DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Staten-Generaal.
Gemeenteraad van Goes.
VAN
VRIJDAG 14 DEC. 1928. No. 65.
TWEEDE KAMER.
De defensie-begrootinfl.
De Kamer heeft gisteren een aanvang
gemaakt met de behandeling van de de-
fensie-begrooting.
Aan critiek op het beleid van den mi
nister ontbrak het niet.
Aan de eene zijde waren het de ontwa-
penaars, waarvan de heer K. ter Laan
(S.-D.) als woordvoerder optrad, die na
tuurlijk ontevreden waren omdat de uit
gaven voor dit doel veel te hoog waren, en
daartegenover stonden anderen als de hee
ren v. Rappard (lib.) en Duymaer
v. Twist (A.-R.), die waarschuwden niet
te ver te gaan en de weermacht niet al te
zeer te verzwakken.
Van Socialistische zijde tracht men
steeds de voorstelling te wekken dat er op
de militaire uitgaven niet bezuinigd wordt,
maar dat is een bewering die met de fei
ten al te zeer in tegenspraak komt.
Ondanks de verhooging van pensioenen
en wachtgelden, wat een meerdere uitgaaf
vroeg van pl.m. acht millioen gul
den, zijn de uitgaven sinds 1922 met bijna
f 32 millioen verminderd.
De heeren Hiemstra (S.-D.) en
S m e e n k (A.-R.) deden een goed woord
voor de weduwen van kleermakers-buiten-
werkers, terwijl laatstgenoemde met
kracht opkwam tegen de verstrekking van
sterken drank in kampementen en leger
plaatsen. Het terrein van de Overheid,
aldus spr., behoort vrij te blijven van al
len drankverkoop.
De heer K. t e r L a a n (S.-D.) was na
tuurlijk wel verplicht tekeer te gaan tegen
den vrijwilligen landstorm.
Nadat hij eerst de marechaussees en po-
litietroepen onder protest van den minis
ter als „moderne huurlingen" had aange
duid, kwam spr. tot den landstorm en den
bijzonderen vrijwilligen landstorm. Dit is
het befaamde anti-revolutie-instituut. De
Regeering die daarop steunt, steunt niet
meer op het volk in zijn geheel. Op een
gegeven oogenblik kan deze gewapende
macht zich keeren tegen de Regeering zelf.
De Minister: Dat kan men toch
evengoed van alle militairen, van alle
dienstplichtigen zeggen I
De heer K. ter Laan: In elk geval
kunnen deze mannen worden gebruikt
buiten het leger om, teneinde orde en
rast te herstellen. Dit acht spr. verkeerd-
Het zijn voor een groot gedeelte mannen
van een bepaalde politieke richting. Het
leger is de nationale militie; maar men
stelt nu katholieken en anli-revolution-
nairen tegenover het leger, tegenover de
nationale militie.
De heer Duymaer van Twist (A.-
R.): ook vrijzinnigen!
De heer K. ter Laan: Ja, bepaalde
vrijzinnigen!
De heer Duymaer van Twist:
Ook vrijzinnig democraten! (Tegenspraak)
En christelijk-historischen!
De heer K. ter Laan: Ja, die had
ik vergeten. Het heet nu, dat de Regeering
over die troepen beschikt. Maar er is
een 'commissie, aan het hoofd waarvan
generaal Duymaer van Twist.staat, die
over deze troepen zeggenschap heeft en
die in wezen beschikt over de wapens.
De heer Duymaer van Twist:
U fantaseert, dat weet u wel.
De heer K. ter Laan: En die com
missie beschikt over 3Vg ton.
De heer Duymaer van Twist:
Die krijgt de commissie niet!
De heer K. ter Laan: De minister
zegt zelf, geen bemoeienis met dezen land
storm''te hebben.
De Minister: Waar slaat dit op?
De heer K. ter Laan: Dat kan mij
niet schelen.
De Minister: 'tWas een antwoord
op een opmerking over een circulaire.
