Wat er deze week voorviel.
Leestafel.
Voor huis en hof.
Dammen.
Wetenschap en Kunst
Het Vrouwenhoekje.
Dinsdagmorgen VToeg vertrok van
Schiphol het K. L. M. Kerstvliegtuig, be
mand met drie kranige jongemannen, be
laden met een groote hoeveelheid poet,
met bestemming naar Indië. Jammer ge
noeg, zette de tocht slecht in, want reeds
in Duitschland moest een noodlanding
worden gemaakt. Moce verder alles een
voorspoedig verloop hebben 1
De Tweede Kamer ging deze week rus
tig voort met den begrootingsarbnid.
Vier middag- en twee avondvergaderin
gen waren er aan gewijd. Enkele hoofd
stukken werden afgewerkt, maar het staat
toch te bezien, of ons parlement volgende
week, dus vóór Kerstdag, met alles ge
reed zal komen.
In den loop dezer week werd ook ge
publiceerd de begrooting van het we
genfonds. Het is dus nu bekend gewor
den, wat er volgend jaar met de gelden
van dit fonds aan de wegen, ook in onze
provincie, zal gebeuren. Tevens hebben
Ged. Staten van Zeeland do opbrengst
van het wegenfonds, n 1. het deel, dat
Zeeland over 1927 ontving, verdeeld.
De Gemeenteraad van Goes behandel
de deze week de Gemeentebegrooting. wat
oudergewoonte gepaard ging met scherpe
debatten over de salariëering van het
Ggmeente -personeel-
In den Gemeenteraad van Krabben-
dijke werden belangrijke mededeelingen
gedaan over een eventueele gasvoorzie-
ning van Zuid-Beveland en West Brabant.
vanuit Antwerpen. De zaak is zeker, voor
al uit financiëel oogpunt, de overweging
waard, maar toch kan niet ontkend wor
den, dat er zeer groote bezwaren aan
verbonden zijn, om deze 'streek op een
zoo "belangrijk punt afhankelijk te ma
ken van België.
In Zeeuwsch-Vlaanderen werd deze
week een belangrijk besluit genomen, n l.
om te Terneuzen een vhilingslokaal te
bouwen. Dit kan zeker den tuinbouw ten
goede komen. Als nu ook het kanaal
plan Hulst-Axelsche Sassing nog eens uit
gevoerd kan worden, zal Zeeuwsch Vlaan
deren een flinke stap in de goede richting
kunnen doen.
Bq onze Zuidelijke naburen was het
deze week niet al te rustig- Tot Kamerlid
voor Antwerpen werd. tegen veler ver
wachting in, gekozen de in de gevangenis
verblijvende activist dr Borms. Zijn meer
derheid was overweldigend. De Brussel-
sche heeren zijn nu eens duidelijk aan
de weet gekomen, in welke richting do
sympathie van het Vlaamsche volk gaat-
Meer waarde dan als demonstratie had
deze verkiezing niet, want Dr Borms mag
geen zitting in de Kamer nemen, ook al
wordt hjj dezer dagen vrij gelaten.
In Lugano vergaderen en confereeren
de leden van den Volkenbondsraad, soms
in het openbaar, maar meest in het ge
heim- Belangrijke besluiten zijn in het
openhaar nog niet genomen-
Intusschen maken twee Zuid-Ameri-
kaansche staten Bolivia en Paraguay zich
gereed voor den oorlog.
In Engeland ziet men 'dagelijks met be
langstelling uit naar de berichten over
den ernstig zieken koning. In Frankrijk
waren het de financieele schandalen in
grooten getale die de aandacht vroegen.
Hef geschiedenis-onderwijs op de lagere
scholen.
Bij de behandeling van de Onderwijs-
begrooting werd door Mevr. v. Itallie-van
Embden geklaagd over de geschiedenis
boekjes, waarin naar haar oordeel de oor
log teveel in het middelpunt staat.
