DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Het huisje aan den zeedijk DE ZEEUWSCH-VLAAMSCHE WATERLEIDING MAATSCHAPPIJ. VAN WOENSDAG 6 FEBRUARI 1929. No. 108. Een persconferentie. Gistermiddag werd te Terneuzen een conferentie gehouden tusschen voorzitter en secretaris der Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding-Mij, en voorzittter en secre- taiis der Commissie van Onderzoek eener- zijds en de vertegenwoordigers van tal van bladen in en buiten Zeeland ander zijds en wel over de waterleiding in Zeeuwsch-V laanderen. De lezers weten, in welk stadium deze zaak verkeert. Jaren en jaren is aan de voorbereiding van dit plan onder medewerking van het Rijksbureau voor Drinkwatervoorzie ning gewerkt. Men was in 1927 reeds ver daarmede gevorderd, toen echter een oppositie loskwam, die het ergste de mislukking deed vreezen. De gemeenteraad van Terneuzen maak te b.v. bezwaar het leeningsbesluit te ne men en de bouwverordening in over eenstemming met de verplichte aanslui ting aan de waterleiding te brengen en nam zelfs het besluit pogingen aan te wenden om tot ontbinding der Vennoot schap te geraken. Verschillende gemeentebesturen ver leenden aan dit besluit adhaesie. De Raad van Bestuur zag in, dat op deze manier niet verder te werken was. Hij voorkwam, dat een voorstel tot ont binding 'der Vennootschap officiëel werd ingediend en toen reeds een punt van be spreking op do aandeelhoudersvergadering moest uitmaken. Het middel, dat daartoe gekozen werd, was een commissie van onderzoek, be staande uit vóór- en tegenstanders dei waterleiding. In afwachting van de resultaten van het onderzoek dezer commissie, werd met de werkzaamheden niet verder voortge gaan. Op 18 Maart 1928 werd de commissie geïnstalleerd. Ze heeft intensief gewerkt en kon 28 Sept. 1928 haar eind-rapport vaststellen, dat we dezer dagen publi ceerden. Ze heeft door haar omvangrijken arbeid zeker veel goeds tot stand gebracht. We herinneren slechts aan de tarievenkwes- tie. En zeker valt het te loven, dat zjj allo aantijgingen tegen den Raad van Commissarissen of tegen enkele harer leden, onder 'de loupe heeft genomen. Het was ook goed gezien, dat de Raad van Commissarissen de pers meen de te moeten uitnoodigen, teneinde haar van inlichtingen te dienen en zich dis ponibel te stellen om alle mogelijke vra gen te beantwoorden. Reds Mr P. Dieleman. In de conferentie van gistermiddag dan verwelkomde de voorzitter van genoem den Raad, mr P. Dieleman, de verschil lende persvertegenwoordigers. Spr .wees op de hooge taak der pers, om het peil der bevolking omhoog te voeren. Welnu, hier in Zeeuwsch-V laan deren z|jn mannen, die aan de bevolking de zegeningen van de waterleiding willen bezorgen. Nu is er den laatsten tijd veel over Zeeuwsch-Vlaanderen gesproken en ge schreven. Er is zelfs in de Tweede Kamer ruimschoots aandacht aan geschofiken. Nu is Zeeuwsch-Vlaanderen niet, ge lijk wel eens is beweerd, het arme Ier land van Nederland, een uitgemergeld land. De bodem is vruchtbaar, de bevolking is nijver. Maar jammer genoeg vindt men er te veel tweedracht en ruzietjes. Veel onheilen zijn over Vlaanderen door eigen schuld gekomen. Ook lijdt het onder zijn ongunstige lig ging. Andere deelen van Zeeland (Walche* FEUILLETON door HUGO KINGMANS. 