.DE ZEEUW
TWEEDE BLAD"
Uit de Provincie.
Het huisje aan den zeedijk
Het Fransch-Belgisch Verdrag.
„O, dat dacht ik ook. Je moet niet te
FEUILLETON
VAN
WOENSDAG 27 FEBR. 1929. No. 126.
Verklaringen van Minister Hijmans in de
Belgische Kamer.
Een samenraapsel van bedrog en leugen.
De Kamer der Volksvertegenwoordiging
heeft gistermiddag met urgentie de inter
pellatie van de Kamerleden Vos en Van
Cauwelaert aangaande den gepubliceerd en
tekst van het Fransch-Belgisch milita.ii
verdrag behandeld.
Hoogstens 50 van de 186 leden waren
aanwezig bij dit debat, dat ju'st anderhalf
uur heeftgeduurd en -waarvoor ook de
belangstelling van de zijide van het pu
bliek gering was. Deze weinige interesse
is hieraan toe te schrijven, dat bijina
niemand in België aan. de echtheid van
het verdrag gelooft.
Verklaring van Minister Hifmans.
De minister van Buitenlandsche Zaken,
de heer Hijimans, nam 'eerst het woord
voor een verklaring. Hij! betoogde, dat de
door het „U.D." gepubliceerde tekst een
reeks bevatte van fantastische 'bepalingen
en vermeende verplichtingen, die België
ten aanzien van Frankrijk op zich zou
hebben genomen en dat verder het hoofd
stuk, dat betrekking had op de maatre
gelen in verband met den oorlog tegen
Spanje, Italië en Nederland, in verband
ook met een overrompeling van Limburg
een samenraapsel ia van be
drog en van leugen.
Ondanks schreeuwende onwaarschijn
lijkheden werd die -tekst door sommige-
bladen in Nederland overgenomen en van
die dagbladen schenen enkele aan de echt
heid ervan te hebben geloofd. Daarop
is zoowel van Brussel als van Parijs
en Londen een nadrukkelijk dementi ge
komen.
Minister Hij-mans zeide verder, dat hij
bij hot bezoek van den Nederlaridscheri
gezant gistermorgen op het departement
van buitenlandsche zaken .een besliste
tegenspraak heeft gegeten op de vraag
of de gepubliceerde tekst echt was.
De minister had va,n 'de gelegenheid
gebruik gemaakt, om den gezant te wij»
zen op de vjiancleljteo campagne die se
dort geruimen tijd in Nsderlandsche krin
gen wordt gevoerd.
Spr.. gaf dan een korte geschiedenis van
het bestaan van het Fransch-Belgi'sche
accoord en herinnerde eraan, dat de ach
tereenvolgende ministers die over de be-
teekenis van het verdrag werden onder
vraagd, allen, ook VanderVelde en Poulet,
de besliste verzekering hebben gegeven,
dat het verdrag een uitsluitend defen
sief karakter had.
Vooral op de verklaringen van Vander-
V elde legde minister Hijmans grooten
nadruk, daar uit die verklaring bljte,
dat het Fransch-Belgisch accoord aller
minst in strijd is' met het Locarno-pa.ct,,
dat het eigenlijk uitvoeringsmaatregelen
inhoudt, die een uitvloeisel van die po
litieke accoorden zijn. Het verdrag geld
alleen voor het. geval eener aggressie van
de zijde van Duitschland, zoo betoogde
Hjmans verder. Er is geen sprake, en
kan geen siprake zijin, van Holland,
Spanje of Italië.
De publicatie is een nieuween stoute
list, die krachtens de publieke eerlijkheid
gebrandmerkt diende te worderp
De bedoeling is do atmosfeer te vertroe
belen, juist op het oogenblik, dat België
zich met Nederland op v red es voet bevindt
en onderhandelingen aangeknoopt zijn
omtrent inderdaad kiesche punten, die
echter in vriendschappeljjken geest op
gelost kunnen worden.
De minister hoopte ten slotte, dat de
Nederlandsche regeering zich bij de Bel
gische zal aansluiten.om de aangeklaagde
vervaisching aan de kaak te stellen en
hij- rekent op het gezond verstand en de
eerlijkheid van de openbare meening van
België en van het buitenland om den
laster te niet te doen, die tot de Belgische
regeering werd gericht. (Algemeen hand
geklap, behalve vanwege de leden der
frontpartij.)
