No. 6
Berlijnsche Brieven.
Leestafel.
Rechtzaken.
Voor huis en hof.
EER*
Dit numme
oogenblik naderden een paar fietsrijders,
en dit deed waarschijnlijk de aanvallers
op de vlucht slaan. Toen bleek, dat er ook
nog twee zware keisteenen ter versperring
op den weg waren gelegd. Nadat de hoo
rnen en keien op den berm waren gewor
pen, vervolgde de auto zijn weg. Bij de
politie te Steenwijk is van het geval aan
gifte gedaan.
PRINSES MARGARETHA VAN PRUISEN.
De Romeinen wisten er reeds alles van,
toen zij met een afwijzend gebaar spot
ten: „de wereld wil bedrogen zijn!" In
den loop der eeuwen is daar weinig aan
veranderd. Het is eerder erger dan beter
geworden. Men spreekt van vooruitgang
op elk gebied, beschouwt de 20ste eeuw
als een hoogtepunt in de wereldgeschie
denis, speciaal op het gebied der tech
niek en och ja, er is veej nieuws onder
de zon. Wij, volwassenen, zien om ons
heen dingen gebeuren, waar we in onze
prille jeugd niet van gedroomd hebben
ik wijs slechts op luchtschip en vlieg
machine maar één ding is ongewijzigd
gebleven: de leugen, het bedrog, de zonde,
het vergrijp tegen de tien geboden. Daar
is van vooruitgang slechts sprake in ne
gatieven zin Ik bedoel, men heeft mid
delen en wegen gevonden, om anderen op
te lichten, welke zelfs de bewoners van
een wereldstad als Berlijn, die aan veel
gewend zijn, verbaasd doen opkijken.
Unter den Linden is een aaneenscha
keling van groote hotels en voorname
winkels. Onmiddellijk aan. Hotel Adlon,
waar veelal Amerikaansche en Europee-
sche grootheden hun intrek nemen, grenst
een bloemenwinkel, waar ge niet aan
voorbijgaat, zonder de fraaie etalage te
bewonderen. Wat verderop, in de buurt
van Hotel Bristol, zijn mode-zaken voor
dames en heeren, waar gé, uit angst voor
hooge prijzen, niet gauw naar binnen zult
stappen, ook al bewondert ge de schouw
vensters Met traliewerk voorziene ven
sters stellen de juweelen ten toon, welke
menigen inbreker van beroep doen wa
tertanden en ik heb nooit begrepen, waar
om de juweliers de op diefstal uitgaanden
zoo o'nnoodig prikkelen. Nog geen half
jaar geleden brak een ondernemende dief
aan den Kurfürstendamm bij een juwelier
in, nog wel op klaarlichten dag, vluchtte
het Kaufhaus des Westerns binnen, liet
een paarlen collier op den trap vallen,
wist eerst te ontkomen, maar werd later
geknipt. Thans zijn het twee buitenlan
ders, waarschijnlijk Amerikaansche gauw
dieven, welke alle Berlijnsche juweliers
den schrik op het lijf jagen door een
diefstal zoo vermetel, dat de betrokken
juwelier er een belooning van IC.000 M.
voor toegezegd heeft aan hem of haar, d e
den dieven op het spoor komt. Men heeft
de schade der betrokken firma Gebrüder
Friedliinder, op 300.000 Mark getaxeerd
en de politie van allp landen werd reeds
op de hoogte gebracht van de dieven
en de gestolen voorwerpen.
Aan denzelfden Kurfürstendamm woon
de ik deze week een voordracht bij, ge
houden door dr Paul Seelig voor de „Ber
liner Gescllschaft für Psychologie und.
Charakteriologie" over het onderwerp:
„Jugendliche Hochstapler" jeugdige op
lichters en natuurlijk was Harrv Do-
mela, de knaap, die brutaalweg weken
achtereen den oudsten zoon van den
voormaligen kroonprins imiteerde en door
zijn ongekende brutaliteit aan den kapi
tein van Köpenick deed terugdenken, een
der meest, pakkende voorbeelden. Door
den spreker werd ons het gedachten-
leven van kinderen beschreven en de
overeenkomst daarvan met het gedach-
tenleven van jonge misdadigers en op
lichters.
