No. 156
Vrijdag 5 April 1929
43e Jaargang
Dagblad voor de Provincie Zeeland
NElRlKSE&Co'sBANK-GDES
EERSTE BLAD,
Belangrijkste Nieuws.
COUPONS EN LOSSINGEN
Aangesloten bij het Bureau voor Oplaag-contröle
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Buitenland.
ALLE
per 1 April vervallende
worden verzilverd door
Directeur-Hoofdredacteur:
R. ZUIDEMA.
Bureau: Lange Vorststraat 70, Goes.
Tel.: Redactie en Administratie no. 11.
Postrekening No. 44455.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259.
veZeetiw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.
Losse nummersf0.05
Prijs der Advertentlfin:
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
Beperkte bootdienst op Zondag.
In „Het Volk" vonden we het volgende
merkwaardige stukske:
„Het is algemeen bekend, dat de stoom-
bootdienst op Zeeuwsch-Vlaanderen des
Zondags zeer beperkt is; pogingen om
hierin verbetering te brengen stuitten
steeds af op de bekende bezwaren, die de
rechtsche frakties in de provinciale staten
naar voren brengen. De Zondag moet ge
heiligd worden.
Nu stond j.l. Zondag op Breskens een
Fransche auto, waarvan de eigenaar in
elk geval direkt naar Vlissingen wenschte
te worden overgebracht. Daar er echter
nog geruimen tijd over heen ging, voordat
er een boot af zou varen, werd er naar
Vlissingen getelefoneerd om een extra
boot.
Inderdaad kwam een oogenblik later
een boot af en nog wel de groote nieuwe
ferryboot. De boot meerde als gewoonlijk
te Breskens en dra werden maatregelen
getroffen om den auto met de daarbij be-
hoorende lieden in te schepen.
Plotseling kwam een telefonische mede-
deeling van de zijde der direktie te Vlis
singen, dat auto noch passagiers per extra
gelegenheid mochten worden vervoerd,
zoodat de ferryboot onverrichter zake
naar Vlissingen terug moest keeren.
De vreemdelingen bleven op Breskens
verbaasd achter.
Zoo kweekt men in Zeeland het vreem
delingenverkeer aan".
Dit artikeltje is in meer dan een opzicht
waard er een oogenblik bij stil te staan.
Vooreerst trekt het de aandacht dat de
Sociaal-democraat die hier aan het woord
is, het heel normaal schijnt te achten in
dien voor een Franschen kapitalist een
uitzondering wordt gemaakt en ten zijnen
believe een extra-boot gaat varen.
Wie een weinig met de Socialistische
manieren bekend is, zou verwacht hebben
dat heftige critiek zou worden geoefend op
het feit dat het bootpersoneel terwille van
een rijken automobilist zijn Zondagsrust
moest opofferen. Maar niets daarvan. Aan
de belangen van het personeel wordt blijk
baar niet gedacht. Voor den geldbuidel
moet alles worden opgeofferd.
Verder blijkt hier weer voor de zooveel-
ste maal hoe de Soc.-democraten tegenover
den Zondag en de Zondagsrust staan.
De Zondag, zoo klinkt het hoonend,
moet gehouden worden!
Dat het hier gaat om de erkenning van
het gebod Gods, legt bij het Socialistische
orgaan geen gewicht in de schaal. Dat in
de heiliging van den Dag des Heeren een
direct aanwijsbare zegen verborgen ligt, de
zegen van de rust voor het personeel,
wordt van geen beteekenis geacht.
Nu is dit niet iets nieuws. Natuurlijk
niet.
MaaT waar de Sociaal-democraten nog
altijd doorgaan met de Christelijke arbei
ders diets te maken dat zij toch waarlijk
zonder eenig bezwaar op de Socialistische
candidaten kunnen stemmen, moet hierop
toch telkens weer de aandacht worden ge
vestigd.
En dan is voorts ook nog van belang,
dat hier zoo ongezocht nog weer eens de
beteekenis van een rechtsche meerderheid
in de Staten in 't licht wordt gesteld.
Er zijn nog altijd menschen die vragen:
wat geeft het nu toch eigenlijk of we al de
meerderheid hebben.
Welnu, laten de Socialisten het ons in
hun strijden tegen den beperkten Zondags
dienst dan leeren!
De „Zeppelin"-reizen.
Aangaande de verdere reisplannen van
de „Zeppelin" vernemen wij, dat op 22
dezer de tweede Middellandsche Zee-tocht
is vastgesteld.