Hef Kamerlid Vos heeft geen ver
trouwen in de verklaringen.
Het Kamerlid Vos kwam daarna aan
het, woord. Hij herinnerde eraan, dat juisi
minister Hijmans, die thans zooveel van
eerlijkheid spreekt, er de schuld van is,
dat, toen de onderhandelingen met Ne
derland begonnen, zooveel moeilijkheden
tusschen België en Nederland zijn gere
zen, tengevolge van zijn dubbelzinnige
houding.
Hij meende, dat de verklaringen even
min beteekenis hebben als de verklarin
gen door de vorige ministers omtrent het
militair accoord ten beste gegeven.
De regcering verdedigt een kwade zaak.
De la Croix, Jaspar, Vandervelde en Hij-
mans hebben niets toegelicht. Het is een
afschuwelijke klucht. Wat achter de
schermen is gebeurd, verneemt men niet.
Het scherm gaat niet op.
Spr. keerde zich verder tegen alle ge
heime verdragen en wees op de gevaren,
die er aan verbonden zijd.
Wat de echtheid van den gepubliceer-
den tekst betreft, wenscht hij echter met
zijn ooideel te wachten. Hij kan voor-
loopig alleen maar zeggen, dat zij, die
hem hebben gepubliceerd, van de echt
heid overtuigd zijn. Intusschen, zoo be
sluit de heer Vos, zal het moeilijk vallen,
weer een gezonden toestand te scheppen.
Om de lucht te zuiveren, stelde hij een
motie voor, waarbij wordt verklaard, dat
België ook indien het document echt is,
nooit het voornemen zal hebben, de po
litiek te volgen, die uit dit document
blijkt. Alleen het aannemen van die motie
kan weer de liicht zuiveren, want zegt
,Vos ten slotte, echt of onecht, 'het do
cument heeft minder waarde, dan het feit
te weten of de daarin aangeklaagde poli
tiek doorgevoerd zal worden.
Een „enorme opsnijderij"?
Na het Kamerlid Vos kwam de oud-mi
nister van Buitenlandsche Zaken Van
dervelde aan het woord. Hij' had de
gepubliceerde tekst in het „U. D." ge
lezen: het was, zoo zeide spr., een „enor
me opsnijderij". Indien inderdaad een der
gelijk verdrag onderteekend was, betoog
de bij', verdienden de onderteekenaars
voor een exceptioneele rechtbank te wor
den gebracht. Doch toen het verdrag werd
ondertoekend, maakte hij zelf deel uit
van de regoering. Hij kon met de grootste
beslistheid verklaren, dat noch hij, noch
zijn medeleden van de regeering een der
gelijke schuld op zich hadden genomen.
Vandervelde lichtte voorts de beteekenis
van het militaire verdrag toe en verklaar
de, met zeer groote beslistheid, dat bij
bet te Genève geregistreerde verdrag geen
ander verdrag behoorde, het was louter
laster het tegenovergestelde te beweren.
De gepubliceerde interpretatie van 1927,
waarin sprake is van een verdrag met
Engeland nopens een mogelijken oorlog
met slechts drie mogendheden en de over
rompeling van Limburg, is evenzeer uit
de lucht gegrepen. Hij zelf was op dat
oogenblik, n.l. in 1927, minister van bui
tenlandsche zaken en zijn verleden staat
er borg voor, dat hij zeker niet een oor
log tegen drie landen tegelijk wilde voor
bereiden.
Dat officieren van den staf een papier
vol schreven als het door het „Utrechtsch
Dagblad" gepubliceerde zoogenaamde in
terpretatieve stuk, is niet onmogelijk,
maar iets dergelijks kan de regeering
niet binden. Zij, die beweren, dat wij
oorlog zouden hebben voorbereid, zijri'
leugenaars en lasteraars. Met dergelijke
documenten dient, men de vredeszaak
niet, maar brengt men haar integendeel
in gevaar.
Een onderzoek gevraagd.
