Wat er deze week voorviel. Leestafel. Voor huis en hof. Dammen. Wetenschap en Kunst Het Vrouwenhoekje. Dinsdagmorgen VToeg vertrok van Schiphol het K. L. M. Kerstvliegtuig, be mand met drie kranige jongemannen, be laden met een groote hoeveelheid poet, met bestemming naar Indië. Jammer ge noeg, zette de tocht slecht in, want reeds in Duitschland moest een noodlanding worden gemaakt. Moce verder alles een voorspoedig verloop hebben 1 De Tweede Kamer ging deze week rus tig voort met den begrootingsarbnid. Vier middag- en twee avondvergaderin gen waren er aan gewijd. Enkele hoofd stukken werden afgewerkt, maar het staat toch te bezien, of ons parlement volgende week, dus vóór Kerstdag, met alles ge reed zal komen. In den loop dezer week werd ook ge publiceerd de begrooting van het we genfonds. Het is dus nu bekend gewor den, wat er volgend jaar met de gelden van dit fonds aan de wegen, ook in onze provincie, zal gebeuren. Tevens hebben Ged. Staten van Zeeland do opbrengst van het wegenfonds, n 1. het deel, dat Zeeland over 1927 ontving, verdeeld. De Gemeenteraad van Goes behandel de deze week de Gemeentebegrooting. wat oudergewoonte gepaard ging met scherpe debatten over de salariëering van het Ggmeente -personeel- In den Gemeenteraad van Krabben- dijke werden belangrijke mededeelingen gedaan over een eventueele gasvoorzie- ning van Zuid-Beveland en West Brabant. vanuit Antwerpen. De zaak is zeker, voor al uit financiëel oogpunt, de overweging waard, maar toch kan niet ontkend wor den, dat er zeer groote bezwaren aan verbonden zijn, om deze 'streek op een zoo "belangrijk punt afhankelijk te ma ken van België. In Zeeuwsch-Vlaanderen werd deze week een belangrijk besluit genomen, n l. om te Terneuzen een vhilingslokaal te bouwen. Dit kan zeker den tuinbouw ten goede komen. Als nu ook het kanaal plan Hulst-Axelsche Sassing nog eens uit gevoerd kan worden, zal Zeeuwsch Vlaan deren een flinke stap in de goede richting kunnen doen. Bq onze Zuidelijke naburen was het deze week niet al te rustig- Tot Kamerlid voor Antwerpen werd. tegen veler ver wachting in, gekozen de in de gevangenis verblijvende activist dr Borms. Zijn meer derheid was overweldigend. De Brussel- sche heeren zijn nu eens duidelijk aan de weet gekomen, in welke richting do sympathie van het Vlaamsche volk gaat- Meer waarde dan als demonstratie had deze verkiezing niet, want Dr Borms mag geen zitting in de Kamer nemen, ook al wordt hjj dezer dagen vrij gelaten. In Lugano vergaderen en confereeren de leden van den Volkenbondsraad, soms in het openbaar, maar meest in het ge heim- Belangrijke besluiten zijn in het openhaar nog niet genomen- Intusschen maken twee Zuid-Ameri- kaansche staten Bolivia en Paraguay zich gereed voor den oorlog. In Engeland ziet men 'dagelijks met be langstelling uit naar de berichten over den ernstig zieken koning. In Frankrijk waren het de financieele schandalen in grooten getale die de aandacht vroegen. Hef geschiedenis-onderwijs op de lagere scholen. Bij de behandeling van de Onderwijs- begrooting werd door Mevr. v. Itallie-van Embden geklaagd over de geschiedenis boekjes, waarin naar haar oordeel de oor log teveel in het middelpunt staat. Inplaats van de pacifistische idee, wordt daardoor de geest van het enge nationa lisme gekweekt. En dat mag niet volgens deze dame, want: Nationalisme is een ziekte. Een ziekte die uitsluitend bij volwassenen voorkomt. En daarom inoeten die ziektekiemen in de school niet worden opgewekt en door den Staat ge- sanctionneerd. Van den Minister werd in dit verband -gevraagd mede te werken tot hervorming van bet geschiedenis-onder wijs. Op kostelijke wijze werd deze Vrijz.