DE ZEEDW
TWEEDE BLAD.
Uit de Provincie.
Uit de Pers.
Staten-Generaal.
Het huisje aan den zeedijk
Binnenland.
VAN
WOENSDAG 19 DEC. 1928. No. 69.
Loon van gemeente-personeel.
Hoe moeten de salarissen zijn van het
gemeen tepersoneel vraagt de „Maas
bode".
„In het maandblad „Anti-revolutionaire
Staatkunde" verstaat men Se kunst dat
kort en kloek en goed aan te geven.
Wij meenen nut te stichten door de for
muleering over te nemen:
„Nu wordt in anti-revolutionairen kring
vrij algemeen de opvatting voorgestaan,
dat ten aanzien van de salariëering de
Overheid aan het particulier bedrijf ten
voorbeeld moet zijn. En die opvatting
is o.i. juist, mits men daarin niet leze,
dat de overheidsbezoldiging altijd hoogei
moet zijn dan die van het particulier
bedrijf."
Na dit te hebben uitgewerkt, belicht het
maandblad ook de andere zijde:
„Afgezien van deze overweging, is er
voor de Overheid aanleiding hare bezol
diging' iets hooger te stellen dan die van
het particulier bedrijf, indien en in zoo
verre het particulier bedrijf loonen uit
keert, die beneden de grens van een
billijk minimum liggen. Zulks niet alleen
uit billijkheidsoverweging ten opzichte van
het overheidspersoneel, maar ook om
daardoor krachtens hare roeping op so
ciaal gebied invloed ten goede te oefenen,
zonder nog genoopt te zijn (gelijk b.v.
bij het voorschrijven van loonminima van
overheidswege) partij te kiezen in, uit
economisch en sociaal oogpunt, uitermate
moeilijke aangelegenheden".
Wij zijn van oordeel, dat met deze twee
uitgangspunten de praktische uitwerking
van de vraag zeer wordt vergemakke
lijkt.
Verschillende meer concrete vragen wor
den door het anti-revolutionaire maand
blad dan ook op bevredigende wijze op
gelost.
Wanneer men echter, blijft bij de aan
gehaalde twee beginselen, dan ligt er
voor de gemeentelijke zorg (en hetzelfde
geldt voor den Staat) om vooral' niet
te laag te salarieeren nog een argument
in deze omstandigheid, dat het overheids
personeel niet over staking als strijdmid
del beschikt.
Dit maakt des te meer noodzakelijk om
te waken, dat het personeel zijn recht
ontvangt.
Immers, recht is recht, ook al staan
de machtsmiddelen niet gereed om de
naleving af te dwingen.
Door het gemis van stakingsrecht is
het machtsoverwicht der Overheid veel
grooter dan bij het particulier bedrijf.
Maar het zou al bijzonder ontstichtend
werken, als van dat speciale machtsover
wicht werd gebruik gemaakt.
Door aan den veiligen kant te blijven
in de bepaling der loonen zal de gemeente
den schijn van zulk machtsmisbruik ver
mijden."
TWEEDE KAMER.
De Indische begrooting.
Nadat gisteren eerst een paar kleinere
wetsontwerpen waren afgedaan, werd de
behandeling van de Indische begrooting
voortgezet.
Eerste spreker was da heer Cramer
(S.D.) die zijne critische rede eindigde
met een viertal moties in te dienen,
tot afschaffing der exorbitante rechten,
het opheffen dor belemmeringen door zijn
interneering in den weg gelegd aan de
uitoefening van zijn Volteraadslidmaat
schap door dr Tjipto, tot opheffing van 't
Boven-Digoelkamp, en tot naarhuiszending
der geïnterneerden.
De communistische zweep en de oppo
sitie van de linksche socialisten was op
de houding van dezen afgevaardigde
merkbaar van invloed.
FEUILLETON
door
HUGO KINGMANS.
9) -o-
Alleen hij wilde geen scènes. En
daarom had hij er nooit een ernstige
aanmerldng over gemaakt. Dat was zoo
zijn gewoonte geworden, dat hij alles maar
goed vond en alles maar over zijn kant
liet gaan.
