Wat er deze week voorviel. Het Zeeuwsche hoekje. Voor huis en hof. Dammen. Het Vrouwenhoekje. Wij kunnen, als wjj terugzien op de week, die weer bijna is verstreken, dank baar gewagen van de zegeningen onzes Gods. Immers was er, toen de dooi in- ti ad, vreeze bij de bewoners van onze rivierstreken, dat het kruiende ijs en het smeltwater overstroomingen zouden ver oorzaken. Wij mogen thans wel zeggen dat dit gevaar is afgewend. De groote ri vieren zijn voor 't grootste deel ijsvrij .en de scheepvaart wordt weer langzaam her vat. Wel vernamen wij, dat een deel van Duitschland. Polen en Amerika door overstroomingen werden geteisterd, maar wij werden genadig voor deze ramp be waard. In den parlementairen hoek was het deze week levendig. Eerste en Tweede Kamer vergaderden beide. De Laatste be handelt de Ziektewet, is reeds met de algemeene beschouwingen daarover klaar gekomen en heeft bij de desbetreffende artikelen o.m. beslist, dat de loongrens op f 3000 blijft bepaald en dat de onge huwde moeders buiten deze wet vallen. Over deze laatste kwestie zijn breedvoe rige, principieele debatten gevoerd. Bij de stemming viel het op, dat ds Lingbeek als eenling met de linkerzijde meestem de. Deze laatste vormde weer 'n eenheid. Toch is volgens haar de antithese doodl De Eerste Kamer deed .enkele hoofd stukken der begrooting af. De heer H. Colijn hield in deze Kamer een politieke rede, die in breeden kring, in verband met de a.s. verkiezingen, en het herstel der rechtsche samenwerking, de aandacht trok. Nog steeds wordt er over den toestand in de suikerindustrie veel geschreven. De a.s. aandeelhoudersvergadering der Coöp. Suikerfabriek Zeeland te Bergen op Zoom houdt er ten nauwste verband mede, terwijl de Kamer van Koophandel te Am sterdam aan de Tweede Kamer een ge documenteerd adres zond, om het wets ontwerp v. d. Heuvel niet aan te nemen. Het nieuwe bezold gingsbesluit, dat de jaarwedden dor ambtenaren regelt, is nu in het Staatsblad verschenen. De betrok kenen kunnen nu weten, of ze in de salarisverhooging ook deelen mogen. Over het FranschBelgisch verdrag is ook deze week, niet het minst in België, nog veel gesproken. Zelfs Kamer- en Senaatleden en "Ministers hielden er zich mede bezig. Ze waren erg gauw ldaar om de gepubliceerde stukken .vervalscht of verouderd te noemen, maar om te pu- bliceeron wat er in werkelijkheid d«rt wel is overeengekomen, daarvoor voel de men niet. Met dat al is de gewekte onrust de wereld nog niet uit. De strijd in Mexico woedt nog steeds voort, al z'jjn de gebruikelijke overwin- ningsberichten ook nu niet uitgebleven. Het schijnt wel, dat de regeeringstroepen aan de winnende hand zijn, al vallen er nog enkele broeinesten van opstand uit te roeien. BRIEVEN UIT HET LAND VAN CADZAND. XXXII. De beetwortelverbouw in gevaar. Een ernstig gevaar voor onze streek. De Oorzaken. Wat er tegen te doen. In de Zaterdag 1.1. gehouden vergade ring van de Kamer van Koophandel en Fabrieken in Zeeuwsch-Vlaanderen, ge vestigd te Temeuzen, heeft de „Crisis in de Suikerindustrie" een ernstig punt van bespreking uitgemaakt. Do toestand is, wanneer men alle cij fers voor zich ziet, voor onze streek werkelijk onrustbarend. Als het zoo door gaat, zullen de fabrieken geen loonenden prijs meer voor de suikerbieten kunnen betalen en als de bietenteelt hier be duidend moet worden ingekrompen, zul len de gevolgen daarvan voor onze streek verschrikkelijk zijn. Lag nu de oorzaak hierin, dat de fa brieken niet goed zijn ingericht, of dat de bietentelers, de boeren dus, niet op de hoogte van hun tijd zijn, dan was het niet zoo erg. De kwaal zou betrek kelijk spoedig kunnen worden genezen. Dan moesten de boeren het maar be- Depropaganda der S.D.A.P. De noodzakelijkheid van vakorganisatie