DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Het huisje aan den zeedijk
DE ZEEUWSCH-VLAAMSCHE
WATERLEIDING MAATSCHAPPIJ.
VAN
WOENSDAG 6 FEBRUARI 1929. No. 108.
Een persconferentie.
Gistermiddag werd te Terneuzen een
conferentie gehouden tusschen voorzitter
en secretaris der Zeeuwsch-Vlaamsche
Waterleiding-Mij, en voorzittter en secre-
taiis der Commissie van Onderzoek eener-
zijds en de vertegenwoordigers van tal
van bladen in en buiten Zeeland ander
zijds en wel over de waterleiding in
Zeeuwsch-V laanderen.
De lezers weten, in welk stadium deze
zaak verkeert.
Jaren en jaren is aan de voorbereiding
van dit plan onder medewerking van
het Rijksbureau voor Drinkwatervoorzie
ning gewerkt. Men was in 1927 reeds
ver daarmede gevorderd, toen echter een
oppositie loskwam, die het ergste de
mislukking deed vreezen.
De gemeenteraad van Terneuzen maak
te b.v. bezwaar het leeningsbesluit te ne
men en de bouwverordening in over
eenstemming met de verplichte aanslui
ting aan de waterleiding te brengen en
nam zelfs het besluit pogingen aan te
wenden om tot ontbinding der Vennoot
schap te geraken.
Verschillende gemeentebesturen ver
leenden aan dit besluit adhaesie.
De Raad van Bestuur zag in, dat op
deze manier niet verder te werken was.
Hij voorkwam, dat een voorstel tot ont
binding 'der Vennootschap officiëel werd
ingediend en toen reeds een punt van be
spreking op do aandeelhoudersvergadering
moest uitmaken.
Het middel, dat daartoe gekozen werd,
was een commissie van onderzoek, be
staande uit vóór- en tegenstanders dei
waterleiding.
In afwachting van de resultaten van het
onderzoek dezer commissie, werd met
de werkzaamheden niet verder voortge
gaan.
Op 18 Maart 1928 werd de commissie
geïnstalleerd. Ze heeft intensief gewerkt
en kon 28 Sept. 1928 haar eind-rapport
vaststellen, dat we dezer dagen publi
ceerden.
Ze heeft door haar omvangrijken arbeid
zeker veel goeds tot stand gebracht. We
herinneren slechts aan de tarievenkwes-
tie. En zeker valt het te loven, dat zjj
allo aantijgingen tegen den Raad van
Commissarissen of tegen enkele harer
leden, onder 'de loupe heeft genomen.
Het was ook goed gezien, dat de
Raad van Commissarissen de pers meen
de te moeten uitnoodigen, teneinde haar
van inlichtingen te dienen en zich dis
ponibel te stellen om alle mogelijke vra
gen te beantwoorden.
Reds Mr P. Dieleman.
In de conferentie van gistermiddag dan
verwelkomde de voorzitter van genoem
den Raad, mr P. Dieleman, de verschil
lende persvertegenwoordigers.
Spr .wees op de hooge taak der pers,
om het peil der bevolking omhoog te
voeren. Welnu, hier in Zeeuwsch-V laan
deren z|jn mannen, die aan de bevolking
de zegeningen van de waterleiding willen
bezorgen.
Nu is er den laatsten tijd veel over
Zeeuwsch-Vlaanderen gesproken en ge
schreven. Er is zelfs in de Tweede Kamer
ruimschoots aandacht aan geschofiken.
Nu is Zeeuwsch-Vlaanderen niet, ge
lijk wel eens is beweerd, het arme Ier
land van Nederland, een uitgemergeld
land.
De bodem is vruchtbaar, de bevolking
is nijver. Maar jammer genoeg vindt men
er te veel tweedracht en ruzietjes. Veel
onheilen zijn over Vlaanderen door eigen
schuld gekomen.
Ook lijdt het onder zijn ongunstige lig
ging. Andere deelen van Zeeland (Walche*
FEUILLETON
door
HUGO KINGMANS.
45) -o-
„Och, wij spelen niet vaak met hem. Op
een boerderij, is het altijd druk, hé?"
zei de "boerin, ,,'tls nu winter, nu gaat
het wel. Maar anders weten we wel1,
wat we te doen hebben."'
