DE ZEEDW
DERDE BLAD.
Staten-Generaal
Uit de Provincie.
Middelburg. De heer H. den Engelsman
VAN
ZATERDAG 23 MAART 1929. No. 147.
De Universiteit van principieel standpunt
bezien feitelijk nog meer noodzakelijk dan I
in 1880.
De .Vrije Universiteit neemt een prin- i
cipieel .standpunt in. Ze gaat uit van
bepaalde beginselen en wel van de 'Ge
reformeerde beginselen.
Dit is wel als verwijt tegen haar in
gebracht. De wetenschap zoo rede
neerde men dan moet vrij zijn; het
is in strijd met haar wezen en aard haar
te binden aan bepaalde beginselen.
Dat verwijt was dan echter ongegrond.
De mannen, die in naam der weten
schap', dit verwijt inbrachten, deden pre
cies hetzelfde. Zij ook lieten zich bij hun
wetenschappelijk onderzoek leiden door
bepaalde beginselen. Dit kon ook nies
anders. Het zijn tenslotte altijd onbe
wezen stellingen, waarvan men in zijn
denken uitgaat en waardoor men zijn
denken laat beheerschen. Maar als men
het geoorloofd achtte zelf uit te gaan
van bepaalde beginselen kon men niet
veroordeelen anderen, die dat ook deden,
al waren die beginselen dan de Gerefor
meerde. i
En het was noodig, dat een Universiteit
werd opgericht op 'den grondslag der Ge
reformeerde beginselen.
Wat men uitgaf als „zuivere" we
tenschap; maar metterdaad ook stond on
der invloed van bepaalde beginselen, was
veelal ongel oor i ge wetenschap'.
Er werden aan de hoogescholen leerin-
gen verbreid, die lijnrecht in strijd waren
met Gods Woord, dus met de waarheid.
Maar die leeringen werden dan voorge
steld als vrucht van zuiver wetenscha.pi-
.pelijk onderzoek. En bij de voreering,
die in memgen kring wordt gekoesterd
voor „de wetenschap", werden die "dwa
lingen daardoor te gevaarlijker. Zoo was
noodig, "dat men zich opmaakte" om de
(wetenschap te Keoefenon in het licht
en onder de tucht van "Gods Woord.
Het wag wel een geweldig ding, dat
men dan zou moeten aandurven. In zijn
rode .„Een geloofsstuk" geeft Dr Kuy-
por aangrijpende herinneringen aan de
spanning, die aan het besluit daartoe
voorafging. Maar men dorst het aan, onn-
dat de overtuiging leefde, dat het moest.
Ook ''de wetenschap moest dienstbaar
gemaakt worden aan de eere van den
verheerlijkten Christus, aan de eere van
Hem, die do Waarhoid is. Die gedachte
sprak Dr Kuyper uit in de rede ter in
wijding der Vrije Universiteit „Souvereini-
toit in eigen kring" als hij daarin zcide:
„Voor ons, die uit de Openbaring leven,
leeft die Messias, werkt die Christus, en
■zit Hij als pouverein veel wezenlijker .op
den troon der kracht Gods, dan Gj daar
nederzit op de zerken van dit koorgraf".
En in de wetenschap' ojp ie komen:
voor de eere van den verhoogden Chris
tus is nu niet minder noodig dan in 1880.
Uit drieërlei oogpunt moge dat worden
aangetoond.
Allereerst is te wijzen op het ver
schijnsel van dezen tijd, dat velen op
het stuk der beginselen alle vastheid
verloren hebben.
Men verklaart dat en zeker niet
ten onrechte uit den geweldigen schok,
die de wereldoorlog toebracht aan zoo
veel, dat voor vaststaand werd aangezien,
maar bezweek. De zékerheid, die men
voorheen meende te bezitten, maakte
plaats .voor onzekerheid.
Dat verschijnsel ging ook niet aan onze
kringen voorbij. Aan dingen, die yoor het
besef vroeger absoluut vaststonden, zijn
sommigen gaan twijfelen. Verwerpen wil
len ze die nog niet. De traditie kan niet
maar zoo ineens geheel losgelaten wor
den. Uit kracht van die .traditie willen ze
nog wel aannemen, dat ze waar zouden
kunnen zijn. Maar ze laten oiok de moge
lijkheid open, dat die dingen wel eens niet
waar zouden kunnen blijken te zijn. Zoo
werd een heel gevaarlijke vijand, de twij
fel, als een vriend door hen ontvangen.
