DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Staten-Generaal. Gemeenteraad van Goes. VAN VRIJDAG 14 DEC. 1928. No. 65. TWEEDE KAMER. De defensie-begrootinfl. De Kamer heeft gisteren een aanvang gemaakt met de behandeling van de de- fensie-begrooting. Aan critiek op het beleid van den mi nister ontbrak het niet. Aan de eene zijde waren het de ontwa- penaars, waarvan de heer K. ter Laan (S.-D.) als woordvoerder optrad, die na tuurlijk ontevreden waren omdat de uit gaven voor dit doel veel te hoog waren, en daartegenover stonden anderen als de hee ren v. Rappard (lib.) en Duymaer v. Twist (A.-R.), die waarschuwden niet te ver te gaan en de weermacht niet al te zeer te verzwakken. Van Socialistische zijde tracht men steeds de voorstelling te wekken dat er op de militaire uitgaven niet bezuinigd wordt, maar dat is een bewering die met de fei ten al te zeer in tegenspraak komt. Ondanks de verhooging van pensioenen en wachtgelden, wat een meerdere uitgaaf vroeg van pl.m. acht millioen gul den, zijn de uitgaven sinds 1922 met bijna f 32 millioen verminderd. De heeren Hiemstra (S.-D.) en S m e e n k (A.-R.) deden een goed woord voor de weduwen van kleermakers-buiten- werkers, terwijl laatstgenoemde met kracht opkwam tegen de verstrekking van sterken drank in kampementen en leger plaatsen. Het terrein van de Overheid, aldus spr., behoort vrij te blijven van al len drankverkoop. De heer K. t e r L a a n (S.-D.) was na tuurlijk wel verplicht tekeer te gaan tegen den vrijwilligen landstorm. Nadat hij eerst de marechaussees en po- litietroepen onder protest van den minis ter als „moderne huurlingen" had aange duid, kwam spr. tot den landstorm en den bijzonderen vrijwilligen landstorm. Dit is het befaamde anti-revolutie-instituut. De Regeering die daarop steunt, steunt niet meer op het volk in zijn geheel. Op een gegeven oogenblik kan deze gewapende macht zich keeren tegen de Regeering zelf. De Minister: Dat kan men toch evengoed van alle militairen, van alle dienstplichtigen zeggen I De heer K. ter Laan: In elk geval kunnen deze mannen worden gebruikt buiten het leger om, teneinde orde en rast te herstellen. Dit acht spr. verkeerd- Het zijn voor een groot gedeelte mannen van een bepaalde politieke richting. Het leger is de nationale militie; maar men stelt nu katholieken en anli-revolution- nairen tegenover het leger, tegenover de nationale militie. De heer Duymaer van Twist (A.- R.): ook vrijzinnigen! De heer K. ter Laan: Ja, bepaalde vrijzinnigen! De heer Duymaer van Twist: Ook vrijzinnig democraten! (Tegenspraak) En christelijk-historischen! De heer K. ter Laan: Ja, die had ik vergeten. Het heet nu, dat de Regeering over die troepen beschikt. Maar er is een 'commissie, aan het hoofd waarvan generaal Duymaer van Twist.staat, die over deze troepen zeggenschap heeft en die in wezen beschikt over de wapens. De heer Duymaer van Twist: U fantaseert, dat weet u wel. De heer K. ter Laan: En die com missie beschikt over 3Vg ton. De heer Duymaer van Twist: Die krijgt de commissie niet! De heer K. ter Laan: De minister zegt zelf, geen bemoeienis met dezen land storm''te hebben. De Minister: Waar slaat dit op? De heer K. ter Laan: Dat kan mij niet schelen. De Minister: 'tWas een antwoord op een opmerking over een circulaire. De heer K. ter Laan: In elk geval heeft dus de minister er geen bemoeienis over. Spr. herinnert aan een geheime circulaire, waarin een bijeenroeping voor komt voor een vergadering en waarin de heer Duymaer van Twist wordt genoemd, die daarin belangrijke mededeelingen zal doen over 's lands veiligheid. De heer Duymaer van Twist: Heb ik die circulaire geschreven? De voorzitter: Ik verzoek den heer Duymaer van Twist nu naar zijn plaats te gaan en niet verder te interrumpeeren- De heer K. ter 'Laan Ik acht dezen toestand onhoudhaar, dat