Inplaats van de pacifistische idee, wordt
daardoor de geest van het enge nationa
lisme gekweekt. En dat mag niet volgens
deze dame, want: Nationalisme is
een ziekte. Een ziekte die uitsluitend
bij volwassenen voorkomt. En daarom
inoeten die ziektekiemen in de school niet
worden opgewekt en door den Staat ge-
sanctionneerd. Van den Minister werd in
dit verband -gevraagd mede te werken tot
hervorming van bet geschiedenis-onder
wijs.
Op kostelijke wijze werd deze Vrijz.-
Dern. afgevaardigde van antwoord gediend
door den heer J. J. C. van D ij k, den
anti-revolutionairen oud-minister van
Oorlog.
Hij begon met er even aan te herinne
ren dat het Rijk over den inhoud der te
gebruiken leerboekjes geen zeggen
schap heeft, om dan te vervolgen:
„Nu wil ik niet in bescherming nemen
de geschiedenisboekjes, die onevenwichtig
zijn, die misschien te veel geven van de
histoire bataille en te weinig van de vre-
des- en cultuurwerken. Er moet een vol
komen evenwicht bestaan; de geschiede
nis heeft te geven de feiten: de feiten van
het land in oorlog, zoowel als de feiten van
het land in vrede. Die vormen samen de
geschiedenis van de natie. Maar ik meen
in hetgeen de geachte spreekster heeft ge
zegd te onderkennen een streven om de
histoire bataille, de geschiedenis van het
land in oorlog, naar den achtergrond te
dringen, en meer naar voren te brengen de
geschiedenis van de vredes- en cultuur
werken. Indien men dat doet, geeft men
geen volledige geschiedenis meer; wanneer
men bepaalde feiten weglaat of daarop
een ander licht laat vallen, of bepaalde
feiten verdoezelt, dan werkt men mee aan
geschiedenisvervalsching, zij het dan met
een pacifistisch doel.
In het bijzonder meen ik er op te moeten
wijzen, dat, als men erkent de leiding
Gods in de geschiedenis der volken, de lei
ding Gods door oorlog en vrede, men daar
aan te kort doet, als men de feiten verdoe
zelt, waarin en dat geldt zeker ook voor
Nederland -die leiding Goda ln het bij
zonder uitkomt.
Als ik mij niet vergis, heeft de geachte
spreekster met eenige instemming aange
haald de uitspraak, dat nationalisme is
een ziekte van volwassenen en dat men
dus op de scholen den -kinderen datgene
moet geven, wat in staat is hen reeds bij
voorbaat tegen die ziekte eenigszins te be
schermen. Als de geachte spreekster inder
daad die opvatting is toegedaan, dan zou
ik mij daartegen aanstonds willen keeren,
want ik acht het nationalisme van groote
beteekenis.
Ik bedoel hier niet een enghartig natio
nalisme, dat het karakter draagt van
chauvinisme, maar wel een nationalisme
in den zin van liefde voor den vaderland-
schen bodem en voor de zedelijke, geeste
lijke en stoffelijke goederen, die wij op dien
bodem mogen genieten; een dergelijk na
tionalisme is zeker van groote waarde.
Maar dan volgt daaruit aanstonds, dat
men dien nationalen bodem en die, natio
nale goederen ook heeft te verdedigen, als
het moet ook met toepassing van geweld,
en dat zulks niet alleen zedelijk verdedig
baar is, maar tevens, dat het een hooge
roeping is voor iedereen, die nationaal ge
voelt. Het nationaal gevoel is niet voor
niets in het hart der menschen geplant. En
wanneer men dat nationalisme zou willen
doen overheerschen door een internatio
nalisme, dat aan de beteekenis van dat na
tionalisme te kort doet, dan acht ik dat
zeer bedenkelijk. Als men den kinderen
zou willen leeren, dat er moet zijn een we
reldburgerschap, gaande boven het Staats
burgerschap, dan zou ik dat een ramp
achten. Dat zou zijn een miskenning van
het goede, dat ons in het nationale leven
is geschonken.
Als de vraag wordt gesteld: welken geest
moeten wij bij de kinderen op school ont
wikkelen, dan zou ik daarop willen ant
woorden: liefde voor de waar
heid en liefde voor het recht.
