DE ZEEDW DERDE BLAD. Staten-Generaal Uit de Provincie. Middelburg. De heer H. den Engelsman VAN ZATERDAG 23 MAART 1929. No. 147. De Universiteit van principieel standpunt bezien feitelijk nog meer noodzakelijk dan I in 1880. De .Vrije Universiteit neemt een prin- i cipieel .standpunt in. Ze gaat uit van bepaalde beginselen en wel van de 'Ge reformeerde beginselen. Dit is wel als verwijt tegen haar in gebracht. De wetenschap zoo rede neerde men dan moet vrij zijn; het is in strijd met haar wezen en aard haar te binden aan bepaalde beginselen. Dat verwijt was dan echter ongegrond. De mannen, die in naam der weten schap', dit verwijt inbrachten, deden pre cies hetzelfde. Zij ook lieten zich bij hun wetenschappelijk onderzoek leiden door bepaalde beginselen. Dit kon ook nies anders. Het zijn tenslotte altijd onbe wezen stellingen, waarvan men in zijn denken uitgaat en waardoor men zijn denken laat beheerschen. Maar als men het geoorloofd achtte zelf uit te gaan van bepaalde beginselen kon men niet veroordeelen anderen, die dat ook deden, al waren die beginselen dan de Gerefor meerde. i En het was noodig, dat een Universiteit werd opgericht op 'den grondslag der Ge reformeerde beginselen. Wat men uitgaf als „zuivere" we tenschap; maar metterdaad ook stond on der invloed van bepaalde beginselen, was veelal ongel oor i ge wetenschap'. Er werden aan de hoogescholen leerin- gen verbreid, die lijnrecht in strijd waren met Gods Woord, dus met de waarheid. Maar die leeringen werden dan voorge steld als vrucht van zuiver wetenscha.pi- .pelijk onderzoek. En bij de voreering, die in memgen kring wordt gekoesterd voor „de wetenschap", werden die "dwa lingen daardoor te gevaarlijker. Zoo was noodig, "dat men zich opmaakte" om de (wetenschap te Keoefenon in het licht en onder de tucht van "Gods Woord. Het wag wel een geweldig ding, dat men dan zou moeten aandurven. In zijn rode .„Een geloofsstuk" geeft Dr Kuy- por aangrijpende herinneringen aan de spanning, die aan het besluit daartoe voorafging. Maar men dorst het aan, onn- dat de overtuiging leefde, dat het moest. Ook ''de wetenschap moest dienstbaar gemaakt worden aan de eere van den verheerlijkten Christus, aan de eere van Hem, die do Waarhoid is. Die gedachte sprak Dr Kuyper uit in de rede ter in wijding der Vrije Universiteit „Souvereini- toit in eigen kring" als hij daarin zcide: „Voor ons, die uit de Openbaring leven, leeft die Messias, werkt die Christus, en ■zit Hij als pouverein veel wezenlijker .op den troon der kracht Gods, dan Gj daar nederzit op de zerken van dit koorgraf". En in de wetenschap' ojp ie komen: voor de eere van den verhoogden Chris tus is nu niet minder noodig dan in 1880. Uit drieërlei oogpunt moge dat worden aangetoond. Allereerst is te wijzen op het ver schijnsel van dezen tijd, dat velen op het stuk der beginselen alle vastheid verloren hebben. Men verklaart dat en zeker niet ten onrechte uit den geweldigen schok, die de wereldoorlog toebracht aan zoo veel, dat voor vaststaand werd aangezien, maar bezweek. De zékerheid, die men voorheen meende te bezitten, maakte plaats .voor onzekerheid. Dat verschijnsel ging ook niet aan onze kringen voorbij. Aan dingen, die yoor het besef vroeger absoluut vaststonden, zijn sommigen gaan twijfelen. Verwerpen wil len ze die nog niet. De traditie kan niet maar zoo ineens geheel losgelaten wor den. Uit kracht van die .traditie willen ze nog wel aannemen, dat ze waar zouden kunnen zijn. Maar ze laten oiok de moge lijkheid open, dat die dingen wel eens niet waar zouden kunnen blijken te zijn. Zoo werd een heel gevaarlijke vijand, de twij fel, als een vriend door hen ontvangen. En