E S DE ZEEUW r)e#n raooien koker Crescent TWEEDE BLAD. 44. 30.°° Sta ten-Generaal Het huisje aan den zeedijk Uit de Provincie. CIGARETTES icier gevraagd, ermansknecht, On Knecht, uishoudster, e Dienstbode. >ortstr. 13 TUUMS TUUMS 4L 1 1< F EUI LLETON kunt ge met trots aan Uwe vrienden laten zien. Indien ge hen te vens een van die fijne laat opsteken, zullen zij, evenals U, ingeno men zijn met de buitenge wone kwaliteit. Welk een verrassing als ze hooren, dat ze dezen koker kunnen krij gen voor slechts 50 Cresent- CRESCENT, Steeds 'n kwaliteit beter I Bovendien puntenbons van dubbele waarde (3 punten). HOOP: dkeurda -jf Zotpo'twrt** W llhelminapolder. KOOP: ardappefen, goed- I. Z. met cijfer 9. jij JACOBUS VAN )E, Nieuwdorp. aangeboden: ïabouw van goedgek. boven 50 K.G. 12% VERSE, Grijpskerke. 00 K.G. geklemde en aan het zelfde sterfgeval, met Mei evraagd, die genegen n te gaan. J. KOOLE j Middelburg. t 60 Liter. Adres te DHUIJ, Middelburg. raagd L 6 ZONEN, Ram- er No. 15, Bureau Goes. 'raagd en Metselwerk, bij joskerke (W.) telling met Mei icht of aankomende KR. LOUWERSE, aagd in klein gezin met opgave van leef- tN GORSEL, Hoeve and-Bath. Jalans E 109. rfgeval terstond of met enstbode gevraagd. >E, „Vogelenzang" bij end vergroot jij ons voor- e de kwali- enorme sor- rassend laag 20 8,40 50 7.80 146S broek Stoffen 22.50 schgraat rk 10 00 nakerswerk) 41,00 VAN VRIJDAG 15 MAART 1929. No. 140. EERSTE KAMER. Begrooting Financiën. Aan de orde was gisteren de begroo ting van financiën. De heer De G ij s e 1 a a r, C.H., be pleit opheffing van de onrechtvaardigheid, dat verkwisters voer opgemaakt geld geen, en edelmoedigen voor schenkingen wèl belasting moeten betalen. Verder klaagt hij over te hooge schattingen bij de be lasting op onroerende goederen. De heer Van den Bergh, Lib., be pleit invoering van nikkelen rijksdaalders en guldens. Een daarmee te verkrijgen besparing kan aangewend worden tot verhooging van de gouddekking van het bankpapier. De heer Janssen, R.K., bepleit ma tiging bij de schatting voor de perso- neele belasting volgens huurwaarde. De heer Polak, S.-D., wenscht maat regelen tegen de afgraving van duinge bied en onthouding van den Staat van deelneming aan ontsierende reclames. De heer Slingenberg, V.D., be pleit de instelling van een tweede in stantie in de belastingrechtspraak. Minister De Geer acht de vermo gensbelasting ten opzichte van de inkom stenbelasting niet onevenredig toegeno men sinds 1914. Hij zal overwegen de instelling van een commissie inzake nik kelen pasmunt. Reclames behoeven, niet altijd ontsierend te zijn. De begrooting wordt goedgekeurd. Onderwijs. Ook de begrooting van Onderwijs, K. en W. wordt na korte bespreking goed gekeurd. Uit hot antwoord van den Minister vermelden wij, dat hij voor het land- bouwliuishoudonderwijs niet meer kan doen, daar het nog in een aan vangsstadium is. Grootere uitbreiding zou ook niet gewenscht zijn, omdat het hoogst onwaarschijnlijk is, dat de noodige leer krachten daarvoor op het oogenblik ge vonden zouden kunnen worden. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat onder hen, die gedongen hebben naar de vanante betrekking bij de inspectie iemand is, die op het gebied van het landbouwhuishoudonderwijs bekend is. Hierna komt Justitie aan de orde. TWEEDE KAMER. DE ZIEKTEWET. Gelijkstelling van de gehuwde en de ongehuwde moeder. Bij de voortzetting van de behandeling van de Ziektewet licht m e j. Wester man, Lib., een amendement-Van G ij n toe met de bedoeling, uit de wet te lichten, dat zwangerschap gelijk gesteld wordt met ziekte. Spr. is van meening, dat de moederschapszorg in een afzonderlijke wet geregeld moet worden. De heer Kortenhorst, R.-K., licht een amendement toe, om het begrip be drijfsongeval uit te breiden in den zin van de jongste wijziging der Ongevallenwet, teneinde buiten twijfel te stellen, dat ook de beroepsziekten er onder vallen. De heer A a 1 b e r s e, R.