DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Staten-Generaal.
Het huisje aan den zeedijk
Uit de Provincie.
VAK
DONDERDAG 7 MAART 1929. No. 133.
EERSTE KAMER.
DE RiJKSBEGROOTING 1929.
Algemeens beschouwingen.
Gisteren zqm in de Eerste Kamer de
begrootingsdebatten begonnen.
Eerste spreker was de heer van L a n-
schot, R.K., die al dadelijk op den
voorgrond stelde dat er van een sa
mengaan van de R. Kath. met da S. D.
A. P. geen sprake kon zjjm. Daarvoor is de
tegenstelling te groot.
Spr. verklaarde aan de rechtsche sar
menwerking de voorkeur te geven. Het be
staan van een coalitie is voor een par
lementair kabinet niet noodig; een vast
omlijnd regeringsprogramma is voldoen
de, wanneer het kabinet verzekerd is,
dat de partijen, die het ontworpen, het
zullen blijven steunen. De vorming van
een minderheidsministerie acht spr. niet
zeer waarschijnlijk.
De heer de Vos van Steenwgk,
C.H., nam als gewoonlijk geen blad voor
den mond.
Hij verklaarde de hoop op herstel der
coalitie niet op te geven. Hij sprak als
zijn hoop uit, dat de drie rechtsche frac
ties bij de verkiezingen de meerderheid
zullen behouden. Het belang des lands
eischt, dat zij blijven samenwerken em
spreker raadt ronduit aanh e r s t e 1 der
coalitie.
Spr. betreurde het, dat de gespleten
heden bij de rechtzinnige christelijke par
tijen steeds grooter beteekenis krijgen.
Men moet liever zoeken naar wat vereent
dan met spitsvondigheden elkaar te lijf
te gaan. Ons geharrewar brengt groote
schade aan onze Protestantsch' Christe
lijke politiek.
De gedachte van samenwerking der 3
rechtsche groepen met de liberalen op
nationalen grondslag is sympathiek, maar
in de practjjk niet uitvoerbaar. Er bestaat
bijv. op het terrein der huwelijkswetge
ving een antithese tusschen rechtB en
links, die zich niet laat wegredeneeren.
Spr. is den Minister van Justitie dank
baar, dat deze weigert den eersten stap
op den z.i. verkeerden weg der „moder
niseering" van het huwelijksrecht te doen.
Spr. is er trotsch op, conservatief te
zijn, voor alles wat dierbaar is en waard
te worden behouden.
Geheel anders oordeelde de heer W i
baut, S.-D., die meende, dat samenwer
king tusschen Soc. Dem. en R. Kath. niet
door een onderdeel als do kwestie der
huwelijkswetgeving behoeft te worden
tegengehouden.
Spr. handhaafde zijn vroeger uitgespro
ken meening, dat het z.g. vrije huwelijk
soms 'hooger staat dan het wettelijk hu
welijk.
Vandaag voortzetting.
TWEEDE KAMER.
De Postbegrooflng.
In 0e vergadering van gisteren werd
de behandeling van de begrooting der
Posterijen voortgezet.
De heer Krijger, C.-H., deelt de be
zwaren, door verscheidene leden aange
voerd tegen 3e voorgenomen invoering
van het gesprekkentarief, en dringt aan
op verlaging van de posttarieven.
De heer Drop, S.-D., wenscht meer
te weten ten aanzien der reorganisatie
Spreker meent, dat aan den Postdienst
van het bedrjjf.
niet mag worden overgelaten de beoor
deeling van stukken van propagandis
tische waarde. Hij dringt tenslotte aan
op een positieve beslissing ten aanzien
van rentevergoeding bij' den postchèque-
en girodienst.
De heer Zandt, S.G.P., bepleit hooger
rentevergoeding door de Rijkspostspaar
bank en handhaaft zjjh principiëele be
zwaren tegen ontheiliging van den dag
des Heeren. De Minister heeft weder toe
gestaan, dat een aantal hulptelefoonkan
toren op Zondag tusschen 8 en 9 uur
geopend zijn. Daartegen komt spr. op.
Zondagsrust en Zondagsheiliging berus
ten op een absoluut gebod.
