DE ZEEUW tweede blad. Uit de Provincie. Staten-Generaal Binnenland FEUILLETON Het huisje aan den zeedijk VAN "WOENSDAG 14 MAAiRT 1929. No. 138. TWEEDE KAMER. De Ziektewet. Nadat gisteren verschillende kleinere ontwerpen waren afgedaan, werd de be handeling van het wetsontwerp van, de wijziging der Ziektewet voortgezet. Minister Slotemaker de Brui ne richtte zich allereerst tot den heer Kersten die in 't geheel geen ziektever zekering wil. Deze opvatting beteekent uitvoering van den wil der minderheid met negeeren van de meerderheid. Spr. wenscht na te gaan, hoe de ziekteverzekering moet worden ingericht, waarbij hij opmerkt, dat hij, na drieja ren minister te zijn geweest, den heer Aalberse beter en billijker heeft leeren beoordeelen. Het is allerminst voldoen de óm te volstaan met een wijziging van art. 1638 van het B. W., doch er moot een wèl sluitende regeling worden tot stand gebracht en een tweede begin sel, waarvan spr. uitgaat is, dat wat door vrijwillige verzekering is verkregen, onvoldoende is. Van uitvoering der bestaande wet kon geen sprake zijn. Tal van vragen rezen er: zal men ziekte en invaliditeit of ziekte en ongeval combineeren! Dat is één bezwaar. Een ander is, dat het ontwerp-A al bers e aan zeer scherpe critiek is onderworpen geweest van zeer verschillende zijden. Daarnaast was do hoofdoorzaak van de moeilijkheden de verdeeldheid over de vraag: welke orga nen moeten de dragers der verzekering zjjn? Het meest logische is natuurlijk,dat er één verzekeringsorgaan is, doch deze gedachte, waarmee Talma kwam, is door de Kamer verworpen. Voor spr. lag bij zjjn optreden maar één weg open hij ging uit van het bestaande en nam daarbij het groeiende-: de bedrijfsvereeni- gingen, waarbij hij1 zich echter het ge vaar van verbrokkeling wel degelijk voor den geest stelde. Reeds in den Hoo- gen Raad van Arbeid werd ernstig cri tiek uitgeoefend. Toen verscheen het voor- loopig verslag der Kamer en daaruit bleek, dat een meerderheid te vinden zou zijn voor twee organen: de Raden van Arbeid en de bedrjjfsvereenigingian. Kon spr. dien weg inslaan? Wat de fa- brlekskassen betreft zeker, waar eenheid van conceptie mogelijk is, doch anders stond het mot de bijzondere kassen. Waar dr De Vsser spr. verweet, te handelen in strijd met de aankondiging in de Troonrede, merkt spr. op, dat daarin mot voordacht is gesproken van organen, die „opkomen" en niet „die opgekomen zijn". De heer Duys, S.-D.: Gelukkig maar, da,t de bedrijfsverenigingen toen nog niet „opgekomen" waren, want dan waxen ze nu weg geweest! De Minister betoogt, dat dit be zwaar van dr de Visser en het tweede bezwaar, n.l. dat het particulier initia tief gedood zou worden, niet steekhou dend zijn. De heer Bakker verweet spr., dat hij teveel van het bestaande opruimt, maar hoeveel van de verzekerden bij de parti culiere kassen vallen onder deze ver zekering? De heer Bakker §prak van 370,000, de heer Marchant vain 373,000 in 474 kassen, in de groote vergadering te '8-Gravenhage werd gesproken van 200,000 verzekerden en spr. hoorde ook reeds van 1600 kassen. Maar zijn het allen arbeiders en geldt het altijd zieken geld-ui tkeeoring? Dit is geenszins het ge val. Er zijn niet alleen arbeiders aan gesloten «n er wordt niet alleen zie kengeld uitgekeerd, doch ook wordt uit gekeerd bij bevalling, bij overlijden en in vele andere gevallen. Voor handhaving van de bijzondere kassen