een commissie in welken vorm dan ook, over 60.000 man beschikt. Het oproepen van een vrij willige lichting, buiten de Staten-Generaal om, acht spr. ook in strijd met de Mili- tiewet. Spr. zal zich na de verkiezingen beraden, wat daartegen te doen is, Zooals men ziet, zijn de roode heeren over den vrijwilligen landstorm al heel slecht te spreken. In het antwoord van den Minister zul len we hiervan wel meer hooren. Koloniën. In de avondvergadering werd na een debat, waarbij de gebruikelijke treurzangen over Suriname niet ont braken, de begrooting van Koloniën z. h. s. aangenomen. Aan het antwoord van den Minister op de van verschillende kanten gemaakte opmerkingen ontleenen wij, dat hij met den nieuwen gouverneur van Suriname tot de conclusie is gekomen, dat het maken van een algemeen plan een ijdel streven zou zijn en voorts, dat het niet wensche- lijk zou zijn om zoodanig algemeen plan te maken, ten einde niemand daardoor te binden. Dit wil echter in het geheel niet zeggen, dat spr. pessimistisch is gestemd ten aanzien van de ontwikkeling van Su riname. Al kan hij geen algemeen plan overleggen, toch kan spr. wel zeggen, dat naar zijn meening de ontwikkeling van Suriname moet worden gezocht in de richting van groote landbouwbedrijven, ge ëncadreerd door kleine bedrijven. De regeering laat zich niet ontmoedigen door het kleine succes, dat gevolgd is op hetgeen zij twee jaren geleden aan de on dernemers in Suriname heeft toegezegd. Verder zegt spr. gaarne bereid te zijn, om alle aandacht aan de groote cultures te schenken, en wanneer steun noodig mocht zijn, zal spr. zijn invloed bij den Gouverneur aanwenden, om dien steun in zoo ruim mogelijke mate te verleenen- Wat de waterleiding te Paramaribo be treft, deelt spr. mede, dat aan dr Jenny W e ij e r m a n Is opgedragen 'n plan voor te bereiden en spr. hoopt, dat voor zijn aftreden als minister de eerste spade hiervoor in den grond zal zijn gestoken. Voorts zegt spr-, dat de onderhandelin gen /er de uitzending van een land- bouwoonsulent gaande zijn, en dat hij hoopt spoedig tot uitzending te kunnen overgaan. (Vervolg.) Herbenoemd wordt als Regent van het Gasthuis dhr W. Kakobeeke, als Regentes Gasthuis mevr. M. L. J. Hajenius-Smit. Als lid der Commissie van toezicht op het Middelbaar Onderwijs Mr J. A. A- Fransen van de Putte. Benoemd als lid der Schoolcommissie mevrouw S. BrinkThorenaar en her benoemd dhr C. W. Dogge. Nu volgt behandeling der Gemeentebegrooting 1928. Algemeene beschouwingen. Weer scherpe salarisdebatten. De voorzitter verzoekt den leden, zich te bekorten en de politiek er buiten te laten. Dhr Crucq (s.-d.) kan moeilijk vol doen aan den wensch van den voorzitter om de politiek er buiten te laten. We hebben nu een rechtsch college van B. en W. Maar, zoo vraagt Spr., waaruit blijkt dat? Een enkele maal is getracht enkele stokpaardjes der rechter zijde tot voorstellen te maken. Maar ge bleken is, dat de oude coalitie-partijen het onderling niet eens zijn. We hebben een vloekverbod, maar spr. gelooft niet, dat de bevolking er zedelijk beter door is geworden. Er wordt veei mee gespot. Beter is, de schrille maat schappelijke tegenstellingen op te heffen. Spr. dringt aan op een gemeentelijke badinrichting, met zulke tarieven, dat ze voor ieder te gebruiken is; verder om aan een geneesheer op te dragen, de schoolkinderen eenige malen per jaar te onderzoeken. D,an vraagt 'spr. een on derzoek naar de noodzakelijkheid van ar beiderswoningbouw. In dit verband be pleit spr. beschikbaar stellen van grond tegen lagere prijzen. Ook is er vraag naar terrein voor bouw van magazijnen, pak huizen, enz. Spr. wil' inplaats van kweekelingen, tijdelijk)© leerkrachten bij. het lager onderwijs aanstellen, -tégen het normale .salaris, in .afwachting, tot de nieuwe betere rijksregeling van kracht wordt. Ook