Wat er deze week voorviel.
Het Zeeuwsche hoekje.
Voor huis en hof.
Dammen.
Het Vrouwenhoekje.
Wij kunnen, als wjj terugzien op de
week, die weer bijna is verstreken, dank
baar gewagen van de zegeningen onzes
Gods. Immers was er, toen de dooi in-
ti ad, vreeze bij de bewoners van onze
rivierstreken, dat het kruiende ijs en het
smeltwater overstroomingen zouden ver
oorzaken. Wij mogen thans wel zeggen
dat dit gevaar is afgewend. De groote ri
vieren zijn voor 't grootste deel ijsvrij .en
de scheepvaart wordt weer langzaam her
vat.
Wel vernamen wij, dat een deel van
Duitschland. Polen en Amerika door
overstroomingen werden geteisterd, maar
wij werden genadig voor deze ramp be
waard.
In den parlementairen hoek was het
deze week levendig. Eerste en Tweede
Kamer vergaderden beide. De Laatste be
handelt de Ziektewet, is reeds met de
algemeene beschouwingen daarover klaar
gekomen en heeft bij de desbetreffende
artikelen o.m. beslist, dat de loongrens
op f 3000 blijft bepaald en dat de onge
huwde moeders buiten deze wet vallen.
Over deze laatste kwestie zijn breedvoe
rige, principieele debatten gevoerd. Bij de
stemming viel het op, dat ds Lingbeek
als eenling met de linkerzijde meestem
de. Deze laatste vormde weer 'n eenheid.
Toch is volgens haar de antithese doodl
De Eerste Kamer deed .enkele hoofd
stukken der begrooting af. De heer H.
Colijn hield in deze Kamer een politieke
rede, die in breeden kring, in verband
met de a.s. verkiezingen, en het herstel
der rechtsche samenwerking, de aandacht
trok.
Nog steeds wordt er over den toestand
in de suikerindustrie veel geschreven. De
a.s. aandeelhoudersvergadering der Coöp.
Suikerfabriek Zeeland te Bergen op Zoom
houdt er ten nauwste verband mede,
terwijl de Kamer van Koophandel te Am
sterdam aan de Tweede Kamer een ge
documenteerd adres zond, om het wets
ontwerp v. d. Heuvel niet aan te nemen.
Het nieuwe bezold gingsbesluit, dat de
jaarwedden dor ambtenaren regelt, is nu
in het Staatsblad verschenen. De betrok
kenen kunnen nu weten, of ze in de
salarisverhooging ook deelen mogen.
Over het FranschBelgisch verdrag is
ook deze week, niet het minst in België,
nog veel gesproken. Zelfs Kamer- en
Senaatleden en "Ministers hielden er zich
mede bezig. Ze waren erg gauw ldaar
om de gepubliceerde stukken .vervalscht
of verouderd te noemen, maar om te pu-
bliceeron wat er in werkelijkheid d«rt
wel is overeengekomen, daarvoor voel
de men niet. Met dat al is de gewekte
onrust de wereld nog niet uit.
De strijd in Mexico woedt nog steeds
voort, al z'jjn de gebruikelijke overwin-
ningsberichten ook nu niet uitgebleven.
Het schijnt wel, dat de regeeringstroepen
aan de winnende hand zijn, al vallen er
nog enkele broeinesten van opstand uit
te roeien.
BRIEVEN UIT HET LAND VAN
CADZAND.
XXXII.
De beetwortelverbouw in gevaar.
Een ernstig gevaar voor onze streek.
De Oorzaken. Wat er tegen te doen.
In de Zaterdag 1.1. gehouden vergade
ring van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken in Zeeuwsch-Vlaanderen, ge
vestigd te Temeuzen, heeft de „Crisis in
de Suikerindustrie" een ernstig punt van
bespreking uitgemaakt.
