DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Staten-Generaal. Het huisje aan den zeedijk Uit de Provincie. VAK DONDERDAG 7 MAART 1929. No. 133. EERSTE KAMER. DE RiJKSBEGROOTING 1929. Algemeens beschouwingen. Gisteren zqm in de Eerste Kamer de begrootingsdebatten begonnen. Eerste spreker was de heer van L a n- schot, R.K., die al dadelijk op den voorgrond stelde dat er van een sa mengaan van de R. Kath. met da S. D. A. P. geen sprake kon zjjm. Daarvoor is de tegenstelling te groot. Spr. verklaarde aan de rechtsche sar menwerking de voorkeur te geven. Het be staan van een coalitie is voor een par lementair kabinet niet noodig; een vast omlijnd regeringsprogramma is voldoen de, wanneer het kabinet verzekerd is, dat de partijen, die het ontworpen, het zullen blijven steunen. De vorming van een minderheidsministerie acht spr. niet zeer waarschijnlijk. De heer de Vos van Steenwgk, C.H., nam als gewoonlijk geen blad voor den mond. Hij verklaarde de hoop op herstel der coalitie niet op te geven. Hij sprak als zijn hoop uit, dat de drie rechtsche frac ties bij de verkiezingen de meerderheid zullen behouden. Het belang des lands eischt, dat zij blijven samenwerken em spreker raadt ronduit aanh e r s t e 1 der coalitie. Spr. betreurde het, dat de gespleten heden bij de rechtzinnige christelijke par tijen steeds grooter beteekenis krijgen. Men moet liever zoeken naar wat vereent dan met spitsvondigheden elkaar te lijf te gaan. Ons geharrewar brengt groote schade aan onze Protestantsch' Christe lijke politiek. De gedachte van samenwerking der 3 rechtsche groepen met de liberalen op nationalen grondslag is sympathiek, maar in de practjjk niet uitvoerbaar. Er bestaat bijv. op het terrein der huwelijkswetge ving een antithese tusschen rechtB en links, die zich niet laat wegredeneeren. Spr. is den Minister van Justitie dank baar, dat deze weigert den eersten stap op den z.i. verkeerden weg der „moder niseering" van het huwelijksrecht te doen. Spr. is er trotsch op, conservatief te zijn, voor alles wat dierbaar is en waard te worden behouden. Geheel anders oordeelde de heer W i baut, S.-D., die meende, dat samenwer king tusschen Soc. Dem. en R. Kath. niet door een onderdeel als do kwestie der huwelijkswetgeving behoeft te worden tegengehouden. Spr. handhaafde zijn vroeger uitgespro ken meening, dat het z.g. vrije huwelijk soms 'hooger staat dan het wettelijk hu welijk. Vandaag voortzetting. TWEEDE KAMER. De Postbegrooflng. In 0e vergadering van gisteren werd de behandeling van de begrooting der Posterijen voortgezet. De heer Krijger, C.-H., deelt de be zwaren, door verscheidene leden aange voerd tegen 3e voorgenomen invoering van het gesprekkentarief, en dringt aan op verlaging van de posttarieven. De heer Drop, S.-D., wenscht meer te weten ten aanzien der reorganisatie Spreker meent, dat aan den Postdienst van het bedrjjf. niet mag worden overgelaten de beoor deeling van stukken van propagandis tische waarde. Hij dringt tenslotte aan op een positieve beslissing ten aanzien van rentevergoeding bij' den postchèque- en girodienst. De heer Zandt, S.G.P., bepleit hooger rentevergoeding door de Rijkspostspaar bank en handhaaft zjjh principiëele be zwaren tegen ontheiliging van den dag des Heeren. De Minister heeft weder toe gestaan, dat een aantal hulptelefoonkan toren op Zondag tusschen 8 en 9 uur geopend zijn. Daartegen komt spr. op. Zondagsrust en Zondagsheiliging berus ten op een absoluut gebod. De heer Zjj'lstra, A.