Liefde voor de waarheid, ook in de ge
schiedenis, ook wanneer het betreft de
oorlogen tusschen de natiën. En liefde
voor het recht, niet in dien zin, dat men
in het persoonlijk leven -steeds op eigen
recht zou moeten staan daar geldt de
eisch van de Christelijke liefde, dat men
liever persoonlijk onrecht zou moeten dra
gen dan door den scherpen strijd steeds
zijn eigen recht te handhaven maar
liefde voor het recht als behoorende tot de
rechtsorde, die gehandhaafd moet worden,
ook als -dat zou moeten gebeuren in een
verdedigenden oorlog, opdat niet het bru
tale geweld zou zegevieren over het recht".
Vqfde Kerstboek. Samenge
steld onder redactie van P. J. Ris-
seeuw. N ij kerk, G. F. Callenbach.
1928.
Als eerste deel van den 32sten jaargang
der „Christelijke Bibliotheek" verscheen
bij CaJlenbach te Nijkerk het vjjfde Kerst
boek.
Het ziet er aantrekkelijk uit. Aan de
uitvoering is evenals aan de samenstel
ling veel zorg besteed.
Ziehier de inhoudsopgave: Dr J. R. Cal
lenbach De vlucht naar Egypte; voor
afgegaan door een houtsnede van Al-
brecht Dürer. A. Wapenaar De Her
ders en De Wjjzen. (Verzen). G. Se-
vensmaThemmen „Als nieuw gebo
ren kinderkens". A. Wapenaar Paulas
en Johannes (Verzen). A. K. Straatsma
Toen hij het vroeg (Uit het Friesche volks
leven). Jan H. de Groot Schaatstocht.
Herman Hana het portret in de schil
derkunst. Een prachtige bijdrage, met een
groot aantal mooie reproducties. Willem
Evers Kribbe en Kruis. Joh. P. Ruijs
De wolkenwagen. L. E. Maria's kamp.
Do herderspsalm. Een geïllustreerde be
werking en wat zijn ze mooi deze il
lustratiesl van Psalm 23. Js. van
Kuijk Spruijte Davids. Een Kerstlied
mpt begeleiding voor orgel of piano.
Woorden van Jacob Revius. H. J. Heij-
ries De Hond. W. G. v. d. Hulst -De
ronkende vlaswiek. Ds A. L. Broer -
's Winters buiten, met foto's van J. P.
Strij-bos. Ignatia Lubeley Het kwade
voetsp-oor. M. A. M. RenesBöldimgh Die
dag. Jan H. de Groot De ontmoeting
der Wijzen en Kerstfeest (Verzen).
Zooals men ziet, een rijk gevarieerd en
inhoud.
Als we een opmerking moesten ma
ken, dan zou het deze zijn, dat in bijna
al de bijdragen wel het Kerstfeest wordt
aangeroerd, maar dat de beteekenis van
dit feest zoo weinig tot uitdrukking
komt. Niet dat we deze bijdragen voor
de gewone Kerstverhaaltjes zouden wil
len ruilen, maar nu het Kerstfeest telkens
ter sprake wordt gebracht, zouden we
dat liever op een andere wijze hebben
gezien.
Wij kunnen niet de verschillende bij
dragen bespreken. Ontroerend in allen so-
beren eenvoud is de schet3 van H. J.
Heijnes. Zelden hebben we de ontzettende
armoede van het modernisme zooal3 die
met name in Noord-Holland valt waar
te nemen, zoo treffend zien geteekend.
Het is een verhaal van twee gezinnen
op het platteland en een eenzamen droo-
mer, die no-g een flauwe herinnering heeft
van een Kerstfeest uit zijn kinderjaren en
die tevergeefs den vrede zocht, ook in
deze stille omgeving, waar nog wel na
een opzettelijk festijn der vergiffenis de
kiem der onverzoenlijkheid woekert.
„De wel vijftig jaren oude herinnering
ging ook weer door hem heen aan den
verlichten boom, en den man er bij, en
de kinderen er rondom, en den herhaalden
roep van den man tot de kinderen
„Vrede op aardel" Het woord „Jezus"
riep de man ook herhaaldelijk aan de
kinderen toe. Maar dat had geen indruk,
die tegen de slijting van een halve eeuw
levens bestand geweest was, in hem ge
grift, doch „vrede op aarde" wel. Even
meende hjj, dat over hem een helder
o-ogenblik kwam. Hjj keerde terug lot
daar, waar de buurman hem zoo straks
uitgeleide heul gedaan, en vond dezen
nog op dezelfde plek.