- Dern. afgevaardigde van antwoord gediend door den heer J. J. C. van D ij k, den anti-revolutionairen oud-minister van Oorlog. Hij begon met er even aan te herinne ren dat het Rijk over den inhoud der te gebruiken leerboekjes geen zeggen schap heeft, om dan te vervolgen: „Nu wil ik niet in bescherming nemen de geschiedenisboekjes, die onevenwichtig zijn, die misschien te veel geven van de histoire bataille en te weinig van de vre- des- en cultuurwerken. Er moet een vol komen evenwicht bestaan; de geschiede nis heeft te geven de feiten: de feiten van het land in oorlog, zoowel als de feiten van het land in vrede. Die vormen samen de geschiedenis van de natie. Maar ik meen in hetgeen de geachte spreekster heeft ge zegd te onderkennen een streven om de histoire bataille, de geschiedenis van het land in oorlog, naar den achtergrond te dringen, en meer naar voren te brengen de geschiedenis van de vredes- en cultuur werken. Indien men dat doet, geeft men geen volledige geschiedenis meer; wanneer men bepaalde feiten weglaat of daarop een ander licht laat vallen, of bepaalde feiten verdoezelt, dan werkt men mee aan geschiedenisvervalsching, zij het dan met een pacifistisch doel. In het bijzonder meen ik er op te moeten wijzen, dat, als men erkent de leiding Gods in de geschiedenis der volken, de lei ding Gods door oorlog en vrede, men daar aan te kort doet, als men de feiten verdoe zelt, waarin en dat geldt zeker ook voor Nederland -die leiding Goda ln het bij zonder uitkomt. Als ik mij niet vergis, heeft de geachte spreekster met eenige instemming aange haald de uitspraak, dat nationalisme is een ziekte van volwassenen en dat men dus op de scholen den -kinderen datgene moet geven, wat in staat is hen reeds bij voorbaat tegen die ziekte eenigszins te be schermen. Als de geachte spreekster inder daad die opvatting is toegedaan, dan zou ik mij daartegen aanstonds willen keeren, want ik acht het nationalisme van groote beteekenis. Ik bedoel hier niet een enghartig natio nalisme, dat het karakter draagt van chauvinisme, maar wel een nationalisme in den zin van liefde voor den vaderland- schen bodem en voor de zedelijke, geeste lijke en stoffelijke goederen, die wij op dien bodem mogen genieten; een dergelijk na tionalisme is zeker van groote waarde. Maar dan volgt daaruit aanstonds, dat men dien nationalen bodem en die, natio nale goederen ook heeft te verdedigen, als het moet ook met toepassing van geweld, en dat zulks niet alleen zedelijk verdedig baar is, maar tevens, dat het een hooge roeping is voor iedereen, die nationaal ge voelt. Het nationaal gevoel is niet voor niets in het hart der menschen geplant. En wanneer men dat nationalisme zou willen doen overheerschen door een internatio nalisme, dat aan de beteekenis van dat na tionalisme te kort doet, dan acht ik dat zeer bedenkelijk. Als men den kinderen zou willen leeren, dat er moet zijn een we reldburgerschap, gaande boven het Staats burgerschap, dan zou ik dat een ramp achten. Dat zou zijn een miskenning