De heer K. ter Laan: In elk geval
heeft dus de minister er geen bemoeienis
over. Spr. herinnert aan een geheime
circulaire, waarin een bijeenroeping voor
komt voor een vergadering en waarin de
heer Duymaer van Twist wordt genoemd,
die daarin belangrijke mededeelingen zal
doen over 's lands veiligheid.
De heer Duymaer van Twist:
Heb ik die circulaire geschreven?
De voorzitter: Ik verzoek den heer
Duymaer van Twist nu naar zijn plaats
te gaan en niet verder te interrumpeeren-
De heer K. ter 'Laan Ik acht dezen
toestand onhoudhaar, dat een commissie
in welken vorm dan ook, over 60.000
man beschikt. Het oproepen van een vrij
willige lichting, buiten de Staten-Generaal
om, acht spr. ook in strijd met de Mili-
tiewet. Spr. zal zich na de verkiezingen
beraden, wat daartegen te doen is,
Zooals men ziet, zijn de roode heeren
over den vrijwilligen landstorm al heel
slecht te spreken.
In het antwoord van den Minister zul
len we hiervan wel meer hooren.
Koloniën.
In de avondvergadering werd
na een debat, waarbij de gebruikelijke
treurzangen over Suriname niet ont
braken, de begrooting van Koloniën z. h. s.
aangenomen.
Aan het antwoord van den Minister
op de van verschillende kanten gemaakte
opmerkingen ontleenen wij, dat hij met
den nieuwen gouverneur van Suriname
tot de conclusie is gekomen, dat het maken
van een algemeen plan een ijdel streven
zou zijn en voorts, dat het niet wensche-
lijk zou zijn om zoodanig algemeen plan te
maken, ten einde niemand daardoor te
binden. Dit wil echter in het geheel niet
zeggen, dat spr. pessimistisch is gestemd
ten aanzien van de ontwikkeling van Su
riname. Al kan hij geen algemeen plan
overleggen, toch kan spr. wel zeggen, dat
naar zijn meening de ontwikkeling van
Suriname moet worden gezocht in de
richting van groote landbouwbedrijven, ge
ëncadreerd door kleine bedrijven.
De regeering laat zich niet ontmoedigen
door het kleine succes, dat gevolgd is op
hetgeen zij twee jaren geleden aan de on
dernemers in Suriname heeft toegezegd.
Verder zegt spr. gaarne bereid te zijn,
om alle aandacht aan de groote cultures
te schenken, en wanneer steun noodig
mocht zijn, zal spr. zijn invloed bij den
Gouverneur aanwenden, om dien steun
in zoo ruim mogelijke mate te verleenen-
Wat de waterleiding te Paramaribo be
treft, deelt spr. mede, dat aan dr Jenny
W e ij e r m a n Is opgedragen 'n plan voor
te bereiden en spr. hoopt, dat voor zijn
aftreden als minister de eerste spade
hiervoor in den grond zal zijn gestoken.
Voorts zegt spr-, dat de onderhandelin
gen /er de uitzending van een land-
bouwoonsulent gaande zijn, en dat hij
hoopt spoedig tot uitzending te kunnen
overgaan.
(Vervolg.)
Herbenoemd wordt als Regent van het
Gasthuis dhr W. Kakobeeke, als Regentes
Gasthuis mevr. M. L. J. Hajenius-Smit.
Als lid der Commissie van toezicht
op het Middelbaar Onderwijs Mr J. A. A-
Fransen van de Putte.
Benoemd als lid der Schoolcommissie
mevrouw S. BrinkThorenaar en her
benoemd dhr C. W. Dogge.
Nu volgt behandeling der
Gemeentebegrooting 1928.
Algemeene beschouwingen.
Weer scherpe salarisdebatten.
De voorzitter verzoekt den leden,
zich te bekorten en de politiek er buiten
te laten.
Dhr Crucq (s.-d.) kan moeilijk vol
doen aan den wensch van den voorzitter
om de politiek er buiten te laten.
