DE ZEEUW BOLS ifH z o- genever| TWEEDE BLACK HET ADRES A. WIL KING Voor den Zondag. Het huisje aan den zeedijk Zoeklichtj es ZATERDAG 15 DEC. 1928. No. 68. GOES, Groote Markt 24. Tel. 41 MIDDELBURG, FEUILLETON VAN ZIE, IK KOM. Toen zeide Ik: zie Ik kom; in de rol des boeks is van Mij ge schreven. Psalm 40:8. De dag van het Kerstfeest nadert, en reeds nu zoekt ons oog de Kribbe van Bethlehem's stal, waar eens 'het Heilig Kindeke in lag. Op dien dag wordt alom de blijde mare verkondigd, dat de eeuwenoude profetie door de almacht Gods vervuld is gewor den. Zullen wij dien blijden dag recht vie ren, dan doen we wel in de dagen, die voorafgaan de gewijde adventsprofetie met ernst te bepeinzen. En dan treft het ons, dat er eene is, waarin de komende Messias zelf Zijn komst aan Israël heeft bekend gemaakt: zie, Ik kom, in de rol des boeks is van Mij geschreven l Het is zoo, de profeten profeteerden van de star die uit Jacob zou voortgaan, van den schepter die eens uit Israël zou opkomen: van den grooten Silo, wien al de volkeren zouden gehoorzamen: van den Heerscher, die uit Israël zou voort komen: van den rechtvaardigen Koning, die een Heiland zou zijn en van den Engel des Verbonds, die lot Zijn Tempel zou komen. Maar wij mogen nooit vergeten, dat het de komende Christus was, die zelf alzoo profeteerde, door den dienst der profeten, van zijn komst in de volheid des tijds. Immers wij lezen: „onderzoekende op welken of hoedanigen tijd de Geest van Christus (lie in hen was, beduidde en te voren getuigde, het lijden dat op Christus komen zou, en de heer lijkheid daarna volgende." Maar in Psalm 40 wordt het toch op ietwat andere wijze gedaan. Nu is het niet, zooals hg Maleachi, zie Hij komt, maar rechtstreekszie, I fc kom, in de rol des boeks is van Mij geschreven I In dit woord beluisteren wg den ko menden Messias zijn eigen advent recht streeks aankondigend. Dat kon Hij doen, die van zich zelf getuigde: eer Abraham was, ben Ik. Zijn uitgangen zgn van ouds, van de dagen der eeuwigheid. Hier is een groote verborgenheid, een aanbiddelijk mysterie. Waar is de mensch, die zijn eigen geboorte te voren aan an deren kan verkondigen! Zoo kan alleen doen de eeuwige Zone Gods die waarachtig en eeuwig God is en bljjft. 1 1 Israël, en met name zij in Israël, dië de Vertroosting Israels verwachtten, ston den voor het onbegrepen mysterie, dat God de Heere, de God des Verbonds, tof zijn volk zou komen, en dat die komst plaats zou hebben in den weg der ge boorte uit een Maagd- Maria, als de engel Gabriël haar het geheimenis openbaart, en de heilige moe dervreugde bij de geboorte van den Zalig maker haar aankondigt, vraagt in alle Vlasmarkt 145. Tel. 117. Inschrijvingen op de 4'/» °/o LEENING ARNHEM (Koers van uitgifte 99®/» worden door ons aangenomen. door HUGO KINGMANS. 6) -o— Er kwam een auto aansnorren, die vóór het groote, deftige perceel stilhield. „Daar komen Mama en Annie thuis", zei Lia. „Nu kunnen wij toch niet meer rustig praten. Maar ik zou u toch wel eens willen spreken, Papa. Kan dat?" „Natuurlijk, poesje. Laat ons afspre ken vanavond." „Moet u dan niet naar den schouw burg?" „Is dat vanavond, dat hoe heet dat stuk ook weer? Blanke Ballast, niet?" „Ja, Papa, dat is vanavond." „Zoo. Nu, ik kan niet. 