Do toestand is, wanneer men alle cij
fers voor zich ziet, voor onze streek
werkelijk onrustbarend. Als het zoo door
gaat, zullen de fabrieken geen loonenden
prijs meer voor de suikerbieten kunnen
betalen en als de bietenteelt hier be
duidend moet worden ingekrompen, zul
len de gevolgen daarvan voor onze streek
verschrikkelijk zijn.
Lag nu de oorzaak hierin, dat de fa
brieken niet goed zijn ingericht, of dat
de bietentelers, de boeren dus, niet op
de hoogte van hun tijd zijn, dan was
het niet zoo erg. De kwaal zou betrek
kelijk spoedig kunnen worden genezen.
Dan moesten de boeren het maar be-
Depropaganda der S.D.A.P.
De noodzakelijkheid
van vakorganisatie
Lakschheid van sommige/
arbeiders. Een taak
voor de Overheid.
We hebben deze week weer Biddag ge
vierd een dag, die in onze dorpen vrij
wel als Zondag beschouwd wordt, behalve
dan, dat in de avonduren de gebruikelijke
zanguitvoeringen gegeven worden en
kunnen wel zeggen, dat daarmede voor
onze plattelandsbevolking het vergader
seizoen weer zoo goed als verstreken is.
Het valt niet mee, om de dorpsmensohen,
als de werkzaamheden op het veld weer
zijn begonnen, nog naar een vergadering
te krijgen. Al zal 't wel noodig zijn, in ver
band met de a.s. Tweede Kamerverkiezin
gen, de rustige dorpsrust een enkele maal
te verstoren.
We kunnen er ons wel op voorbereiden,
dat onze tegenstanders en onder 'hen
vooral de sociaal-democraten zich tot
bet uiterste zullen inspannen. Ook in onze
provincie.
Natuurlijk mogen we ons daardoor niet
laten beangstigen of ontmoedigen. We we
ten immers, dat we niet in eigen kracht
strijden? Maar toch zou het een schuldige
ter doen en wilden ze niet, dan was het
hun eigen schuld. Maar dat is niet het
geval. Onze fabrieken hooren tot de best
ingerichte van de wereld, en het is van
algemeene bekendheid, dat er geen land
is, waar de bietenteelt op zoo hooge
trap van ontwikkeling staat, als in Ne
derland. Maar de oorzaak ligt in dfe
eerste plaats hierin, dat alle andere lan
den hun suikerindustrie beschermen en
Nederland niet. België b.v. vraagt een in
voerrecht op suiker van 40 franc of f 2.80
per 100 K.G.; Frankrijk 100 franc of
f 10; Duitschland 25 Mark .of f 15; in
Engeland is het nog een graadje erger.
Wanneer nu alle landen net genoeg aan
hun eigen productie hadden, was het niet
erg. Maar verscheidene landen hebben
overproductie, moeten dus uitvoeren. Nu
maken ze door de genoemde bescherming
voor een deel van hun opbrengst in
hun eigen land een hoogeren prijs en
kunnen nu het restant in een land als
Nederland aan goedkoopere prijzen leve
ren en in totaal toch nog een goeden
prijs maken. Maar Nederland kan nu ook
niet meer maken, dan de prijs, waar
voor de wereldmarkt levert en deze prijs
is te laag om er uit te komen, laat
nog staan de kwestie om er iets op te
verdienen.
Nu heeft men vroeger reeds door een
regeling voor alle landen getracht aan
dezen toestand een 'einde te maken. De
zoogenaamde Brusselsche suikerconventie
van 1903 heeft in dit opzicht zeer goed
gewerkt, tot aan den wereldoorlog. Maar
als aan Zooveel, heeft die oorlog ook
hieraan een eind gemaakt.
Nu stuurt men wel aan op een nieuwe
regeling in alle landen, maar het zal
nog wol een tijdje duren, eer het zoover
is, en er is veel gevaar, dat vóór dien
tijd het voor ons land te laat is. En als
het te laat mocht zijn, dat dus de bieten
teelt en de suiker-industrie in ons land
van geen beteekenis meer is, hebben wij
op een internationale vergadering ook niet
veel meer in te brengen. Vóór het dus te
laat is, moet deze zaak ernstig onder
de oogen worden gezien en aange
pakt.
