.DE ZEEUW TWEEDE BLAD" Uit de Provincie. Het huisje aan den zeedijk Het Fransch-Belgisch Verdrag. „O, dat dacht ik ook. Je moet niet te FEUILLETON VAN WOENSDAG 27 FEBR. 1929. No. 126. Verklaringen van Minister Hijmans in de Belgische Kamer. Een samenraapsel van bedrog en leugen. De Kamer der Volksvertegenwoordiging heeft gistermiddag met urgentie de inter pellatie van de Kamerleden Vos en Van Cauwelaert aangaande den gepubliceerd en tekst van het Fransch-Belgisch milita.ii verdrag behandeld. Hoogstens 50 van de 186 leden waren aanwezig bij dit debat, dat ju'st anderhalf uur heeftgeduurd en -waarvoor ook de belangstelling van de zijide van het pu bliek gering was. Deze weinige interesse is hieraan toe te schrijven, dat bijina niemand in België aan. de echtheid van het verdrag gelooft. Verklaring van Minister Hifmans. De minister van Buitenlandsche Zaken, de heer Hijimans, nam 'eerst het woord voor een verklaring. Hij! betoogde, dat de door het „U.D." gepubliceerde tekst een reeks bevatte van fantastische 'bepalingen en vermeende verplichtingen, die België ten aanzien van Frankrijk op zich zou hebben genomen en dat verder het hoofd stuk, dat betrekking had op de maatre gelen in verband met den oorlog tegen Spanje, Italië en Nederland, in verband ook met een overrompeling van Limburg een samenraapsel ia van be drog en van leugen. Ondanks schreeuwende onwaarschijn lijkheden werd die -tekst door sommige- bladen in Nederland overgenomen en van die dagbladen schenen enkele aan de echt heid ervan te hebben geloofd. Daarop is zoowel van Brussel als van Parijs en Londen een nadrukkelijk dementi ge komen. Minister Hij-mans zeide verder, dat hij bij hot bezoek van den Nederlaridscheri gezant gistermorgen op het departement van buitenlandsche zaken .een besliste tegenspraak heeft gegeten op de vraag of de gepubliceerde tekst echt was. De minister had va,n 'de gelegenheid gebruik gemaakt, om den gezant te wij» zen op de vjiancleljteo campagne die se dort geruimen tijd in Nsderlandsche krin gen wordt gevoerd. Spr.. gaf dan een korte geschiedenis van het bestaan van het Fransch-Belgi'sche accoord en herinnerde eraan, dat de ach tereenvolgende ministers die over de be- teekenis van het verdrag werden onder vraagd, allen, ook VanderVelde en Poulet, de besliste verzekering hebben gegeven, dat het verdrag een uitsluitend defen sief karakter had. Vooral op de verklaringen van Vander- V elde legde minister Hijmans grooten nadruk, daar uit die verklaring bljte, dat het Fransch-Belgisch accoord aller minst in strijd is' met het Locarno-pa.ct,, dat het eigenlijk uitvoeringsmaatregelen inhoudt, die een uitvloeisel van die po litieke accoorden zijn. Het verdrag geld alleen voor het. geval eener aggressie van de zijde van Duitschland, zoo betoogde Hjmans verder. Er is geen sprake, en kan geen siprake zijin, van Holland, Spanje of Italië. De publicatie is een nieuween stoute list, die krachtens de publieke eerlijkheid gebrandmerkt diende te worderp De bedoeling is do atmosfeer te vertroe belen, juist op het oogenblik, dat België zich met Nederland op v red es voet bevindt en onderhandelingen aangeknoopt zijn omtrent inderdaad kiesche punten, die echter in vriendschappeljjken geest op gelost kunnen worden. De minister hoopte ten slotte, dat de Nederlandsche regeering zich bij de Bel gische zal aansluiten.om de aangeklaagde vervaisching aan de kaak te stellen en hij- rekent