DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON
Het huisje aan dan zeedijk
Uit de Provincie.
VAN
DONDERDAG 4 APRIL 1929. No. 155.
JAARVERGADERING DER CHR. HIST.
UNIE.
Rede Mr Schokking.
Zooals reeds gemeld, is gisteren te Am
sterdam de jaarvergadering der Christelijk-
Historische Unie gehouden.
Aan de openingsrede van mr J. Schok
king is het volgende ontleend:
Het is mij genoeg aanstonds dei aan
dacht te blijven vragen voor het vast
houden aan een beginselpoli-
t i e k, waarvan de beteekenis, niet het
minst om de gevolgen, moeilijk wordt
overschat. Een vasthouden, niet maar in
theorie, doch in de practijk.
Ifc wil herinneren aan het besluit om
vast te houden niet alleen aan ons par
lementaire stelsel, maar de erkenning te
vens van de noodzakelijkheid van het
bieden van verzet tegen ieder piogen om
dit te vernietigen of te ondermijnen.
Is ons uitgangspunt juist, dat hoofd
doel van den strijd moet zijn verweer
tegen een revolutionair ombuigen van
onze staatsinstellingen, Waaronder ik ook
begrijp het vermaatschappelijken daar
van, in dezen zin, dat het onderscheid tus-
schen staat en maatschappij hoe langer
hoe meer wordt weggenomen, en dat in
het Christelijk beginsel, inzonderheid naar
zijn positief Protestantsche opvatting, de
beste kracht tot verweer ligt, dan behoor
den allen, die dit tevens als algemeen
leidend beginsel voor het. politieke le
ven opnemen één te zijn.
Ik weet, dat dit historisch, voor het
oogenblik althans, wat de anti-revolutio
naire partij aangaat, moeilijk zou gaan.
Maar al botst het op sommige punten
tengevolge daarvan wel eiens tusscheo
haar en ons, toch kan met betrekking
tot meerdere en daaronder de voornaam
ste gesproken worden van een afzonderlijk
imarcheeren, doch .„vereint schlagen".
Naar ik meen, kan dan ook in oprecht
heid in onze algemeen® vergadering een
iwoord van gelukwenseh aan het adres
van de Anti-revolutionaire partij met de
herdenking van haar 50-jarig bestaan
Worden uitgesproken, met den wensch,
dat de komende jaren meer toenadering
dan verwijdering brengen.
De Christelijke grondslagen van ons
volksleven 'blijven voor ons de inzet van
den strijd.
In het manifest treedt sterk' na,ar vo
ren de handhaving van het Overheids
gezag en evenzoo van den daadwerkelijken
invloed des volks door zijin vertegenwoor
diging. Maar voorts ook de onaantast
baarheid van het huwelijk en veiligstelling
van het gezin. Bewaring van de eietof
heid des volks en handhaving zooveel
mogelijk van z'n 'Protestantsch karakter,
als waarborg voor de vrijheid, inzonder
heid van geweten en godsdienst. Steviging
van 3e geestelijke en zedelijke brkchtenl
dos volks.
Daarnevens een voortdurend stelselma-
tig, naar allen kant acht geven op het
onderhouden, vernieuwen en verruimen
v,an de bronnen van welvaart; zonder te
kort te doen aan anderen zal daarbij in
den eersten tijd bijzondere aandacht aian
den landbouw geschonken moeten
worden.
Een ruim opgevatte sociale voorzorg,
Waar aldus opgevat, en uitgewerkt, dat
de .voorziening in het levensonderhoud
der burgers met wordt overgebracht op
den Staat en het persoonlijk verantwoor
delijkheidsbesef niet wordt geschaad.
Ernstige en krachtige ondersteuning van
'tstreven om de internationale verhou
dingen op het recht te bouwen.
En ten slotte, maar niet in dei laatste
plaats, het aannemen van een zoodanige
houding tegenover het koloniale vraag
stuk, dat met handhaving van' het Neder-
landsche gezag dit dienstbaar wordt ge
maakt aan een onbaatzuchtige behartiging
van de verschillende belangen der volks
groepen en daarbij aan den drang naar
door
HUGO KINGMANS-
90.) o—
Verbaasd had Lia ha'ar moeder aan
gezien: was dat nu werkelijk gemeend
of werd het met eenige ironie gezegd,
of was het slechts een opwelling van
het oogenblik?
