DE ZEEUW
tweede blad.
Uit de Provincie.
Staten-Generaal
Binnenland
FEUILLETON
Het huisje aan den zeedijk
VAN
"WOENSDAG 14 MAAiRT 1929. No. 138.
TWEEDE KAMER.
De Ziektewet.
Nadat gisteren verschillende kleinere
ontwerpen waren afgedaan, werd de be
handeling van het wetsontwerp van, de
wijziging der Ziektewet voortgezet.
Minister Slotemaker de Brui
ne richtte zich allereerst tot den heer
Kersten die in 't geheel geen ziektever
zekering wil. Deze opvatting beteekent
uitvoering van den wil der minderheid
met negeeren van de meerderheid.
Spr. wenscht na te gaan, hoe de
ziekteverzekering moet worden ingericht,
waarbij hij opmerkt, dat hij, na drieja
ren minister te zijn geweest, den heer
Aalberse beter en billijker heeft leeren
beoordeelen. Het is allerminst voldoen
de óm te volstaan met een wijziging
van art. 1638 van het B. W., doch er
moot een wèl sluitende regeling worden
tot stand gebracht en een tweede begin
sel, waarvan spr. uitgaat is, dat wat
door vrijwillige verzekering is verkregen,
onvoldoende is.
Van uitvoering der bestaande wet kon
geen sprake zijn. Tal van vragen rezen
er: zal men ziekte en invaliditeit of
ziekte en ongeval combineeren! Dat is
één bezwaar. Een ander is, dat het
ontwerp-A al bers e aan zeer scherpe
critiek is onderworpen geweest van zeer
verschillende zijden. Daarnaast was do
hoofdoorzaak van de moeilijkheden de
verdeeldheid over de vraag: welke orga
nen moeten de dragers der verzekering
zjjn?
Het meest logische is natuurlijk,dat
er één verzekeringsorgaan is, doch deze
gedachte, waarmee Talma kwam, is
door de Kamer verworpen. Voor spr.
lag bij zjjn optreden maar één weg open
hij ging uit van het bestaande en nam
daarbij het groeiende-: de bedrijfsvereeni-
gingen, waarbij hij1 zich echter het ge
vaar van verbrokkeling wel degelijk voor
den geest stelde. Reeds in den Hoo-
gen Raad van Arbeid werd ernstig cri
tiek uitgeoefend. Toen verscheen het voor-
loopig verslag der Kamer en daaruit
bleek, dat een meerderheid te vinden
zou zijn voor twee organen: de Raden
van Arbeid en de bedrjjfsvereenigingian.
Kon spr. dien weg inslaan? Wat de fa-
brlekskassen betreft zeker, waar eenheid
van conceptie mogelijk is, doch anders
stond het mot de bijzondere kassen. Waar
dr De Vsser spr. verweet, te handelen
in strijd met de aankondiging in de
Troonrede, merkt spr. op, dat daarin mot
voordacht is gesproken van organen, die
„opkomen" en niet „die opgekomen
zijn".
De heer Duys, S.-D.: Gelukkig maar,
da,t de bedrijfsverenigingen toen nog niet
„opgekomen" waren, want dan waxen ze
nu weg geweest!
De Minister betoogt, dat dit be
zwaar van dr de Visser en het tweede
bezwaar, n.l. dat het particulier initia
tief gedood zou worden, niet steekhou
dend zijn.
De heer Bakker verweet spr., dat hij
teveel van het bestaande opruimt, maar
hoeveel van de verzekerden bij de parti
culiere kassen vallen onder deze ver
zekering? De heer Bakker §prak van
370,000, de heer Marchant vain 373,000
in 474 kassen, in de groote vergadering
te '8-Gravenhage werd gesproken van
200,000 verzekerden en spr. hoorde ook
reeds van 1600 kassen. Maar zijn het
allen arbeiders en geldt het altijd zieken
geld-ui tkeeoring? Dit is geenszins het ge
val. Er zijn niet alleen arbeiders aan
gesloten «n er wordt niet alleen zie
kengeld uitgekeerd, doch ook wordt uit
gekeerd bij bevalling, bij overlijden en
in vele andere gevallen.
