IE ZEEUW
Uit de Pers.
Staten-Generaal
iet huisje aan den zeedijk
Binnenland
Uit de Provincie.
VAN
DONDERDAG 20 DEC. 1928. No. 70.
Het danskwaad.
Onze „Rotterdammer" wijst met vol-
oening op het besluit, dat in een ver-
idering van burgemeesters in de pror
incie Groningen ten aanzien van de daias-
■oede genomen werd.
De Vereeniging van burgemeesters 'der
eenkoloniën had de vraag in bespre-
ing gebracht, of het niet noodig is, eenige
eperking van dansgelegenheid na te stre-
en en excessen tegen te gaan.
Naar aanleiding van die discussies
-erd besloten nader te overwegen de vol-
ende punten:
Ie- Het aantal Zondagen dat voor dan-
en wordt vrijgegeven, worde beperkt;
2e- zooveel mogelijk worde bevorderd,
at de dansvergunningen voor bij elkaar
ggende gemeenten steeds voor denzelf-
en Zondag worden gegeven, opdat voor-
omen wordt, dat de dansende jeugd van
e eene plaats naar de andere trekt;
3e- overwogen moet worden of het niet
ewenscht is aan een te verleenen dans-
ergunning de voorwaarde te verbinden,
at alleen personen van minstens 18 jaar
ot danspartijen worden toegelaten;
4e- dat deze partijen niet langer dan
dterlijk tot het sluitingsuur worden ge-
;even, en
5e- dat zoolang de danspartij duurt in
et danslokaal geen sterke drank wordt
erkocht of toegediend en dat de dansers
•ok op andere wijze niet in de gelegen-
eid worden gesteld, drank te consu,-
aeeren.
Deze punten, zegt ons Rotterdamsche
rgaan, leeren tweeërlei:
In de eerste plaats, dat de Overheid
ich niet van inmenging behoeft te ont-
ouden, wanneer in 't publieke leven de
oede zede en de zedelijkheid in het
edrang komen, zooals vroeger van vrij-
innige zijde nog al eens werd beweerd;
ooral toen minister Regout zijn tzede-
jkheidswetten gaf en menigeen alle een-
uur afwees.
En in de tweede plaats blijkt er uit,
me grooten invloed het getuigen te
en de zonde oefent, ook op anders-
enkenden. In weinige jaren is er ten
anzien van het danskwaad een belang-
jjké, verblijdende kentering in 'de pu-
lieke opinie gekomen.
De burgemeesters van Groningen bewij-
en bovendien, dat door onderlinge sa
menwerking de uitwassen gekeerd kunnen
vorden-
En daarom valt hun initiatief ten zeer-
te te loven.
TWEEDE KAMER.
De Indische begrooting.
De Eamer heeft gisteren de behanüe-
ing van de Indische begrooting voortge-
•et.
Eerste spreker was de heer Van
loetzelaer (C.H.) die naar aanlei-
ling van de vier moties van den heer
Iramrr opmerkte, dat deze niet de minste
andacht verdienen. Hij wenscht den heer
)e Visser geluk, dat hij zoo snel school
eeft gemaakt, maar den heer Cramer
.ar. hij niet gelukwenschen.
Spr. wees er op, dat ook voor Indië
toodig is, dat er weer een parlemen-
air Kabinet komt, want ook ten aanzien
an Indië komt het aan op een beginsel-
ast beleid.
Verder drong Spr. aan op handhaving
'an het Nederlandsche gezag. Hij zeide
üet te gelooven, dat de minister en de
;ouverneur de principes huldigen ten aan-
ien van den grondslag van het gezag,
■ooals die gehuldigd worden door de
echterzijde. In Indië bestaat helaas een
roote overgevoeligheid, vooral als het
irootkapitaal iets wil doen. Het schijnt
FEUILLETON
door
HUGO KINGxMANS.
0) o—
Toen zij voor het eerst thee inschonk,
ioeg de klok in de vestibule half tien.
'lèt hoorde zij een veerkrachtigen stap.
Vaar op haar Vader het salon betrad.
Maar Jiij keerde, het vertrek in het
oriker vindend, terug en opende de deur
ar huiskamer.
„Dag, Lia. Waarom ben je hier gaan
itten?"
„Papa", verwelkomde zij hem, ,,'kvind
et hier veel gezelliger, Papa."