„Dat zal wek tante. U doet toch alles
niet alleen?"
„Je kunt wel zien, Lia, dat je uit
de stad komt. Men heeft daar zoo geen
weet van het loven op een boerderij
Neen, neen, alleen zou niet gaan. Ik
heb Marie, die straks wel komen zal.
En dan nog 'n flinke dienstbode. En
Jan helpt zijn vader al flink."
„Hoe oud is Marie nu, tante?"
„Zij is achttien geweest. En Jan Is veer
tien. Dat wordt al een flinke boer. Hij is
nu naar de stad, naar den Landbouw-
■wintorcursus. Zijn vader zegt, en daar
heeft hij ook gelijk in, dat hij met den
tijd mee moet. Vroeger hoorde je nooit
van landbouw onderwijs. Maar de, jongens
kunnen er heel wat l'eeren, waar ze ge
noegen van kunnen beleven in het be-
drjjl"
ren, Z.-Beveland en Tholen) hebben reeds
de waterleiding, "in Schouwen- en Duive-
land is ze in aanbouw, maar hier deed
zich het bezwaar van de ligging terdege
gevoelen.
Water over de grens of uit Brabant te
betrekken, ondervindt groote bezwaren.
Zeeuwsch-Vlaanderen is hier op eigen
bodem aangewezen.
Nu is de Zeeuwsch-Vlaamsche water
leiding niet alleen 'n Zeeuwsch-V laamsch
onderonsje. De Staten-Generaal hebben
een wetsontwerp aangenomen tot veriee-
ning van risico-garantie. Het is een Ne-
derlandsche zaak geworden.
Oud is deze geschiedenis al. In 1911
sprak spr. reeds met dr Bos over de
Zeeuwsch-Vlaamsche waterleiding en werd
te Nieuw-Namen een onderzoek ingesteld.
Daarna is nog door dr Jenny Weyerman
c.s. een poging gedaan, die mislukte.
In 1916 is door de burgemeesters in
West-Zeeuwsch-Vlaanderen een comité
voor waterleiding opgericht. En met ge
noegen heeft spr. daaraan medegewerkt.
Ijverig is propaganda gevoerd voor de
waterleiding. Er is geen dorp of er is
in den loop der laatste jaren een ver
gadering voor dit doel gehouden. De
medewerking van het Rijksbureau was
zoo krachtig mogelijk.
Propagandageschriftjes zijn allerwegen
verspreid. Alle Raadsleden in Zeeuwsch-
Vlaanderen ontvingen deskundige rappor
ten.
Maar helaas, in de Gemeenteraden
kwamen nieuwe leden zitting nemen, die
geen oog hadden voor de historische con
tinuïteit en de zaak afbraken.
Maar de pers, aldus spr., blijft. Zij staat
boog en kan het algemeen belang dienen.
Spr. laakte de houding van een Ge
meentebestuur als van Overslag (de klein
ste gemeente, ruim 303 zielen), dat zon
der van het rapport der commissie be
hoorlijk kennis te hebben genomen, deze
week besloot mede te werken aan de
ontbinding der vennootschap. Een derge
lijke houding moet aan de kaak worden
gesteld.
De oppositie, die er gevoerd is, be
treurt spr. Enkele bezwaren, die gegrond
waren, hadden ook later weggenomen
kunnen worden. Was ie oppositie niet
gekomen, dan was Terneuzen waarschijn
lijk nu zoover, dat het reeds de water
leiding had.
Spr. weersprak ten stelligste het reeds
honderdmaal weerlegde bezwaar, dat de
waterleiding de belastingen in de deel
nemende vereenigingen zal verhoogen.
Spr. verwjgt naar Zuid-Beveland, waar
men in de moeilijkste oorlógsjaren slechts
eenmaal rente en aflossing niet kon be
talen en de risico-garantie moest aan
spreken.
Ten slotte deed spr. een beroep op
de Zeeuwsch-Vlamingen om in dezen
schouder aan schouder te gaan staan.
Het belang voor particulieren, land- en
tuinbouw en industrie (wij komen op
do laatste straks nader terug) is zoo groot.
Spr. wees op de schade, die door het
brakke water in Zeeuwsch-Vlaanderen is
aangericht. De Zeeuwsch-Vlaamsche
„Ja, het is alles heel wat veranderd
bj vroeger," meende Lia.
