DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Staten-Generaal. Het huisje aan den zeedijk VAN DONDERDAG 21 FEBR. 1929. No. 121. TWEEDE KAMER. Wijziging Invaliditeitswet. Bij art. 18 lichtte de heer S no eek Henkemans, C.-H., een amendement toe, strekkende den aanhef van art. 37 der Invaliditeitswet te lezen als volgt: „De arbeider, bedoeld in het vorige artikel, die geen 1248 premiën in rekening kan brengen en vóór 1 Juli 1922 verze kerd werd, heeft na het bereiken van den leeftijd van 6ö jaar recht op een rente enz." De woorden, „die geen 1248 premiën in rekening kan brengen" hebben wel is waar op dit oogenblik nog weinig waarde, omdat dit eerst over 14 jaar mogelijk zal zijn, maar zijn voor de toekomst van be lang en hpt is gewenscht, dat die zaak onder de oogen wordt gezien. Het gevolg zal zijn, dat een rente hooger dan f 3 mo gelijk wordt. Nadat Minister Slotemaker de Bruine dit amendement ontraden had, omdat hij over deze zaak juist advies heeft gevraagd aan de Rijksverzekerings bank, trok de heer Snoeck Henkemans zijn amendement in. Bij artikel 19 wees de heer D u y s, S.D., er op, dat zeer lage weduwen- en weezen- renten mogeljjk zijn. Er zjjn er zelfs toe gekend van een dubbeltje per week. In 1923 is toen bepaald, dat tot 1 Juli 1928 die lage renten niet zouden kunnen voor komen. Spreker wilde dezen termijn ver lengen tot 1933, wat door den minis ter werd bestreden, omdat ook dan men woor voor hetzelfde feit .zal komen te staan. Dhr Duys trok het amendement in. Een belangrijke wijziging in dit ont werp voorgesteld is ook, dat als arbeider niet moer beschouwd wordt degene, die als leerkracht in dienst is bij oen inrich ting of instelling voor onderwijs, indien hom door het Rijlc pensioen is verzekerd. Tot heden was de onderwijzer bij het bijzonder onderwijs in den zin van de In validiteitswet een arboidor en de onder wijzer by hot openbaar onderwijs oen mijnheer. Voor den eerste moest premie betaald worden, als hij1 van hot onder wijs wegging of overging naar het onder wijs in het Rijk buiten Europa, voor den laatste niet. Zoodra dit het geval was, m-oest het schoolbestuur betalen de wiskundige resorve, zonder dat het daar voor van het rjjk geld ontving, de gelijk stelling ten spijt. In 361 gevallen is deze wiskundige reserve reeds geïnd, terwijl er nog 46 vorderingen loopen en 211 in onderzoek zijn. Over het voorstel van den minister om die ongelijkheid tusschen bijzonder en openbaar onderwijs weg te nemen, had de Kamer niets dan lof. De heer B ij 1 e v e 1 d wenschte echter verder te gaan door de in dit ontwerp nu neergelegde gedachte der gelijkstelling van het bijzonder en openbaar onderwijs ook ten aanzien van dit punt terugwerkende kracht te geven. Bovendien wilde hij1 alle vorderingen laten vervallen. In dozen geest diende hij een amende ment in, dat echter verworpen werd met 54 tegen 16 stemmen. Vóór stemden de anti-revolutionairen behalve de heer Smeenk; voorts de Ka tholieken van Wijnbergen, van Dijk en Ruiten en de Chr. Hist. Snoeck Henke- mans, Weitkamp en Tilanus en de heer Kersten. De heer Sine enk, A.-R., stelde een nieuw artikel XXIa voor, strekkende voor kellners en anderen, die voor hun arbeid in dienst van een werkgever slechts fooien van derden ontvangen, dezelfde overgangsbepaling in het leven te roe pen/welke art. XXI bevat (overschrijding van dc leeftijdsgrens}. Dit amendement werd door den Minister overgenomen. FEUILLETON 57.) door HUGO KINGMANS. o Maar de oude Vrouw Blankert begreep haar zoon wel. Het was voor Lia. Die had het dien morgen al gehoord. Maar dat wist haar zoon vanzelf niet. Zij had er nog niets van verteld; zou er ook nog maar wat mee wachten. Dat was beter. Eerst maar eens zien wat het werd. Tersluiks keek zij naar Lia. Die zat stil te luisteren naar dat, wat nieuw voor haar was „En de Engel zeide tot hen: Vreest niet; want ziet, ik verkondig u groote blijdschap, die al den volke wezen zal; „Namelijk, dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus de Heere, in de