is, zooals de heer Bakker wilde, inderdaad zelfbeschikkingsrecht van den arbeider noodig, maar dat bleek spr. bij nadere bestudeering van de materie niet onmogelijk; er zou een enorme admini stratie noodig zijn en de draagkracht zou verminderen. Toen spr. dit inzag heeft hij zijn besluit genomen. Er blijft overi gens nog een terrein van werkzaamheid over voor de bijzondere kassen, n.l. on der de arbeiders, die niet onder de wet vallen en onder de kleine zelfstandigen. Op de vraag of individueele werkge vers die zelf het risico willen dragen I buiten de verzekering kunnen vallen, ant woordt spr., geen kans te zien, het zóó te construeeren, dat deze exceptie toe laatbaar is. Dat de Raden van Arbeid alleen de slechte risico's zullen krijgen, ontkent spr. Maar indien dat gevaar be staat, dan zou het ook bestaan indien er andere kassen werden toegelaten. Mocht het gevaar echter in de practijk blijken te bestaan, dan zou een voor ziening moeten worden getroffen langs den weg van den een of anderen vorm van herverzekering. Verder werd aangevoerd, dat de indi vidueele arbeiders geen zekerheid heb- i ben volgens het ontwerp, omdat de in dividueele registratie ontbreekt. Maar in dien deze onnoodig is, waarom haar dan ingevoerd, nu zjj zooveel administratie- kosten meebrengt? Bij de Invaliditeits verzekering is zij wel noodig met het oog op de berekening der rente, welke hier niet voorkomt. Een derde bezwaar was: Er zijn per sonen die buiten de verzekering vallen Dit bezwaar geldt evenzeer tegen de onge wijzigde wet-Talma, voor zoover het de kleine zelfstandigen betreft. En wat de losse arbeiders aangaat, voor hen die to1 kens in een andere onderneming wer kon, za) een oplossing te vinden zijn in den algemeenen maatregel van art. 19. Spreker acht het ook wat dien maat regel betreft mogelijk, dat de wet op 1 Jan. 1930 in werking treedt. De overige bijzondere vragen zal spr bij de amendementen behandelen. Alleen nog een woord over de genees- en heelkundige verzorging, waar- voor de heeren Smeenk, Kuiper en Kor tenhorst de werkgevers meer wilden lalen bijdragen. Spr. geeft aan een motie de voorkeur boven een amendement, omdat ziekte verzekering en zieken ver zorging steeds gescheiden zijn gehou den. Trouwens voor de ziekenverzor ging ligt een apart wetsontwerp bij1 de Kamer. Bovendien kan de gepreciseerde uitwerking van deze gedachte geheel on voorbereid zeer moeilijk worden geschei den in het thans aanhangige wetsontwerp Spr. hoopt, dat, thans vervuld zal wor den wat in „De Groene Amsterdammer" is uitgedrukt. Daar ziet men een zieken arbeider liggen onder de dekens, terwijl daarop uitgespreid liggen het ontwerp* Kuiper, het ontwerp-Veegens en het out- werp-Aalherse en waar die arbeider tot den minister, die met een nieuw ontwerp bij zijn bed komt, zegt: „Geef mij nu lie ver ziekengeld!". Nadat verschillende leden gerepliceerd hebben komt nogmaals de Minister aan het woord. Spr. deelt mede, dat de pas sage in de Troonrede van 1926 betref fende de wijziging der Ziektewet bedoel de, dat ook aan de bedrijfsverenigingen een plaats in de uitvoering der verzeke ring diende te worden ingeruimd. Op een vraag van den heer Kuiper, hoe spr. zou denken over een amen dement, waarbij ook de kosten Van de ziekteverzorging voor de helft door patroons en arbeiders worden ge dragen, kan spr. alleen antwoorden, dat spr. daartegen in beginsel niet afwijzend staat. Alles