De hond op het naastgelegen erf ver
wonderde er zich over, aen vertrokkene
te zien wederkeeren.
„Weet jij ook misschien, of altemet
door Jezus den „vrede op aarde" komt,*
buurman?" vroeg de teruggekomene haas
tig."
„Weet ik veul" gaf de ondervraagde
ten antwoord. „Zuks zelle jij wel eer
der as ikke weten."
„Ik weet het ook niet", zeide hij, en be
gaf zich nu werkelijk huiswaarts.
De hond verstond niet wat de men
schen spraken, maar wel of het iets bljjds
of iets droevigs was, wat zij zeiden. Daar
hij verstond, dat het iets bovenmate droe
vigs was, zond hij een lang uitgehaald
gejank over het donkere vela den Kerst
nacht in."
Wat ik op m/ijn Indische
reis zag. Door Dr H. C. Rutgers.
Uitgave J. H. Kok te Kampen.
Al weer een boek over Indië? vraagt
misschien deze of gene. Inderdaad. Maar
een boek met een geheel eigensoortig
karakter.
Dr Rutgers zelf noemt het een een
voudig reisverhaal van iemand, die het
voorrecht had eenige maanden door Java
en Sumatra te reizen.
„Men Zoeke er, zegt hij, vooral niets
wetenschappelijks in en men 'speure er
ook niet naar of de schrijver wellicht
de allures aanneemt om nu na een zoo
korte reis door Indië te gaan poseeren
als deskundige van Indische zaken. Daar
van hoopt hij zich naarstiglijk te ont
houden. Wetenschappelijke boeken over
Indië zijn er van zeer bevoegde hand te
kust en te keur en van Indische deskum-
tigen loopt ons land reeds over
„Wetenschappelijke boeken over Indië
zijn er genoeg. Maar de gewone gemid
delde mensch leest die niet. Toch wil
die wel over Indië hooren. Er is thans
zooveel verband tusschen Indië en Neder
land, dat bijna iedereen familieleden ginds
heeft. Dan wil men wel eens wat lezen
over de zoo geheel andere omgeving waar
in de familie leeft."
En aan het slot van zjjn inleiding
merkt de schrijver dan nog op: De be
doeling van dit boek is dus niets anders,
dan om den leek als het ware mijn reis te
laten meemaken en hem te olaten zien
wat hij zeil zou zien, als hij voor het eerst
eens door Indië reisde, met al de opper
vlakkigheden die zulk een eerste bezoek
natuurlijk kenmerken, maar ook met al de
aantrekkelijkheden, en de charme die het
heeft."
De hoop van Dr Rutgers dat hij van
dit boek evenveel genoegen beleven zal
als van een vroegere reisbeschrijving door
China, Japan en Korea, zal naar wij
vermoeden wel worden vervuld.
Want Dr Rutgers is een goéd opmerker
en een jprettig verteller. Hij weet zijn
lezers te boeien, en geeft al vertellende,
niet alleen een beeld van het Indische
leven, maar ook en niet in de laatste
plaats van het werk der zending en al
den arbeid der Christelijke kerk die daar
verricht wordt.
Wij wenschen dit leerzame boek met
zijn mooie illustraties in veler handen.
Er zijn tal' van jonge menschen die
graag eens in het buitenland zouden
rondkijken, maar wie het noodige geld
en de gelegenheid ontbreekt. Welnu, laten
zij deze pakkende reisbeschrijving lezen.
Zij zullen er ongetwijfeld van genieten.
Hun blik zal er door worden verruimd,
hun kennis vermeerderd.
Winterwerk, boonenkever en gieten der
kamerplanten.