stad Davids. „En dit zal u het teeken zijn; gij zult het kindeke vinden, in doeken ge- wouden ,en liggende in do kribbe. „Eu van stonden aan was er met den ©ngel een menigte dos hemelschen heir- legers, prijzende .God en zeggende: „Eere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de menschen een welbehagen." Hot was het aloude Kerstevangelie, ieder jaar werd het ook in deze woning Gisteren werd te Utrecht weder de Nederl. Jaarbeurs geopend. Een over zicht van Vreeburg, welk terrein geheel door de Jaarbeurs in beslag is genomen. Het wetsontwerp werd daarna aange nomen z.h.st. Alleen de heer Kersten verzocht aanteekening dat hij er tegen is. Kinderarbeid in den Landbouw. Aan de orde was daarna het wetsont werp voor behoud der bevoegdheid tot toetreding tot het ontwerpverdrag betref fende den leeftijd, waarop kinderen mo gen worden toegelaten tot den arbeid in den landbouw. Met medewerking van onze Nederland- sche delegatie onder Dr Nolens is er op 19 November 1921 te Genève in de derde zitting van de Alg. Conferentie van de Internationale organisatie voor den ar beid van den volkenbond een ontwerp verdrag aangenomen betreffende den leef- tp, waarop kinderen mogen worden toe gelaten tot arbeid in den landbouw. Het betreft hier in hoofdzaak het verkrijgen van de z.g: landbouwverl o ven. Thans vraagt de regeering de bevoogd heid tot toetreding tot dit ontwerp ver drag, dat reeds door tien landen gera tificeerd is. Van verschillende kanten werden be zwaren geopperd. De heer v. Rappard (lib.) wenBChte alvorens een beslissing te nemen, af te wachten hoe het ontwerp-Landbouwar- beidswet dat thans in voorbereiding is, er uit zal zien. Do heer Heemskerk (A.R.) verklaar de een groot voorstander te zjjn van internationale overeenkomsten en in dal opzicht doet de Volkenbond goed werk. Maar dergelijke regelingen zijn onnoodig voor zaken, waarover een andere na tie niets heeft te zeggen, als kinderen in den landbouw werk verrichten brengt dat toch zeker nie^ den vrede en de internationale harmonie in gevaar. Waar om. moeien wij ons nu aan banden leg gen? Hebben wij er belang bij of iri andere landen kinderen beneden 14 jaai op het land werken en of in Lapland of in de Pyreneeën de kinderen min stens 8 maanden per jaar de school be zoeken? Waarom dan toetreden tof dit verdrag? Omdat men vroeger ook tot internationale regelingen is toegetreden? Laat men van dien weg terugkeeren en laat de regeering in, dit opzicht van zich af spreken. De heer Schokking (C.H.) sloot zich hierbij aan. Van Socialistische en R.-Katholieke zij de werd het ontwerp verdedigd, terwijl de heer de Visser (Comm.) het een waardeloos punt noemde dat niet de minste verbetering brengt. Vandaag wordt de behandeling voort gezet. vernomen. Maar het bleef altijd nieuw. En Adriaan Blankert las het met veel gevoel. Evenals het hoofdstuk uit het dagboek van Knap, dat volgde: „En dit zal u het teeken zijn": „Op den dag der groote blijdschap, die al den volke wezen zou, is ons hart vol speellieden en zangers, 't Is één groote jubel van binnen over de geboorte van Hem, die de Zaligmaker en Heere is, om dat de zaligmakende genade Gods in Hem verschenen is. Uw juichende harp mag echter niet vergeten, wat het Hem heeft gekost om u van schuld en vloek te verlossen. Een kribbe, staande in een stal dó.t is het teeken der diepe ver nedering, waardoor Hij moest heengaan om uwe ziel met de vreugde der verlos sing te kunnen vervullen. Die schamele kribbe achteraf in een stal is de profetie van den weg der smarten, die zich voor den Christus ontsloot, de profetie van het schandhout des kruises, waaraan Hij Zijn bloed zou storten tot vergeving der zonden. Uw jubel wordt er niet door tot zwijgen gebracht, er komt alleen een die per toon van verwondering en aanbid ding door in. Maar zóó mag uw blijdschap ook gróót zijn. Ge leest het geboortever haal dan met nieuwe oogen: het begint met een kribbe en een stal, het eindigt in de glorie die over de vlakte van Efra- tha lag en er de herders