bepleit spr. een ander systeem bij de aanbesteding van gemeentewerken en zooveel mogelijk uitvoering in eigen beheer. Spr. behandelt nu het rapport der fi- nanciëele commissie, dat ook nu weer inhoud een aanval op de salarissen van het gemeente-personeel. Het venijn noemt spr. het willen rè'kenen met de pensioens premie. Spr. noemt de loonen jn ge meentedienst alhier in vergelijking met andere plaatsen laag. Spr. wil zorgen voor een menschwaardig bestaan van het per soneel. Spr. wenscht het presentiegeld der Raadsleden te handhaven. Het Raadslid maatschap brengt toch mee: lidmaatschap van organisatie en abonnement op tijd schriften. Spr. bepleit het verdeelen van het werk der wethouders. We moeten weten, wie er bijv. wethouder van financiën is. Ten slotte critiseerde spr. het stem men der wethouders tegen hun ejgen voorstellen, zooals dat in de laatste ver gadering is voorgekomen. De voorzitter prijst den heer" Crucq dat deze aan 'de politiek zoo'n kleine plaats heeft ingeruimd. Dhr v. Vlo ten (v- b.) vergelijkt het bespreken der begrooting met een mili taire verrich ting. Er zijn twee legers: uitgaven en inkomsten. B. en W- zijnde opperbevel hebbers. De Raad is de krijgsraad. Maar nu is het den krijgs raad niet gemakkelijk gemaakt, omdat de opperbevelhebbers geen overzicht van de opstelling der troepen en het strijdplan hebben gegeven. Dit noemt spr. een ge- mis. De beeldspraak latende varen, dringt spr. aan op een memorie van toelichting bjj de gemeentebegrooting. Komende tot de salaris-kwestie, wil spri de vragen beantwoord zien: hoe zijn de loonen in het particulier bedrijf in vergelijking tot die in gemeen te-dienst en zjjn de onderlinge salaris verhoudingen in gemeentedienst in orde- Indien het waar is, dat de loonen in particulieren dienst lager dan bij de ge meente, dan krijgen we "de onbillijkheid dat een deel der burgerij belasting moet betalen om mogelijk te maken, dat ande ren, die in gemeentedienst zijn en ongeveer gelijks oortig werk verrich ten, meer zullen verdienen. Spreker vraagt een onderzoek van B. en W. hier naar. Zoo noodig kan dan een reorganisa tie der salarissen worden voorgesteld, hetzij voor het bestaand personeel, hetzij voor nieuw aan te stellen personeel. Dhr Simons (R.-K.) merkt op, dat de fin- commissie geen salarisverlaging zonder meer heeft voorge steld, doch meer een her ziening Er be staan tusschen de sala Lering van verschillen de groepen ge meente p r 0- neel onbillijk heden. Spr. wil geen namen noemen, maar een commissie kan deze zaak grondig onderzoeken. Spr. bepleit verhooging van den kin deraftrek hij de gemeentelijke inkomsten belasting, maar wil deze zaak aanhouden tot er zekerheid is aangaande de fin. verhouding tusschen Rijk en gemeenten. Dhr Eckhardt (A.-R.) is blij, dat hier geen breede alg. beschouwingen zijn gehouden. Men krijgt soms van de de batten in andere steden kippevel. Spr. wil zoo weinig mogelijk werken In eigen beheer doen uitvoeren en wil verder, dat B. en W. het dansen en allerlei vermake lijkheden zullen tegengaan. Dhr Crucq vraagt nog nadere gege vens over de gevolgen voor Goes van het wetsontwerp betreffende de verhou ding tusschen Rijk en Gemeenten. De voorzit ter antwoordt, dat a.s. Zater dagmiddag hier over vanwege de Vereen, van Ned. gemeenten te Goes een vergadering zal worden gehou den. Namens B. en en W- spreken de, zegt spr. verder, dat het rapport der fin. commissie fei telijk weinig bé- vat. B. en W. vonden in deze begrooting geen aanleiding om nadere fin. beschou wingen te geven. Dat is ook niet zoo gemakkelijk. Trouwens de begrooting is al omvangrijk genoeg. Maar er bestaat geen bezwaar bij B. en W. om volgende jaren, als het pas geeft, zulk een memorie van toelichting te geven. Ook B. en W. willen een voorzichtige financiëele politiek voeren. De salariskwestie noemt