Begin Mei zal de „Zeppelin" een reis
naar Weenen maken en, voor zoover de
bewolking in het gebergte zulks toelaat,
ook naar andere steden van Oostenrijk.
Deze tocht zal ongeveer 12 uur duren.
Ongeveer midden-Mei zal de eerste reis,
dit jaar, van de Zeppelin naar Amerika
plaats vinden. Het oponthoud in de Ver-
eenigde Staten zal slechts drie dagen
duren.
Ln den zomer zal een tocht over Oost-
Duitschland ondernomen worden, even
tueel met een tusschenlanding in Berlijn.
Voor de reis om de wereld, welke men
begin Augustus dacht te ondernemen, zijn
nog. niet alle technische voorwaarden ver
vuld, men neemt echter aan, dat de nog
bestaande moeilijkheden tijdig uit den weg
zullen worden geruimd.
De Middellandsche zee-tocht en de rei
zen naar Amerika zijn in de eerste plaats
als studie- en antwikkelingsreizen voor
de bemanning bedoeld, zoodat op die
reizen weinig passagiers zullen worden
meegenomen.
De andere reizen zullen zuiver pas sa-
gierstochten zijn.
Het faillissement van mevrouw Zoebkof.
Gisteren vond de eerste bijeenkomst
van de crediteuren van de zuster des
ex-keizers van Duitschland plaats. De cu
rator in het faillissement, dr Rhein, ver
klaarde, dalt mevrouw Zoebkof in 1916
na den dood van haar echtgenoot, prins
Adolf zu Schaumburg Lippe, een jaar
rente van 39.000 M. heeft kunnen bedin
gen. Alles is goed gegaan, totdat de prin
ses hertrouwde met Zoebkof die onge
looflijk verkwistend te werk is gegaan;
bovendien was de prinses alle controle
op de uitgaven van haar man ontzegd.
Op het oogenblik bedraagt het passief
660.000 M. Men hoopt alsnog tot een
vergelijk te geraken, teneinde mevr. Zoeb
kof een bescheiden bestaansmogelijkheid
te kunnen "bieden.
Het aftreden van Dr Seipel.
Geheel onverwacht is dr Seipel als
bondskanselier van Oostenrijk afgetreden.
In den ministerraad heeft dr Seipel
gezegd, waarom hij zijn kanselierschap
neerlegt: wijl zijn persoon een belemmer
ring voor de ontwikkeling van het Oosten-
rijksche staatsleven wordt geacht, neemt
hij ontslag.
Toen hij in Mei 1922 de taak op zich
nam om Oostenrijk tot een levenskrachti-
gen staat te maken, het te saneeren,
vond hij een financieelen en economi-
schen chaos, welke bijna zonder voorbeeld
in de geschiedenis was. Maar hij zag
duidelijk het te bereiken doel, en in zijn
rijken geest had hij. het volledige plan
gevormd, dat in den loop der jaren
tot uitvoering zou komen.
Onmiddellijk ondernam hij een reeks
diplomatieke reizen naar Verona, Berlijn
en Praag, met het gevolg, dat een vol-
kenbondsleening kon gesloten worden, de
Oostenrijksche valuta gestabiliseerd werd
en met het werk van den heropbouw
kon warden begonnen.
Den lsten Juni 1924 werd een aanslag
op dr Seipel gepleegd, welke hem bijna
het leven kostte, maar zijn sterk gestel
deed hem den schok te boven komen en
weldra kon hij zich weer aan de staats
zaken wijden.
Den 18den November van hetzelfde jaalr
trad hij af, doch bleef leider der christe
lijk sociale partij. Den 20sten October
1926 vormde hij zijn tweede, den 24sten
Maart 1927 na de verkiezingen zjjn derde
kabinet.
Fel, niets-ontzienid, vaak zeer persoon
lijk lijk was de oppositie der socialisten,
welke met een hetze gelijk stond. Geien
middel was laaJg genoeg om vooral de
arbeiders tegen den priester Seipel op te
hitsen.
Het behoeft dan ook geenszins te ver
wonderen, dat, nu de situatie der Oos
tenrijksche republiek zich, naar de mee
ning van den bondskanselier, in zeer gun-
stigen zin gewijzigd heeft en het staats
leven zich normaal ontwikkelt, dr Sei
pel het oogenblik gekomen acht om an
deren in de gelegenheid te stellen het
door hem begonnen werk te voltooien.
Ook hier toont zich weer het nobele,
onbaatzuchtige 'karakter 'van dr Seipel,
die nooit zich zelf, doch alleen het wel
zijn van zijn vaderland gezocht heeft.