omscheen. Zie, dót is de loop van Gods verlossende werk, voor Christus was de vernedering van kribbe en kruis, maar dóór die ver- Gemeenteraad van Goes. Gistermiddag te half vier hield de Ge meenteraad van Goes een sipoedeiechende Raadsvergadering ter bespreking van de werkverschaffing en de beantwoording van de vragen van den heer Van Bommel van Vloten door B. en W. Afwezig dhr v. Poelgeest. De publieke tribune was dicht bezet. De voorzitter leest eerst voor het ant woord van B. en W. aan den heer Van, Vloten, dat wij gisteren publiceerden. Dhr v. Vloten (v.b.) vernam, om streeks half Januari, dat afgeweken werd van de tot dusver gevolgde gedragslijn en voor onwerkbare dagen bij1 de werk verschaffing toch werd doorbetaald. Een besluit daartoe is, naar Spr. meent, nooit door den Raad genomen. Ook de Directeur van Gemeentewerken deelde Spr. mede, dat het tot dusver de gewoonte niet was onwerkbare dagen uit te betalen. Wel werd voor enkele regen uren zoo noodig wel betaald, maar niet voor geheele dagen. Spt. vraagt, waarom B. en W. hun houding hebben ge wijzigd. Spr. hoopt, dat bijl de discussie over dit punt de Raadsleden allen het belang der gemeente in het oog zullen houden en de werkloo-zenzorg niet zullen maken tot een voorwerp van politieke propaganda. Werkverschaffing is noodig. Maar wij moeten met vergelijking met andere plaat sen zeer voorzichtig zijn. Goes moet re kenen met de omgeving. Daar is de loon- standaard lager dan hier. Zijn de loonen bij de werkverschaffing hier hooger 'dan in de gewone bedrijven in don omtrek, darv. dreigt het gevaar, dat, or steeds meer werkloo-zen naar Goes| trekken. Dat is niet gewenscht voor do gomeento, maar ook niet voor de personen 'in kwestie. Thans betalen we bij de werkverschaf fing al hoogere loonen dan in de particu liere bedrijven in den omtrek. Gaan we nu ook nog de onwerkbare dagen door betalen, 'dan maken we dat verschil nog grooter. Natuurlijk kan men in bijzondere om standigheden van den regel afwijken. Spr. denkt aan de buitengewoon felle koude van nu. Daarvoor is zeker èen tijdelijke steunregeling noodig. De voorzitter erkent, dat een be paald Raadsbesluit voor doorbetaling op onwerkbare dagén nooit genomen is. Maar er is wel besloten tot doorbetaling op erkend Chr. feestdagen. Dhr v. Vloten: door den Raad? De voorzitter: neen, door B. en W. Dhr v. Vloten: dat is het hem juist. nedering en smaad staan de herders en allen, die met hen gelooven midden in de hemelsche glorieen daarom zjj er blijdschap, groote blijdschap in uwe ziel." Na hot dankgebed, waarin oom Adriaan vroeg om verlossing van zonde van allen, die aanwezig waren en van de wereld, die in het booze ligt, zette Marie zich voor het orgel en weldra klonk het: „Eere zjj God in de hoogste hemelen, vrede op aarde." Allen zongen mee. De schelle stem van Evert kwam boven alle stemmen uit. Lia zat er maar bij. In haar hart kwam iets van jalouzie. Dat was iets anders dan thuis, waar Annie, en zij ook, op de piano walsen tjingeldeni Na het hooggestemde lied kwam de proza van het leven weer. Marie moest zich haasten met het vaten afwasschen, wilde men weer op tijd in de kerk zijn. „Frans" had haar vrijen dag, naar Lia vernam. „Wil ik je helpen?" vroeg zij aan Marie. Oom Adriaan keek er even van op, maar zeide niets. Hij was correct beleefd tegen zijn nichtje. Meer niet. Hartelijkheid was niet bij hem te vinden. De oude vrouw bespeurde het maar al te goed. Zij had er last van. „Wil je me helpen?" vroeg Marie, ook verrast. „Ja, waarom niet? Bij Grootmoe help ik ook. Maar mijn handen staan nog: wat links, hoor." De voorzitter: maar de Raadsle den hebben er nooit tegen geprotesteerd. Integendeel, velschillende hunner hebben aangedrongen op deze doorbetaling op feestdagen. Sp:r. wijst verder ook op de buitenge wone omstandigheden, waaronder we nu leven. Vandaar deze spoed eischende Raadsvergadering. Ook de commissie voor werkverschaffing vergadert den laatsten tijd niet eens in de 14 dagen, maar eenmaal p'e-r week. Dhr v. V1 