'kHeb om acht uur een conferentie. Om tien uur ben ik wel thuis. Kom dan maar op mijn ka mer. En vertel dan maar eens, wat je op je hart hebt. Want zóó gaat het niet langer. Mama 'is één en al ontstemming, als zjj het over jou heeft. En je weet, dat ik niet van herrie houd, Lia." Lia kon niet meer antwoorden. Want met veel geruisch kwamen Mevrouw Van Meersma en Annie binnen. „Goeden avond", zei de eerste. „Wg eenvoudigheid dei harten: hoe cal dat wezen? Maar de komende Messias heeft eeuwen te voren geprofeteerd: Zie, Ik koml En voor Hem, wiens naam Wonder lijk is, is het niet te wonderlijk te ko men in deze wereld als Zone Gods en Zoon des menschen. Dat gesproken woord, het woord dor profetie, gaf aan Israël hope en verwach ting, vooral in bange dagen van druk en ellende. Op dat woord werd gepleit: „gedenk »an het woord, gesproken tot uw knecht, waarop Gij mij verwachting hebt gege ven; dit is mijn troost, in druk mjj toe gelegd." Menschen geven menigmaal een belofte die zij niet kunnen vervullen. Zij vergeten, dat het heter is niet te beloven, dan te beloven en mot te be talen. En wanneer men op die hulpe zich verlaat, dan wordt het in bange uren eerst een wachten op den morgen, straks een bitter klagen: den morgen, ach wan neer! Maar als de eeuwige Zone Gods pro feteert: zie, Ik kom, in de rol dos boeks staat van Mij geschreven, dan zal wis en zeker die wondere profetie eens zalig evangelie worden. En voor hel ware Israël is er een met onwrikbaar geloof vertrouwend wachten op de heerlijkheid van het Kerstfeest: Ik blijf den Heer verwachten, M\jn ziel wacht ongestoord, Ik hoop in al mijn klachten, Op Zijn onfeilbaar woord. „VERGEET MIJ NIET." Vergeet mij niet! Vergeet mij niet! Mijn God, op Wien ik bouw! Ach, hoor mijn biddend smeeken! Laat nooit Uw hulp ontbreken, En 't staven van Uw trouw Aan dit bewogen riet! Vergeet mij niet! Vergeet mij niet! Vergeet mij niet! Ach Heer! beveilig mij Voor 'sboozen list en lagen, En geef, dat 'kal mijn dagen, Van aardsche banden vrjj, Betracht wat Gij gebiedt! Vergeet mij niet! Vergeet mij niet! Mijn God! bewaar mijn ziell Ik heb gena gevonden Voor al mijn zware zonden, Hoe dikwijls ik ook viel. Gij, die mijn nooden ziet, Vergeet mg niet! Vergeet mjj niet! Als 's werelds lokstem mg Soms spreekt van tijd'lgk voordeel (Mij zelf en haar ten oordeel), Maak' dan Uw hulp mij vrij, Dat 'khaar verleiding vlied! Vergeet mjj niet! UIT HET ZEEUWSCHE VERLEDEN. Door A. M. Wessels. LVII. Brouwershaven. Onder de oude Zeeuwsche steden, die in het verleden .een goeden naam had den, behoort ook Brouwershaven, gele gen op het eiland Schouwen. Moge er al eens strijd geweest zijn over den naamsoorsprong van sommige Zeeuwsche plaatsen, de vraag hoe Brou wershaven aan haar naam kwam, heeft nooit een punt van verschil uitgemaakt. Derhalve .zullen wij dit even vastleggen. In de oude tjjden werd niet genoeg en geschikt water in Zeeland gevonden, om daarmede bier aan de bewoners der Zeeuwsche eilanden te verschaffen, welke drank toen een goéden aftrek had en veel werd gekocht. Voornamelijk werd dit in Delft, waar men er goed op ingericht was, gebrouwen en vandaar uit naar Zeeland gevoerd, waar men als vanzelf Zeelands eerste haven, waar' men aankwam, binnenliep. Daar werden de producten der brou wers opgeslagen, om vanuit deze haven verder over Zeeland gedistribueerd te worden. Zoo kwam 'men aan Brouwers haven. zjjn laat, hé?" ,,'tValt me nog mee, Marie", zei de architect, ,,'tls net half zes. 'En dat nog al van een modeshow! 'tWas zeker wel de moeite waard." „'tWas in één woord schitterend", viel Annie haar Mama in de rede. Even wierp zij het hoofd achterover en dan weer terzjjde een blik in den spiegel. ,,'tWas schitterend" herhaalde zjj. „U hadt moeten meegaan, Papa". „Dank je wel", zei hij droog. „Dat Iaat ik voor de liefhebbers over. Waren daar nu werkelijk nog heeren?" „Natuurlijk, Papa. Theo van Zeggelen vergezelde ons. En er waren er meer met hun dames." „Nu, zij liever dan ik. Lia heeft hier in dien tijd zitten lezen. Dat Ijjkt mjj veel verstandiger", zei hij, langs zijn neus weg. „Met Cornelia valt tegenwoordig niet te redeneeren", meende Mevrouw. Zjj drukte sterk op „Cornelia", den vollen naam van Lia. Het deed het meisje pijn. Als Mama de afkorting niet ge bruikte, was zjj ontstemd. ,,'kHad geen lust, Mama. 