De pubertéit schijnt daar een belang
rijke plaats bij te bekleeden ,en tot de
b-ooze gevolgen van den oorlog kan men
ook het feit rekenen, dat vele kinderen
de vaders waren ver weg slechts
gebrekkig werden opgevoed. De strenge
hand ontbrak en van de moeders, die
het thuis ook al hard hadden, kon men
niet veel meer vergen. Allerlei zonder
linge gevallen kregen we dien interessan-
ten avond te hooren van phantastische
oplichterijen en het viel mij op, dat ook
en juist de vrouwen - het zwakkere
geslacht! op dit crimineel terrein een
zeer bedenkelijke rol spelen.
Voor de meesten, die in hun jeugd
op bedrog uitgaan, wordt deze zonde
een beroep, een bron van voor hen niet
eens bedenkelijke inkomsten. Ons werd
van een jongetje vertelt, dat vele Ber
lijnsche artsen telefonisch geld wist af
te zetten en uit „Grössenwahn" toen
maar den ganschen dag insmoking
door de straten rondwandelde. Nog mal
ler was een jonge vrouw, die het on
echtelijk kind van een maharadschah wil
de wezen, een voor alle geleerden onbe
kende taal sprak en later een dood
gewone boerin van onvervalscht Duitsche
origine bleek te wezen I Haar werkelijke
naam luidt Martha Barth en zij is de
onechtelijke dochter van een assessor,
dus van een man, die in betere kringen
verkeerde. Als kind reeds voelde Martha
zich meer dan alle andere meisjes en
dezen namen op school een loopje met
haar, gaven haar den bijnaam „de ver-
rückte Martha". Thans stond zij in Erfurt
terecht wegens niet minder dan 28 ge
vallen van oplichterij en het is leerrijk,
uit dit proces af te leiden, hoe de Duit-
schers, althans een deel van dit volk,
gevoelig zijn gebleven voor hoogklinkende
namen. Het. dienstmoisje van 't platteland
heeft 't klaargespeeld, tallooze menschen
min of meer onder hypnose te brengen,
door zich brutaalweg uit te geven voor
(een niet bestaande] prinses Margaretha
van Hohenzollern. Met de noodige ge
heimzinnigheid fluisterde zij goedgeloovi-
gen in 't oor, dat zij door de zuster i
van den voormaligen Duitschen keizer
de Voormalige koningin van Griekenland,
in Bad Berka ter wereld werd gebracht.
Haar onechtelijke moeder zou dus nie
mand minder dan Koningin Sophie van
Griekenland zijn geweest, Keizer Wilhelm
daarmede haar (onechtelijke) oom!
Reeds op 14-jarigen leeftijd trad zij
in morganatisch huwelijk met Prins Bo
ris, den tegenwoordigen Koning van Bul
garije maar dit huwelijk werd
natuurlijk alleen in de verbeelding van
„prinses Margaretha" .ongeldig ver
klaard. Toen de voormalige Kroonprins
op een goeden dag naar Sofia kwam,
werd hij verliefd op haar, nam haar
„mir nichts, dir nichts" mee op reis
naar Beieren enhuwde ook al met
haar. De gestorven Keizerin was de
eenigste, die van dit morganatisch hu
welijk afwist. Later huwde hij dan ech
ter zijn tegenwoordige echtgenoote
Met zulke dwaze phantasieen wandel
de de boerendochter, keurig gekleed, door
Erfurt en hoe onwaarschijnlijk u en mij
dit toeschijnt er waren tallooze men
schen, die dat als ernst hebben opge
nomen. Ik ben zelfs overtuigd, dat de
meesten, die Martha Barth voor een
rasechte prinses, nog wel van Hohen
zollern hebben gehouden, uit angst voor
publieke blamage, niet tegen haar zijn
opgekomen als getuige. Jammer genoeg,
want we hadden dan nog veel meer
dwaasheden te hooren gekregen.