op het gezond verstand en de eerlijkheid van de openbare meening van België en van het buitenland om den laster te niet te doen, die tot de Belgische regeering werd gericht. (Algemeen hand geklap, behalve vanwege de leden der frontpartij.) Hef Kamerlid Vos heeft geen ver trouwen in de verklaringen. Het Kamerlid Vos kwam daarna aan het, woord. Hij herinnerde eraan, dat juisi minister Hijmans, die thans zooveel van eerlijkheid spreekt, er de schuld van is, dat, toen de onderhandelingen met Ne derland begonnen, zooveel moeilijkheden tusschen België en Nederland zijn gere zen, tengevolge van zijn dubbelzinnige houding. Hij meende, dat de verklaringen even min beteekenis hebben als de verklarin gen door de vorige ministers omtrent het militair accoord ten beste gegeven. De regcering verdedigt een kwade zaak. De la Croix, Jaspar, Vandervelde en Hij- mans hebben niets toegelicht. Het is een afschuwelijke klucht. Wat achter de schermen is gebeurd, verneemt men niet. Het scherm gaat niet op. Spr. keerde zich verder tegen alle ge heime verdragen en wees op de gevaren, die er aan verbonden zijd. Wat de echtheid van den gepubliceer- den tekst betreft, wenscht hij echter met zijn ooideel te wachten. Hij kan voor- loopig alleen maar zeggen, dat zij, die hem hebben gepubliceerd, van de echt heid overtuigd zijn. Intusschen, zoo be sluit de heer Vos, zal het moeilijk vallen, weer een gezonden toestand te scheppen. Om de lucht te zuiveren, stelde hij een motie voor, waarbij wordt verklaard, dat België ook indien het document echt is, nooit het voornemen zal hebben, de po litiek te volgen, die uit dit document blijkt. Alleen het aannemen van die motie kan weer de liicht zuiveren, want zegt ,Vos ten slotte, echt of onecht, 'het do cument heeft minder waarde, dan het feit te weten of de daarin aangeklaagde poli tiek doorgevoerd zal worden. Een „enorme opsnijderij"? Na het Kamerlid Vos kwam de oud-mi nister van Buitenlandsche Zaken Van dervelde aan het woord. Hij' had de gepubliceerde tekst in het „U. D." ge lezen: het was, zoo zeide spr., een „enor me opsnijderij". Indien inderdaad een der gelijk verdrag onderteekend was, betoog de bij', verdienden de onderteekenaars voor een exceptioneele rechtbank te wor den gebracht. Doch toen het verdrag werd ondertoekend, maakte hij zelf deel uit van de regoering. Hij kon met de grootste beslistheid verklaren, dat noch hij, noch zijn medeleden van de regeering een der gelijke schuld op zich hadden genomen. Vandervelde lichtte voorts de beteekenis van het militaire verdrag toe en verklaar de, met zeer groote beslistheid, dat bij bet te Genève geregistreerde verdrag geen ander verdrag behoorde, het was louter laster het tegenovergestelde te beweren. De gepubliceerde interpretatie van 1927, waarin sprake is van een verdrag met Engeland nopens een mogelijken oorlog met slechts drie mogendheden en de over rompeling van Limburg, is evenzeer uit de lucht gegrepen. Hij zelf was op dat oogenblik, n.l. in 1927, minister van bui tenlandsche zaken en zijn verleden staat er borg voor, dat hij zeker niet een oor log tegen drie landen tegelijk wilde voor bereiden. Dat officieren van den staf een papier vol schreven als het door het „Utrechtsch Dagblad" gepubliceerde zoogenaamde in terpretatieve stuk, is niet onmogelijk, maar iets dergelijks kan de regeering niet binden. Zij, die beweren, dat wij oorlog zouden hebben voorbereid, zijri' leugenaars