De heer Zjj'lstra, A.-R., dankt den
minister voor het herstel van de vierde
postbestelling te Groningen.
De Zondagsrust bij de P. T. T. dient
'zooveel mogelijk te worden gehandhaafd.
Aan de openstelling van kantoren op Zon
dag behoort geen uitbreiding te worden
gegeven.
De heer v. d. Waerden, S.-D., wil
een proefneming met een verlaging van
het telefoontarief, onder verhooging al
leen op de spitsuren.
De heer L. de Visser, Comm., con
stateert, dat de gunstige resultaten van
het bedrjjf verkregen zqn ten koste van
het personeel.
Verontrustend noemt spr. de toeneming
van het aantal op arbeidscontract wer
kende arbeiders, dat nu reeds 6100 be
draagt. Spr. dient twee moties in, de
eerste vragende een vaste aanstelling van
arbeidscontracters, die langer dan 1 jaar
werkzaam zijn; de tweede, wenschen.de
een achlurendag voor het lagere perso
neel.
De heer Kleerekoper, S.-D., criti-
seert de samenstelling van den' Radio-
raad1.
De heer Boon, Lib., bespreekt de tele
foontarieven en wijst erop, dat het ge
sprekkentarief voor de bedrijven veel te
duur is en een stap terug beteekent. Ieder
systeem dat de minister wil invoeren is
spr. goed, mits het maar niet beteekent,
een groote vermeerdering van kosten voor
de grootverbruikers. Ook is de strekking
uitstekend om 't intercommunaal verkeer
op korte afstanden te bevorderen, maar
daartoe dient het tarief verlaagd tot 10
cents voor 71/2 K.M.
Spr. kan niet aannemen, dat de mi
nister zou terugkomen op de wederopen,-
stelling van telefoonkantoren op Zondag.
Mocht dit geschieden, dan zal spr. een
motie indienen.
Minister van der Vegte verde
digt de samenstelling van den Raidioraad.
Hjj vertrouwt, dat ten aanzien van de
zenduren wel een goede oplosising zal
worden gevonden.
Wat betreft de posterijenSpr. denkt
er niet aan voor het personeel ten
plattelande dezelfde salarissen in te
voeren als voor de gemeenteambtenaren!
ter plaatse. Bij een goed geregeld ge
sprekkentarief zullen zich de deu
ren openen voor een schoone toekomst.
Spr. komt hierop straks terug. In den
afhaa.ldi enst op Zondag is
geen verandering gebracht. Het punten-
stelsel van de kantoorhouders zal wor
den herzien. Een overgangsmaatregel ten
behoeve van het verdere personeel om
dit vrij' te stellen van het ontwikkelings
examen zou tot groote moeilijkheden aan
leiding geven.
De bestelling ten plattelan
de zal worden verbeterd als er gegronde
klachten over zijn. Wrat de heer Krijger
heeft aangevoerd' ten gunste van kerktele
fonen zal -nr. nagaan. Invoering van een
öconts poettarief zou op dit oogenbük
nog een mislukking zijn maar we moeten
er naar streven.
Spr. is huiverig om gratificaties te ge
ven biji 25- of 40-jarige ambtsfeestjes.
De voorstelling van den heer De Visser:
de handel wordt op zijn wenken bediend;
maar voor het personeel wordt niets ge
daan, is in den grond valsch. De post
moet voorzien in maatschappelijke be
hoeften en wanneer het bedrijf door te
voldoen aan de wenschen van den handel
bloeit, kunnen er ook goede arbeidsvoor
waarden zijn. Met de verbeteringen voor
het personeel wordt dan ook geleidelijk
voortgegaan. De moties kan spr. niet
aanvaarden; immers spr. zou ze niet
kunnen uitvoeren.
Wat den Zondagsdienst op de
hulpkantoren betreft, wat de heer Zandt
vraagt, is niet mogelijk. Er wordt op Zon
dag zooveel mogelijk gesloten. Maar alles
kan niet dicht. Waar niet meer dan één
telefoon Zondags noodig is, daar sluit spr.