45) -o- „Och, wij spelen niet vaak met hem. Op een boerderij, is het altijd druk, hé?" zei de "boerin, ,,'tls nu winter, nu gaat het wel. Maar anders weten we wel1, wat we te doen hebben."' „Dat zal wek tante. U doet toch alles niet alleen?" „Je kunt wel zien, Lia, dat je uit de stad komt. Men heeft daar zoo geen weet van het loven op een boerderij Neen, neen, alleen zou niet gaan. Ik heb Marie, die straks wel komen zal. En dan nog 'n flinke dienstbode. En Jan helpt zijn vader al flink." „Hoe oud is Marie nu, tante?" „Zij is achttien geweest. En Jan Is veer tien. Dat wordt al een flinke boer. Hij is nu naar de stad, naar den Landbouw- ■wintorcursus. Zijn vader zegt, en daar heeft hij ook gelijk in, dat hij met den tijd mee moet. Vroeger hoorde je nooit van landbouw onderwijs. Maar de, jongens kunnen er heel wat l'eeren, waar ze ge noegen van kunnen beleven in het be- drjjl" ren, Z.-Beveland en Tholen) hebben reeds de waterleiding, "in Schouwen- en Duive- land is ze in aanbouw, maar hier deed zich het bezwaar van de ligging terdege gevoelen. Water over de grens of uit Brabant te betrekken, ondervindt groote bezwaren. Zeeuwsch-Vlaanderen is hier op eigen bodem aangewezen. Nu is de Zeeuwsch-Vlaamsche water leiding niet alleen 'n Zeeuwsch-V laamsch onderonsje. De Staten-Generaal hebben een wetsontwerp aangenomen tot veriee- ning van risico-garantie. Het is een Ne- derlandsche zaak geworden. Oud is deze geschiedenis al. In 1911 sprak spr. reeds met dr Bos over de Zeeuwsch-Vlaamsche waterleiding en werd te Nieuw-Namen een onderzoek ingesteld. Daarna is nog door dr Jenny Weyerman c.s. een poging gedaan, die mislukte. In 1916 is door de burgemeesters in West-Zeeuwsch-Vlaanderen een comité voor waterleiding opgericht. En met ge noegen heeft spr. daaraan medegewerkt. Ijverig is propaganda gevoerd voor de waterleiding. Er is geen dorp of er is in den loop der laatste jaren een ver gadering voor dit doel gehouden. De medewerking van het Rijksbureau was zoo krachtig mogelijk. Propagandageschriftjes zijn allerwegen verspreid. Alle Raadsleden in Zeeuwsch- Vlaanderen ontvingen deskundige rappor ten. Maar helaas, in de Gemeenteraden kwamen nieuwe leden zitting nemen, die geen oog hadden voor de historische con tinuïteit en de zaak afbraken. Maar de pers, aldus spr., blijft. Zij staat boog en kan het algemeen belang dienen. Spr. laakte de houding van een Ge meentebestuur als van Overslag (de klein ste gemeente, ruim 303 zielen), dat zon der van het rapport der commissie be hoorlijk kennis te hebben genomen, deze week besloot mede te werken aan de ontbinding der vennootschap. Een derge lijke houding moet aan de kaak worden gesteld. De oppositie, die er gevoerd is, be treurt spr. Enkele bezwaren, die gegrond waren, hadden ook later weggenomen kunnen worden. Was ie oppositie niet gekomen, dan was Terneuzen waarschijn lijk nu zoover, dat het reeds de water leiding had. Spr. weersprak ten stelligste het reeds honderdmaal weerlegde bezwaar, dat de waterleiding de belastingen in de deel nemende vereenigingen zal verhoogen. Spr. verwjgt naar Zuid-Beveland, waar men in de moeilijkste oorlógsjaren slechts eenmaal rente en aflossing niet kon be talen en de risico-garantie moest aan spreken. Ten slotte deed spr. een beroep op de Zeeuwsch-Vlamingen om in dezen schouder aan schouder te gaan staan. Het belang voor particulieren, land- en tuinbouw en industrie (wij komen op do laatste straks nader terug) is zoo groot. Spr. wees op de schade, die door het brakke water in Zeeuwsch-Vlaanderen is aangericht. De Zeeuwsch-Vlaamsche „Ja, het is alles heel wat veranderd bj vroeger," meende Lia. „Dat zal wéér wezen. En we moeten nu eenmaal met den tijd mee. 