Lakschheid van sommige/ arbeiders. Een taak voor de Overheid. We hebben deze week weer Biddag ge vierd een dag, die in onze dorpen vrij wel als Zondag beschouwd wordt, behalve dan, dat in de avonduren de gebruikelijke zanguitvoeringen gegeven worden en kunnen wel zeggen, dat daarmede voor onze plattelandsbevolking het vergader seizoen weer zoo goed als verstreken is. Het valt niet mee, om de dorpsmensohen, als de werkzaamheden op het veld weer zijn begonnen, nog naar een vergadering te krijgen. Al zal 't wel noodig zijn, in ver band met de a.s. Tweede Kamerverkiezin gen, de rustige dorpsrust een enkele maal te verstoren. We kunnen er ons wel op voorbereiden, dat onze tegenstanders en onder 'hen vooral de sociaal-democraten zich tot bet uiterste zullen inspannen. Ook in onze provincie. Natuurlijk mogen we ons daardoor niet laten beangstigen of ontmoedigen. We we ten immers, dat we niet in eigen kracht strijden? Maar toch zou het een schuldige ter doen en wilden ze niet, dan was het hun eigen schuld. Maar dat is niet het geval. Onze fabrieken hooren tot de best ingerichte van de wereld, en het is van algemeene bekendheid, dat er geen land is, waar de bietenteelt op zoo hooge trap van ontwikkeling staat, als in Ne derland. Maar de oorzaak ligt in dfe eerste plaats hierin, dat alle andere lan den hun suikerindustrie beschermen en Nederland niet. België b.v. vraagt een in voerrecht op suiker van 40 franc of f 2.80 per 100 K.G.; Frankrijk 100 franc of f 10; Duitschland 25 Mark .of f 15; in Engeland is het nog een graadje erger. Wanneer nu alle landen net genoeg aan hun eigen productie hadden, was het niet erg. Maar verscheidene landen hebben overproductie, moeten dus uitvoeren. Nu maken ze door de genoemde bescherming voor een deel van hun opbrengst in hun eigen land een hoogeren prijs en kunnen nu het restant in een land als Nederland aan goedkoopere prijzen leve ren en in totaal toch nog een goeden prijs maken. Maar Nederland kan nu ook niet meer maken, dan de prijs, waar voor de wereldmarkt levert en deze prijs is te laag om er uit te komen, laat nog staan de kwestie om er iets op te verdienen. Nu heeft men vroeger reeds door een regeling voor alle landen getracht aan dezen toestand een 'einde te maken. De zoogenaamde Brusselsche suikerconventie van 1903 heeft in dit opzicht zeer goed gewerkt, tot aan den wereldoorlog. Maar als aan Zooveel, heeft die oorlog ook hieraan een eind gemaakt. Nu stuurt men wel aan op een nieuwe regeling in alle landen, maar het zal nog wol een tijdje duren, eer het zoover is, en er is veel gevaar, dat vóór dien tijd het voor ons land te laat is. En als het te laat mocht zijn, dat dus de bieten teelt en de suiker-industrie in ons land van geen beteekenis meer is, hebben wij op een internationale vergadering ook niet veel meer in te brengen. Vóór het dus te laat is, moet deze zaak ernstig onder de oogen worden gezien en aange pakt. Om duidelijk te doen zien, dat groote belangen op het spel staan, zal ik enkele cijfers noemen. Volgens nauwkeurige be rekeningen, wordt aan landarbeiders in Nederland aan loonen in de bieten teelt betaald 11.895.000 gld, dus bijna 12 millioen, werd in de plaats van bie ten, graan verbouwd, dan zou dit slechts bedragen 61/2 millioen, terwijl een groot deel van de genoemde 12 millioen wordt verdiend, in een tijd, dat er geen ander werk is. Aan vervoerkosten wordt be taald 4 millioen, aan loonen in de suiker industrie .