sprak de rede van den heer Seghers in den Belgischen Senaat over den vaarweg Weme-ldingeHans weert. Spr. meent, dat deze vaarweg, door Nederland aangelegd, veel beter is dan de oude vaar weg door het Kreekrak en de Eendracht De vaarweg van Antwerpen naar Dor drecht werd door den aanleg van dit ka- door HUGO KINGMANS. 96) o Wat de verpleegster niet kon bevroe den, wisten de architect en Lia maai al te wel; het klagende, pijnigende zelf verwijt sprak hier een beteekenisvol woord mee. „Het is alles mijn schuld," herhaalde Mevrouw Van Meersma tot drie-, vier maal toe. „Ik had dit huwelijk niet moer ten bewesrken." „Kom, kom, Marie," suste de architect, en hij legde liefdevol zijn hand op haar schouder, iets wat Lia nog nooit had ge zien. „Kom, kom, Marie, er is geen aan leiding, om zoo ,je zelf te beschuldigen. Annie heeft het toch ook gewild?" „Omdat ik er zoo op aandrong, Alex. O, praat er niet van. 't Is heel lief van je, maar ik ben de schuld. Te iaat heb ik bemefkt, dat ,er niet de minste toegene genheid was tusschen die twee:." Mijnheer Van Meersma werd inwendig toch nijdig, ondanks de droeve situatie: zijn vrouw had het kunnen weten, wat I Zij wist het; hij had het haar meer malen gezegd. Evenwel zweeg hij nu maar, omdat hij oprecht met haar te doen had, nu dit lijden over haar gekomen Wiais. Te meer,- omdat hij nog niet alles gezegd had: de huisarts had het hoofd geschud en, op zijn verzoek, hem onomwonden te kennen gegeven, dat, naar zijn meeninig, hoop op herstel, volledig herstel, vrij wel uitgesloten was, al was hel. gewenscht over eenigen tijd enkele specialiteiten te raadplegen, in ieder.geval een zenuwarts. Neen, de architect vertelde dat maar niet, althans voorloopig verzweeg hij het. Het was vroeg genoeg, als de dokter het zelf vertelde. En dat oogenblik kwam reeds den volgenden morgen, toen hij zijn gewone visite maakte en daarna tegenover Me vrouw van Meersma, de architect was er niet, kwam te zitten, die hem uiteraard alle mogelijke inlichtingen vroeg. De kundige arts was zeer voorzichtig in zijn uitlatingen, maar vleide toch ook niet met een ijdele hoop. „Mijnheer heeft u gister het een en ander verteld? Het is zeer droevig, maar dat eene is wel te overkomen. Het is biet zoo erg, als ik aanvankelijk dacht, al is het meer dan verschrikkelijk, dat uw dochter, althans voorloopig, dragen moet de gevolgen van mijnheer Van. Zeggelens ongebonden levenswijze^ vroeger. U hebt de oud© Mevrouw Van Zeggelen nog niet gesproken?" naai met 40 K.M. bekort. Spr. toonde on derscheidene onjuistheden aan in de rede van den heer Seghers, die weer een duw gaf aan de verhouding tusschen Neder land en België, en protesteert tegen de voorstelling, als zou Nederland met zijn goeden Waterstaat zijn verplichtingen niet zijn nagekomen. Spr. heeft vernomen, dat op klachten van België met betrekking tot het Kreek rak drie mogendheden, betrokken bij het tractaat van 1839, een onderzoek hebben ingesteld. Het resultaat daarvan is ge weest, dat men het kanaal door Zuid-Be veland een verbetering achtte. Gaarne zal hij vernemen, of dit juist is. Spr. dringt verder aan op herstel van de sluis bij Hansweertenop ver hooging van de brug bij Dordrecht. De heer De Gijselaar, G.-H., be sprak de polderaangelegenheden en be pleitte verbetering van den spoorwegover gang te Leiden. De beer Janssen, R.