-R., dankt den minister voor het herstel van de vierde postbestelling te Groningen. De Zondagsrust bij de P. T. T. dient 'zooveel mogelijk te worden gehandhaafd. Aan de openstelling van kantoren op Zon dag behoort geen uitbreiding te worden gegeven. De heer v. d. Waerden, S.-D., wil een proefneming met een verlaging van het telefoontarief, onder verhooging al leen op de spitsuren. De heer L. de Visser, Comm., con stateert, dat de gunstige resultaten van het bedrjjf verkregen zqn ten koste van het personeel. Verontrustend noemt spr. de toeneming van het aantal op arbeidscontract wer kende arbeiders, dat nu reeds 6100 be draagt. Spr. dient twee moties in, de eerste vragende een vaste aanstelling van arbeidscontracters, die langer dan 1 jaar werkzaam zijn; de tweede, wenschen.de een achlurendag voor het lagere perso neel. De heer Kleerekoper, S.-D., criti- seert de samenstelling van den' Radio- raad1. De heer Boon, Lib., bespreekt de tele foontarieven en wijst erop, dat het ge sprekkentarief voor de bedrijven veel te duur is en een stap terug beteekent. Ieder systeem dat de minister wil invoeren is spr. goed, mits het maar niet beteekent, een groote vermeerdering van kosten voor de grootverbruikers. Ook is de strekking uitstekend om 't intercommunaal verkeer op korte afstanden te bevorderen, maar daartoe dient het tarief verlaagd tot 10 cents voor 71/2 K.M. Spr. kan niet aannemen, dat de mi nister zou terugkomen op de wederopen,- stelling van telefoonkantoren op Zondag. Mocht dit geschieden, dan zal spr. een motie indienen. Minister van der Vegte verde digt de samenstelling van den Raidioraad. Hjj vertrouwt, dat ten aanzien van de zenduren wel een goede oplosising zal worden gevonden. Wat betreft de posterijenSpr. denkt er niet aan voor het personeel ten plattelande dezelfde salarissen in te voeren als voor de gemeenteambtenaren! ter plaatse. Bij een goed geregeld ge sprekkentarief zullen zich de deu ren openen voor een schoone toekomst. Spr. komt hierop straks terug. In den afhaa.ldi enst op Zondag is geen verandering gebracht. Het punten- stelsel van de kantoorhouders zal wor den herzien. Een overgangsmaatregel ten behoeve van het verdere personeel om dit vrij' te stellen van het ontwikkelings examen zou tot groote moeilijkheden aan leiding geven. De bestelling ten plattelan de zal worden verbeterd als er gegronde klachten over zijn. Wrat de heer Krijger heeft aangevoerd' ten gunste van kerktele fonen zal -nr. nagaan. Invoering van een öconts poettarief zou op dit oogenbük nog een mislukking zijn maar we moeten er naar streven. Spr. is huiverig om gratificaties te ge ven biji 25- of 40-jarige ambtsfeestjes. De voorstelling van den heer De Visser: de handel wordt op zijn wenken bediend; maar voor het personeel wordt niets ge daan, is in den grond valsch. De post moet voorzien in maatschappelijke be hoeften en wanneer het bedrijf door te voldoen aan de wenschen van den handel bloeit, kunnen er ook goede arbeidsvoor waarden zijn. Met de verbeteringen voor het personeel wordt dan ook geleidelijk voortgegaan. De moties kan spr. niet aanvaarden; immers spr. zou ze niet kunnen uitvoeren. Wat den Zondagsdienst op de hulpkantoren betreft, wat de heer Zandt vraagt, is niet mogelijk. Er wordt op Zon dag zooveel mogelijk gesloten. Maar alles kan niet dicht. Waar niet meer dan één telefoon Zondags noodig is, daar sluit spr. Maar de kantoren zijn in den loop der ja ren uitgebreid en het telefoonverkeer heeft in menige plaats grooter omvang gekre- FEUILLETO N door HUGO KINGMANS. 