Om duidelijk te doen zien, dat groote
belangen op het spel staan, zal ik enkele
cijfers noemen. Volgens nauwkeurige be
rekeningen, wordt aan landarbeiders in
Nederland aan loonen in de bieten
teelt betaald 11.895.000 gld, dus bijna
12 millioen, werd in de plaats van bie
ten, graan verbouwd, dan zou dit slechts
bedragen 61/2 millioen, terwijl een groot
deel van de genoemde 12 millioen wordt
verdiend, in een tijd, dat er geen ander
werk is. Aan vervoerkosten wordt be
taald 4 millioen, aan loonen in de suiker
industrie .(alleen aan de arbeiders) 51/2'
millioen.
Voor ons Zeeuwsch-Vlaanderen bedra
gen deze getallen: loonen tot aan de
verzending naar de fabrieken 2 millioen,
vervoer door de tram 400.000, voor hei
spoor in Oostelijk deel 60.000. voor de
schipperij 200.000. De suikerfabrieken in
Zeeuwsch-Vlaanderen alleen betalen aan
loonen 450.000, aan vrachten 175-000. Als
nu de zetter van deze getallen niet een
paar nulletjes laat vallen, zal men toch
wel een beetje „onder den indruk ko
men", en toesiemmen, dat het een levens
belang voor ons landje geldt.
Inderdaad, wanneer de bietenteelt zou
verdwijnen, of ook belangrijk zou moeten
worden ingekrompen, zal de werkloos
heid, die dezen winter toch al beduidend
was, op een onrustbarende wijze toene
men.
Trouwens op nog menig ander gebied,
zouden de gevolgen te merken zijn. Het
is niet alleen een kwestie voor de ar
beiders, maar ook voor de boeren en
vooral voor de kleinere pachters. Ook
voor de landeigenaars, want de pachten
zouden wel een beetje in nederwaartsche
richting moeten gaan. En voor bijna alle
leden van onze Cadzantsche samenleving,
voor de ambachtslui, voor de handelaars.
Het zcu een crisis worden, waar alle,
die we tot nu toe hadden, biji in het
niet verzonken.
De Kamer besloot dan ook met al
gemeene stemmen een adres aan de re
geering te richten, om zoodanige maat
regelen te nemen, dat de suikerindustrie
zich tegen de aanvallen van het buiten
land kan verdedigen.
Laten we hopen, dat de actie, die niet
nalatigheid zijn, als we geen acht sloegen
op de actie van den vijand, die zoozeer
speculeert op de onkunde van een deel van
ons volk.
Het is de taktiek van de S. D. A. P.
om het sociale en het politieke element
ineen te doen vloeien. Een soc.-dem. spre
ker begint en eindigt altijd met in schril
le kleuren de sociale ellende af te tee
kenen en als de goê-gemeente dan maar
gelooven wil, dat dat alles zal verdwij
nen, gelijk sneeuw voor de zonne-warm-
te, als de S. D." A. P. het voor het
zeggen heeft, 'is zijn doel bereikt. Zijn
hoorders stemmen dan wel rood. En van
de beginselen der S. D. A. P. altijd
een lastig en gevaarlijk puntje kan
hij zwijgen.
We zullen dit vooze spelletje straks
allerwegen zien spelen.
Ik hoop, dat onze Zeeuwsche kiezers-
(essen), ook de eenvoudigen en onont-
wikkelden onder hen, het zullen door
zien en zich niet zullen laten vangen.
De vorst is dan nu geweken, de win
ter achter den rug en met de werkzaam
heden op het veld en het karwei zal
spoedig een aanvang worden gemaakt.
De winter van 1929 zal velen echter
lang heugen, want er is bittere ellende
en nijpend gebrek geleden. De nood was
groot.
alleen in onze streek op touw wordt
gezet, resultaat mag hebben en dat onze
Tweede Kamer, wanneer deze kwestie
aan de orde komt bij de behandeling
van het wetsvoorstel, dat door enkele
leden is ingediend, middelen vindt, om
hulp te bieden eer het te laat is.