-K., drong aan op spoed bij den aanleg van het kanaal BosscheveldMaastricht en den bouw van bruggen te Maastricht. De heer Koster, lib., waarschuwde te gen de verbinding Amsterdam met den Rijn door de Geldersche Valei, die voor Utrecht nadeelig zou worde®. De heer Smeenge, V.B., hoopte, dat de tollen spoedig alle worden weggeno men. Betreffende de kanaalverbinding AmsterdamRijn gaf spr. uit scheep vaartoogpunt de voorkeur aan een kanaal door de Geldersche Vallei, een onontgon nen gebied, dat door een kanaal ontsloten zal worden. Spr. drong aan op een spoe dige beslissing aangaande de onbewaakte overwegen. De heer Fransen, R.-K., klaagde over het passeeren van laagste inschrij vers bij openbare aanbestedingen. Onlangs is dit weer geschied bij een werk van f 750.000 aar» de Friesche kust, op grond dat de werkwijze van een anderen in schrijver een spoedige oplevering beter zou waarborgen. Spr. bepleitte vervolgens arbitrage voor aannemers van openbare werken bij rnee- ningsverschil. Spr. steunde de motie-de Muralt inzake de onbewaakte overwegen. De beer R e y m e r, R. K., bepleitte de urgentie van den aanleg van een kanaal KortenhoefHilversum voor schepen van 300 a 400 ton en een verbetering van de Naardertrekvaart, zoodat deze geschikt wordt voor schepen van 150 a 200 ton. De Minister van Waterstaat, de heer v. d. Vegte, betoogde, dat de grond in Breskens destijds is bestemd voor bet emplacement. Spr. zal echter nagaan of aan de wenschen dienaangaande tege moet kan worden gekomen. Inzake de duinon van Breskens zal spr. de zakelijke opmerkingen van don heer de Muralt indachtig zijn. Spr. heeft advies van Ged. Staten ingewonnen. Wat de reorganisatie van den water staat betreft, zal spr. het advies van den heer de Muralt om de zaak nu maar te laten rusten, niet opvolgen en trachten in den korten of langen tijd, dien hij hier nog staat, aan de zaak een begin van uitvoe ring te geven. De motie-de Muralt besprekende merkte spr. op, dat we voor een wettelijke rege ling staan, die het onbewaakt laten toe laat. De wet wordt met groote nauwkeu righeid en zachtzinnigheid uitgevoerd. Het rapport der commissie is reeds ter perse en de laatste revisie is wellicht reeds ge schied. Spr. zou dan ook willen vragen welke positie deze hooge vergadering zal innemen als zij een motie aanneemt zon der het rapport te hebben gelezen. De on bewaakte overweg werxt opvoedend, hij dwingt den weggebruiker tot voorzichtig heid en die is noodig, niet alleen bij de overwegen. De heer Moltmaker heeft een uitstalling gegeven van alle wenschen, die hij in drie jaren heeft geuit en die niet vervuld zijn. Maar waartoe diende dat, dear de heer Moltmaker toch zoozeer hoopt, dat spr. niet terugkeert in het volgende kabinet De vervulling van de geuite wenschen heeft spr. nimmer beloofd en men heeft dan ook niet het recht daarvan een verwijt te maken. Wat de medezeggenschap betreft wijst spr. op het bestaan van den personeelraad bij de spoorwegen en de contactcommissie bij de mijnen. Laat men die tot ontwikke- „Neen, nog niet," antwoordde Mevrouw Van "Meersma, „eerlijk gezegd had ik- er de kracht en den moed niet toe. Zij: weet vermoedelijk ook niet, dat ik terug ben." „Val haar niet hard," verzocht de dok ter. „Zij heeft als een radelooze in mijn spreekkamer gezeten, eergister. DAt had zij nooit van haar zoon kunnen denken. En ontzettend was haar angst. Maar groot haar medelijden met uw dochter, die door haar zoon bedrogen, is." „Ik kan het mij indenken, omdat ik haar ,al jaren ken. Ik denk er dan ook niet aan haar hard te vallen." „Dat doet mij groot genoegen. Vrij ze ker belt