van het goede, dat ons in het nationale leven is geschonken. Als de vraag wordt gesteld: welken geest moeten wij bij de kinderen op school ont wikkelen, dan zou ik daarop willen ant woorden: liefde voor de waar heid en liefde voor het recht. Liefde voor de waarheid, ook in de ge schiedenis, ook wanneer het betreft de oorlogen tusschen de natiën. En liefde voor het recht, niet in dien zin, dat men in het persoonlijk leven -steeds op eigen recht zou moeten staan daar geldt de eisch van de Christelijke liefde, dat men liever persoonlijk onrecht zou moeten dra gen dan door den scherpen strijd steeds zijn eigen recht te handhaven maar liefde voor het recht als behoorende tot de rechtsorde, die gehandhaafd moet worden, ook als -dat zou moeten gebeuren in een verdedigenden oorlog, opdat niet het bru tale geweld zou zegevieren over het recht". Vqfde Kerstboek. Samenge steld onder redactie van P. J. Ris- seeuw. N ij kerk, G. F. Callenbach. 1928. Als eerste deel van den 32sten jaargang der „Christelijke Bibliotheek" verscheen bij CaJlenbach te Nijkerk het vjjfde Kerst boek. Het ziet er aantrekkelijk uit. Aan de uitvoering is evenals aan de samenstel ling veel zorg besteed. Ziehier de inhoudsopgave: Dr J. R. Cal lenbach De vlucht naar Egypte; voor afgegaan door een houtsnede van Al- brecht Dürer. A. Wapenaar De Her ders en De Wjjzen. (Verzen). G. Se- vensmaThemmen „Als nieuw gebo ren kinderkens". A. Wapenaar Paulas en Johannes (Verzen). A. K. Straatsma Toen hij het vroeg (Uit het Friesche volks leven). Jan H. de Groot Schaatstocht. Herman Hana het portret in de schil derkunst. Een prachtige bijdrage, met een groot aantal mooie reproducties. Willem Evers Kribbe en Kruis. Joh. P. Ruijs De wolkenwagen. L. E. Maria's kamp. Do herderspsalm. Een geïllustreerde be werking en wat zijn ze mooi deze il lustratiesl van Psalm 23. Js. van Kuijk Spruijte Davids. Een Kerstlied mpt begeleiding voor orgel of piano. Woorden van Jacob Revius. H. J. Heij- ries De Hond. W. G. v. d. Hulst -De ronkende vlaswiek. Ds A. L. Broer - 's Winters buiten, met foto's van J. P. Strij-bos. Ignatia Lubeley Het kwade voetsp-oor. M. A. M. RenesBöldimgh Die dag. Jan H. de Groot De ontmoeting der Wijzen en Kerstfeest (Verzen). Zooals men ziet, een rijk gevarieerd en inhoud. Als we een opmerking moesten ma ken, dan zou het deze zijn, dat in bijna al de bijdragen wel het Kerstfeest wordt aangeroerd, maar dat de beteekenis van dit feest zoo weinig tot uitdrukking komt. Niet dat we deze bijdragen voor de gewone Kerstverhaaltjes zouden wil len ruilen, maar nu het Kerstfeest telkens ter sprake wordt gebracht, zouden we dat liever op een andere wijze hebben gezien. Wij kunnen niet de verschillende bij dragen bespreken. Ontroerend in allen so- beren eenvoud is de schet3 van H. J. Heijnes. Zelden hebben we de ontzettende armoede van het modernisme zooal3 die met name in Noord-Holland valt waar te nemen, zoo treffend zien geteekend. Het is een verhaal van twee gezinnen op het platteland en een eenzamen droo- mer, die no-g een flauwe herinnering heeft van een Kerstfeest uit zijn kinderjaren en die tevergeefs den vrede zocht, ook in deze stille omgeving, waar nog wel na een opzettelijk festijn der vergiffenis de kiem der onverzoenlijkheid woekert. „De wel vijftig jaren oude herinnering ging ook weer door hem heen aan den verlichten