Voor handhaving van de bijzondere
kassen is, zooals de heer Bakker wilde,
inderdaad zelfbeschikkingsrecht van den
arbeider noodig, maar dat bleek spr. bij
nadere bestudeering van de materie niet
onmogelijk; er zou een enorme admini
stratie noodig zijn en de draagkracht zou
verminderen. Toen spr. dit inzag heeft
hij zijn besluit genomen. Er blijft overi
gens nog een terrein van werkzaamheid
over voor de bijzondere kassen, n.l. on
der de arbeiders, die niet onder de wet
vallen en onder de kleine zelfstandigen.
Op de vraag of individueele werkge
vers die zelf het risico willen dragen
I buiten de verzekering kunnen vallen, ant
woordt spr., geen kans te zien, het zóó
te construeeren, dat deze exceptie toe
laatbaar is. Dat de Raden van Arbeid
alleen de slechte risico's zullen krijgen,
ontkent spr. Maar indien dat gevaar be
staat, dan zou het ook bestaan indien
er andere kassen werden toegelaten.
Mocht het gevaar echter in de practijk
blijken te bestaan, dan zou een voor
ziening moeten worden getroffen langs
den weg van den een of anderen vorm
van herverzekering.
Verder werd aangevoerd, dat de indi
vidueele arbeiders geen zekerheid heb-
i ben volgens het ontwerp, omdat de in
dividueele registratie ontbreekt. Maar in
dien deze onnoodig is, waarom haar dan
ingevoerd, nu zjj zooveel administratie-
kosten meebrengt? Bij de Invaliditeits
verzekering is zij wel noodig met het
oog op de berekening der rente, welke
hier niet voorkomt.
Een derde bezwaar was: Er zijn per
sonen die buiten de verzekering vallen
Dit bezwaar geldt evenzeer tegen de onge
wijzigde wet-Talma, voor zoover het de
kleine zelfstandigen betreft. En wat de
losse arbeiders aangaat, voor hen die
to1 kens in een andere onderneming wer
kon, za) een oplossing te vinden zijn
in den algemeenen maatregel van art.
19. Spreker acht het ook wat dien maat
regel betreft mogelijk, dat de wet op
1 Jan. 1930 in werking treedt.
De overige bijzondere vragen zal spr
bij de amendementen behandelen. Alleen
nog een woord over de genees- en
heelkundige verzorging, waar-
voor de heeren Smeenk, Kuiper en Kor
tenhorst de werkgevers meer wilden lalen
bijdragen. Spr. geeft aan een motie de
voorkeur boven een amendement, omdat
ziekte verzekering en zieken ver
zorging steeds gescheiden zijn gehou
den. Trouwens voor de ziekenverzor
ging ligt een apart wetsontwerp bij1 de
Kamer. Bovendien kan de gepreciseerde
uitwerking van deze gedachte geheel on
voorbereid zeer moeilijk worden geschei
den in het thans aanhangige wetsontwerp
Spr. hoopt, dat, thans vervuld zal wor
den wat in „De Groene Amsterdammer"
is uitgedrukt. Daar ziet men een zieken
arbeider liggen onder de dekens, terwijl
daarop uitgespreid liggen het ontwerp*
Kuiper, het ontwerp-Veegens en het out-
werp-Aalherse en waar die arbeider tot
den minister, die met een nieuw ontwerp
bij zijn bed komt, zegt: „Geef mij nu lie
ver ziekengeld!".
Nadat verschillende leden gerepliceerd
hebben komt nogmaals de Minister aan
het woord. Spr. deelt mede, dat de pas
sage in de Troonrede van 1926 betref
fende de wijziging der Ziektewet bedoel
de, dat ook aan de bedrijfsverenigingen
een plaats in de uitvoering der verzeke
ring diende te worden ingeruimd.
Op een vraag van den heer Kuiper,
hoe spr. zou denken over een amen
dement, waarbij ook de kosten Van de
ziekteverzorging voor de helft
door patroons en arbeiders worden ge
dragen, kan spr. alleen antwoorden, dat
spr. daartegen in beginsel niet afwijzend
staat. Alles Tiangt af van inhoud en
strekking van het amendement: wie in
de ziekenverzorging zullen zijn begrepen
en hoever die verzorging zal gaan, kan
spr. niet weten, zoolang hij dit amende
ment niet voor zich heeft.