68.) -o- HOOFDSTUK H. Het was aan den middag van dien- zelfden dag, dat Adriaan Blankert op de fiets zich spoedde naar zijn moeder. Hij meende, dat zij het wel eenzaam zou hebben, nu Lia, zijn nichtje, vertrok ken was dien morgen. Maar tot zijn verbazing vond hij de oude vrouw zeer opgewekt. „Ik heb hoop, Adriaan," zeide zij, in den loop van het gesprek, „dat Lia hier niet tevergeefs is geweest. Zij heeft hier in beginsel God gevonden. Moeten wij daarvoor niet dankbaar zijn?" „Zeker, moeder. Ik heb wel gemerkt, dat zij over verschillende zaken anders is gaan denken. Maar ik reken er op, dat daarginds in Utrecht, in die omgeving alles wel verstikken zal." „Er is niet de minste reden, om dat te denken, Adriaan. Je moogt het niet eens denken. Ik geloof het niet. Omdat ik veel met het kiad gepraat heb. Natuurlek zal zij 'ter niet gemakkelijk hebben. Wat dat betreft, was het beter geweest, dat zij hier nog gebleven was. Maar dat kon nu niet. Zij moest bij het huwelijk van An nie zijn." ,,'tZal me een beweging zijn," merkte hij op, op bitteren toon. De weduwe Blankert zuchtte. Met de verhouding tusschen haar zoon en Lia ging het den laatsten tijd werkelijk goed. Hij was wel niet overhartelijk, maar Adriaan bemoeide zich toch met het meisje. De eerste oorzaak daarvan was wel, dat de Meinema's en ook Martje en haar kleindochter goed met Lia over weg konden. Maar als de familie in Utrecht ter sprake kwam, dan kwam bij hem onmid dellijk de oude aard naar voren. Hij kon Marie's houding maar niet vergeten en vergeven. En nog veel minder, dat zij haar dochter naar hier had gezonden, zonder zelfs iets van zich te laten hooren. Het was eenvoudig ongehoord. En hij kon zich maar niet voorste len, dat zijn moe der maar even vriondeljjk bleef. „Zij is nu toch al een aardig eindje op weg," meende de oude vrouw. „Wat een reis is het toch." „Het valt wat mee, moeder. Het reizen gaat tegenwoordig zoo snel. In een uur of vijf is zij thuis. En het zou nog vlugger zijn, als de verbinding yan boot en trein beter was." „Ik zal blij zjjn, als ar bericht van gen. Spr. acht zich niet gerechtigd daar voor de oogen te sluiten en heeft daarom een aantal kantoren weder een uur op Zondag opengesteld. Spr. zou eenerzijds wenschen dat de kantoren den geheelen Zondag zouden ge sloten zijn, maar anderzijds acht hij dit een systeem dat in de tegenwoordige maat schappij niet kan worden aanvaard. Wat de telefoontarieven betreft, is het geheel onjuist, dat spr. hierbij de tollen wil invoeren. Het bezwaar bij de tol len was juist dat men méér betaalde dan voor het gebruik noodig was en dat men telkens moest stilstaan. Bijna alle Kamers van Koophandel hebben ook gezegd: het gesprekkentarief is als systeem juist. In de omringende landen is ook een gesprek kentarief. En als men nu daarvoor op do juiste wijze laat 'betalen, dan zullen over zulk een tarief geen klachten rijzen. Als het systeem financieel meevalt, dan gaat spr. onmiddellijk tot een herziening van de telefoontarieven over. Wordt het gesprekkentarief ingevoerd, dan zal men ook het aantal gesprekken inperken. Ten slotte zal het rijk bij invoering van het systeem 1 millioen minder ontvangen; een deel der gebruikers zal iets minder betalen dan tegenwoordig; daartegenover zal iets meer moeten worden betaald door de veel- gebruikers. Spr. houdt