boom, en den man er bij, en de kinderen er rondom, en den herhaalden roep van den man tot de kinderen „Vrede op aardel" Het woord „Jezus" riep de man ook herhaaldelijk aan de kinderen toe. Maar dat had geen indruk, die tegen de slijting van een halve eeuw levens bestand geweest was, in hem ge grift, doch „vrede op aarde" wel. Even meende hjj, dat over hem een helder o-ogenblik kwam. Hjj keerde terug lot daar, waar de buurman hem zoo straks uitgeleide heul gedaan, en vond dezen nog op dezelfde plek. De hond op het naastgelegen erf ver wonderde er zich over, aen vertrokkene te zien wederkeeren. „Weet jij ook misschien, of altemet door Jezus den „vrede op aarde" komt,* buurman?" vroeg de teruggekomene haas tig." „Weet ik veul" gaf de ondervraagde ten antwoord. „Zuks zelle jij wel eer der as ikke weten." „Ik weet het ook niet", zeide hij, en be gaf zich nu werkelijk huiswaarts. De hond verstond niet wat de men schen spraken, maar wel of het iets bljjds of iets droevigs was, wat zij zeiden. Daar hij verstond, dat het iets bovenmate droe vigs was, zond hij een lang uitgehaald gejank over het donkere vela den Kerst nacht in." Wat ik op m/ijn Indische reis zag. Door Dr H. C. Rutgers. Uitgave J. H. Kok te Kampen. Al weer een boek over Indië? vraagt misschien deze of gene. Inderdaad. Maar een boek met een geheel eigensoortig karakter. Dr Rutgers zelf noemt het een een voudig reisverhaal van iemand, die het voorrecht had eenige maanden door Java en Sumatra te reizen. „Men Zoeke er, zegt hij, vooral niets wetenschappelijks in en men 'speure er ook niet naar of de schrijver wellicht de allures aanneemt om nu na een zoo korte reis door Indië te gaan poseeren als deskundige van Indische zaken. Daar van hoopt hij zich naarstiglijk te ont houden. Wetenschappelijke boeken over Indië zijn er van zeer bevoegde hand te kust en te keur en van Indische deskum- tigen loopt ons land reeds over „Wetenschappelijke boeken over Indië zijn er genoeg. Maar de gewone gemid delde mensch leest die niet. Toch wil die wel over Indië hooren. Er is thans zooveel verband tusschen Indië en Neder land, dat bijna iedereen familieleden ginds heeft. Dan wil men wel eens wat lezen over de zoo geheel andere omgeving waar in de familie leeft." En aan het slot van zjjn inleiding merkt de schrijver dan nog op: De be doeling van dit boek is dus niets anders, dan om den leek als het ware mijn reis te laten meemaken en hem te olaten zien wat hij zeil zou zien, als hij voor het eerst eens door Indië reisde, met al de opper vlakkigheden die zulk een eerste bezoek natuurlijk kenmerken, maar ook met al de aantrekkelijkheden, en de charme die het heeft." De hoop van Dr Rutgers dat hij van dit boek evenveel genoegen beleven zal als van een vroegere reisbeschrijving door China, Japan en Korea, zal naar wij vermoeden wel worden vervuld. Want Dr Rutgers is een goéd opmerker en een jprettig verteller. Hij weet zijn lezers te boeien, en geeft al vertellende, niet alleen een beeld van het Indische leven, maar ook en niet in de laatste plaats van het werk der zending en al den arbeid der Christelijke kerk die daar verricht wordt. Wij wenschen dit leerzame boek met zijn mooie illustraties in veler handen. Er zijn tal' van jonge menschen die graag eens in het buitenland zouden rondkijken, maar wie het noodige geld en de gelegenheid