Doch het gelaat van Mevrouw toonde
niet een ironisehen trek. Het was in één
woord ondoorgrondelijk.
Lia herinnerde zich da woorden Van
haar vader: „je moeder, kind, zij is meest
al een levend raadsel". Inderdaad: papa
had gelijk; Mama werd ook haar een raad
sel. En als zij nu de oplossing maar
kon vinden; mogelijk werd het dan wel
goed. Maar zij kon den sleutel niet vin
den. Alleen ging het vaag tot haar door
dringen, dat haar moeder zich den laat-
sten tijd anders voordeed dan zij in
werkelijkheid was.
Tot er, het was op den tienden
dag van hun verblijf in Beieren, plot
seling voor Lia een licht opging en er een
verrassende openhartigheid kwam.
Achter de bergen was de zon voor dien
dag schuil gegaan. Zij zaten in de avond
koelte, op het terras van het pension te
meerdere staatkundige zelfstandigheid
zoodanige leiding wordt gegeven, dat
het leven dier volksgroepen daardoor niet
geschaad, maar gebaat wordt.
Na deze openingsrede werd besloten
een telegram van hulde en trouw te
zenden aan H. M. de Koningin, waarna
de vergadering het „Wilhelmus" zong.
Vervolgens werd voorlezing gedaan van
een telegram, houdende bericht van ver
hindering van dr de Visser en den heer
J. ter Haar .Jr., alsmede een telegram
van de drie C.H. ministers, waarin deze
den wensch van een goed verloop der
vergadering hadden neergelegd.
Hoofdbestuursverkiezing.
Na de pauze werd aan de orde gesteld
de verkiezing van drie leden van het
hoofdbestuur, wegens periodieke aftreding
van de heeren ds H. van Eyck van Hes-
linga, mr ji. van Veen en ds J. Voor-
steegh.
De uitslag van de stemming was, dat
de heeren ds H. van Eyck van Heslinga
en ds J. Voorsteegh herkozen werden en
dat in de plaats yan Mr R. v. Veen, die
zich niet meer beschikbaar stelde, geko
zen werd mr dr A. A. van Rhijn.
Een motie.
Daarna kwam in behandeling de vol
gende motie, voorgesteld door de afdee-
ling Leiden:
„De Christelijk-IIistorische Unie, in al-
gemeene vergadering bijeen,
gezien het schrijven in de Nederlander
van 26 Februari j.l. van dr J. Th. de
Visser en baron de Vos van Steenwijk,
met leedwezen vernomen hebbende, dat
zij hunne medewerking aan de Nederlan
der meenen te moeten onttrekken,
betreurende, dat zij dit doen in bewoor
dingen, waarmede zij den heer J. R.
Snoeck Henkemans beschuldigen van een
onvadorlandlievende houding,
constateert, dat deze beschuldiging, in
het publiek gedaan, niet is teruggeno
men;
blijft haar volste vertrouwen stellen in
den heer Snoeck Henkemans en spreekt
als haar wensch uit, dat hij onder Gods
zegen nog vele jaren met dezelfde opge
wektheid als tot heden zijn krachten moge
blijven geven tot heil van Unie, Vorsten
huis en Vaderland."
De vertegenwoordiger van Leiden, die
deze motie verdedigde, merkte op, dat
het de afdeeling heeft gegriefd, dat zulk
een schrijven aan den heer Snoeck Hen
kemans is gericht. Het ligt niet aa'n ons
aldus spr. om over de schrijvers
te oordeelen, maar wij keuren het af
dat iemand, die midden in het werk va.n
do Unie staat, van een onvaderlandlieven-
do houding beschuldigd wordt. (Applaus.)
De heer Snoeck Henkemans
wees er op, dat in de moeilijke dagen
en uren, die achter hem liggen, zijn be
doelingen steeds van dien aard zijn ge
weest, dat hij ze voor zijn geweten en
God hoeft kunnen verantwoorden. In het
belang der Unie dringt spr. er bij Lei
den op aan, dat de afdeeling de motie
zal intrekken. (Applaus.)