„Dat zal wéér wezen. En we moeten
nu eenmaal met den tijd mee. 'k Verwon
der mij er altijd over, dat Grootmoeder
er ook zoo over denkt. Dat zie je niet
vaak bij heel oude menschen."
Lia merkte op met welk een eerbied
tante Martje over Grootmoeder sprak.
„U mag Grootmoeder graag lijden*
tante?"
,,'kHoud heel veeï van haar en. heb
veel van haar geleerd, op alle gebied.
En dat ik niet alleen, maar velen. Ze
is een moeder in Israël, Lia." Maar
onmiddellijk voegde zij daaraan toe: „O,
dat is waar ook, neem me niet kwalijk
die uitdrukking versta je niet."
Lia gaf er geen antwoord op. Zij dacht
onmiddellijk al, dat die uitdrukking wel
met den Bijbel verband zou houden.
Het was trouwens niet noodig, dat zij
antwoordde. Want juist werd de deur
geopend en verscheen een meisje van een
jaar af achttien, een aantrekkelijk gezicht,
al was het wat grof en al te blozend,
gevolg van het veel' buiten vertoeven.
Bij den eersten oogopslag zag Lia, dat
de dochter des huizes binnengekomen
was. Want zij geleek, als twee druppels
water gelijk zijn, op haar moeder.
HOOFDSTUK XII.
Verrast bleed zij staan, de deurknop
in de hand.
Tramweg-maatschapi ij had inderdaad zoo
veel schade door dit water, dat tenslot
te hoewel dit ook veel geld kostte
besloten werd met tankschepen leiding
water te Hansweert te gaan betr kken.
Zeeuwsch-Vlaanderen was weleer de
welvarendste en vooruit-trevenfste streek
van Zee.and. En zou het nu achteraan
komen?
Le landbouw wedijverde enkele tien-
la"en ja en met Groningen en was an
dere deelen van Zeeland de baas. Maar
nu is het anders. De landbouw on Tho
len, Zuid-Beveland en Schouwen-Duive-
land is er nu beter dan in Zeeuwsch-
Vlaanderen. Dat moet en kan anders
worden.
Rede Van Niftrik.
De heer J. G. v a n ,N i f t r i k, voor
i t r der co nrr.i sie van onderzo k, wijst
vervo'gens op de moeilijkheden, verbon
den aan het tot stani brengen van iels
goeds. Ook hier stond men voor een
slei'ke oppositie.
.-•pr. prijst het in den Raad van Com-
rrrs^arissen, dat hij in de comm:ssie van
onderzoek voor- en tegenstanders, zel's
„gemeene tegenstanders" heeft opgeno
men.
Spr. heeft de benoeming tot voorzitter
der commissie gaarne aangenomen. Bij
ei-varing kent spr. het groote nut van
de waterleiding. Vele malen heeft de
commissie vergaderd. Serieus heeft ze
het werk opgevat, met het resultaat, dat
39 van 'de 42 leden het rapport hebben
onderteekend.
Een groot deel van deze 39 heeren
behoorde indertijd tot de felle tegenstan
ders'
De commissie heeft alle bezwaren on
derzocht (de prise d'eau, de tarieven, enz.).
Inzake de buisleiding is een oplossing
gevonden, zoodat niet alleen maar een
leiding wordt gelegd, voldoende voor de
twintig deelnemende gemeenten, maar
ook voor meerdere, terwijl toch deze op
lossing niet drukt op het bedrijf.
Van al de praatjes en aantijgingen aan
het adres der Commissanssen aldus de
heer Van Niftrik, is zoo hoel weinig waar
gebleken. De commissie wijst ze dan ook
alle af.
Spr. hoopt, dat de arbeid van de com
missie zal medewerken aan de spoedige tot
standkoming van de waterleiding, die voor
Zeeuwsch-Vlaanderen zoo broodnoodig is
en deze streek in staat zal stellen haar
oude plaats te heroveren.
Wat nu?
Op een vraag, welken weg de Raad
van Commissarissen nu zal. inslaan, ant
woordde de voorzitter, dat op 14 Februari
een aandeelhoudersvergadering zal wor
den gehouden ter bespreking van het
rapport dor commissie. De vertegenwoor
digers der deelnemende gemeenten kun
nen zich dan uitspreken.
