DE ZEEUW
TWEEDE BLAD
Uit de Pers.
Staten-Generaal. t
FEUILLETON
Het huisje aan den zeedijk
Uit de Provincie.
VAN
DONDERDAG 11 APRIL 1929. No. 161
Voorzorgsmaatregeleiii
Over dit onderwerp schreef „De Rot
terdammer":
De H. Schrift vermaant ons wel on
niet onder te gaan in bezorgdheid voo
ons aardsche lot en leven en het vertrou
wen op onzen Vader in de hemelen t
verliezen dat ware zondig maar z
leert ons tevens, dat het niet alleen ge
past, maar zelfs geboden is, om in den
weg der middelen ons te weer te stelle;
tegen de gevolgen der zonde in de we
reld, tegen ramp en ongeval.
Het nemen van voorzorgsmaatregele;
is niet iets, dat als het bijzondere wer
der onvromen moet worden beschouwd
maar ligt geheel en al in de lijn van het
geen God ons in Zijn Woord leert er
openbaart. Mits wij het maar zien er
recht versta,an willen, en niet willekeur!
handelen.
Want dit laatste gebeurt ook.
Tegen ziekte zal men zich nog we
willen verdedigen maar aan een bliksem
afleider op kerk of boerderij vreest me
nigeen zich te bezondigen.
Waarom?
Is er in dezen zooveel verschil?
Waarom de eene voorzorgsmaatregel
wèl en de andere niet? Beide gelden toer
tot bescherming tegen machten buiten on
die als ze over ons komen met ons g
loof als zoodanig niet te maken hebben
Zij treffen der menschheid in het alge
meen. Het zijn vormen van algemeen-
rampspoeden.
Zeker. Maatregelen tegen allerlei be
smetting te nemen vinden we reeds voor
geschreven in Mozes' wetgeving. Lee
maar eens hoe minutieus in Leviticu
13 en 14 aangegeven i3, hoe met melaat
schen was te handelen.
Niet alleen om besmetting, maar ooi.
om verontreiniging te voorkomen. Go»!
zelf bestreed door menschón Hij on
derwees hen de melaatschheid.
Het kwaad zond Hij zelf, maar teven
gaf Hij de bestrijdingsmiddelen aan doo
afzondering, ontsmetting en medisch on
derzoek.
Zoo doen we het nog.
Natuurlijk ware elke gedachte alsof wt
God door deze middelen zouden kurmei
beperken, te veroordeelen. Toch zijn d»
maatregelen en middelen als zoodanip
het heilig voorbeeld zegt het ons
vlodkomen in Gods weg en van Hen
gewild.
In het algemeen worden deze gedachten
nog wel aanvaard. Maar er is nog we
eens een enkele, die, zoo nootlig nie»
verzuimen zal voor zijn eigen gezin o.t
voor zijn vee deskundige hulp in te roe
pen, doch het in een Overheid maa;
nauwelijks dragen kan, dat zij alles doe!
om de Volksgezondheid te beveiligen ei.
te verbeteren.
Willekeur of niet?
Diezelfde man zal er niet aan denker
om zonder reddingboot ter zee te varen
Hij acht een dijk als voorzorgsmaatregel
tegen overstrooming alleszins rationeel
en zal zich kleeden naar gelang de tem
peratuur vereiscM. Het voorschrift van
Deut 228 (gijl zult op uw dab een leuning
maken) zal hij ook op zijn duimpje ken
nen. Maar toch verzuimt hij uit dat al
les de leering te trekken, ook voor dezei
tijd, waarvan Schrift en natuur beider
getuigen.
Eigenlijk wist men met een dergelijke
inconsequentie nooit goed raad. Om er
dan toch mee uit te kunnen, naar ge
meend werd, werd „uitgevonden" dat er
bestaan .gewone ongelukken, waartegen
wel iets mag worden gedaan, maar dat
er ook buitengewone rampen zijn, die
zoo rechtstreeks van God komen, dal
we er ons niet tegen te weer mogen
stellen.
Natuurlijk is deze onderscheiding zuiver
menschelijke willekeur. Zij brengt eer
scheiding in Gods doen en majesteit
waartoe geen erikel mensch gerechtigd is
Men wil Gods daden gaan rubriceeren, al
het ware naar zuiver menschelijk gedacfc
ten maatstaf.