Onder toejuichingen der geheele ver
gadering verklaart Leiden zich hiertoe be
reid.
De v o o r z i 11 e r zeide, dat dit verloop
der kwestie hem bijzonder verheugt en
hij knoopt daaraan de hoop vabt, dat
deze bespreking gelijk moge staan met
een verzoening tusschen de betrokkenen.
Daarom is het voor spr. een aangename
taak, de vergadering voor te stellen aan dr
De Visser, bij zijn afscheid uit het actieve
politieke leven een telegram te zenden,
waarin de vergadering hem dank en hulde
brengt voor het vele, dat hij in den
loop der jaren heeft gedaan.
Door stormachtige toejuichingen hechtte
de vergadering haar goedkeuring aan dit
voorstel.
Hierna werd de behandeling van het
verkiezingsmanifest voortgezet.
Verkiezingsmanifest 1929.
Hierna kwam aan de orde de vaststel
ling van het verkiezingsmanifest 1929,
waarin slechts oribeteekenende wijzigin
gen werden aangebracht.
Bij de paragraaf „Algemeene beginse
len", werd een amendement van de af
deeling Dordrecht om de tweede alinea
te lezen: „De overheid, als zelfstandige
genieten van de rust, die volgde op een
dag van ingespannen wandelen.
Nog enkele andere groepen pension
gasten waren mede op het terras, hier en
daar verspreid. Er werd Duitsch gespro
ken. Maar men hoorde er ook Fransch
en Engelsch, terwijl Lia meende, dat in
een hoek van het terras het zoet vloei
ende Italiaansch werd vernomen.
Maar hoe dat alles zij, Nederlanders
waren er niet. Zij hadden wel gemerkt,
bij de kennismaking, dat niemand deze
taal verstond, zoodat zij ongestoord en
ongehoord zich onderhouden konden.
„Ik begrjjp niet, dat de post zoo laat
komt," meende Mevrouw Van Meersma.
,,'tls al aeht uur. Anders ko.mt hij- toch
om zeven uur."
„Hij is mogelijk al geweest, Mama,"
merkto Lia op.
„Het lijkt mij onwaarschijnlijk. Dan had
den wij er toch iets van moeten zien.
Bovendien verwacht ik stellig bericht
van Annie. Papa zal wol niet, meer schrij
ven, alleen een kaartje om te berichten,
wanneer hij precies komt."
„Ja, van Annie," peinsde Lia hardop.
„Na die eene kaart, voor vier dagen,
hebben wü niets meer gehoord."
„En zij schreef toch, dat een brief
volgen zou," zeide Mevrouw Van Meers-
ma. „Ik begrijp niets van dat kind."
„Voor mij is Annie ook een raadsel,
Mama. Alleen weet ik wel
Kleurend en verlegen hield Lia op,
macht, is geroepen in wetgeving en beleid
de Christelijke beginselen voor te staan
en te eerbiedigen", aangenomen.
Bij de paragraaf „Onderwijs", werd
aangenomen een amendement Groningen
om alinea I als volgt te lezen: „Bij
handhaving van de financiëele gelijkstel
ling van het Openbaar en het Bijzonder
onderwijs worde gestreefd naar een zoo
danige inrichting van het onderwijs, dat,
onder waarborg van een behoorlijk peil,
gewaakt worde tegen opvoering der
kosten."
In de paragraaf betreffende de bevorde
ring van wat strekken kan tot verhooging
van het geestelijk en stoffelijk peil van
het Nederlandsche volk, werd een nieuwe
alinea ingevoegd, als volgt luidend:
„Daartoe worde inzonderheid aan het
arbeidersvraagstuk de noodige aan
dacht gewijd, opdat in de verhoudingen
tusschen ondernemers en arbeiders meer
bevrediging kome."
Om tegemoet te komen aan amende
menten van Stavoren en Gorinchem be
sloot de vergadering vervolgens, op voor
stel van den heer Snoeck Henkemans,
aan de voorlaatste alinea toe te voegen:
tegelijkertijd blijft het oog gericht
op handhaving en bevordering van de
sociale verzekering, waarbij een zooda
nige regeling tot stand kome, dat dege
nen, die thans uitgesloten zijn van de
ouderdoms- en invaliditeitsverzekering, de
gelegenheid tot deelneming worde ge
opend."