ontbreekt. Welnu, laten zij deze pakkende reisbeschrijving lezen. Zij zullen er ongetwijfeld van genieten. Hun blik zal er door worden verruimd, hun kennis vermeerderd. Winterwerk, boonenkever en gieten der kamerplanten. De werkzaamheden in den groententuin worden allengs minder. De laatste bezig heden bestaan uit het spitten, bemesten, het opruimen van zieke plantend eelen er, het in winterbedden leggen. Deze laatste zorgen verzekeren ons, dat we in hel komende voorjaar vroegtijdig klaar staan, als dit noodig is- Voor het zoover is hebben we dus ruimschoots den tijd, om een plan te ontwerpen, wat we wenschen te zaaien en waar we dit zullen zaaien in den tui-n. Het zonder nadenken bezaaien van het eene bed na het andere, zonder het min ste overleg mag misschien wel wat ge makkelijker zijn, doch onvoordeelig is het zeker ook. Behalve de noodige wisseling hebben we ons tevens rekenschap te geven, welke groente het hoofdgewas zal vormen en welke als tusschengroente dienst zullen doen. Altijd trachten waar mogelijk te combine eren, waarbij de eene groentensoort de andere direct opvolgt en waardoor een veel grootere opbrengst wordt verkregen. Bij de bemesting moet hierbij natuurlijk rekening worden ge houden. Onder de winterzo-rgen resorte-ert ook de verplichting om zaaizaad te bestellen en indien we een deel dezer zaaizaden zelf kweeken, om dit goed te bewaren- Kweeken we zelf zaaizaad, dan nemen de meesten veiligheidshalve een zoo rui me voorraad, dat er veelal een deel over blijft. Is er het volgend jaar weinig ge wonnen en zijn goede zaaizaden duur, dan wordt er lustig geprutst met overjarig zaaizaad. De. manier van bewaren zegt in dezen alles en daarom is het heel goed mogelijk, dat het bij A. gelukt, wat bjj B. finaal op een mislukking uitloopt. Het is niet mogeljjk precies te zeggen, hoe lang de verschillende zaden hun klem kracht behouden, daar dit afhangt van de wijze, hoe het wordt bewaard, doch in het algemeen verdient hot aanbeveling, elk jaar nieuw zaad te nemen van uien, prei en schorseneeren, "erwten en boonen. De erwten en ook de tuinboonen moe ten we zorgvuldig inspecteeren op de aanwezigheid van de erwten- of boonen kever, een rakker, die heel wat schade kan veroorzaken. Bjj de erwten cn boo nen zjjn soms donkere vlekjes waar te nemen, en als wo deze voorzichtig los maken, komt hel kevertje voor den dag. Deze kevertjes zijn te bestrijden door een geringe temperatuursverhooging, waar door ze hun schuilplaatsen verlaten. Waar de voorraad zaaizaad voor een tuin betrekkelijk gering is, is wegvangen en dooden der kevertjes heel wel mogeljjk. Gieten. Ondanks het feit, dat we reeds meerdere malen het gieten der kamerplanten uitvoerig hebben beschre ven, blijkt toch steeds weer, dat d t voor zeer velen nog altijd een struikelblok is. In het kort zullen we no.gmaals 'do hoofdzaken geven. Giet niet in het wilde weg, doch doe dit met overleg en geef in den winter zoo weinig mogelijk. Bloeiende planten verlan gen meer vocht dan de niet-bloeiende, doch in het algemeen is de winter de rustperiode der planten. Planten met harige bladeren hebben meer water noodig dan die met leerach tige en vettige bladeren. Giet alleen met water dat op kamertemperatuur is ge bracht, gebruik bij voorkeur hiervoor re genwater, daarna leidingwater en alsook dit ontbreekt, dan pomp- of