„Daar heb je gelijk in. Heb je je niet
erveeld?"
„Neen, Papa."
„Kom, dat is goed. Ik kom vanavond
ens genoege'ijk bij je zitten. Dit gebeurt
iet al te vaak. Daar zal een goede sigaar
p smaken. Heeft Cor thee gezet?"
„Cor is vanavond uit, Papa", antwoord-
3 zij, licht kleurend.
„Wie heeft er dan thee gezeti Aaltje?
'Hoorde ze in de keuken zingen. Dat
1 Qog al een vroolijke Frans, niet? Trou-
"ens, ik geloof, dat Cor ook niet kwaad
voor velen onbegrijpelijk, dat onderno-
rners n ig wel eens wat anders op 'toog
hebben dan eigen voordeel. Wij mogen
er niet toe medewerken, die tegenstellin
gen te verscherpen.
Spr. behandelde voorts de positie van
den Volksraad. Voor het instellen van
eilandenressorten had hij veel gevoeld,
maar daartoe had dan moeten worden
overgegaan vóór de instelling van den
centralen Volksraad. Thans is verwezenlij
king van dit denkbeeld slechts in een
verre toekomst mogelijk. Toch moet spr.
toegeven dat de critiek van den heer
Colijn op den Volksraad sterk staat. Een
Staatscommissie acht hij op dit oogenblik
niet gewenscht. De kwestie van art. 177
is in de Kamer ieder jaar besproken.
Bij de bestrijding van dit artikel wordt
door de Katholieken als argument de
missievrijheid naar voren gebracht, als
zouden degenen, 'die op behoud vau dit
artikel prijs stellen, tegen missievrijheid
zijn. Dit is niet juist. 'Spr. zou dus wil
len voorstallen het woord missievrijheid
in dit verband niet meer te bezigen. Hier
en daar zal de regeering dubbele zen
ding moeten blijven verbieden uit vrees
voor wanordelijkheden.
Ter aanzien van het opiumvraagstuk
wees spr. erop', dat vele duizenden opium
schuivers wel van hun gewoonte afwil
len. Ou'wenningskuren hebben veel suc
ces. Li'At !kj regeering geld beschikbaar
stellen voor de oprichting van anti-
opi urn-hospitalen. Thans is veel geld noo
dig voor de onderdrukking van den smok
kelhandel.
De heer L. de Visser (C. P.) hield
vervolgens een geweldige bulderrede,
waarin hij de S. D. A. P. zeer onaan
gename oogenblikken bezorgde en hunne
„ordinaire verkiezingsdemagogie" zóó op
de kaak stelde, dat de roode heeren ei
stil van werden. Hij diende een motie in,
in hoofdzaak overeenkomend met de viei
door den heer Cramer voorgestelde mo
ties.
De heer Knottenbelt (V.B.) betoog
de, dat de tegenwoordige welvaart in
Ned.-Indië in de eerste plaats is te dan
ken aan den Hollandschen ondernemïnga
geest en de Hollandsche toewijding.
Het is z.i. nutteloos te vragen wat ge
beuren moet als Indië zichzelf zal kun
nen regeeren. Deze tijd ligt in een al te
verre toekomst.
Of men hier zal kunnen varen op hel
kompas van den Volksraad, zal afkan
gen van de wijze, waarop dit lichaam zich
in de toekomst zal ontwikkelen.
Te ver gaande decentralisatie in bel
bestuur is niet gewenscht. De ambtena
ren verliezen daardoor controle op de
hoofden.
Voorts bepleitte spr. steun aan de in
landsche en Europeesche cultures.
De heer J o e k e s (V.D.) wees er op,
dat de vraag of het algemeen belang
gediend is door bet Nederlandsch be
stuur door de ondervinding in de laatste
decennia bevestigend is beantwoord. Dal
bestuur heeft daar orde en regelmaat ge
bracht, eerste voorwaarden voor eengoe
de ontwikkeling. Op het gebied van eco
nomische effecten moet men echter ba-
scheiden zijn. Het werk van Nederland
vindt zijn rechtvaardiging in zichzelf. Als
men vraagt: hoe lang moet het Neder,
landsch bestuur nog duren, is daarop geen
antwoord te geven. Dat hangt geheel ai
van de ontwikkeling der Indische maat
schappij.