We hebben nu een rechtsch college
van B. en W. Maar, zoo vraagt Spr.,
waaruit blijkt dat? Een enkele maal is
getracht enkele stokpaardjes der rechter
zijde tot voorstellen te maken. Maar ge
bleken is, dat de oude coalitie-partijen
het onderling niet eens zijn.
We hebben een vloekverbod, maar spr.
gelooft niet, dat de bevolking er zedelijk
beter door is geworden. Er wordt veei
mee gespot. Beter is, de schrille maat
schappelijke tegenstellingen op te heffen.
Spr. dringt aan op een gemeentelijke
badinrichting, met zulke tarieven, dat ze
voor ieder te gebruiken is; verder om
aan een geneesheer op te dragen, de
schoolkinderen eenige malen per jaar te
onderzoeken. D,an vraagt 'spr. een on
derzoek naar de noodzakelijkheid van ar
beiderswoningbouw. In dit verband be
pleit spr. beschikbaar stellen van grond
tegen lagere prijzen. Ook is er vraag naar
terrein voor bouw van magazijnen, pak
huizen, enz. Spr. wil' inplaats van
kweekelingen, tijdelijk)© leerkrachten bij.
het lager onderwijs aanstellen, -tégen
het normale .salaris, in .afwachting,
tot de nieuwe betere rijksregeling van
kracht wordt.
Ook bepleit spr. een ander systeem
bij de aanbesteding van gemeentewerken
en zooveel mogelijk uitvoering in eigen
beheer.
Spr. behandelt nu het rapport der fi-
nanciëele commissie, dat ook nu weer
inhoud een aanval op de salarissen van
het gemeente-personeel. Het venijn noemt
spr. het willen rè'kenen met de pensioens
premie. Spr. noemt de loonen jn ge
meentedienst alhier in vergelijking met
andere plaatsen laag. Spr. wil zorgen voor
een menschwaardig bestaan van het per
soneel.
Spr. wenscht het presentiegeld der
Raadsleden te handhaven. Het Raadslid
maatschap brengt toch mee: lidmaatschap
van organisatie en abonnement op tijd
schriften.
Spr. bepleit het verdeelen van het werk
der wethouders. We moeten weten, wie
er bijv. wethouder van financiën is.
Ten slotte critiseerde spr. het stem
men der wethouders tegen hun ejgen
voorstellen, zooals dat in de laatste ver
gadering is voorgekomen.
De voorzitter prijst den heer" Crucq
dat deze aan 'de politiek zoo'n kleine
plaats heeft ingeruimd.
Dhr v. Vlo
ten (v- b.)
vergelijkt het
bespreken der
begrooting
met een mili
taire verrich
ting. Er zijn
twee legers:
uitgaven en
inkomsten. B.
en W- zijnde
opperbevel
hebbers. De
Raad is de
krijgsraad.
Maar nu is
het den krijgs
raad niet gemakkelijk gemaakt, omdat de
opperbevelhebbers geen overzicht van de
opstelling der troepen en het strijdplan
hebben gegeven. Dit noemt spr. een ge-
mis. De beeldspraak latende varen, dringt
spr. aan op een memorie van toelichting
bjj de gemeentebegrooting.
Komende tot de salaris-kwestie, wil spri
de vragen beantwoord zien:
hoe zijn de loonen in het particulier
bedrijf in vergelijking tot die in gemeen
te-dienst en zjjn de onderlinge salaris
verhoudingen in gemeentedienst in orde-
Indien het waar is, dat de loonen in
particulieren dienst lager dan bij de ge
meente, dan krijgen we "de onbillijkheid
dat een deel der burgerij belasting moet
betalen om mogelijk te maken, dat ande
ren, die in gemeentedienst zijn en
ongeveer gelijks oortig werk verrich
ten, meer zullen verdienen. Spreker
vraagt een onderzoek van B. en W. hier
naar. Zoo noodig kan dan een reorganisa
tie der salarissen worden voorgesteld,
hetzij voor het bestaand personeel, hetzij
voor nieuw aan te stellen personeel.