zij mij vanmiddag op. Kan ik zeg gen dat u terug is? Of „Ik zal haar straks zelf bellen en vral- gen, of zij vanmiddag hierheen komt. Maar laa.t ons nu verder over Annie spre ken. Ik sta 'doodsangsten uit, sinds ik dat kind zóó terugvind. En dat in enkele weken tijds." „Het is inderdaad verbazend snel ge- gaan," bevestigde de arts, „althans de laatste dagen. Uit uitlatingen van uw man heb ik wel begrepen, dat gij allen eenige weken geleden ongerust waart. Wanneer ik toen was geraadpleegd „Zij wilde geen dokter. Lia heeft twee dagen vóór ons vertrek nog met haar ©r over gesproken. Maar zij zeide; ©en dokter kan mg toch niet balpen." ling brengen. Inzake de dienst- en rust tijden is een paritaire commissie ingesteld, wier rapport spr. afwacht. Pogingen tot fusie van tramwegen zijn op moeilijkheden gestuit, waaruit spr. geen uitweg wist. Er wordt intusschen aan de fusie gewerkt. Het kanaal Axe 1H u 1 s t is wel begonnen in 1827, maar het eerste verzoek om het af te maken dateert pas van 1926 Omtrent het kanaal Bresk en sS luis kan spr. geen enkele toezegging doen. Inzake de electriciteitstarie- ven in Z e e 1 and zal spr. overleg ple gen. Aan het Twenthe-Rijnkanaal zal met spoed worden gewerkt. Gebrek aan geld zal de voorbereiding niet behoeven te ver tragen. Verbetering van de siuis te H a n s w e e r t is in voorbereiding. De brug te Dordrecht zal binnen zeer korten tijd in aanbesteding en uitvoering kunnen komen. Spr. brak op verzoek van den voorzitter zijn rede af. De vergadering werd te 5 uur verdaagd tot Donderdag 11 uur. Dinsdag zijn afgekondigd de Staats bladen Nr. 101. Wet van den 20?ten Maart 1929. houdende goedkeuring van den on- dea'handschen verkoop aan de gemeente Neuzen van de voormalige Affuitloods c.a. staande aan de Burgemeester Geill- straat te Neuzen. Nr. 114. Wet van den 20sten Maart 1929, tot verklaring van het algemeen nut der onteigening van perceelen, erf dienstbaarheden en andere zakelijke rech ten, noodig voor aanleg van het gedeelte SchorebrugKrabbendijike, van den weg KapelloNoord-Brabantsche grens in de gemeenten Schore, Kruiningen en Krab- bendijke. Middelburg. Do A. N. W. B. en de K. N. A. C. hebbeu tot den Minister van Water staat een adres gericht met verzoek me) het oog op de verkeersbelangen zooveel mogelijk te bespoedigen het maken van een nieuwe brug over het kanaal door Walcheren te Middelburg. De Chr. Gemengde Zangvereeniging „Soli Deo Gloria" gaf gisterenavond voor een goed bezette zaal haar jaarlijksche uitvoering onder leiding van haar nieu wen directeur den heer I. van Noppen. Ds Scheele opende en sloot met ge bed en dankzegging. Namens het koor werd door den voorzitter den directeur een dirigeerstok aangeboden. Naar wij vernemen hebben zich reeds geheel vrijwillig enkele vexeenigin- gen aangemeld voor deelname aan den a.vcndoptoeht, die Uit het VolkVoor het Volk organiseert als een der onderdeelen van de feestviering ter eere van den 20sten verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana op Dinsdag 30 April a.s. Gisterenavond is in de stampvolle groote zaal van het Schuttershof het 10- jarig bestaan van de Vereeniging tot Ex ploitatie van Volkstuinen voor land- en tuinbouw „Kweeklust" alhier feestelijk herdacht. Nadat de Mondharmonica-vereeniging „Crescendo" zich had doen hooren (die dit ook verder op den avond nog enkele malen deed, zulks geheel belangeloos), nam het bestuur met den oprichter en oud-voorzitter, den heer Ir D. Bloemsma, uit Apeldoorn, op