-K., licht een amendement toe om alleen zwangerschap en bevalling van de gehuwde vrouw met ziekte gelijk te stellen. Spr. acht het ongewenscht, een fatsoenlijk meisje de verplichting op .te leggen zich te verzeke ren tegen de gevolgen van zwangerschap en 'bevalling. Men verwart hier twee din gen, overheidszorg en verplichte verzeke ring. Spr. meent, dat het amendement- Van Gijn te ver gaat. Het spreekt van zelf, dat de geldelijke gevolgen van zwanger schap en bevalling met ziekte worden ge lijkgesteld. Dat ligt in de natuur der zaak. Men zal tegen spr.'s amendement aanvoe ren, dat het van hardheid getuigt, doch spr.'s bezwaar gaat alleen tegen de ver- door HUGO KINGMANS. o- „Ik denk niet, dat mama en Annie laat thuis zullen zijn, meende de architect. „Het concert duurt niet zoo lang. En ik kan mij niet voorstellen, dat zij nu al weer naar de Van Zeggelens zullen gaan." Dit laatste werd gezegd met den toon van minachting, dien mijnheer Van Meersma in zijn stem leggen kon. Hij had nu eenmaal het land aan die familie en stak zijn meening niet onder stoelen of banken. Lia wist er alles van. Van vroeger reeds. En uit papa's brieven. Zij vroeg zich met angst af wat het worden moest, als neide families door het aanstaand huwe lijk nader verbonden werden. „Ik zal blij zijn, als die feesten ach ter den rug zijn. Overmorgen begint het al- En dat duurt dan voort tot de dag van het huwelijk er is. Enfin, dan gaat Annie een reisje maken met haar ge maal en zullen wij vermoedelijk rust krij gen. Wat denk ja eigenlijk van dat hu welijk, Lia?" plichte verzekering tegen de gevolgen van zwangerschap en bevalling buiten echt. Ten bewijze, dat bij spr. geen hardheid voorzit, dient spr. de volgende motie in: „De Kamer, overwegende dat het ge wenscht is, dat de overheid vereenigingen en instellingen, welke aan ongehuwde moeders en haar zuigelingen steun en hij stand verleenen, hetzij in inrichtingen, hetzij in hare of in andere gezinnen, door het geven van bijdragen in staat stelt zich van die zorg zoo goed mogelijk te kwijten, gaat over tot de orde van den dag". Mej. G r o e n e w e g, S. D., bestrijdt de amendementen. Zoowel de ongehuwde als de gehuwde moeder heeft behoefte aan een uitkeering bij physieke ongeschiktheid tot werken. De motie helpt niet voldoende. Mej. Meyer, R.-K., acht het onjuist, zich te verzekeren tegen iets, dat volgens het katholieke beginsel slecht is. Zij be strijdt het amendement-Van Gijn. Mej. K ats, 'C.-H., is het eens met mej. Westerman. Zwangerschap en ziekte zijn zoo verschillend, dat deze niet in een zelf de wet geregeld moeten worden. Met den heer Aalberse is spr. van meening, dat men niet moet dwingen, zich te verzekeren tegen iets, dat afwijkt van de zedelijke norm. Met het amendement-Aalberse is de motie onverbrekelijk verhonden. De heer Lingbeek, H.G.S., acht bet huwelijk de eenig geoorloofde verbintenis tusschen man en vrouw. Maar even zeker is het, dat het ongehuwde moederschap voorkomt en dat met dit feit rekening dient gehouden. Al waardeert spr. de bedoeling van hen, die opkomen voor de heiligheid van het huwelijk, dan kan dat nog niet voeren tot een amendement als dat van den heer Aalberse. Was men consequent, dan moest men de ongehuwde moeder el- ken steun en hulp van overheidswege ont houden. Maar dan was men ook zoo on christelijk mogelijk. Mevr. Van Itallië-Van E'mb- d e n, V.-D., bestrijdt het amendement-Aal berse. De heer Schokking, C.-H., steunt het amendement-Van Gijn. De thans ge voerde discussie toch bewijst, hoe ver keerd het is de zwangerschap in deze wet op te nemen. De bedoelde bepaling zal bij de uitvoering tot groote moeilijkheden lei den. Spr. betoogt, dat er principiëel onder scheid is tusschen ziekte en zwangerschap. De verantwoordelijkheid voor de zwanger schap wordt hier op een andere plaats ge legd dan waarop zij behoort te zijn. De man, de vader, dient in de eerste plaats te zorgen voor de zwangere vrouw. Spr. steunt het amendement-Aalberse, doch zal tegen diens motie stemmen, omdat hij niet de wijze kan aanvaarden, waarop deze aan het amendement is gekoppeld. In elk geval moet de last op den man komen en niet uit barmhartigheid op de staatskas. De man, de familie en de Kerk hebben hier een taak en eerst in de allerlaatste plaats de overheid. De heer Heemskerk, A.