Dhr Simons
(R.-K.) merkt
op, dat de fin-
commissie geen
salarisverlaging
zonder meer
heeft voorge
steld, doch
meer een her
ziening Er be
staan tusschen
de sala Lering
van verschillen
de groepen ge
meente p r 0-
neel onbillijk
heden. Spr. wil
geen namen
noemen, maar een commissie kan deze
zaak grondig onderzoeken.
Spr. bepleit verhooging van den kin
deraftrek hij de gemeentelijke inkomsten
belasting, maar wil deze zaak aanhouden
tot er zekerheid is aangaande de fin.
verhouding tusschen Rijk en gemeenten.
Dhr Eckhardt (A.-R.) is blij, dat
hier geen breede alg. beschouwingen zijn
gehouden. Men krijgt soms van de de
batten in andere steden kippevel. Spr.
wil zoo weinig mogelijk werken In eigen
beheer doen uitvoeren en wil verder, dat
B. en W. het dansen en allerlei vermake
lijkheden zullen tegengaan.
Dhr Crucq vraagt nog nadere gege
vens over de gevolgen voor Goes van
het wetsontwerp betreffende de verhou
ding tusschen Rijk en Gemeenten.
De voorzit
ter antwoordt,
dat a.s. Zater
dagmiddag hier
over vanwege
de Vereen, van
Ned. gemeenten
te Goes een
vergadering zal
worden gehou
den.
Namens B. en
en W- spreken
de, zegt spr.
verder, dat het
rapport der fin.
commissie fei
telijk weinig bé-
vat. B. en W. vonden in deze begrooting
geen aanleiding om nadere fin. beschou
wingen te geven. Dat is ook niet zoo
gemakkelijk. Trouwens de begrooting is
al omvangrijk genoeg. Maar er bestaat
geen bezwaar bij B. en W. om volgende
jaren, als het pas geeft, zulk een memorie
van toelichting te geven.
Ook B. en W. willen een voorzichtige
financiëele politiek voeren.
De salariskwestie noemt spr. het teere
punt. Spr. heeft zich daarover boos ge
maakt. Als men gaat tornen aan de sala
rissen, komt men aan spr. zelf en spr.
zal op de bres springen, om die te ver
dedigen-
Dhr van Vloten heeft de belasting hier
bij ter sprake gebracht. Dit keurt spr. af-
Spr. weet, dat hier in Goes door het par
ticulier bedrijf van hoog tot laag geschar
reld is met de belasting. Daaraan heeft
spr., zich vroeger, toen de gemeente zelf
inkomstenbelasting inde, vaak geërgerd.
In besloten vergadering wil spr. wel na
men noemen. Juist de ambtenaren hebben
van hun schamel loon veel te veel belas
ting moeten betalen in verhouding tot
andere ;groep'en.
Dhr van Vloten: is die toestand
nu nog zoo? De voorzitter weet dat niet.
Verder komt deze er tegen op) dat hier
zoo met het presentiegeld gesold wordt.
Het is in den loop der jaren ingevoerd,
dan weer afgeschaft, later weer inge
voerd, verlaagd enz.
Weth. Goed-
bloed (A. R.)
wil niet alles.
Onderschrijven
wat de voorzit
ter over de sa
larissen heeft
gezegd. Maar
spr. herinnert
aan de uit
spraak over de
salariskwestie
van vorig jaar,
en aan het La-
tijnsche spreek
woord: aan hel
procedeeren
moet eens een
einde komen- Ook aan die salarisdebatten
moet eens een einde komen. Het gemeen
te-personeel moet niet in den waan blij
ven, dat er voortdurend aan hun sala
rissen getornd wordt.
Spr. dringt er nog temeer op aan die
zaak te laten rusten, omdat we in een
overgangstijd leven. Spr. doelt op het
wetsontwerp tot regeling van de fin. ver
houding tusschen Rijk en gemeenten.
Laten we den loop van zaken even
afwachten.
Spr. komt op tegen den wenk van den
voorzitter, om de politiek buiten de de
batten te laten. De Raad is toch èen
politiek college.