En daartegen is dan wel zeer noodza
kelijk, dat ook de Vrije Universiteit blijft
getuigen van de dingen, die onder ons
volkomen zekerheid hebben en die onder
ons volkomen zekerheid moeten houden.
Met het oog op dat verschijnsel kunnen
wij niet dankbaar genoeg zijd, dat inder
tijd niet de weg is ingeslagen van het
oprichten van bijkondere leerstoelen aan
de bestaande Universiteiten, maar dat be
slist gekozen werd voor Universiteitsstich
ting.
We kunnen er ons zeker over verblij
den, dat nu aan de Openbare Universitei
ten professoren gevonden worden, die
belijdenis doen van het Christelijk geloof,
zelfs, die instemmen met de Gereformeer
de beginselen.
Maar wat zouden wij or'zaglijk veel
missen, wanneer we niet hadden onze
Vrije Universiteit, die in haar ge
heel getuigt van dé absolute waarheid
van Gods Wo.ord en van zooveel dingen,
die onder ons volkomen zekerheid heb
ben en ondanks alles moeten behouden.
Wat toch kan meer het relativisme jn
de hand werken, dan het ouderwqis aan
een Universiteit, waar de eene hoog
leeraar het zóó leert en _een Under juist
omgekeerd. Dan is zeker groot het gevaar,
vooral in dezen tijd, dat de student denkt:
„Het kan zóó zijn, als die professor het
zegt, maai' het kan ook zóó pijn, als die
andere professor het zegt" en dat hjj al-
zoo blijft in den ban van den twijfel. Dat
is dan noodlottig voor hemzelf allereerst.
Maar dat draagt dan niet alleen voor
hemzelf ellendige vruchten. Als „man van
wetenschap" wordt hij straks in grooter of
kleiner kring geëerd en de infectie van
den twijfel kan van hem overgaan op
anderen.
Vooral nu is dan noodzakelijk een Uni
versiteit op den grondslag der Gerefor
meerde beginselen, die getuigt van de
absoluutheid der waarheid, die in Chris
tus Jezus is, We hebben mannen noodig,
zooals Paulus ze beschrijft in 1 Cor.
15:58 standvastig, onbeweeglijk, altijd
overvloedig zijnde in het werk des Hee-
ren. En zulke mannen kunnen wij alleen»
verwachten van een Universiteit, die, een
principieel standpunt innemende, uitgaat
van de waarachtigheid van Gods Woord.
1 i i 1 I i
Er is een tweede verschijnsel, dat in dit
verband de aandacht vraagt.
Er groeit een geslacht pp, dat al een
station verder is. dan degenen, die
nog eenige waarde hechten aan de tra
ditie en denken: het kan zóó zijn, maar
het kan ook anders zijln.
Het is een geslacht, dat niet meer
t w ij f e 11, maar meent heel groote zeker
heid te hebben. En de zekerheid, die het
meent te bezitten is deze, "dat al het be
staande radicaal moet afgebroken worden.
Van traditie wil het ganschelijk niet meer
weten.
Het wil afbreken tof opbouwen is
het niet in staat het wil afbreken:
het huwelijk, het huisgezin, en het ge
zag en zooveel- meer als wïf nog als
een heerlijke erfenis bezitten, als vrucht
van de doorwerking van Gods Woord in
ons volksleven.
Wat dit verschijnsel nu zoo ernstig
maakt is, dat dit afbreken niet alleen
geschiedt door wat men dan „de kunst"
noemt; maar dat er ook onder de pro
fessoren aan de Openbare Universiteiten
al mannen zijn, die van deze verderfelijke
beginselen uitgaan en hun wetenschap
daaraan dienstbaar maken.
De vruchten van dit onheilige werk
wórden dan ook al openbaar in de ver
woesting van hef levén; in de afbraak van
wat in bet leven niet gemist kan worden,
zal het nog eenigermate kunnen bloeien.
Rusland met zijn horden van kinderen,
die geen vader of moeder kennen, en als
beesten rondzwerven, doet zien wat de'
bittere vrucht is van deze leugenleer.