In een Christelijk-sociale vergadering,
waar Seipel het woord zou voeren, is
in zijn plaats de afgevaardigde Kunt-
schak verschenen, die met betrekking tot
het aftreden van het kabinet a.m. 't vol
gende zeide: Onder de persoonlijke re
denen zijn vooral belangrijk, de hatelijke
aanvallen op dr Seipel. In het bijzonder
het onrechtvaardig verwijt, dat hij den
arbeiderstand haat en dat daardoor de
afbeiders verleid zijn tot uittreden uit de
R.K. Kerk, heeft dr Seipel zwaar getrof
fen, daar hem dit in zijn ministerieele
eer aantast.
De uitvinder van de auto overleden,
Dr Carl Benz, de uitvinder van den
auto, is in den ouderdom van 84 jaar
te Ladenburg bij Mannheim gestorven.
Hij was de zoon van een machinist en
liep reeds vroeg met het denkbeeld rond,
een wagen te construeeren, die op eigen
kracht op alle wegen zou kunnen loop en.
In 1885 gelukte het hem den eersten
auto, een wagen op drie wielen te ver
vaardigen, die op het oogenblik nog in
het Duitsche museum te München is te
zien.
Bij den eersten proeftocht gelukte het
slechts een afstand van honderd meter
af te lqggen, doch spoedig wist de uit
vinder een wasgen te tymstrueeren, waar
mede hij een snelheid van 16 K.M. per
uur bereikte. In 1888 werd de eerste
Benzauto te München tentoongesteld en
met de gouden medaille bekroond.
In Duitschland was aanvankelijk de af
zet van de Benz-automobielen gering. In
1899 werd de fabriek omgezet in een
naamlooze vennootschap. Spoedig daarop
trad dr Carl Benz uit de fabriek en
leefde sedert teruggetrokken te Laden-
burg.
Ter gelegenheid van zijn 70sten ver
jaardag werd hij door de technische hooge-
school te Karlsruhe tot eeredoctor be
noemd.
Noodweer in de Kaukasus.
Volgens een bericht uit Moskou heeft
in Noord-Kaukasie een geweldige storm
gewoed.
Acht boortorens op de petroleumvelden
zijn omgeworpen, terwijl van vele huizen
de daken werden afgerukt. Talrijke bran
den zijn uitgebroken. Verscheidene huizen
zijn tot den grond toe afgebrand. Een
dorp is voor driekwart uitgebrand. In
Grosny zijn 8 menschen zwaar gewond.
In de hergen woedt een sneeuwcycloon.
In Taganrog is de rivier Myus buiten
haar oevers getreden, waardoor drie ko-
zakkendorpen zijn overstroomd.
In het Tschillinskische gebied zijn dij
ken doorgebroken. Een dorp is van de
buitenwereld afgesneden. Ieder bericht
ontbreekt. Ook de stad Tchilli zelf wordt
'ten zeerste bedreigd. De dijken zijn mee
gesleurd. De bewoners vluchten in paniek,
naar den hooger gelegen spoorbaan. Het
aantal dooden is niet bij benadering vast
te stellen.
Warenhuizen in Antwerpen.
Naar men aan de „Msb." mededeelt,
zou het bekende groote Duitsche waren
huis Tietz van plan zijn weer een filiaal
in Antwerpen te stichten. Tietz zou reeds
do hand gelegd hebben op een groot
huizen-complex 'in het centrum der stad,
gelegen op den hoek van de Keizerlei
en de groote leien, van welken blok o.a.
deel uitmaakt het Grand Hotel (oud-hotel
W eber).
Tietz is in Antwerpen geen onbekende.
Vóór den oorlog had hij daar het grootste
warenhuis, en wel in de gebouwen welke
thans door de Innovation bezet zijn. De
Duitsche firma genoot er toen een popu
lariteit als geen andere. Te Antwerpen
bijv. en in omliggende gemeenten, ja zelfs
in de Nederlandsche grensdorpen noemt
het volk een strooien hoed nog altijd een
„titske". Die benaming is ontstaan in den
tijd dat Tietz in Antwerpen voor eenige
centen een zomerhoed te koop stelde.
De terugkeer van het Duitsche huis te
Antwerpen zou ongetwijfeld de concurren
tie der warenhuizen in Antwerpen nog
zeer verscherpen.
Hei suikervraagstuk.
Gisteren is te Genève een bijeenkomst
van deskundigen voor het suikervraagstuk
begonnen. Aan deze bijeenkomst wordt
deelgenomen door 16 deskundigen uit de
suikerindustrieën der voornaamste produr
ceerende landen. Japan en de V. S. heb
ben geen deskundigen gezonden. Dr J. A.