Het ergst zijn twee zusters Herold,
modisten van beroep, erin gevlogen en
men moet lachen x>f men wil of niet,
wanneer men leest, hoe deze goedige
oudjes alles voor bare munt hebben op
genomen, wat Martha vertelde. Zij be
schouwden haar als een rasechte prin
ses van keizerlijken bloede, geloofden,
dat zij later millioenen zou erven, hiel
pen haar aan alles en nog wat, leenden
haar geld voor in nood verkeerende ver
wanten in Koburg, in Hannover, in Prui
sen. De gezusters Herold zijn door haar
dwaze goedhartigheid volkomen geruï
neerd en leest men het verhr ir, dan
mengt zich met een gevoel var medelij
den ook een zekere afkeer zulke
serviliteit. De een of andere i ïefkaart
uit Doorn moet den stoot gegeven heb
ben tot Martha's optreden als Hohen-
zollernprinses. De dames Herold hadden
zulk een kaart uit Nederland ontvan
gen, waren er niet weinig trotsch ,op,
lieten die kaart aan iedereen zien en
dat bracht de boerin op de gedachte, de
sympathie der naïeven in haar eigen be
lang uit te buiten. Zij bestelde en be
stelde, alles op crediet en de Gezusters
Herold vonden 't een eer, om aan een
Hohenzollern-prinses te mogen leveren.
Naast dit goedgeloovig tweetal werden 23
andere, minder ernstige gevallen behan
deld, waaruit blijkt, dat maar al te veel
Duitschers den schijn nog steeds niet
van het wezen kunnen onderscheiden.
Het vonnis voor „prinses Margaretha"
lui 1de: twee jaar g vangeaist af met af
trek van een half jaar voorarrest.
"■erlijn, December 1928.
Antirevol. Staatkunde. Hei No
vember nummer van dit altijd belangrijke
en leerzame orgaan der Dr A. Kuyper
stichting bevat allereerst een historische
studie van Ds J. C. Rullmami over:
Het Reveil en de opkomst der A. R. partij.
De heer P. A. Colijn schrijft over: „De
Poenale Sanctie in.Ned.-Indië" De schrij
ver is van oordeel dat de Poenale Sanctie
vooralsnog niet gemist kan worden, maar
voegt daaraan toe dat dit geen beletsel
behoeft te zijn bij het streven naar lots
verbetering van den arbeider in Indië.
Een goede arbeidswetgeving en een goede
controle in de eerste plaats de invoering
van eon wekelijkschen rustdag moet als
gewenscht worden beschouwd.
In de rubriek Vraag en Antwoord, be
werkt door Mr J. W. Noteboom, wordt
o.m. gehandeld over de al of niet ver
dedigbaarheid van de afzwering van Ko
ning Philips II door de Staten-Generaal.
Op de vraag of de afzwering door den
antirevolutionair op staatsrechtelijke
of op algemeen menschelijke en gods
dienstige gronden verdedigd moet wor
den. zegt Mr N. het laatste zeer gevaar
lijk te achten.
Uit het feit, dat Calvijn zich in
zake de afzetting van vorsten in bepaalde
gevallen aansloot bij het geldend recht
volgt, dat hij de beantwoording van de
vraag, hoever het verzetsrecht in een be
paald land ging, deed afhangen van den
inhoud van het in dat land geldend staats
recht.
Het staatsrecht nu, dat ten tijde van de
afzwering in de Nederlanden vigeerde,
bood inderdaad steun aan 'het besluit,
dat de Staten ten opzichte van Filips
namen. De Staten waren de wettige or
ganen ter bescherming van de rechten
des volks tegen machtswillekeur van den
vorst. En nu kan men twisten over de
vraag, o-f dc privileges, met name 'de
z.g. Joyeuse Entree de Brabant van 1354,
volgens de historische interpretatie al of
niet den onderdanen het recht gaven om
den vorst in bepaalde gevallen af te
zetten, vast staat, dat bescherming van
de aloude volksrechten, die in de privile
ges zelf uitdrukkelijk waren vr 'gelegd,
voor de Staten-Generaal niet >gelijk
was, zonder afzwering van e vorst,
die hoewel als zoodanig ingehuldigd
onder de voorwaarde van een eed van
trouw aan de privileges niet slechts
op de meest grove wijze de privileges
met voeten getreden had, doch zelfs niet
aarzelde om duidelijk zijn toeleg te doen
blijken aan deze privileges en het bestaan
der wettelijke volksvertegenwoordiging
voorgoed een einde te maken.
