DE ZEEUW TWEEDE BLAD. FEUILLETON Het huisje aan dan zeedijk Uit de Provincie. VAN DONDERDAG 4 APRIL 1929. No. 155. JAARVERGADERING DER CHR. HIST. UNIE. Rede Mr Schokking. Zooals reeds gemeld, is gisteren te Am sterdam de jaarvergadering der Christelijk- Historische Unie gehouden. Aan de openingsrede van mr J. Schok king is het volgende ontleend: Het is mij genoeg aanstonds dei aan dacht te blijven vragen voor het vast houden aan een beginselpoli- t i e k, waarvan de beteekenis, niet het minst om de gevolgen, moeilijk wordt overschat. Een vasthouden, niet maar in theorie, doch in de practijk. Ifc wil herinneren aan het besluit om vast te houden niet alleen aan ons par lementaire stelsel, maar de erkenning te vens van de noodzakelijkheid van het bieden van verzet tegen ieder piogen om dit te vernietigen of te ondermijnen. Is ons uitgangspunt juist, dat hoofd doel van den strijd moet zijn verweer tegen een revolutionair ombuigen van onze staatsinstellingen, Waaronder ik ook begrijp het vermaatschappelijken daar van, in dezen zin, dat het onderscheid tus- schen staat en maatschappij hoe langer hoe meer wordt weggenomen, en dat in het Christelijk beginsel, inzonderheid naar zijn positief Protestantsche opvatting, de beste kracht tot verweer ligt, dan behoor den allen, die dit tevens als algemeen leidend beginsel voor het. politieke le ven opnemen één te zijn. Ik weet, dat dit historisch, voor het oogenblik althans, wat de anti-revolutio naire partij aangaat, moeilijk zou gaan. Maar al botst het op sommige punten tengevolge daarvan wel eiens tusscheo haar en ons, toch kan met betrekking tot meerdere en daaronder de voornaam ste gesproken worden van een afzonderlijk imarcheeren, doch .„vereint schlagen". Naar ik meen, kan dan ook in oprecht heid in onze algemeen® vergadering een iwoord van gelukwenseh aan het adres van de Anti-revolutionaire partij met de herdenking van haar 50-jarig bestaan Worden uitgesproken, met den wensch, dat de komende jaren meer toenadering dan verwijdering brengen. De Christelijke grondslagen van ons volksleven 'blijven voor ons de inzet van den strijd. In het manifest treedt sterk' na,ar vo ren de handhaving van het Overheids gezag en evenzoo van den daadwerkelijken invloed des volks door zijin vertegenwoor diging. Maar voorts ook de onaantast baarheid van het huwelijk en veiligstelling van het gezin. Bewaring van de eietof heid des volks en handhaving zooveel mogelijk van z'n 'Protestantsch karakter, als waarborg voor de vrijheid, inzonder heid van geweten en godsdienst. Steviging van 3e geestelijke en zedelijke brkchtenl dos volks. Daarnevens een voortdurend stelselma- tig, naar allen kant acht geven op het onderhouden, vernieuwen en verruimen v,an de bronnen van welvaart; zonder te kort te doen aan anderen zal daarbij in den eersten tijd bijzondere aandacht aian den landbouw geschonken moeten worden. Een ruim opgevatte sociale voorzorg, Waar aldus opgevat, en uitgewerkt, dat de .voorziening in het levensonderhoud der burgers met wordt overgebracht op den Staat en het persoonlijk verantwoor delijkheidsbesef niet wordt geschaad. Ernstige en krachtige ondersteuning van 'tstreven om de internationale verhou dingen op het recht te bouwen. En ten slotte, maar niet in dei laatste plaats, het aannemen van een zoodanige houding tegenover het koloniale vraag stuk, dat met handhaving van' het Neder- landsche gezag dit dienstbaar wordt ge maakt aan een onbaatzuchtige behartiging van de verschillende belangen der