En we wenschen de Kamer van Koop
handel, welks bureau een uitgebreide stu
die van deze zaak gemaakt heeft, toe,
dat ze haar pogingen met een gunsti-
gen uitslag mag "bekroond zien. Misschien
wint ze er ook wel een beetje sym
pathie door, want dat kan ze wel ge
bruiken. De jaarlijksche bijdrage, die
menigeen met een zuur gezicht geeft,
zal dan wellicht met genoegen worden
betaald, als men ziet, dat de Kamer,
wanneer het het belang van ons
Zeeuwsch-Vlaanderen geldt, steeds bereid
is, er zijn schouders onder te zetten..
De tuin ontwaakt.
We gaan weer de goede richting uit,
genieten volop van de koesterende zon
nestralen en begroeten opgewekt het alom
waarneembare ontwakende leven in den
tuin. De werkzaamheden zijn door de
strenge vorst danig vertraagd en worden
mogelijk op verschillende plaatsen nog
vertraagd, indien dit gedrukt wordt. Waar
de bodem nog niet ontdooid is, zal het
water wel een beletsel zijn voor veel
buitenwerk.
Door den tuin dwalende, onze oogen
den "kost gevende komt overal het uit
bottende leven ons zegevierend tegemoet.
Glimmend-roode bladproppen van ra
barber barsten door de donkere rarde,
takken en twijgen van heesters vertonnen
overal groene puntjes, zwellen onweer
staanbaar op, wekken herinneringen aan
teere groene tinten en toekomstige bloem
trossen. Jammer, dat onze vreugde ge
deeltelijk wordt getemperd door het feit,
dat talrijke vaste planten, al of niet vol
doende gedekt, als slachtoffers der ach
ter ons liggenden strengen winter zijn
gevallen. Met volkomen gerechtvaardig
de nieuwsgierigheid zal menig planten
liefhebber reeds voorzichtig geneusd
hebben, hoe hel afgeloopen is. En waar
ook de overgeblevenen geducht geleden
hebben en daardoor zeer verzwakt zijn,
is voorzichtigheid meer geboden dan ooit.
Na een week van zonneweelde maken
we elkaar zoo graag wijs, dat er
geen gevaar meer te duchten is, onder
schatten we het gevaar van plotselinge,
grimmige nachtvorsten geheel en wor
den er dan hard en onaangenaam aan
herinnerd.
Ook al steken overal de teere sprie
ten door het dekmateriaal heen, alsof
ze schreeuwen om het warme, beschut
tende winterdek weg te nemen, zulks is
voorloopig nog te gevaarlijk. Geef de plan
ten lucht, het versterkt ze, doch laat het
dekmateriaal voorloopig nog liggen. Al
te groote voortvarendheid zou ons bitter
kunnen opbreken.
Werk is er nu volop in den tuin. Dood
gevroren planten worden verwijderd en
door andere exemplaren vervangen. Ver
stekte planten kunnen de opengevallen
plaatsen innemen, hetgeen wel de goed
koopste oplossing is. Natuurlijk eerst de
grond behoorlijk spitten en mesten.
Nu de meeste onzer bolgewassen in de
kamer gaan verflensen en dagelijks meer
verarmen, kunnen ook deze worden voor
bereid voor overbrenging naar den tuin.
Nu denke men niet, dat dit met alle
bolgewassen gaat. Geforceerde en gefor
ceerde bolgewassen zijn er twee. Bollen
in een kas getrokken, daarna uit den
grond gewipt, zijn dermate uitgeput en
hun wortelgestel is zoo grondig verwoest,
dat de levenskansen hier te zwak zijn.
Bollen in een bloempot, die kalmer kon
den uitgroeien, zijn uitstekend geschikt
om in den tuin dienst te doen. Zulke
potten plaatst men na den bloei in een
lichte koele kamer, overdag bij westen
wind en zacht weer voor het open raam.