Lia vond het niet zeer mannelijk van
Papa, al begreep zij wel, hoe het geko
men was. Wie Mama wilde dwarsdrijven,
kon op een geduchten strijd rekenen en
had bijna de zekerheid, dat hij het on
derspit zou delven.
Papa wilde geen scènes. Hij zeide het
zelf. Daarom vond hij alles goed en stem
de hij in alles toe. Maar liever deed hij1
het niet- Zóó stond de zaak.
„Mama en Annie moesten een klein
weinigje meer aan de huiselijkheid den
ken", had Papa opgemerkt zooeven. Héér
naam had hij er niet hij genoemd. Maar
Lia moest zichzelf bekennen, dat zij mede
schuldig was. Altijd fladderden zij maar
uit. Papa zat immers toch te werken?
Of hg was buitenshuis. De waarheid weid
De overzichtschrijver van de „Maasb."
zegt er van:
„Was vroeger de heer Wjjnkoop niets te
dol, thans schijnen de heeren, die zich
reeds lang tot regeeren in staat en ook
bereid achten, dien weg ook te willen
opgaan. We hebben den heer Cramer
nog nooit zoo op hol gezien. Hij sprong
van den hak op den tak en alhoewel
hij den voorzitter met veel nadruk vroeg
over de exorbitante rechten bij de afdee-
ling te mogen spreken, diende hij toch
maar vast een motie in om deze af te
schaffen.
Eenige lijn was in zijn betoog, dat an
derhalf uur duurde- niet te bespeuren,
maar hij moest ook vier moties op de
tafel van den voorzitter deponeeren en
was maar bang, dat te vergeten en daar
mede den communist gelegenheid te ge
ven hem voor te zijn. Deze moties getui
gen van wel heel weinig ernst. Terecht
mocht de communist uitroepen, dat hij
school maakte. Voor een partij als die
der sociaal-democraten is een dergelijk
optreden onwaardig. Ze dragen echter
geen verantwoordelijkheid en daarom kun
nen ze ook de leus aanheffen „Indië los
van Nederland". De heer Cramer weet
we" dat het in afzienbaren tijd niet mo
ge, .jA is, maar het kan toch geen kwaad
redeneert hij, dus laten we het maar doen.
Als pngJ'ukken van komen wasschen
zij hun' aaaden in onschuld.
De heer B ij 1 e v e 1 d (A. R.) wilde aan
de moties niet veel aandacht wijden, om
dat het hem niet mogelijk is, vier moties
tegelijk te verwerken, omdat het hem niet
gewenscht lijkt in dit stadium der de
batten reeds met vier moties te komen,
omdat hij niet mee wil doen aan een
kinderachtige vliegenafvangerij.
Wat het Indisch beleid betreft betoog
de spr., dat het financieel aspect hem
niet gunstig schijnt. Hij ontkent, dat in de
naaste toekomst sluitende begrooting èn
welvaartspolitiek mogelijk zullen zijn en
betoogde, dat niet gejaagd mag worden
naar hooge uitgaven, doch gestreefd moet
worden naar een gezonde, systematische,
financiëele politiek, waarbij heerendien
sten en desadienst, mits zorgvuldig toe
gepast, niet behoeven te worden prijs
gegeven.
Spr. wees op onze verantwoordelijkheid
tegenover Indië en op den eeuwenlan-
gen achterstand, die Jjier .bestaat en die
moet worden ingehaald. Wie het tempo
wil versnellen en nu reeds het eind daar
van wil zien, maakt zich schuldig aan een
dwaas gebaar.
Als we het bereikte overzien blijft er
nog zeer veel te doen over, maar voor
schaamte is geen reden.
Spr. achtte verdere decentralisatie van
het binnenlandsch bestuur mogelijk bin
nen het kader der huidige staatsregeling.