Tegenover de actie van die verderfelijke
beginselen ligt alleen kracht in een Uni
versiteit, die het beginsel der waarheid
stelt tegenover het beginsel van de leu
gen. Christus, die de-Waarheid is, is ook
het Leven. Alleen wanneer, mede door
den invloed van onze 'Vrije Universiteit,
de waarheid nog van kracht blijft in ons
volksleven, mag gehoopt, dat we voor
een cha.os van de zinlooze afbraak zullen
qvorden bewaard.
Jlet het oog op dat dreigend gevaar
van dezen tijd, is onze Vrije Universiteit
nog meer noodzakelijk dan in 1880.
i1 i 1 i 1ii
En eindelijk moge nog op een derde
verschijnsel gewezen worden.
We hebben daarbij het oog op een ver
schijnsel in onze eigen kringen, dat er n.l.
zijn, dia de universitaire idee beginnen
los te laten en aan de seminaristische de
voorkeur gaan geven.
Dat verschijnsel is 'er gekomen omdat
men in den Iaatsten tijd gevaren zag opko
men in den universitairen kring, bij pro
fessoren en studenten; gevaren juist op
het stuk der Gereformeerde beginselen.
Zoo kwam bij sommigen de gedachte op:
is een seminarie toch niet veiliger? En
die alzoio opkomende gedachte vond hier
en daar oiok wel aanmoediging.
Het zou echter toch wel een heel groot
kwaad zijn, wanneer die gedachte aan in
vloed won en men de -universitaire ge
dachte zou loslaten.
Wat wij nu 'vooral noodig hebben, is
een Universiteit op Gereformeerden
grondslag. Om een Universiteit vroegen
in Calvijn èn onze Geref. vaderen. In
den strijd der geesten zoo oordeelden
ze konden ze met minder dan een
Universiteit niet toe. Die strijd vraagt
dat niet minder in onzen tijd. Niet allen
op het terrein van de theologie, maar niet
minder op de andere terreinen van weten
schap wordt de waarheid belaagd en moet
van haar getuigd worden. En dat getui
genis der waarheid moet op de onder
scheiden terreinen van wetenschap uit
gaan van een Gereformeerde Univer
siteit.
Maar dan moet die Universiteit ook
Gereformeerd' zijn en toonen, dat
het haar hooge ernst is met het zuiver
houden van de Geref. beginselen.
Dan zal ze het vertrouwen hebben en
behouden, dat zij behoeft om te kunnen
bestaan en arbeiden.
Dan zal er van haar kracht kunnen uit
gaan tot afweer van de verderfelijke be
ginselen, die het volksleven geheel wil
len verwoesten.
Dan zal ze nog velen, die het slacht
offer dreigen te worden van den twijfel
tot een z'egen kunnen zijn, om ze vast te
zetten op den grond der absolute waar
heid, die ons geopenbaard is in onzen
Heere Jezus Christus.
Ds A. C. HEIJ.
EERSTE KAMER.
Buitenlandsche Zaken. Minister Beelaerts
van Blokland over de Belgische kwestie.
In, de vergadering van gisteren werd
de behandeling van da begrooting voor
Buitenlandsche Zaken voortgezet.
f De heer B r i t (A.R.) zegt ten aan-
i zien van de Utrechfsche publicaties, dat
waar de heer van Embden den nadruk
|j heeft gelegd op het Utrechtsch Dagblad,
jt alsof dat blad de geheele oorzaak van de
kwestie zou zijn, hij wil zeggen, dat de
algeheel e valsch- of echtheid nog volstrekt
j niet is bewezen. In elk geval is de gif-
j; drank niet hier, maar in België gebrou-
ji wen.
Ten aanzien van de verhouding met
België is noch in het Belgische noch in
j! het Fransche parlement de aandacht er op
|j gevestigd, dat wij door een tractaat met
België gebonden waren. Ook Camiel Huys-
:j mans is daar, toen hij voor de S. D. A. P.
ij hier te lande een rede hield, overheen
!j gegleden.
|j En toch zal men bij een eventueele ver
nieuwing van het verdrag met België er
ernstig rekening mee hebben te houden,
dat 't verdrag niet alleen economische
doch ook politieke befeekenis heeft. Spr.
vertrouwt dat de minister bij de nieu
we onderhandelingen het verband tus-
schen de economische en politieke be-
teekenis niet uit het oog zal verliezen.
Tenslotte waarschuwt spr., met het oog
op de garanties, tegen de nationale ontwa
peningsgedachte.