put water. Gedurende den winter alleen 's morgens gieten. Giet zooveel mogelijk op den grond en giet bij cyclamen nooit in het hart Dit geeft groote kans op rotting met al de gevolgen hiervan. Spons de bladeren ge regeld af, niet alleen de bovenkant, doch eveneens de onderkant. Dit is juist een geliefkoosde plaats voor allerlei bacte riën en ziektekiemen. Sla de planten ge regeld gade en het uiterlijk zal ons spoe dig zeggen of gieten noodzakelijk is. Ook tikken tegen de pot is een goed hulp middel. Bjj doffe klank is de aarde nog voldoende vochtig en een holle klank zegt ons, dat de aarde is uitgedroogd en dat er ruimte is ontstaan tusschen pot en kluit. Gieten we dan en het water loopt er van onderen weer even vlug uit, dan de heele plant in een emmer met water zetten, om uitdrogen te voorkomen. dan «terk en moet door zwart met 38 en 812 worden afgeruild, e) Omdat op 4034 zwart 1318 speelt. Uit de partij. Zeer leerzaam is het volgende geval, waarin deze zet naar ruit 3 gaat en wit door een tempozet met den dam een na slag maakt. 1 2 8 4 6 Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseren aan P. Mons, "Westerstraat 221, Amsterdam. Probleem Nd. 1. Auteur: G. W. Spittuler, Amsterdam. 1 2 8 4 6 48 49 Zwart: 11 sch. op 3, 4, 7, 12, 13, 14, 16, 18, 19, 22 en 23. Wit: 11 sch. op 21, 29, 30, 33, 34, 37, 38, 39, 41, 43 en 49. Wit speelt en wint. Oplossingen binnen 8 dagen na laatste plaatsing in elke maand. Om hef wereldkampioenschap. De volgende partij werd gespeeld tus schen de heeren Kuyer met wit en Moli- mard mót zwart. 1. 32—28 18—23 31. 49—43 2— 7 2. 33—29 23X32 32. 31—26 4—10 3. 37X28 19—24 33. 26X17 12X21 4. 39—33 14—19 34. 42—37 8-12c) 5. -44—33 20—25 35. 43—39 18—23 6. 29X20 25X14 36. 48—43 7—11 7. 41—37 12—18 37. 34—29 23X34 8. 46—41 7—12 38. 40X29 20—25 9. 37—32 18—23 39. 29X20 25X14 10. 41—37 12—18 40. 27—22 21—26 11. 35—30 17-21a) 41. 45—40 10—15 12. 31—27 15—20 42. 37—31 26X37 13. 30—25 20—24 43. 32X41 14-20d) 14. 34—29 23X34 44. 39-34e) 20—24 15. 40X20 19—23 45. 41—37 15—20 16. 28X19 13X15 46. 34—29 20—25 17. 37—31 21—26 47. 29X20 25X14 18. 33—28 26X37 48. 33—29 3— 9 19. 32X41 ll-17b) 49. 38—33 14—20 20. 41—37 17—21 50. 40—35 19—24 21. 37—32 1— 7 51. 29—23 12—18 22. 39—33 14—20 52. 23X12 11—17 23. 25X14 10X19 53. 22X11 16X18 24. 50—44 5—10 54. 37—31 13—19 25. 4440 9—13 55. 28—22 18X27 26. 42—37 10—14 56. 31X22 9—13 27. 4742 15—20 57. 22—17 20—25 28. 43—39 19—24 58. 17—12 6—11 29. 39—34 7—12 59. 43—39 24—30 30. 37—31 1419 60. 35X24 19X30 Remise. a) Op 17 zou wit 3429, 2822 en 32X1 spelen. b) Wij achten 1823 en 14X23, gevolgd door 1520 en 10X19 sterker. c) Op 2126 had wit gelegenheid tot het uitvoeren van een aardig damzetje door 28—23, 37—31, 38—33 en 43X5. d) Op 12—18 wit 2217, dit stuk staat 47 48 49 60 Indien zwart hier 2024 speelt, in de meening dat wit geen zet meer heeft (im mers op 3731 van wit speelt zwart 21 26) wint wit door: Wit 27—22 33—29 39—33 35—301 34X3 3X8 Zwart: 18X27 24X31 27X29 23X32 25X34. Zwart's goede zet in den diagramstand is 12—17. Ontdekkingen te Hazor. Over hst boek Jozua. Een Engelsche archaeoloog, Sir Charles Marston, schrijft in de „Daily Telegraph' een geharnast artikel naar aanleiding van den nieuwen bijbelcommentaar van bis schop Göre. Hjj valt een passage van dit boek aan, waarin staat, dat het boek Jozua geen nauwkeurig