'k Verwon der mij er altijd over, dat Grootmoeder er ook zoo over denkt. Dat zie je niet vaak bij heel oude menschen." Lia merkte op met welk een eerbied tante Martje over Grootmoeder sprak. „U mag Grootmoeder graag lijden* tante?" ,,'kHoud heel veeï van haar en. heb veel van haar geleerd, op alle gebied. En dat ik niet alleen, maar velen. Ze is een moeder in Israël, Lia." Maar onmiddellijk voegde zij daaraan toe: „O, dat is waar ook, neem me niet kwalijk die uitdrukking versta je niet." Lia gaf er geen antwoord op. Zij dacht onmiddellijk al, dat die uitdrukking wel met den Bijbel verband zou houden. Het was trouwens niet noodig, dat zij antwoordde. Want juist werd de deur geopend en verscheen een meisje van een jaar af achttien, een aantrekkelijk gezicht, al was het wat grof en al te blozend, gevolg van het veel' buiten vertoeven. Bij den eersten oogopslag zag Lia, dat de dochter des huizes binnengekomen was. Want zij geleek, als twee druppels water gelijk zijn, op haar moeder. HOOFDSTUK XII. Verrast bleed zij staan, de deurknop in de hand. Tramweg-maatschapi ij had inderdaad zoo veel schade door dit water, dat tenslot te hoewel dit ook veel geld kostte besloten werd met tankschepen leiding water te Hansweert te gaan betr kken. Zeeuwsch-Vlaanderen was weleer de welvarendste en vooruit-trevenfste streek van Zee.and. En zou het nu achteraan komen? Le landbouw wedijverde enkele tien- la"en ja en met Groningen en was an dere deelen van Zeeland de baas. Maar nu is het anders. De landbouw on Tho len, Zuid-Beveland en Schouwen-Duive- land is er nu beter dan in Zeeuwsch- Vlaanderen. Dat moet en kan anders worden. Rede Van Niftrik. De heer J. G. v a n ,N i f t r i k, voor i t r der co nrr.i sie van onderzo k, wijst vervo'gens op de moeilijkheden, verbon den aan het tot stani brengen van iels goeds. Ook hier stond men voor een slei'ke oppositie. .-•pr. prijst het in den Raad van Com- rrrs^arissen, dat hij in de comm:ssie van onderzoek voor- en tegenstanders, zel's „gemeene tegenstanders" heeft opgeno men. Spr. heeft de benoeming tot voorzitter der commissie gaarne aangenomen. Bij ei-varing kent spr. het groote nut van de waterleiding. Vele malen heeft de commissie vergaderd. Serieus heeft ze het werk opgevat, met het resultaat, dat 39 van 'de 42 leden het rapport hebben onderteekend. Een groot deel van deze 39 heeren behoorde indertijd tot de felle tegenstan ders' De commissie heeft alle bezwaren on derzocht (de prise d'eau, de tarieven, enz.). Inzake de buisleiding is een oplossing gevonden, zoodat niet alleen maar een leiding wordt gelegd, voldoende voor de twintig deelnemende gemeenten, maar ook voor meerdere, terwijl toch deze op lossing niet drukt op het bedrijf. Van al de praatjes en aantijgingen aan het adres der Commissanssen aldus de heer Van Niftrik, is zoo hoel weinig waar gebleken. De commissie wijst ze dan ook alle af. Spr. hoopt, dat de arbeid van de com missie zal medewerken aan de spoedige tot standkoming van de waterleiding, die voor Zeeuwsch-Vlaanderen zoo broodnoodig is en deze streek in staat zal stellen haar oude plaats te heroveren. Wat nu? Op een vraag, welken weg de Raad van Commissarissen nu zal. inslaan, ant woordde de voorzitter, dat op 14 Februari een aandeelhoudersvergadering zal wor den gehouden ter bespreking van het rapport dor commissie. De vertegenwoor digers der deelnemende gemeenten kun nen zich dan uitspreken. Het- rapport is aan alle burgemeesters