Aan de orde was daarna de „Land-
bouw"-paragraaf
„Aan alle maatregelen, die de ontwik
keling van land- en tuinbouw kunnen be
vorderen, worde door de Overheid bij
zondere aandacht gewijd. Een zoo vol
ledig mogelijk ingerichte voorlichtings
dienst behoort daaronder een eerste
plaats in te nemen. De regeering trachte
de uitbreiding van cultuurgrond te bevor
deren en de productiviteit van den bodem
te verhoogen.
Mede om den trek naar de groote ste
den tegen te gaan, worde bij de Over-
beids-bemoeiing met het verkeer in den
ruimsten omvang gewaakt tegen achter
stelling van het platteland.
De grondpolitiek blijive er op gericht,
dat aan een zoo groot mogelijk aantal
inwoners gelegenheid geboden wordt een
eigen stuk grond te bezitten en te bear
beiden."
Op voorstel van het II.B. werd aan 3eze
paragraaf een nieuwe alinea toegevoegd,
genomen uit een door Eibergen voorge
steld amendement. Deae alinea luidt: „Op
een goede ontwatering en een zooveel
mogelijk voorkomen van herhaalde over
stroomingen, blijve de aandacht der over
heid steeds gevestigd."
De vertegenwoordiger van Loosdrecht
deed in een uitvoerige rede een beroep
op het volgen van een actieve handels
politiek, in verband met de sombere tijden
voor landbouw, tuinbouw, en nijverheid
Voornamelijk als gevolg van de hooge
'buitenlandsche tarief muren. Voorts hield
hij een pleidooi voor den internationalen
vrijhandel.
De voorzitter wees op de gecompliceerd
heid van deze kwestie; het meerendeel
der leden der Unie verwacht van actieve
handelspolitiek meer kwaad dan goed. Het
beste is verreweg, te handelen naar om
standigheden. Wel zal men zich hebben
te...hoeden voor het bouwen van tarief-
muren, wordt eenmaal hiermede begon
nen, dan is het eind® niet in zicht. Spr.
hoopte dat de vergadering zich zou houden
aan de redactie v.an de lamdbouwp'aragraaf,
zooals het H.R. deze heeft samengesteld;
behoudens dan de joevoeging van Eiber
gen.
Aldus werd, na stemming t bij zitten
en opstaan, besloten.
Verder trok de afdeeling Oosterbeek
haar voorstel in om aan het manifest
een nieuwe paragraaf, „Justitie", toe te
voegen, als gevolg waarvan ook intrekking
volgde van het voorstel Oosterend (Fries
land) om aan deze paragraaf toe te voe
gen: „Bevorderd worde wederinvoering
van de doodstraf, als eiscli van. Gods
Woord".
In verband met het vergevorderde uur
besloot do vergadering op verzoek van
den voorzitter, de behandeling van een
tal voorstellen, ingekomen van verschil-
starend over den weg, waarop zij in
de verte een stip naderen zag: misschien
de postbode wel.
„Wat weet je wel, Lia?"
„Och, 'kweet niet. Herkan ook' wel
verbeelding zijn, al dach*ik van niet."
„Nu, zeg het maar."
Lia raapte al haar moed bijeen.
„Ik geloof niet, dat Lia gelukk'ig is.
Papa meent het ook niet. Vooraf heeft
hij het wel gezegd."
„Zoo, hebben jullie er met elkander
over gepraat. Ja, het is verbazend zoo als
jullie beiden het met elkaar kunnen vin
den. Maar dan had dat mij ook wel
eens gezegd mogen worden."
Met moeite kon Lia een glimlach on
derdrukken: alsof Mama, die Theo van
Zeggelen had gefeteerd, daarnaar zou ge
luisterd hebben I Zij zou er alleen steke
lige op- en aanmerkingen voor ever gehad
hebben I
Mevrouw Van Meersma voelde dat blijk
baar ook, onmiddellijk na het uitstre
ken harer woorden. Want zij zeide: „Maar
neen, dat is gekheid; ik heb zelf Anrue
aangeraden, zich aan Theo gelegen ,te la
ten liggen. Hij leek mij een goede partij."