Maar de kantoren zijn in den loop der ja
ren uitgebreid en het telefoonverkeer heeft
in menige plaats grooter omvang gekre-
FEUILLETO N
door
HUGO KINGMANS.
68.) -o-
HOOFDSTUK H.
Het was aan den middag van dien-
zelfden dag, dat Adriaan Blankert op de
fiets zich spoedde naar zijn moeder.
Hij meende, dat zij het wel eenzaam
zou hebben, nu Lia, zijn nichtje, vertrok
ken was dien morgen.
Maar tot zijn verbazing vond hij de
oude vrouw zeer opgewekt.
„Ik heb hoop, Adriaan," zeide zij, in
den loop van het gesprek, „dat Lia hier
niet tevergeefs is geweest. Zij heeft hier
in beginsel God gevonden. Moeten wij
daarvoor niet dankbaar zijn?"
„Zeker, moeder. Ik heb wel gemerkt,
dat zij over verschillende zaken anders
is gaan denken. Maar ik reken er op, dat
daarginds in Utrecht, in die omgeving
alles wel verstikken zal."
„Er is niet de minste reden, om dat
te denken, Adriaan. Je moogt het niet
eens denken. Ik geloof het niet. Omdat ik
veel met het kiad gepraat heb. Natuurlek
zal zij 'ter niet gemakkelijk hebben. Wat
dat betreft, was het beter geweest, dat zij
hier nog gebleven was. Maar dat kon nu
niet. Zij moest bij het huwelijk van An
nie zijn."
,,'tZal me een beweging zijn," merkte
hij op, op bitteren toon.
De weduwe Blankert zuchtte. Met de
verhouding tusschen haar zoon en Lia
ging het den laatsten tijd werkelijk goed.
Hij was wel niet overhartelijk, maar
Adriaan bemoeide zich toch met het
meisje. De eerste oorzaak daarvan was
wel, dat de Meinema's en ook Martje
en haar kleindochter goed met Lia over
weg konden.
Maar als de familie in Utrecht ter
sprake kwam, dan kwam bij hem onmid
dellijk de oude aard naar voren. Hij kon
Marie's houding maar niet vergeten en
vergeven. En nog veel minder, dat zij
haar dochter naar hier had gezonden,
zonder zelfs iets van zich te laten hooren.
Het was eenvoudig ongehoord. En hij kon
zich maar niet voorste len, dat zijn moe
der maar even vriondeljjk bleef.
„Zij is nu toch al een aardig eindje
op weg," meende de oude vrouw. „Wat
een reis is het toch."
„Het valt wat mee, moeder. Het reizen
gaat tegenwoordig zoo snel. In een uur
of vijf is zij thuis. En het zou nog
vlugger zijn, als de verbinding yan boot
en trein beter was."
„Ik zal blij zjjn, als ar bericht van
gen. Spr. acht zich niet gerechtigd daar
voor de oogen te sluiten en heeft daarom
een aantal kantoren weder een uur op
Zondag opengesteld.
Spr. zou eenerzijds wenschen dat de
kantoren den geheelen Zondag zouden ge
sloten zijn, maar anderzijds acht hij dit
een systeem dat in de tegenwoordige maat
schappij niet kan worden aanvaard.
Wat de telefoontarieven betreft,
is het geheel onjuist, dat spr. hierbij de
tollen wil invoeren. Het bezwaar bij de tol
len was juist dat men méér betaalde dan
voor het gebruik noodig was en dat men
telkens moest stilstaan. Bijna alle Kamers
van Koophandel hebben ook gezegd: het
gesprekkentarief is als systeem juist. In
de omringende landen is ook een gesprek
kentarief. En als men nu daarvoor op do
juiste wijze laat 'betalen, dan zullen over
zulk een tarief geen klachten rijzen.
Als het systeem financieel meevalt, dan
gaat spr. onmiddellijk tot een herziening
van de telefoontarieven over. Wordt het
gesprekkentarief ingevoerd, dan zal men
ook het aantal gesprekken inperken. Ten
slotte zal het rijk bij invoering van het
systeem 1 millioen minder ontvangen; een
deel der gebruikers zal iets minder betalen
dan tegenwoordig; daartegenover zal iets
meer moeten worden betaald door de veel-
gebruikers. Spr. houdt dus vast aan het
gesprekkentarief. De regeling van het ge
sprekkentarief kunnen we noemen een ze
gen voor bet land en in dubbelen zin voor
het platteland; want daardoor worden
streeknetten mogelijk. Tot toepassing van
het laagste tarief op een afstand van 15
K.M. in plaats van 7 Y> K.M. kan spr. niet
overgaan, daar dan de kosten te hoog wor
den.