secretarissen en Raadsleden in Zeeuwsch- Vlaanderen, ook van die gemeenten, wel ke nog niet tot aansluiting besloten toe gezonden. Lia was opgestaan en trad haar onbe vangen tegemoet. „Te Behoef niet te vragen, wie je bent", zeide zij. „Het evenbeeld van tante. Ik ben Lia, Marie." Het ijs was onmiddellijk gebroken. Impulsief stak Marie Blankert haar nichtje de hand toe, waaruit Lia de juiste gevolgtrekking maakte, dat de stroeve wind tegenover haar ook uit dien hoek niet waaide. Vermoedelijk was het alleen oom Adriaan. Nu, dan zou het wel gaan. met zooveel bondgenooten. Zij ging meer en meer moed scheppen. „Ik wist niet eens, dat je hier waart. Al l'ang?" vroeg Marie, die, zonder onbe leefd te zijn, vol' belangstelling naar de bezoekster keek. „Een half uurtje zoowat, niet, tante?" „Ik denk het ook. 'kVond het aardig, dat je gekomen bent. Wij hadden je anders morgen bij; Grootmoeder ontmoet." „O, was u daar morgen gekomen?" „Ja, of anders Grootmoeder hier. Maar dat zou nu wel niet, nu je er bent. Adriaan,' je oom, gaat haar met het rijtuig halen, om naar de kerk te gaan. Tenminste des winters, 's Zomers wil zij het niet. Uit de kerk gaan wij dan de eene week hier koffie drinken, de andere week aan den zeedijk." „0, wat gezellig. Mag ik' dan ook wel komen „Wel, dat spreekt vanzelf. Je behoort du ook tot het huisgezin, hé? Je bent Het rapport heeft reeds invloed uitge oefend. Spr. verwacht, dat de oppositie in den Gemeenteraad van Neuzen, voor zoover ze zakelijK was, wel weggenomen zal zijn. De indiener van het voorstel in dien Gemeenteraad, om tot ontbinding der Vennootschap te geraken, is vóór het voorstel der Commissi? van onderzoek. Spr. deelt ook nog mede, dat de Raad van Commissarissen zich met het con cept-tarief der commissie van onderzoek heeft vereenigd. Stranden nu nog de plannen, aldus Mr Dieleman, dan vervallen Rij ks - en Provinciale besluiten, waarbij financiëele steun werd 'toegezegd, de Maatschappij valt weg en de gemeenten zullen alle gemaakte onkosten en dat zijn er niet zoo weinige moeten betalen. Een omvangrijke, jarenlange arbeid zou dan monnikenwerk geweest zijn. Gevraagd werd, of het zakelijk deel van het rapport steun vindt bij Commissaris sen en door hen in de vergadering van aandeelhouders zal verdedigd worden. De voorzitter antwoordde hierop beves tigend en deelde verder mede, dat al's de aandeelhoudersvergadering op 14 dezer een gunstig resultaat oplevert, daarna aan Terneuzens gemeenteraad zal woiden ver zocht het besluit inzake de ontbinding der N.V. in te trekken. Dan vervallen vanzelf de adhaesiebetuigingen der andere gemeenten. Weigeren dan nog enkele gemeentebe sturen om aan hun verplichtingen, als aandeellioudster, te voldoen, dan zullen ze lang's gerechtelijken weg gedwongen worden tot datgene, waartoe ze rechtens verplicht zijn. De mentaliteit Typisch waren de staaltjes, die ter vergadering over de mentaliteit der bevol king, maar vooral der gemeenteraadsleden worden medegedeeld. Een der heeren verzekerde, dat men in Zeeuwsch-Vlaanderen zóó weinig het. nut van do waterleiding inziet, dat bij een referendum zeker 80 pet. der bevol king er zich tegen zou verklagen I De tegenstanders gelooven eenvoudig niet, wat het rijksbureau voor drinkwater voorziening en de Raad van Commissa rissen zeggen. Zjj gelooven zelfs niet, wat ze over de Schelde met eigen oogen bunnen gaan zien en met eigen ooron kunnen gaan hooren. Op kosten van de N.V, zjjn tal van tegenstanders in