en lasteraars. Met dergelijke documenten dient, men de vredeszaak niet, maar brengt men haar integendeel in gevaar. Een onderzoek gevraagd. Van Cauwelaert meende, dat de Belgische regeering een stap verder moet gaan dan 't document valsch te verklaren. Een onderzoek naar den oor sprong moet worden ingesteld. De publicatie heeft juist plaats op bet oogenblik, dat een kentering ten goede in de hartelijke verhouding met Nederland waar te nemen was en heel waarschijn lijk, zoo besloot Van Cauwelaert, zal uit het onderzoek blijken, dat de oorsprong van het stuk in anti-Belgische kringen gevonden moet worden en dit te weten zou zeker de goede verstandhouding be vorderen. Een motie van orde aangenomen. De Kamer nam tenslotte zonder hoof delijke stemming (zitten en opstaan) een motie van orde aan, onderteekend door den katholiek Vandervjvere, den liberaal Masson en den socialist Vandervelde, waarbij in verband met de publicatie in het „Utrechtsch Dagblad" wordt ver klaard, dat België geen contractueele kracht kaïi verleenen aan een verbonds- pol'itiek, zooals die zou blijken uit het vermeende verdrag over het algemeen en vooral uit de artikelen 1 en 2 en uit de interpretatie aan dien tekst ge geven door het accoord der staven der Belgische en Fransche legers in het al gemeen en speciaal uit de interpretatie van de bovenbedoelde artikelen 1 en 2. Vier Frontisten en een communist stem den tegen. Volgens andere berichten wordt in de motie alleen gezegd, dat de Kamer de verklaring van de regeering goedkeurt, zich aansluit bij haar protest tegen de verdachtmaking en overgaat tot de orde van den dag. Een mededeeling van „De Solr". Een B. T. A.-telegram uit Brussel meldt d.d. 26 dezer: De „Soir" veronderstelt, dat de ge publiceerde tekst dezelfde is als die, wel ke haar een jaar geleden werd aange boden endoorhaar toen geweigerd is.Het document zou volgens het blad verkocht zjn aan een rijke invloedrijke Hollandsche groep, welke het voor verkiezingsdoel einden wilde gebruiken. De bezitter van het document was een bekende fronter, die telkens tusschen België en Nederland op en neer reist, hetgeen niet onopge merkt is gebleven. Dementi van de Engelsche am bassade te Berlijn. Men seint uit Berljn d.d. 26 Febr.: Van welingelichte zijde wordt medege- deeld, dat door de Engelsche ambassade te Berlijn een verklaring is gegeven, waar in gezegd wordt, dat er in 1927 geen EngelschBelgische overeenkomst is tot stand gekomen. Evenmin hebben er be sprekingen tusschen de generale staven van beide ianden plaats gehad. Vragen in het Engelsche Lagerhuis. Reuter seint uit Londen d.d. 28 dezer: Een vijftal leden van het Lagerhuis hebben het voornemen te kennen ge geven, dat zij morgen aan Chamberlain vragen zullen stellen in verband mot het gepubliceerde verdrag. Verklaring Engelsche regeering. Wolff meldt uit Berlijn: Naar wij van. goed ingelichte zjdg^ vernemen, heeft de Engelsche regeering de Duitsche regeering langs d'plomatieken weg een verklaring doen toekomen naar aanleiding van de publicatie van het „Utr. Dbl." nopens het Fransch-Belgischo mi litaire verdrag. Volgens deze verklaring bestaat er geen Engelsch-Belgisch verdrag van 1927, zooals in de publicatie van het Neder landsche blad wordt beweerd, en even min een overeenkomst van een of an deren aard tpgschen den Engelschen en den Belgischen generalen staf. De gaskwestie op Zuld-Bevelam!. De heer J. G. van Niftrik