Van Cauwelaert meende, dat de
Belgische regeering een stap verder moet
gaan dan 't document valsch te verklaren.
Een onderzoek naar den oor
sprong moet worden ingesteld.
De publicatie heeft juist plaats op bet
oogenblik, dat een kentering ten goede in
de hartelijke verhouding met Nederland
waar te nemen was en heel waarschijn
lijk, zoo besloot Van Cauwelaert, zal uit
het onderzoek blijken, dat de oorsprong
van het stuk in anti-Belgische kringen
gevonden moet worden en dit te weten
zou zeker de goede verstandhouding be
vorderen.
Een motie van orde aangenomen.
De Kamer nam tenslotte zonder hoof
delijke stemming (zitten en opstaan) een
motie van orde aan, onderteekend door
den katholiek Vandervjvere, den liberaal
Masson en den socialist Vandervelde,
waarbij in verband met de publicatie in
het „Utrechtsch Dagblad" wordt ver
klaard, dat België geen contractueele
kracht kaïi verleenen aan een verbonds-
pol'itiek, zooals die zou blijken uit het
vermeende verdrag over het algemeen
en vooral uit de artikelen 1 en 2 en
uit de interpretatie aan dien tekst ge
geven door het accoord der staven der
Belgische en Fransche legers in het al
gemeen en speciaal uit de interpretatie
van de bovenbedoelde artikelen 1 en 2.
Vier Frontisten en een communist stem
den tegen.
Volgens andere berichten wordt in de
motie alleen gezegd, dat de Kamer de
verklaring van de regeering goedkeurt,
zich aansluit bij haar protest tegen de
verdachtmaking en overgaat tot de orde
van den dag.
Een mededeeling van „De Solr".
Een B. T. A.-telegram uit Brussel meldt
d.d. 26 dezer:
De „Soir" veronderstelt, dat de ge
publiceerde tekst dezelfde is als die, wel
ke haar een jaar geleden werd aange
boden endoorhaar toen geweigerd is.Het
document zou volgens het blad verkocht
zjn aan een rijke invloedrijke Hollandsche
groep, welke het voor verkiezingsdoel
einden wilde gebruiken. De bezitter van
het document was een bekende fronter,
die telkens tusschen België en Nederland
op en neer reist, hetgeen niet onopge
merkt is gebleven.
Dementi van de Engelsche am
bassade te Berlijn.
Men seint uit Berljn d.d. 26 Febr.:
Van welingelichte zijde wordt medege-
deeld, dat door de Engelsche ambassade
te Berlijn een verklaring is gegeven, waar
in gezegd wordt, dat er in 1927 geen
EngelschBelgische overeenkomst is tot
stand gekomen. Evenmin hebben er be
sprekingen tusschen de generale staven
van beide ianden plaats gehad.
Vragen in het Engelsche Lagerhuis.
Reuter seint uit Londen d.d. 28 dezer:
Een vijftal leden van het Lagerhuis
hebben het voornemen te kennen ge
geven, dat zij morgen aan Chamberlain
vragen zullen stellen in verband mot het
gepubliceerde verdrag.
Verklaring Engelsche regeering.
Wolff meldt uit Berlijn:
Naar wij van. goed ingelichte zjdg^
vernemen, heeft de Engelsche regeering
de Duitsche regeering langs d'plomatieken
weg een verklaring doen toekomen naar
aanleiding van de publicatie van het „Utr.
Dbl." nopens het Fransch-Belgischo mi
litaire verdrag.
Volgens deze verklaring bestaat er
geen Engelsch-Belgisch verdrag van 1927,
zooals in de publicatie van het Neder
landsche blad wordt beweerd, en even
min een overeenkomst van een of an
deren aard tpgschen den Engelschen en
den Belgischen generalen staf.
De gaskwestie op Zuld-Bevelam!.