(alleen aan de arbeiders) 51/2' millioen. Voor ons Zeeuwsch-Vlaanderen bedra gen deze getallen: loonen tot aan de verzending naar de fabrieken 2 millioen, vervoer door de tram 400.000, voor hei spoor in Oostelijk deel 60.000. voor de schipperij 200.000. De suikerfabrieken in Zeeuwsch-Vlaanderen alleen betalen aan loonen 450.000, aan vrachten 175-000. Als nu de zetter van deze getallen niet een paar nulletjes laat vallen, zal men toch wel een beetje „onder den indruk ko men", en toesiemmen, dat het een levens belang voor ons landje geldt. Inderdaad, wanneer de bietenteelt zou verdwijnen, of ook belangrijk zou moeten worden ingekrompen, zal de werkloos heid, die dezen winter toch al beduidend was, op een onrustbarende wijze toene men. Trouwens op nog menig ander gebied, zouden de gevolgen te merken zijn. Het is niet alleen een kwestie voor de ar beiders, maar ook voor de boeren en vooral voor de kleinere pachters. Ook voor de landeigenaars, want de pachten zouden wel een beetje in nederwaartsche richting moeten gaan. En voor bijna alle leden van onze Cadzantsche samenleving, voor de ambachtslui, voor de handelaars. Het zcu een crisis worden, waar alle, die we tot nu toe hadden, biji in het niet verzonken. De Kamer besloot dan ook met al gemeene stemmen een adres aan de re geering te richten, om zoodanige maat regelen te nemen, dat de suikerindustrie zich tegen de aanvallen van het buiten land kan verdedigen. Laten we hopen, dat de actie, die niet nalatigheid zijn, als we geen acht sloegen op de actie van den vijand, die zoozeer speculeert op de onkunde van een deel van ons volk. Het is de taktiek van de S. D. A. P. om het sociale en het politieke element ineen te doen vloeien. Een soc.-dem. spre ker begint en eindigt altijd met in schril le kleuren de sociale ellende af te tee kenen en als de goê-gemeente dan maar gelooven wil, dat dat alles zal verdwij nen, gelijk sneeuw voor de zonne-warm- te, als de S. D." A. P. het voor het zeggen heeft, 'is zijn doel bereikt. Zijn hoorders stemmen dan wel rood. En van de beginselen der S. D. A. P. altijd een lastig en gevaarlijk puntje kan hij zwijgen. We zullen dit vooze spelletje straks allerwegen zien spelen. Ik hoop, dat onze Zeeuwsche kiezers- (essen), ook de eenvoudigen en onont- wikkelden onder hen, het zullen door zien en zich niet zullen laten vangen. De vorst is dan nu geweken, de win ter achter den rug en met de werkzaam heden op het veld en het karwei zal spoedig een aanvang worden gemaakt. De winter van 1929 zal velen echter lang heugen, want er is bittere ellende en nijpend gebrek geleden. De nood was groot. alleen in onze streek op touw wordt gezet, resultaat mag hebben en dat onze Tweede Kamer, wanneer deze kwestie aan de orde komt bij de behandeling van het wetsvoorstel, dat door enkele leden is ingediend, middelen vindt, om hulp te bieden eer het te laat is. En we wenschen de Kamer van Koop handel, welks bureau een uitgebreide stu die van deze zaak gemaakt heeft, toe, dat ze haar pogingen met een gunsti- gen uitslag mag "bekroond zien. Misschien wint ze er ook wel een beetje sym pathie door, want dat kan ze wel ge bruiken. De jaarlijksche bijdrage, die menigeen met een zuur gezicht geeft, zal dan wellicht met genoegen worden betaald, als men ziet, dat de Kamer, wanneer het het belang van ons Zeeuwsch-Vlaanderen geldt, steeds bereid is, er zijn schouders onder te zetten.. De tuin ontwaakt. We gaan weer de goede richting uit, genieten volop van de koesterende zon nestralen en begroeten opgewekt het alom waarneembare ontwakende leven in den tuin. De werkzaamheden zijn door de strenge vorst danig vertraagd en worden mogelijk op verschillende plaatsen nog vertraagd, indien dit gedrukt wordt. Waar de bodem nog niet ontdooid is, zal het water wel een beletsel zijn voor veel buitenwerk. Door den tuin dwalende, onze oogen den "kost gevende komt overal het uit bottende leven ons zegevierend tegemoet. Glimmend-roode bladproppen van ra barber barsten door de donkere rarde, takken en twijgen van heesters vertonnen overal