'kVoel me zoo moe en lusteloos", zei Lia. „Gekheid", meende Mevrouw Van Meersma. „Het is niets dan verbeelding. Niets dan kuren. Bjj de Van Zeggelens hadden ze het er ook al over.. Je loopt De itad Brouwershaven voert een zeer mooi wapen, dat echter met de naams afleiding niets 'te maken heeft. Het is gedeeld. In goud draagt het een adelaar van zwart, die een ruitschildje draagt, aan de andere zijde een leeuw van rood eveneens in goud. Brouwershaven dainkt haar stichting aan de afdamming der Duvenee, ten gevolge waarvan "Graaf Floris, daartoe door Pie- ter Nobel en diens broeder bewogen, in 1285 het plan vormde, te dezer plaatse een stad aan te leggen. Toch was Brouwershaven in de 15de eeuw nog niet meer dan een dorp, de hoofdplaats eener Heerlijkheid, die in 1461 onder de Edelengeslachten Van Bor- sellen, Van Bergen en Bolle verdeeld was. Wolfaert van Borsellen kocht in 1477 van de Edelvrouwe Maria van Bourgon- dië 2 deelen der Heerlijkheid Brouwers haven, voor de som van 1478 ponden. In 1540 kreeg ook dit stadje evenals Veere en Vlissingen hoog keizerlijk bezoek van Karei V. Dit werd als een zeer groote eer geacht. In 1589 kregen de ingezetenen van Prins Willem I verlof, de plaats te be wallen, waardoor Brouwt ^shaven in 1590 tot de Smalsteden van .eland (waartoe o.a. ook Arnemuiden en St.-Maartensdijk behoorden), gerekend werd. Van de verschillende prachtige gebou wen, die in .dit stadje verrezen, is nog het stadhuis overgebleven, een zeer fraai gebouw, dat reeds van verre de aandacht trekt en voor schilders en fotografen een dankbaar object is. Ook de prachtige oude kerk was zeer beroemd. De kerk, eenmaal toegewjjd aan St.-Petrus en St.-Paulus is een der fraaiste van Nederland. Het choor met ambulato rium, vjjf absidale kapellen en transept, dagteekent uit 1293. Brouwershaven werd mede bekend door den bloedigen zeeslag geleverd tus- schen de vloot van den Hertog van Glo- cester, den gemaal van Gravin Jacoba van Beieren en Hertog Philips van Bour- gondië. Langen tijd stond nabij het strand bij Brouwershaven een groot kruis, ook op de kaarten afgebeeld, het Heilige Kruis genaamd. Men hield dit kruis voior een herinnering aan dezen slag, die voor Ja coba van Beieren slecht afliep. Zooals gezegd, werd de stad van poor ten en wallen voorzien, maar er is, an ders dan te Zierikzee, niets van overge- bleven. De laatste is in 1820 onder sloo- pers handen gevallen. Aan het einde der ruime haven is het Marktplein, dat sedert 1829 is versierd met het door den Gentschen beeldhouwer vervaardigde standbeeld van den beroem den dichter Jacob Cats. Immers Brouwershaven was de geboor teplaats van den edelen Zeeuw Jacob Cats, door gansch Nederland bekend als „Vader Cats" en wiens gedichten over bekend zjjn. Een folio exemplaar van zijn gedichten wordt bewaard op het fraaie stadhuis, met eigenhandig door den dich ter geteekende opdracht en sierlijke zilve ren sloten, die in een fraai relief de voornaamste onderwerpen dier dichtwer ken vertoonen. Het is een fraai historisch stuk en wie Brouwershaven bezoekt, verzuime niet, dit te gaan zien- Overigens is er niet veel bijzonders van Brouwershaven te vermelden. Be halve in landbouw, winkelnering en han del, vinden de inwoners 'der stad bronnen van welvaart in de scheepvaart. Een groote