Het is nu eenmaal de gewoonte om
aan rechtsche colleges (ministeries, B-
en W., enz.) te vragen: wat doen jullie
nu eigenlijk en waar blijven jullie daden?
Zulk een vraag laat spr. koud. Dat er
tusschen samenwerkende partijen wel
eens gemis aan overeenstemming bestaat,
is wel vaker gebleken.
Dat tekort aan overeenstemming be
staat zelfs in den kring van de S. D. A. P.
Het rechtsche college van B. en W. heeft
dit jaar getoond, wat het wil. Als waar
was, dat het college zoo weinig principi-
eele dingen had gedaan, had spr. juist een
weord van lof verwacht van den heer
Crucq (Gelach.)
Bij de verdediging van het vloekverbod
is nooit gezegd, dat dit de menschen
beter zou maken. Het vloekverbod werkt
nuttig, maar al was dit niet zoo, dan haid
de Overheid toch haar plicht gedaan als
regeerende bij de gratie Gods.
De verdeeling der functies in R. en W.
is nog niet door B. en W. besproken. Ze
heeft vroeger onder linksehe colleges ook
nooit plaats gehad. Maar blijkt de nood
zakelijkheid, dan kan dit overwogen wor
den. Nu behandelen B. en W. alle zaken
gezamenlijk. Daaraan zijn zeker voordee-
len verbonden.
Men kan nu het college in zijn geheel
verantwoordelijk stellen, en zoo noodig
aanvallen.
Dat de wethouders een vorig maal
tegen hun eigen voorstel hebben gestemd,
is zoo mal niet. Een ander voorstel bleek
goedkooper voor de gemeente. Had de
heer Crucq liever gehad, dat B- en W.
schorsing der beraadslagingen hadden ge
vraagd? Dat had de zaak maar onnoodig
■opgehouden.
Dhr v. Vloten (v.b.) drukt zijn spijt
er over uit, dat de burgemeester zich
over de salaris'kwestie zoo boos heeft
gemaakt. Er kunnen zeer wel' onbillijk
heden bij de belastingheffing zijn voorge
komen. Misschien zijn ,ze er nog wel. Maar
daar gaat het hier niet over. Spr. hand
haaft ten volle zijn in eerste instantie hier
over gesproken woorden.
Spr. bestrijdt, dat over het voorstel
van de financiëele com., zooals het daar
nu ligt, vroeger een uitspraak is ge
daan. (Dhr Goedbloed interrumpeert, dat
er vroeger reeds een salariscommissie is
geweest.)
Het voorstel der finane. comm. behoeft
niet te wachten cup de financieel'e verhou
ding tusschen Rijk en gemeenten. Menjcan
alvast gaan vergelijken de loonen in par
ticulieren en in gemeentedienst.
De voorzitter: laat u de franje er
maar af en zeg maar: de salarissen in
gemeentedienst zijn in Goes te hoog.
Dhr v. Vloten interrumpeert heftig
ontkennend.
Dhr Simons zegt nog eensde fin.
commissie wil geen verlaging, maar her
ziening der loonen. Er zijn onbillijkheden.
De voorzitter zegt, dat B. en W:
geen onderzoek zullen instellen, zöoals de
fin. commissie wil. Maar de Raad kan een
commissie benoemen.
Dhr Eckhardt wil' niet de loonen in
gemeentedierfst gelijk maken met het par
ticuliere bedrijf, want daar zijn ze vaak
veel' te laag.
Dhr. v. Poelgeest (v.b.) vindt het
opmaken van een begrooting, d.i. het
neerzetten van wat cijfers, zeer gemakke
lijk. Maar B. en W. moeten er hun mee
ning over geven. We moeten weten, waar
wo vandaan komen en heen gaan. De
voorzitter heeft gezegdeen memorie van
toelichting schrijven is niet gemakkelijk.
Spr. kan zich dit voorstellen met dit
college van B. en W. (Dhr Goedbloed:
vroeger was het zeker wèl' gemakkelijk?)