De bestaande onderwijsregeling is niet
lang meer te handhaven. "De inlandsche
wereld schijnt de schade niet in te zien,
die kan worden toegebracht door het
Europeesche onderwijs. De drang daar
naar is groot, maar de vraag is, of
wij dit moeten geven. Het neutrale on
derwas is funest en werkt onze kolo
niale taak tegen. Het bijzonder onder
wijs verdient allen steun, evenals de zen
ding. Dubbele zending steune de minis
ter nooit, maar daartegenover moet ieder
kerkgenootschap de absolute vrijheid heb
ben, het evangelie te verkondigen.
De heer M o 11 e r (R. K.) achtte de
bezwaren tegen dubbele zending over
dreven. Spr. critiseerde verder het niet-
toelaten van de zending op Bali en in
verband daarmede de uitlating van 'den
Gouverneur-Generaal betreffende de be
scherming van de Balineesche. cultuur.
Op Bali is de echtgenoote niet meer dan
een huismeubel. De vrouw wordt bij hu
welijk aan den meest biedende verkocht.
Moet ook die Balineesche cultuur be-
.schermd worden? Mag daar Tiet Chris
tendom niet komen om dien toestand
te verbeteren.
De heer F eb er (R. K.) betoogde, dat
voor afzienbaren tijd de leiding van Ne
derland niet kan woraen gemist. De In
landsche beweging moet vrijheid hebben
zich te uiten, maar binnen de perken
van de wet Spr. waarschuwde tegen een
z.g. uitholling van den Volksraad en wees
er op, dat de Gouverneur-Generaal niet
gelukkig is met het houden van rede
voeringen. Hij kan bijna zijn mond niet
opendoen of er ontstaan misverstanden;
haar nu duidelijk. Hij snakte naar een
weinig huiselijkheid, als het werk afge-
loopen was. Maar die had hij nooit ge
vonden. En dan zocht hij zijn toevlucht
maar in de sociëteit.
Zeker, zij was er mede schuldig aan.
Haar antipathie, haar ontzettende afkeer,
tegen het uitgaan en pretmaten was maar
van de laatste maanden. Vroeger had zij
er dapper aan meegedaan.
O, kon dat maar eens veranderen! Maar
hoe moest zij dat aanpakken? Zij kon
toch .niet tegen Mama en Annie op. En
als zij dat wilde probeeren, dan moest
zij thuis blijven. Terwijl zij er juist naar
snakte, in een andere, rustige omgeving
te komen.
De deur van het salon werd geopend,
en binnen trad het kamermeisje, die nu
met veel vriendelijker stem dan zooeven
vroeg: „Kan ik nog jets voor u doen,
juffrouw?"
Verbaasd keek Lia haar aan. Dat had
zij nog nooit gevraagd. Meestal, zonder
wat te zeggen verdween het meisje op
haar uitgaansavonden, drie maal pe r
week.
„Neen, Cor, je kimt wel gaan, wat mij
betreft."
„Zal ik soms nog thee zetten? U blijft
toch vanavond thuis?"
„Ja, ik blijf thuis. Maar ik zal zelf wel
tbee zetten. Waar is de tbee?"
laatstelijk is dit weer gebeurd met zjjn
bekende rede op Bali. Hij wekte den in
druk het Christendom van Bali te willen
weren. In dit verband wijst spr. op het
belang van de missie voor Indië.
Ten aanzien van de toepassing van
art. 177 sloot spr. zich aan bij den heer
Bijlevelt. Nu dit artikel eenmaal bestaat,
mag men verlangen, dat het loyaal en
onpartijdig wordt toegepast.
WIJZIGING DER ZIEKTEWET.
Verschenen is het Verslag der Commis
sie van voorbereiding met bijbehoorend
antwoord van den minister van Arbeid,
H. en N. en een Nota van Wijzigingen
betreffende het wetsontwerp tot wijziging
der Ziektewet.
Daaruit blijkt, 'dat sommige leden er de
voorkeur aan zouden geven, dat de be
staande wet-Talma werd ingevoerd, an
deren zouden een regeling wenschen zoo
als minister Aalberse had voorgesteld.