volks groepen en daarbij aan den drang naar door HUGO KINGMANS- 90.) o— Verbaasd had Lia ha'ar moeder aan gezien: was dat nu werkelijk gemeend of werd het met eenige ironie gezegd, of was het slechts een opwelling van het oogenblik? Doch het gelaat van Mevrouw toonde niet een ironisehen trek. Het was in één woord ondoorgrondelijk. Lia herinnerde zich da woorden Van haar vader: „je moeder, kind, zij is meest al een levend raadsel". Inderdaad: papa had gelijk; Mama werd ook haar een raad sel. En als zij nu de oplossing maar kon vinden; mogelijk werd het dan wel goed. Maar zij kon den sleutel niet vin den. Alleen ging het vaag tot haar door dringen, dat haar moeder zich den laat- sten tijd anders voordeed dan zij in werkelijkheid was. Tot er, het was op den tienden dag van hun verblijf in Beieren, plot seling voor Lia een licht opging en er een verrassende openhartigheid kwam. Achter de bergen was de zon voor dien dag schuil gegaan. Zij zaten in de avond koelte, op het terras van het pension te meerdere staatkundige zelfstandigheid zoodanige leiding wordt gegeven, dat het leven dier volksgroepen daardoor niet geschaad, maar gebaat wordt. Na deze openingsrede werd besloten een telegram van hulde en trouw te zenden aan H. M. de Koningin, waarna de vergadering het „Wilhelmus" zong. Vervolgens werd voorlezing gedaan van een telegram, houdende bericht van ver hindering van dr de Visser en den heer J. ter Haar .Jr., alsmede een telegram van de drie C.H. ministers, waarin deze den wensch van een goed verloop der vergadering hadden neergelegd. Hoofdbestuursverkiezing. Na de pauze werd aan de orde gesteld de verkiezing van drie leden van het hoofdbestuur, wegens periodieke aftreding van de heeren ds H. van Eyck van Hes- linga, mr ji. van Veen en ds J. Voor- steegh. De uitslag van de stemming was, dat de heeren ds H. van Eyck van Heslinga en ds J. Voorsteegh herkozen werden en dat in de plaats yan Mr R. v. Veen, die zich niet meer beschikbaar stelde, geko zen werd mr dr A. A. van Rhijn. Een motie. Daarna kwam in behandeling de vol gende motie, voorgesteld door de afdee- ling Leiden: „De Christelijk-IIistorische Unie, in al- gemeene vergadering bijeen, gezien het schrijven in de Nederlander van 26 Februari j.l. van dr J. Th. de Visser en baron de Vos van Steenwijk, met leedwezen vernomen hebbende, dat zij hunne medewerking aan de Nederlan der meenen te moeten onttrekken, betreurende, dat zij dit doen in bewoor dingen, waarmede zij den heer J. R. Snoeck Henkemans beschuldigen van een onvadorlandlievende houding, constateert, dat deze beschuldiging, in het publiek gedaan, niet is teruggeno men; blijft haar volste vertrouwen stellen in den heer Snoeck Henkemans en spreekt als haar wensch uit, dat hij onder Gods zegen nog vele jaren met dezelfde opge wektheid als tot heden zijn krachten moge blijven geven tot heil van Unie, Vorsten huis en Vaderland." De vertegenwoordiger van Leiden, die deze motie verdedigde, merkte op, dat het de afdeeling heeft gegriefd, dat zulk een schrijven aan den heer Snoeck Hen kemans is gericht. Het ligt niet aa'n ons aldus spr. om over de schrijvers te oordeelen, maar wij keuren het af dat iemand, die midden in het werk va.n do Unie staat, van een onvaderlandlieven- do houding beschuldigd wordt. (Applaus.) De heer Snoeck Henkemans wees er op, dat in de moeilijke dagen en uren, die achter hem liggen, zijn be doelingen steeds van dien aard zijn ge weest, dat hij ze voor zijn geweten en God hoeft kunnen verantwoorden. In