Een dikke jas tegen de koude, wa
dan goed, maar het inslaan van den blil
sem b.v. was iets, waartegen men zij:
huis niet beschermen mocht. Alsof d
bliksem alleen maar van God was
niet de aan de menschheid door dier
zelfden God getoonde eigenschap, dat ee
bepaalde metaal den bliksem afvoert na;
de aardel
Een dijk zou mogen, maar een blil
semafleider, werd tot verboden axtike
geproclameerd
Gods water door Gods wind bewoge'
mogen we binnen zijn bedding trachtec
te houden, maar de electrische vonk, dit
ons en anderen met brand bedreigt, zou
niet langs het geleidende metaal moger
worden onschadelijk gemaakt?
Is een dergelijk bedillen en beoordec
len van Gods doen, dat altijd majestei
en vrijmacht is, nu bijzonder vroom t<
noemen?
De Schrift biedt er geen schijn va:
eenig bewijs voor.
Wie prijs stelt op den eerenaam ge
reformeerd, mag zich tot zulk een doo
persche levensdeeling niet laten verlok
ken. God en Zijn wereld, God en de
wetenschap zijn geen tegenstellingen, noc".
vijandige machten.
Dat ware een heidensche voorstelling
Als we zeggen: alle rampen zijn var
God, dan past daaraan onmiddellijk o;
grond van Gods Woord te worden toe
gevoegd: ook alle ons geopenbaarde mid
delen .ter bestrijding zijn van God. Zo
eischt het de eere van den Almachtige!
Schepper des Hemels en der aarde.
Als Calvrjn bij een pestepidemie te Ge
nève troostend rondgaat, bestrijdt hij te
yens dit „extra-ordinaire" kwaad door in
grijpende hygiënische maatregelen. E:
„onze vaderen" waren, van kras ingri
pen in het maatschappelijk leven nimme
afkeerig I
Als 't moest, gingen zij zoo ver, da
wij misschien heden ten dage bedenkelij
onze bedachtzame hoofden zouden schud
den.
EERSTE KAMER.
De Waterstaatsbegrooting.
Bij de gisteren voortgezette behandeling
van de Waterstaatsbegrooting, vervolgd'
de heer Moltmaker zijn rede. Hi.
steunde de motie-De Muralt inzake de on
bewaakte overwegen.
De heer L i n d e y e r, S. D., sloot ziel
aan bij de opmerking van den heer Di
Muralt inzake het tramwegemplacement te
Breskens en het afbrokkelen der dui
nen aldaar. Spr. drong aan op toestem
ming voor de Zeeuwsche xnosselvisscher:
om zaad te mogen halen aan de paalhoof
den van het Rijk en op doorgraving var-
het 'kanaal Axel sche Sassi-n-g—
Hulst. Ook een kanaal B r e s k e n s—
Sluis is gewenscht, in aansluiting aar
het kanaal naar Brugge. Spr. klaagde ver
der over de zeer hooge electriciteitstarie-
ven in Zeeuwsch-Vlaanderen.
Spreker kwam vervolgens op de toe
standen in den mijnbouw.
Hij drong aan op wettelijke regeling van
de contactcommissie en spoedige herzie
ning van het Mijnreglement.
De heer Gelderman, lib., achtte het
bedrag op de begrooting van 1 millioen
gulden voor aanleg van het kanaal Twente
iRijn te gering. Voorts drong hij aan op
spoed bij de indiening van de onteige-
ningsvoorstellen, speciaal voor het ge
deelte van de Geldersche grens naar En
schede.
Met de benoodigde onteigeningen moet
eenige spoed gemaakt worden.
De heer Van -der Laan, R.-K., be
sprak de rede van den heer Seghers in den
Belgischen Senaat over den vaarweg
Weme-ldingeHans weert. Spr.
meent, dat deze vaarweg, door Nederland
aangelegd, veel beter is dan de oude vaar
weg door het Kreekrak en de Eendracht
De vaarweg van Antwerpen naar Dor
drecht werd door den aanleg van dit ka-
door
HUGO KINGMANS.