Minister Beelaerts van Blok
land beantwoordt allereerst de Oipmer-
kingen inzake den Volkenbond, waarom
trent hij niet pessimistisch is gestemd.
De Volkenbond bracht in zijn tienjarig
bestaan reeds veel goeds.
Ten aanzien van da vermindering van
de bewapening heeft ons land te Genève
geenszins .een ongunstig figuur gemaakt.
Spr. stelt tenslotte vertrouwen in prof.
Rutgers, die, gelijk de heer Colijn zeide,
van den aanvang ai in do voorste gele
deren van hen die de vredesgedachte
;j huldigden, heeft gestaan. En wat de mi
jl litaire deskundigen betreft, het is toch
Jj volkomen begrijpelijk dat prof. Rutgers in
j militaire- immers bewapeningskwesties,
wordt voorgelicht door militaire deskundi-
|i gen, .die dan ook zeer waardevolle advie-
j zen hebben gegeven.
Wat nu de publicaties betreft, die zoo»
veel beroering hebben gewékt, kan spr.
meedeelen, dat de heer van Beuningen,
tot aankoop van een stuk is overgegaan,
nadat hij wist, dat de regeering er zich
|j voor interesseerde. Aan publicatie ervan
heeft de heer v. Beuningen niet meege»
j werkt, 't Ging er om na te gaan', of en in
i hoeverre men met een authentiek stuk te
i maken had.
Op de vraag nu of het departement
J de publicatie had kunnen voorkomen
waar achteraf is gezegd door den- hoofd-
I redacteur dat hij op eenigon wenk daa.r-
i toe van de zijde der regeiering, publicatie
I! achterwege zou hebben gelaten ant-
1 woordt spr., dat het niet ging om do
j: publicatie in het „U. D." te voorkomen,
doch om publicatie in het algemeen.. Im-
meirs, wanneer het niet in het „U. D." ge
plaatst zou zijn, dan zou het, stuk waar
schijnlijk toch in een ander blad, of op
andere wijze zijn publiek gemaakt.
Het eenige; wat de regeering op het
oogenhlik kon doen was de betrokken
buitenlandsche regeeringen in de gelegen
heid te stellen zich er over uit te spre
ken. Tot instructie .op gerechtelijk terrein
kon onze regeering niet doen overgaan,
omdat van eenig misdrijf hier te lande
daaromtrent niets was gebleken.
Eergisteren zijn aan. de Belgische re
geering alle gegevens en fotografische
copieën van de zich nog in handen van
den heer Van Beuningen bevindende stuk
ken door onze Regeering verstrekt, die
daartoe volle medewerking van den heer
Van Beuningen heeft gekregen.
Thans ka.n rustig het justitieel onder
zoek in België worden afgewacht.
Spreker wijst er clen heer Polak op,
dat de heer Jaspar zich in de Belgisch©
kamer minder positief over een spion-
nagedienst in Nederland heeft uitgelaten
dan wa.s voorgesteld.
Spr. kan overigens verwijzen naar het
antwoord van minister De Geer op de
vragen van mr Marchant.
De vraag of er geen aanleiding is voor
een aanvulling van het Wetboek van
Strafrecht, terzake ongewenschte of ge
vaarlijke publicaties zal spreker overbren
gen aan zijn ambtgenoot van Justitie.
Ten opzichte van. de onderhandelingen
over het verdrag van 1839, kunnen de
zerzijds geen punten worden aanvaard,
wanneer die gaan buiten de scheidings
regeling.
De heer L oh man, C.-H.Ik heb ge
vraagd of het verlangen naar een kanaal
over een gebied van Noord-Brabant van
de Schelde naar het Hollandsch Diep of
Volkerak bij de voorloopige besprekingen
is erkend.
Minister Beelaert: Er zijn in
dien zin geen voorstellen gedaan. Er zijn
slechts technische voorloopige besprekin
gen gevoerd. Men kan, waar ook met de
Zeeuwsche visscherij en andere belangen
rekening moet worden gehouden bij het
verbeteren van een vaarweg of kanaalaan-
leg niet elke rivierboot volgen en in
beginsel is de mogelijkheid van een ka
naal, dat bij het Volkerak zou uitkomen,
wel erkend.
Wat de bevaarbaarheid van het Hellegat
betreft, wijst spr. erop, dat in de storm
achtige periode van 16 November 1928
tot eind Februari 1929 niet meer dan
twee vaartuigen aldaar en een in de
omgeving zijn gezonken. In vergelijking
met andere wateren is dit zeker slechts
gering.