daartegen is dan wel zeer noodza kelijk, dat ook de Vrije Universiteit blijft getuigen van de dingen, die onder ons volkomen zekerheid hebben en die onder ons volkomen zekerheid moeten houden. Met het oog op dat verschijnsel kunnen wij niet dankbaar genoeg zijd, dat inder tijd niet de weg is ingeslagen van het oprichten van bijkondere leerstoelen aan de bestaande Universiteiten, maar dat be slist gekozen werd voor Universiteitsstich ting. We kunnen er ons zeker over verblij den, dat nu aan de Openbare Universitei ten professoren gevonden worden, die belijdenis doen van het Christelijk geloof, zelfs, die instemmen met de Gereformeer de beginselen. Maar wat zouden wij or'zaglijk veel missen, wanneer we niet hadden onze Vrije Universiteit, die in haar ge heel getuigt van dé absolute waarheid van Gods Wo.ord en van zooveel dingen, die onder ons volkomen zekerheid heb ben en ondanks alles moeten behouden. Wat toch kan meer het relativisme jn de hand werken, dan het ouderwqis aan een Universiteit, waar de eene hoog leeraar het zóó leert en _een Under juist omgekeerd. Dan is zeker groot het gevaar, vooral in dezen tijd, dat de student denkt: „Het kan zóó zijn, als die professor het zegt, maai' het kan ook zóó pijn, als die andere professor het zegt" en dat hjj al- zoo blijft in den ban van den twijfel. Dat is dan noodlottig voor hemzelf allereerst. Maar dat draagt dan niet alleen voor hemzelf ellendige vruchten. Als „man van wetenschap" wordt hij straks in grooter of kleiner kring geëerd en de infectie van den twijfel kan van hem overgaan op anderen. Vooral nu is dan noodzakelijk een Uni versiteit op den grondslag der Gerefor meerde beginselen, die getuigt van de absoluutheid der waarheid, die in Chris tus Jezus is, We hebben mannen noodig, zooals Paulus ze beschrijft in 1 Cor. 15:58 standvastig, onbeweeglijk, altijd overvloedig zijnde in het werk des Hee- ren. En zulke mannen kunnen wij alleen» verwachten van een Universiteit, die, een principieel standpunt innemende, uitgaat van de waarachtigheid van Gods Woord. 1 i i 1 I i Er is een tweede verschijnsel, dat in dit verband de aandacht vraagt. Er groeit een geslacht pp, dat al een station verder is. dan degenen, die nog eenige waarde hechten aan de tra ditie en denken: het kan zóó zijn, maar het kan ook anders zijln. Het is een geslacht, dat niet meer t w ij f e 11, maar meent heel groote zeker heid te hebben. En de zekerheid, die het meent te bezitten is deze, "dat al het be staande radicaal moet afgebroken worden. Van traditie wil het ganschelijk niet meer weten. Het wil afbreken tof opbouwen is het niet in staat het wil afbreken: het huwelijk, het huisgezin, en het ge zag en zooveel- meer als wïf nog als een heerlijke erfenis bezitten, als vrucht van de doorwerking van Gods Woord in ons volksleven. Wat dit verschijnsel nu zoo ernstig maakt is, dat dit afbreken niet alleen geschiedt door wat men dan „de kunst" noemt; maar dat er ook onder de pro fessoren aan de Openbare Universiteiten al mannen zijn, die van deze verderfelijke beginselen uitgaan en hun wetenschap daaraan dienstbaar maken. De vruchten van dit onheilige werk wórden dan ook al openbaar in de ver woesting van hef levén; in de afbraak van wat in bet leven niet gemist kan worden, zal het nog eenigermate kunnen bloeien. Rusland met zijn horden van kinderen, die geen vader of moeder kennen, en als beesten rondzwerven, doet zien wat de' bittere vrucht is van deze leugenleer. Tegenover de actie van die verderfelijke beginselen ligt alleen kracht in een Uni versiteit, die het beginsel der waarheid stelt tegenover het beginsel van de leu gen. Christus, die de-Waarheid