dus vast aan het gesprekkentarief. De regeling van het ge sprekkentarief kunnen we noemen een ze gen voor bet land en in dubbelen zin voor het platteland; want daardoor worden streeknetten mogelijk. Tot toepassing van het laagste tarief op een afstand van 15 K.M. in plaats van 7 Y> K.M. kan spr. niet overgaan, daar dan de kosten te hoog wor den. De heer Yan den Heuvel repliceert en dient de volgende motie in: „De Kamer, van oordeel dat er geen goede redenen waren voor het ongedaan maken van de onder vorige ministers van waterstaat tot stand gekomen sluiting op Zondag van de hulppostkantoren voor den telegraaf- en telefoondienst, spreekt haar teleurstelling uit over deze weder-openstel- ling op Zondag en gaat over tot de orde van den dag". Over de moties wordt morgen 1 uur ge stemd. Het wetsontwerp wordt aangeno men z. h. s. Huwelijks- en Erfrecht. Over bovenstaand onderwerp sprak Dinsdag de heer Mr P. Dieleman, rechts kundig adviseur van Handelsbelang te Middelburg, in een door die veroeniging belegde vergadering. De heer Dieleman beperkte zich tot hu welijksrecht. Het erfrecht zal in een vol gende vergadering worden besproken. Spr. schetste 't gezin als voor de samen leving van de grootste beteekenis. De fa milie is ook de bakermat der maat schappij. De huwelijksvoltrekking is noodig ge worden om geheime huwelijken en bigamie te voorkomen. In Engeland en nog meer in Schotland gaat het veel eenvoudiger toe dan bij ons. Spr. gaat dan na hoe er tijden waren, dat er geen leeftijdsgrens bestond, of veel lager dan thans, namelijk 18 voor jongens en 16 voor meisjes. Echtscheiding is volgens de H. Schrift mogelijk bij overspel en moedwillige ver lating. En dit is beide met andere mo tieven opgenomen in ons burgerlijk wet boek. Doch hoe 't ook zij, het huwelijk is bedoeld voor het leven. Bij de Germanen trad de man naar bui ten op voor de belangen van het gezin, bij de Romeinen nam men aan, dat man en vrouw tegenover elkaar stonden. De Ger- maansche dos was de gift die de man aan de vrouw gaf, de Romeinsche dos was de gift, die een dochter van haar vader mede kreeg. Uit het eerste en de uitzet van de vrouw is de gemeenschap van goederen ontstaan; uit het tweede de bruidschat, waaronder men in Frankrijk en België nog gebukt gaat. Gedurende de eerste helft van de Middeleeuwen' werd de vrouw volwaardig geacht, eerst later werd zij als een onmon dige beschouwd en met een minderjarige haar komt," hield de oude vrouw vol, met met de taaie hardnekkigheid van oude menschen. „Zij zou mij vanavond nog schrijven. Die brief kan hier overmorgen wel zijn, hé, Adriaan?" „Vast wel, moeder. Die is morgenavond wel op het dorp. Wil' ik Jan eur om zenden naar den brievengaarder? Dan hebt u hem morgenavond nog." „Het is zoo'n eind voor den jongen," zeide zij. Maar in haar stem klonk toch een machtig verlangen. „Het is niets te veel, Moeder. Het zal' gebeuren. Als Lia haai woord houdt en vanavond schrijft, is de brief morgen avond op het dorp en kan hij gehaald worden." f „Het is heel aardig van je." Hij gaf er geen antwoord op. Hij wilde het met genoegen voor zijn moedor laten doen. Want hij begreep heel goed, wat haar dreef. Misschien stond in hit schre ven wel iets over Marie. Maar, zoo ja, dan zou het bitter weinig zijn. Wat zou het meisje moeten schrijven I Marie had een goede gelegenheid laten voorbijgaan, sinds Lia er was, wanneer zij a'thms, wat hij sterk botwij'e'do, oo>k maar