o t e n zegt, dat hem als Raadslid niets bekend is van liet door betalen op feestdagen. Spr. blijft bij zijn bezwaar, dat bij doorbetaling op onwerk bare dagen het aantal werkloozen nog zal toenemen. De v o o r z i 11 e r vindt het niet erg, dat men in buitengewone omstandigheden van bestaande gewoonten afwijkt. Dhr v. Vloten: juist, als het maar oen regel wordt, en maar uitzondering 'ifft. weth. Goed bloed: daarover beL hoeft U zich niet, bezorgd te maken, Dhr Crucq (s.d.) erkent, dat da door betaling óp onwerkbare dagen geen Raads besluit is. Maar men kan die Zaak van ver schillende kanten bekijken. Dhr Van Vloten: ik bekijk ze van het standpunt van het gemeente-belang. Dhr Crucq: het desbetreffend besluit is met alg. stemmen in de commissie voor werkverschaffing genomen. Dat de loonen der landarbeiders zoo laag zijn, mag geen motief zijn bij het bepalen der loonen bij de werkverschaf fing. Spr. dringt er op aan, te dezer zake een "Raadsbesluit te nemen. Dan weten de menschen, waar ze aan toe zijn. De voorzitter zegt, dat dhr Crucq al de vergaderingen der oommissie heeft bijgewoond en dus geheel op i hoogte is. Spr. meent, dat de belangen der werk loozen tot heden in Goes zoo goed moge lijk zijn behartigd. Dhr B u ij s, s.d., bespreekt den toestand der bouwvak-, transport- en fabrieksar beiders, waar nu ook veel werkloosheid: heerscht, en velen reeds uitgetrokken zijn hij hun organisatie. Een bouwvakarbeider verdient f1200 k f1300 per jaar. Spr- becijfert, dat alles zeer matig en schraal berekend een gezin (man, vrouw en één kind) aan dagelijksche levensbehoeften alleen reeds noodig heeft f '21 per week. Van weelde is dus bij die bouwvak- en andere arbeiders geen sprake. Daarom bepleit spreker een extra-steunregeling ook voor hen. Maar spr. meent, dat er bij B. en W. ge brek aan ernstigen wil is. Spr. heeft in- „Dat is niets", zei Marie vroolijk. „We vinden het wel." Weldra waren de beide meisjes druk bezig. „Een gezellige dag vandaag, hé?" vroeg Marie. „Waarom hebben jullie nu zoo'n ge noegen. Alleen, om dat, wat er in den Bijbel staat en wat oom voorlas?" was de wedervraag. Marie kleurde. Zij had, vroeg of laat, vragen als deze voorzien, haar moeder had haar er ook op voorbereid. Maar 'twas zoo moeilijk, om er over te pra ten. Lia was toch een ontwikkeld meis je. Zij had de H. B. S. afgeloopen „Natuurlijk is het daar feest om. Als onze Heiland niet geboren was, zou de wereld verloren zijn. Hij kwam om de zondaren te redden." k „Ja, dat weet ik wel", zei Lia, wat ongeduldig. „Dat heeft Grootmoeder mij ook al verteld. En laat me nu maar eens aannemen, dat het werkelijk wéér is, het kan best wéér zijn. Maar dat is toch geen reden, om feest te vieren?" „Is dat geen reden om feest te vieren? Heb je dan niet gehoord, wat vader uit het dagboek voorlas?" Jawel, 'kheb wel geluisterd, maar er niet veel van begrepen." „Ik kan h<jit je zoo moeilijk uitleggen", klaagde Mane. „Maar ik weet wel, 'dat ik big ben, dat de Heere Jezus gebo ren is. Anders zou ik en zouden alle menschen verloren zijn. Maar wie in dertijd aan B. en W. een rapport van het N.V.V. over steunregelingen overgelegd. Maar het heeft niet gebaat. Nu, met deze barre kou, dringt de ernst van den toe stand door, maar een regeling, als spr. be doelt, is altijd noodig. De voorzitter zegt, dat B. en W. hebben geconfereerd met den voorzitter van het Burg. Armbestuur. Daarna heb ben ze aan het B. A. een brief gezonden. Daarin wijzen zij er op, dat de gemeente tot nu toe (deze week nog niet medegere- kend) aan werkioozenzorg heeft uitgege ven f 8102,73. De werkverschaffing onder vindt stagnatie door de vorst. Daarom dachten B. en W. aan een z.g.n. uitvries-regeling, volgens welke aan hoof den van gezinnen en kostwinners f 13.50 per week zou worden uitgekeerd en bij ab normale 'kou bons voor brandstof zouden worden uitgereikt. Maar dan betreden we het terrein der armenzorg. Nu is voor vele valide arbeiders de gang naar een Arm bestuur een zeer zware. Daarom zou de uitkeering door de gemeente hehooren te geschieden. Er is daarom aan het Burg. Armbestuur gevraagd om een hoogere subsidie dan de reeds verleende f2500 voor werkverschaffing en tevens om een bijdrage in deze uitvries-regeling. Vanmorgen is hierop antwoord van het B. A. ontvangen. Het B. A. is bereid, be houdens goedkeuring door Ged. Staten, behalve de reeds verstrekte f 2500 nog een subsidie van f 2500 te verleenen en, blij kens mondelinge mededeeling van den voorzitter van het B. A., zoo noodig later nog meer. Inzake de uitvries-regeling wordt echter niets toegezegd. Dhr Crucq (s.