is, is ook het Leven. Alleen wanneer, mede door den invloed van onze 'Vrije Universiteit, de waarheid nog van kracht blijft in ons volksleven, mag gehoopt, dat we voor een cha.os van de zinlooze afbraak zullen qvorden bewaard. Jlet het oog op dat dreigend gevaar van dezen tijd, is onze Vrije Universiteit nog meer noodzakelijk dan in 1880. i1 i 1 i 1ii En eindelijk moge nog op een derde verschijnsel gewezen worden. We hebben daarbij het oog op een ver schijnsel in onze eigen kringen, dat er n.l. zijn, dia de universitaire idee beginnen los te laten en aan de seminaristische de voorkeur gaan geven. Dat verschijnsel is 'er gekomen omdat men in den Iaatsten tijd gevaren zag opko men in den universitairen kring, bij pro fessoren en studenten; gevaren juist op het stuk der Gereformeerde beginselen. Zoo kwam bij sommigen de gedachte op: is een seminarie toch niet veiliger? En die alzoio opkomende gedachte vond hier en daar oiok wel aanmoediging. Het zou echter toch wel een heel groot kwaad zijn, wanneer die gedachte aan in vloed won en men de -universitaire ge dachte zou loslaten. Wat wij nu 'vooral noodig hebben, is een Universiteit op Gereformeerden grondslag. Om een Universiteit vroegen in Calvijn èn onze Geref. vaderen. In den strijd der geesten zoo oordeelden ze konden ze met minder dan een Universiteit niet toe. Die strijd vraagt dat niet minder in onzen tijd. Niet allen op het terrein van de theologie, maar niet minder op de andere terreinen van weten schap wordt de waarheid belaagd en moet van haar getuigd worden. En dat getui genis der waarheid moet op de onder scheiden terreinen van wetenschap uit gaan van een Gereformeerde Univer siteit. Maar dan moet die Universiteit ook Gereformeerd' zijn en toonen, dat het haar hooge ernst is met het zuiver houden van de Geref. beginselen. Dan zal ze het vertrouwen hebben en behouden, dat zij behoeft om te kunnen bestaan en arbeiden. Dan zal er van haar kracht kunnen uit gaan tot afweer van de verderfelijke be ginselen, die het volksleven geheel wil len verwoesten. Dan zal ze nog velen, die het slacht offer dreigen te worden van den twijfel tot een z'egen kunnen zijn, om ze vast te zetten op den grond der absolute waar heid, die ons geopenbaard is in onzen Heere Jezus Christus. Ds A. C. HEIJ. EERSTE KAMER. Buitenlandsche Zaken. Minister Beelaerts van Blokland over de Belgische kwestie. In, de vergadering van gisteren werd de behandeling van da begrooting voor Buitenlandsche Zaken voortgezet. f De heer B r i t (A.R.) zegt ten aan- i zien van de Utrechfsche publicaties, dat waar de heer van Embden den nadruk |j heeft gelegd op het Utrechtsch Dagblad, jt alsof dat blad de geheele oorzaak van de kwestie zou zijn, hij wil zeggen, dat de algeheel e valsch- of echtheid nog volstrekt j niet is bewezen. In elk geval is de gif- j; drank niet hier, maar in België gebrou- ji wen. Ten aanzien van de verhouding met België is noch in het Belgische noch in j! het Fransche parlement de aandacht er op |j gevestigd, dat wij door een tractaat met België gebonden waren. Ook Camiel Huys- :j mans is daar, toen hij voor de S. D. A. P. ij hier te lande een rede hield, overheen !j gegleden. |j En toch zal men bij een eventueele ver nieuwing van het verdrag met België er ernstig rekening mee hebben te houden, dat 't verdrag niet alleen economische doch ook politieke befeekenis heeft. Spr. vertrouwt dat de minister bij de nieu we onderhandelingen het verband tus- schen de economische en politieke be- teekenis niet uit het oog zal verliezen. Tenslotte waarschuwt spr., met het oog op de garanties, tegen de nationale ontwa peningsgedachte. Minister Beelaerts