De voorzitter antwoordt den heer
V. Poelgeest: het college van B. en W.
zoekt zijn gemak niet en deinst voor
niets terug. Maar de Raadsleden moeten
een begrooting kunnen l'ezen. Het is niet
gemakkelijk, om alles zoo voor-te kau
wen, dat ieder het kan1 begrijpen.
Overigens wil spr. in' dit verband nog
even zeggen, dat het goed is, dat Goes
geen verpolitiekte burgemeesteT heeft,
want ook de samenwerking in het tegen
woordige college is naar wensch.
Dhr Goedbloed: het is ook gelukkig,
dat de wethouders niet verpolitiekt zijn.
Die eer eischt Spk. ook' voor zich op.
Tot den heer v. Poelgeest zegt Spr.
dat er vroeger nooit gesproken is over
een memorie van toelichting bij1 de be
grooting. Nu komt men er voor het eerst
mee. Als het noodig. is, willen B. en W.
zulk een memorie wel geven. (Dhr v. Vlo
ten: het is altijd noodig.)
Dhr v. Poelgeest heeft niet gedoeld
op de politieke samenstelling van het
college, maar op de personen der wet
houders.
Dhr Goedbloed: nu maakt u het
nog Veel' erger. Dat is zoo grof moge
lijk.
Dhr v. Poielgeest gelooft niet, dat
een werk als hier bedoeld, voor den oud
sten wethouder gemakkelijk is. En mr
Goedbloed heeft vorig jaar als voor-:
zitter der financieel'e commissie proeve
van bekwaamheid afgelegd!
Na eenige replieken volgt artikels-
gewijze behandeling der be
grooting. Van de discussies vermelden
wij het volgende:
Presentiegeld voor Raads
leden. Dhr v. Vloten beschouwt het
Raadslidmaatschap als een werk in 't
algemeen belang. De Raadsleden kunnen
dat werk in hun vrijen tijd doen. Bestuurs
leden van politieke en andere vereenigih-
gen ontvangen in 't algemeen ook geen
vergoeding. Overigens wil Spr. hoe da
beslissing ook uitvalt niet meer op
deze zaak terugkomen.
Dhr Simons (R.K.) vindt het zeer
vervelend, als de Raadsleden telkens over
eigen salaris moeten praten. Spr. zou
niet gaarne zeggen, dat' Raadsleden, die
presentiegelden ontvangen, niet net alge
meen belang dienen, spr. heeft ook niet
gemerkt, dat Raadsleden het presentie
geld weigerden.
Dhr H 011 e s t e 11 e (C.H.) onderschrijft
het betoog van den heer v. Vloten.
Dhr Vermaire (C.H.) heeft zich af
gevraagd: heeft de fin. comm. nu niets
anders kunnen vinden om te bezuinigen
dan deze post? Bovendien is het voor
don voorzitter lastig, als voor 's mid
dags wel' en 's avonds geen presentie
geld wordt uitgekeerd, om de vergade
ringen" uit te schrijven. Het voorstel7 der
fin. commissie, om alleen voor middag
vergaderingen presentiegeld uit te keeren,
wordt verworpen met 8 tegen 4 st. (vóór
dhrn v. Vloten, Ilollestelle, Simons, en
v. Poelgeest).
Bevordering van 2e klerk ter
secretarie tot le klerk. Dhr v.
Vloten meent, dat het algemeen peil
van het secretarie-personeel den laatsten
tijd onnoodig hoog is opgevoerd. Er is
veel eenvoudig; schrijfwerk te verrichten.
Hier is wellicht andere arbeidsverdeeling
mogelijk. Spr. acht de bevordering van
2en tot len klerk niet noodig.
De voorzitter: u weet weinig af
van het personeel ter secretarie. Ik kan
dat wel in elk opzicht, beoordeelen. Er is
feitelijk 'één man te weinig. Spr. is blij; dat
er een. volontair is. Anders kwam het
werk soms niet klaar. Spr. verdedigt het
voorstel1.
Dhr v. Poelgeest is niet tegen het
verleenen van een persoonlijken titel.