Tiangt af van inhoud en strekking van het amendement: wie in de ziekenverzorging zullen zijn begrepen en hoever die verzorging zal gaan, kan spr. niet weten, zoolang hij dit amende ment niet voor zich heeft. De algemeene beschouwingen worden gesloten. De vergadering wordt verdaagd tot Woensdagmiddag 1 uur. Wijziging Ziektewet. De heer L. de Visser heeft twee amen dementen voorgesteld op het ontwerp tot wjjziging der Ziektewet, waarvan de be doeling is het ziekengeld niet minder dan het gemiddeld verdiende loon te doen bedragen en het recht op1 uitkeering reeds vanaf den eersten dag der ziekte te doen ingaan. De heer Duys heeft een amendement voorgesteld, strekkende om, ingeval het voorstel om de loongrens ta doen ver vallen, wordt verworpen, de loongrens niet lager dan f5000 te stellen. De lieer Snoeck Henkemans heeft op het -ontwerp-wij'ziging Ziektewet een amendement ingediend om de verplichting omtrent de aangifte t;e handhaven voor alle in dienst zijnde p'ersonen, gelijk de bestaande wet bepaalt. Het bestuur van de Nederl. Vereenigmg van Christelijke Kantoor- en Handels bedienden heeft te Amsterdam en Rotter dam vergaderd met leden der vereeniging die door da>> in het wetsontwerp tot wij ziging van de Ziektewet opgenomen loon grens van f 3000 van de bepalingen dezer wet worden uitgesloten. Na uitvoerige besprekingen werd het standpunt der ver gadering in een motie neergelegd, waar in er afkeuring over werd uitgesproken dat deze groep van werknemers opnieuw van de bepalingen eener belangrijke soci ale wet uitgesloten wordt. Landbouwboekhouding. Op vragen van het Tweede Kamerlid van Rappard, heeft de minister van fi nanciën o.m. geantwoord: Het antwoord op de vraag, of de in een boekhouding voorkomende aanteekenin- gen getrouw en volledig de; waarheid weergeven, houdt niet of slechts los verband met het systeem, naar het welk die boekhouding is opgezet. Naar het oordeel van den ondergetee- kende kan van de inspecteurs niet ge vorderd worden, dat zij mededeelingen als juist en volledig aanvaarden, alleen omdat die mededeelingen naar een be paald systeem, welk ook, op schrift zijn gesteld. Welk systeem van boekhouding aan de landbouwscholen wordt gedoceerd is den ondergeieekende niet bekend. Wel is hem bekend, dat het systeem van den heer Heidema veel overeenkomst ver toont met dat van de heeren van der Meulen en Stoop, en dat door zeer veel landbouwers volgens die systemen wordt boek gehouden. Jndien de bedoeling van de laatste vraag deze is, dat de inspecteurs een boekhouding, indien zij is bijgehouden volgens een der in de vierde vraag be doelde systemen, om dene reden behoo- ren te aanvaarden, volgt reeds uit het vorenstaande, dat het antwoord ontken nend moet luiden; immers naast de vraag, naar welk systeem is boek gehouden, staat de vraag, of de boekhouding is opgemaakt naar betrouwbare gegevens. Is liet de bedoeling, dat ondergetee- kende den inspecteurs zal opdragen, het systeem-Heidema als juist te aanvaarden, dan moet het antwoord luiden, dat de ondergeteekende den inspecteurs geen op dracht omtrent het aanvaarden van eenig systeem van boekhouding pleegt te geven en dat hij geen aanleiding ziet, op die gedragslijn voor een bepaald systeem uit zondering te maken. Direote belastingen en landbouwers. Op de vragen van het Tweede Kamer lid, den heer Lovink heeft de minister van 'financiën geantwoord: A. Dat tot de door de