De werkzaamheden in den groententuin
worden allengs minder. De laatste bezig
heden bestaan uit het spitten, bemesten,
het opruimen van zieke plantend eelen er,
het in winterbedden leggen. Deze laatste
zorgen verzekeren ons, dat we in hel
komende voorjaar vroegtijdig klaar staan,
als dit noodig is-
Voor het zoover is hebben we dus
ruimschoots den tijd, om een plan te
ontwerpen, wat we wenschen te zaaien
en waar we dit zullen zaaien in den tui-n.
Het zonder nadenken bezaaien van het
eene bed na het andere, zonder het min
ste overleg mag misschien wel wat ge
makkelijker zijn, doch onvoordeelig is het
zeker ook. Behalve de noodige wisseling
hebben we ons tevens rekenschap te
geven, welke groente het hoofdgewas zal
vormen en welke als tusschengroente
dienst zullen doen. Altijd trachten waar
mogelijk te combine eren, waarbij de eene
groentensoort de andere direct opvolgt
en waardoor een veel grootere opbrengst
wordt verkregen. Bij de bemesting moet
hierbij natuurlijk rekening worden ge
houden.
Onder de winterzo-rgen resorte-ert ook
de verplichting om zaaizaad te bestellen
en indien we een deel dezer zaaizaden
zelf kweeken, om dit goed te bewaren-
Kweeken we zelf zaaizaad, dan nemen
de meesten veiligheidshalve een zoo rui
me voorraad, dat er veelal een deel over
blijft. Is er het volgend jaar weinig ge
wonnen en zijn goede zaaizaden duur, dan
wordt er lustig geprutst met overjarig
zaaizaad. De. manier van bewaren zegt
in dezen alles en daarom is het heel
goed mogelijk, dat het bij A. gelukt, wat
bjj B. finaal op een mislukking uitloopt.
Het is niet mogeljjk precies te zeggen,
hoe lang de verschillende zaden hun klem
kracht behouden, daar dit afhangt van
de wijze, hoe het wordt bewaard, doch in
het algemeen verdient hot aanbeveling,
elk jaar nieuw zaad te nemen van uien,
prei en schorseneeren, "erwten en boonen.
De erwten en ook de tuinboonen moe
ten we zorgvuldig inspecteeren op de
aanwezigheid van de erwten- of boonen
kever, een rakker, die heel wat schade
kan veroorzaken. Bjj de erwten cn boo
nen zjjn soms donkere vlekjes waar te
nemen, en als wo deze voorzichtig los
maken, komt hel kevertje voor den dag.
Deze kevertjes zijn te bestrijden door
een geringe temperatuursverhooging, waar
door ze hun schuilplaatsen verlaten.
Waar de voorraad zaaizaad voor een
tuin betrekkelijk gering is, is wegvangen
en dooden der kevertjes heel wel mogeljjk.
Gieten. Ondanks het feit, dat we
reeds meerdere malen het gieten der
kamerplanten uitvoerig hebben beschre
ven, blijkt toch steeds weer, dat d t voor
zeer velen nog altijd een struikelblok is.
In het kort zullen we no.gmaals 'do
hoofdzaken geven.
Giet niet in het wilde weg, doch doe
dit met overleg en geef in den winter zoo
weinig mogelijk. Bloeiende planten verlan
gen meer vocht dan de niet-bloeiende,
doch in het algemeen is de winter de
rustperiode der planten.
Planten met harige bladeren hebben
meer water noodig dan die met leerach
tige en vettige bladeren. Giet alleen met
water dat op kamertemperatuur is ge
bracht, gebruik bij voorkeur hiervoor re
genwater, daarna leidingwater en alsook
dit ontbreekt, dan pomp- of put water.
Gedurende den winter alleen 's morgens
gieten. Giet zooveel mogelijk op den grond
en giet bij cyclamen nooit in het hart Dit
geeft groote kans op rotting met al de
gevolgen hiervan. Spons de bladeren ge
regeld af, niet alleen de bovenkant, doch
eveneens de onderkant. Dit is juist een
geliefkoosde plaats voor allerlei bacte
riën en ziektekiemen. Sla de planten ge
regeld gade en het uiterlijk zal ons spoe
dig zeggen of gieten noodzakelijk is. Ook
tikken tegen de pot is een goed hulp
middel. Bjj doffe klank is de aarde nog
voldoende vochtig en een holle klank zegt
ons, dat de aarde is uitgedroogd en dat
er ruimte is ontstaan tusschen pot en
kluit. Gieten we dan en het water loopt
er van onderen weer even vlug uit, dan
de heele plant in een emmer met water
zetten, om uitdrogen te voorkomen.
dan «terk en moet door zwart met 38 en
812 worden afgeruild,
e) Omdat op 4034 zwart 1318 speelt.