het belang der Unie dringt spr. er bij Lei den op aan, dat de afdeeling de motie zal intrekken. (Applaus.) Onder toejuichingen der geheele ver gadering verklaart Leiden zich hiertoe be reid. De v o o r z i 11 e r zeide, dat dit verloop der kwestie hem bijzonder verheugt en hij knoopt daaraan de hoop vabt, dat deze bespreking gelijk moge staan met een verzoening tusschen de betrokkenen. Daarom is het voor spr. een aangename taak, de vergadering voor te stellen aan dr De Visser, bij zijn afscheid uit het actieve politieke leven een telegram te zenden, waarin de vergadering hem dank en hulde brengt voor het vele, dat hij in den loop der jaren heeft gedaan. Door stormachtige toejuichingen hechtte de vergadering haar goedkeuring aan dit voorstel. Hierna werd de behandeling van het verkiezingsmanifest voortgezet. Verkiezingsmanifest 1929. Hierna kwam aan de orde de vaststel ling van het verkiezingsmanifest 1929, waarin slechts oribeteekenende wijzigin gen werden aangebracht. Bij de paragraaf „Algemeene beginse len", werd een amendement van de af deeling Dordrecht om de tweede alinea te lezen: „De overheid, als zelfstandige genieten van de rust, die volgde op een dag van ingespannen wandelen. Nog enkele andere groepen pension gasten waren mede op het terras, hier en daar verspreid. Er werd Duitsch gespro ken. Maar men hoorde er ook Fransch en Engelsch, terwijl Lia meende, dat in een hoek van het terras het zoet vloei ende Italiaansch werd vernomen. Maar hoe dat alles zij, Nederlanders waren er niet. Zij hadden wel gemerkt, bij de kennismaking, dat niemand deze taal verstond, zoodat zij ongestoord en ongehoord zich onderhouden konden. „Ik begrjjp niet, dat de post zoo laat komt," meende Mevrouw Van Meersma. ,,'tls al aeht uur. Anders ko.mt hij- toch om zeven uur." „Hij is mogelijk al geweest, Mama," merkto Lia op. „Het lijkt mij onwaarschijnlijk. Dan had den wij er toch iets van moeten zien. Bovendien verwacht ik stellig bericht van Annie. Papa zal wol niet, meer schrij ven, alleen een kaartje om te berichten, wanneer hij precies komt." „Ja, van Annie," peinsde Lia hardop. „Na die eene kaart, voor vier dagen, hebben wü niets meer gehoord." „En zij schreef toch, dat een brief volgen zou," zeide Mevrouw Van Meers- ma. „Ik begrijp niets van dat kind." „Voor mij is Annie ook een raadsel, Mama. Alleen weet ik wel Kleurend en verlegen hield Lia op, macht, is geroepen in wetgeving en beleid de Christelijke beginselen voor te staan en te eerbiedigen", aangenomen. Bij de paragraaf „Onderwijs", werd aangenomen een amendement Groningen om alinea I als volgt te lezen: „Bij handhaving van de financiëele gelijkstel ling van het Openbaar en het Bijzonder onderwijs worde gestreefd naar een zoo danige inrichting van het onderwijs, dat, onder waarborg van een behoorlijk peil, gewaakt worde tegen opvoering der kosten." In de paragraaf betreffende de bevorde ring van wat strekken kan tot verhooging van het geestelijk en stoffelijk peil van het Nederlandsche volk, werd een nieuwe alinea ingevoegd, als volgt luidend: „Daartoe worde inzonderheid aan het arbeidersvraagstuk de noodige aan dacht gewijd, opdat in de verhoudingen tusschen ondernemers en arbeiders meer bevrediging kome." Om tegemoet te komen aan amende menten van Stavoren en Gorinchem be sloot de vergadering vervolgens, op voor stel van den heer Snoeck Henkemans, aan de voorlaatste alinea toe te voegen: tegelijkertijd blijft het oog gericht op handhaving en bevordering van de sociale