inspecteurs ge bruikte middelen ter bepaling van het inkomen van veehouders en landbouwers mede behoort het toetsen van de aangif ten aan normen, is den ondergeteekende bekend. Hij wil aannemen, dat deze han delwijze in enkele gevallen tot een te hoogen aanslag van landbouwers heeff geleid, evenals andere methoden van be rekening, die ten aanzien van andere groepen van belastingplichtigen in toe passing worden gebracht. Hieruit volgt echter niet, dat het gebruik van normen in het algemeen tot onjuiste aanslagen aanleiding geeft, maar dat daarbij met be leid moet worden te werk gegaan. In veel gevallen hebben trouwens ook de raden van "beroep, als onpartijdig rechter, hel inkomen vastgesteld met behulp van de door de inspecteurs berekende normen. B. De in de vraag opgesloten meening, dat b-y toepassing van normen de aanslag door HUGO KINGMANS. 73) o— Maar hoe kon zij dat nu aan haar vader vertellen, die haar gewaarschuwd had, hem niet met zulke dingen aan het lijf te komen? „Nu, Lia, vertel me eens wat. Ik ben er bepaald benieuwd naar, hoe je je dagen doorbracht." ,,0, dat is gauw verteld, papa," be gen zij. En Lia verhaalde. Met een kloppend hart. Want van het een kwam het ander Daar had je het al! „De familie Meinema, wat zijn dat voor mensehen?" Lia moest nu wel door den zuren appel böenbijton. En zij deed het manmoedig. - »Meineina, zoo heet de predikant, papa h Mevrouw Meinema is een schat van een mensch. En dan zijn er twee dochters, ongeveer van mijn leeftijd. En nog een emer Meisje. En een zoon, die student geweest is, hij is nu klaar sinds verleden Belangstellend luisterde mijnheer Van Meersma toe. „Zoo," zeide 'hij dan „,dus je kwaamt in het gezin van een dominé. 't Wordt waar lijk interessant, Lia. Wat voor een man is hij?" „Dominé Meinema bedoelt u? Een beste man, papa. Hij is ook in Arnhem predi kant geweest." „Ik bedoel, ja, hoe moet ik dat zeggen, ik heb er zoo weinig verstand van, maar je hebt, meen ik, toch verschillende soorten dominees. Lichte en zware. Moderne en he, orthodoxe, geloof ik. Is hij zwaar op de hand?" „Ik weet het niet, papa." „Wel, je weet toch wel, wat man het is?" „Ja, dominé Meinema. Er is maar één op het dorp. Grootmoeder en ook de an dere familieleden houden verbazend veel van hem, wat niet behoeft te verwonde ren." „0, dan weeft ik al genoeg. Dan zal hij wel tamelijk zwaar op de hand zijn. 'k Wed, dat jij ook een tikje van den malle molen beet hebt, is het niet, Lia?" Lia kleurde. „Ik zie het al, kind, je durft het niet zeggen, maar doe dat maar gerust. Zoo iets komt toch uit op den duur." „Nu, papa, ik wil eerlijk zijn," zeide Lia moedig." 'k Heb bij Grootmoeder heel vrat dingen anders loeren bezien, 'k Heb leeren inzien, dat het leven, dat ik tot voor enkele maanden leidde, niet goed is. Toen voelde ik het wel, maar dk kon het niet onder woorden brengen. Maar nu heb ik zeker heid." „Het wordt belangwekkend, Lia," zeide de architect die inderdaad met veel be langstelling zat te luisteren. „Wat zeker heid is dat dan?" „Dat het leven ons niet gegeven is, om onzen tijd in luiheid en ledigheid door te brengen, om het te vullen met pret, uit gaan en vermaak." „Accoord, van Putten. Als dat alleen het Christendom is, dat ook jou is gaan beko ren, dan valt het nogal wat mee en dan ben ik waarlijk ook zoo'n christen, want daarmee kan ik mij best vereenigen," meende de architect. „Wij hebben maar te