weverij en een meekrapfa- briek gingen te niet, evenals een laken hal. Sedert de betonning van het Brou- wershavensche-Gat (de mond van deBie- voor Manufacturen Dames- en Klnderconfectie Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen Is GOES HULST in de gaten meisje." „Ik kan het -niet helpen", zei Lia, met een half hoorbare z icht. „Dat kun je wel. Je a .jt niet zoo ex centriek zijn." ,Tut, tut", zei Mijnheer Van Meersma. „Maak nu geen scènes. Je weet, dat ik daar niet van houd." „Ja, je geeft haar maar toe, inplaats van eens krachtig op te treden." „Er behoeft niet opgetreden te wor den", meende hij. „Het kind doet nie mand overlast. Laat haar begaan." Lia had het vertrek verlaten. Zij had begrepen, dat Mama hevig ontstemd op haar was. Bij de Van Zeggelens hadden zij zeker aanmerkingen op haar gemaakt. Dat kon men daar toch zoo beleefd- stekelig doen. Het was beter, dat zij voorloopig maar uit Mama's nabijheid bleef. „Het kind doet niemand overlast", her haalde mevr. Van Meersma scherp. „Be halve dat zjj zich allerbelachelijkst aan stelt, moeten wjj nog alle mogelijke op en aanmerkingen over haar wonderlijk gedrag incasseeren. Weet je wel, dat zij verleden week bjj de Van Zeggelens ab soluut niet heeft willen dansen? Zij wei gerde ieder, die haar ten dans vroeg. Het i3 zoo opgevallen, dat men er danig ontstemd is. Ik was maar big, dat Annie vanmiddag alleen kwam. Anders was het samenzijn vast gedwongen geweest. Ik ningen of Grerelinge) In 1838 werd de reede der stad weer drukker bezocht, wat de welvaart ten goede kwam. Ook de visscherij bracht bloei, zoodat er ook een vischhal verrees. Rampvol was ook voor deze stad de watervloed op 26 Januari 1G82. Een groot verlies aan menschenlevens en beestiaal was te betreuren. Vier groote bruggen werden weggeslagen. Al is dan Brouwershaven geen schitte rende zeeplaats, het is toch een aardig stadje dat wel een bezoek waard is. CORRESPONDENTIE. L. v. W. S 2|23, Middelburg: Be halve de talrijke door u opgegeven bron nen, weet ik er over dit onderwerp niet meer. Een jaar geleden heb ik Reimers- waal reeds in „De Zeeuw" behandeld- Zal ze voor u opzoeken en toezenden. A. D. Aendjjkepolder, Zaam- slag: Naar aanleiding van de Corresp- der vorige week, deelt een onzer lezers ■mij mede, dat hij u wel kan helpen aan de oudh. kaarten van Hattinga door Ti- rion uitgegeven- Ook heeft hij nog andere. Zijn adres is: J. van Putten, antiquair, Ierseke Schrijf dus eens aan hem. G- T-, Axel. Over de Zilveren Poort die te "Willem skerke in den grond moet zitten, weet ik niets. U schrijft, dat de geschriften hierover in Roomsche han den zitten, maar dat er op het archief te Hoek niets te vinden is. Ik zal het nauw keurig voor u onderzoeken en het bij de beschrijving van Hoek, wel behandelen- DE STOOMBOOTDIENSTEN OP DE WESTERSCHELDE. Bij de behandeling van de "Waterstaats- begrooting is door den heer K r ij g e r aangedrongen op steun van de Regeering voor verlaging der tarieven van de veer diensten op de Westerschelde. Spr. wees er op, dat het economisch vraagstuk voor Zeeuwsch Vlaanderen voor een groot deel is een verkeersvraagstuk, terwijl het bovendien ook een nationaal be lang is, dat, door goede en niet kostbare verkeersgelegenheden, zooveel mogelijk wordt voorkomen, dat Zeeuwsch Vlaande ren met zijn bedrijven, handel en verkeer nog meer dan thans reeds het geval is zich oriënteert in de richting van België. „Daarvoor, het is voldoende bekend, dreigt veel gevaar, en wel voor een groot deel als gevolg ook van de hooge vrachttarieven van den provincialen stoomhootdienst. Met het oog op den tijd moet ik mij ont houden