In de gezelschappen, op het terras, die
langzamerhand toenadering begonnen te
zoeken, zoodat twee of drie er een wer
den, steeg een hoeraatje op. De reden
lag voor de hand: de postbode verscheen
en bracht voor allen wat, maar spoedig
bleek, toen de eigenaar van het pension
lende afdeelingen, uit te stellen tot de
volgende algemeene vercadering.
De heer Visch uit Haarlem maakte zich
tot tolk van de gevoe'ens der geheele
vergadering, als hij den voorzitter dank-
ezgde voor zijn goede en bezielende lei
ding.
Ds Heemskerk uit Dordrecht sloot de
vergadering tenslotte met gebed.
Kinderzorg.
Jaarverslag.
Door den secretaris, ds J. W. Swaan uit
Domburg, werd het jaarverslag uitge
bracht, waaraan wij ontleenen, dat het
jaar begon in dikke duisternis, maar nu,
na 1928 b'ijkt ook het licht te zijn 'op
gegaan. Er is dankbaarheid bij' meerderen,
die de stichting verlieten, vooral bij de
jongens.
in 1928 daalde het aantal verpleegden
van 140 tot 99 in het gesticht en daar
buiten van 52 op 46.
Een geluk noemt Spr. het, dat 11 vrije
pupillen weer naar de gezinnen konden
terug gaan. Het gestichtsleven heeft be
zwaren, maar ook voor'deelen, daar zij
dan beter school kunnen gaan.
Eesn meisje overleed na 13 maan
den in het gasthuis te zijn Verpleegd; een
jongen van 4l/2 jaar overleed.
Spr. herinnert aan het werk van dr
Wap voor de kinderen. Het gedrag der
kinderen was over het algemeen goed,
een 3-tal moest echter van de stichting
worden verwijderd. Spr. herinnert dan
aan de auto-uitstapjes o.a. naai- Schou
wen en naar Antwerpen, en aan
het bezoek van H. M. de Koningin-
Moeder.
Ook het instellen van een pensioens-
regeling voor het personeel, de muta
ties in het personeel, passeerden de re
vue, waarbij spr. afkeurde het ontslag-
nemen op korten termijn. Spr. bracht dank
aan allen die steunden, vooral ook aau
de „collectantjes, die het bedrag van
f 6955 op f 7715 brachten. Er is veel
geld noodig te meer waar het van 1914
dateerende jongenshuis aanhet verzak
ken 'is. Spr. zegt, dat men geld zeker,
maar ook blijmoedigheid noodig heeft om
de stichting te doen voortbestaan. Maar
ook om de kinderen, die er komen, na
der tot God te brengen.
Het uitgebreide jaarverslag werd met
dank aan den secretaris goedgekeurd.
Hierna deed de directeur, de heeir P.
D. Middelkoop, enkele mededeelingen, in
de eerste plaats over de inrichting der
gebouwen, over het toelaten van zon en
lucht, over de speelterreinen en tuinen,
die niet doet denken aan kinderzorg,
doch aan kindervreugde. Het is hier
echter slechts een tijdelijk verblijf voor
de kinderen, zij moeten worden voorbe
reid voor het verdere leven, voor de
samenleving. Er wordt niet zonder succes
gearbeid, en ook waar het betreft de
kinderen te brengen tot Jezus, door' niet
alleen tó zorgen voor geest en lichaam,
maar ook voor de ziel. Den directeur
werd dank gebracht voor zijn mededee
lingen.
Rekening.
Door den heer C. Kamermans, accoun
tant en door de commissie voor het
nazien werd geadviseerd de rekening goed
te keuren, die aanwijst f 405.67i/2 goed
slot, hij een eindcijfer van f63.493.29.
De commissie wees er o.a. op, dat
steun zeer noodig blijft.
De penningmeester, de heer Ds J. de
Vries, lichtte verschillende posten toe en
deed uitkomen, dat er moest worden ge
leefd van twee extra inkomsten-potjes,
en niet voldoende van de gemeenten werd
ontvangen.