eenige toenadering had gewild. Het gedrag zijner zuster was hem een volkomen raadsel. Niet, dat zij het ouder lijke huis links had laten liggen- Dat kwam voort uit haar trotsch karakter. Het was thuis te gering geweest. Neen dat kou hij wel verklaren, al was dat 1 gelijk gesteld. Het gemeenschapsidee komt met onze wet niet goed tot zijn recht en het is te begrijpen dat men opkomt tegen de enge opvatting; maar men moet oppassen niet naar den anderen kant over te slaan. Spr. komt dan tot de bepaling, dat de echtelieden elkaar steun en hulp verleenen. Oorspronkelijk leerde de kerk, dat een hu welijk tot stand kwam met alleen weder- zijdsche toestemming; later werden meer voorwaarden gesteld, als o.a. de verklaring voor een geestelijke. Het was een zuiver kerkelijk recht. De Gereformeerde opvat ting erkende het recht van de overheid om ten deze op te treden. Maatschappelijk werd het huwelijk van groote beteekenis en de wet heeft dan ook alleen te maken met het burger- rechter lijk karakter van het huwelijk. Spr. behandelt dan de gevallen, waarin door bloedverwantschap of aanverwant schap 't huwelijk verboden is. Spr. vindt het verkeerd, dat. men volgens de wet niet met een zuster van zijn overleden vrouw mag trouwen, terwijl er toch steeds dis pensatie wordt verleend. Minderjarige kinderen hebben de toe stemming van de ouders noodig, wordt die aan meerderjarigen geweigerd, dan kan de Kantonrechter die geven. Als men huwelijksvoorwaarden maakt, dan zijn die niet meer te veranderen. De afkondiging geschiedde vroeger door aflezen, nu eenvoudig door aanplakken. Een huwelijk mag eerst 10 dagen na een afkondiging worden gesloten, duurt het een jaar, dan moet een nieuwe afkondi ging plaats hebben. De echtelieden hebben tegenover elkan der groote plichten. Ten eerste wederkeerige hulp en bij stand; verder verbad van overspel. Een volgende eisch is die van samenwoning. In Frankrijk is men van meening, dat men de vrouw die weigert terug te keeren gel delijk kan straffen. Hier geeft het alleen recht tot scheiding van tafel en bed en na 5 jaar tot echtscheiding. Het gezag van den man over de vrouw is hij ons nog groot. Dit -blijkt uit verschillende artikelen der wet en tot het einde van de vorige eeuw bestond zelfs nog het tuchtigings- recht. Omtrent het naam dragen van den man, zegt onze wet niets, het is hier een ge woonte, in Duitschland bijv. is het wette lijk voorgeschreven. De bevoegdheden van de vrouw moeten niet zoo zeer worden uitgebreid, don wel die voor den man beperkt. De vrouw be heert alle goederen, dus ook die van den man; en deze heeft geen recht op controle of op hot verkrijgen van inlichtingen. De vrouw heeft zoo goed als voor allo h inde lingen machtiging van den man noodig en bovendien nog bijzondere toestemming voor verbintenissen uit die machtiging voortvloeiende. Zelfs als de man het wil, kan de vrouw nog niet de vrijheid van handelen krijgen. De vrouw kan wel als openbare koop vrouw optreden, zij kan ook nog testamen taire beschikkingen maken en een spaar bankboekje hebben. Na een korte pauze behandelde spr. de gemeenschap van goederen, die bij ons onbeperkt geldt, als er geen huwelijks voorwaarden bestaan. Deze laatste moeten bij notarieele acte worden opgemaakt. De gemeenschap omvat in de eerste plaats de baten, en alle goederen van de echtelieden, behoudens als erflaters uit drukkelijk anders bepalen. Ook' de schul den bestaande bij het huwelijk vallen er onder. Den