De heer J. G. van Niftrik te Dordrecht
zond aan den Gemeenteraad van Goes
het volgend schijven:
EdelAchtbare Heeren,
Tot mijn groote verwondering vind ik
in „De Zeeuw" va.n Maandag '25 Fe
bruari een voorstel van B. en W. uwer
Gemeente om afwijzend te beschikken
op een aanbieding door mij gedaan na
mens de Imperial Continental Gas Asso
ciation te Londen of, wat inderdaad het
zelfde is De Antwerpsche Gasmaat
schappij.
te Lia. „Ik weet niet, wanneer u kunt/'
„Als het nieuwe jaar zijn intrede heeft
gedaan. Laat ons zeggen: 2 Januari, des
middags. Ik zal mij wapenen."
„Wapenen?" vroeg Lia.
„Zeker. Stel, dat er eens een massa
bedenkingen komen."
„O, die komen er niet. Ik heb ze niet-
Ik ben minder dan een kind in de wieg."
,,'tValt wat mee", zeide hj vroolijk.
„Kimt u niet spelen?" vroeg hij, op het
orgel wijzend.
„Ik speel thuis piano. Maar niet de
liederen, diè hier gespeeld worden. Ik kien
er niet één van", bekende zj.
„Ge hebt muziekkennis?"
„Een weinig wel, ja."
„Geef dat muziekboek eens, Hans."
„Je gaat spelen?" vroeg deze aan Lia.
„O, neen; o, neen", weerde Lia af.
Onverstoorbaar bladerde de predikant.
„Het is ook in de kerk gezongen", zei
de hij. „Ge zoudt dat piet kunnen
spelen?"
„Ik durf het niet, al kon ik het", zei
Lia, verschrikt. Het was „Eere zij God"-
Hans mengde zich in het gesprek..
„Natuurlijk kun je dat", zei hij. „En
van durven is geen sprake. We zijn onder
ons. Als je een fout begaat, is het nog
niet erg."
„Zeg dat niet. Ik heb gemerkt, dat hier
op het dorp muziek- en zangliefhebbera
zijn. Het was prachtig in de kerk."
Mjn veiv/ondering wordt vooral gewekt
door de groote haast, die B. en .W. be
trachten bij hun afwijzend voorstel.
Op mijn brieven van 16 Januari en
6 Februari, waarbij ik aanbood de zaak
persoonlijk toe te lichten, kreeg ik geen
antwoord^ Op rajn persoonlijk schrijven
aan den Burgemeester, werd mij beloofd
een afschrift van het advies van den
Directeur van het Gasbedrijf en van het
voorstel van B. en W.; ook dat heb ik
niet mogen ontvangen.
In de door den Directeur opgesomde
bezwaren tegen ons aanbod, zijn er tal,
die weerlegd kunnen worden, maar daar
toe ontbreekt thans de tijd; alleen wil
ik hierop de aandacht vestigen: In het
aanbod dat-Goes deed aan de plattelands
gemeenten van Zuid-Beveland zou het
gas moeten kosten 6.2 cent gashouder
Goes, vermeerderd met 3 cent voor pers-
kosten, dus 8.2 cent aan de gashouders
Hier is dus wel een opmerkelijk verschil
te constateeren.
Over de door den Directeur opgesom
de bezwaren valt te spreken, en aange
zien met het a f w ij z e n van ons aan
bod wel geen haast is, verzoek ik u
dringend de zaak aan te houden en
B. en W„ op te dragen nader met ons
in overleg te treden-.
Landarbeiderswet. Bij be
schikking van den Minister van Financiën
is aan de gemeente Westdorpe toegestaan,
het bij beschikking van 5 November 1928
toegekende voorschot ingevolge de Land
arbeiderswet, ad f2200, af te lossen in
75 jaar.
Wegsverbetering. Op Woens
dag 27 Maart zal door den Rijkswaterstaat
worden aanbesteed het maken van de
nieuwe verbinding van Zuid-Beveland
met Noord-Brabant door den Nieuwen
Krabbëndijke-, Oost-, Stroodorpe- en Rei-
'gersbergschenpolder, waarvan wj onlangs
do plannen in kaart lieten zien. De ra
ming van dit voor het snelverkeer zeer
belangrijke werk bedraagt f 164.000.
Middelburg. Door Burg. en Weth. zijn
benoemd tot onder-brandmeesters dhrm
P. Blaauw en J. L. Pouwer.
Kapelte. Gisterenavond werd op initia
tief van de Landbouwvereen.iging alhier
voor haar leden de „Pluimveefilm" van
de „Klein Veeteelt" geprojecteerd.