spr. het teere punt. Spr. heeft zich daarover boos ge maakt. Als men gaat tornen aan de sala rissen, komt men aan spr. zelf en spr. zal op de bres springen, om die te ver dedigen- Dhr van Vloten heeft de belasting hier bij ter sprake gebracht. Dit keurt spr. af- Spr. weet, dat hier in Goes door het par ticulier bedrijf van hoog tot laag geschar reld is met de belasting. Daaraan heeft spr., zich vroeger, toen de gemeente zelf inkomstenbelasting inde, vaak geërgerd. In besloten vergadering wil spr. wel na men noemen. Juist de ambtenaren hebben van hun schamel loon veel te veel belas ting moeten betalen in verhouding tot andere ;groep'en. Dhr van Vloten: is die toestand nu nog zoo? De voorzitter weet dat niet. Verder komt deze er tegen op) dat hier zoo met het presentiegeld gesold wordt. Het is in den loop der jaren ingevoerd, dan weer afgeschaft, later weer inge voerd, verlaagd enz. Weth. Goed- bloed (A. R.) wil niet alles. Onderschrijven wat de voorzit ter over de sa larissen heeft gezegd. Maar spr. herinnert aan de uit spraak over de salariskwestie van vorig jaar, en aan het La- tijnsche spreek woord: aan hel procedeeren moet eens een einde komen- Ook aan die salarisdebatten moet eens een einde komen. Het gemeen te-personeel moet niet in den waan blij ven, dat er voortdurend aan hun sala rissen getornd wordt. Spr. dringt er nog temeer op aan die zaak te laten rusten, omdat we in een overgangstijd leven. Spr. doelt op het wetsontwerp tot regeling van de fin. ver houding tusschen Rijk en gemeenten. Laten we den loop van zaken even afwachten. Spr. komt op tegen den wenk van den voorzitter, om de politiek buiten de de batten te laten. De Raad is toch èen politiek college. Het is nu eenmaal de gewoonte om aan rechtsche colleges (ministeries, B- en W., enz.) te vragen: wat doen jullie nu eigenlijk en waar blijven jullie daden? Zulk een vraag laat spr. koud. Dat er tusschen samenwerkende partijen wel eens gemis aan overeenstemming bestaat, is wel vaker gebleken. Dat tekort aan overeenstemming be staat zelfs in den kring van de S. D. A. P. Het rechtsche college van B. en W. heeft dit jaar getoond, wat het wil. Als waar was, dat het college zoo weinig principi- eele dingen had gedaan, had spr. juist een weord van lof verwacht van den heer Crucq (Gelach.) Bij de verdediging van het vloekverbod is nooit gezegd, dat dit de menschen beter zou maken. Het vloekverbod werkt nuttig, maar al was dit niet zoo, dan haid de Overheid toch haar plicht gedaan als regeerende bij de gratie Gods. De verdeeling der functies in R. en W. is nog niet door B. en W. besproken. Ze heeft vroeger onder linksehe colleges ook nooit plaats gehad. Maar blijkt de nood zakelijkheid, dan kan dit overwogen wor den. Nu behandelen B. en W. alle zaken gezamenlijk. Daaraan zijn zeker voordee- len verbonden. Men kan nu het college in zijn geheel verantwoordelijk stellen, en zoo noodig aanvallen. Dat de wethouders een vorig maal tegen hun eigen voorstel hebben gestemd, is zoo mal niet. Een ander voorstel bleek goedkooper voor de gemeente. Had de heer Crucq liever gehad, dat B- en W. schorsing der beraadslagingen hadden ge vraagd? Dat had de zaak maar onnoodig ■opgehouden. Dhr v. Vloten (v.b.) drukt zijn spijt er over uit, dat de burgemeester zich over de salaris'kwestie zoo boos heeft gemaakt. Er kunnen zeer wel' onbillijk heden bij de belastingheffing zijn voorge komen. Misschien zijn ,ze er nog wel. Maar daar gaat het hier niet over. Spr. hand haaft ten volle zijn in eerste instantie hier over gesproken woorden. Spr. bestrijdt, dat over het voorstel van de financiëele com., zooals het daar nu ligt, vroeger een uitspraak is ge daan. (Dhr Goedbloed interrumpeert, dat er vroeger reeds een salariscommissie is geweest.) Het voorstel der finane. comm. behoeft niet te wachten cup de financieel'e