verzekering, waarbij een zooda nige regeling tot stand kome, dat dege nen, die thans uitgesloten zijn van de ouderdoms- en invaliditeitsverzekering, de gelegenheid tot deelneming worde ge opend." Aan de orde was daarna de „Land- bouw"-paragraaf „Aan alle maatregelen, die de ontwik keling van land- en tuinbouw kunnen be vorderen, worde door de Overheid bij zondere aandacht gewijd. Een zoo vol ledig mogelijk ingerichte voorlichtings dienst behoort daaronder een eerste plaats in te nemen. De regeering trachte de uitbreiding van cultuurgrond te bevor deren en de productiviteit van den bodem te verhoogen. Mede om den trek naar de groote ste den tegen te gaan, worde bij de Over- beids-bemoeiing met het verkeer in den ruimsten omvang gewaakt tegen achter stelling van het platteland. De grondpolitiek blijive er op gericht, dat aan een zoo groot mogelijk aantal inwoners gelegenheid geboden wordt een eigen stuk grond te bezitten en te bear beiden." Op voorstel van het II.B. werd aan 3eze paragraaf een nieuwe alinea toegevoegd, genomen uit een door Eibergen voorge steld amendement. Deae alinea luidt: „Op een goede ontwatering en een zooveel mogelijk voorkomen van herhaalde over stroomingen, blijve de aandacht der over heid steeds gevestigd." De vertegenwoordiger van Loosdrecht deed in een uitvoerige rede een beroep op het volgen van een actieve handels politiek, in verband met de sombere tijden voor landbouw, tuinbouw, en nijverheid Voornamelijk als gevolg van de hooge 'buitenlandsche tarief muren. Voorts hield hij een pleidooi voor den internationalen vrijhandel. De voorzitter wees op de gecompliceerd heid van deze kwestie; het meerendeel der leden der Unie verwacht van actieve handelspolitiek meer kwaad dan goed. Het beste is verreweg, te handelen naar om standigheden. Wel zal men zich hebben te...hoeden voor het bouwen van tarief- muren, wordt eenmaal hiermede begon nen, dan is het eind® niet in zicht. Spr. hoopte dat de vergadering zich zou houden aan de redactie v.an de lamdbouwp'aragraaf, zooals het H.R. deze heeft samengesteld; behoudens dan de joevoeging van Eiber gen. Aldus werd, na stemming t bij zitten en opstaan, besloten. Verder trok de afdeeling Oosterbeek haar voorstel in om aan het manifest een nieuwe paragraaf, „Justitie", toe te voegen, als gevolg waarvan ook intrekking volgde van het voorstel Oosterend (Fries land) om aan deze paragraaf toe te voe gen: „Bevorderd worde wederinvoering van de doodstraf, als eiscli van. Gods Woord". In verband met het vergevorderde uur besloot do vergadering op verzoek van den voorzitter, de behandeling van een tal voorstellen, ingekomen van verschil- starend over den weg, waarop zij in de verte een stip naderen zag: misschien de postbode wel. „Wat weet je wel, Lia?" „Och, 'kweet niet. Herkan ook' wel verbeelding zijn, al dach*ik van niet." „Nu, zeg het maar." Lia raapte al haar moed bijeen. „Ik geloof niet, dat Lia gelukk'ig is. Papa meent het ook niet. Vooraf heeft hij het wel gezegd." „Zoo, hebben jullie er met elkander over gepraat. Ja, het is verbazend zoo als jullie beiden het met elkaar kunnen vin den. Maar dan had dat mij ook wel eens gezegd mogen worden." Met moeite kon Lia een glimlach on derdrukken: alsof Mama, die Theo van Zeggelen had gefeteerd, daarnaar zou ge luisterd hebben I Zij zou er alleen steke lige op- en aanmerkingen voor ever gehad hebben I Mevrouw Van Meersma voelde dat blijk baar ook, onmiddellijk na het uitstre ken harer woorden. Want zij zeide: „Maar neen, dat is