Spr. vindt het wel ergerniswekkend,
dat een man als de heer De Visser op
durft komen voor de rechten der Indi
sche bevolking waar toch zijn geestver
wanten in Indië met schoonschijnends
leuzen en bedrieglijke praktijken het on
ontwikkelde volk opzweepen en drijven
tot middelen, die zich noodwendig tegen
dat volk zelf moeten keeren en het dag
licht niet kunnen zien.
Hij acht ook de sociaal-democratische
beginselen voor Indië niet gelukkig. Met
den klassenstrijd is daar niets te bereiken.
1 De verbreiding van 't Christelijk geloof
ziet spr. niet als een oplossing voor
het koloniale jrraagstuk. De eigen gods
dienst acht hij vooor velen van groot
belang en het geven van Christelijk on
derwijs op de scholen zou z.i. getui
gen van weinig wijs beleid.
De instelling van eilandenregeeringen
zou spr. al zeer ongelukkig achten. De
lagere bestuursorganen zouden in hun
ontwikkeling belemmerd ..worden. Instel
ling eener Staatscommissie acht hij al
evenmin gewenscht. Een rustige ontwik
keling op de basis van het tegenwoor
dige beleid acht hij den juisten weg.
Alles moet er op gericht zijn om te
voorkomen, dat de tegenstellingen ver
scherpt worden.
De vergadering werd "daarna verdaagd.
Nederland spreekt met Australië.
Het hoofdbestuur der posterijen en te
legrafie deelt het volgende mede:
Woensdag is in den studio van de
Rijkstelegraaf ijl het gebouw van het
hoofdbestuur der P. T. T. te 's Graven-
hage een geslaagd kruisgesprek gevoerd
met Sydney. Ingenieur Völteir van den
RijksTadiodienst had een over het alge
meen vlot onderhoud met een der Austra
lische technici. Een telefoongesprek der
halve over een afstand van 17.000 K.M
Nadeihand zijn zender en ontvanger
nog vereenigd in het telefoonkantoor te
Amsterdam, alwaar het gesprek via een
gewone abonnélijn kon worden doorge
geven naar bet kantoor van den Engel
schen consul aldaar. Deze heeft op zijn
gewone ahonnétoestel een eveneens zeei
geslaagd gesprek gevoerd.
Overeengekomen weid, voorts de proe
ven te herhalen, met doorverbinding naai
andere plaatsen in of buiten Nederland,
zulks met gebruikmaking van de gewone
interlocal® en internationale telefoongelei
dingen.
Sydney ontving rechtstreeks via den
kortegolf-telefonie-zender te Kootwijk;
Australië werd hier ontvangen^ via de
Nederlandsch-Indische radio-stations.
Australië werkte op een golflengte van
28.5 M. en met een energie van 14 kilo
watt in de antenne. De uitzending te Koofr
wij'k geschiedde op een golflengte van 18.4
M. Bandoeng heeft gerelayeerd via haar
zenders met golflengten van resp. 15.5.
en 17.2 M.
De suikerindustrie.
Het Tweede Kamerlid Van den Heuvel
heeft den minister van financiën, voor
zitter van den raad van ministers, da
volgende vragen gesteld:
1. Heeft de regeering reeds kennis ge
nomen van het rapport der landbouw-
consulenten betreffende verbetering van
de suikerbietenteelt en van de pessimis
tische verwachtingen dezer deskundigen,
voor wat de mogelijkheden der verbete
ring betreft?
2. Heeft de regeering reeds kennis ge
nomen,van de gronden, waarop de con
clusie der interdepartementale commis
sie betreffende steun aan de suiker-indu
strie rust. welke gronden den minister
van financiën bij de behandeling van de
interpellatie betreffende den noodtoestand
in de suikerindustrie nog niet bekend
waren?
3. Heeft de regeering kennis genomen
van het veranderd inzicht in de pro
vinciën Groningen en Friesland betref
fende steun aan de suiker-industrie?
4- Heeft de regeering kennis genomen
van de niet-onbelangrijke tariefverhoogin-
gen, welke Duitschland en Amerika op
den suikerinvoer zullen gaan toepassen?