verhou ding tusschen Rijk en gemeenten. Menjcan alvast gaan vergelijken de loonen in par ticulieren en in gemeentedienst. De voorzitter: laat u de franje er maar af en zeg maar: de salarissen in gemeentedienst zijn in Goes te hoog. Dhr v. Vloten interrumpeert heftig ontkennend. Dhr Simons zegt nog eensde fin. commissie wil geen verlaging, maar her ziening der loonen. Er zijn onbillijkheden. De voorzitter zegt, dat B. en W: geen onderzoek zullen instellen, zöoals de fin. commissie wil. Maar de Raad kan een commissie benoemen. Dhr Eckhardt wil' niet de loonen in gemeentedierfst gelijk maken met het par ticuliere bedrijf, want daar zijn ze vaak veel' te laag. Dhr. v. Poelgeest (v.b.) vindt het opmaken van een begrooting, d.i. het neerzetten van wat cijfers, zeer gemakke lijk. Maar B. en W. moeten er hun mee ning over geven. We moeten weten, waar wo vandaan komen en heen gaan. De voorzitter heeft gezegdeen memorie van toelichting schrijven is niet gemakkelijk. Spr. kan zich dit voorstellen met dit college van B. en W. (Dhr Goedbloed: vroeger was het zeker wèl' gemakkelijk?) De voorzitter antwoordt den heer V. Poelgeest: het college van B. en W. zoekt zijn gemak niet en deinst voor niets terug. Maar de Raadsleden moeten een begrooting kunnen l'ezen. Het is niet gemakkelijk, om alles zoo voor-te kau wen, dat ieder het kan1 begrijpen. Overigens wil spr. in' dit verband nog even zeggen, dat het goed is, dat Goes geen verpolitiekte burgemeesteT heeft, want ook de samenwerking in het tegen woordige college is naar wensch. Dhr Goedbloed: het is ook gelukkig, dat de wethouders niet verpolitiekt zijn. Die eer eischt Spk. ook' voor zich op. Tot den heer v. Poelgeest zegt Spr. dat er vroeger nooit gesproken is over een memorie van toelichting bij1 de be grooting. Nu komt men er voor het eerst mee. Als het noodig. is, willen B. en W. zulk een memorie wel geven. (Dhr v. Vlo ten: het is altijd noodig.) Dhr v. Poelgeest heeft niet gedoeld op de politieke samenstelling van het college, maar op de personen der wet houders. Dhr Goedbloed: nu maakt u het nog Veel' erger. Dat is zoo grof moge lijk. Dhr v. Poielgeest gelooft niet, dat een werk als hier bedoeld, voor den oud sten wethouder gemakkelijk is. En mr Goedbloed heeft vorig jaar als voor-: zitter der financieel'e commissie proeve van bekwaamheid afgelegd! Na eenige replieken volgt artikels- gewijze behandeling der be grooting. Van de discussies vermelden wij het volgende: Presentiegeld voor Raads leden. Dhr v. Vloten beschouwt het Raadslidmaatschap als een werk in 't algemeen belang. De Raadsleden kunnen dat werk in hun vrijen tijd doen. Bestuurs leden van politieke en andere vereenigih- gen ontvangen in 't algemeen ook geen vergoeding. Overigens wil Spr. hoe da beslissing ook uitvalt niet meer op deze zaak terugkomen. Dhr Simons (R.K.) vindt het zeer vervelend, als de Raadsleden telkens over eigen salaris moeten praten. Spr. zou niet gaarne zeggen, dat' Raadsleden, die presentiegelden ontvangen, niet net alge meen belang dienen, spr. heeft ook niet gemerkt, dat Raadsleden het presentie geld weigerden. Dhr H 011 e s t e 11 e (C.H.) onderschrijft het betoog van den heer v. Vloten. Dhr Vermaire (C.H.) heeft zich af gevraagd: heeft de fin. comm. nu niets anders kunnen vinden om te bezuinigen dan deze post? Bovendien is het voor don voorzitter lastig, als voor 's mid dags wel' en 's avonds geen presentie geld wordt uitgekeerd, om de vergade ringen" uit te schrijven. Het voorstel7 der fin. commissie, om alleen voor middag vergaderingen presentiegeld uit te keeren, wordt verworpen met 8 tegen 4 st. (vóór dhrn v. Vloten, Ilollestelle, Simons, en v. Poelgeest). Bevordering van 2e klerk ter secretarie tot le klerk. Dhr v. Vloten meent, dat het algemeen peil van het secretarie-personeel den laatsten tijd onnoodig