man is vei'boden, als de vrouw er zich tegen verzet, schenkingen te doen of goederen te vervreemden en dit is ook om gekeerd het geval. Bij de huwelijksvoorwaarden zegt spr., ■dat men verstandig doet die te maken, maar er wordt heel weinig gebruik van ge maakt. Men kan bij de huwelijksvoorwaarden alleen bepalen wat de wet toelaat, zoo o.a. niet bepalingen die in strijd zijn met de goede orde en zeden, het bekorten van de macht van den man of vrouw, ook niet dat de een meer zal bijdragen in de schulden, dan hij in de baten zou krijgen. Het vervoer op de wegen in Zeeland. Vannacht te twaalf uur is, wegens ingevallen dooi, het vervoer niet zoo eenvoudig voor hem. Want een moeder laat men toch niet gauw los. Een raadsel was alleen voor hem, dat Marie haar dochter naar hier had gezonden en haar ruim drie maanden gelaten had. Zijn moeder had er toenadering in gezien, Maar hij begreep er niets van. Te meer, omdat Marie al die weken niet aan Lia had geschreven. Al de brieven waren van zijn zwager geweest. Hij had medelijden met zijn moeder, die weer een vleug van hoop geïtregen had, toen Lia kwam. Maar in wezein was er niets veranderd. In hem toornde het jegens zijn zuster, die verwachtin gen had opgewekt, welke niet verwezen lijkt werden. De oude vrouw begon weer over Lia te praten. „Ik ben toch dankbaar, "dat zij er ge weest is," zeide zij. „En zij komt nog wel terug, als het tehuis goed wordt gevonden. Ik geloof, dat God in Ixaar werkt. En wie weet, wat daarvan de verdere gevolgen zijn. Weet je nog wel, Adriaan, wat ik gezegd heb, toen de brief van Lia kwam, waarin zij vroeg, of zij komen mocht?" Hij wist het nog hoel goed', maar wilde zijn moeder het genoegen niet ontnemen, het nogmaals te zoggen. „Wat bedoelt u, moeder?" „Ik heb toen gezegd, dat het mis schien wel een begin van gebedsver horing werd. Er kwam nu een gelegen- op de wegen in de provincie Zeeland, geen rijkswegen zijnde, beperkt. Vli8slngen. De Ziekenhuiskwes tie. In een uitvoerig antwoord op het schrijven van de 7 leden van den ge meenteraad, behoorende tct de V.-D., de S.D.A.P. en 'de S.-P. aan het Bestuur van Üe stichting Vlissingsch Ziekenhuis- fonds, waarin bezwaar werd gemaakt tegen den verkoop van grond van dit fonds aan „Bethesda" voor den bouw van een Chr. Ziekenhuis, zegt dat bestuur dat het niet kan voldoen aan het verzoek den grond niet te verkoopen, doch to reserveeren voor Gemeenteziekenhuis- bouw. 1 Het bestuur zegt, dat het juist is, aat het zich bereid heeft verklaard aan Be thesda te verkoopen 1 H.A. grond voor 66 cent per vierk. M. en 1210 vierk. voor 53 cent per vierk. M. Het bestuur neemt er acte van, dat ook adressanten toegeven, dat het juri disch tot den verkoop bevoegd is, doch deelt niet de meening, dat het moreel daartoe niet gerechtigd zou zijn. In 1920 werd zeker vooropgesteld, de verbetering van de gemeentelijke zieken zorg en met uitzondering van de R.-K., die zich tot hun eigen ziekenhuis wen schen te beperken, schaarde nagenoeg de geheele bevolking zich achter het zie kenhuis, van. uiterst rechts tot uiterst links, zooals ook uit de samenstellihg van het eerste comité bleek. Als de in 1921 door de stichting ge kochte grond door de gemeente was ge kocht, zou de raad ook dezen grond in optie aan Bethesda hebben gegeven. De plannen voor een gemeente-zieken huis, ontworpen door de heeren Wort- manPosthumus Meyes zijn door de Stichting betaald, om de gemeente-finan- ciën te