De heer Yan den Heuvel repliceert
en dient de volgende motie in:
„De Kamer, van oordeel dat er geen
goede redenen waren voor het ongedaan
maken van de onder vorige ministers van
waterstaat tot stand gekomen sluiting op
Zondag van de hulppostkantoren voor den
telegraaf- en telefoondienst, spreekt haar
teleurstelling uit over deze weder-openstel-
ling op Zondag en gaat over tot de orde
van den dag".
Over de moties wordt morgen 1 uur ge
stemd.
Het wetsontwerp wordt aangeno
men z. h. s.
Huwelijks- en Erfrecht.
Over bovenstaand onderwerp sprak
Dinsdag de heer Mr P. Dieleman, rechts
kundig adviseur van Handelsbelang te
Middelburg, in een door die veroeniging
belegde vergadering.
De heer Dieleman beperkte zich tot hu
welijksrecht. Het erfrecht zal in een vol
gende vergadering worden besproken.
Spr. schetste 't gezin als voor de samen
leving van de grootste beteekenis. De fa
milie is ook de bakermat der maat
schappij.
De huwelijksvoltrekking is noodig ge
worden om geheime huwelijken en bigamie
te voorkomen. In Engeland en nog meer
in Schotland gaat het veel eenvoudiger
toe dan bij ons. Spr. gaat dan na hoe er
tijden waren, dat er geen leeftijdsgrens
bestond, of veel lager dan thans, namelijk
18 voor jongens en 16 voor meisjes.
Echtscheiding is volgens de H. Schrift
mogelijk bij overspel en moedwillige ver
lating. En dit is beide met andere mo
tieven opgenomen in ons burgerlijk wet
boek. Doch hoe 't ook zij, het huwelijk is
bedoeld voor het leven.
Bij de Germanen trad de man naar bui
ten op voor de belangen van het gezin, bij
de Romeinen nam men aan, dat man en
vrouw tegenover elkaar stonden. De Ger-
maansche dos was de gift die de man aan
de vrouw gaf, de Romeinsche dos was de
gift, die een dochter van haar vader mede
kreeg.
Uit het eerste en de uitzet van de vrouw
is de gemeenschap van goederen ontstaan;
uit het tweede de bruidschat, waaronder
men in Frankrijk en België nog gebukt
gaat. Gedurende de eerste helft van de
Middeleeuwen' werd de vrouw volwaardig
geacht, eerst later werd zij als een onmon
dige beschouwd en met een minderjarige
haar komt," hield de oude vrouw vol, met
met de taaie hardnekkigheid van oude
menschen. „Zij zou mij vanavond nog
schrijven. Die brief kan hier overmorgen
wel zijn, hé, Adriaan?"
„Vast wel, moeder. Die is morgenavond
wel op het dorp. Wil' ik Jan eur om zenden
naar den brievengaarder? Dan hebt u
hem morgenavond nog."
„Het is zoo'n eind voor den jongen,"
zeide zij. Maar in haar stem klonk toch
een machtig verlangen.
„Het is niets te veel, Moeder. Het zal'
gebeuren. Als Lia haai woord houdt en
vanavond schrijft, is de brief morgen
avond op het dorp en kan hij gehaald
worden." f
„Het is heel aardig van je."
Hij gaf er geen antwoord op. Hij wilde
het met genoegen voor zijn moedor laten
doen. Want hij begreep heel goed, wat
haar dreef. Misschien stond in hit schre
ven wel iets over Marie. Maar, zoo ja,
dan zou het bitter weinig zijn. Wat zou
het meisje moeten schrijven I Marie had
een goede gelegenheid laten voorbijgaan,
sinds Lia er was, wanneer zij a'thms,
wat hij sterk botwij'e'do, oo>k maar eenige
toenadering had gewild.