groene puntjes, zwellen onweer staanbaar op, wekken herinneringen aan teere groene tinten en toekomstige bloem trossen. Jammer, dat onze vreugde ge deeltelijk wordt getemperd door het feit, dat talrijke vaste planten, al of niet vol doende gedekt, als slachtoffers der ach ter ons liggenden strengen winter zijn gevallen. Met volkomen gerechtvaardig de nieuwsgierigheid zal menig planten liefhebber reeds voorzichtig geneusd hebben, hoe hel afgeloopen is. En waar ook de overgeblevenen geducht geleden hebben en daardoor zeer verzwakt zijn, is voorzichtigheid meer geboden dan ooit. Na een week van zonneweelde maken we elkaar zoo graag wijs, dat er geen gevaar meer te duchten is, onder schatten we het gevaar van plotselinge, grimmige nachtvorsten geheel en wor den er dan hard en onaangenaam aan herinnerd. Ook al steken overal de teere sprie ten door het dekmateriaal heen, alsof ze schreeuwen om het warme, beschut tende winterdek weg te nemen, zulks is voorloopig nog te gevaarlijk. Geef de plan ten lucht, het versterkt ze, doch laat het dekmateriaal voorloopig nog liggen. Al te groote voortvarendheid zou ons bitter kunnen opbreken. Werk is er nu volop in den tuin. Dood gevroren planten worden verwijderd en door andere exemplaren vervangen. Ver stekte planten kunnen de opengevallen plaatsen innemen, hetgeen wel de goed koopste oplossing is. Natuurlijk eerst de grond behoorlijk spitten en mesten. Nu de meeste onzer bolgewassen in de kamer gaan verflensen en dagelijks meer verarmen, kunnen ook deze worden voor bereid voor overbrenging naar den tuin. Nu denke men niet, dat dit met alle bolgewassen gaat. Geforceerde en gefor ceerde bolgewassen zijn er twee. Bollen in een kas getrokken, daarna uit den grond gewipt, zijn dermate uitgeput en hun wortelgestel is zoo grondig verwoest, dat de levenskansen hier te zwak zijn. Bollen in een bloempot, die kalmer kon den uitgroeien, zijn uitstekend geschikt om in den tuin dienst te doen. Zulke potten plaatst men na den bloei in een lichte koele kamer, overdag bij westen wind en zacht weer voor het open raam. Na een overgangstijd van 2 5 3 weken worden ze overgebracht naar den tuin. De kluit wordt voorzichtig uit den pot geklopt en in een te voren gereedge maakt plantgat gezet en wel zoo diep, dat de aardkluit eenige centimeters die per komt te staan. Het overbrengen al- Ik hoop, dat onze arbeiders uit de benarde omstandigheden waarin zij heb ben verkeerd, deze les hebben getrokken: hoe noodig is het, dat wij ons organi- seeren. De materiëele voordeelen der vakor ganisatie zijn in 'de afgeloopen maanden duidelijker dan ooit aan het licht getre den. Er is zelfs in enkele gemeenteraden, soms door warme voorstanders van de vakorganisatie, maar ook wel door an deren, gezegd: laten die arbeiders zich toch organiseeren. Dan hebben ze in elk geval eenige uitkeering, als ze werkloos worden. Dit is zeer juist opgemerkt. Natuurlijk mag men de ongeorganiseerden niet aan hun lot overlaten dit ware onmensche- lijk maar Tiet is toch redelijk, dat men voor de georganiseerden iets meer doet. Deze laatsten toch betalen week aan week hun contributie en die is waar lijk zoo gering niet om uit de daar door gevormde kas o.m. in dagen van werkloosheid eenige uitkeering te ont vangen. Zoo iets mag en moet gewaardeerd. Daar zit een streven in, dat sympathiek aandoet. Zulke arbeiders steken ver uit boven zulke, die uit den korf zonder zorg leven, zich niet bekommeren om de toekomst, en, zoodra hun inkomsten ophouden, per eerste gelegenheid zich leen bjj gunstig weer. Vooral krokussen en narcissen zijn 'hier uitstekend voor geschikt. Het loof zal in de meeste ge vallen wat verder uitgroeien, zich lang zamerhand donkergroen kleuren, om in het begin van den zomer af te sterven. Ze bloeien dan het volgende jaar op nieuw. In den moestuin brengen we alles in gereedheid en hoe eerder hier de grond bewerkt, hoe beter. 