De algemeene beschouwingen worden
gesloten.
De vergadering wordt verdaagd tot
Woensdagmiddag 1 uur.
Wijziging Ziektewet.
De heer L. de Visser heeft twee amen
dementen voorgesteld op het ontwerp tot
wjjziging der Ziektewet, waarvan de be
doeling is het ziekengeld niet minder
dan het gemiddeld verdiende loon te
doen bedragen en het recht op1 uitkeering
reeds vanaf den eersten dag der ziekte
te doen ingaan.
De heer Duys heeft een amendement
voorgesteld, strekkende om, ingeval het
voorstel om de loongrens ta doen ver
vallen, wordt verworpen, de loongrens
niet lager dan f5000 te stellen.
De lieer Snoeck Henkemans heeft op
het -ontwerp-wij'ziging Ziektewet een
amendement ingediend om de verplichting
omtrent de aangifte t;e handhaven voor
alle in dienst zijnde p'ersonen, gelijk de
bestaande wet bepaalt.
Het bestuur van de Nederl. Vereenigmg
van Christelijke Kantoor- en Handels
bedienden heeft te Amsterdam en Rotter
dam vergaderd met leden der vereeniging
die door da>> in het wetsontwerp tot wij
ziging van de Ziektewet opgenomen loon
grens van f 3000 van de bepalingen dezer
wet worden uitgesloten. Na uitvoerige
besprekingen werd het standpunt der ver
gadering in een motie neergelegd, waar
in er afkeuring over werd uitgesproken
dat deze groep van werknemers opnieuw
van de bepalingen eener belangrijke soci
ale wet uitgesloten wordt.
Landbouwboekhouding.
Op vragen van het Tweede Kamerlid
van Rappard, heeft de minister van fi
nanciën o.m. geantwoord:
Het antwoord op de vraag, of de in een
boekhouding voorkomende aanteekenin-
gen getrouw en volledig de; waarheid
weergeven, houdt niet of slechts los
verband met het systeem, naar het
welk die boekhouding is opgezet.
Naar het oordeel van den ondergetee-
kende kan van de inspecteurs niet ge
vorderd worden, dat zij mededeelingen
als juist en volledig aanvaarden, alleen
omdat die mededeelingen naar een be
paald systeem, welk ook, op schrift zijn
gesteld.
Welk systeem van boekhouding aan
de landbouwscholen wordt gedoceerd is
den ondergeieekende niet bekend. Wel
is hem bekend, dat het systeem van
den heer Heidema veel overeenkomst ver
toont met dat van de heeren van der
Meulen en Stoop, en dat door zeer veel
landbouwers volgens die systemen wordt
boek gehouden.
Jndien de bedoeling van de laatste
vraag deze is, dat de inspecteurs een
boekhouding, indien zij is bijgehouden
volgens een der in de vierde vraag be
doelde systemen, om dene reden behoo-
ren te aanvaarden, volgt reeds uit het
vorenstaande, dat het antwoord ontken
nend moet luiden; immers naast de vraag,
naar welk systeem is boek gehouden,
staat de vraag, of de boekhouding is
opgemaakt naar betrouwbare gegevens.
Is liet de bedoeling, dat ondergetee-
kende den inspecteurs zal opdragen, het
systeem-Heidema als juist te aanvaarden,
dan moet het antwoord luiden, dat de
ondergeteekende den inspecteurs geen op
dracht omtrent het aanvaarden van eenig
systeem van boekhouding pleegt te geven
en dat hij geen aanleiding ziet, op die
gedragslijn voor een bepaald systeem uit
zondering te maken.
Direote belastingen en landbouwers.