5. Heeft de Regeering kennis genomen
van de vrijwel eenparige meening van alle
belanghebbenden bij, de suiker-industrie,
voor zoover dit uitsluitend Nederlandsche
belangen zijn, 'dat steun aan de suiker
industrie niet langer gemist kan worden,
ondanks de kleine prijsverbetering die is
ingetreden?
6. Is de regeering na kennisneming
van al deze feiten en schrifturen niet
tot de conclusie gekomen, dat, met het
oog op den uitzaai in 1929, onverwijld
pogingen behooren gedaan te worden om
door het in uitzicht stellen van steun be
langrijke inkrimping van de teelt te voor
komen?
,De Jurgensfabrïeken te Oss.
Ongeveer een jaar reeds heeft het ge
rucht van overplaatsing der fabriek van
de firma Jurgens naar Rotterdam boven
Oss gehangen Van tijd tot tijd werd per
soneel overgeplaatst naar de nieuwe fa
briek, doch ondanks dat, bleef de bevol
king de stille hoop koesteren, dat het ge
vreesde vertrek, wat aanzienlijke nadee-
lige gevolgen voor Oss met zich brengt,
niet zou plaats hebben. Deze week is aan
de meeste arbeiders en opzichters, die
niet worden overgenomen, het ontslag
aangezegd, en thans woTdt beweerd, dat
begin Maart de fabriek zal worden ge
sloten. De gemeente Oss zal de zorg voor
ongeveer 400 werkloozen krijgen, meldt de
„Tijd".
Inschrijvingsbiljetten voor
aanb e stedingen.
Op vragen van het Eerste Kamerlid
Fransen
Is het den minister bekend, dat ondef
de ontvangers der registratie en domeinen
geen eenstemmigheid bestaat omtrent de
verplichting van het al of niet, zegelen
van inschrijvingshiljetten voor aanbestel-
dingen?
Is de minister niet van meening, dat
daaromtrent bij bovengenoemde ontvan
gers geen verschil van opvatting be
hoort te zijn?
Wil de minister mededeelen of inschrij-
vingsbiljetten voor aanbestedingen al dan
niet aan Regelrecht onderworpen zijn?
heeft de minister .van financiën geant
woord:
Ad lum en 2um. Het antwoord op
de eerste vraag luidt ontkennend.
Woensdag 18 De
cember heeft lui
tenant-generaal
Muller Massis,
commandant van
bet veldleger, af
scheid van de
troepen genomen.
Luitenant-generaal
Muller Massis
met de hand in de
hoogte, zegt de
manschappen een
driewerf „hoera"
op H. M. de Ko
ningin uit te bren
gen.
is. Als zij maar goed aangepakt wordt."
Mijnheer Van Meersma sprak opgewekt-
Behagelijk strekte hij zich in zijn fauteuil
uit, even behagelijk rookwolken uitbla
zend.
,,'kBen blij, dat je eens thuis gebleven
bent", zeide hrj dan. „We zitten hier
echt knus. Dat moest meer gebeuren,
Lia".
„Ik zon het ook wel willen", antwoord
de zij op zachten toon.
„En vertel me nu eens kindje, wat er
aan de hand is. Mama klaagt de laatste
weken steen en been, dat je zoo ex
centriek doet. 'kHeb er nog niets van
gemerkt, maar dat zal wel aan mij lig
gen. Heb je met Mama dl met Annie groot
ongenoegen gehad?'
„O, neen, Papa", verzekerde Lia, „er
is heusch niets geweest."
„Heeft Mama soms met jou over een
verloving gesproken?" peilde hij verder.
„Over een verloving? Van Annie?"
vroeg Lia verwonderd.
„Neen, natuurlijk niet. Ik bedoel: over
een verloving van jou met iemand."
„Een verloving van mij? Daaraan heb
ik nog nooit gedacht, Papa".
„Dat zegt niets- Daarom kan Mama er
wel over denken", zei hij sarcastisch.
„Ik vermoedde, dat Mama er Jou over
gepolst had, en dat jij den bewusten
pretendent niet Verkoos. En dat er daar
om oneenigheid tusschen jullie was. Is
dat niet zoo, Lia?" vroeg hij weer.
Haar trof de groote ernst, waarmee
hij deze vraag stelde.
„Neen, Papa, heusch niet. Er is met
geen woord over gerept. U brengt mij1
geheel in de war. 'kHoop toch niet, dat
Mama daaraan denkt", zei Lia.