gekheid; ik heb zelf Anrue aangeraden, zich aan Theo gelegen ,te la ten liggen. Hij leek mij een goede partij." In de gezelschappen, op het terras, die langzamerhand toenadering begonnen te zoeken, zoodat twee of drie er een wer den, steeg een hoeraatje op. De reden lag voor de hand: de postbode verscheen en bracht voor allen wat, maar spoedig bleek, toen de eigenaar van het pension lende afdeelingen, uit te stellen tot de volgende algemeene vercadering. De heer Visch uit Haarlem maakte zich tot tolk van de gevoe'ens der geheele vergadering, als hij den voorzitter dank- ezgde voor zijn goede en bezielende lei ding. Ds Heemskerk uit Dordrecht sloot de vergadering tenslotte met gebed. Kinderzorg. Jaarverslag. Door den secretaris, ds J. W. Swaan uit Domburg, werd het jaarverslag uitge bracht, waaraan wij ontleenen, dat het jaar begon in dikke duisternis, maar nu, na 1928 b'ijkt ook het licht te zijn 'op gegaan. Er is dankbaarheid bij' meerderen, die de stichting verlieten, vooral bij de jongens. in 1928 daalde het aantal verpleegden van 140 tot 99 in het gesticht en daar buiten van 52 op 46. Een geluk noemt Spr. het, dat 11 vrije pupillen weer naar de gezinnen konden terug gaan. Het gestichtsleven heeft be zwaren, maar ook voor'deelen, daar zij dan beter school kunnen gaan. Eesn meisje overleed na 13 maan den in het gasthuis te zijn Verpleegd; een jongen van 4l/2 jaar overleed. Spr. herinnert aan het werk van dr Wap voor de kinderen. Het gedrag der kinderen was over het algemeen goed, een 3-tal moest echter van de stichting worden verwijderd. Spr. herinnert dan aan de auto-uitstapjes o.a. naai- Schou wen en naar Antwerpen, en aan het bezoek van H. M. de Koningin- Moeder. Ook het instellen van een pensioens- regeling voor het personeel, de muta ties in het personeel, passeerden de re vue, waarbij spr. afkeurde het ontslag- nemen op korten termijn. Spr. bracht dank aan allen die steunden, vooral ook aau de „collectantjes, die het bedrag van f 6955 op f 7715 brachten. Er is veel geld noodig te meer waar het van 1914 dateerende jongenshuis aanhet verzak ken 'is. Spr. zegt, dat men geld zeker, maar ook blijmoedigheid noodig heeft om de stichting te doen voortbestaan. Maar ook om de kinderen, die er komen, na der tot God te brengen. Het uitgebreide jaarverslag werd met dank aan den secretaris goedgekeurd. Hierna deed de directeur, de heeir P. D. Middelkoop, enkele mededeelingen, in de eerste plaats over de inrichting der gebouwen, over het toelaten van zon en lucht, over de speelterreinen en tuinen, die niet doet denken aan kinderzorg, doch aan kindervreugde. Het is hier echter slechts een tijdelijk verblijf voor de kinderen, zij moeten worden voorbe reid voor het verdere leven, voor de samenleving. Er wordt niet zonder succes gearbeid, en ook waar het betreft de kinderen te brengen tot Jezus, door' niet alleen tó zorgen voor geest en lichaam, maar ook voor de ziel. Den directeur werd dank gebracht voor zijn mededee lingen. Rekening. Door den heer C. Kamermans, accoun tant en door de commissie voor het nazien werd geadviseerd de rekening goed te keuren, die aanwijst f 405.67i/2 goed slot, hij een eindcijfer van f63.493.29. De commissie wees er o.a. op, dat steun zeer noodig blijft. De penningmeester, de heer Ds J. de Vries, lichtte verschillende posten toe en deed uitkomen, dat er moest worden ge leefd van twee extra inkomsten-potjes, en niet voldoende van de gemeenten werd ontvangen. Spr. kan mededeelen, dat het personeel zich een