Natuurlijk woog voor ons volk, met
name voor het Protestantsche volksdeel,
in die dagen meer dan eenig staats
rechtelijk argument de overtuiging, dat
het eisch was van Gods gebod om op to
komen tegen een tvran, die niet alleen
de burgerlijke vrijheid, doch vooral ook
het dienen van God op de wijze in Zijn
Woord voorgeschreven op de gruwelijkste
wijze vervo gde en zelfs niet terugdeinsde
voor de meest laaghartige misdaden (men
denke aan den geprovoceer len moord op
Oranje), als maar de organisatie der Ne-
derlandsche gewesten er door kon worden
ontwricht. „De nauwgezette partij" zegt
Groen t.a.p. blz. 130/7 „heeft, zelfs na
veeljarig lijden, dezen beslissenden stap,
niet om het gevaar, maar uit plichtbesef,
mei leedwezen en bekommering aan
schouwd. Strenge Calvinisten deinsden
hiervoor terug, maar republikeinsche
theorieën 'kwamen, ter doordrijving van
de staatsrechtelijke breuk, op den voor
grond. Om den Roomschen, talrijk in
den lande, te believen, „werd" (in de
acle van afzwering) „de drangreden die,
in het oog der Hevormden, alleen den
afval rechtvaardigen kon (het weigeren
van gewetensvrijheid o-m God te blijven
dienen), in de schaduw gesteld".
Doch indien niet binnen het kader van
het toenmaals geldend staatsrecht daad
werkelijk verzet tegen het wettig over
heidsgezag ware mogelijk geweest, dan
zou toch een optreden tegen de Overheid
dat verder reikte dan het z.g. lijdelijk
verzet, van antirevolutionair standpunt
bezien, o.i. z,eer bezwaarlijk zijn te ver
dedigen."
Stemmen des Tijds. De zeven
tiende jaargang van dit maandblad voor
Christendom en Cultuur is thans com
pleet-
Het December nummer opent met een
bijdrage van P. Oosterlee over De Urne
Een School met den Bijbel. Volgt een
belangwekkend opstel van Dr F. C. Do-
minicus over: C. S. Adama van Schel-
tema als dichter van opstandige verzen,
waarin hij als zijn meening uitspreekt, dat
A. van S. niet de kunst heeft verstaan
ons aan te grijpen, mee te sleepen en te
overtuigen van de doorvoeldheid van zijn
poëzie. Indien van tijd tot tijd een vers
ons treft, dan heeft het dit vaak slechts
te danken aan het min of meer duide
lijke marschtempo, maar een schrijnend
lied, dat ons zonder uiterlijke hulpmiddel
tjes roert en tot opstandigheid drijft, is
bij hem nooit te vinden, hoe hij ook in
dit opzicht moge geroemd zijn."
Verder bevat dit nummer de volgende
bijdragen: Het verleden in de werken
van Pierre Loti. door Dr J. W. Marmel-
stein; Een nieuwe sexueele ethiek, III,
door A. Hymans; Literaire Kroniek door
J. C. van Dijk; Verzen door A. J. D.
van Oosten, Willem de Merode en 'Ga-
briël Smit, en eindelijk: Leestafel.
Uitgeefster van dit maandblad, waar
op wij gaarne bij vernieuwing de aan
dacht vestigen, is: G- J. A. Ruijs U. M.
te Zeist.
Kantongerecht te Goes.