-d.) verheugt zidh, dat B. en W. oo'k gevoelen, dat voor gezonde arbeiders de gang naar het Burg. Armbe stuur te zwaar is. Een arbeider, die wil werken, maar door abnormale omstandig heden daarin wordt verhinderd, behoort niet bij armenzorg thuis. In deze omstan digheden kan spr. er voor zijn, de subsidie van het B. A. te aanvaarden. Spr. wil ook steunen de (bouwvakarbeiders en anderen en voor de georganiseerde arbeiders de uitkeering doen loopen over de vatveree- nigingen. D'hr B u ij s (s.-d.) wil deze regeling niet tijdelijk maken. Zij moet altijd kunnen gel den, als het noodig is. Weth. Goedbioed zegt, dat reeds uitgetrokken werkloozen worden gesteund. De voorzitter wil eerst het schrij ven van het B. A, afhandelen. Dhr v. Vloten (v.b.) zegt, dat ook het B. A. overtuigd is, da,t het voor valide arbeiders een mooiljjke gang naar hot B. A. is. Vandaar, dat het B. A. ook jaarlijks bijdraagt in de werkver schaffing. Dat het B.A. niet inging op de uit- vriesregeling, komt omda.t net daarvoor noodige bedrag zoo onbeperkt is, En het B. A. vreest, daarvoor geen toestem ming te krijgen van Ged. Staten. Dhr Simons (R.K.) juicht de houding van het B. A. toe. Het boste is, dat de gemeente een stounregeling ter hand noemt en dat het B. A. subsidieert. Dhr v. Vloten (v.b.) vraagt naar de plannen van B, en W. Spr. zou willen, dat, B. en W. een crediet aanvroegen. De voorzitter zegt, dat het 28 Fëbr. weer Raadsvergadering is, Dan kunnen B. on W., gehoord do commissie voor werkverschaffing, met, voorstellen komen. Verschillende heoren pleiten er voor nu een crediet aan B. en W. te geven. Dhr Crucq stelt voor een blanco crediet te verleenen. Dhr Goedbioed wil liever een be drag noemen en zulk een voorstel vol gende wenk behandelen. Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen. Dhr B u ij s leest een steunregeling van De Bildt voor. Spr. bepleit een regeling in dien geest. Tot den heer Goedbioed zegt Spr., dat deze een slag om den arm houdt. Er mogen misschien opper lieden gesteund worden, maar geen met selaars en timmerlieden. Dhr Goedbioed protesteert hierte gen. Het is hier niemands bedoeling een slag om den arm te houden. Spr. her haalt dat ook uitgetrokkenen bij de werk verschaffing zijn te werk gesteld. Dhr B u.jj s houdt zjjn bewering vol. Hem gelooft is voor eeuwig behouden'. Is dat niet heerlijk? Is dat niet een reden, om feest te vieren?" Met verwondering keek Lia haar aan. Het was stil in de keuken. Alleen het gerammel van het vaatwerk werd ver nomen. „Weet je, w&t je straks moet doen, Lia?" „Neen." „Je moet met ons mee naar da kerk gaan." „Vandaag naar de kerk? Ik zou mor genmiddag gaan." „Dat weet ik wel. Maar dat is voor de kinderen. Ik bedoel den gewonen kerk dienst. Je zult dominó Moinema best be grijpen." „Ik ben nog nooit in een kerk geweest", zei Lia. „Dat doet er niet toe. Je moet er toch éénmaal in komen, als je werkelijk meer van het geloof weten wilt." „Het is niet voor mij", vond Lia. „Het is voor ieder, die wil leeren ge looven", zeide Marie vurig. „Kom, ga mee. Je zult er geen spijt van hebben/) „Neen, neon, ik durf niet. Laat mij eerst morgenmiddag maar gaan. Misschien op een anderen keer eens. 'kMoet er nog eens met Grootmoe over praten." „Nu goed, je moet het zelf weten", meende Marie. „Niemand dwingt je. Maar je bent dan alleen thuis, hoor. We gaan allen. Grootmoe ook." (Wuft verro^pL)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5