Het- rapport is aan alle burgemeesters
secretarissen en Raadsleden in Zeeuwsch-
Vlaanderen, ook van die gemeenten, wel
ke nog niet tot aansluiting besloten toe
gezonden.
Lia was opgestaan en trad haar onbe
vangen tegemoet.
„Te Behoef niet te vragen, wie je bent",
zeide zij. „Het evenbeeld van tante. Ik
ben Lia, Marie."
Het ijs was onmiddellijk gebroken.
Impulsief stak Marie Blankert haar
nichtje de hand toe, waaruit Lia de juiste
gevolgtrekking maakte, dat de stroeve
wind tegenover haar ook uit dien hoek
niet waaide. Vermoedelijk was het alleen
oom Adriaan. Nu, dan zou het wel gaan.
met zooveel bondgenooten. Zij ging meer
en meer moed scheppen.
„Ik wist niet eens, dat je hier waart.
Al l'ang?" vroeg Marie, die, zonder onbe
leefd te zijn, vol' belangstelling naar de
bezoekster keek.
„Een half uurtje zoowat, niet, tante?"
„Ik denk het ook. 'kVond het aardig,
dat je gekomen bent. Wij hadden je
anders morgen bij; Grootmoeder ontmoet."
„O, was u daar morgen gekomen?"
„Ja, of anders Grootmoeder hier. Maar
dat zou nu wel niet, nu je er bent.
Adriaan,' je oom, gaat haar met het
rijtuig halen, om naar de kerk te gaan.
Tenminste des winters, 's Zomers wil zij
het niet. Uit de kerk gaan wij dan de eene
week hier koffie drinken, de andere week
aan den zeedijk."
„0, wat gezellig. Mag ik' dan ook wel
komen
„Wel, dat spreekt vanzelf. Je behoort
du ook tot het huisgezin, hé? Je bent
Het rapport heeft reeds invloed uitge
oefend. Spr. verwacht, dat de oppositie
in den Gemeenteraad van Neuzen, voor
zoover ze zakelijK was, wel weggenomen
zal zijn.
De indiener van het voorstel in dien
Gemeenteraad, om tot ontbinding der
Vennootschap te geraken, is vóór het
voorstel der Commissi? van onderzoek.
Spr. deelt ook nog mede, dat de Raad
van Commissarissen zich met het con
cept-tarief der commissie van onderzoek
heeft vereenigd.
Stranden nu nog de plannen, aldus
Mr Dieleman, dan vervallen Rij ks - en
Provinciale besluiten, waarbij financiëele
steun werd 'toegezegd, de Maatschappij
valt weg en de gemeenten zullen alle
gemaakte onkosten en dat zijn er niet
zoo weinige moeten betalen.
Een omvangrijke, jarenlange arbeid zou
dan monnikenwerk geweest zijn.
Gevraagd werd, of het zakelijk deel van
het rapport steun vindt bij Commissaris
sen en door hen in de vergadering van
aandeelhouders zal verdedigd worden.
De voorzitter antwoordde hierop beves
tigend en deelde verder mede, dat al's
de aandeelhoudersvergadering op 14 dezer
een gunstig resultaat oplevert, daarna aan
Terneuzens gemeenteraad zal woiden ver
zocht het besluit inzake de ontbinding
der N.V. in te trekken. Dan vervallen
vanzelf de adhaesiebetuigingen der andere
gemeenten.
Weigeren dan nog enkele gemeentebe
sturen om aan hun verplichtingen, als
aandeellioudster, te voldoen, dan zullen
ze lang's gerechtelijken weg gedwongen
worden tot datgene, waartoe ze rechtens
verplicht zijn.
De mentaliteit
Typisch waren de staaltjes, die ter
vergadering over de mentaliteit der bevol
king, maar vooral der gemeenteraadsleden
worden medegedeeld.
Een der heeren verzekerde, dat men
in Zeeuwsch-Vlaanderen zóó weinig het.
nut van do waterleiding inziet, dat bij
een referendum zeker 80 pet. der bevol
king er zich tegen zou verklagen I
De tegenstanders gelooven eenvoudig
niet, wat het rijksbureau voor drinkwater
voorziening en de Raad van Commissa
rissen zeggen. Zjj gelooven zelfs niet,
wat ze over de Schelde met eigen oogen
bunnen gaan zien en met eigen ooron
kunnen gaan hooren.