-R., zet uit een, waarom hij het amendement en de motie-Aalberse mede heeft onderteekend en waarom hij bezwaar heeft tegen het amendement-Van Gijn. Terecht achtte de heer Aalberse het verkeerd, dat van over heidswege een regeling wordt gedecre teerd, die gelijk staat met een overeen komst tegen de goede zeden. Ons geheele rechtswezen zou in zijn grondslagen wor den aangetast, indien dit werd toegelaten. Dit beteekent echter niet, dat van over heidswege niet zou mogen worden ge steund 't bewijzen van barmhartigheid aan haar, die door haar schuld in moeilijkhe den zijn gekomen. Dat wil de motie moge lijk maken. Werd het amendement-Van Gijn echter aangenomen, dan zou men de moederschapszorg voor de gehuwde moe ders, die in het ontwerp zit, dooddrukken, uit louter liefde voor de moederschapszorg in het algemeen. De heer K e r s t e n, S. G. P., doet een woord van protest hooren tegen de rede van den heer Lingbeek, die zich niet stelt op de rechte Gereformeerde schriftuur lijke lijn. Neemt men deze mensohen op in de wet, dan geeft men hun een recht en dit is een premie op de zedeloosheid, ter wijl barmhartigheid met overheidssteun iets gansch anders is. Wij willen deze meisjes helpen, maar aan de bedrijvers van dit kwaad mag van overheidswege geen recht worden toegekend. Mej. Westerman wenscht geen bij zondere regelingen voor de ongehuwde Het was een vraag op den man af, die een even duidelijk antwoord vroeg. ,,'k Weet niet, wat ik er van zeggen moet, papa. Ik geloof, dat heit wel naar den zin van Annie is." „En van mama", vulde hij aan. „Ja, dat ben ik met je eens. Maar er is meer noodig, dan dat twee bemiddelde partijen een huwelijk sluiten. Ik zeg je, dat Annie geen greintje liefde voor hem gevoelt. En hij, ja, dat weet ik niet. Ik vermoed, dat men thuis blij is, van hem af te zijn." Lia gaf geen antwoord. Zij kon het niet. Als het over Theo van Zeggelen ging, was papa het cynisme zelf. Wat moest dat in de toekomst voor een ver houding geven I De architect was zijn vraag reeds ver geten en wilde juist over iets anders beginnen, toen Mevrouw Van Meersma thuis kwam. „Je bent nu wel verbazend vroeg, Ma rie", meende hij, nadat de begroeting voorbij was. „In de pauze weggegaan?" „Ja, Alex; Mevrouw Van Zeggelen voelde zich niet al te wel. Annie en Theo vergezelden haar naar huis. En toen had ik geen idee, langer te blij ven." „Was het erg met Mevrouw Van Zeg gelen, "Mama?" vroeg Lia. „Neen, het beteekende niet veeL moeders en zal daarom stemmen tegen het amendement en de motie-Aalberse. Spr. dient de volgende motie in: „De Kamer, van oordeel, dat spoedige indie ning van een wetsontwerp inzake de moederschapszorg wenschelijk is, gaat over tot de orde van den dag". De heer Van Gijn (lib.) merkt op, dat zwangerschap geheel anders in het ontwerp wordt behandeld dan ziekte. Dat beide worden gelijkgesteld is dus een onwaarheid. Hier wordt, in afwij king van de wet-Talma, een zwanger- schapsverzekering op touw gezet. Spr. zal legen het amendement-Aalberse stemmen doch bij art. 34 een amendement indie nen om terug te keeren tot de wet-Tal ma inzake de uitkeering bij zwanger schap. De Minister van Arbeid, H. en N., do heer Slotemaker de Bruine, heeft tegen het amendement-Kortenhorst geen bezwaar, tegen het amendement-Van Gijn wel. Het ware inderdaad meer elegant alle voorzieningen inzake de moeder schapszorg in één wet samen te vatten. Maar tegenover dat eene voordeel zou staan een uitstel van deze voorziening. Spr. zou het buitengewoon betreuren in het belang van de loonarbeidsters in dien het amendement-Van Gijn werd aan genomen. De motie van mej. Westerman kan spr. niet steunen, zij is overbodig. Wat de principiëele