'De zonnestralen moe ten in den bodem kunnen doordringen en de koude, vochtige grond verwarmen. Hoewel wisselbouw in den tuin niet al tijd is door te voeren, dienen we daar toch zooveel mogelijk naar te streven. Waar het vorig jaar peulvruchten groei den komen nu de bladplanten, de peul vruchten verhuizen naar de plaats der wortelgewassen, terwijl deze wortelge wassen de jflaats der bladgewassen in nemen. Ook met het oog op ziektebe strijding is dit omwisselen zeer ge- wenscht. Nu de tijd van zaaien weer daar is, moeten we er tevens op letten, dat de kleinere zaadjes vooral niet te diep ge zaaid worden. Het is al een heele toer voor zoo'n peuterig zaadje om er te ko men en te diep zaaien geeft behalve kans op mislukking, toch altijd noodeloos vertraging. Om het spoedig ontkiemen te bevorderen, kunnen we zaaien in een pan met vochtige aarde en deze plaatsen op een vochtige warme plaats. Na eenige dagen zand en zaad uitzaaien. Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adressee.:en aan P. Mons, Westerstraat 221, Amsterdam. Probleem No. 84. Auteur: R. v. Glinstra Bleeker, Den Haag. 1 2 3 4 5 6 10 26 36 46 15 25 35 45 47 48 49 50 Zwart: 10 sch. op 8 tot 11,13, 15,17,18, 20 en 36. Wit: 10 sch. op 24, 27, 28, 29, 31, 33, 37, 43, 48 en 49. Wit speelt en wint. Oplossingen binnen 8 dagen na laatste plaatsing in elke maand. Int. tournooi 1927. De volgende partij werd gespeeld tus- schen I. Weiss met wit en B. Springer met zwart. 1. 33—28 18—23 21. 31X22 23—29 2. 38—33 12—18 22. 34X23 24—30 3. 43—38 17—21 23. 35X24 20X27 4. 49—43 21—26 24. 32X21 16X27 5. 31—27 7—12 25. 28—23 19X28 6. 37—31 26X37 26. 33X31 14—19 7. 42X31 2— 7 27. 37—32 4— 9 8. 47—42 12—17 28. 38X33 13—18 9. 41—37 7—12 29. 43—38 9—13 10. 46—41 1— 7 30. 31—27 10—14 11. 31-26a) 17-22b) 31. 32—28 19—24 12. 28X17 11X31 32. 40—34 14—19 13. 36X27 19—24 33. 45—40 18—23 14. 33—28 14—19 34. 38—32 7—11 15. 39—33 10—14 35. 40—35 12—17 16. 41—36 20—25 36. 50—44 8—12 17. 44-39c) 1420 37. 48—43 15—20 18. 37—31 9—14 38. 27—21 11—16 19. 42—37 5—10 39. 33-29d) 16X30 20. 27—22 18X27 40. 29X 7 40X29 naar het Armbestuur begeven. Ook de Overheid mag daarom het or ganisatie-wezen wel steunen, niet al leen op financieele, maar ook op moreele gronden. Zij heeft hier een opvoedkun dige taak. Jammer is echter, dat nog niet alle arbeiders hun belang inzien en bevorde ren. Ik schreef het reeds, dat er onder hen zijn, die zich geen zorg maken en ten spoedigste het Armbestuur of de Dia conie weten te vinden. En anderen be helpen zich liever in dagen en weken van werkloosheid maar wat krap (wat niet veel anders beteekant dan gebrek lijden), dan zich te organiseeren. Zoo hoorde ik dezer dagen, dat er en kele weken geleden in een Zuid-Beve- landsch dorp ernstige pogingen zijn aan gewend om de Christelijke landarbei ders en die zijn er daar vele tot organisatie te brengen. Maar de animo viel bitter tegen. Toch heeft men ook daar de gecsol der werkloosheid aan den lijve gevoeld en heeft het nog wel even geduurd, eer er van Overheidswege iets werd gedaan, om in den nijpendsten nood te voorzien. Ook zijn daar de loonen en de arbeids voorwaarden der vaste landarbeiders zoo, dat verbetering zeer noodig i3. En toch zoo weinig ambitie om te organiseeren. Op die manier komen de Stand na den 40en zet van zwart: 1 2 8 4 5 47 48 49 41. 7— 2 13—18 42. 2—16 18-22e) 43. 16—49 22X44 44. 49X21 19—23 45. 21—17 24—29 46. 26—21 20—24 47. 21—16 29—34 48. 17—26 3- 8f) 49. 26 X 3 34—39 50. 