De voorzitter: waarom p'raten de
heeren hierover toch zoo lang? In het
particulier bedrijf doet men anders en
geeft men aan iemand, die men appre
cieert, f500 of meer salaris-verhooging;
Spr. wil voor zijn personeel opkomen.
Spr. kan hun werk beoordeelen, anderen
niet. In het particuliere bedrijf geeft men
goede krachten niet honderden, maar dui
zenden guldens salaris.
Dhr v. Vloten: Welja, denk maar
eens aan de pensioenen i U praat den ge-
heelen tijd langs me heen. U moet mij
niet zoo behandelen. Ik doe voorstellen
in het belang der gemeente.
De voorzitter vindt het onprettig,
dat men B. en W. niet gelooft.
De voorz.: er is behoefte aait om den
een eersten klerk ter secretarie?
Weth. Goedbloed antwoordt beves
tigend.
De voorz.: er is behoefte aan om den.,
bedoelden ambtenaar len 'klerk te maken,
omdat hij het werk! van een len klerk
doet. 1 1
Dhr v. VI0temde heeren spteken el
kaar tegen.
Dhr v'. Poelgeest: al3 de bedoelde
ambtenaar weggaat, wordt er dan een
le klerk opgeroepen?
De voorzitter antwoordt onlken-
nend.
Na eenige discussie, antwoorden B. en
W., dat de le klérk ter secretarie noodig
is. De fin. commissie trekt nu haar voor
stel in.
Dhr Crucq vindt het verkeerd, dat
de voorzittertelkens zegt, dat de Raads
leden niet over allerlei zaken kunnen
oordeel'en. Dan kunnen we wel naar huis
gaan.
De voorzitter: ik kan er toch be
ter over oord eel en dan u? Ik weet van
uw werk ook niets af.
Dhr Crucq: daar gaat het niet om. We
zitten hier om de gemeentebelangen te
dienen. 1 1
Poli tie-dip'loma. Besloten wordt
op voorstel van den heer Vermaire
het voorstel1 van B. en W. eenigszins
te wijzigen en te vergoeden voor 'politie-
dipToma zonder aanteekening f30 en met
aanteekening f 50.
Standplaats voor autobus
sen. De voorzitter deelt mede; dat B.
en W. voornemens zijn het terrein bij de
Koepoort te bestraten en de autobussen
daar op Dinsdag en buitengewone dagen
te doen stationeeren, maar tegen een
vergoeding. (Dhr Eckhardt applaudis
seert.) Eerst waren B. en W. voornemens
er ook een wachtlokaaltje neer te zetten,
maar hiervan, hebben ze afgezien, omdat
het- meestal voor andere doeleinden zou
worden gebruikt en de kosten hoog zijn.
Burgerwacht. Dhr Buis stelt
voor den post subsidie burgerwacht te
schrappen. Er werd altijd gesproken van
revolutie, maar we hebben nog steeds
geen revolutie gehad.
Dhr Simons wijst er op, dat her
haling van vergissingen als in 1918 niet
uitgesloten-is.
Dhr. Crucq: die vergissing heeft vélen
toch maar verbetering gebracht.
De post wordt gehandhaafd met 8 te
gen 4 st. (Voor schrapping stemden dhrn
Buis, Crucq, v. Vloten, en v. Poelgeest.)
Badinrichting. De voorzitter
heeft om inlichtingen te dezer zake ge
vraagd naar Wageningen en Gorinchem.
B. en W. willen onderzoeken, of met
bescheiden middelen hier iets te berei
ken i3.
W ij k v e r p 1 e g i n g. De fin. commissie
bepleit een andere verdeeling der subsidie
(f 75 per verpleegster). Dhr v. d. Does
wil betalen naar het aantal bezoeken
dat „is afgelegd. Dhr v. Vloten consta
teert, dat de tegenwoordige wijze van
subsidieering niet meer klopt met de
werkelijkheid. Na eenige discussie wordt
het voorstel der fin. commissie aangehou
den.
Hierna besloten zitting.
Avondvergadering.
Te acht uur wordt de vergadering' her-
opend.