historisch ver haal van de nederzetting der Joden in Kanaiin bevat; en hij verzekert, dat de archaeologische ontdekkingen van den laatsten tijd integendeel de bjjbelcritiek ten aanzien van het boek Jozua volkomen onderst boven werpen. Met een zekeren Prof. Garstang heeft Sir Charles Marston nog eenige maanden geleden opgravingen in Palestina gedaan, en wel naar de drie steden die Jozua volgens den bijbel heeft verwoest, n.l. Hazor in het Noorden, Jericho en het ten Westen van Jericho gelegen Ai. Prof. Garstang heeft nu bij Teil El Ze- dah, dat hjj als Hazor identificeerde, een Kanaïetischen muur opgegraven, die ge bouwd was op p'uinhoopen uit het mid den-bronzen tijdvak (14001200 v. Chr.) Op den Lanaïetischenmuur waren nog overblijfselen van een hoekigen muur van gebakken steen. Een van deze steenen had een merkteeken, dat bekend is als dat van de metselaars uit Salomo's tijd, tien de eeuw voor Christus. Scherven van aardewerk, die bij het opruimen werden gevonden, bleken uit het vroege ijzeren tijdvak te zijn- Een geschoold ooggetuige ziet dit alles volgens Sir Charles eenvoudig als een illustratie van het bijbelverhaal. Prof. Gar stang is nog bezig met het onderzoeken van de puinhoopen van Jericho en Ai, en hoopt daaruit chronologische gevolg trekkingen te kunnen maken. De geogra, fische gesteldheid van Ai en omgeving zouden precies in overeenstemming zijn met de gegevens uit Jozua 8. Te Hazor is nog een galerjj van negen monolïthen ontdekt, die, te oordeelep naar de daarbij gevonden aardewerkfrag menten, ook uit den tijd van Salomo moe ten dateeren. Deze rotsblokken moeten zeven h acht voet hoog zjjn geweest. Uit 1 Koningen 9, 15 volgt, dat Salomo te Hazor een versterking) heeft aangelegd, en dat hij, de stad dus herbouwd heeft. Voor de naderende Kerstdagen. Het winternummer van „De Vrouw en haar Huis" bevat het origineele Engelsche recept voor de bereiding van de echte plumpudding (voor 8 personen). Benoodigd: 250 gram kalfsvet, 180 gr. bloem, 180 gram oud brood, 250 gram zure appelen (geschild en in kleine stuk jes gehakt of gemalen), 250 gram krenten, 250 gram groote blauwe rozijnen (gepit) 250 gram sucade, 250 gram bruine suiker, 100 gram oranje marmelade, de geraspte schil en sap van '1 citroen, 4 eieren, 1 kleine lepel gemalen kruiden (kruidnage len, kaneel, gember en nootemuscaat) 5 gram zout. 30 gram stroop, 1 d.L. rum- Maak alle ingrediënten, die daarvoor in aanmerking komen, schoon en hak ze fijn. Verdeel vooral het vet, nadat het van velletjes en vliesjes is bevrijd, in kleine plakjes. Wrijf het oude brood zon der korst door een zeef, zoodat de krui mels heel klein worden. Doe al de droge ingrediënten in een kom, maak een kuiltje in het midden en doe daarin de geklopte eieren, het citroen sap, de marmelade, en de stroop. Werk alle ingrediënten grondig door elkaar en laat de massa één nacht staan. Voeg er dan de rum bij en vul nu den vorm waar in de pudding moet worden gekookt. Vol gens oud-Engelsch gebruik moet de pud ding in een met meel bestrooiden doek worden gekookt als onze Jan-in den-zak; maar prettiger is het er een gewone ronde kom voor te nemen, die van boven een iets dikker randje heeft- Besmeer de kom van binnen goed met boter, vul daarna niet verder dan tot plm. 2 c.M. onder den rand.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 6