Spr. kan mededeelen, dat het personeel
zich een pensioen kan verzekeren van
f 7 per week, als hot de helft der premie
betaalt, het bestuur betaalt dan de andere
helft.
De penningmeester werd gedechargeerd
en hem werd onder applaus dank ge
bracht voor zijn beheer.
De begrooting 1929 werd eveneens
vastgesteld en daarbij weer een bedrag
van f 26.175 als op te brengen door de
gemeenten vastgesteld. Het eindcijfer is
f 56.525. De penningmeester wees er nog
op, dat de schuld, die in totaal f82.500
de verschillende stukken beizorgen kwam.
„Mevrouw Van Meersma,' 'zeide hij
in gebroken Hollandsch sprekend, „hier
is uw post." -
En hij reikte haar enkele couranten en
twee brieven over.
De oogst viel 'Mevrouw Van Meersma
tegen: er was geen brief van Annie biji;
de een was van een kennis in Utrecht,,
de ander was bestemd voor Lia, die on
middellijk de hand van Lies Meinema
herkende. Hoe aardig, dat zij onmiddellijk
terugschreef op haar brief, verleden week
van hier verzonden.
„Niets van Annie," klaagde Mevrouw
Van Meersma. „Wat scheelt dat kind
tochl"
„Ik begrijp het ook niet, Mama. Zij
zal toch niet ziek zijn?"
„Dan zou Theo het toch wel schrijven I
Of in ieder geval Papa. Ik begrijp het
niet."
Daarop nam zij den brief uit Utrecht,
terwijl Lia het epistel van Lies Meinema
met klimmende belangstelling lezen 'ging.
Allereerst vernam zij, dat Hans het be
roep naar Maarveen had aangenomen en
er over een maand wonen zou met haar,
„bij gebrek aan beter". (Lia zag den
oolijken lach op het gezicht van de yroo-
lijike Lies, terwijl zij schreef 1). Verder ver
telde de brief over alle mogelijke nieuw
tjes op het dorp, voorzoover zjj, naar de
schrijfster meende, Lies interesseeren zou
den.
heeft "bedragen is gedaald tot f 31.000'
Spr. hoopt, dat door vele giften met een
bepaald doel, in casu extra-aflossing, het
bedrag spoedig nog meer zal dalen.
Ds J. de Voogd doet nog enkele mede
deelingen omtrent de gebouwen en ver
zekerde, dat men niets uitgeeft, dat niet
noodig is. Spr. wees op de groote ter
reinen, op de moeilijkheden met de in
gewikkelde rioleering, op de verzakking,
doordat het jongenshuis staat op een
gedempten vijver en de modder niet vol
doende is verwijderd.
Uit een rapport van Gemeentewerken
blijkt, dat het gebouw enkele jaren mede
zal kunnen gaan. Er zal worden nagegaan,
hoeveel de verzakking werkelijk bedraagt
en of er ingrijpende veranderingen moeten
plaats hebben. O.a. is een oogenblik ge
dacht aan het huren van een huis om er
een der afdeelingen onder te brengen.
De heer Ds Van Voorst Vader bracht
namens den Kerkeraad van Middelburg
en ook namens alle andere in Zeeland
dank voor hetgeen ook dit jaar weer
door bestuur, directie en personeel voor
da kinderen is gedaan en hoopte dat God
hun werk moge zegenen.
Hierna werd de morgenvergadering ge
sloten.
In de middagvergadering, die geopend
werd met het zingen van Ps. 119: 5, deel
de de voorzitter mede, dat de verkiezing
van bestuursleden tot resultaat heeft ge
had, dat werden herkozen mevrouw
SnoepVan Stam, Middelburg, met 40;
Ds R. ten Kate, Koudekerke, met 42; Ds
A. Vrijlandt, Biervliet, met 40 en 'Ds J. W
Swaan, Domburg, met 40 stemmen en ge
kozen, in plaats van den heer A. J. van
Schelven, die zich niet herkiesbaar stelde,
Ds S. H. J. Voors, Zierikzee, met 36 stem
men.
Vervolgens deelde de voorzitter mede,
dat een gift van f 150 is ontvangen van
de Diaconie te Biervliet voor extra on
kosten.
De collecte aan de 'koffietafel heeft 'het
groote bedrag van f 41,83 opgebracht.