het tooneel plaats, en nam de voorzitter de heer J. F. Vermeu len, het woord. Spr. riep allen een hartelijk welkom toe en in het bijzonder den vertegen woordiger van B. en W., den heer J. Orn- derdijk, de hoop uitsprekend, dat ook in het vervolg het' gemeentebestuur de ver eeniging welwillend gezind zal blijven. Verder tot de commissie van toezicht, het eerelid, den heer Ir D. Bloemsma, tot het bestuur der vereeniging „Uit het Volk Voor het» Volk" en dat der vereeniging „School- en Werktuinen" en ten slotte tot alle verdere genoodigden. De heer Onderdijk zeide, dat B. en W met veel genoegen zich Jiier doen ver tegenwoordigen, omdat het een degelijke vereeniging betreft. Ze mag er zijn en ook de tuintjes niet alleen met groenten, doch ook met bloemen. „Zeker, mevrouw, ik weet dat wel en verwijt dan ook niets. Ik constateer al leen maar, dat deze .catastrophe vermoe delijk niet zou gekomen pijn, wanneer uw dochter, mevrouw 'Van Zeggelen, mij tijdig had geraadpleegd. Overigens baat napleiten niet. Wij staan nu voor het ge val. Zooals ik opmerkte: met het ééne komt het wel in orde; daarop kunt gij gerust zijn. Erger is het gesteld met het zenuwgestel van uw dochter, 'k Heb er reeds met uw man over gesproken, dat dezer dagen een zenuwarts moet worden geraadpleegd. Ik zou er, indien u dat goed vindt, gaarne zélf bij zijn Mevrouw Van Meersma knikte. „Juist. En dan moet den specialiteit alles, voorzoover u dat maar ©enigszins mogelijk is, worden verteld. Niet de min ste kleinigheid, hoe schijnbaar gering ook, mag worden verzuimd. Het is mogelijk, dat deze specialiteit een andere diagnose stelt dan ik „Wij stellen anders, dat weet u, zeer veel vertrouwen in u", merkte Mevrouw Van Meersma op. „Zeker, zeker", haastte zich de ander te zeggen, „ik ben daarvoor ook erkente lijk. Maar twee weten méér dan één. Mo gelijk ben ik te pessimistisch." Vol schrik zag Mevrouw Van Meersma den man aan, die tegenover haar zat. „U meent toch nietvroeg zij met angst in haar steun. De heer W. de Graaf zeide, dat het bestuur van Uit het Volk Voor het Volk ook zeer gaarne aanwezig is, o.a- omdat het doel van deze vereeniging ook van de oprichting af o.m. war, be vordering van de kweeklust bij de Mid delburgers. Toen door den oorlog da afdeèling Floralia invalide werd, is het de jonge vereen. „Kweeklust" geweest, die haar weer op de been hielp. Spr. wensCht de vereeniging van harte geluk, onder aan bieding van een fraaie mand bloemen met linten in de Middelbirrgsahe kleuren. De heer C. van der Weel sprak namens school- en werktuinen en wees er oj>, dat beide vereenigingen eigenlijk hetzelfde doel beoogen. Spr. hoopt, dat de volks tuinen steeds meer ook bloemen zullen hebben. Hulde brengt spr. dö iubilaresse, Ook een fraaie bloemenmand aanbie dende. De heer Vermeulen dankte voor al deze gelukwenschen en richtte zich nog maals tot de heeren Ir Bloemsma, On derdijk, van Gelderen en den schrijver van dit verslag en bood namens de ver eeniging als blijk van erkentelijkheid en herinnering ieder 'n „Ever sharp" aan. Daarop richtte spr. zich tot de eclit- genoote van den penningmeester, den heer De Bree, en wees er op, hoe in hun gastvrije woning steeds de bestuursver- gaderingen zijn gehouden, tot 122 maal toe. Spr. brengt daarvoor dank en'biedt een pendule aan. De Feestrede werd uitgesproken, door den heer fr Bloemsma, die er aan herin nerde, hoe op 10 Maart 1919 een 60-tal personen bijeen kwamen in .den Melk- salon om te luisteren