„Stel je gerust, kind. 'tWas maar een
vermoeden van mg. Gelukkig, dat het niet
bewaarheid wordt. Want ik zou je, als
'tin mijn macht ligt, willen bewaren voor
het aanstaande lot van Annie."
Er was even een stilte. Weer begon
Lia zich te verbazen over de woorden
en het gedrag van Papa. Hij leefde veel
meer met hen mede dan zij wel gedacht
had en Papa het wel deed voorkomen-
„Maar wat is er dan? Waarom heeft
Mama dan te klagen? En wat had je mij
te vertellen?"
Belangstellend keek hij zijn jongste
dochter aan- Hij bemerkte opeen3, dat zij
bleek zag. En een onverklaarbare onrust
beving hem.
„Wat zie je bleek, Lia. Je bent toch
niet ziek? Wat heb je toch".
„Papa, gelooft n niet, dat arme men-
schen gelukkiger zjjn dan rijke?" vroeg
Lia, zonder goed te realiseeren, wat zij
vroeg.
„Wat is dat nu voor een "dwaze vraag,
me dunkt, dat armoede ook niet alles is.
„Ik dacht het zoo maar, Papa. Arme
Imenschen moeten in ieder geval hard
werken. Dat lijkt mij heerlijk. Een leven
van niets doen verveelt gruwelijk".
„En jullie hebben gansehe dagen druk
ke besognes", spotte hij. „Er is nauwe
lijks tijd, om ru3tig te dineeren, dat
merkte je van avond wel. Me dunkt, dat
jullie tijd t? kort moeten komen."
„Spot nn niet, Papa", smeekte Lia bijna-
„Ik meen het in ernst, als ik zeg, dat ik
beu ben van dit leven. "Het maakt mij
ziek. Ik word er zenuwachtig van."
„Ha, nu komen we een stapje verder.
Dus je krijgt een afkeer van al dat uit
gaan, van visites maken en weet ik wat
meer?"
„Papa, ik zou willen, dat wij niet rijk
waren, maar dat wij allen voor ons brood
moesten werken."
„Nu geloof ik werkelijk, Lia, dat Mama
gelijk heeft en dat je excentriek begint
te worden", zeide hij, lachend. „Overi
gens is het een kleine moeite, om arm
te worden Maar ik voel er niets voor".
„U wilt me niet begrijpen, Papa", zeide
Lia op een toon van diepe teleurstelling.
,,'t Valt wat mee, kind. Maar zulke zon
derlinge denkbeelden moet je niet koes-i
teren. Dat is onzin. Men behoeft niet
arm te worden, om te kunnen werken.
Dat is de dwaasheid gekroond. Boven
dien, wat zou je moeten gaan uitvoeren?"
Aan de ambtenaren der registratie en
domeinen is voorgeschreven, dat zij b{j
door hen gehouden openbare verkoopin-
gen, verhuringen, verpachtingen en aan
bestedingen, geen gezegelde inschrijvings
bil jetten behooren te vorderen, aangezien
deze biljetten beschouwd moeten wor
den als mededeelingen gericht tot den
persoon, die de openbare verkooping enz.
houdt, welke mededeelingen als zoodanig
niet aan zegelrecht zjjn onderworpen, ook
al houden zij een bindend aanbod in.
Ad 3um. Uit het onder lo en 2o mede
gedeelde blijkt reeds, dat de onderge,-
teekende de biljetten niet aan zegelrecht
onderworpen acht.
Ondergeleekende voegt daaraan echter
toe, dat, als een aanbesteder om voor
hem van belang zijnde redenen gezegelde
inschrijvingsbiljetten vordert, het niet op
den weg der belastingadministratie ligt
daartegen bezwaren te opperen.
De voorzitter van de Tweede
Kamer.
De toestand van jhr Ruys de Beeren-
brouck, voorzitter van de Tweede Ka
mer, is zoodanig verbeterd, dat verwacht
wordt, dat hij nog vóór Kerstmis het
ziekenhuis kan verlaten.
WW——Mfc,
Muziekconcours. Het bestuur
der muziekvereeniging „E. M. M." te
Kruiningen heeft in zijn vergadering be
sloten het jaarlijksch muziekconcours, uit
geschreven door den Zeeuwschen Bond
van Harmonie- en Fanfaregezelschappen,
te doen houden op den Tweeden Pink
sterdag 1929 te Kruiningen.