arbeiden, een ieder op zijn eigen terrein. Uitgaan bevredigt toch niet Vandaar, dat met je moeder meestal niets aan te vangen is. Maar, Lia dat alles behoefde je toch waarlijk daarginds niet te gaan leeren! Dat kon je van mij wel te weten komen Ik ben toch niet bepaald iemand, die niet werkt." Lia glimlachte flauw. Hoe moest zij dat, wat haar eerst zoo vreemd voorgekomen was, maar waar naar zij langzamerhand was gaan hunke- rep, nu aan boor vader meedeelen? niet naar werkelijke gegevens wordt be paald, kan de ondergeteekende niet als juist erkennen; waarom maandnoteerfn gen, oogstberichten, cijfers omtrent be paalde landbouwbedrijven e.d. factoren, waarvan de normen de samenvatting zijn, niet als „werkelijke gegevens" zouden mogen worden aangemerkt, kan hij niet ;nzien. Voorts is hij vag oordeel, dat berekening van het inkomen met behulp van met zorg samengestelde nonnen in bepaalde gevallen een juistere uitkomst kan geven dan een becijfering naar gege vens, ontleend aan een boekhouding. Veel hangt hier af van het vertrouwen, dat aan de boekhouding wordt geschon ken; ieder geval moet op zichzelf door den inspecteur of den raad van beroep worden beoordeeld. In Verband met het vaststellen van normen worden reeds thans veelal des kundigen op landbouwgebied geraad pleegd. De ondergeteekende acht het ech ter niet gewenscht, de inspecteurs tot hel plegen van overleg met bepaalde organi saties op landbouwgebied te verplichten; de vrijheid van handelen van de inspec teurs en daarmede hun verantwoordelijk heid zou daardoor in het gedrang komen. C. Uit het vorenstaande volgt, dat de ondergeteekende niet het vo«ornemen heeft hetzij tot het voorschrijven van bepaalde wijzen van inkomstenberekening, hetzij tot het volgen van bepaalde methoden bij het vaststellen van normen. Dergel'"ke voorschriften zouden trouwens niet bin dend zijn voor de raden van beroep, die hier in den regel het laatste woord hebben. Burgemeesters. Bij Kon. besluit is met ingang van 1 April 1929 benoemd tot burgemeester dor gemeente IJsselmonrle B. P. Hazen berg, onder ge'ijktijlige toekenning van eervol ontslag als burgemeester der ge meente Giethoorn; tot burgemeester der gemeente Jaarsveld, Lopik en Willige- Langerak H. M. Oldenhof. De Vrijheidsbond. De a'gemoene vergadering van de Li- bora'e Staatspartij De Vrijheidsbond wordt 6 en 7 April gehouden in Musis Sacrum te Arnhem. Voor de verkiezing van 5 leden van het hoofdbestuur wegens periodiek af treden van de heeren S. van den Bergh D. de Boer Dzn., mr G. A. Boon, prof. dr Th. Colenbrander en Abr. Staal man zijn door de afdeeling'en candidaat gesteld de aftredenden en de heeren ir. jhr. 0. C. A. va.n Lidth de Jeude, ir. J. Koster, H. J. Poletier, mr J. Rutgers en S. Rijikes. Zooals men weet, is de heer Abr. Staal man als lid van do plartiji geschrapt, zoo dat hij natuurlijk niet 'als bestuurslid her kiesbaar is. frov. Stoombootdienst op de Ooster-Schelde. De Directeur van dezen dienst deelt ons mede, dat er zich op de Oosterschelde nog steeds veel en zwaar drjjl'ys blijft vertoonen, terwijl er niet genoeg wind is om het naar zee te drjjven en ook niet genoeg dooi om •het spoedig te doen smelten. Waarschijn lijk zit er nog zeer veel ijs op de slikken van het Verdronken Land van Zuid-Beve- land en dit drijft op de Oosterschelde heen en weder en bezorgt veel last. Het Loodswezen heeft met twee sche- .pen Maandag geprobeerd