ontlasten. Bij oprichting der Stichting, werd door de aanwijzing van den Burgemeester, den Gemeente-secretaris en den Gemeente ontvanger tot bestuurders zeer duidelijk aangetoond, hoe bijna alle deelen der Vftssingscbe bevolking hadden bijgedragen. Logisch acht liet bestuur het, dat het nu het besluit van den Raad tot richt snoer neemt, voor zoover de belangen der stichting dit toelaten. Temeer omdat voor drie goed geoutilleerde ziekenhui zen te Vlissingen geen plaats is en men meende, dat van afzonderlijken nieuw bouw van de gemeente onder deze nieu we omstandigheden moest woxden afge zien. Het bestuur heeft dan ook gemeend, nadat de raad besloten heeft het ge meenteziekenhuisterrein af te staan, de plannen van Bethesda niet te mogen dwarsboom en en daardoor de uitvoering van het besluit van den Raad onmogelijk te maken, integendeel zich bereid te moe ten verklaren haar een nog door haar gewenscht gedeelte van het terrein der stichting te verkoopen. Immers, het Vlissingsch Ziekenhuis- fonds, ontstaan uit den dringenden wensch om de ziekenhuisverpleging te Vlissingen te verbeteren, mag het werk yan „Be thesda" niet gaan bemoeilijken. Daarbij wijst het bestuur nog op het door den hoofdinspecteur der Volksgezondheid aan B. en W. gericht advies, waarin ten sterk ste werd aangedrongen om het verzoek van „Bethesda", in het belang van de ziekenverpleging, in te willigen. De reden, welke werd aangevoerd om den grond te behouden, namelijk „als pand voor onderhandelingen", is niet steekhoudend, daar omtrent den aanbouw en exploitatie van een vleugel door de gemeente met het bestuur van „Bethes da" ernstige onderhandelingen met B. en W. hebben plaats gehad, welke echter op bezwaren van principiëelen en prac- tischen aard van de zijde van „Bethesda" zijn afgestuit, Als de grond niet werd af gestaan zou het ziekenhuis zijn gebouwd op het terrein van „Levenslust" aan den Singelweg en art. 5 der stichtingsacte zou dan op schromelijke wijze door het be stuur zijn verwaarloosd. Dat art. zegt, dat het vermogen der stichting door het bestuur op de meest doelmatige en so lide wijze moet worden belegd. In aansluiting met doel der stichting „het bevorderen van het stichten, exploi- teeren van een ziekenhuis te Vlissingen" heid, dat Marie tot ons kwam door haar dochter, door Lia." „Maar, moeder, hoe kunt, ge toch zoo spreken I Wat is er nu in die drie maan den veranderd? Het meisje gaat weg, zooals zij gekomen is en „Dat is vast niet waar, Adriaan. Dat weet je ook wel beter. Het kind heeft in beginsel leeren inzien, dat het leven, dat zij tot toen leefde, niet goed is. Zy heeft hier tot God leeren bidden. En zou Hij het arme schaap niet hooren? Hij heeft het gehoord. Zij i3 heel anders weggegaan, dan zjj gekomen is. En dat weet je toch ook." De oude vrouw sprak op heftigen toon. Maar Adriaan Blankert glimlachte. „Er is een misverstand tusschen ons, moeder", zeide hijj'. „Ik bedoelde niet dat Lia, wat haar zelf betreft, weggegaan is, als zjj gekomen is. Ik geloof wel, wat u zooeven zeide. Dat heb ik zelf ook wel gemerkt. En verleden week sprak ik er nog over met den dominé. Hij heeft, zeide hij, nog nooit 'nzoo dank bare, leergierige leerlinge gehad. En als zij nog langer hier gebleven was, dan was dat voor haarzelf veel beter ge weest. Want nu vrees ik, dat in die wereldsche omgeving er van al die goede indrukken bitter weinig zal overblijven." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5