te Dordrecht zond aan den Gemeenteraad van Goes het volgend schijven: EdelAchtbare Heeren, Tot mijn groote verwondering vind ik in „De Zeeuw" va.n Maandag '25 Fe bruari een voorstel van B. en W. uwer Gemeente om afwijzend te beschikken op een aanbieding door mij gedaan na mens de Imperial Continental Gas Asso ciation te Londen of, wat inderdaad het zelfde is De Antwerpsche Gasmaat schappij. te Lia. „Ik weet niet, wanneer u kunt/' „Als het nieuwe jaar zijn intrede heeft gedaan. Laat ons zeggen: 2 Januari, des middags. Ik zal mij wapenen." „Wapenen?" vroeg Lia. „Zeker. Stel, dat er eens een massa bedenkingen komen." „O, die komen er niet. Ik heb ze niet- Ik ben minder dan een kind in de wieg." ,,'tValt wat mee", zeide hj vroolijk. „Kimt u niet spelen?" vroeg hij, op het orgel wijzend. „Ik speel thuis piano. Maar niet de liederen, diè hier gespeeld worden. Ik kien er niet één van", bekende zj. „Ge hebt muziekkennis?" „Een weinig wel, ja." „Geef dat muziekboek eens, Hans." „Je gaat spelen?" vroeg deze aan Lia. „O, neen; o, neen", weerde Lia af. Onverstoorbaar bladerde de predikant. „Het is ook in de kerk gezongen", zei de hij. „Ge zoudt dat piet kunnen spelen?" „Ik durf het niet, al kon ik het", zei Lia, verschrikt. Het was „Eere zij God"- Hans mengde zich in het gesprek.. „Natuurlijk kun je dat", zei hij. „En van durven is geen sprake. We zijn onder ons. Als je een fout begaat, is het nog niet erg." „Zeg dat niet. Ik heb gemerkt, dat hier op het dorp muziek- en zangliefhebbera zijn. Het was prachtig in de kerk." Mjn veiv/ondering wordt vooral gewekt door de groote haast, die B. en .W. be trachten bij hun afwijzend voorstel. Op mijn brieven van 16 Januari en 6 Februari, waarbij ik aanbood de zaak persoonlijk toe te lichten, kreeg ik geen antwoord^ Op rajn persoonlijk schrijven aan den Burgemeester, werd mij beloofd een afschrift van het advies van den Directeur van het Gasbedrijf en van het voorstel van B. en W.; ook dat heb ik niet mogen ontvangen. In de door den Directeur opgesomde bezwaren tegen ons aanbod, zijn er tal, die weerlegd kunnen worden, maar daar toe ontbreekt thans de tijd; alleen wil ik hierop de aandacht vestigen: In het aanbod dat-Goes deed aan de plattelands gemeenten van Zuid-Beveland zou het gas moeten kosten 6.2 cent gashouder Goes, vermeerderd met 3 cent voor pers- kosten, dus 8.2 cent aan de gashouders Hier is dus wel een opmerkelijk verschil te constateeren. Over de door den Directeur opgesom de bezwaren valt te spreken, en aange zien met het a f w ij z e n van ons aan bod wel geen haast is, verzoek ik u dringend de zaak aan te houden en B. en W„ op te dragen nader met ons in overleg te treden-. Landarbeiderswet. Bij be schikking van den Minister van Financiën is aan de gemeente Westdorpe toegestaan, het bij beschikking van 5 November 1928 toegekende voorschot ingevolge de Land arbeiderswet, ad f2200, af te lossen in 75 jaar. Wegsverbetering. Op Woens dag 27 Maart zal door den Rijkswaterstaat worden aanbesteed het maken van de nieuwe verbinding van Zuid-Beveland met Noord-Brabant door den Nieuwen Krabbëndijke-, Oost-, Stroodorpe- en Rei- 'gersbergschenpolder, waarvan wj onlangs do plannen in kaart lieten zien. De ra ming van dit voor het snelverkeer zeer belangrijke werk bedraagt f 164.000. Middelburg. Door Burg. en Weth. zijn benoemd tot onder-brandmeesters dhrm P. Blaauw en J. L. Pouwer. Kapelte. Gisterenavond werd op initia