3—26 24—29 Remise. a) 2722 is in dit geval niet sterk. Na 1621 dreigt zwart met 1218 en wit kan niet 3731, 31X22 spelen wegens zwart 1924, 17X46. Om dat te ontgaan moet wit dan een nadeel accepteeren. b) Het beste, anders blijft deze vleugel buiten spel. c) Natuurlijk met 3731 wegens zwart 24—30, enz. d) Een eigenaardig geval. De zeer dure dam blijkt nog goed te zijn. e) Op 18—23 wit 16-49, 49X45. f) Wit dreigde te winnen door 1611 en 26X45. De partij wordt remise. Wit loopt achter een der zwarte stukken of blijft met 1611 dreigen. Om het kampioenschap van Amsterdam. Maandagavond werd bij „D.S.T.O." de achtste ronde gespeeld om bovengenoemd kampioenschap. De resultaten waren: G. W. Spittuler wint van P. G. v. Hout. W. Rustenburg (afgebr.), O. J. B. v. d. Sleen. J. D. F. Langhenkel verliest van P. E. Berghuis. J. F. Koehler (afgebr.), F. Lariby. W. J. Teunisse (afgebr.), G. J. Lochten- berg. C. G. H. Stevens (afgebr.), P. J. v. Dar- belen. J. H. Vos (afgebr.), H. Abrahamse. De positie van de deelnemers is thans: W. Rustenburg 10 (6), II. Abrahamse 9 (6), G. J. Lochtenberg 8 (6), J. F. Koehler en J. H. Vos 7 (6), G. W. Spittuler 7 (7), P. J. v. Dartelen, F. Lariby en O. J. B. v. d. Sleen 6 (6), P. G. v. Hout 6 (7), W. J. Teunisse 5 (5), J. D. F. Langhenkel en G. G. H. Stevens 3 (6) en P. E. Berghuis 3 punten uit 7 partijen. Zondagsgerechten, die weinig tijd kosten. De Zondag, de dag, waarop, we graag iets meer opdienen, dan ap' een „door de weekschen" dag en daarbij het gebrek aan hulp, dat in de meeste huishoudens juist dan het grootst is I Hoe redt de huisvrouw zich daaruit? Ten eerste door het kiezen van een nagerecht (in zoo'n gerecht zit juist dik wijls het typisch feestelijke I), dat reeds den vorigen dag kan worden klaarge maakt en dat, in den vorm van een koude pudding b.v. of van een vla of van het een of ander gemakkelijk zelf te bereiden gebak, alleen maar vraagt om netjes op een schotel te worden overgebracht, wanneer het Zondagsche maai zijn einde nadert. Ten tweede door te profiteeren van wat de industrie ons in den vorm van een smakelijk soepje zoo goed als klaar thuis bezorgt; het bereiden dus van een smakelijke Maggi's soep, die in verschil lende soorten, rekening houdende met de verschillende smaak-opvattingen van het publiek, „elck wat wils", weet te geven. Ten derde door het uitbreiden van het menu op een wijze, die weinig in spanning kost en waarbijl de hulp van het fornuis met succes kan worden ge mist: door den een of anderen slaschotel dus, die, wanneer er voldoende rekening is gehouden met de frissche kleuren der gebruikte groenten en wanneer de smaak het fijne aroma bezit, dat bij het fleurige uiterlijk past, gerust kan wedijveren met arbeiders niet veel verder. Dan is het wel gemakkelijk om te klagen over en flink af te geven op de patroons en de Overheid, maar daarmee moest men maar ophouden, zoolang men zelf het eenige middel, dat dan toch tot zijn be schikking staat, ongebruikt laat. Dat is geen mannenwerk. Het komt mij dan ook voor, dat onze gemeente- en armbesturen in dezen zo mer eens moesten nagaan, wie van de door hen ondersteunden ook (id konden worden van een vakvereeniging en de betrokkenen eens op hun eersten plicht wijzen. Het is toch niet billijk, dat het geld uit de publieke kassen gebruikt wordt, als het niet strikt noodig is. Ik hoorde dezer dagen, dat een Arm bestuur te Goes zijn measchen heeft ge wezen op hun plicht, om lid te wor den eenor veroeniging voor ziakenhuis- verpleging en meteen er bij gezegd, dat de volle hulp niet verleend kan wor den, als verzuimd is lid te worden van deze vereeniging. Ik acht dit een goede opvoedingsmaatregel te zijn. Welnu, iets soortgelijks zou ik wen schen met de kwestie der vakorganisatie. De Overheid heeft immers slechts tot taak aanvullend op te treden? LUCTOR.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 6