hoog is opgevoerd. Er is veel eenvoudig; schrijfwerk te verrichten. Hier is wellicht andere arbeidsverdeeling mogelijk. Spr. acht de bevordering van 2en tot len klerk niet noodig. De voorzitter: u weet weinig af van het personeel ter secretarie. Ik kan dat wel in elk opzicht, beoordeelen. Er is feitelijk 'één man te weinig. Spr. is blij; dat er een. volontair is. Anders kwam het werk soms niet klaar. Spr. verdedigt het voorstel1. Dhr v. Poelgeest is niet tegen het verleenen van een persoonlijken titel. De voorzitter: waarom p'raten de heeren hierover toch zoo lang? In het particulier bedrijf doet men anders en geeft men aan iemand, die men appre cieert, f500 of meer salaris-verhooging; Spr. wil voor zijn personeel opkomen. Spr. kan hun werk beoordeelen, anderen niet. In het particuliere bedrijf geeft men goede krachten niet honderden, maar dui zenden guldens salaris. Dhr v. Vloten: Welja, denk maar eens aan de pensioenen i U praat den ge- heelen tijd langs me heen. U moet mij niet zoo behandelen. Ik doe voorstellen in het belang der gemeente. De voorzitter vindt het onprettig, dat men B. en W. niet gelooft. De voorz.: er is behoefte aait om den een eersten klerk ter secretarie? Weth. Goedbloed antwoordt beves tigend. De voorz.: er is behoefte aan om den., bedoelden ambtenaar len 'klerk te maken, omdat hij het werk! van een len klerk doet. 1 1 Dhr v. VI0temde heeren spteken el kaar tegen. Dhr v'. Poelgeest: al3 de bedoelde ambtenaar weggaat, wordt er dan een le klerk opgeroepen? De voorzitter antwoordt onlken- nend. Na eenige discussie, antwoorden B. en W., dat de le klérk ter secretarie noodig is. De fin. commissie trekt nu haar voor stel in. Dhr Crucq vindt het verkeerd, dat de voorzittertelkens zegt, dat de Raads leden niet over allerlei zaken kunnen oordeel'en. Dan kunnen we wel naar huis gaan. De voorzitter: ik kan er toch be ter over oord eel en dan u? Ik weet van uw werk ook niets af. Dhr Crucq: daar gaat het niet om. We zitten hier om de gemeentebelangen te dienen. 1 1 Poli tie-dip'loma. Besloten wordt op voorstel van den heer Vermaire het voorstel1 van B. en W. eenigszins te wijzigen en te vergoeden voor 'politie- dipToma zonder aanteekening f30 en met aanteekening f 50. Standplaats voor autobus sen. De voorzitter deelt mede; dat B. en W. voornemens zijn het terrein bij de Koepoort te bestraten en de autobussen daar op Dinsdag en buitengewone dagen te doen stationeeren, maar tegen een vergoeding. (Dhr Eckhardt applaudis seert.) Eerst waren B. en W. voornemens er ook een wachtlokaaltje neer te zetten, maar hiervan, hebben ze afgezien, omdat het- meestal voor andere doeleinden zou worden gebruikt en de kosten hoog zijn. Burgerwacht. Dhr Buis stelt voor den post subsidie burgerwacht te schrappen. Er werd altijd gesproken van revolutie, maar we hebben nog steeds geen revolutie gehad. Dhr Simons wijst er op, dat her haling van vergissingen als in 1918 niet uitgesloten-is. Dhr. Crucq: die vergissing heeft vélen toch maar verbetering gebracht. De post wordt gehandhaafd met 8 te gen 4 st. (Voor schrapping stemden dhrn Buis, Crucq, v. Vloten, en v. Poelgeest.) Badinrichting. De voorzitter heeft om inlichtingen te dezer zake ge vraagd naar Wageningen en Gorinchem. B. en W. willen onderzoeken, of met bescheiden middelen hier iets te berei ken i3. W ij k v e r p 1 e g i n g. De fin. commissie bepleit een andere verdeeling der subsidie (f 75 per verpleegster). Dhr v. d. Does wil betalen naar het aantal bezoeken dat „is afgelegd. Dhr v. Vloten consta teert, dat de tegenwoordige wijze van subsidieering niet meer klopt met de werkelijkheid. Na eenige discussie wordt het voorstel der fin. commissie aangehou den. Hierna besloten zitting. Avondvergadering. Te acht uur wordt de vergadering' her- opend.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 5