tief van de Landbouwvereen.iging alhier voor haar leden de „Pluimveefilm" van de „Klein Veeteelt" geprojecteerd. Deze film, die voor het eerst in Zee land vertoond werd, overtrof de verwach ting en is niet alleen interessant maar tevens leerzaam. Rilland-Bath Het bericht in ons no. van gisteren over de aanvaring op de Schelde, is gedeelteljk onjuist. Het stoom schip „Lippe" is niet gezonken, even min is de bemanning van het schip door do sleepboot „Goliath" gered. De be manning is niet van boord gegaan. Toen het schip was aangevaren en water maak te, is het door bedoelde sleepboot op de slikken te Bath gezet. Het gat is al zoo ver dichtgemaakt, dat het schip reeds vandaag de reis naar Antwerpen kan voortzetten. De tweede stuurman, der „Lippe", welke zeer ernstig ongesteld was, is van boord gehaald en naar het ziekenhuis te Bergen op Zoom overge bracht. Het schip had een zware reis gehad. In Amerika was een der stokers verbrand, terwijl onderweg nog een lid der bemanning overboord was gevallen en verdronken. Wllhelmlnadorp. A.s. Vrjdag 1 Maart, zal het 35 jaar geleden zjn, dat de heer H. A. Hanken tot Directeur van den Wil- helminapolder werd benoemd. Er zal dien tengevolge Zaterdag in ons dqrp feest gevierd worden, 's Middags zullen er ver schillende volksspelen worden gehouden, terwijl de inwoners 's avonds aangenaam zullen worden bezig gehouden. Hansweert. Door den Noordoosten wind van de laatste dagen is het js hier in de buitenhaven grootendeels weggedre ven. Buiten de haven op de Schelde is niet vee) js meer behalve op de Platen., Het kanaal zit nog dicht. Haneweert. De verplaatsing van don kommies-verificateur G. de Boer van Rot terdam naar hier is ingetrokken. In zijn plaats wordt verplaatst de kommies'-veri- ficateur M. van Weele van Zutphen naar hier. gering van ons denken", zeide Hans. Lia liet zich verbidden en nam plaats voor het orgel, wat, zenuwachtig. „Er mag niet gezongen worden", be sliste de predikant. Voor een kenner viel het op te merken, dat de organiste de piano gewoon was. Maar dat zóu dan ook de eenige opmer king geweest zijn. Want Lia bleek een musicienne te wezen. Onder ademlooze stilte werd het lied, het zoo bekende lied, aangehoord. Vol interesse keek Hans naar Lia, die in een andere wereld scheen te vertoeven. Er kwam iet3 als een openbaring over hem. Haastig wendde hij zich af. Er klonk applaus. „Ziet ge wel? Ik dacht het wel, dat ge spelen komdt. Ge haalt meer muziek uit het orgel dan er in zit", zei de predi kant vroolijk. Het was tien uur, toen „Tc Wil U, o God, mijn dank betalen", klonk door de ruime kamer- der pastorie. Ten slotte bleven zij, stevig stappend door de sneeuw het was zacht weer en de maan straalde haar vriendelijk licht uit met hun beiden over: Lia en Hans. Eersf waren een paar meisjes afgele- .verd. Toen Marie. En nu waren zij met hun tweeën, de aanstaande predikant en het meisje, dat was gaan nadenken, na het fl adderleven, dat zij geleid had, over het leren van mensehen, die zich afhaa- Nadat het ijs door de sleepboot Go liath was gebroken zijn de zeebooten „Tower Bridge" en „Billy" gistermorgen van hier vertrokken. Beide schepen-heb ben hier ingevroren gelegen. Nlsse. Maandagavond werd de jaar vergadering gehouden van de vereeniging „Het groene Kruis" alhier. Uit de gele verde verslagen bleek, dat het ledental thans 96 bedraagt. De inkomsten waren als volgt voor 1928, voor 't Groene Kruis f 164.74, goed slot 1927 f677.73, totaal f 742.47. De uitgaven f 49.68, alzoo een goed slot van f692.79. Voor t.b.c.