Door den Kantonrechter te Goes zijn
veroordeeld wegens overtreding:
Leerplichtwet: W. L., Hoedekenskerke
2 maal f 3 of 2 maal 3 d. h.
met een auto rijden over het plein
der groote markt te Goes: Id. v. d. W.,
Kootwijk ontslagen van rechtsvervolging
C. E. B„ Goes, vrijgesproken;
met een hondenkar rijden zonder dal
daarop is vermeld naam en nummer van
den houder: J. S., G-oes f5 of 5 d. h.;
wielen van wagen niet van klei en mod
der zuiveren: M. W„ Kloetinge f3 of 3
d. h.;
te Kloetinge met een auto harder rijden
dan 20 K.M. per uur: W. v. d. G., Dor
drecht f10 of 10 d. h.;
als schipper geen reglementen aan
boord hebben: P. v. G., Antwerpen, 2
maal f2 of 2 maal 2 d. h.;
Naam van den schipper niet op zijn
vaartuig hebbenN. H. K„ Bingen f 5
of 5 d h.;
met een rijwiel de veiligheid van het
verkeer in gevaar brengen: LI. F. S„
Ierseke f 15 of 15 d. h.;
met een auto rijden zonder rijbewijs:
M. v. 'tW., Heinkenszand f5 of 5 d.h.
's avonds met auto rijden zonder achter
licht: J. W., Goes f5 of 5 d: h.
fietsen zonder rem: J. d. K., 's H.
Arendskerke f5 of 1 w. t.sch.;
Door den Ambtenaar van het Openb.
Ministerie bij het Kantongerecht te Goes
is hooger beroep aangeteekend tegen het
vonnis van H. v. d. W. te Kootwijk,
waarbij deze wegens het rijden over het
marktplein te Goes is ontslagen van
rechtsvervolging.
Steekpenningen. De rechtbank
te Zwolle heeft J. v. W., 65 jaar, ge
pensioneerd directeur van de gasfabriek
te Nijkerk, wegens het aannemen van
steekpenningen tot 1 maand gevangenis
straf veroordeeld.
Gascorruptie. In de zaak van
den directeur van de gasfabriek te Doe-
tinchem en van die van den opzichter bij
dat bedrijf, die terecht hebben gestaan we
gens diefstal en verduistering ten nadeele
van de gemeente Doetinchem, doch die de
rechtbank had vrijgesproken, heeft de Of
ficier van Justitie hooger beroep aange
teekend.
J De schrijfmachineinhet
s t r a f r e c h t. In het Archiv für Krimi-
nologie Band 83, Heft 34, wijst Schmidt,
op de nog niet genoeg opgemerkte moge
lijkheid om bewijs in rechte te leveren
door aan te toonen, met welke individueele
schrijfmachine een bepaald stuk geschre
ven is. Het blijkt, dat nagenoeg iedere
schrijfmachine kleine eigenaardigheden
heeft, speciaal bestaande in vervormingen
van de letters, ook wel in bijzondere af
standen tusschen de letters of tusschen
de regéls, die het mogelijk maken het
schrift van zulk een machine met voldoen
de zekerheid te herkennen. De schrijver
geeft een tweetal gevallen, waarin op deze
wijze gedingen zijn beslist. Het eerste is
dat van een koopman, die ondervond, dat
getypte circulaires werden verspreid
waarin zijn credietwaardigheid verdacht
werd gemaakt. Twee personen kwamen als
de schrijver in aanmerking. Bij onderzoek
bleek, dat de circulaire geschreven moest
zijn op een schrijfmachine van het merk,
dat een van beiden wel en de ander niet
had. Een nauwkeuriger onderzoek wees
uit, dat de machine van deze verdachte
eigenaardigheden aan enkele letters ver
toonde, die ook te vinden waren in de cir
culaire. De man werd op dezen grond ver
oordeeld.
Het tweede geval betrof diefstal van een
schrijfmachine. De bestolen firma kocht
eenigen tijd later een machine van het
zelfde merk, maar vatte na eenigen tijd het
vermoeden op, dat dit dezelfde machine
kon zijn, die haar ontstolen was. Ook hier
bleek na een zeer nauwkeurig onderzoek,
dat het schrift van de oude machine en
dat van de nieuwe geheel dezelfde kleine
fouten aan letters vertoonde, waardoor de
verkooper van de machine tot bekentenis
werd gebracht.