Dr O. Norel Jr. te Leeuwarden sprak
daarna over: „De wereld, het kind en
God". Spr. zeide, dat het te begrijpen, is,
dat hij het kind in het middelpunt plaatste
in deze omgeving. Het kind staat tusschen
de wereld en God in, en dit is vooral het
geval voor het opgroeiende kind, van het
welk het de vraag is of 't bestand is tegeir
de wereld. De wereld is vol zonde en de
kinderen moeten door deze woestijn trek
ken, door dien doolhof. Voor den wereld-
strijd kan men de kinderen niet bewaren,
want de wereld trekt juist hel kind. In de
prilste jeugd fantastisch, later m,eer wer
kelijk, stellen zij zich voor wat zij berei
ken willen, al valt het maar al te dikwijls
tegen. Maar allen zuilen menschen moeten
worden mot God. Men moet met hen daar
om over God spreken als over het licht, al
is het dan een ontoegankelijk licht. De we
reld trekt de kinderen, maar God doet her
ook, wat o.a. blijkt uit het feit, dat vele
kinderen het liefst liederen zingen van den
hemel, waarin geen ellende is. Met dit al
les moet men rekening houden bij de op
voeding.
Men moet uitgaan van het eerst gege-
vene en dat is God, want die schiep im
mers hemel en aarde. Het eerst moet men
dus met God en Zijn wil rekenen. Het komt
er op aan, wat God met deze wereld voor
heeft; Hij heeft echter een punt gegeven,
waa.r men beide, God en do wereld, kan
vinden, en dat is in Jezus Christus. Daar
om moeten ook de kinderen Christus vin
den. Men moet de kinderen helpen dj
spanning, waarin zij allen verkeeren, ts
overwinnen, door Christus te plaatsen in
het midden der opvoeding. Het worden tot
kinderen der opstanding, is het kinderen
Gods zijn.
De Voorzitter brengt den heer dr Norel
dank voor zijn ernstige en opwekkende
woorden. Spr. meent, dat men een goéde
.vergadering heeft gehad met veel belang
stelling voor het mooie kinderzorgwerk.
Nadat staande gezongen was Gezang
74: 2, ging dr Norel in dankzegging voor.
Bij den uitgang werd gecollecteerd voor
de extra aflossing der leeningen.
Velen namen een kijkje in de stichting
en bezochten ook de tentoonstelling van
voorwerpen van handwerken en slöjd, die
in een der zalen waren geëtaleerd ten ver
koop.
Opeens kleurde het lezende meisje
heftig
„En dan moet ik je een groot nieuws
vertellen. Wat er voorgevallen is, weet
ik niet, maar ik 'kan je verzekeren, dat
je oom Adriaan, als je weer hier bent,
heel anders tegenover je wezen zal dan
de eerste maal. Hij heeft het me giste ren
rondweg gezegd, dat hij je niot goed be
handeld had; dat je zulk een behande
ling niet had verdiend. Eerlijk waar, kind,
dat waren zijn woorden. 'kMoel zeggen,
dat ik er paf van stond, want, je weet
het: de boeren over het algemeen en
zeker de boeren hier, zeggen, hun gevoe
lens niet zoo openhartig en komen er niet
gauw toe, om te bekennen, dat ze ongelijk
hebben gehad. En zeker gebeurd dat niet,
met alle respect voor je familie I door oen
Adriaan Blankertl Wat verandering zich
aan hem voltrokken hoeft, weet ik niet.
En hoe het komt al evenmin. Maar een
feit. is, wat ik zooeven schroef. Hans
komt heel vaak op de boerderij en met
vader heeft je oom den laatsten tijd veel
gepraat. Of de verandering door hun in
vloed gekomen is? Het is best mogelijk,
maar breek je er het hoofd maar niet om.
Het voornaamste is, d,at, wanneer je komt,
(en je blijft toch niet al te lang meer weg,
wel? jammer, dat ik er dan niet meer
zal zijn I) je oom voor jou omgekeerd zal
zijn, als een blad aan een boom. Ik Bcbrjif
dit uitvoerig, omdat ik weet, dat het
je goed zal doen." (Woidt vervolgd.)