Nederbragt maakt deel uit van de dele
gatie van het economisch comité die deze
besprekingen bijwoont. De Nederlandsche
suikerindustrie is vertegenwoordigd door
di- J. A. van Loon, gedelegeerd comm.
van de Centrale Suiker-Maatschappij die
vergezeld wordt door dr P. J. II. van
Ginneken, secretaris van den Bond van
Coöp. Suikerfabrieken in Nederland. Dr
H. C. Prinsen Geerllgs, directeur van het
proefstation in Nederland van de Java-
suiker treedt als deskundige voor Ned..-
Indië op.
De bijeenkomst wordt gepresideerd dooT
den voorzitter van het economisch Vol
kenbondscomité, dr E. Trendelenburg, dié
er in zijn openingsrede op wees, dat
uit de voorbereidende studiën, die reeds
zijn verricht, duidelijk blijkt, dat de hui
dige toestand van de suikerindustrie het
gevolg is van verstoord evenwicht tus-
schen productie en consumptie. Trende
lenburg trok in twijfel of het op den
weg van den Volkenbond zou kunnen
liggen, maatregelen aan de hand te doen
die beoogen de natuurlijke ontwikkeling
der productie te belemmeren. De Volken
bond zal zich dus eventueel moeten be
palen tot een actie tegen de kunstmatige
maatregelen van verschillenden aard, die
door sommige staten 'genomen worden
en die ten deele oorzaak zijn van de
toeneming der wereldproductie. Boven
dien zal het economisch comité kunnen
nagaan hoe het verbruik van suiker ver
meerderd zoo kunnen worden. De des
kundigen werden uitgenoodigd één voor
één den toestand van de suikerindustrie
in hun land uiteen te zetten. Daarna zal
hun worden verzocht hun opinie te ge
ven over den i nternationalen toestand van
het suikerprobleem. De bijeenkomst is van
strikt vertrouwelijken aard.
De April-winter.
De koude luchtstroom uit het Noorden,
die zijn invloed in geheel Noord- en Oost-
Europa doet voelen, is in Duitschland
gisternacht nog in hevigheid toegenomen.
Gistermorgen vroeg waren temperatu
ren in bijna geheel Duitschland onder
het vriespunt. Het „warmste" was het
nog te Borkum, waar het kwik op nul
graden stond. Uit het centrum van het
land werden temperaturen tot acht gra
den onder nul gemeld.
Op vele plaatsen is wederom sneeuw
gevallen.
De nieuwe koude-periode heeft zich
thans over geheel Europa uitgebreid. Te
Boedapest yiel weer sneeuw. Noorwegen
meldt 25 graden, Stockholm 14 graden
vorst. Te Berlijn daalde de temperatuur
tot 8 graden beneden nul.
Trotzki ernstig ziek.
De juridische raadsman van Trotzki, dr
Rosenfeld, heeft in opdracht van zijn
cliënt aan de .rijksregeering en de Prui
sische staatsregeering meegedeeld, dat
deze bereid is zich door een medische
commissie te laten onderzoeken. De com
missie kan dan constateeren, dat de be
richten van verschillende kranten, als zou
hij niet érnstig ziek zijn, in strijd zijn
met de waarheid. Trotzki is bovendien
bereid Duitschland na beëindiging van
zijn kuur weer te verlaten. Uit dezen
stap blijkt wel hoe zeer Trotzki er aan
gelegen is in Duitschland te worden toe
gelaten. "Met groote belangstelling mag
de beslissing van de rijksregeering wor
den afgewacht.
Korte berichten.
Naar uit Praag wordt gemeld, is
daar Woensdagavond koning Bods van
Bulgarije met zijn gevolg aangekomen.
De koning reist incognito.
Een geneesheer uit Waizenkirchen,
die op bevel van hoogerhand een on
derzoek moest ondergaan ter vaststel
ling van zijn geestestoestand heeft één
der bij hem verschijnende gendarmen met
een revolver beschoten en zoo zwaar
gewond, dat hij na korten tijd overleed.
Hobart, een mijndistrict van Der
by, is getroffen door een ramp. Een groote
stuwdam is tengevolge van den zwaren
regenval doorgebroken en dientengevol
ge is een mijn ondergeloopen. Boomen
en gehouwen werden door het met ver
schrikkelijke kracht voortstuwende water
meegesleept. Zeven menschen worden
vermist.