de gelegenheid gesteld in Tholon een kijkje te gaan nemen en te informeeren naar de financieele gevolgen voor de gemeenten, enz. Kwamen ze dan terug en waren hun bezwaren weggeno men, dan werd gezegd: „ze zijn omge kocht 1" Conservatisme en onbekendheid zijn hier voorname factoren. Er waren Raadsleden in sommige ge meenteraden, die er tegen stemden, omdat hun woning toch niet aangesloten kon worden! Anderen waren bang, dat de waterlei ding meer industrie in Zeeuwsch-Vlaan- Zondag werd brand ontdekt in de worst- en vleeschwarenfabriek Westerlee aan de De- venterlaan te Voor burg. Alhoewel de brandweer spoedig ter plaatse was, stond het geheele complex al in lichte laaie en brandde de heele vleeschwaren fabriek af. Oorzaak onbekend. Foto na den brand. hier altijd welkom, hoor. 'kHoop, dat je met Marie goed kunt opschieten." „Dat zal wel gaan, tante. Ik ben heusch niet zoo veeleischend," zei Lia met een glimlach. Dat moest Marie Blankert in haar hart onmiddellijk toegeven. De voorstelling, die zij van haar nichtje gemaakt had, be antwoordde absoluut niet aan de werke lijkheid. Zij had gemeend, een trotsch meisje te zullen ontmoeten, dat afstootte door haar hooghartige houding. Maar zij maakte kennis met een oogensc.hijnlijik eenvoudig .meisje, dat absoluut niet hoog van hart was, maar innemend en vrien delijk. Zy had gemeend, dat haar nichtje zoo gekleed zou zijn, dat de pracht der kleoaing verblindde. Maar zij zag wel een keurige kleedij, die afstak: bij hare, doch niet opzichtig, gelijk haar voorstel ling was geweest. Onmiddellijk was de schaal overgesla gen ten gunste van Lia en had Adriaan Blankert een bondgenoot® minder. Maria begreep maar niet, waarom vader zoo tep;en haar nichtje gekant kon zij'n. Zyi had er trouwens reeds met moeder over gesproken, maar die had opgemerkt, hoe zij niet vergeten moest, dat vader al de misère met tante uit Utrecht had meegemaakt. En nu was het wel niet goed van hem, dat hij zoo handelde, maar daarom was het wel verklaarbaar. Tante had ook heel verkeerd gedaan. De boerin ging op de lichte scherts deren zou brengen en dan zouden de loo- nen gaan stijgen! In Aardenburg bestaat momenteel een zuivelfabriek, waarin met slecht, bruin water wordt gewerkt. Mahr in datzelfde Aardenburg wilde men de waterleiding niet. Toch vraagt men er nu aan het Rijks bureau voor Drinkwatervoorziening ad vies, hoe aan goed water voor de fabriek te komen. Tableaul We willen geen oordeel over alle oppo santen vellen, maar onder hen zit zeer ze ker een categorie, die altijd in de oppositie wil zijn en zeker als het zaken geldt, die geld kosten. Typisch is ook het volgende: De R.-K. Boerenbond wil wel graag een strokar tonfabriek oprichten, maar dat kan niet zonder waterleiding. Toch stemt een lid dier commissie voor deze fabriek als Raadslid tegen de waterleiding! Een moeilijkheid is, dat men in Zeeuwsch-Vlaanderen, dat ongeveer 70.000 inwoners telt, met zoovele gemeen teraden (35) heeft te doen, waar zoo ver schillende invloeden werken. Twee bezwaren. Intusschen, er is nog altijd oppositie en daarmede moet gerekend worden. Ze heeft nu hoofdzakelijk nog twee pijlen op haar boog. Ze vreest, dat de gronden op en om het wingebied der waterleiding waterarm zullen worden en dat er in dit gebied geen voldoende hoeveelheid water zit. We willen daarom nu nog weergeven, wat ons dienaangaande is medegedeeld. Beide bezwaren zijn feitelijk oud. Wat het eerste betreft, met opzet heeft de Raad van