Sommige leden legden er den nadruk
op, dat men zich niet langer moet ver
liezen in hopelooze pogingen, een vol
maakte regeling te vinden, die alle Ne
derlanders geheel zou bevredigen. Zij
spraken de hoop uit, dat thans niet meer
politieke verschillen of goed bedoelde
nieuwe plannen een spaak in het wiel
zouden steken. Andere leden merkten op,
dat indien de onderhavige poging tot het
zoeken naar een oplossing opnieuw mocht
mislukken, de vraag rijst of het niet
de voorkeur verdient van verdere po
gingen af te zien en de voorziening bij
ziekte aan de vrije maatschappij over
te laten. Verschillende leden merkten
daartegenover op, dat hetgeen in de maat
schappij tot stand is gekomen ten eenen-
male onvoldoende is te achten.
Volgens sommige leden zou kunnen
worden volstaan met een uitbreiding van
de verplichting neergelegd in art. 1638
C. van het Burg. Wetboek; tusschenkomst
van een verzekeringsinstituut is dan niet
noodig:
Daartegenover merkt de minister met
stelligheid op, dat het hier gaat om de
handhaving van het instituut der soci
ale verzekering.
Voor zoover hij heeft kunnen nagaan,
kunnen op dit oogenbllik een 500.000 arbei
ders van een uitkeering bij ziekte verze
kerd worden 'geacht, terwijl daarnevens
zeker zeer vele arbeiders bij ziekte van hun
werkgever een uitkeering plegen te ont
vangen. Maar daartegenover staan breede.
vele duizenden tellende, groepen van ar
beiders, die van uitkeering bij ziekte ver
stoken zijn. Bovendien blijvep vele voor
zieningen beneden de miinimumeischen be
treffende bedrag en duur der ziekengeld-
uitkeering, welke de bestaande Ziektewet
heeft gesteld.
Sommige leden stelden op den voor
grond, d'at de grondgedachte van een rege
ling in geval van ziekte moet zijn, dat de
arbeiders verzekerd zijn van een doorloo
pend loon, zij het tot een iets lager bedrag.
Dit beIhoeft nog niet mede te brengen een
verplichte verzekering.
Andere leden achtten een dergelijke re
geling verwerpelijk.
De minister deelt mede, door het over
leg er nader toe te zijn gebracht mede
te gaan met het door de groote meerder
heid der commissie aanbevolen denkbeeld
om de organisatie te vereenvou
digen door als basis daarvoor aan te
nemen de bedrijfsvereenigingen en de
raden van arbeid naast elkaar. Daarbij
is het voor den minister, naar deze ver
klaart, niet gemakkelijk geweest de bij
zondere ziekenkassen los te laten.
De aangebrachte veranderingen zijn ne-
dergelegd in de Nota van Wijzigingen en
een gewijzigd wetsontwerp.
Aanmelding en inschrijving van alle
verzekerden bij de Raden van Arbeid,
zooais door sommige leden werd bepleit,
zou naar de minister betoogt de
uitvoering der verzekering noodeloos om
slachtig en kostbaar maken.
De bezwaren, ontwikkeld tegen de voor
gestelde uitbreiding van den kring der
personen, die onder de wet zullen vallen,
heeft den minister er toe geleid om terug
te nemen het voorstel om ook personen,
niet werkzaam in een onderneming, on
der de verzekering te brengen. De huis
dienstboden en in het algemeen de ar
beiders, in dienst genomen voor persoon-
Lia schaamde zich, dat zij niet eens
wist, waar de thee stond. Niets, letter
lijk niets wist zij van het huishouded
ai. Omdat zij nooit, nooit iets deed.
Het kamermeisje gaf haar eenige aan
wijzingen.
„Mooi, Cor, dan zal ik het wel vinden,
hoor." J
,,'tls anders een kleine moeite, juf
frouw, om
„Neeu, neen, je kimt wel gaan. Je ver
langt immers ook wel eens vrij te zijn?"
„O, maar voor u", zei het meisje, en
zij drukte sterk op dat u, „wil ik nog
wel iets doen."