-bestrij- ding was ontvangen f 153.70, goed slot 1927 f92.47, totaal f246.17. De uitgaven waren f 150.45, goed Slot over 1928 f95.72. Voor aankoop materiaal werd f 100 uitgetrokken. Aan den vorigen voor zitter, Dr J. v. d. Made te 'sH. Arend»- kerke, zal gevraagd worden de vereeni ging van advies te bijven dienen. Borsselen. Woensdagavond hield de Boe renleenbank een algemeene vergadering. Naar aanleiding van het 10-jarig bestaan hield de voorzitter de heer P. Dekker een openingsrede waarin hij in het kort een overzicht gaf wat in die jaren doorvoor- noemde bank is tot stand gekomen. Al$ bestuurslid werd herkozen de heer A. v. Overbeeke en als lid van den raad van toezicht de heer M. de Regt Jz. Als plaats vervangende bestuursleden werden her kozen de heeiren W. Mol en Joh. Nieu- wenhuijise. Voor zijn accuraat beheer werd den secretaris f25' geschonken. De winst over 1928 bedraagt f529.98. De rente voor 1929 werd als volgt vast gesteld: spaargelden voor leden 3.72 pet., spaargelden vooor niet.-leden 3.6 pet., rente voorschotten 4.68 pet., rente loopende rekening 4.68 pet. en 1/10 pet. provisie, rente voor hypotheken 4.86 pet. Serooskerke Vrjdag 1.1. hield de ver eeniging van oudleerling'en L.W.C. alhier haar 18e jaarvergadering. Ingekomen stuk ken zjn: Het jaarverslag van den bond, verslag van de gehouden proefvelden dooi de verschillende afdeelingen en de eind rapporten der beide vraagpunten. Verder brengen secr. en penningm. hunne jaar verslagen uit. De penningm. sluit zjn boeken met een goed slot van f212,19. De aftredende bestuursleden W. de Buck en P. Maljaars worden herkozen. Verder brengt de afgevaardigde een kort verslag uit van den gehouden Bondsdag te Goes. Vervolgens hield dhr W. de Buck van Meliskerke een inleiding over „Ons be-, drjf en de Electriciteit". Hulde brengt Spr. aan den Commissaris der Koningin en aan de Staten van Zeeland voor het moeiljke werk dat verricht is om te ko men tot Electrificatie van de Midden! groep. In het landbouwbedrijf hee't do laatste 50 jaar een ware evolutie plaats gehad. De machine is gekomen. De inzichten hebben zich gewjzigd ten opzichte van den arbeid en de behoeften zjn toege nomen. De mechaniseering van het be drijf bl j'Ft nog doorgaan en mag niet tegengehouden worden, zoolang het eco nomisch bljft. 'Ze brengt sociale verhef fing. Nu de elektriciteitsvoorziening op komst is hebben wj ons af te vragen, kunnen wj ook dien stroom in eras bedrijf ten goede en met succes benutten. En» thousiast voorstander is spr. Hj hoopt dat straks plaatselijke besturen en andere lichamen, niet lukraak, doch met ernst en goeden wil zullen willen onderhan delen, om stroomafname allerwege te be vorderen en het landbouwbedrijf ook zoo mogeljk te laten aansluiten op billijke wijze. Voor licht en kracht beide toont spr. de noodzakeljikhedd aan. Het zwaar tepunt ligt bj hem in de kracht. De land bouwer kan den stroom op velerlei werk tuigen inschakelen. Verschillende machi nes worden door Spr. genoemd. Maat niet minder kan de vrouw van den land bouwer in haar werk door da electrici- teit geholpen worden. Zijl is' nu in vele landbouwbedrijven met een veehouderj van beteekenis de hedendaagsche slavin van het platteland. Naast gezinsverzorging! en opvoeding van het geslacht der toekomst, heeft zj nog veel