Het gedrag zijner zuster was hem een
volkomen raadsel. Niet, dat zij het ouder
lijke huis links had laten liggen- Dat
kwam voort uit haar trotsch karakter.
Het was thuis te gering geweest. Neen
dat kou hij wel verklaren, al was dat 1
gelijk gesteld. Het gemeenschapsidee komt
met onze wet niet goed tot zijn recht en het
is te begrijpen dat men opkomt tegen de
enge opvatting; maar men moet oppassen
niet naar den anderen kant over te slaan.
Spr. komt dan tot de bepaling, dat de
echtelieden elkaar steun en hulp verleenen.
Oorspronkelijk leerde de kerk, dat een hu
welijk tot stand kwam met alleen weder-
zijdsche toestemming; later werden meer
voorwaarden gesteld, als o.a. de verklaring
voor een geestelijke. Het was een zuiver
kerkelijk recht. De Gereformeerde opvat
ting erkende het recht van de overheid om
ten deze op te treden.
Maatschappelijk werd het huwelijk van
groote beteekenis en de wet heeft dan ook
alleen te maken met het burger- rechter
lijk karakter van het huwelijk.
Spr. behandelt dan de gevallen, waarin
door bloedverwantschap of aanverwant
schap 't huwelijk verboden is. Spr. vindt
het verkeerd, dat. men volgens de wet niet
met een zuster van zijn overleden vrouw
mag trouwen, terwijl er toch steeds dis
pensatie wordt verleend.
Minderjarige kinderen hebben de toe
stemming van de ouders noodig, wordt die
aan meerderjarigen geweigerd, dan kan
de Kantonrechter die geven.
Als men huwelijksvoorwaarden maakt,
dan zijn die niet meer te veranderen.
De afkondiging geschiedde vroeger door
aflezen, nu eenvoudig door aanplakken.
Een huwelijk mag eerst 10 dagen na een
afkondiging worden gesloten, duurt het
een jaar, dan moet een nieuwe afkondi
ging plaats hebben.
De echtelieden hebben tegenover elkan
der groote plichten.
Ten eerste wederkeerige hulp en bij
stand; verder verbad van overspel. Een
volgende eisch is die van samenwoning.
In Frankrijk is men van meening, dat men
de vrouw die weigert terug te keeren gel
delijk kan straffen. Hier geeft het alleen
recht tot scheiding van tafel en bed en na
5 jaar tot echtscheiding. Het gezag van
den man over de vrouw is hij ons nog
groot. Dit -blijkt uit verschillende artikelen
der wet en tot het einde van de vorige
eeuw bestond zelfs nog het tuchtigings-
recht.
Omtrent het naam dragen van den man,
zegt onze wet niets, het is hier een ge
woonte, in Duitschland bijv. is het wette
lijk voorgeschreven.
De bevoegdheden van de vrouw moeten
niet zoo zeer worden uitgebreid, don wel
die voor den man beperkt. De vrouw be
heert alle goederen, dus ook die van den
man; en deze heeft geen recht op controle
of op hot verkrijgen van inlichtingen. De
vrouw heeft zoo goed als voor allo h inde
lingen machtiging van den man noodig en
bovendien nog bijzondere toestemming
voor verbintenissen uit die machtiging
voortvloeiende.
Zelfs als de man het wil, kan de vrouw
nog niet de vrijheid van handelen krijgen.
De vrouw kan wel als openbare koop
vrouw optreden, zij kan ook nog testamen
taire beschikkingen maken en een spaar
bankboekje hebben.
Na een korte pauze behandelde spr. de
gemeenschap van goederen, die bij ons
onbeperkt geldt, als er geen huwelijks
voorwaarden bestaan. Deze laatste moeten
bij notarieele acte worden opgemaakt.
De gemeenschap omvat in de eerste
plaats de baten, en alle goederen van de
echtelieden, behoudens als erflaters uit
drukkelijk anders bepalen. Ook' de schul
den bestaande bij het huwelijk vallen er
onder.
Den man is vei'boden, als de vrouw er
zich tegen verzet, schenkingen te doen of
goederen te vervreemden en dit is ook om
gekeerd het geval.