Op de vragen van het Tweede Kamer
lid, den heer Lovink heeft de minister
van 'financiën geantwoord:
A. Dat tot de door de inspecteurs ge
bruikte middelen ter bepaling van het
inkomen van veehouders en landbouwers
mede behoort het toetsen van de aangif
ten aan normen, is den ondergeteekende
bekend. Hij wil aannemen, dat deze han
delwijze in enkele gevallen tot een te
hoogen aanslag van landbouwers heeff
geleid, evenals andere methoden van be
rekening, die ten aanzien van andere
groepen van belastingplichtigen in toe
passing worden gebracht. Hieruit volgt
echter niet, dat het gebruik van normen
in het algemeen tot onjuiste aanslagen
aanleiding geeft, maar dat daarbij met be
leid moet worden te werk gegaan. In veel
gevallen hebben trouwens ook de raden
van "beroep, als onpartijdig rechter, hel
inkomen vastgesteld met behulp van de
door de inspecteurs berekende normen.
B. De in de vraag opgesloten meening,
dat b-y toepassing van normen de aanslag
door
HUGO KINGMANS.
73) o—
Maar hoe kon zij dat nu aan haar
vader vertellen, die haar gewaarschuwd
had, hem niet met zulke dingen aan het
lijf te komen?
„Nu, Lia, vertel me eens wat. Ik ben er
bepaald benieuwd naar, hoe je je dagen
doorbracht."
,,0, dat is gauw verteld, papa," be
gen zij.
En Lia verhaalde. Met een kloppend
hart. Want van het een kwam het ander
Daar had je het al!
„De familie Meinema, wat zijn dat voor
mensehen?"
Lia moest nu wel door den zuren appel
böenbijton. En zij deed het manmoedig.
- »Meineina, zoo heet de predikant, papa
h Mevrouw Meinema is een schat van
een mensch. En dan zijn er twee dochters,
ongeveer van mijn leeftijd. En nog een
emer Meisje. En een zoon, die student
geweest is, hij is nu klaar sinds verleden
Belangstellend luisterde mijnheer Van
Meersma toe.
„Zoo," zeide 'hij dan „,dus je kwaamt in
het gezin van een dominé. 't Wordt waar
lijk interessant, Lia. Wat voor een man
is hij?"
„Dominé Meinema bedoelt u? Een beste
man, papa. Hij is ook in Arnhem predi
kant geweest."
„Ik bedoel, ja, hoe moet ik dat zeggen,
ik heb er zoo weinig verstand van, maar je
hebt, meen ik, toch verschillende soorten
dominees. Lichte en zware. Moderne en
he, orthodoxe, geloof ik. Is hij zwaar op
de hand?"
„Ik weet het niet, papa."
„Wel, je weet toch wel, wat man het
is?"
„Ja, dominé Meinema. Er is maar één
op het dorp. Grootmoeder en ook de an
dere familieleden houden verbazend veel
van hem, wat niet behoeft te verwonde
ren."
„0, dan weeft ik al genoeg. Dan zal hij
wel tamelijk zwaar op de hand zijn.
'k Wed, dat jij ook een tikje van den malle
molen beet hebt, is het niet, Lia?"
Lia kleurde.
„Ik zie het al, kind, je durft het niet
zeggen, maar doe dat maar gerust. Zoo
iets komt toch uit op den duur."
„Nu, papa, ik wil eerlijk zijn," zeide Lia
moedig." 'k Heb bij Grootmoeder heel vrat
dingen anders loeren bezien, 'k Heb leeren
inzien, dat het leven, dat ik tot voor enkele
maanden leidde, niet goed is. Toen voelde
ik het wel, maar dk kon het niet onder
woorden brengen. Maar nu heb ik zeker
heid."
„Het wordt belangwekkend, Lia," zeide
de architect die inderdaad met veel be
langstelling zat te luisteren. „Wat zeker
heid is dat dan?"
„Dat het leven ons niet gegeven is, om
onzen tijd in luiheid en ledigheid door te
brengen, om het te vullen met pret, uit
gaan en vermaak."
„Accoord, van Putten. Als dat alleen het
Christendom is, dat ook jou is gaan beko
ren, dan valt het nogal wat mee en dan
ben ik waarlijk ook zoo'n christen, want
daarmee kan ik mij best vereenigen,"
meende de architect. „Wij hebben maar te
arbeiden, een ieder op zijn eigen terrein.
Uitgaan bevredigt toch niet Vandaar, dat
met je moeder meestal niets aan te vangen
is. Maar, Lia dat alles behoefde je toch
waarlijk daarginds niet te gaan leeren!