Een verpleegster voor het
gerechtshof. Een 61-jarige verpleeg
ster heeft zich in hooger beroep voor het
gerechtshof te Amsterdam te verantwoor
den gehad wegens vier gevallen van op
zettelijke mishandeling, waarvan twee
kinderen, die door haar werden opgevoed,
het slachtoffer zijn geweest.
Verd. was werkzaam bij een dame, die
er haar roeping in vond, arme, verlaten
kinderen uit de lagere klassen der maat
schappij tot nuttige menschen op te kwee
ken. Met de verpleegster brachten de klei
nen het jaar door in tehuizen te Aerden-
hout, op Schouwen of te Barneveld.
Het eerste geval van mishandeling be
treft een 11-jarig Hongaarsch meisje, dat
volgens de dagvaarding door verd. ge
dwongen was geworden met bloote voeten
over het uit basaltslag bestaande gedeelte
van een weg te loopen, waardoor het kind
pijn heeft ondervonden. De overige drie
gevallen van mishandeling waren door een
11-jarig Hollandsch meisje ondergaan.
Verd. heeft dit kind in zee het hoofd on
der water gehouden, waardoor haar de
vrije ademhaling eenigen tijd was onthou
den: voorts heeft verd. bet meisje met een
Vliegenklapper den neus bloedend verwond
en haar pijnlijk getroffen, door haar haren
uit het hoofd te trekken.
Op 28 Juni 1.1. had de rechtbank te
Haarlem verd. voor het eerste geval we
gens 'het h. i. niet bewezen zijn van kwaad
willigheid van rechtvervolging ontslagen;
van de overige drie feiten werd zij wegens
gebrek' aan bewijs vrijgesproken. De offi
cier van justitie, die acht dagen gevange
nisstraf had gevorderd, teekende hooger
beroep aan.
Voor den president van bet Amsterdam-
sche Gerechtshof, mr. Jolles, deed verd.,
die in uniform was, het verhaal, dat ze al
dus gehandeld had om de kinderen te
straffen, aangezien ze gelogen hadden. Al
leen de klap met den vliegenmepper was
per ongeluk gegeven.
„Ik wilde de kinderen moreel doen voe
len, dat ze verkeerd hadden gedaan", al
dus verd.
Pres.: „Van moreel is geen sprake; in
dat geval hadt u met de kinderen moeten
praten. U wilde dat de kinderen, het licha
melijk zouden voelen. Dat is uw svsteem;
u houdt er een Spartaansch opvoedings
systeem op na".
De procureur-generaal (tot verd.): „Is
't ook waar dat u het Hongaarsche kind,
toen het nog maar zeven jaar was, twee
nachten achter elkaar telkens tien minu
ten op een open balcon hebt gezet en ver
volgens weer tien minuten in bed gestopt,
alleen omdat het niet het Hongaarsche
woord voor grootvader wilde zeggen? Wat
zijn dat voor barbaarsche methoden? U
moest u schamen!"
Verd.: ,,'t Allerbeste dat ik in me heb.
heb ik aan de kinderen gegeven".
Daarna werden de beide kinderen zelf
na elkander voor de groene tafel geroe
pen. De president had er slag van, de klei
nen volkomen op hun gemak te stellen. De
kleine Hongaarsche vertelde onbevangen,
dat ze de haar opgelegde straf verdiend
had; het loopen met bloote voeten op den
basaltweg was wel niet prettig, maar ze
mocht op het platgereden fietspad stappen
en dat deed minder pijn. Ook het andere
meisje gaf toe, rechtvaardig gestraft te
zijn. „Maar in het Weeshuis, waar ik nu
ben, is het veel prettiger", voegde ze er
met een lachje aan toe.
Tot de vele getuigen a décharge behoor
de de dame van het tehuis, die verklaarde
dat verd. streng doch niet hardhandig op
trad. Alle kinderen houden van haar en
het Hongaarsche meisje is door verd.'s
opvoedingsmethodes ten goede verbeterd.
Ook de andere getuigen waren eenparig
van oordeel, dat verd., waar dit noodig
was, streng, doch immer met goede bedoe
lingen optrad.