van Blok land beantwoordt allereerst de Oipmer- kingen inzake den Volkenbond, waarom trent hij niet pessimistisch is gestemd. De Volkenbond bracht in zijn tienjarig bestaan reeds veel goeds. Ten aanzien van da vermindering van de bewapening heeft ons land te Genève geenszins .een ongunstig figuur gemaakt. Spr. stelt tenslotte vertrouwen in prof. Rutgers, die, gelijk de heer Colijn zeide, van den aanvang ai in do voorste gele deren van hen die de vredesgedachte ;j huldigden, heeft gestaan. En wat de mi jl litaire deskundigen betreft, het is toch Jj volkomen begrijpelijk dat prof. Rutgers in j militaire- immers bewapeningskwesties, wordt voorgelicht door militaire deskundi- |i gen, .die dan ook zeer waardevolle advie- j zen hebben gegeven. Wat nu de publicaties betreft, die zoo» veel beroering hebben gewékt, kan spr. meedeelen, dat de heer van Beuningen, tot aankoop van een stuk is overgegaan, nadat hij wist, dat de regeering er zich |j voor interesseerde. Aan publicatie ervan heeft de heer v. Beuningen niet meege» j werkt, 't Ging er om na te gaan', of en in i hoeverre men met een authentiek stuk te i maken had. Op de vraag nu of het departement J de publicatie had kunnen voorkomen waar achteraf is gezegd door den- hoofd- I redacteur dat hij op eenigon wenk daa.r- i toe van de zijde der regeiering, publicatie I! achterwege zou hebben gelaten ant- 1 woordt spr., dat het niet ging om do j: publicatie in het „U. D." te voorkomen, doch om publicatie in het algemeen.. Im- meirs, wanneer het niet in het „U. D." ge plaatst zou zijn, dan zou het, stuk waar schijnlijk toch in een ander blad, of op andere wijze zijn publiek gemaakt. Het eenige; wat de regeering op het oogenhlik kon doen was de betrokken buitenlandsche regeeringen in de gelegen heid te stellen zich er over uit te spre ken. Tot instructie .op gerechtelijk terrein kon onze regeering niet doen overgaan, omdat van eenig misdrijf hier te lande daaromtrent niets was gebleken. Eergisteren zijn aan. de Belgische re geering alle gegevens en fotografische copieën van de zich nog in handen van den heer Van Beuningen bevindende stuk ken door onze Regeering verstrekt, die daartoe volle medewerking van den heer Van Beuningen heeft gekregen. Thans ka.n rustig het justitieel onder zoek in België worden afgewacht. Spreker wijst er clen heer Polak op, dat de heer Jaspar zich in de Belgisch© kamer minder positief over een spion- nagedienst in Nederland heeft uitgelaten dan wa.s voorgesteld. Spr. kan overigens verwijzen naar het antwoord van minister De Geer op de vragen van mr Marchant. De vraag of er geen aanleiding is voor een aanvulling van het Wetboek van Strafrecht, terzake ongewenschte of ge vaarlijke publicaties zal spreker overbren gen aan zijn ambtgenoot van Justitie. Ten opzichte van. de onderhandelingen over het verdrag van 1839, kunnen de zerzijds geen punten worden aanvaard, wanneer die gaan buiten de scheidings regeling. De heer L oh man, C.-H.Ik heb ge vraagd of het verlangen naar een kanaal over een gebied van Noord-Brabant van de Schelde naar het Hollandsch Diep of Volkerak bij de voorloopige besprekingen is erkend. Minister Beelaert: Er zijn in dien zin geen voorstellen gedaan. Er zijn slechts technische voorloopige besprekin gen gevoerd. Men kan, waar ook met de Zeeuwsche visscherij en andere belangen rekening moet worden gehouden bij het verbeteren van een vaarweg of kanaalaan- leg niet elke rivierboot volgen en in beginsel is de mogelijkheid van een ka naal, dat bij het Volkerak zou uitkomen, wel erkend. Wat de bevaarbaarheid van het Hellegat betreft, wijst spr. erop, dat in de storm achtige periode van 16 