Dat kon je van mij wel te weten komen
Ik ben toch niet bepaald iemand, die niet
werkt."
Lia glimlachte flauw.
Hoe moest zij dat, wat haar eerst zoo
vreemd voorgekomen was, maar waar
naar zij langzamerhand was gaan hunke-
rep, nu aan boor vader meedeelen?
niet naar werkelijke gegevens wordt be
paald, kan de ondergeteekende niet als
juist erkennen; waarom maandnoteerfn
gen, oogstberichten, cijfers omtrent be
paalde landbouwbedrijven e.d. factoren,
waarvan de normen de samenvatting zijn,
niet als „werkelijke gegevens" zouden
mogen worden aangemerkt, kan hij niet
;nzien. Voorts is hij vag oordeel, dat
berekening van het inkomen met behulp
van met zorg samengestelde nonnen in
bepaalde gevallen een juistere uitkomst
kan geven dan een becijfering naar gege
vens, ontleend aan een boekhouding.
Veel hangt hier af van het vertrouwen,
dat aan de boekhouding wordt geschon
ken; ieder geval moet op zichzelf door
den inspecteur of den raad van beroep
worden beoordeeld.
In Verband met het vaststellen van
normen worden reeds thans veelal des
kundigen op landbouwgebied geraad
pleegd. De ondergeteekende acht het ech
ter niet gewenscht, de inspecteurs tot hel
plegen van overleg met bepaalde organi
saties op landbouwgebied te verplichten;
de vrijheid van handelen van de inspec
teurs en daarmede hun verantwoordelijk
heid zou daardoor in het gedrang komen.
C. Uit het vorenstaande volgt, dat de
ondergeteekende niet het vo«ornemen heeft
hetzij tot het voorschrijven van bepaalde
wijzen van inkomstenberekening, hetzij
tot het volgen van bepaalde methoden bij
het vaststellen van normen. Dergel'"ke
voorschriften zouden trouwens niet bin
dend zijn voor de raden van beroep,
die hier in den regel het laatste woord
hebben.
Burgemeesters.
Bij Kon. besluit is met ingang van 1
April 1929 benoemd tot burgemeester
dor gemeente IJsselmonrle B. P. Hazen
berg, onder ge'ijktijlige toekenning van
eervol ontslag als burgemeester der ge
meente Giethoorn; tot burgemeester der
gemeente Jaarsveld, Lopik en Willige-
Langerak H. M. Oldenhof.
De Vrijheidsbond.
De a'gemoene vergadering van de Li-
bora'e Staatspartij De Vrijheidsbond wordt
6 en 7 April gehouden in Musis Sacrum
te Arnhem.
Voor de verkiezing van 5 leden van
het hoofdbestuur wegens periodiek af
treden van de heeren S. van den Bergh
D. de Boer Dzn., mr G. A. Boon,
prof. dr Th. Colenbrander en Abr. Staal
man zijn door de afdeeling'en candidaat
gesteld de aftredenden en de heeren ir.
jhr. 0. C. A. va.n Lidth de Jeude, ir.
J. Koster, H. J. Poletier, mr J. Rutgers
en S. Rijikes.
Zooals men weet, is de heer Abr. Staal
man als lid van do plartiji geschrapt, zoo
dat hij natuurlijk niet 'als bestuurslid her
kiesbaar is.
frov. Stoombootdienst op
de Ooster-Schelde. De Directeur
van dezen dienst deelt ons mede, dat er
zich op de Oosterschelde nog steeds veel
en zwaar drjjl'ys blijft vertoonen, terwijl
er niet genoeg wind is om het naar zee
te drjjven en ook niet genoeg dooi om
•het spoedig te doen smelten. Waarschijn
lijk zit er nog zeer veel ijs op de slikken
van het Verdronken Land van Zuid-Beve-
land en dit drijft op de Oosterschelde
heen en weder en bezorgt veel last.
Het Loodswezen heeft met twee sche-
.pen Maandag geprobeerd de lichtboeien
van do Zandkreek en de Oosterschelde te
leggen maar door het zware ijs was het
niet verantwoord dit werk te doen en
zijn de schepen onverrichterzake naar
Vlissingen moeten terugkeeren.