Op kosten van de N.V, zjjn tal van
tegenstanders in de gelegenheid gesteld
in Tholon een kijkje te gaan nemen en te
informeeren naar de financieele gevolgen
voor de gemeenten, enz. Kwamen ze dan
terug en waren hun bezwaren weggeno
men, dan werd gezegd: „ze zijn omge
kocht 1"
Conservatisme en onbekendheid zijn
hier voorname factoren.
Er waren Raadsleden in sommige ge
meenteraden, die er tegen stemden, omdat
hun woning toch niet aangesloten kon
worden!
Anderen waren bang, dat de waterlei
ding meer industrie in Zeeuwsch-Vlaan-
Zondag werd brand
ontdekt in de worst- en
vleeschwarenfabriek
Westerlee aan de De-
venterlaan te Voor
burg. Alhoewel de
brandweer spoedig ter
plaatse was, stond het
geheele complex al in
lichte laaie en brandde
de heele vleeschwaren
fabriek af. Oorzaak
onbekend. Foto na den
brand.
hier altijd welkom, hoor. 'kHoop, dat je
met Marie goed kunt opschieten."
„Dat zal wel gaan, tante. Ik ben heusch
niet zoo veeleischend," zei Lia met een
glimlach.
Dat moest Marie Blankert in haar hart
onmiddellijk toegeven. De voorstelling, die
zij van haar nichtje gemaakt had, be
antwoordde absoluut niet aan de werke
lijkheid. Zij had gemeend, een trotsch
meisje te zullen ontmoeten, dat afstootte
door haar hooghartige houding. Maar zij
maakte kennis met een oogensc.hijnlijik
eenvoudig .meisje, dat absoluut niet hoog
van hart was, maar innemend en vrien
delijk. Zy had gemeend, dat haar nichtje
zoo gekleed zou zijn, dat de pracht der
kleoaing verblindde. Maar zij zag wel
een keurige kleedij, die afstak: bij hare,
doch niet opzichtig, gelijk haar voorstel
ling was geweest.
Onmiddellijk was de schaal overgesla
gen ten gunste van Lia en had Adriaan
Blankert een bondgenoot® minder. Maria
begreep maar niet, waarom vader zoo
tep;en haar nichtje gekant kon zij'n. Zyi
had er trouwens reeds met moeder over
gesproken, maar die had opgemerkt, hoe
zij niet vergeten moest, dat vader al
de misère met tante uit Utrecht had
meegemaakt. En nu was het wel niet goed
van hem, dat hij zoo handelde, maar
daarom was het wel verklaarbaar. Tante
had ook heel verkeerd gedaan.
De boerin ging op de lichte scherts
deren zou brengen en dan zouden de loo-
nen gaan stijgen!
In Aardenburg bestaat momenteel een
zuivelfabriek, waarin met slecht, bruin
water wordt gewerkt. Mahr in datzelfde
Aardenburg wilde men de waterleiding
niet. Toch vraagt men er nu aan het Rijks
bureau voor Drinkwatervoorziening ad
vies, hoe aan goed water voor de fabriek te
komen. Tableaul
We willen geen oordeel over alle oppo
santen vellen, maar onder hen zit zeer ze
ker een categorie, die altijd in de oppositie
wil zijn en zeker als het zaken geldt, die
geld kosten.
Typisch is ook het volgende: De R.-K.
Boerenbond wil wel graag een strokar
tonfabriek oprichten, maar dat kan niet
zonder waterleiding. Toch stemt een lid
dier commissie voor deze fabriek als
Raadslid tegen de waterleiding!
Een moeilijkheid is, dat men in
Zeeuwsch-Vlaanderen, dat ongeveer
70.000 inwoners telt, met zoovele gemeen
teraden (35) heeft te doen, waar zoo ver
schillende invloeden werken.
Twee bezwaren.
Intusschen, er is nog altijd oppositie en
daarmede moet gerekend worden. Ze heeft
nu hoofdzakelijk nog twee pijlen op haar
boog. Ze vreest, dat de gronden op en om
het wingebied der waterleiding waterarm
zullen worden en dat er in dit gebied geen
voldoende hoeveelheid water zit.
We willen daarom nu nog weergeven,
wat ons dienaangaande is medegedeeld.