Wijziging grens tusschen
de gemeente Breskens en
Groede. In een nota naar aanleiding
van het verslag nopens het wetsontwerp
tot wijziging van de grenzen tusschen
de gemeenten Breskens en Groede, merkt
de minister op, dat deze grenswijziging
niet verder gaat dan door de omstandig
heden van het oogenblik geboden is. De
voorgestelde grens zal over haar goheele
lijn een natuurlijk karakter dragen.
De commissie wilde de uitkeering in
verband met de geheele grenswijziging
bepaald zien op f 20.000. Ged. Staten van
Zeeland achten de vraag van f20.000 on
gefundeerd. Een vergoeding van f6500
kan als billijk worden beschouwd. Wat
de vrees voor armlastigheid betreft, wijr
zen Ged. Staten er op, dat blijkens uit
latingen van het gemeentebestuuur van
Breskens de bewoners van het betreffen
de gebied alle landarbeiders zijn en dat
de kans, dat zij armlastig worden noch
kleiner noch grooter is dan men elders
van menschen met geringe inkomsten
kan verwachten.
Met ingang van 1 Deo. 1.1. is "door
Gedep. Staten benoemd tot lid van 'de
Provinciale Regelingscommissie voor de
Paardenfokkerij in Zeeland de heer C. A.
de Bruijckera te Oostburg.
Middelburg, Onder leiding van den Chr.
Besturenbond is alhier opgericht een af-
deeling van den Ned. Chr. Bond van ar
beiders in de voedings- en genotmiddelen-
bedrijven, met aanvankelijk 9 leden.
Vlisslngen. B. en W. wijzen er den
raad op, dat de hoofdinspecteur, de in
specteurs en de majoors-rechercheurs van
politie tot, voor eenigen tijd verzekerd wa
ren bij het Eerste Nedarl. Middenstands
Ziekenfonds te 's Gravenhagen waarvoor
da gemeente f 236.75 premie betaalde.
Deze premie zal worden verhoogd tot
f 375 en daarom stellen B. en W. voor een
anderen koers in te slaan en de be
trokkenen "f 75 voor gehuwden en f 37.50
voor ongehuwden toe te kennen, wat
totaal op f .337,50 zal komen.
Voorgesteld wordt de bestaande straf
verordeningen opnieuw voor 5 jaar van
kracht te verklaren.
B. en W. stellen voor aan eën tweetal
straten op het terrein ten Noorden van
den Koudekerkschen straatweg en ten
Oosten van den Vrijdomweg de namen te
geven van zeegaten van de Westerscbelde
en wel resp. Wielingcnstraat en Deuxlo-
straat.
Voorgesteld wordt aan L. Boone te
verkoopen 182 vierk. M. grond aan de
Paul KrugerstraatVan dar Mauderestr.
„Dat is waar. Mijn handen staan voor
alles verkeerd. Ik kan niets", klaagde zq.
„Maar dat is toch niet noodig, Lia-
Je wordt bediend, zooals je wilt. Je hebt
een onbezorgd leven. Mijn eenige wensch
is, dat je eenmaal een Hinken echtge
noot krijgt."
„Iemand als Theo van Zeggelen", glim
lachte Lia flauw.
„Ik sprak van een Hinken echtgenoot,
Niet van een fat en leeglooper. Maar
wat voor wenschen heb je nu nog, jij
die alles krijgen kunt, wat je hebben
wilt?" vroeg de architect.
„Ik kan dit leven van nietsdoen niet
langer dragen, Papa", riep Lia- „Het staal
mij tegen. Ik walg er van."
„Hm, hm", merkte hij bedaard op. „Dat
zijn dikke woorden, Lia. Ik vrees, dat dit
een gril van je is, die mettertijd vanzelf
overgaat."
„U vergist u, Papa. Het is geen gril. Het
is niet van de laatste weken. Het is al
maanden, dat ik meer en meer tegenzin
heb in dat uitgaan. En het wordt met
den dag erger".
„Maar vroeger dacht je er toch anders
over. Je waart al even enthousiast als
Mama en Annie", merkte mijnheer Van
Meersma op.
(Wordt vervolgd.)