de lichtboeien van do Zandkreek en de Oosterschelde te leggen maar door het zware ijs was het niet verantwoord dit werk te doen en zijn de schepen onverrichterzake naar Vlissingen moeten terugkeeren. Zonder lichtboeien is het varen met donker voor den bootdienst niet mogelijk aangezien dit voor de schepen gevaar zou opleveren. Het Loodswezen heeft echter toegezegd de lichtboeien zoo spoedig mogelijk te leggen en tot zoolang moet de beperkte avonddienst, volgens welke thans wordt gevaren van kracht blijven. Het is dus niet te zeggen wanneer de toestand weder normaal zal zijn. Zoo dra dit een feit is, zal dit worden gead verteerd. De afd. Zeeland van den Ned. Bond „Dat weet ik wel, papa," zeide zij. „Als er een altijd heeft gewerkt en nog steeds hard werkt, dan is u het, 't Verbaast me eigenlijk, dat u hier vanavond zoo rustig zit „Dat is ter eere van jou, kind. Ik her haal, dat ik dol-blij ben, dat je weer hier bent. Je bent toch, hoop ik, niet van plan, weer terug te gaan?" Deze vraag overviel Lia. Dat zij vroeg of laat komen zou, had zij verwacht. Maar zoo spoedig, het was te onverwacht. „Het hangt van mama en u af, papa," zeide zij daarom. „Maar voorloopig is er natuurlijk geen sprake van, dat begrijp ik ook wel" „Voorloopig? Lieve help, heb je werke lijk idee, om weer eens naar dat gat te gaan? Me dunkt, je moest er nu toch wel genoeg van hebben." Het meisje loosde een stille zucht. Papa kon het natuurlijk niet begrijpen, dat het leven „in dat gat" niet vas, zooals hij het zich voorstelde. En nog veel minder kon hij 'het vatten, waarom zij er naar hun kerde, om weer bij Grootmoeder in haar kleine „huisje aan den zeedijk" te zijn, waar zij gevonden had, in beginsel den grootsten schat, die er bestaat tot in eeuwigheid. Er was eenige oogenblikken stilte. „Zou je werkelijk idee hebben, Lia, er weer heen te gaan?" vroeg hij don. Zij van Jongel. Vereen, op Geref. Grondslag zal haar jaarvergadering Paasch-Maandag te Middelburg houden. De morgenvergadering, die in de Gast- huiskerk gehouden wordt, is gewijd aan huishoudelijke zaken. In de middagver gadering. die in de Noorderkerk plaats vindt, zal Dr J. Hoek, van 's-Gravenhage- West, refereeren over „De zelf-opvoeding van den jongeling". Oud-Minister Mr H. Bijleveld zal daar na de opwekkende rede houden, geti teld „Het geklank des Konings". Een man uit Zaamslag is gisteren met zijn wagentje door de Zeeuwsch- Vlaamsche stoomtram aangereden. Hij is spoedig daarna overleden. Middelburg. Naar hier is uit Schiedam overgebracht de afdaar wonende N., die er van verdacht wordt zich alhier aan oplichting te hebben schuldig gemaakt. De man is heden ter beschikking van de justitie gesteld. Het honderdjarig bestaan van de Brandwaarborg-Mij. voor Zeeland. De bovenzaal van de So ciëteit St. Joris had gistermiddag een fees te" ijk aanzien toen aldaar de bijeen komst plaats had ter viering van het 100-jarig bestaan der O. B. W. M. Niet alleen de palmen, enz., doch ook de bloemstukken die waren toegezonden verhoogden die gezelligheid. Nadat de voorzitter van commissaris sen, de heer mr H. F. Lant.sheer, zijn reeds 'gemeld historisch overzicht had ge geven, richtte hij zich tot den direc teur. Sp;r. roemde in hem zijn stiptheid, zijn eerlijkheid en niet het minst zijn eenvoud. Zich tot de drie leden van het personeel wendende brengt hjj ook deze dank voor hun werk voor de maat schappij onder aanbieding