Bij de huwelijksvoorwaarden zegt spr.,
■dat men verstandig doet die te maken,
maar er wordt heel weinig gebruik van ge
maakt.
Men kan bij de huwelijksvoorwaarden
alleen bepalen wat de wet toelaat, zoo o.a.
niet bepalingen die in strijd zijn met de
goede orde en zeden, het bekorten van de
macht van den man of vrouw, ook niet dat
de een meer zal bijdragen in de schulden,
dan hij in de baten zou krijgen.
Het vervoer op de wegen
in Zeeland. Vannacht te twaalf uur
is, wegens ingevallen dooi, het vervoer
niet zoo eenvoudig voor hem. Want een
moeder laat men toch niet gauw los. Een
raadsel was alleen voor hem, dat Marie
haar dochter naar hier had gezonden
en haar ruim drie maanden gelaten had.
Zijn moeder had er toenadering in gezien,
Maar hij begreep er niets van. Te meer,
omdat Marie al die weken niet aan Lia
had geschreven. Al de brieven waren
van zijn zwager geweest.
Hij had medelijden met zijn moeder,
die weer een vleug van hoop geïtregen
had, toen Lia kwam. Maar in wezein
was er niets veranderd. In hem toornde
het jegens zijn zuster, die verwachtin
gen had opgewekt, welke niet verwezen
lijkt werden.
De oude vrouw begon weer over Lia
te praten.
„Ik ben toch dankbaar, "dat zij er ge
weest is," zeide zij. „En zij komt nog
wel terug, als het tehuis goed wordt
gevonden. Ik geloof, dat God in Ixaar
werkt. En wie weet, wat daarvan de
verdere gevolgen zijn. Weet je nog wel,
Adriaan, wat ik gezegd heb, toen de
brief van Lia kwam, waarin zij vroeg,
of zij komen mocht?" Hij wist het nog
hoel goed', maar wilde zijn moeder het
genoegen niet ontnemen, het nogmaals
te zoggen.
„Wat bedoelt u, moeder?"
„Ik heb toen gezegd, dat het mis
schien wel een begin van gebedsver
horing werd. Er kwam nu een gelegen-
op de wegen in de provincie Zeeland,
geen rijkswegen zijnde, beperkt.
Vli8slngen. De Ziekenhuiskwes
tie. In een uitvoerig antwoord op het
schrijven van de 7 leden van den ge
meenteraad, behoorende tct de V.-D., de
S.D.A.P. en 'de S.-P. aan het Bestuur
van Üe stichting Vlissingsch Ziekenhuis-
fonds, waarin bezwaar werd gemaakt
tegen den verkoop van grond van dit
fonds aan „Bethesda" voor den bouw
van een Chr. Ziekenhuis, zegt dat bestuur
dat het niet kan voldoen aan het verzoek
den grond niet te verkoopen, doch to
reserveeren voor Gemeenteziekenhuis-
bouw. 1
Het bestuur zegt, dat het juist is, aat
het zich bereid heeft verklaard aan Be
thesda te verkoopen 1 H.A. grond voor
66 cent per vierk. M. en 1210 vierk. voor
53 cent per vierk. M.
Het bestuur neemt er acte van, dat
ook adressanten toegeven, dat het juri
disch tot den verkoop bevoegd is, doch
deelt niet de meening, dat het moreel
daartoe niet gerechtigd zou zijn.
In 1920 werd zeker vooropgesteld, de
verbetering van de gemeentelijke zieken
zorg en met uitzondering van de R.-K.,
die zich tot hun eigen ziekenhuis wen
schen te beperken, schaarde nagenoeg
de geheele bevolking zich achter het zie
kenhuis, van. uiterst rechts tot uiterst
links, zooals ook uit de samenstellihg
van het eerste comité bleek.
Als de in 1921 door de stichting ge
kochte grond door de gemeente was ge
kocht, zou de raad ook dezen grond in
optie aan Bethesda hebben gegeven.
De plannen voor een gemeente-zieken
huis, ontworpen door de heeren Wort-
manPosthumus Meyes zijn door de
Stichting betaald, om de gemeente-finan-
ciën te ontlasten.