Zonder lichtboeien is het varen met
donker voor den bootdienst niet mogelijk
aangezien dit voor de schepen gevaar
zou opleveren.
Het Loodswezen heeft echter toegezegd
de lichtboeien zoo spoedig mogelijk te
leggen en tot zoolang moet de beperkte
avonddienst, volgens welke thans wordt
gevaren van kracht blijven.
Het is dus niet te zeggen wanneer
de toestand weder normaal zal zijn. Zoo
dra dit een feit is, zal dit worden gead
verteerd.
De afd. Zeeland van den Ned. Bond
„Dat weet ik wel, papa," zeide zij. „Als
er een altijd heeft gewerkt en nog steeds
hard werkt, dan is u het, 't Verbaast me
eigenlijk, dat u hier vanavond zoo rustig
zit
„Dat is ter eere van jou, kind. Ik her
haal, dat ik dol-blij ben, dat je weer hier
bent. Je bent toch, hoop ik, niet van plan,
weer terug te gaan?"
Deze vraag overviel Lia. Dat zij vroeg of
laat komen zou, had zij verwacht. Maar
zoo spoedig, het was te onverwacht.
„Het hangt van mama en u af, papa,"
zeide zij daarom. „Maar voorloopig is er
natuurlijk geen sprake van, dat begrijp ik
ook wel"
„Voorloopig? Lieve help, heb je werke
lijk idee, om weer eens naar dat gat te
gaan? Me dunkt, je moest er nu toch wel
genoeg van hebben."
Het meisje loosde een stille zucht. Papa
kon het natuurlijk niet begrijpen, dat het
leven „in dat gat" niet vas, zooals hij het
zich voorstelde. En nog veel minder kon
hij 'het vatten, waarom zij er naar hun
kerde, om weer bij Grootmoeder in haar
kleine „huisje aan den zeedijk" te zijn,
waar zij gevonden had, in beginsel den
grootsten schat, die er bestaat tot in
eeuwigheid.
Er was eenige oogenblikken stilte.
„Zou je werkelijk idee hebben, Lia, er
weer heen te gaan?" vroeg hij don. Zij
van Jongel. Vereen, op Geref. Grondslag
zal haar jaarvergadering Paasch-Maandag
te Middelburg houden.
De morgenvergadering, die in de Gast-
huiskerk gehouden wordt, is gewijd aan
huishoudelijke zaken. In de middagver
gadering. die in de Noorderkerk plaats
vindt, zal Dr J. Hoek, van 's-Gravenhage-
West, refereeren over „De zelf-opvoeding
van den jongeling".
Oud-Minister Mr H. Bijleveld zal daar
na de opwekkende rede houden, geti
teld „Het geklank des Konings".
Een man uit Zaamslag is gisteren
met zijn wagentje door de Zeeuwsch-
Vlaamsche stoomtram aangereden. Hij is
spoedig daarna overleden.
Middelburg. Naar hier is uit Schiedam
overgebracht de afdaar wonende N., die
er van verdacht wordt zich alhier aan
oplichting te hebben schuldig gemaakt.
De man is heden ter beschikking van de
justitie gesteld.
Het honderdjarig bestaan
van de Brandwaarborg-Mij. voor
Zeeland. De bovenzaal van de So
ciëteit St. Joris had gistermiddag een
fees te" ijk aanzien toen aldaar de bijeen
komst plaats had ter viering van het
100-jarig bestaan der O. B. W. M.
Niet alleen de palmen, enz., doch ook
de bloemstukken die waren toegezonden
verhoogden die gezelligheid.
Nadat de voorzitter van commissaris
sen, de heer mr H. F. Lant.sheer, zijn
reeds 'gemeld historisch overzicht had ge
geven, richtte hij zich tot den direc
teur. Sp;r. roemde in hem zijn stiptheid,
zijn eerlijkheid en niet het minst zijn
eenvoud. Zich tot de drie leden van
het personeel wendende brengt hjj ook
deze dank voor hun werk voor de maat
schappij onder aanbieding van een souve
nir. Ook de correspondenten heeft men
eon souvenir willen aanbieden en wel een
inktpot met zilveren deksel, waarop ge-
grap heer d „OBWM 12 Maart 1829
1929".