bedrijfswerkzaamheden aan melk en boter, opfok van jongvee en ver zorging van kleinvee. Juist in haar rijlk zou de electrisehe stroom een groote keljk stelden van God. Menschen, die Hem dienden. Met hun beiden waren zj; Hans de fiets aan de hand. Er wend eerst geen woord gesproken. Maar toen, op eenvoudige opmerking van Hans, begon Lia weer over wat naar hart be roeide. Hij luisterde. En daarbij gevoelde hj een ontzettende moeilijkheid: Mer was er een, die hun kerde méér te weten en hij, de aanstaan de predikant; kon eerst geen woorden vinden. Maar toen de eerste over zijn lippen gekomen waren, vloeiden de verdere er uit. Het werd een geloofsbeljdenis, die weid uitgesproken met een warmte, wel ke weldadig aandeed. Bij het huisje aan den zeedjk, waar alles donker was, want Grootmoeder was ai naar bed gegaan, kon Lia niets anders deen dan. Hans de hand drukken. Woor den had zij niet. In de ziel van den jongeman storm-, de liet. IJlings fietste hij weg Thuis gekomen, vertelde hij in enkele woorden van het gesprek. „Zij is eert zoekende ziel", zei dominó Meinema. „God geve, dat zij vindei" EINDE VAN HET EERSTE DEEL. door HUGO KINGMANS. 62) 0q Maar die angst was spoedig voorbij'. Want onbevangen stond hij daar. En helder klortk zijn stem, toen hij opmerkte, dat een stoute zuster hem gezegd had, dat hij hier vertellen moest of anders Een koddig gezicht en een koddige handbe weging deed de luisteraars al lachen, men kende Hans well „Dus moet ik vertellen", zeide hij. „Waarover zal het dit jaar gaan? Het zal gaan over een stouten jongen, ze zeggen immers, dat jongens altijd stout zjn? en over pen heel lief meisje, dat", wéér dat koddige gezicht! „dat nog stouter was dan haar broertje I" Natuurlijk even een gelach. Maar de spanning zat er al in. Het was muisstil- Men son. een speld hooren vallen, ter- bo l^6 'evelM^Se vcrteller zjn gehoor Ook Lia luisterde met een glimlach, zoo nu en dan. Maar toen op het eind, los weg, maar imponeerend, de moraal kwam, was zij even ernstig als de rest. En zij betrapte er zich op, dat zij, eVfcEns de kinderen, een zucht van ver lichting slaakte, toen bleek, dat het be rouw over het bedreven kwaad, waarover in het verhaal der beide kinderen sprake was, de overhand had, berouw, dat vroeg om vergeving van zonden In de pastorie werd het een zeer ge zellige avond. De greote kamer was ge heel gevuld. Het was namelijk vaste ge woonte, dat het personeel van de Zon dagsschool dien avond daar bijeen kwam. De beide meisjes liepen af en aan, om te bedienen, Lia ftad zich ook aangeboden, maar er was gezegd, dat zij gast was. Nu werd zij voornamelijk onderhouden door Hans, die wel eens ernstig sprak, maar ook allerlei kwinkslagen ten beste kon geven, waarop de heele kamer scha terde Van den gullen lach. Er werd verteld. Er werd gezongen. Er werden voordrachten gedaan. Teder deed dapper mee. Maar van luidruchtigheid was geen sprake. Een onvertogen woord werd niet vernomen. Het was een avond, waar over Lia nog langen tijd nadacht. Tusschen de bedrijven door praatte zj met dominé Meinema, die heel niet terug kwam op het door haar gesprokene in de kerk, wat haar wel verwonderde. Tenslotte begon zij er zelf over, omdat het haar zeer op het hart lag. ,,'tls nu niet een geschikt oogenblik" meende hij. „Bepaal maar een tijd, waar op ge met mij praten wilt." „Dien moet u zelf bepalen", glimlach-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5