naar de uiteen zetting van spreker over het nut van volkstuinen. Óp 14 April volgde de defi nitieve oprichting. Gebleken is, dat 'de vereeniging stabiel is. De oppervlakte klom vani 5 tot 7 HA. Het goed slagen der vereeniging is fcj danken aan het narde werken der be stuursleden. Aanvankelijk stonden. B. en W. vrij sceptisch tegenover devereeui- ging. Spr. meent, dat er op de tuintjes nog veel meer gelegenheid moet komen voor een gezellig zitje. Behalve Kweek lust en school- en werktuinen richtte spr. op de vereeniging voor het verkrij gen var» grónd door landarbeiders. Spr. meent, dat al deze vereenigingen kunnen medehulpen aan een goede stem ming der leden. De heer Vermeulen dankte voor deze keurige feestrede. Voor de pauze kwam ook de. Commis sie uit de leden, die eigenlijk den feest avond heeft voorbereid, haar gelukwen schen aanbieden en dit bij monde van den heer L. J. Basting, die zich ook het eerst richtte tot den heer Bloemsma- Vender tot den heer Vermeulen, tot de heeren-de Bree, penningmeester; den heer Wigard, secretaris, de beide leden der commissie van toezicht, de heeren van Geideren en Onderdijk. tot den lieer Step, die de vrouwen der leden als bode zoo gaarne zien komen om dan mede te deelen, dat van de 76 oprichters er nu nog 47 lid zijn. Ook de heeren Boone, Torbijn en Klerk brengt spr. hulde voor wat zij voor de vereeniging zijn. Na deze woorden ging het scherm op, en stond op het tooneel een schitterende apotheose. De Commissie met een aantal jonge dames in het wit, allen met een mand fraaie bloemen in de handen en hulde "brengende aan de tienjarige. Twee der jonge dames, voorstellende resp. de godin Flora en 'den god Pomona, brachten hierna in dichtmaat hulde aan de verschillende vooraanstaande perso nen uit de vereeniging en ook aan deze en de leden zelf. Wij kunnen begrijpen, dat de voor zitter uit den grond van zijn hart sprak toen hij voor deze pakkende en groot- sch© hulde dank bracht. Aan de leden der commissie van toezicht en van het bestuur werd ieder een der fraaie man den aangeboden. Nog voor de pauze inging bood de voorzitter namens de feestcommissie en de leden een groote verguld zilveren me daille aan Crescendo aan als welver diende hulde voor hetgeen deze vereeni ging presteerde en zulks als eerste eere- teeken aan baar vlag. Na de pauze werden, toegelicht door „Ik kan het nog niet zeggen, mevrouw. Wat ik meen, is alleen maa.r een ver moeden." „Kunt u.mij dat niet meedeelen?" „Liever doe ik dat niet, omdat, zooals ik reeds opmerkte, ik mij vergissen kan en u dan noodeloos ongerust zou hebben gemaakt. Laat mij mijn meening nog voor mij houden, in ieder geval tot ik con sult heb gehad met een collega. Het is een zeer wonderlijk geval, dat, moet ik eerlijk bekennen, ik in mijn veëljarige practijlc nog niet heb meegemaakt, al thans niet zóó. Dat doet mij te meer voorzichtig zijn, om een min of meer positieve meening uit te spreken." „Ik kan uw opvatting billijken, dokter, al valt het mij zwaar, om te blijven wachten. Wanneer dacht u, dat het con sult kon plaats vinden?" „Het kan eiken dag, mevrouw. Het kan vandaag nog. Maar mijn confrater zal stellig zeggen: waarom hebt gij mij nu geroepen? Ik wilde nog enkele dagen wachten, om het eerste verloop eens aan te zien. Maar als u anders wilt, het is mij best." „Volstrekt niet. Wrj laten het aan u over." „Juist. Laat mij het dan nog enkele dagen aanzien." (Wordt vervolgd.) i

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5