„Dank je", zei Lia kortaf.
Het hinderde haar nu, dat het meisje
zoo sprak. 'tWas of zij zeggen wilde:
voor uw Mama en uw zuster heb ik niets
over, want ze behandelen ons niet goed.
En dat wilde Lia het liefst maar niet
hooren. Omdat het maar al te waar was.
Zij hadden, drie, vier dienstboden in één
jaar. Dat lag niet altijd aan de meisjes!
Papa merkte dat ook wel. Vandaar na
tuurlijk zijn opmerking van zooeven. dat
Mama Cor wel geen vriendelijken uitbran
der zou hebben gegeven.
Met een vriendelijk: „Goeden avond,
juffrouw" was het meisje heengegaan en
zat Lia weer alleen-
Van lezen kwam niets. Vol gedachten
staarde zij in het vuur van den haard.
lijke diensten (naaisters, werkvrouwen
e.d.) zullen derhalve evenals de be
slaande Ziektewet bepaalt buiten de
verzekering blijven.
De minister deelt ook de bezwaren
tegen de opneming in de verzekering
mede van het personeel met hoogere
inkomens.
Het gewijzigd wetsontwerp beschouwt
mitsdien niet als arbeider dengenen wiens
overeengekomen vast loon in geld meer
bedraagt dan f3003 per jaar.
De vraag of losse arbeiders in
ondernemingen onder de wet vallen, be
antwoordt de minister bevestigend.
Na ampele overweging van het vóór
en tegen van de in het wetsontwerp voor
gestelde moederschapsvoorzie
ning zoowel voor 'de gehuwde als voor
de „ongehuwde moeder, heeft de minis
ter gemeend, ondanks de geopperde be
zwaren, het door hem voorgestelde te
moeten handhaven.
Na overleg heeft de minister zich be
reid verklaard het percentage van
het dagloon, dat als ziekengeld zal
worden genoten, te verhoogen tot 80 ten
100.
Ook op enkele punten van minder be
lang heeft dit wetsontwerp wijziging on
dergaan.
Het Koninklijk gezin.
De Koningin en Prinses Juliana vertrok
ken Maandag half twee per auto uit Den
Haag, ten einde zich naar het Loo te
begeven. Door de gladheid van de wegen
op Utrechtsch en Geldersch gebied acht
te de Koningin het echter raadzaam, te
Utrecht de reis per trein te vervolgen.
Om 17.15 uur arriveerden de Koningin
en de Prinses aan het station Apeldoorn
-Nederland en België.
Uit Brussel wordt aan „Het Hdbld"
gemeld:
Volgens een uitdrukkelijke verklaring
van den minister bij het verlaten van het
gebouw van het departement van "Kolo
niën, waar de ministerraad is gehouden,
heeft de regeeriing zich gisteren niet bezig
gehouden met het antwoord op de nota
op het rapport van de deskundigen inzake
het Nederlandsch-Belgisch verdrag, wel
ke nota, volgens sommige berichten, in
het begin dezer week aan de Ne "erland-
sche regeering zou zijn toegezonden.
Hoog bezoek in Indië.
Omtrent de aankomst van het kroon
prinselijk paar van België te Batavia,
wordt gemeld, dat bij aankomst van 'de
Insulinde een der freules De Graeff aan
de kroonprinses een bouquet aanbood van
blauwe en witte orchideeën, bijeenge
houden door linten in de Belgische kleu
ren. Mede was ter verwelkoming aanwezig
de agent van den Rotterdamsdien Lloyd
de heer Bouman, met den heer Ruys Jj
en den inspecteur Ter Marsch.
De hooge gasten hebben Maandag den
plantentuin bekeken en zaten des avonds
aan een maaltijd in het paleis. Er
waren geen andere gasten genoodigd.
Gisteren werd een bezoek gebracht aan
den plantentuin en het museum. Ook werd
een bezoek gebracht aan twee Jaborato-
ria. Alle bladen wijden zeer nartelijke
woorden van welkom aan de Belgische
hooge bezoekers.