Deze film, die voor het eerst in Zee
land vertoond werd, overtrof de verwach
ting en is niet alleen interessant maar
tevens leerzaam.
Rilland-Bath Het bericht in ons no.
van gisteren over de aanvaring op de
Schelde, is gedeelteljk onjuist. Het stoom
schip „Lippe" is niet gezonken, even
min is de bemanning van het schip door
do sleepboot „Goliath" gered. De be
manning is niet van boord gegaan. Toen
het schip was aangevaren en water maak
te, is het door bedoelde sleepboot op de
slikken te Bath gezet. Het gat is al zoo
ver dichtgemaakt, dat het schip reeds
vandaag de reis naar Antwerpen kan
voortzetten. De tweede stuurman, der
„Lippe", welke zeer ernstig ongesteld
was, is van boord gehaald en naar het
ziekenhuis te Bergen op Zoom overge
bracht. Het schip had een zware reis
gehad. In Amerika was een der stokers
verbrand, terwijl onderweg nog een lid
der bemanning overboord was gevallen
en verdronken.
Wllhelmlnadorp. A.s. Vrjdag 1 Maart,
zal het 35 jaar geleden zjn, dat de heer
H. A. Hanken tot Directeur van den Wil-
helminapolder werd benoemd. Er zal dien
tengevolge Zaterdag in ons dqrp feest
gevierd worden, 's Middags zullen er ver
schillende volksspelen worden gehouden,
terwijl de inwoners 's avonds aangenaam
zullen worden bezig gehouden.
Hansweert. Door den Noordoosten wind
van de laatste dagen is het js hier in
de buitenhaven grootendeels weggedre
ven. Buiten de haven op de Schelde is
niet vee) js meer behalve op de Platen.,
Het kanaal zit nog dicht.
Haneweert. De verplaatsing van don
kommies-verificateur G. de Boer van Rot
terdam naar hier is ingetrokken. In zijn
plaats wordt verplaatst de kommies'-veri-
ficateur M. van Weele van Zutphen naar
hier.
gering van ons denken", zeide Hans.
Lia liet zich verbidden en nam plaats
voor het orgel, wat, zenuwachtig.
„Er mag niet gezongen worden", be
sliste de predikant.
Voor een kenner viel het op te merken,
dat de organiste de piano gewoon was.
Maar dat zóu dan ook de eenige opmer
king geweest zijn. Want Lia bleek een
musicienne te wezen.
Onder ademlooze stilte werd het lied,
het zoo bekende lied, aangehoord. Vol
interesse keek Hans naar Lia, die in een
andere wereld scheen te vertoeven. Er
kwam iet3 als een openbaring over hem.
Haastig wendde hij zich af.
Er klonk applaus.
„Ziet ge wel? Ik dacht het wel, dat
ge spelen komdt. Ge haalt meer muziek
uit het orgel dan er in zit", zei de predi
kant vroolijk.
Het was tien uur, toen „Tc Wil U, o
God, mijn dank betalen", klonk door de
ruime kamer- der pastorie.
Ten slotte bleven zij, stevig stappend
door de sneeuw het was zacht weer
en de maan straalde haar vriendelijk licht
uit met hun beiden over: Lia en Hans.
Eersf waren een paar meisjes afgele-
.verd. Toen Marie. En nu waren zij met
hun tweeën, de aanstaande predikant en
het meisje, dat was gaan nadenken, na
het fl adderleven, dat zij geleid had, over
het leren van mensehen, die zich afhaa-
Nadat het ijs door de sleepboot Go
liath was gebroken zijn de zeebooten
„Tower Bridge" en „Billy" gistermorgen
van hier vertrokken. Beide schepen-heb
ben hier ingevroren gelegen.