De procureur-generaal, mr Bauduin,
meende dat de gronden, waarop de Haar-
lemsche rechtbank tot haar vonnis is ge
komen, niet deugdelijk zijn.
Het tuchtrecht, dat verd. meent te kun
nen toepassen, wordt door de wet niet er
kend. In het door verd. gehuldigde
systeem kan spr. slechts misdadige hard
heid en wreedheid zien. Spr. eischte ver
nietiging van het vonnis der Haarlemsch
rechtbank en veroordeeling van verd. to.
#acht dagen gevangenisstraf.
De verdediger, mr Van der Deure ui
Bennekom, wees er op, dat verd. in haa
zucht om alles toe te geven, haar bekente
nissen overdreven heeft. Aan de hand de
jurisprudentie betoogde pl., dat niet elk
toebrengen van lichamelijk leed mishand'
ling is. De feiten, waarvan hier sprake io.
zijn begaan voor een doelmatig doel; all
klachten concentreeren zich juist op de/
twee kinderen, wien het liegen, bedriege»
en treiteren in het bloed zit! Pl. zeide, <1?
er geen sprake is van een systematisch
mishandeling. Het betreft hier een relletje
legen verd. op touw gezet uit minderwaar
dige motieven. Pl. drong aan op vrijspraa,
of ontslag van rechtsvervolging. UitspraaK
18 December.
November in den Tuin.
De Fruittuin. In den fruittuin ziet
het er nu allesbehalve prettig en vrool T
uit. Het is nog te vroeg voor dvoor
jaarswerkzaamheden, doch d t wil daar
om nog niet zeggen, dat het tijd van rus
ten is. Werkzaamheden zijn er in d n tuin
het geheele jaar altijd nog te doen. We
hebben nu prachtig den tijd om alle boo
men in den boomgaard eens te inspec
teeren en het overtollige hout uit te zagen
Lucht en licht moeten ongehind >rd tot
het hart van den boom kunnen door
dringen en 'bij heel wat boomon valt hei
steeds weer op, dat. ze te dicht in het
hout gehouden worden. Takken, die elkaar
kruisen, mogen in een goeden boom,
waarvan men een goede productie ver
wacht niet voorkomen en zulke fouten
kunnen we nu herstellen- Verder worden
alle dikke takken, benevens de stam mei
een boomkrabber duchtig afgekrabt en
met een stalen borstel nog eens nagebor-
steld. Alle afval der ^hoornen wordt ver
zameld en verbrand, omdat het in den
regel een groote partij eieren en larven
herbergt, waar de dierlijke parasieten uil
voortkomen, welke ons in den a s. zomer
zeer groote schade kunnen berokkenen.
Door do verbranding houden we dus met
een een groote opruiming onder deze
vijanden onzer vruchtboomen. Bezitters
van Kippen laten deze dieren z-ooveel
moge'ijk in den boomgaard rondschen-e-
len. Hierdoor wordt een tweeledig doel
bereikt De Kippen vinden hier een uit
stekend voedsel en er wordt heel veel
ongedierte opgeruimd.
Deze werkzaamheden kunnen eveneens
in het voorjaar plaats vinden, doch dan
is er in den regel zooveel ander werk
te doen, dat deze kleine karweitjes wel
eens uitgesteld en daarna vergeten wor
den, tot schade en schande.
Ofschoon hei nu nog te vroeg is om
met carbolineum te werken, verdient het
toch aanbeveling reeds nu tot bestelling
over te gaan, om ze vroegtijdig t- kun
nen gebruiken. Gebruik uitsluitend de
goede kwaliteiten de kosten w rden r, in
sehoots vergoed door meer en mooiere
vruchten.
De moestuin In den moestuin ziet
het er eveneens kaal uit en het wordt
met den dag kaler. Het is nog maar al
te zeer gewoonte om het moesland in
den winter, verder als nergens voor die
nende» te laten liggen om het zoo te
laten als het is. Ook dit zal zich onher
roepelijk wreken door oen mindere op
brengst. Tijdig spitten is de boodschap,
zorgen voor voldoende afwatering, voor
zoo ver dit mogelijk is.