van een souve nir. Ook de correspondenten heeft men eon souvenir willen aanbieden en wel een inktpot met zilveren deksel, waarop ge- grap heer d „OBWM 12 Maart 1829 1929". De heer J. F. de Wijs, directeur, nam vorvo'gens het woord. Spr. wijst op den aangenamen toon, die steeds in de ver gaderingen met commissarissen heerscht en brengt hen dank voor hun nauwgezette behandeling der zaken. Vooral ook de correspondenten dankt spr. voor hun aan wezigheid, velen hebben een groote reis moeten maken. Ook spr. noemt de na men van de heeren v. d. Bent, die 54 jaar en P. Pelle, dia 50 jaar werkzaam is. Laatstgenoemde zal wegens ouderdom den dienst gaan verlaten. Zoo is ook de heer L. Schouten te 's Gravenpolder 45 jaar werkzaam. Met het noemen van deze namen wil spT. niets te kort doen aan het werk der anderen. Moge de maat schappij onder Hoogeren zegen groeien en bloeien, tot heil van de deelnemers. Dank brengt Bpr. hetpersoneel voor het aangeboden rookstel, en jille schen kers van bloemen. Het is haast een te groote eer. De heer L. A. v. d. Harst bracht namens de correspondenten dank voor de uitnoodiging. De correspond enten verheugen zich op dezen dag over den grooten uitbouw der maatschappij, Zij is geworden tot een Zeeuwsche instelling, die trotsch op haar verleden kan terugzien. Namens cor respondenten biedt spr. voor het kantoor een fraaie nieuwe pendule aan en aan den directeur persoonlek een fraaie mond bloemen. De heer Lantsheer zegt hartelijk dank voor de pendule, daar de oude vrijwel versleten is en mede namens den di recteur voor de hartelijke woorden. Verder voerden het woord dhrn. J. Pelle Wz., J. Baljeu (taxateur) en M. J. v. d. Kreke (mede namens de andere leden van het kantoorpersoneel). Hierna verklaarde de voorzitter het of- ficieele gedeelte van den middag geslo ten. Men bleef echter nog eenigen tijd gezellig bijeen en de maatschappij' toon de zich een gulle gastvrouw. Alle aan wezigen poseerden voor de lens. Vlissingen. Gisterenavond vergaderde de A.-R. kiesvereeniging, alhier. Tot leden van het Centraal Comité werden gekozen de heeren Mr H. Bijle- veld, H. Coljjn, L. F. Duymaer van Twist te 's-Gravenhage, Mr J. J. Croles te Leeu warden, Mr P. S. Gerbrandy, Sneek en Mr A. A. de Veer te Middelburg. Tot hoorde in zijn tem een klank van teleur stelling. „Als mama en u het liever niet hebben, papa, dan natuurlijk niet. Maar anders ja, dan zou ik gaarne er weer heen willen." „Och, van liever niet hebben is geen sprake. Je kunt, evenals toen, weer wel toestemming krijgen. Ook wel van mama, geloof ik. Je moeder begrijp ik eigenlijk niet goed. Zij is mij soms een levend raad sel. Als ik over jou wilde beginnen en over je aanwezigheid bij je Grootmoeder, dan praatte zij er vlug over heen, maar toch weet ik zeker, dat zij al jouw brieven ge lezen heeft." „Papa," riep Lia vol vreugde. Hij legde dien uitroep aanvankelijk ver keerd uit en meende er schrik in te ver nemen. „Nu wat zou dat?" vroeg hij. „Je hebt niets bijzonders geschreven. Je behoeft er niets van te schrikken." „Ik schrik er ook niet van papa. Ik ben er zeer blij om." „Verklaar je nader, kind, want dit is iets, wat ik niet vatten kan." „O, papa Lia werd warm van binnen dat is toch immers het beste bewijs, dat mama nog wel eens aan het ouderlijke huis denktl Weet u zeker, dat mama de brieven las?" (Wordt rarvolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5