van het geven van vergelijkingen van kosten van vervoer van en naar Zeeuwsch Vlaanderen en van en naar an dere deelen des lands, en van de transport kosten van en naar Zeeuwsch Vlaanderen en België en omgekeerd. Teekenend en juist is hetgeen wordt op gemerkt in het Voorloopig Verslag, nl., dat van sommige producten het vervoer over de Schelde meer kost dan het vervoer van Zuid-Beveland naar Rotterdam. Inder daad zijn de transportkosten van land- en tuinbouwproducten van Walsoorden naar het station Vlake hooger dan van Vlake naar Amsterdam. Bij dit eene voorbeeld uit vele zal ik het laten. Een verlaging van de tarieven voor goe derenvervoer met ten minste 30 pet. zal, om Zeeuwsch-Vlaanderen althans iets te gemoet te komen, niet langer kunnen uit blijven. Ik- ben echter er van overtuigd, dat de provincie zonder Rijkshulp niet tot deze tariefsverlaging zal kunnen overgaan. De provinciale geldmiddelen laten dat niet ■toe. De onderlinge verbinding van de Zeeuw sche eilanden kost deze provincie veel geldbedragen, die steeds hooger worden naarmate het verkeer hooger eischen stelt en aan die eischen wordt voldaan. Nu geef ik gaarne toe, dat een Rijks subsidie, -ten bedrage van f 157.000, inder daad niet gering is. Maar ik ben toch ook van meening, dat de schijn ook hier de aanleiding geeft om mis te tasten. Ik moge zeggen op grond waarvan ik dit meen. Het komt mij nl. voor, dat enkele van de door den provincialen stoomboot- dienst onderhouden verbindingen, als ge volg van de ontwikkeling der dingen, niet langer meer mogen worden aangemerkt als verbindingen tusschen deelen der pro vincie onderling, maar moeten worden be schaamde me een ongeluk. En dat juist bij de Van Zeggelens, die wg zoo te vriend moeten houden." „Waarom moeten wij die te vriend houden?" vroeg hij, laconiek. „Je wilt bepaald dwars wezen, geloof ik. Het staat je fraai", bitste zij terug. „Och, Papa maakt er een grapje van, Mama", zei Annie luchtig. „Laat ons nu onze stemming niet bederven. Wij pao gen wel wat opschieten. Om half acht zouden we jveer op den Rusebiussingel zijn." „Gaan jullie met d© Van Zeggelens naar den schouwburg?" „Jij gaat toch zeker ook mee, Alex? Er wordt op je gerekend. Onze plaatsen zjjn besproken." ,,'tSpgt mg", zei mijnheer Van Meersma ,,'kheb om acht uur een conferentie." „Waarom heb je die dan niet op een ander uur gesteld? Vanmiddag of mor gen. Je wist toch, dat vanavond de pre mière ging?" „Eerlijk gezegd, heb ik daaraan niet gedacht. Maar bovendien heb ik de con ferentie niet .gelast. 'kHeb eenvoudig be richt gekregen, dat ik er moet wezen." „Maar dat kan toch wel ,op een anderen tgd?" „Onmogelgk, liefste. Er zit te veel aan vast. Er is een kapitaaltje te winnen, 't Spgt mg voor jullie. Voor mezelf niet. 'tKan me weinig schelen. Maar voor De kosten van het departement van Onderwijs zijn da laatste jaren onrust barend gestegen. Voor een deel is dat een gevolg van wat men natuurlijke oorzaken zou kunnen noemen, zooals de regeling van de onder wijzers-salarissen, die vroeger alles te wenschen overliet, de financieele gelijk stelling van openbaar- en bijzonder onder wijs, enz. Maar het is ook een gevolg van het feit, dat vaak op de meest roekelooze wijze met het geld is gegooid. Als ik b.v. in de Kamerverslagen lees, dat de jaarlijksche kosten van de hoogere textielschool te Enschedé zijn gedaald van f 6400.per leerling op f 1820.dan vind ik dat hoewel de kosten nog rij kelijk hoog schijnen een prachtbezuini- g>«g- Maar aan den anderen kant wekt het toch ook een gevoel van wrevel en weerzin, dat zoo met de zuurverdiende belastingpenningen kon worden gemorst. f6400 