96) o
Wat de verpleegster niet kon bevroe
den, wisten de architect en Lia maai
al te wel; het klagende, pijnigende zelf
verwijt sprak hier een beteekenisvol
woord mee.
„Het is alles mijn schuld," herhaalde
Mevrouw Van Meersma tot drie-, vier
maal toe. „Ik had dit huwelijk niet moer
ten bewesrken."
„Kom, kom, Marie," suste de architect,
en hij legde liefdevol zijn hand op haar
schouder, iets wat Lia nog nooit had ge
zien. „Kom, kom, Marie, er is geen aan
leiding, om zoo ,je zelf te beschuldigen.
Annie heeft het toch ook gewild?"
„Omdat ik er zoo op aandrong, Alex.
O, praat er niet van. 't Is heel lief van
je, maar ik ben de schuld. Te iaat heb
ik bemefkt, dat ,er niet de minste toegene
genheid was tusschen die twee:."
Mijnheer Van Meersma werd inwendig
toch nijdig, ondanks de droeve situatie:
zijn vrouw had het kunnen weten, wat I
Zij wist het; hij had het haar meer
malen gezegd.
Evenwel zweeg hij nu maar, omdat
hij oprecht met haar te doen had, nu dit
lijden over haar gekomen Wiais. Te meer,-
omdat hij nog niet alles gezegd had:
de huisarts had het hoofd geschud en,
op zijn verzoek, hem onomwonden te
kennen gegeven, dat, naar zijn meeninig,
hoop op herstel, volledig herstel, vrij
wel uitgesloten was, al was hel. gewenscht
over eenigen tijd enkele specialiteiten te
raadplegen, in ieder.geval een zenuwarts.
Neen, de architect vertelde dat maar
niet, althans voorloopig verzweeg hij het.
Het was vroeg genoeg, als de dokter het
zelf vertelde.
En dat oogenblik kwam reeds den
volgenden morgen, toen hij zijn gewone
visite maakte en daarna tegenover Me
vrouw van Meersma, de architect was
er niet, kwam te zitten, die hem uiteraard
alle mogelijke inlichtingen vroeg.
De kundige arts was zeer voorzichtig
in zijn uitlatingen, maar vleide toch ook
niet met een ijdele hoop.
„Mijnheer heeft u gister het een en
ander verteld? Het is zeer droevig, maar
dat eene is wel te overkomen. Het is
biet zoo erg, als ik aanvankelijk dacht,
al is het meer dan verschrikkelijk, dat uw
dochter, althans voorloopig, dragen moet
de gevolgen van mijnheer Van. Zeggelens
ongebonden levenswijze^ vroeger. U hebt
de oud© Mevrouw Van Zeggelen nog niet
gesproken?"
naai met 40 K.M. bekort. Spr. toonde on
derscheidene onjuistheden aan in de rede
van den heer Seghers, die weer een duw
gaf aan de verhouding tusschen Neder
land en België, en protesteert tegen de
voorstelling, als zou Nederland met zijn
goeden Waterstaat zijn verplichtingen niet
zijn nagekomen.
Spr. heeft vernomen, dat op klachten
van België met betrekking tot het Kreek
rak drie mogendheden, betrokken bij het
tractaat van 1839, een onderzoek hebben
ingesteld. Het resultaat daarvan is ge
weest, dat men het kanaal door Zuid-Be
veland een verbetering achtte. Gaarne zal
hij vernemen, of dit juist is.
Spr. dringt verder aan op herstel van
de sluis bij Hansweertenop ver
hooging van de brug bij Dordrecht.
De heer De Gijselaar, G.-H., be
sprak de polderaangelegenheden en be
pleitte verbetering van den spoorwegover
gang te Leiden.
De beer Janssen, R.-K., drong aan
op spoed bij den aanleg van het kanaal
BosscheveldMaastricht en den bouw van
bruggen te Maastricht.
De heer Koster, lib., waarschuwde te
gen de verbinding Amsterdam met den
Rijn door de Geldersche Valei, die voor
Utrecht nadeelig zou worde®.