Uit de partij.
Zeer leerzaam is het volgende geval,
waarin deze zet naar ruit 3 gaat en wit
door een tempozet met den dam een na
slag maakt.
1 2 8 4 6
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adresseren aan P. Mons, "Westerstraat
221, Amsterdam.
Probleem Nd. 1.
Auteur: G. W. Spittuler, Amsterdam.
1 2 8 4 6
48 49
Zwart: 11 sch. op 3, 4, 7, 12, 13, 14, 16,
18, 19, 22 en 23.
Wit: 11 sch. op 21, 29, 30, 33, 34, 37,
38, 39, 41, 43 en 49.
Wit speelt en wint.
Oplossingen binnen 8 dagen na laatste
plaatsing in elke maand.
Om hef wereldkampioenschap.
De volgende partij werd gespeeld tus
schen de heeren Kuyer met wit en Moli-
mard mót zwart.
1. 32—28 18—23 31. 49—43 2— 7
2. 33—29 23X32 32. 31—26 4—10
3. 37X28 19—24 33. 26X17 12X21
4. 39—33 14—19 34. 42—37 8-12c)
5. -44—33 20—25 35. 43—39 18—23
6. 29X20 25X14 36. 48—43 7—11
7. 41—37 12—18 37. 34—29 23X34
8. 46—41 7—12 38. 40X29 20—25
9. 37—32 18—23 39. 29X20 25X14
10. 41—37 12—18 40. 27—22 21—26
11. 35—30 17-21a) 41. 45—40 10—15
12. 31—27 15—20 42. 37—31 26X37
13. 30—25 20—24 43. 32X41 14-20d)
14. 34—29 23X34 44. 39-34e) 20—24
15. 40X20 19—23 45. 41—37 15—20
16. 28X19 13X15 46. 34—29 20—25
17. 37—31 21—26 47. 29X20 25X14
18. 33—28 26X37 48. 33—29 3— 9
19. 32X41 ll-17b) 49. 38—33 14—20
20. 41—37 17—21 50. 40—35 19—24
21. 37—32 1— 7 51. 29—23 12—18
22. 39—33 14—20 52. 23X12 11—17
23. 25X14 10X19 53. 22X11 16X18
24. 50—44 5—10 54. 37—31 13—19
25. 4440 9—13 55. 28—22 18X27
26. 42—37 10—14 56. 31X22 9—13
27. 4742 15—20 57. 22—17 20—25
28. 43—39 19—24 58. 17—12 6—11
29. 39—34 7—12 59. 43—39 24—30
30. 37—31 1419 60. 35X24 19X30
Remise.
a) Op 17 zou wit 3429, 2822 en
32X1 spelen.
b) Wij achten 1823 en 14X23, gevolgd
door 1520 en 10X19 sterker.
c) Op 2126 had wit gelegenheid tot
het uitvoeren van een aardig damzetje
door 28—23, 37—31, 38—33 en 43X5.
d) Op 12—18 wit 2217, dit stuk staat
47 48 49 60
Indien zwart hier 2024 speelt, in de
meening dat wit geen zet meer heeft (im
mers op 3731 van wit speelt zwart 21
26) wint wit door:
Wit 27—22 33—29 39—33 35—301
34X3 3X8
Zwart: 18X27 24X31 27X29 23X32
25X34.
Zwart's goede zet in den diagramstand
is 12—17.
Ontdekkingen te Hazor. Over hst boek
Jozua.