pensioen kan verzekeren van f 7 per week, als hot de helft der premie betaalt, het bestuur betaalt dan de andere helft. De penningmeester werd gedechargeerd en hem werd onder applaus dank ge bracht voor zijn beheer. De begrooting 1929 werd eveneens vastgesteld en daarbij weer een bedrag van f 26.175 als op te brengen door de gemeenten vastgesteld. Het eindcijfer is f 56.525. De penningmeester wees er nog op, dat de schuld, die in totaal f82.500 de verschillende stukken beizorgen kwam. „Mevrouw Van Meersma,' 'zeide hij in gebroken Hollandsch sprekend, „hier is uw post." - En hij reikte haar enkele couranten en twee brieven over. De oogst viel 'Mevrouw Van Meersma tegen: er was geen brief van Annie biji; de een was van een kennis in Utrecht,, de ander was bestemd voor Lia, die on middellijk de hand van Lies Meinema herkende. Hoe aardig, dat zij onmiddellijk terugschreef op haar brief, verleden week van hier verzonden. „Niets van Annie," klaagde Mevrouw Van Meersma. „Wat scheelt dat kind tochl" „Ik begrijp het ook niet, Mama. Zij zal toch niet ziek zijn?" „Dan zou Theo het toch wel schrijven I Of in ieder geval Papa. Ik begrijp het niet." Daarop nam zij den brief uit Utrecht, terwijl Lia het epistel van Lies Meinema met klimmende belangstelling lezen 'ging. Allereerst vernam zij, dat Hans het be roep naar Maarveen had aangenomen en er over een maand wonen zou met haar, „bij gebrek aan beter". (Lia zag den oolijken lach op het gezicht van de yroo- lijike Lies, terwijl zij schreef 1). Verder ver telde de brief over alle mogelijke nieuw tjes op het dorp, voorzoover zjj, naar de schrijfster meende, Lies interesseeren zou den. heeft "bedragen is gedaald tot f 31.000' Spr. hoopt, dat door vele giften met een bepaald doel, in casu extra-aflossing, het bedrag spoedig nog meer zal dalen. Ds J. de Voogd doet nog enkele mede deelingen omtrent de gebouwen en ver zekerde, dat men niets uitgeeft, dat niet noodig is. Spr. wees op de groote ter reinen, op de moeilijkheden met de in gewikkelde rioleering, op de verzakking, doordat het jongenshuis staat op een gedempten vijver en de modder niet vol doende is verwijderd. Uit een rapport van Gemeentewerken blijkt, dat het gebouw enkele jaren mede zal kunnen gaan. Er zal worden nagegaan, hoeveel de verzakking werkelijk bedraagt en of er ingrijpende veranderingen moeten plaats hebben. O.a. is een oogenblik ge dacht aan het huren van een huis om er een der afdeelingen onder te brengen. De heer Ds Van Voorst Vader bracht namens den Kerkeraad van Middelburg en ook namens alle andere in Zeeland dank voor hetgeen ook dit jaar weer door bestuur, directie en personeel voor da kinderen is gedaan en hoopte dat God hun werk moge zegenen. Hierna werd de morgenvergadering ge sloten. In de middagvergadering, die geopend werd met het zingen van Ps. 119: 5, deel de de voorzitter mede, dat de verkiezing van bestuursleden tot resultaat heeft ge had, dat werden herkozen mevrouw SnoepVan Stam, Middelburg, met 40; Ds R. ten Kate, Koudekerke, met 42; Ds A. Vrijlandt, Biervliet, met 40 en 'Ds J. W Swaan, Domburg, met 40 stemmen en ge kozen, in plaats van den heer A. J. van Schelven, die zich niet herkiesbaar stelde, Ds S. H. J. Voors, Zierikzee, met 36 stem men. Vervolgens deelde de voorzitter mede, dat een gift van f 150 is ontvangen van de Diaconie te Biervliet voor extra on kosten. De collecte aan de 'koffietafel heeft 'het groote bedrag van f 41,83 opgebracht. Dr O. Norel Jr. te Leeuwarden sprak daarna over: „De