Na een overgangstijd van 2 5 3 weken
worden ze overgebracht naar den tuin.
De kluit wordt voorzichtig uit den pot
geklopt en in een te voren gereedge
maakt plantgat gezet en wel zoo diep,
dat de aardkluit eenige centimeters die
per komt te staan. Het overbrengen al-
Ik hoop, dat onze arbeiders uit de
benarde omstandigheden waarin zij heb
ben verkeerd, deze les hebben getrokken:
hoe noodig is het, dat wij ons organi-
seeren.
De materiëele voordeelen der vakor
ganisatie zijn in 'de afgeloopen maanden
duidelijker dan ooit aan het licht getre
den. Er is zelfs in enkele gemeenteraden,
soms door warme voorstanders van de
vakorganisatie, maar ook wel door an
deren, gezegd: laten die arbeiders zich
toch organiseeren. Dan hebben ze in elk
geval eenige uitkeering, als ze werkloos
worden.
Dit is zeer juist opgemerkt. Natuurlijk
mag men de ongeorganiseerden niet aan
hun lot overlaten dit ware onmensche-
lijk maar Tiet is toch redelijk, dat
men voor de georganiseerden iets meer
doet.
Deze laatsten toch betalen week aan
week hun contributie en die is waar
lijk zoo gering niet om uit de daar
door gevormde kas o.m. in dagen van
werkloosheid eenige uitkeering te ont
vangen.
Zoo iets mag en moet gewaardeerd.
Daar zit een streven in, dat sympathiek
aandoet. Zulke arbeiders steken ver uit
boven zulke, die uit den korf zonder
zorg leven, zich niet bekommeren om
de toekomst, en, zoodra hun inkomsten
ophouden, per eerste gelegenheid zich
leen bjj gunstig weer. Vooral krokussen
en narcissen zijn 'hier uitstekend voor
geschikt. Het loof zal in de meeste ge
vallen wat verder uitgroeien, zich lang
zamerhand donkergroen kleuren, om in
het begin van den zomer af te sterven.
Ze bloeien dan het volgende jaar op
nieuw.
In den moestuin brengen we alles in
gereedheid en hoe eerder hier de grond
bewerkt, hoe beter. 'De zonnestralen moe
ten in den bodem kunnen doordringen
en de koude, vochtige grond verwarmen.
Hoewel wisselbouw in den tuin niet al
tijd is door te voeren, dienen we daar
toch zooveel mogelijk naar te streven.
Waar het vorig jaar peulvruchten groei
den komen nu de bladplanten, de peul
vruchten verhuizen naar de plaats der
wortelgewassen, terwijl deze wortelge
wassen de jflaats der bladgewassen in
nemen. Ook met het oog op ziektebe
strijding is dit omwisselen zeer ge-
wenscht.
Nu de tijd van zaaien weer daar is,
moeten we er tevens op letten, dat de
kleinere zaadjes vooral niet te diep ge
zaaid worden. Het is al een heele toer
voor zoo'n peuterig zaadje om er te ko
men en te diep zaaien geeft behalve
kans op mislukking, toch altijd noodeloos
vertraging. Om het spoedig ontkiemen te
bevorderen, kunnen we zaaien in een
pan met vochtige aarde en deze plaatsen
op een vochtige warme plaats. Na eenige
dagen zand en zaad uitzaaien.
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adressee.:en aan P. Mons, Westerstraat
221, Amsterdam.
Probleem No. 84.
Auteur: R. v. Glinstra Bleeker, Den Haag.
1 2 3 4 5
6
10
26
36
46
15
25
35
45
47 48 49 50
Zwart: 10 sch. op 8 tot 11,13, 15,17,18,
20 en 36.
Wit: 10 sch. op 24, 27, 28, 29, 31, 33, 37,
43, 48 en 49.
Wit speelt en wint.