Hebben we plannen om in hnt begin
van December een begin te maken met
het in orde brengen van warme bakken
voor wortelen, kropsla of bloemkool dan
verwijderen we de aarde en de broe'laag
van bel vorige jaar en brengen een nieu
we laag aan. Deze broeilaag behoeft
geenszins zwaar te zjjn en kan bestaan
uit bladeren, boonenstroo, en dergelijke
met wat mest We raken dan meteen een
groot deel der rommel kw.jt en trekken
er tegelijkertijd profijt van.
De bloementuin. Is het w e- gun
stig en dat is het den laatsten tijd helaas
al zeer weinig, dan kunnen heesters en
dergelijke worden gesnoeid. Dit werk ver-
eisebt de noodige vakkennis en wie er
geen voldoende kaas van gegeten heeft,
doet verstandig het prutsen en bederven
achterwege te laten en een vakman d't
werk te laten opknappen. Het is wel
gemakkelijk en heel eenvoudig om, ge
wapend met een bijl en zaag wat takken
af te slaan, doch dan is het middel
nog erger dan de kwaal. De wijze van
snoeien wordt bepaald door de soort,
de standplaats en het beoogde do°l, waar
bij nog tevens op den snoeitijd gelet
moet worden.
De teere boomsoorten en heesters wor
den het beste vroeg in den herfst of di
rect na het bloeien gesnoeid, omdat an
ders de takken gemakkelijk insterven. Bij
strenge vorst is in het algemeen snoeien
ongewenscht en hij het snoeien is het
bovendien een eerste vereischte, dat de
snooiwerktuigen flink scherp zijn. Alle
takken moeten glad worden afgesneden,
hoe gladder hoe beter. Dan is de verwon
ding het geringst en herstelt de plant
zich het vlugst. Bij het snoeien dragen
we zorg, dat het snijvlak niet kan inwa
teren, door steeds schuins van onderen
naar boven te snijden. Groote snooiwon-
den bestrijken we met teer óf sluiten ze
af met entwas.
Direc'
4
Bureau: L
Tel.: Redacti
Postr
t Bijkai
Firma F. P. I
Onze
Door het
wordt van 10
heele land ec
pagne gevoer
Overbodig
niet.
Wel heeft
loop der jare
kregen en is
invloed belan
ideaal is noj
Zeker, onze
zjjn.
Het Iedenta
60.000.
Het heeft
bij staking e
20.000 leden
Het fonds te
is in staat
gen uit te k
aan leden ei
die door tub
Uit deze e
dat de Christ
wel iets bete
En het blijl
vakbonden bj
broken oonflie
sende woord
ook ten opzi
den, der woi
positie der we
reeds veel ko
Maar wanm
len de geweld
nen Bond en
zenden arbeid
bij dezen bonc
wel dat er no'|
ven en dat e
daad nog wel
Van harte h
campagne aan
ook in Zeelai
Er zjjn ooi
nemers, die n
niseerd zijn.
Welnu, late
dagen eens e
len, wat ten
Wij zjjn het
Overheid zich
het maatscha]
en dat de ma
moet regelen.
Maar dat ka
de noodige
Daarom in
Zeeland: op
vakbewegi
Waakzi
Van vrijzinr
was men dar
over Minister
Men erkendi
schappen, zjjj
rendheid, maa
den toch een
den heer Kh
leerd
„De ministei
het nadeel
vensbeschouwi
formules staat
schappelijke v
gen die zich
verheffing dei
getuigt."
De heer K
zich hierbjj aa
zelfs niet zone
deel te nemer
Het ging h
recht.
En dan be.
De ministei
levensbeschour
altijd vast aan
opzichte van
vat die hij ni
Hij staat m|
tegenover de
selen, d.w.z. L
plaats wat m<
schelijk beschc
handhaven de
Niet de men
regel en ric!
des Heeren.
Of, zooals
kernachtig uit
eischen va
eisch van
diging van d
van het huwi
Wij mogen
zegen, dat eei