November 1928 tot eind Februari 1929 niet meer dan twee vaartuigen aldaar en een in de omgeving zijn gezonken. In vergelijking met andere wateren is dit zeker slechts gering. Het tegenwoordige kabinet kan ten op zichte van de onderhandelingen met Bel gië overigens niets meer doen, dan den weg voorbereiden voor het nieuwe kar binet met het nieuwe Belgische. Aan het antwoord op het Belgischs Woensdagavond omstreeks 8 uur is aan Saxen-Weimarlaan te Amsterdam, een de dieven naar het August Allebéplein gen werd gehaald, waarmee zij op. de den bekenden politie-scheikundige den zoek ingesteld in tegenwoordigheid van bontkraag Comm. Dijkstra, gebukt bij bijl de auto, waaruit het bijkantoor van de Posterijen aan de postauto ontvreemd. De auto werd door vervoerd, waar de geldkist uit den wa- loop gingen. Donderdagmorgen werd door beer Van Ledden Hulsebosch, een onder- Comm. Dijkstra en een rechercheur. Met de auto 11e heer Van Ledden Hulsebosch, de geldkist werd gestolen. memorandum wordt op het oogenhlik ge werkt. We hebben gezien welke een hard nekkige plant wantrouwen is en hoe ge makkelijk dit onkruid voortteelt, wanneer boosaardig opzet wordt gebruikt. Spr. doet tenslotte èen beroep op de pers en op het geheele volk om te be vorderen dat de geest van vertrouwen zegeviert. Na korte replieken wordt de begrooting z.h.st. aangenomen. De Voorzitter deelt mede, dat hét in zijn voornemen ligt de Kamer bijeen te roepen op 9 .April n.M. 2 'uur ter behande ling van de begrooüng va.n Waterstaat, De vergadering wordt om 3 uur ver daagd tot 9 April. Het slachthuis te Vlissingen. Onlangs hebben wij melding gemaakt van wat hieromtrent in het Voorl. Ver slag der Eerste Kamer werd opgemerkt. Naar aanleiding daarvan schrijft de Mi nister van Arbeid in zjjn Memorie van Antwoord De ondergetcekendo heeft aan Ged e puteeirie Staten van Zeeland bericht, dat hij geen termen aanwezig achtte voor vernietiging van het besluit van den ge meenteraad van Vlissingen van 25 Mei 1928 betreffende do samenwerking met Middelburg tot stichting van een open baar slachthuis en de stichting van een particulier slachthuis. Deze beslissing was niet gegrond op het oordeel, dat de toestand, die door het besluit van den raad van Wissingen ge boren staat te worden, wenschelijk is. Er is integendeel ruimte voor de vraag, of de stichting van een particulier slacht huis als in Vlissingen beoogd wordt, de oprichting van meer dan éón slachthuis op Walcheren, en de staking van do sa menwerking met Middelburg wel wen- schelflk zijn. Maar ook indien men dit alles meer of minder ongewenscht acht, heeft men daarin in de eerste plaats te zien een vrije daad van de gemeente Vlissingen, die alleen dan in strijd met het algemeen belang kan worden geacht, wanneer belangen van algemeenen aard in ernstige mate geschaad worden. Dat nu Teen in dit geval tot dusver niet gezegd worden. Stoomvaart-Maatsch. „Zee land". Van deze maatschappij ontvin gen wij een brochure betreffende vacan- tiereisjes naar Engeland, via Vlissingen. Zij, die voor niet te veel geld en zonder veel moeite een reisje naar Engeland willen maken, iuumen .dit boekje, dat alle mogelijke inlichtingen bevat, gratis bekomen. De zeer moderne omslag van deze brochure is vervaardigd naar een ontwerp van den bekenden sierkunste naar MouronCassandre. Stoomtram Breskens Mal de g h e m. In het hotel de „Nieuwe Doe len" te Middelburg werd heden Zaterdag de algemeene vergadering gehouden van aandeelhouders van de1 stoomtramweg maatschappij BreskensMaldeghèm. De balans en winst- en verliesrekening wer den goedgekeurd en het dividend be paald op 9 pCt. De heer de Marez Oyens werd als