wereld, het kind en God". Spr. zeide, dat het te begrijpen, is, dat hij het kind in het middelpunt plaatste in deze omgeving. Het kind staat tusschen de wereld en God in, en dit is vooral het geval voor het opgroeiende kind, van het welk het de vraag is of 't bestand is tegeir de wereld. De wereld is vol zonde en de kinderen moeten door deze woestijn trek ken, door dien doolhof. Voor den wereld- strijd kan men de kinderen niet bewaren, want de wereld trekt juist hel kind. In de prilste jeugd fantastisch, later m,eer wer kelijk, stellen zij zich voor wat zij berei ken willen, al valt het maar al te dikwijls tegen. Maar allen zuilen menschen moeten worden mot God. Men moet met hen daar om over God spreken als over het licht, al is het dan een ontoegankelijk licht. De we reld trekt de kinderen, maar God doet her ook, wat o.a. blijkt uit het feit, dat vele kinderen het liefst liederen zingen van den hemel, waarin geen ellende is. Met dit al les moet men rekening houden bij de op voeding. Men moet uitgaan van het eerst gege- vene en dat is God, want die schiep im mers hemel en aarde. Het eerst moet men dus met God en Zijn wil rekenen. Het komt er op aan, wat God met deze wereld voor heeft; Hij heeft echter een punt gegeven, waa.r men beide, God en do wereld, kan vinden, en dat is in Jezus Christus. Daar om moeten ook de kinderen Christus vin den. Men moet de kinderen helpen dj spanning, waarin zij allen verkeeren, ts overwinnen, door Christus te plaatsen in het midden der opvoeding. Het worden tot kinderen der opstanding, is het kinderen Gods zijn. De Voorzitter brengt den heer dr Norel dank voor zijn ernstige en opwekkende woorden. Spr. meent, dat men een goéde .vergadering heeft gehad met veel belang stelling voor het mooie kinderzorgwerk. Nadat staande gezongen was Gezang 74: 2, ging dr Norel in dankzegging voor. Bij den uitgang werd gecollecteerd voor de extra aflossing der leeningen. Velen namen een kijkje in de stichting en bezochten ook de tentoonstelling van voorwerpen van handwerken en slöjd, die in een der zalen waren geëtaleerd ten ver koop. Opeens kleurde het lezende meisje heftig „En dan moet ik je een groot nieuws vertellen. Wat er voorgevallen is, weet ik niet, maar ik 'kan je verzekeren, dat je oom Adriaan, als je weer hier bent, heel anders tegenover je wezen zal dan de eerste maal. Hij heeft het me giste ren rondweg gezegd, dat hij je niot goed be handeld had; dat je zulk een behande ling niet had verdiend. Eerlijk waar, kind, dat waren zijn woorden. 'kMoel zeggen, dat ik er paf van stond, want, je weet het: de boeren over het algemeen en zeker de boeren hier, zeggen, hun gevoe lens niet zoo openhartig en komen er niet gauw toe, om te bekennen, dat ze ongelijk hebben gehad. En zeker gebeurd dat niet, met alle respect voor je familie I door oen Adriaan Blankertl Wat verandering zich aan hem voltrokken hoeft, weet ik niet. En hoe het komt al evenmin. Maar een feit. is, wat ik zooeven schroef. Hans komt heel vaak op de boerderij en met vader heeft je oom den laatsten tijd veel gepraat. Of de verandering door hun in vloed gekomen is? Het is best mogelijk, maar breek je er het hoofd maar niet om. Het voornaamste is, d,at, wanneer je komt, (en je blijft toch niet al te lang meer weg, wel? jammer, dat ik er dan niet meer zal zijn I) je oom voor jou omgekeerd zal zijn, als een blad aan een boom. Ik Bcbrjif dit uitvoerig, omdat ik weet, dat het je goed zal doen." (Woidt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5