Nlsse. Maandagavond werd de jaar
vergadering gehouden van de vereeniging
„Het groene Kruis" alhier. Uit de gele
verde verslagen bleek, dat het ledental
thans 96 bedraagt. De inkomsten waren
als volgt voor 1928, voor 't Groene Kruis
f 164.74, goed slot 1927 f677.73, totaal
f 742.47. De uitgaven f 49.68, alzoo een
goed slot van f692.79. Voor t.b.c.-bestrij-
ding was ontvangen f 153.70, goed slot
1927 f92.47, totaal f246.17. De uitgaven
waren f 150.45, goed Slot over 1928
f95.72. Voor aankoop materiaal werd
f 100 uitgetrokken. Aan den vorigen voor
zitter, Dr J. v. d. Made te 'sH. Arend»-
kerke, zal gevraagd worden de vereeni
ging van advies te bijven dienen.
Borsselen. Woensdagavond hield de Boe
renleenbank een algemeene vergadering.
Naar aanleiding van het 10-jarig bestaan
hield de voorzitter de heer P. Dekker een
openingsrede waarin hij in het kort een
overzicht gaf wat in die jaren doorvoor-
noemde bank is tot stand gekomen. Al$
bestuurslid werd herkozen de heer A. v.
Overbeeke en als lid van den raad van
toezicht de heer M. de Regt Jz. Als plaats
vervangende bestuursleden werden her
kozen de heeiren W. Mol en Joh. Nieu-
wenhuijise. Voor zijn accuraat beheer werd
den secretaris f25' geschonken.
De winst over 1928 bedraagt f529.98.
De rente voor 1929 werd als volgt vast
gesteld: spaargelden voor leden 3.72 pet.,
spaargelden vooor niet.-leden 3.6 pet., rente
voorschotten 4.68 pet., rente loopende
rekening 4.68 pet. en 1/10 pet. provisie,
rente voor hypotheken 4.86 pet.
Serooskerke Vrjdag 1.1. hield de ver
eeniging van oudleerling'en L.W.C. alhier
haar 18e jaarvergadering. Ingekomen stuk
ken zjn: Het jaarverslag van den bond,
verslag van de gehouden proefvelden dooi
de verschillende afdeelingen en de eind
rapporten der beide vraagpunten. Verder
brengen secr. en penningm. hunne jaar
verslagen uit. De penningm. sluit zjn
boeken met een goed slot van f212,19. De
aftredende bestuursleden W. de Buck en
P. Maljaars worden herkozen. Verder
brengt de afgevaardigde een kort verslag
uit van den gehouden Bondsdag te Goes.
Vervolgens hield dhr W. de Buck van
Meliskerke een inleiding over „Ons be-,
drjf en de Electriciteit". Hulde brengt
Spr. aan den Commissaris der Koningin
en aan de Staten van Zeeland voor het
moeiljke werk dat verricht is om te ko
men tot Electrificatie van de Midden!
groep.
In het landbouwbedrijf hee't do laatste
50 jaar een ware evolutie plaats gehad.
De machine is gekomen. De inzichten
hebben zich gewjzigd ten opzichte van
den arbeid en de behoeften zjn toege
nomen. De mechaniseering van het be
drijf bl j'Ft nog doorgaan en mag niet
tegengehouden worden, zoolang het eco
nomisch bljft. 'Ze brengt sociale verhef
fing. Nu de elektriciteitsvoorziening op
komst is hebben wj ons af te vragen,
kunnen wj ook dien stroom in eras bedrijf
ten goede en met succes benutten. En»
thousiast voorstander is spr. Hj hoopt
dat straks plaatselijke besturen en andere
lichamen, niet lukraak, doch met ernst
en goeden wil zullen willen onderhan
delen, om stroomafname allerwege te be
vorderen en het landbouwbedrijf ook zoo
mogeljk te laten aansluiten op billijke
wijze. Voor licht en kracht beide toont
spr. de noodzakeljikhedd aan. Het zwaar
tepunt ligt bj hem in de kracht. De land
bouwer kan den stroom op velerlei werk
tuigen inschakelen. Verschillende machi
nes worden door Spr. genoemd. Maat
niet minder kan de vrouw van den land
bouwer in haar werk door da electrici-
teit geholpen worden. Zijl is' nu in vele
landbouwbedrijven met een veehouderj
van beteekenis de hedendaagsche slavin
van het platteland.