per leerling en per jaar. Waarlijk geen wonder, dat ons volk onder een veel' te zware belastingdruk gebukt gaat. OPMERKER. schouwd als verbindingen voor het door gaand verkeer en dientengevolge als ob jecten van Rijkszorg. Dit is m. i. zeer zeker het geval met de verbindingen Breskens-Vlissingen, Zijpe- Anna Jacoba Polder, waarvoor de pro vincie subsidie verleent, terwijl ik meen, dat er genoeg aanleiding is om, met uit sluiting van den dienst Vlissingen-Terneu- zen, ook de overige diensten op de Wes terschelde bij deze categorie te voegen. De wijziging in de wegenpolitiek, de heffing van wegenbelasting en meer andere fac toren stellen bet Rijk m. i. ook met be trekking tot de zooeven door mij genoemde verbindingen voor nieuwe verplichtingen en voor grooter financieele offers. Vandaar, dat ik, van uit dezen gezichts hoek den verleenden Rijkssteun bekijken de, met volle vrijmoedigheid den Minister durf te vragen om alvast te beginnen met tariefsverlaging voor bet goederenvervoer met 30 pot. mogelijk te (maken, door ver hooging van het subsidie met een bedrag, hetwelk de provincie voor die verlaging schadeloos zou stellen". Door Minister van der Vegte werd hierop het volgende geantwoord: „Op het oogenblik draagt bet Rijk 80 pet. bij in het tekort van den veerdienst van den provincialen stoomhootdienst op de Westerschelde. Nu is er op het oogenblik bij mij in be handeling een verzoek, om die tarieven te verlagen en nu stelt de heer Krijger voor, dat alles, wat nu uit die verlaging voort vloeit, voor 100 pet. door het Rijk zal wor den betaald. Ik weet wel, dat, toen ik 2M jaar gele den bij mijn Departement kwam, ik nog nooit door welke zaak ook zoo geschrokker hen als toen ik hoorde, dat wij bij den pre vincialen stoomhootdienst 80 pet. in het tekort 'bijdroegen. Ik heb daapvan de ge schiedenis vernomen en toen werd het mi» iets klaarder, maar een zeer behoorlijken toestand vond ik het toch niet. En wan neer ik mij bereid verklaarde te bevorde ren, dat bij verlaging ik na de 80 pet. ook nog zal bijdragen 20 pet. in de eventueele extra tekorten, dan geloof ik niet, dat ik daarmede een niet behoorlijk standpunt zou innemen en ik ben op het oogenblik, gehoord de motieven van den heer Krijger, nog niet overtuigd, dat ik van die verdere verlaging >>tot 100 pet. zou moeten hijdra- gen. Ik zal echter, evenals ik aan de an dere leden heb voorgesteld, de zaak nog eens overwegen en daarna met den Mi nister van Financiën er over spreken". jullie is het natuurlgk teleurstellend. En fin, dan od een anderen keer maar eens. Heb je op den show .een keus gedaan?" Handig bracht hg het gesprek, "dat in een twist dreigde te ontaarden, op een ander onderwerp over. En hij koos daar toe de zwakste zijde van zijn vrrouw, die van de mode haar afgod had gemaakt en met toiletten' dweepte. „Er waren mooie dingen bjj, Alex", zeide zij, nog nagenietend. „Nu, koop ze dan", zei hg. „Dat waren we van plan, mannie." „Dacht ik wel. Maar hoe staat het met het eten?" „Het is direct gereed", zei Annie. „Waar zit Lia nu?" „O, 'die komt wel opdagen", meende Mevrouw Van Meersma. „Lia gaat vanavond ook niet met jullie mee?" vroeg de architect. ,,'kWeet het niet", zei Mevrouw. „Ver telde zij dat?" „Nu, bepaald verteld heeft zij het niet", antwoordde hij haastig. „Zjj sprak van vanavond lezen of zooiets." „Ze moet het zelf maar weten, 't Is beter, dat zg thuis 'blijft dan met een vervelend gezicht in den schouwburg te zitten. En zeker, nu de Van Zeggelens er bij zijn." „O, praat er dan maar niet over en laat ze "haar .gang maar gaan." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 5