commissaris herkozen. Vlissingische D'uinwater- 1 e i d i n g-M ij. In de heden Zaterdag te Vlissingen gehouden algemeene vergade ring van aandeelhouders van de Vlissmg- sche Duinwaterleiding-Mij1, werden de ba lans en de winst- en verliesrekening goedgekeurd en het dividend bepaald ap f60 per aandeel. Tot commissaris werd herkozen de heer jhr mr A. A. van Doorn van Koudekerke te Haarlem. alhier is Donderdag door H. M. de Ko ningin ten paleize ontvangen om zijne gedichten de Koningin voor te dragen. Krabbendïjke. Gisteravond kwam hier de ring „Zuid-Beveland Oost" van Jon- gelingsvereen. op G. G. in jaarvergadering bijeen. De secretaris kon in zijn jaarverslag gewagen van veel stof tot danken, maar moest er ook op wijzen, dat bij sommige vereenigingen een inzinking viel waar te nemen. Behandeld werd „De Schoolstrijd" door dhr P. Kole van Ierseke. In groote lijnen werd deze strijd mede gedeeld. Opgeweld werd om de wacht te houden, opdat wij niet verliezen, waar voor de strjjcl gestreden, is. Als penningmeester werd .gekozen dhr A. J. Koppe van Ierseke. Ds Arulroe hoopt 24 April een rede te Kapelle te houden over ,„In uniform, en wapenrusting". De vergadering kon beter bezocht ge weest zjjn. Voor de behandeling van de tweede inleiding was het te laat ge worden. Het bouwen van een woonhuis voor dhr A. Hirdes weid opgedragen aan L. Butijn -Jz., alhier, onder bouwkundige A. W abeke. Rit!hem. De Chr. Ilist. Kiesvereeniging hield gisterenavond haar algemeene jaar vergadering. Na afdoening van. de huis houdelijke zaken werd dhr A. J. de Pagtex als bestuurslid herkozen. De secretaris, dhr B. J. de Meij, hield daarna een in leiding over: „De Regeering tegenover de stad eg het platteland". Na eerst geschetst te hebben de groote tegenstelling in vroegeren tijd tusschen stad en platteland, besprak hij in 'tkort hoe verscheidene wetten, door de re geering in de laatste jaren gemaakt, meer de bewoners van het platteland, voorna melijk don landbouwenden stand, druk ken dan de stedelingen. Do spreker wees op 't bestaan van een. Chr.-Hist. Landbouwcommissie; die on langs een rapport heeft opgesteld, waarin de minder gunstige toestand van den Ne derlandsehen landbouw nader wordt be sproken. Op deze inleiding volgde een drukke discussie, waaruit bleek, dat alle aan wezigen Tiet met den spreker volkomen eens waren. Gaping©. Zooals in dit nr wordt gean nonceerd hoopt de Chr. Zangver. „Cres cendo" alhier Donderdag a.s. een uit voering te geven in de Geref. Kerk Wij wekken gaarne tot druk bezoek op. Tholen. In de gister gehouden verga dering van de Boerenleenbank waren aan wezig 38 leden. Uit het jaarverslag van den kassier merkten wij op, dat het ledental geste gen is tot 260, dat de totaal omzet meer dan f 2000.000 bedraagt en met ruim f 100.000 is toegenomen. De winst over 1928 bedraagt f 1632.86. Het reservefonds is groot f20553.66. Uit het rapport van de financiëele com missie bleek, dat alles keurig in orde was bevonden en dat de kassier een accuraat beheer voert. Het te verleenen crediet voor een per soon werd gebracht op f 25000. Met toe stemming bestuur f 50.000. In loopende rekening voor een persoon f80.000. Met toestemming bestuur f 160.000. Aan voor schotten ,voor een persoon f 10.000. Met toestemming bestuur voor een persoon f50.000. Aan landbouwvereenigingen tot f 50.000. De kleinste inlage mag fl bedragen en de geheimhouding bestuur werd ge bracht op f500. Rente spaargelden werd vastgesteld op 4 pCt. en voorschotten op 6 pCt. De inlago voor nieuwe loden werd gebracht op f8. Wegens vertrek en sterf geval werden 7 leden geroyeerd.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 9