Het tegenwoordige kabinet kan ten op
zichte van de onderhandelingen met Bel
gië overigens niets meer doen, dan den
weg voorbereiden voor het nieuwe kar
binet met het nieuwe Belgische.
Aan het antwoord op het Belgischs
Woensdagavond omstreeks 8 uur is aan
Saxen-Weimarlaan te Amsterdam, een
de dieven naar het August Allebéplein
gen werd gehaald, waarmee zij op. de
den bekenden politie-scheikundige den
zoek ingesteld in tegenwoordigheid van
bontkraag Comm. Dijkstra, gebukt bij
bijl de auto, waaruit
het bijkantoor van de Posterijen aan de
postauto ontvreemd. De auto werd door
vervoerd, waar de geldkist uit den wa-
loop gingen. Donderdagmorgen werd door
beer Van Ledden Hulsebosch, een onder-
Comm. Dijkstra en een rechercheur. Met
de auto 11e heer Van Ledden Hulsebosch,
de geldkist werd gestolen.
memorandum wordt op het oogenhlik ge
werkt. We hebben gezien welke een hard
nekkige plant wantrouwen is en hoe ge
makkelijk dit onkruid voortteelt, wanneer
boosaardig opzet wordt gebruikt.
Spr. doet tenslotte èen beroep op de
pers en op het geheele volk om te be
vorderen dat de geest van vertrouwen
zegeviert.
Na korte replieken wordt de begrooting
z.h.st. aangenomen.
De Voorzitter deelt mede, dat hét
in zijn voornemen ligt de Kamer bijeen te
roepen op 9 .April n.M. 2 'uur ter behande
ling van de begrooüng va.n Waterstaat,
De vergadering wordt om 3 uur ver
daagd tot 9 April.
Het slachthuis te Vlissingen.
Onlangs hebben wij melding gemaakt
van wat hieromtrent in het Voorl. Ver
slag der Eerste Kamer werd opgemerkt.
Naar aanleiding daarvan schrijft de Mi
nister van Arbeid in zjjn Memorie van
Antwoord
De ondergetcekendo heeft aan Ged e
puteeirie Staten van Zeeland bericht, dat
hij geen termen aanwezig achtte voor
vernietiging van het besluit van den ge
meenteraad van Vlissingen van 25 Mei
1928 betreffende do samenwerking met
Middelburg tot stichting van een open
baar slachthuis en de stichting van een
particulier slachthuis.
Deze beslissing was niet gegrond op
het oordeel, dat de toestand, die door het
besluit van den raad van Wissingen ge
boren staat te worden, wenschelijk is.
Er is integendeel ruimte voor de vraag,
of de stichting van een particulier slacht
huis als in Vlissingen beoogd wordt, de
oprichting van meer dan éón slachthuis
op Walcheren, en de staking van do sa
menwerking met Middelburg wel wen-
schelflk zijn. Maar ook indien men dit
alles meer of minder ongewenscht acht,
heeft men daarin in de eerste plaats te
zien een vrije daad van de gemeente
Vlissingen, die alleen dan in strijd met
het algemeen belang kan worden geacht,
wanneer belangen van algemeenen aard
in ernstige mate geschaad worden. Dat
nu Teen in dit geval tot dusver niet
gezegd worden.
Stoomvaart-Maatsch. „Zee
land". Van deze maatschappij ontvin
gen wij een brochure betreffende vacan-
tiereisjes naar Engeland, via Vlissingen.
Zij, die voor niet te veel geld en zonder
veel moeite een reisje naar Engeland
willen maken, iuumen .dit boekje, dat
alle mogelijke inlichtingen bevat, gratis
bekomen. De zeer moderne omslag van
deze brochure is vervaardigd naar een
ontwerp van den bekenden sierkunste
naar MouronCassandre.
Stoomtram Breskens Mal
de g h e m. In het hotel de „Nieuwe Doe
len" te Middelburg werd heden Zaterdag
de algemeene vergadering gehouden van
aandeelhouders van de1 stoomtramweg
maatschappij BreskensMaldeghèm. De
balans en winst- en verliesrekening wer
den goedgekeurd en het dividend be
paald op 9 pCt. De heer de Marez Oyens
werd als commissaris herkozen.