Commissarissen besloten een flink, uitgestrekt terrein als wingebied te bestemmen. Ook in dit opzicht gaat de Raad niet over ijs van één nacht. Het Rijksbureau heeft wel degelijk deze zaak grondig bestudeerd. Het water voor de leiding zal' straks eleverd worden door Hen neerslag op et wingebied, waarvoor tal van putten gegraven zullen worden. Het grondwater zal niet noemenswaard worden benut en zeker niet dat op Belgischen bodem. Vandaar, dat de vrees, van Belgische zijde gekoesterd, en waaraan nu juist dozor dagen uiting is gegeven, al geheel van grond ontbloot is, Dhr Carrière, van het Rijksbureau, deel de mede-, dat het zandbakken ter plaatse 14 M. diep is en .zich tot in België uit strekt. Het Rijksbureau heeft zoowel 's zo mers als 's winters op het terrein onder zoekingen ingesteld, Des winters staat, het grondwater ongeveer gelijk met, en ""s zo mers wel 3 M. onder het terrein. De na tuur hoeft hier van zichzelf dus al' een verschil van 3 M. Wat doet het er nu toe, indien Straks de waterleiding dat verschil eens vergroot tot 8.10 M. ol 3.20 M. Dat zal op den plantengroei wel geen invloed hebben. Men was indertijd oök bang, dat op het terrein der Bredasche waterleiding niets meer groeien zou. En nu groeien er prach tige dennenbosschen. Er kunnen z'ich geva'len voordoen, dat inderdaat eenige schade merkbaar wordt. Vandaar dan oök, dat op de begrooting daarvoor een post voorkomt. In zulk een schadevergoeding zullen natuurlijk Belgen zoowel als Nederlanders deelen. Maar men overdrijve hier vooral niet, want -de onderzoekingen van den laatsten tijd hebben geleerd, dat er ook andere oor zaken dan de waterleiding in 't spel kun nen zijn. In een ongeteekend pamflet is gewezen op het terrein der Mechelsche waterlei ding, waar niets meer zou groeien. Maar men vergeet, dat hot daar opgespoten grond betreft, waarin dus geen reservoir zit. In St. Jansteen echter zit een reservoir van eeuwen her. Een heide op de Veluwe en een duin- terrein te Haarlem laten zich ook niet met het terrein te St. Jansteen vergelijken. Mr Dieleman vestigde er nog de aan dacht op, dat in 1920 is uitgemaakt, dat het hier een zuiver privaatrechterlijke zaak betreft, niet tusschen Nederland en België dus, maar tusschen -de Mij. en de grondeigenaren. Wat de hoeveelheid water betreft, volgt uit het bovenstaande reeds, dat men vol gens het Rijksbureau niet eens van betee- van Lia in. „Niet zoo veeleischend," zeide zij. „Neen, maar dat moet men op het plat teland ook niet zijn. 'tls zeker wel een groot verschil: thuis öf bij Grootmoeder en hier?" „Ja, tante, het is een verschil van dag en nacht," antwoordde L.a openharligl Maar ik heb het hier zeer goed naar mijn zin. In een stad is het leven ook niet prettig. Ik ontdek hier tenminste duizend maal meer tevredenheid." „Ik denk, dat er in de stad ook wel tevredenheid zijn zal, al is het dan niet bij alle menschen. Het ligt niet aan de stad of aan het platteland. Het zit in het hart van een mensch. En God geeft di» tevredenheid. Wie waarlijk den He ere vreest, is tevreden mét zijn lot." „Dat zijn dingen, waarvan ik niet» weet, tante." merkte Lia op. Eigenaardig vond zij het: Grootmoedei1 antwoordde zij niet, als deize een opmer king over den godsdienst maakte. Het kwam, omdat zij meende-, dat die alleen voor oude menschen was. Maar hier sprak een vrouw van den leeftijd van haar Mama. En die sprak toch net als Groot moeder I (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1929 | | pagina 5