Een Engelsche archaeoloog, Sir Charles
Marston, schrijft in de „Daily Telegraph'
een geharnast artikel naar aanleiding van
den nieuwen bijbelcommentaar van bis
schop Göre. Hjj valt een passage van dit
boek aan, waarin staat, dat het boek
Jozua geen nauwkeurig historisch ver
haal van de nederzetting der Joden in
Kanaiin bevat; en hij verzekert, dat de
archaeologische ontdekkingen van den
laatsten tijd integendeel de bjjbelcritiek
ten aanzien van het boek Jozua volkomen
onderst boven werpen.
Met een zekeren Prof. Garstang heeft
Sir Charles Marston nog eenige maanden
geleden opgravingen in Palestina gedaan,
en wel naar de drie steden die Jozua
volgens den bijbel heeft verwoest, n.l.
Hazor in het Noorden, Jericho en het
ten Westen van Jericho gelegen Ai.
Prof. Garstang heeft nu bij Teil El Ze-
dah, dat hjj als Hazor identificeerde, een
Kanaïetischen muur opgegraven, die ge
bouwd was op p'uinhoopen uit het mid
den-bronzen tijdvak (14001200 v. Chr.)
Op den Lanaïetischenmuur waren nog
overblijfselen van een hoekigen muur van
gebakken steen. Een van deze steenen had
een merkteeken, dat bekend is als dat
van de metselaars uit Salomo's tijd, tien
de eeuw voor Christus. Scherven van
aardewerk, die bij het opruimen werden
gevonden, bleken uit het vroege ijzeren
tijdvak te zijn-
Een geschoold ooggetuige ziet dit alles
volgens Sir Charles eenvoudig als een
illustratie van het bijbelverhaal. Prof. Gar
stang is nog bezig met het onderzoeken
van de puinhoopen van Jericho en Ai,
en hoopt daaruit chronologische gevolg
trekkingen te kunnen maken. De geogra,
fische gesteldheid van Ai en omgeving
zouden precies in overeenstemming zijn
met de gegevens uit Jozua 8.
Te Hazor is nog een galerjj van negen
monolïthen ontdekt, die, te oordeelep
naar de daarbij gevonden aardewerkfrag
menten, ook uit den tijd van Salomo moe
ten dateeren. Deze rotsblokken moeten
zeven h acht voet hoog zjjn geweest. Uit
1 Koningen 9, 15 volgt, dat Salomo te
Hazor een versterking) heeft aangelegd, en
dat hij, de stad dus herbouwd heeft.
Voor de naderende Kerstdagen.
Het winternummer van „De Vrouw en
haar Huis" bevat het origineele Engelsche
recept voor de bereiding van de echte
plumpudding (voor 8 personen).
Benoodigd: 250 gram kalfsvet, 180 gr.
bloem, 180 gram oud brood, 250 gram
zure appelen (geschild en in kleine stuk
jes gehakt of gemalen), 250 gram krenten,
250 gram groote blauwe rozijnen (gepit)
250 gram sucade, 250 gram bruine suiker,
100 gram oranje marmelade, de geraspte
schil en sap van '1 citroen, 4 eieren, 1
kleine lepel gemalen kruiden (kruidnage
len, kaneel, gember en nootemuscaat) 5
gram zout. 30 gram stroop, 1 d.L. rum-
Maak alle ingrediënten, die daarvoor
in aanmerking komen, schoon en hak ze
fijn. Verdeel vooral het vet, nadat het
van velletjes en vliesjes is bevrijd, in
kleine plakjes. Wrijf het oude brood zon
der korst door een zeef, zoodat de krui
mels heel klein worden.
Doe al de droge ingrediënten in een
kom, maak een kuiltje in het midden en
doe daarin de geklopte eieren, het citroen
sap, de marmelade, en de stroop. Werk
alle ingrediënten grondig door elkaar en
laat de massa één nacht staan. Voeg er
dan de rum bij en vul nu den vorm waar
in de pudding moet worden gekookt. Vol
gens oud-Engelsch gebruik moet de pud
ding in een met meel bestrooiden doek
worden gekookt als onze Jan-in den-zak;
maar prettiger is het er een gewone ronde
kom voor te nemen, die van boven een
iets dikker randje heeft- Besmeer de kom
van binnen goed met boter, vul daarna
niet verder dan tot plm. 2 c.M. onder
den rand.