kwestie betreft, herinnert spr. er aan, dat deze zaak in de wet- Talma staat sinds 1913 en er niet in is gebracht door spreker. Principiëel staat het in onze wetten en geldt het in Neder land sinds 1907. Spr. heeft het oog op artikel 1638 c B. W. Daarin is ook be valling van een ongehuwde vrouw als ziekte beschouwd en in de memorie van antwoord werd verklaard, dat deze niet per se als door onzedelijkheid veroor zaakt moet worden beschouwd. In dat ontwerp is ook geen verzekering tegen graviditeit opgenomen, doch tegen ziekte. Bovendien blijft de mogelijkheid erkend de- graviditeit niet met ziekte ge lijk te stellen, Indien deze dus door on zedelijkheid van de betrokkenen is ver oorzaakt. Spr wijlst er verder op1, dat de man meestal de grootste schuld draagt aar» den val eener ongehuwde vrouw. Spr. heeft overigens het zevende lid in art. 34 opgenomen, volgens hetwelk voor'de ongehuwde moeder een afzonderlijke re geling zal worden getroffen. Daarin is neergelegd dat principieel voor spr. de gehuwde en ongehuwde moeder niet ge lijk staan. Ten aanzien van het amende ment-Aalberse kan spr. slechts de be slissing aan de Kamer overlaten. Tegen de mGtie-Aalberse heeft spr. te minder be- -zwaar omdat reeds op zijn begrooting drie bescheiden posten voorkomen voor steun als in de motie gevraagd. De motie is dus eigenlijk overbodig, maar spr. heeft er geen bezwaar tegen. De heeren Lingbeek, Korten horst (wiens amendement door den Mi nister wordt overgenomen), mej. Groe- neweg, Kersten, Aalberse (die gehoord den Minister en ter voorkoming van een onzuivere stemming zijn motie intrekt) repliceeren. Mej. Wester man trekt eveneens haar motie in. Het amendement-Van Gijn wordt ver worpen met 57 tegen 20 st. Voor:- de liberalen en "de chr.-hist., de heeren Beumer (A.R.), Lingbeek (H. G. S.), Kersten (S. G. P.) en Visscher (A.R.) Het amendement-Aalberse wordt aan genomen met 46 tegen 31 st. Tegen: de linkerzijde en de heer Ling beek (H.G.S.) Het artikel wordt aangenomen z. h. st. Woensdagmiddag reed een auto, waarin een predikant uit O. en W. Sou burg gezeten was, dicht bij de buiten plaats lepenoord te Oostkapelle in een sloot. Persoonlijke ongelukken hadden niet plaats. Genoemde predikant, die op Dom burg preeken, moest, zette zijn reis per fiets voort. De auto werd met behulp' van een span paarden op den weg gehaald en door een andere auto op sleeptouw geno men voor de terugreis. 'k Hoop tenminste, dat het morgen weer in orde is. Het zou jammer zijn, als er een kink in den kabel kwam." „Inderdaad", gaf de architect toe. „Want dan duurde de marteling nog lan ger." „Je hebt nu niet bepaald veel last van die zoogenaamde marteling, Alex", meende Mevrouw Van Meersma op vinni- gen toon. Lia voorzag weer een woordenwisseling. Zij vond, dat haar vader niet tactisch optrad. Hij lokte wel eens een scène uit en scheen daarin min of meer behagen te scheppen, al verklaarde hij dan ook, er een hekel aan te hebben.. „Meer marteling dan mij lief is", maan de hij. „Overmorgen begint de ellende al." „Je zoudt een weekje vacantie kunnen nemen", opperde zij sarcastisch. „Inderdaad, dat zou een idee zijn. Het is jammer, dat ik vanwege mijn werk niet kan." Lia had al eens gedacht, of er niets zou zijn, dat de aandacht afleiden kon. Want zoo werd het een onaangename avond. Maar gelukkig vond mijnheer Van Meersma dat blijkbaar ook, want hij zeide op luchtigen toon: „Enfin, die vervelende dagen zullen wij ook wel doorkomen." „Dat is tenminste een verstandig I woord, Alex. Gelukkig voor je, dat Annie De minister van financiën maakt bekend, dat ten behoeve van 's Rijks schatkist, wegens over vorige jaren te weinig betaalde belastingen naar mkomen en/of vermogen (gewetensgeld), is ont vangen bijden ontvanger der directe belastingen te Hontenisse f52.26, den in specteur der directe belastingen te Hans- weert f 325.60. Autobusdiensten. Bij Kon. be sluit zijn ongegrond verklaard: le. het beroep', ingesteld door W. Klip- pel en H. G. Hendrikse te Oud-Vossemeer, tegen de beschikking van Gedep. Staten van Zeeland van 19 Juli 1928, waarbij hun vergunning is geweigerd tot het in werking brengen van een autobusdienst van Stavenisse over St. Aimaland en Oud-Vossemeer naar Tholen en omge keerd. 