De heer J. F. de Wijs, directeur, nam
vorvo'gens het woord. Spr. wijst op den
aangenamen toon, die steeds in de ver
gaderingen met commissarissen heerscht
en brengt hen dank voor hun nauwgezette
behandeling der zaken. Vooral ook de
correspondenten dankt spr. voor hun aan
wezigheid, velen hebben een groote reis
moeten maken. Ook spr. noemt de na
men van de heeren v. d. Bent, die 54
jaar en P. Pelle, dia 50 jaar werkzaam
is. Laatstgenoemde zal wegens ouderdom
den dienst gaan verlaten. Zoo is ook de
heer L. Schouten te 's Gravenpolder 45
jaar werkzaam. Met het noemen van deze
namen wil spT. niets te kort doen aan
het werk der anderen. Moge de maat
schappij onder Hoogeren zegen groeien en
bloeien, tot heil van de deelnemers.
Dank brengt Bpr. hetpersoneel voor
het aangeboden rookstel, en jille schen
kers van bloemen. Het is haast een te
groote eer.
De heer L. A. v. d. Harst bracht
namens de correspondenten dank voor de
uitnoodiging.
De correspond enten verheugen zich op
dezen dag over den grooten uitbouw
der maatschappij, Zij is geworden tot
een Zeeuwsche instelling, die trotsch op
haar verleden kan terugzien. Namens cor
respondenten biedt spr. voor het kantoor
een fraaie nieuwe pendule aan en aan
den directeur persoonlek een fraaie mond
bloemen.
De heer Lantsheer zegt hartelijk dank
voor de pendule, daar de oude vrijwel
versleten is en mede namens den di
recteur voor de hartelijke woorden.
Verder voerden het woord dhrn. J.
Pelle Wz., J. Baljeu (taxateur) en M. J.
v. d. Kreke (mede namens de andere
leden van het kantoorpersoneel).
Hierna verklaarde de voorzitter het of-
ficieele gedeelte van den middag geslo
ten. Men bleef echter nog eenigen tijd
gezellig bijeen en de maatschappij' toon
de zich een gulle gastvrouw. Alle aan
wezigen poseerden voor de lens.
Vlissingen. Gisterenavond vergaderde
de A.-R. kiesvereeniging, alhier.
Tot leden van het Centraal Comité
werden gekozen de heeren Mr H. Bijle-
veld, H. Coljjn, L. F. Duymaer van Twist
te 's-Gravenhage, Mr J. J. Croles te Leeu
warden, Mr P. S. Gerbrandy, Sneek en
Mr A. A. de Veer te Middelburg. Tot
hoorde in zijn tem een klank van teleur
stelling.
„Als mama en u het liever niet hebben,
papa, dan natuurlijk niet. Maar anders ja,
dan zou ik gaarne er weer heen willen."
„Och, van liever niet hebben is geen
sprake. Je kunt, evenals toen, weer wel
toestemming krijgen. Ook wel van mama,
geloof ik. Je moeder begrijp ik eigenlijk
niet goed. Zij is mij soms een levend raad
sel. Als ik over jou wilde beginnen en over
je aanwezigheid bij je Grootmoeder, dan
praatte zij er vlug over heen, maar toch
weet ik zeker, dat zij al jouw brieven ge
lezen heeft."
„Papa," riep Lia vol vreugde.
Hij legde dien uitroep aanvankelijk ver
keerd uit en meende er schrik in te ver
nemen.
„Nu wat zou dat?" vroeg hij. „Je hebt
niets bijzonders geschreven. Je behoeft er
niets van te schrikken."
„Ik schrik er ook niet van papa. Ik ben
er zeer blij om."
„Verklaar je nader, kind, want dit is
iets, wat ik niet vatten kan."
„O, papa Lia werd warm van binnen
dat is toch immers het beste bewijs, dat
mama nog wel eens aan het ouderlijke
huis denktl Weet u zeker, dat mama de
brieven las?"
(Wordt rarvolgd.)