Het secretariaat van den Volkenbond
maakt bekend, dat op voorstel van den
Engelschen minister van Buitenlandsche
Zaken Chamberlain, en na overleg met
de andere leden van den Raad, de vol
gende zitting van. den Raad van den
Volkenbond eerst op 10 Juni te Madrid
zal plaats vinden.
Een ernstig spoorwegongeluk wordt
uit Beira in de Portugeesche kolonie Mo
zambique gemeld. Een goederentrein ont
spoorde bij het rangeeren en vernielde
drie loodsen, welke tot woning voor in
boorlingen dienden. 18 inboorlingen wer
den gedood of zwaar gewond, t
Binnenland.
Vergadering van de Veilingsvereenigingen.
Buitenland.
De reizen van de Zeppelin.
Het aftreden van dr Seipel.
De suikerkwestie te Genève in behande
ling.
De uitvinder van de auto overleden.
Het weer der laatste dagen.
Spoorwegongeluk in Roemenië.
NEDERLAND EN BELGIE.
Annexatie in theorie nog zoo dwaas niet.
Het blijkt, dat de Belgische' oud-minis
ter Huysmans op de documenten-mee
ting te Amsterdam, de stelling heeft voor
uitgezet, dat de annexatie van den lin-
ker-oever der Westerschelde bij België,
alweer „in theorie", niet zoo dwaas is
als sommigen het wel willen doen ge-
looven.
Dit gaf hem een artikel over „L'an-
nexionisme et les socialistes" in de pen,
dat de vorige week door het hoofdorgaan
van de Belgische arbeiderspartij, „Le
Peuple" werd opgenomen en waarop de
bekende sociaal-democraat, Louis Pié-
rard, in hetzelfde blad, reageerde met
een ander artikel, getiteld: „Tu quoque
Camilliusl", waarin Piérard de meening
uitte, dat „de oplossing van het Schelde-
vraagstuk voortaan op het internationale
vlak moet worden gezocht".
Dit meende Huysmans, op zijn beurt,
niet onbeantwoord te mogen laten en hij
verduidelijkte dan ook zijn standpunt in
„Vooruit", het blad der Gentsche sociaal
democraten van 31 Maart j.l., als volgt:
„Ben ik nu een annexionist, omdat ïk
die opvattingen (het annexionisme van
Nothomb en het concept der vereeniging
van Nederland en Vlaanderen), beide the
oretisch begrijp maar in de practijk, be
slist bestrijd?
Ik ga veel verder. De partijgangers van
de annexatie van den linkeroever bezit
ten een sterk argument, dat voor de
negen tienden hun houding bepaalt. En
dat argument is, dat Holland gedurende
drie eeuwen de Schelde gesloten heeft.
Gedurende drie eeuwen werd Antwerpen
en België door het Nederlandsche
egoïsme geruïneerd. Rotterdam moet niet
denken, dat die Shylock-politiek in Bel
gië vergoten is, zelfs niet bij de vrienden
der Nederlandsche beschaving. Wij we
ten heel wel wat wij aan de cultuur-ge
meenschap der Nederlandsche kapitalis
ten hebben. Zij hebben onze voorouders
Vondel doen lezen op de ruïne van onzen
handel en van onze nijverheid.
Die tijd is lang voorbij, maar hij ligt
nog in het geheugen onzer menschen,
en wanneer de heeren van het Noorden
aan geschiedenis doen, dan hebben wij
wel het recht hun te herinneren aan hun
eigen verleden. Indien er annexionisten in
België waren, in 1920 en 1921, dan is
zulks grootendeels de schuld der Ne
derlandsche politiek. Deze vaststelling
vermindert geenszins de politieke dom
heid van Pieter Nothomb en zijn vrien
den. Maar, zoo kunnen wij ten minste
hun verantwoordelijkheid in zekere male
uitleggen."
Huysmans besloot zijn artikel met een
verwijzing naar een, dezer dagen, te Aalst
verschenen boek van prof. Hanse over
Charles de Coster, waarin herinnerd
wordt aan de houding die de schrijver
van „Tijl Uilenspiegel", Potvin, Altmeyer
en later ook _prof. E. de Lavaleye inder
tijd meenden" te moeten aanbevelen ten
opzichte van Nederland.
„Deze politiek, z.egt Huysmans, steunde
op het volgende: voortbestaan der beide
staten, oeconomische toenadering
cultuurgemeenschap voor Vlaanderen en
Nederland. Deze politiek is nog de onze-
Rotterdam mag bloeien en Antwerpen
kan gedijen. Het is niet noodig, dat de
Belgische haven dfen voorspoed der Ne-