Oplossingen binnen 8 dagen na laatste
plaatsing in elke maand.
Int. tournooi 1927.
De volgende partij werd gespeeld tus-
schen I. Weiss met wit en B. Springer met
zwart.
1.
33—28
18—23
21.
31X22
23—29
2.
38—33
12—18
22.
34X23
24—30
3.
43—38
17—21
23.
35X24
20X27
4.
49—43
21—26
24.
32X21
16X27
5.
31—27
7—12
25.
28—23
19X28
6.
37—31
26X37
26.
33X31
14—19
7.
42X31
2— 7
27.
37—32
4— 9
8.
47—42
12—17
28.
38X33
13—18
9.
41—37
7—12
29.
43—38
9—13
10.
46—41
1— 7
30.
31—27
10—14
11.
31-26a) 17-22b)
31. 32—28
19—24
12.
28X17
11X31
32.
40—34
14—19
13.
36X27
19—24
33.
45—40
18—23
14.
33—28
14—19
34.
38—32
7—11
15.
39—33
10—14
35.
40—35
12—17
16.
41—36
20—25
36.
50—44
8—12
17.
44-39c)
1420
37.
48—43
15—20
18.
37—31
9—14
38.
27—21
11—16
19.
42—37
5—10
39. 33-29d)
16X30
20.
27—22
18X27
40.
29X 7
40X29
naar het Armbestuur begeven.
Ook de Overheid mag daarom het or
ganisatie-wezen wel steunen, niet al
leen op financieele, maar ook op moreele
gronden. Zij heeft hier een opvoedkun
dige taak.
Jammer is echter, dat nog niet alle
arbeiders hun belang inzien en bevorde
ren. Ik schreef het reeds, dat er onder
hen zijn, die zich geen zorg maken en
ten spoedigste het Armbestuur of de Dia
conie weten te vinden. En anderen be
helpen zich liever in dagen en weken
van werkloosheid maar wat krap (wat
niet veel anders beteekant dan gebrek
lijden), dan zich te organiseeren.
Zoo hoorde ik dezer dagen, dat er en
kele weken geleden in een Zuid-Beve-
landsch dorp ernstige pogingen zijn aan
gewend om de Christelijke landarbei
ders en die zijn er daar vele tot
organisatie te brengen. Maar de animo
viel bitter tegen. Toch heeft men ook
daar de gecsol der werkloosheid aan den
lijve gevoeld en heeft het nog wel even
geduurd, eer er van Overheidswege iets
werd gedaan, om in den nijpendsten nood
te voorzien.
Ook zijn daar de loonen en de arbeids
voorwaarden der vaste landarbeiders zoo,
dat verbetering zeer noodig i3.
En toch zoo weinig ambitie om te
organiseeren. Op die manier komen de
Stand na den 40en zet van zwart:
1 2 8 4 5
47 48 49
41. 7— 2 13—18
42. 2—16 18-22e)
43. 16—49 22X44
44. 49X21 19—23
45. 21—17 24—29
46. 26—21 20—24
47. 21—16 29—34
48. 17—26 3- 8f)
49. 26 X 3 34—39
50. 3—26 24—29
Remise.
a) 2722 is in dit geval niet sterk. Na
1621 dreigt zwart met 1218 en wit
kan niet 3731, 31X22 spelen wegens
zwart 1924, 17X46. Om dat te ontgaan
moet wit dan een nadeel accepteeren.
b) Het beste, anders blijft deze vleugel
buiten spel.
c) Natuurlijk met 3731 wegens zwart
24—30, enz.
d) Een eigenaardig geval. De zeer dure
dam blijkt nog goed te zijn.
e) Op 18—23 wit 16-49, 49X45.
f) Wit dreigde te winnen door 1611 en
26X45.
De partij wordt remise. Wit loopt achter
een der zwarte stukken of blijft met 1611
dreigen.
Om het kampioenschap van Amsterdam.