Naast gezinsverzorging! en opvoeding
van het geslacht der toekomst, heeft zj
nog veel bedrijfswerkzaamheden aan
melk en boter, opfok van jongvee en ver
zorging van kleinvee. Juist in haar rijlk
zou de electrisehe stroom een groote
keljk stelden van God. Menschen, die
Hem dienden.
Met hun beiden waren zj; Hans de
fiets aan de hand.
Er wend eerst geen woord gesproken.
Maar toen, op eenvoudige opmerking
van Hans, begon Lia weer over wat
naar hart be roeide.
Hij luisterde.
En daarbij gevoelde hj een ontzettende
moeilijkheid: Mer was er een, die hun
kerde méér te weten en hij, de aanstaan
de predikant; kon eerst geen woorden
vinden.
Maar toen de eerste over zijn lippen
gekomen waren, vloeiden de verdere er
uit. Het werd een geloofsbeljdenis, die
weid uitgesproken met een warmte, wel
ke weldadig aandeed.
Bij het huisje aan den zeedjk, waar
alles donker was, want Grootmoeder was
ai naar bed gegaan, kon Lia niets anders
deen dan. Hans de hand drukken. Woor
den had zij niet.
In de ziel van den jongeman storm-,
de liet.
IJlings fietste hij weg
Thuis gekomen, vertelde hij in enkele
woorden van het gesprek.
„Zij is eert zoekende ziel", zei dominó
Meinema. „God geve, dat zij vindei"
EINDE VAN HET EERSTE DEEL.
door
HUGO KINGMANS.
62) 0q
Maar die angst was spoedig voorbij'. Want
onbevangen stond hij daar. En helder klortk
zijn stem, toen hij opmerkte, dat een
stoute zuster hem gezegd had, dat hij
hier vertellen moest of anders Een
koddig gezicht en een koddige handbe
weging deed de luisteraars al lachen, men
kende Hans well
„Dus moet ik vertellen", zeide hij.
„Waarover zal het dit jaar gaan? Het zal
gaan over een stouten jongen, ze zeggen
immers, dat jongens altijd stout zjn? en
over pen heel lief meisje, dat", wéér dat
koddige gezicht! „dat nog stouter was
dan haar broertje I"
Natuurlijk even een gelach. Maar de
spanning zat er al in. Het was muisstil-
Men son. een speld hooren vallen, ter-
bo l^6 'evelM^Se vcrteller zjn gehoor
Ook Lia luisterde met een glimlach, zoo
nu en dan. Maar toen op het eind, los
weg, maar imponeerend, de moraal kwam,
was zij even ernstig als de rest.
En zij betrapte er zich op, dat zij,
eVfcEns de kinderen, een zucht van ver
lichting slaakte, toen bleek, dat het be
rouw over het bedreven kwaad, waarover
in het verhaal der beide kinderen sprake
was, de overhand had, berouw, dat vroeg
om vergeving van zonden
In de pastorie werd het een zeer ge
zellige avond. De greote kamer was ge
heel gevuld. Het was namelijk vaste ge
woonte, dat het personeel van de Zon
dagsschool dien avond daar bijeen kwam.
De beide meisjes liepen af en aan, om
te bedienen, Lia ftad zich ook aangeboden,
maar er was gezegd, dat zij gast was.
Nu werd zij voornamelijk onderhouden
door Hans, die wel eens ernstig sprak,
maar ook allerlei kwinkslagen ten beste
kon geven, waarop de heele kamer scha
terde Van den gullen lach.
Er werd verteld. Er werd gezongen. Er
werden voordrachten gedaan. Teder deed
dapper mee. Maar van luidruchtigheid was
geen sprake. Een onvertogen woord werd
niet vernomen. Het was een avond, waar
over Lia nog langen tijd nadacht.
Tusschen de bedrijven door praatte zj
met dominé Meinema, die heel niet terug
kwam op het door haar gesprokene in
de kerk, wat haar wel verwonderde.
Tenslotte begon zij er zelf over, omdat
het haar zeer op het hart lag.
,,'tls nu niet een geschikt oogenblik"
meende hij. „Bepaal maar een tijd, waar
op ge met mij praten wilt."
„Dien moet u zelf bepalen", glimlach-