De heer Smeenge, V.B., hoopte, dat
de tollen spoedig alle worden weggeno
men. Betreffende de kanaalverbinding
AmsterdamRijn gaf spr. uit scheep
vaartoogpunt de voorkeur aan een kanaal
door de Geldersche Vallei, een onontgon
nen gebied, dat door een kanaal ontsloten
zal worden. Spr. drong aan op een spoe
dige beslissing aangaande de onbewaakte
overwegen.
De heer Fransen, R.-K., klaagde
over het passeeren van laagste inschrij
vers bij openbare aanbestedingen. Onlangs
is dit weer geschied bij een werk van
f 750.000 aar» de Friesche kust, op grond
dat de werkwijze van een anderen in
schrijver een spoedige oplevering beter
zou waarborgen.
Spr. bepleitte vervolgens arbitrage voor
aannemers van openbare werken bij rnee-
ningsverschil. Spr. steunde de motie-de
Muralt inzake de onbewaakte overwegen.
De beer R e y m e r, R. K., bepleitte de
urgentie van den aanleg van een kanaal
KortenhoefHilversum voor schepen van
300 a 400 ton en een verbetering van de
Naardertrekvaart, zoodat deze geschikt
wordt voor schepen van 150 a 200 ton.
De Minister van Waterstaat,
de heer v. d. Vegte, betoogde, dat de grond
in Breskens destijds is bestemd voor
bet emplacement. Spr. zal echter nagaan
of aan de wenschen dienaangaande tege
moet kan worden gekomen. Inzake de
duinon van Breskens zal spr. de
zakelijke opmerkingen van don heer de
Muralt indachtig zijn. Spr. heeft advies
van Ged. Staten ingewonnen.
Wat de reorganisatie van den water
staat betreft, zal spr. het advies van den
heer de Muralt om de zaak nu maar te
laten rusten, niet opvolgen en trachten in
den korten of langen tijd, dien hij hier nog
staat, aan de zaak een begin van uitvoe
ring te geven.
De motie-de Muralt besprekende merkte
spr. op, dat we voor een wettelijke rege
ling staan, die het onbewaakt laten toe
laat. De wet wordt met groote nauwkeu
righeid en zachtzinnigheid uitgevoerd. Het
rapport der commissie is reeds ter perse
en de laatste revisie is wellicht reeds ge
schied. Spr. zou dan ook willen vragen
welke positie deze hooge vergadering zal
innemen als zij een motie aanneemt zon
der het rapport te hebben gelezen. De on
bewaakte overweg werxt opvoedend, hij
dwingt den weggebruiker tot voorzichtig
heid en die is noodig, niet alleen bij de
overwegen.
De heer Moltmaker heeft een uitstalling
gegeven van alle wenschen, die hij in drie
jaren heeft geuit en die niet vervuld zijn.
Maar waartoe diende dat, dear de heer
Moltmaker toch zoozeer hoopt, dat spr.
niet terugkeert in het volgende kabinet
De vervulling van de geuite wenschen
heeft spr. nimmer beloofd en men heeft
dan ook niet het recht daarvan een verwijt
te maken.
Wat de medezeggenschap betreft wijst
spr. op het bestaan van den personeelraad
bij de spoorwegen en de contactcommissie
bij de mijnen. Laat men die tot ontwikke-
„Neen, nog niet," antwoordde Mevrouw
Van "Meersma, „eerlijk gezegd had ik-
er de kracht en den moed niet toe. Zij:
weet vermoedelijk ook niet, dat ik terug
ben."
„Val haar niet hard," verzocht de dok
ter. „Zij heeft als een radelooze in mijn
spreekkamer gezeten, eergister. DAt had
zij nooit van haar zoon kunnen denken.
En ontzettend was haar angst. Maar groot
haar medelijden met uw dochter, die
door haar zoon bedrogen, is."
„Ik kan het mij indenken, omdat ik
haar ,al jaren ken. Ik denk er dan ook
niet aan haar hard te vallen."
„Dat doet mij groot genoegen. Vrij ze
ker belt zij mij vanmiddag op. Kan ik zeg
gen dat u terug is? Of
„Ik zal haar straks zelf bellen en vral-
gen, of zij vanmiddag hierheen komt.
Maar laa.t ons nu verder over Annie spre
ken. Ik sta 'doodsangsten uit, sinds ik
dat kind zóó terugvind. En dat in enkele
weken tijds."