Bij oprichting der Stichting, werd door
de aanwijzing van den Burgemeester, den
Gemeente-secretaris en den Gemeente
ontvanger tot bestuurders zeer duidelijk
aangetoond, hoe bijna alle deelen der
Vftssingscbe bevolking hadden bijgedragen.
Logisch acht liet bestuur het, dat het
nu het besluit van den Raad tot richt
snoer neemt, voor zoover de belangen
der stichting dit toelaten. Temeer omdat
voor drie goed geoutilleerde ziekenhui
zen te Vlissingen geen plaats is en men
meende, dat van afzonderlijken nieuw
bouw van de gemeente onder deze nieu
we omstandigheden moest woxden afge
zien.
Het bestuur heeft dan ook gemeend,
nadat de raad besloten heeft het ge
meenteziekenhuisterrein af te staan, de
plannen van Bethesda niet te mogen
dwarsboom en en daardoor de uitvoering
van het besluit van den Raad onmogelijk
te maken, integendeel zich bereid te moe
ten verklaren haar een nog door haar
gewenscht gedeelte van het terrein der
stichting te verkoopen.
Immers, het Vlissingsch Ziekenhuis-
fonds, ontstaan uit den dringenden wensch
om de ziekenhuisverpleging te Vlissingen
te verbeteren, mag het werk yan „Be
thesda" niet gaan bemoeilijken. Daarbij
wijst het bestuur nog op het door den
hoofdinspecteur der Volksgezondheid aan
B. en W. gericht advies, waarin ten sterk
ste werd aangedrongen om het verzoek
van „Bethesda", in het belang van de
ziekenverpleging, in te willigen.
De reden, welke werd aangevoerd om
den grond te behouden, namelijk „als
pand voor onderhandelingen", is niet
steekhoudend, daar omtrent den aanbouw
en exploitatie van een vleugel door de
gemeente met het bestuur van „Bethes
da" ernstige onderhandelingen met B. en
W. hebben plaats gehad, welke echter
op bezwaren van principiëelen en prac-
tischen aard van de zijde van „Bethesda"
zijn afgestuit, Als de grond niet werd af
gestaan zou het ziekenhuis zijn gebouwd
op het terrein van „Levenslust" aan den
Singelweg en art. 5 der stichtingsacte zou
dan op schromelijke wijze door het be
stuur zijn verwaarloosd. Dat art. zegt,
dat het vermogen der stichting door het
bestuur op de meest doelmatige en so
lide wijze moet worden belegd.
In aansluiting met doel der stichting
„het bevorderen van het stichten, exploi-
teeren van een ziekenhuis te Vlissingen"
heid, dat Marie tot ons kwam door haar
dochter, door Lia."
„Maar, moeder, hoe kunt, ge toch zoo
spreken I Wat is er nu in die drie maan
den veranderd? Het meisje gaat weg,
zooals zij gekomen is en
„Dat is vast niet waar, Adriaan. Dat
weet je ook wel beter. Het kind heeft
in beginsel leeren inzien, dat het leven,
dat zij tot toen leefde, niet goed is.
Zy heeft hier tot God leeren bidden. En
zou Hij het arme schaap niet hooren?
Hij heeft het gehoord. Zij i3 heel anders
weggegaan, dan zjj gekomen is. En dat
weet je toch ook."
De oude vrouw sprak op heftigen toon.
Maar Adriaan Blankert glimlachte.
„Er is een misverstand tusschen ons,
moeder", zeide hijj'. „Ik bedoelde niet
dat Lia, wat haar zelf betreft, weggegaan
is, als zjj gekomen is. Ik geloof wel,
wat u zooeven zeide. Dat heb ik zelf
ook wel gemerkt. En verleden week sprak
ik er nog over met den dominé. Hij
heeft, zeide hij, nog nooit 'nzoo dank
bare, leergierige leerlinge gehad. En als
zij nog langer hier gebleven was, dan
was dat voor haarzelf veel beter ge
weest. Want nu vrees ik, dat in die
wereldsche omgeving er van al die goede
indrukken bitter weinig zal overblijven."
(Wordt vervolgd.)