Maandagavond werd bij „D.S.T.O." de
achtste ronde gespeeld om bovengenoemd
kampioenschap. De resultaten waren:
G. W. Spittuler wint van P. G. v. Hout.
W. Rustenburg (afgebr.), O. J. B. v. d.
Sleen.
J. D. F. Langhenkel verliest van P. E.
Berghuis.
J. F. Koehler (afgebr.), F. Lariby.
W. J. Teunisse (afgebr.), G. J. Lochten-
berg.
C. G. H. Stevens (afgebr.), P. J. v. Dar-
belen.
J. H. Vos (afgebr.), H. Abrahamse.
De positie van de deelnemers is thans:
W. Rustenburg 10 (6), II. Abrahamse 9
(6), G. J. Lochtenberg 8 (6), J. F. Koehler
en J. H. Vos 7 (6), G. W. Spittuler 7 (7),
P. J. v. Dartelen, F. Lariby en O. J. B. v.
d. Sleen 6 (6), P. G. v. Hout 6 (7), W. J.
Teunisse 5 (5), J. D. F. Langhenkel en G.
G. H. Stevens 3 (6) en P. E. Berghuis 3
punten uit 7 partijen.
Zondagsgerechten, die weinig tijd kosten.
De Zondag, de dag, waarop, we graag
iets meer opdienen, dan ap' een „door de
weekschen" dag en daarbij het gebrek
aan hulp, dat in de meeste huishoudens
juist dan het grootst is I
Hoe redt de huisvrouw zich daaruit?
Ten eerste door het kiezen van een
nagerecht (in zoo'n gerecht zit juist dik
wijls het typisch feestelijke I), dat reeds
den vorigen dag kan worden klaarge
maakt en dat, in den vorm van een
koude pudding b.v. of van een vla of
van het een of ander gemakkelijk zelf
te bereiden gebak, alleen maar vraagt
om netjes op een schotel te worden
overgebracht, wanneer het Zondagsche
maai zijn einde nadert.
Ten tweede door te profiteeren van
wat de industrie ons in den vorm van
een smakelijk soepje zoo goed als klaar
thuis bezorgt; het bereiden dus van een
smakelijke Maggi's soep, die in verschil
lende soorten, rekening houdende met de
verschillende smaak-opvattingen van het
publiek, „elck wat wils", weet te geven.
Ten derde door het uitbreiden van
het menu op een wijze, die weinig in
spanning kost en waarbijl de hulp van
het fornuis met succes kan worden ge
mist: door den een of anderen slaschotel
dus, die, wanneer er voldoende rekening
is gehouden met de frissche kleuren der
gebruikte groenten en wanneer de smaak
het fijne aroma bezit, dat bij het fleurige
uiterlijk past, gerust kan wedijveren met
arbeiders niet veel verder. Dan is het
wel gemakkelijk om te klagen over en
flink af te geven op de patroons en
de Overheid, maar daarmee moest men
maar ophouden, zoolang men zelf het
eenige middel, dat dan toch tot zijn be
schikking staat, ongebruikt laat. Dat is
geen mannenwerk.
Het komt mij dan ook voor, dat onze
gemeente- en armbesturen in dezen zo
mer eens moesten nagaan, wie van de
door hen ondersteunden ook (id konden
worden van een vakvereeniging en de
betrokkenen eens op hun eersten plicht
wijzen. Het is toch niet billijk, dat het
geld uit de publieke kassen gebruikt
wordt, als het niet strikt noodig is.
Ik hoorde dezer dagen, dat een Arm
bestuur te Goes zijn measchen heeft ge
wezen op hun plicht, om lid te wor
den eenor veroeniging voor ziakenhuis-
verpleging en meteen er bij gezegd, dat
de volle hulp niet verleend kan wor
den, als verzuimd is lid te worden van
deze vereeniging. Ik acht dit een goede
opvoedingsmaatregel te zijn.
Welnu, iets soortgelijks zou ik wen
schen met de kwestie der vakorganisatie.
De Overheid heeft immers slechts tot
taak aanvullend op te treden?
LUCTOR.