Beide bezwaren zijn feitelijk oud.
Wat het eerste betreft, met opzet heeft
de Raad van Commissarissen besloten
een flink, uitgestrekt terrein als wingebied
te bestemmen. Ook in dit opzicht gaat
de Raad niet over ijs van één nacht.
Het Rijksbureau heeft wel degelijk deze
zaak grondig bestudeerd.
Het water voor de leiding zal' straks
eleverd worden door Hen neerslag op
et wingebied, waarvoor tal van putten
gegraven zullen worden. Het grondwater
zal niet noemenswaard worden benut en
zeker niet dat op Belgischen bodem.
Vandaar, dat de vrees, van Belgische
zijde gekoesterd, en waaraan nu juist
dozor dagen uiting is gegeven, al geheel
van grond ontbloot is,
Dhr Carrière, van het Rijksbureau, deel
de mede-, dat het zandbakken ter plaatse
14 M. diep is en .zich tot in België uit
strekt. Het Rijksbureau heeft zoowel 's zo
mers als 's winters op het terrein onder
zoekingen ingesteld, Des winters staat, het
grondwater ongeveer gelijk met, en ""s zo
mers wel 3 M. onder het terrein. De na
tuur hoeft hier van zichzelf dus al' een
verschil van 3 M.
Wat doet het er nu toe, indien Straks
de waterleiding dat verschil eens vergroot
tot 8.10 M. ol 3.20 M. Dat zal op den
plantengroei wel geen invloed hebben.
Men was indertijd oök bang, dat op het
terrein der Bredasche waterleiding niets
meer groeien zou. En nu groeien er prach
tige dennenbosschen.
Er kunnen z'ich geva'len voordoen, dat
inderdaat eenige schade merkbaar wordt.
Vandaar dan oök, dat op de begrooting
daarvoor een post voorkomt. In zulk
een schadevergoeding zullen natuurlijk
Belgen zoowel als Nederlanders deelen.
Maar men overdrijve hier vooral niet,
want -de onderzoekingen van den laatsten
tijd hebben geleerd, dat er ook andere oor
zaken dan de waterleiding in 't spel kun
nen zijn.
In een ongeteekend pamflet is gewezen
op het terrein der Mechelsche waterlei
ding, waar niets meer zou groeien. Maar
men vergeet, dat hot daar opgespoten
grond betreft, waarin dus geen reservoir
zit. In St. Jansteen echter zit een reservoir
van eeuwen her.
Een heide op de Veluwe en een duin-
terrein te Haarlem laten zich ook niet met
het terrein te St. Jansteen vergelijken.
Mr Dieleman vestigde er nog de aan
dacht op, dat in 1920 is uitgemaakt, dat
het hier een zuiver privaatrechterlijke
zaak betreft, niet tusschen Nederland en
België dus, maar tusschen -de Mij. en de
grondeigenaren.
Wat de hoeveelheid water betreft, volgt
uit het bovenstaande reeds, dat men vol
gens het Rijksbureau niet eens van betee-
van Lia in.
„Niet zoo veeleischend," zeide zij.
„Neen, maar dat moet men op het plat
teland ook niet zijn. 'tls zeker wel een
groot verschil: thuis öf bij Grootmoeder
en hier?"
„Ja, tante, het is een verschil van dag
en nacht," antwoordde L.a openharligl
Maar ik heb het hier zeer goed naar mijn
zin. In een stad is het leven ook niet
prettig. Ik ontdek hier tenminste duizend
maal meer tevredenheid."
„Ik denk, dat er in de stad ook wel
tevredenheid zijn zal, al is het dan niet
bij alle menschen. Het ligt niet aan de
stad of aan het platteland. Het zit in het
hart van een mensch. En God geeft di»
tevredenheid. Wie waarlijk den He ere
vreest, is tevreden mét zijn lot."
„Dat zijn dingen, waarvan ik niet»
weet, tante." merkte Lia op.
Eigenaardig vond zij het: Grootmoedei1
antwoordde zij niet, als deize een opmer
king over den godsdienst maakte. Het
kwam, omdat zij meende-, dat die alleen
voor oude menschen was. Maar hier sprak
een vrouw van den leeftijd van haar
Mama. En die sprak toch net als Groot
moeder I
(Wordt vervolgd.)