Het „Bataviaasch Nieuwsblad" zegt, dat
de graaf en gravin de Rethy reeds vele
Nederlandsche vrienden hebben gemaakt,
welk aantal ongetwijfeld nog aanzienlijk
zal stijgen. Het blad schreef: „Zoo zou
dan bovendien deze reis niet slechts als
studiereis aan de Belgische gasten ten
goede komen, maar oo"k den aanstaanden
souverein van België nader brengen lot
bet -buurvolk. Wanneer de Indische reis
de verwachtingen niet beschaamt, zal zij
wellicht bijdragen tot het vestigen van
die uitnemende verstandhouding, welke
twee kleine West-Europeesche mogend
heden minder dan welke staat ook kun
nen ontberen".
Vernomen wordt, dat het kroonprinse
lijk paar de terugreis zal maken aan boord
van de Tjerimai, van den Rotterdam-
schen Lloyd.
Hoe was het mogelijk, peinsde zij, in
zoo'n korten tijd zooveel te denken te
krijgen. En dat alleen door enkele op
merkingen van Papa.
Opeens kwamen zijn woorden over
Theo van Zeggelen haar in gedachten.
Liever ieder tot schoonzoon dan dien,
had Papa gezegd. Zij kon het begrijpen,
Want zjj vond hem ook een onuitstaan-
baren fat en een verwaanden leeglooper-
En toch was de kans zeer groot, dat
hij en Annie een paar zouden worden.
Mama werkte er op, al wist zij dan blijk
baar, dat zij Papa er geen genoegen mee
deed. Lia begreep dat niet goed. Was
het huwelijk van Papa en Mama dan wel
gelukkig? Tooneelen kwamen er nooit
voor. De harmonie was altijd goed. Maar
kwam dat alleen, omdat Papa niet van
scènes hield?
Hij was niet gelukkig. Dat stond nu
voor Lia vast. Het was, of zich een af
grond voor haar opende. Hoe was het
toch mogelijk, dat zij nooit had opgemerkt,
dat Papa niet tevreden was over den gang
van zaken1
En toch gaf bij altijd maar toe. Ja,
hij stijfde Mama in het koopen van toi
letten en in andere dingen. Hoe was dat
nu te verklaren? Was Papa dan iemand
met twee aangezichten? Of handelde hij
alleen maar zoo uit vrees voor Mama?
Het was Lia een volkomen raadsel.
Uitvoering van de ongevallen
wet.
Ten laste van een werkgever, die pre
mies verschuldigd was krachtens de On
gevallenwet, was onder een derde beslag
gelegd. Het Bestuur van een der Raden
van Arbeid, met de inning belast had
deze derde beslagene voor de rechtbank
te 's Gravenhage gedagvaard tot het af
leggen van een verklaring nopens hetgeen
deze van den werkgever-gearresteerd»
onder zich had. Deze beweerde, dat de
dagvaarding nietig was, daar deze alleen
rechtsgeldig kon worden uitgebracht door
een deurwaarder der directe belastingen
hetgeen in casu niet was geschied. De
rechtbank achtte dit verweer gegrond,
daar het hier betrof de ten uitvoerlegging
van het dwangbevel, die volgens art. 51
der Ongevallenwet geschieden moet door
een belastingdeurwaarder en niet kan
gedaan worden bij exploit van een gewo
nen deurwaarder.
S. Oerlemans. f
Te Drong el en is in den ouderdom van
76 jaar overleden de heer S. Oerlemaus
die lange jaren burgemeester dier ge
meente is geweest.
Onderhoudsplicht ten opzich
te van natuurlijke kinderen.
Een wetsontwerp is ingediend tot her
ziening van de bepalingen betreffende den
onderhoudsplicht ten opzichte van natuur
lijke, niet erkende kinderen.