2e. de beroepen, ingesteld door M. J. Mallekoote te Stavenisse tegen de beschik king van Gedep. Staten van Zeeland van 19 Juli 1928 en tegen de beschikking van Gedep. Staten van N.-Brabant van 5 Sept. 1928, waarbij hem vergunning is geweigerd tot het in werking brengen van een autobusdienst van Stavenisse over St. Maartensdijk, Scherpenisse, Poort vliet en Tholen naar Bergen op Zoom en omgekeerd. en Theo het niet gehoord hebben. Het zou wel kwetsend voor hen zijn, zoo in de dagen van hun geluk." „Nu, mijnheer Van Zeggelen heeft an ders een huid als een olifant", spotte hij. „Ik geloof niet, dat hij beleedigd kan worden." „Lia, je vader is eenvoudig onuitstaan baar, als hij het over Theo heeft. Ik hoop toch waarlijk, dat jij je zwager vriendelijker tegemoet treden zult." „Ik zal mijn best doen, mama. Al was het alleen om u en Annie een genoegen te doen." „Zoo, dus je moogt hem ook niet lij den?" „Niet lijden is misschien niet het juiste woord, mama,. En mogelijk ook wel. Ik weet niet, wat ik er van zeggen moet. Maar 'tis waar: erg sympathiek vind ik ■Theo ook-niet." „Wat mankeert er dan aan hem?" vroeg haar moeder op min of meer scherpen toon. „Ik vind hem zoo onbeduidend, mama." Het antwoord was er uit. De architect keek van terzijde zijn vrouw aan, be nieuwd naar wat zij in het midden zou brengen. Maar zij bleef, althans voor het uiter lijk, volkomen kalm. „Och, eigenlijk had ik het niet behoe ven to vragen. Je denkt er natuurlijk 's Heer Arendskerke. Woensdagavond vergaderde de Hittenvereeniging 's Heer Arendskerke en Omstreken. Tegenwoordig 'waren 11 leden. De ontvangsten waren 365.75, de uit gaven f 93.75, goed slot f 272. Zoodat op 31 December met vorige jaren in kas was f 1565.54. In het bestuur was aftredend J. Nagelkerke en Chr. Hart- hoorn. Eerstgenoemde wenschte niet meer in aanmerking te komen. In zijne plaats werd benoemd M. C. IJzerman en herbe noemd Chr. Harthoorn. Daarna volgde premie-heffing welke werd vastgesteld op 1 procent. t Borsselen. In de alg. vergadering van het Groene Kruis werd met a'g. st. aan genomen het voorstel van dhr H. de Priester om een spreker te laten komen, teneinde het doel der ziekenhuisverple- ging uiteen te zetten en te trachten in deze gemeente een zoodanige vereeniging op te richten. De secretaris bracht het jaarverslag uit over 1928. De penningm. deed rekening en verantwoording waaruit blijkt, dat de ontvangsten f265.04 be droegen en de uitgaven f238.48, zoo dat de rekening sloot met een batig saldo van f 26.56. Als afgevaardigde naar de vergadering der Prov. Zeeuwsche Ver net over als je vader. Maar je moogt blij zijn, wanneer je 'later ook zulk een goede partij doet." Het lag Lia voor in den mond, om te antwoorden, dat zij zulk een partij onder geen beding begeerde. Maar zij beheersch- te zich, omdat zij haar moeder niet wilde ontstemmen. „Ik hoop van ganscher harte, mama, dat Annie en Theo gelukkig zullen zijn. Dan komt een goede partij in de tweede plaats." Opmerkzaam keek Mevrouw Van Meer sma haar dochter aan. Maar zij zeide verder niets. Handig bracht Lia daarop het gesprek op het concert en op kennissen, terwijl zij verder met veel tact er voor zorgde, dat er geen conflicten meer kwamen. Zij nam zich voor, met mama goede kameraden te worden, voorzoover dat maar eenigszins mogelijk was. Als maar niet aan haar gevraagd werd, dat zij het oude leven hervatten zou, dan zou het wel gaan. En wie weet, of het haar dan niet gelukte, mama milder jegens Grootmoeder te stemmen. Als Annie een maal in haar eigen huis woonde, had mama het toch alleen met haar, Lia, te doen. En wie weet, of er dan niet de gewen, chte verstandhouding kwam! (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5