„Het is inderdaad verbazend snel ge-
gaan," bevestigde de arts, „althans de
laatste dagen. Uit uitlatingen van uw
man heb ik wel begrepen, dat gij allen
eenige weken geleden ongerust waart.
Wanneer ik toen was geraadpleegd
„Zij wilde geen dokter. Lia heeft twee
dagen vóór ons vertrek nog met haar
©r over gesproken. Maar zij zeide; ©en
dokter kan mg toch niet balpen."
ling brengen. Inzake de dienst- en rust
tijden is een paritaire commissie ingesteld,
wier rapport spr. afwacht.
Pogingen tot fusie van tramwegen zijn
op moeilijkheden gestuit, waaruit spr.
geen uitweg wist. Er wordt intusschen aan
de fusie gewerkt.
Het kanaal Axe 1H u 1 s t is wel
begonnen in 1827, maar het eerste verzoek
om het af te maken dateert pas van 1926
Omtrent het kanaal Bresk en sS luis
kan spr. geen enkele toezegging doen.
Inzake de electriciteitstarie-
ven in Z e e 1 and zal spr. overleg ple
gen. Aan het Twenthe-Rijnkanaal zal met
spoed worden gewerkt. Gebrek aan geld
zal de voorbereiding niet behoeven te ver
tragen. Verbetering van de siuis te
H a n s w e e r t is in voorbereiding. De
brug te Dordrecht zal binnen zeer korten
tijd in aanbesteding en uitvoering kunnen
komen.
Spr. brak op verzoek van den voorzitter
zijn rede af.
De vergadering werd te 5 uur verdaagd
tot Donderdag 11 uur.
Dinsdag zijn afgekondigd de Staats
bladen
Nr. 101. Wet van den 20?ten Maart
1929. houdende goedkeuring van den on-
dea'handschen verkoop aan de gemeente
Neuzen van de voormalige Affuitloods
c.a. staande aan de Burgemeester Geill-
straat te Neuzen.
Nr. 114. Wet van den 20sten Maart
1929, tot verklaring van het algemeen
nut der onteigening van perceelen, erf
dienstbaarheden en andere zakelijke rech
ten, noodig voor aanleg van het gedeelte
SchorebrugKrabbendijike, van den weg
KapelloNoord-Brabantsche grens in de
gemeenten Schore, Kruiningen en Krab-
bendijke.
Middelburg. Do A. N. W. B. en de K. N.
A. C. hebbeu tot den Minister van Water
staat een adres gericht met verzoek me)
het oog op de verkeersbelangen zooveel
mogelijk te bespoedigen het maken van
een nieuwe brug over het kanaal door
Walcheren te Middelburg.
De Chr. Gemengde Zangvereeniging
„Soli Deo Gloria" gaf gisterenavond voor
een goed bezette zaal haar jaarlijksche
uitvoering onder leiding van haar nieu
wen directeur den heer I. van Noppen.
Ds Scheele opende en sloot met ge
bed en dankzegging. Namens het koor
werd door den voorzitter den directeur
een dirigeerstok aangeboden.
Naar wij vernemen hebben zich
reeds geheel vrijwillig enkele vexeenigin-
gen aangemeld voor deelname aan den
a.vcndoptoeht, die Uit het VolkVoor het
Volk organiseert als een der onderdeelen
van de feestviering ter eere van den
20sten verjaardag van H. K. H. Prinses
Juliana op Dinsdag 30 April a.s.
Gisterenavond is in de stampvolle
groote zaal van het Schuttershof het 10-
jarig bestaan van de Vereeniging tot Ex
ploitatie van Volkstuinen voor land- en
tuinbouw „Kweeklust" alhier feestelijk
herdacht.
Nadat de Mondharmonica-vereeniging
„Crescendo" zich had doen hooren (die
dit ook verder op den avond nog enkele
malen deed, zulks geheel belangeloos),
nam het bestuur met den oprichter en
oud-voorzitter, den heer Ir D. Bloemsma,
uit Apeldoorn, op het tooneel plaats, en
nam de voorzitter de heer J. F. Vermeu
len, het woord.