De minister geeft een overzicht van
de processueele moeilijkheden, die thans
ondervonden worden. Door de bevoegd
heid tot optreden in rechten van den
voogd op een bijzonder daartoe aange
wezen vertegenwoordiger over te dragen
en de zaak p.og vóór den aanvang van
het eigenlijke proces door den kanton
rechter te doen onderzoeken heeft men
een waarborg willen scheppen tegen
overijlde processen en chantage. In den
loop der jaren is de noodzakelijkheid
uit laatstbedoelden hoofde niet gebleken.
Ook in 't algemeen heeft het instituut
van den bijzonderen vertegenwoordiger
niet aan de verwachtingen beantwoord.
De minister acht het wenschelijk, dat
het recht om de procedure te voeren
in de eerste plaats aan den Voogdijraad
wordt toegekend. Ten einde aan de .be
langhebbenden, zoo de Voogdijraad zijn
medewerking weigert, den weg naar den
rechter niet reeds bij voorbaat af te snij
den, is ook aan den voogd de bevoegd
heid om te dezer zake in rechten op te
treden, gegeven. Echter meent de minis
ter, dat voor het O. M. op dit gebied
geen taak is weggelegd.
Tot gem.-secretaris van Baarn (IJ.)
is benoemd de heer B. de Die, hoofd
commies ter secretarie aldaar en
afkomstig uit de gemeente Oostburg.
Goes. Op de voordracht voor Directeur
der gasfabriek te Harderwijk komt als
nr 3 voor de heer P. van 'tSant, op
zichter der gasfabriek alhier.
Chr. Besturenbond. In de ver
gadering van het Bestuur van den Chr.
Besturenbond met de afgevaardigden der
verschillende organisaties werd besloten
op Maandag] 28 Januari een vergadering
te houden met de kerkeraden der "diverse
kerken in Goes en omgieving, teneinde
daarin te behandelen het onderwerp „De
kerk en het sociale leven". Dhr. W. Strij-
bis uit den Haag, voorzitter van den Chr.
Bond van Fabrieks- en Transportarbei
ders zal de bespreking over dit ongetwij
feld belangrijke onderwerp inleiden.
Waar de Chr. Besturenbond in Februari
a.s. zijn tienjarig bestaan hoopt te vie
ren, werden besprekingen gewijd aan de
D.V. in de tweede helft van Februari
te houden 10e jaarvergadering. Reeds nu
kan worden gemeld, dat ds Raams te
Kloetinge bereid werd gevonden In die
vergadering lichtbeelden te vertoonen
over zijn reis naar Palestina. Ook zal
getracht worden dooT zang en voor
dracht de werkzaamheden te doen afwis
selen. Mochten de opgezette plannen sla
gen, dan zal zeker deze jaarvergadering
evenals de vorige, die zoo in den smaak
is gevallen, slagen.
*8-H. H en drlk8 kin deren. Gisterenavond
had in de school voor Chr. volksonder-
Hij had gruwelijk het land aan Theo
van Zeggelen. Maar die zou zeer waar
schijnlijk zjjn schoonzoon worden. Omdat
Mama het wilde. En Annie? Lia hield
haar hart vast. Zij vreesde, dat bij Annie
dezelfde drijfveeren als bij Mama de over
hand hadden. De Van Zeggelens behoor
den tot één der eerste, toon aangevende
families En zij waren schatrijk. Het be
zit van Papa was daarbij een peulschil
letje. Met de Van Zeggelens gepatendeerd
worden, dat was Mama's eerzucht. En
Annie dacht er blijkbaar ook zoo over.
Maar maar, was er dan geen liefde?
Ging dat dan zoo maar? Moest dat dan
een ongelukkig huwelijk worden?
Het werd Lia bang te moede. Zij be
greep zichzelf niet meer. Hoe was het
toch mogelijk, dat zij daar vroeger, tot
vóór eenige maanden, nooit zoo over
gedacht had?
In een onverklaarbare stemming liep
zij naar de huiskamer, waar het water op
het bouilloir te koken stond. Langzaam
zette zij thee.
Opeens vond zij deze kamer zoo ge
zellig, dat zij in het salon het licht uit
knippen ging, haar boek meenam en in
de huiskamer een fauteuil opzocht.
(Wordt vervolgd.)