Vlissingische D'uinwater-
1 e i d i n g-M ij. In de heden Zaterdag te
Vlissingen gehouden algemeene vergade
ring van aandeelhouders van de Vlissmg-
sche Duinwaterleiding-Mij1, werden de ba
lans en de winst- en verliesrekening
goedgekeurd en het dividend bepaald ap
f60 per aandeel.
Tot commissaris werd herkozen de heer
jhr mr A. A. van Doorn van Koudekerke
te Haarlem.
alhier is Donderdag door H. M. de Ko
ningin ten paleize ontvangen om zijne
gedichten de Koningin voor te dragen.
Krabbendïjke. Gisteravond kwam hier
de ring „Zuid-Beveland Oost" van Jon-
gelingsvereen. op G. G. in jaarvergadering
bijeen.
De secretaris kon in zijn jaarverslag
gewagen van veel stof tot danken, maar
moest er ook op wijzen, dat bij sommige
vereenigingen een inzinking viel waar te
nemen.
Behandeld werd „De Schoolstrijd" door
dhr P. Kole van Ierseke.
In groote lijnen werd deze strijd mede
gedeeld. Opgeweld werd om de wacht
te houden, opdat wij niet verliezen, waar
voor de strjjcl gestreden, is.
Als penningmeester werd .gekozen dhr
A. J. Koppe van Ierseke.
Ds Arulroe hoopt 24 April een rede
te Kapelle te houden over ,„In uniform,
en wapenrusting".
De vergadering kon beter bezocht ge
weest zjjn. Voor de behandeling van de
tweede inleiding was het te laat ge
worden.
Het bouwen van een woonhuis voor
dhr A. Hirdes weid opgedragen aan L.
Butijn -Jz., alhier, onder bouwkundige A.
W abeke.
Rit!hem. De Chr. Ilist. Kiesvereeniging
hield gisterenavond haar algemeene jaar
vergadering. Na afdoening van. de huis
houdelijke zaken werd dhr A. J. de Pagtex
als bestuurslid herkozen. De secretaris,
dhr B. J. de Meij, hield daarna een in
leiding over: „De Regeering tegenover
de stad eg het platteland".
Na eerst geschetst te hebben de groote
tegenstelling in vroegeren tijd tusschen
stad en platteland, besprak hij in 'tkort
hoe verscheidene wetten, door de re
geering in de laatste jaren gemaakt, meer
de bewoners van het platteland, voorna
melijk don landbouwenden stand, druk
ken dan de stedelingen.
Do spreker wees op 't bestaan van een.
Chr.-Hist. Landbouwcommissie; die on
langs een rapport heeft opgesteld, waarin
de minder gunstige toestand van den Ne
derlandsehen landbouw nader wordt be
sproken.
Op deze inleiding volgde een drukke
discussie, waaruit bleek, dat alle aan
wezigen Tiet met den spreker volkomen
eens waren.
Gaping©. Zooals in dit nr wordt gean
nonceerd hoopt de Chr. Zangver. „Cres
cendo" alhier Donderdag a.s. een uit
voering te geven in de Geref. Kerk Wij
wekken gaarne tot druk bezoek op.
Tholen. In de gister gehouden verga
dering van de Boerenleenbank waren aan
wezig 38 leden.
Uit het jaarverslag van den kassier
merkten wij op, dat het ledental geste
gen is tot 260, dat de totaal omzet meer
dan f 2000.000 bedraagt en met ruim
f 100.000 is toegenomen.
De winst over 1928 bedraagt f 1632.86.
Het reservefonds is groot f20553.66.
Uit het rapport van de financiëele com
missie bleek, dat alles keurig in orde
was bevonden en dat de kassier een
accuraat beheer voert.
Het te verleenen crediet voor een per
soon werd gebracht op f 25000. Met toe
stemming bestuur f 50.000. In loopende
rekening voor een persoon f80.000. Met
toestemming bestuur f 160.000. Aan voor
schotten ,voor een persoon f 10.000. Met
toestemming bestuur voor een persoon
f50.000. Aan landbouwvereenigingen tot
f 50.000.
De kleinste inlage mag fl bedragen
en de geheimhouding bestuur werd ge
bracht op f500. Rente spaargelden werd
vastgesteld op 4 pCt. en voorschotten op
6 pCt. De inlago voor nieuwe loden werd
gebracht op f8. Wegens vertrek en sterf
geval werden 7 leden geroyeerd.