Spr. riep allen een hartelijk welkom
toe en in het bijzonder den vertegen
woordiger van B. en W., den heer J. Orn-
derdijk, de hoop uitsprekend, dat ook in
het vervolg het' gemeentebestuur de ver
eeniging welwillend gezind zal blijven.
Verder tot de commissie van toezicht,
het eerelid, den heer Ir D. Bloemsma, tot
het bestuur der vereeniging „Uit het Volk
Voor het» Volk" en dat der vereeniging
„School- en Werktuinen" en ten slotte
tot alle verdere genoodigden.
De heer Onderdijk zeide, dat B. en W
met veel genoegen zich Jiier doen ver
tegenwoordigen, omdat het een degelijke
vereeniging betreft. Ze mag er zijn en
ook de tuintjes niet alleen met groenten,
doch ook met bloemen.
„Zeker, mevrouw, ik weet dat wel en
verwijt dan ook niets. Ik constateer al
leen maar, dat deze .catastrophe vermoe
delijk niet zou gekomen pijn, wanneer
uw dochter, mevrouw 'Van Zeggelen, mij
tijdig had geraadpleegd. Overigens baat
napleiten niet. Wij staan nu voor het ge
val. Zooals ik opmerkte: met het ééne
komt het wel in orde; daarop kunt gij
gerust zijn. Erger is het gesteld met het
zenuwgestel van uw dochter, 'k Heb er
reeds met uw man over gesproken, dat
dezer dagen een zenuwarts moet worden
geraadpleegd. Ik zou er, indien u dat
goed vindt, gaarne zélf bij zijn
Mevrouw Van Meersma knikte.
„Juist. En dan moet den specialiteit
alles, voorzoover u dat maar ©enigszins
mogelijk is, worden verteld. Niet de min
ste kleinigheid, hoe schijnbaar gering ook,
mag worden verzuimd. Het is mogelijk,
dat deze specialiteit een andere diagnose
stelt dan ik
„Wij stellen anders, dat weet u, zeer
veel vertrouwen in u", merkte Mevrouw
Van Meersma op.
„Zeker, zeker", haastte zich de ander
te zeggen, „ik ben daarvoor ook erkente
lijk. Maar twee weten méér dan één. Mo
gelijk ben ik te pessimistisch."
Vol schrik zag Mevrouw Van Meersma
den man aan, die tegenover haar zat.
„U meent toch nietvroeg zij met
angst in haar steun.
De heer W. de Graaf zeide, dat het
bestuur van Uit het Volk Voor het
Volk ook zeer gaarne aanwezig is, o.a-
omdat het doel van deze vereeniging
ook van de oprichting af o.m. war, be
vordering van de kweeklust bij de Mid
delburgers.
Toen door den oorlog da afdeèling
Floralia invalide werd, is het de jonge
vereen. „Kweeklust" geweest, die haar
weer op de been hielp. Spr. wensCht de
vereeniging van harte geluk, onder aan
bieding van een fraaie mand bloemen
met linten in de Middelbirrgsahe kleuren.
De heer C. van der Weel sprak namens
school- en werktuinen en wees er oj>, dat
beide vereenigingen eigenlijk hetzelfde
doel beoogen. Spr. hoopt, dat de volks
tuinen steeds meer ook bloemen zullen
hebben. Hulde brengt spr. dö iubilaresse,
Ook een fraaie bloemenmand aanbie
dende.
De heer Vermeulen dankte voor al
deze gelukwenschen en richtte zich nog
maals tot de heeren Ir Bloemsma, On
derdijk, van Gelderen en den schrijver
van dit verslag en bood namens de ver
eeniging als blijk van erkentelijkheid en
herinnering ieder 'n „Ever sharp" aan.
Daarop richtte spr. zich tot de eclit-
genoote van den penningmeester, den
heer De Bree, en wees er op, hoe in hun
gastvrije woning steeds de bestuursver-
gaderingen zijn gehouden, tot 122 maal
toe. Spr. brengt daarvoor dank en'biedt
een pendule aan.
De Feestrede werd uitgesproken, door
den heer fr Bloemsma, die er aan herin
nerde, hoe op 10 Maart 1919 een 60-tal
personen bijeen kwamen in .den Melk-
salon om te luisteren naar de uiteen
zetting van spreker over het nut van
volkstuinen. Óp 14 April volgde de defi
nitieve oprichting. Gebleken is, dat 'de
vereeniging stabiel is. De oppervlakte
klom vani 5 tot 7 HA.
Het goed slagen der vereeniging is fcj
danken aan het narde werken der be
stuursleden. Aanvankelijk stonden. B. en
W. vrij sceptisch tegenover devereeui-
ging. Spr. meent, dat er op de tuintjes
nog veel meer gelegenheid moet komen
voor een gezellig zitje. Behalve Kweek
lust en school- en werktuinen richtte
spr. op de vereeniging voor het verkrij
gen var» grónd door landarbeiders.
Spr. meent, dat al deze vereenigingen
kunnen medehulpen aan een goede stem
ming der leden.
De heer Vermeulen dankte voor deze
keurige feestrede.
Voor de pauze kwam ook de. Commis
sie uit de leden, die eigenlijk den feest
avond heeft voorbereid, haar gelukwen
schen aanbieden en dit bij monde van den
heer L. J. Basting, die zich ook het
eerst richtte tot den heer Bloemsma-
Vender tot den heer Vermeulen, tot
de heeren-de Bree, penningmeester; den
heer Wigard, secretaris, de beide leden
der commissie van toezicht, de heeren
van Geideren en Onderdijk. tot den lieer
Step, die de vrouwen der leden als bode
zoo gaarne zien komen om dan mede
te deelen, dat van de 76 oprichters er
nu nog 47 lid zijn. Ook de heeren Boone,
Torbijn en Klerk brengt spr. hulde voor
wat zij voor de vereeniging zijn.
Na deze woorden ging het scherm op,
en stond op het tooneel een schitterende
apotheose. De Commissie met een aantal
jonge dames in het wit, allen met een
mand fraaie bloemen in de handen en
hulde "brengende aan de tienjarige.
Twee der jonge dames, voorstellende
resp. de godin Flora en 'den god Pomona,
brachten hierna in dichtmaat hulde aan
de verschillende vooraanstaande perso
nen uit de vereeniging en ook aan deze
en de leden zelf.
Wij kunnen begrijpen, dat de voor
zitter uit den grond van zijn hart sprak
toen hij voor deze pakkende en groot-
sch© hulde dank bracht. Aan de leden
der commissie van toezicht en van het
bestuur werd ieder een der fraaie man
den aangeboden.
Nog voor de pauze inging bood de
voorzitter namens de feestcommissie en
de leden een groote verguld zilveren me
daille aan Crescendo aan als welver
diende hulde voor hetgeen deze vereeni
ging presteerde en zulks als eerste eere-
teeken aan baar vlag.
Na de pauze werden, toegelicht door
„Ik kan het nog niet zeggen, mevrouw.
Wat ik meen, is alleen maa.r een ver
moeden."
„Kunt u.mij dat niet meedeelen?"
„Liever doe ik dat niet, omdat, zooals
ik reeds opmerkte, ik mij vergissen kan
en u dan noodeloos ongerust zou hebben
gemaakt. Laat mij mijn meening nog voor
mij houden, in ieder geval tot ik con
sult heb gehad met een collega. Het is
een zeer wonderlijk geval, dat, moet ik
eerlijk bekennen, ik in mijn veëljarige
practijlc nog niet heb meegemaakt, al
thans niet zóó. Dat doet mij te meer
voorzichtig zijn, om een min of meer
positieve meening uit te spreken."
„Ik kan uw opvatting billijken, dokter,
al valt het mij zwaar, om te blijven
wachten. Wanneer dacht u, dat het con
sult kon plaats vinden?"
„Het kan eiken dag, mevrouw. Het
kan vandaag nog. Maar mijn confrater zal
stellig zeggen: waarom hebt gij mij nu
geroepen? Ik wilde nog enkele dagen
wachten, om het eerste verloop eens aan
te zien. Maar als u anders wilt, het is
mij best."
„Volstrekt niet. Wrj laten het aan u
over."
„Juist. Laat mij het dan nog enkele
dagen aanzien."
(Wordt vervolgd.)
i