Staten-Generaal. VAN H00GER ORDE. Uit de Provincie. FEUILLETON Gisteren is te Scheveningen de vlag van het gezonken Italiaansche s.s. „Salento" aangespoeld. Het dochtertje van den bekenden kunstschilder P. Dom met de door haar gevonden vlag. volgens die wet naar billijkheid slechts over de omroeporganisaties mag worden verdeeld? 4. Indien het de bedoeling is, voor den nieuwen zender slechts een experimenteer zendvergunning toe te staan, is de minis ter dan bereid, eveneens gunstig te be schikken op de aanvrage, door den Katho lieken Radio-Omroep en de Nederlandsche Christelijke Radio-Vereeniging om zulk een experimenteer-zendvergunning inge diend? Afzet van onze landbouwpro ducten. Ingevolge opdracht van den Minister van Binnonl. Zaken en Landbouw zal de Inspecteur van den Landbouw, hoofd van den BuitehTandschen Landbouwvoorlich- tingsdienst, de heer ir. Th. J. Manshoxt, zich binnenkort naar Spanje begeven, ten einde studie te maken van de moeilijkhe den, welke dat land als afzetgebied voor verschillende onzor landbouwproducten biedt, alsmede om na te gaan, wat kan worden gedaan om den afzet dier pro ducten te bevorderen. TWEEDE KAMER. De Onderwijsbegrooting. De Tweede Kamer had gisteren een vroegertje in verband met den St. Nico- laasdag, maar om de schade in te halen, was men ook vroeger dan gewoonlijk begonnen. De behandeling van de Onderwijs-be- grooting werd voortgezet, en ook nu bleef critiek op het beleid van den Minister niet uit. Verzachtende omstandigheden werden echter bepleit door den heer v. W (j n - bergen (R.-K.) die er op wees, dat de Minister voor alles met de financiëele omstandigheden had te rekenen. De heer Albarda, die niet anders dan critiek had, heeft verzuimd uit te reke nen, hoeveel millioen vervulling van al die wenschen gekost zouden hebben en waar dit geld, door spr. op ongeveer 60 millioen geraamd, vandaan gehaald moest worden. Toch zijn sommige maatregelen van be lang geweest, o.a. de vervroeging van het zevende leerjaar en de zevenjarige leerverplichting. Voorts heeft deze mi nister de intrekking van eenige stopwet jes bevorderd. De indruk van den heer van Wijnbergen was, dat de minister een arbeidzaam man Is en groote activiteit ontwikkelt. De critiek was deels over dreven, deels ongegrond. Aan het antwoord van Minister Waszink ontleenen wij het volgende: De Minister is bereid gelden aan te vragen voor een gewoon hoogleeraar in het F r i e s c h, indien een buitengewoon hoogleeraar niet gevonden kan worden. Het onderwijs op de lagere school in dialecten is niet mogelijk, uit hoofde van hun veelheid. Inzake de leerstoel voor de h o m o e- o p a t h i e heeft spr. alleen de adviezen overgelegd, waarop zijn besluit berust. In- tusschen zullen alle adviezen worden ge drukt en rondgedeeld. Het denkbeeld om een commissie in te stellen voor het spellingsvraag- s t u k kan de minister niet overnemen, daar het vraagstuk reeds meermalen is onderzocht. Een ontwerp voor nieuwe wacht geldregeling voor onderwijzers zal de Kamer binnenkort bereiken. Wat den arbeid van sdhoolxin- deren ten plattelande betreft, spr. heeft zijn ambtgenoot van arbeid verzocht ook een onderzoek in te stellen. Wat de ver volging betreft, heeft spr. zich gewend tot zijn ambtgenoot 'van justitie. Deze ver volging laat inderdaad thans te wenschen over. Komende tot de critiek ophetbeleid van d en M i ni s t e r, wees spr. er op, dat de omstandigheden waaronder hij op trad, zakelijk en financieel, niet gunstig waren. Er viel, toen hg" optrad, niet veel te doen op wetgevend gebied, en bovendien werd hij in zijn werkzaamheden belem merd door de Staatscommissies-Rutgers en -Pop, 'die er maar steeds niet toe komen, rapporten in te dienen. Naar het Engelseh. 129.) o— Ik zat nog eenigen tijd in mijn ka mer, toen John mij kwam halen voor onze gewone wandeling. Zelden wilde hij deze missen, hij zeide, dat de dag nau welijks volmaakt leek, tenzij men de zon had zien ondergaan. Daarom waren wij gewoon, bijna eiken avond, een uur of meer door te brengen, op en neer wande lend, of op geliefkoosde plaatsen neer te zitten, vanwaar we Rose Cottage kon den zien en de oude put en het benken- b'osch, en ,verweg, de Nunneley Hill, waar de zon onderging. Daar, toen we wat korter dan gewoon lijk gewandeld hadden, want 'twas een warme gwond en 'twas een vermoeiende dag geweest, zaten John en ik samen. "We praatten een poosje over allerlei maar meest over Longfield, hoe ik mijn oude kamer weer hebben zou en hoe er een nieuwe kinderkamer zou klaar gemaakt worden voor de klein kinderen. „We "kunnen niét van kinderen afko men, dat zie ik duidelijk," zeide hij la Ten aanzien van de wetsontwerpen Middelb. en Aanvullend Onderwijs, merk te spreker op, dat de regeling van het Middelbaar onderwijs volstrekt geen „gesneden koek" was, zooals hier is beweerd. Het wetsontwerp van dr de Visser is meermalen gewijzigd en de com missie van rapporteurs achtte een hieuw afdeelingsonderzoek noodig. Daarop heeft spreker eenigen tijd gewacht; toen spr. bleek, dat daarop niet viel te rekenen, is hij zelf aan het werk gegaan. Dat was ook geen „gesneden koek". Stapels bro chures. adviezen en couranten heeft spr. minzaam doorworsteld, met het resultaat, dat hij aan het einde even wijs was als aan het begin. Zal dit ontwerp nu nog in behandeling komen? Spr. is nog optimistisch en hoopt, dat de Kamer het alsnog met spr. zal behandelen. Het ontwerp-aan v uil e n d onder- w ij s is nog in de maak. Daarom zal spr. er nu niet over spreken. Spr. had bij zijn optreden ook finan cieel de omstandigheden niet mee. Hij heeft steeds zijn individueele verantwoor delijkheid beseft, maar het kabinet is opgetreden met deze eerste taak: verla ging van de belastingen. De Kamer heeft daartoe medegewerkt. En nu bij het schei den van de markt komen de heeren Oud, Albarda en Moller, spr. verwijten, dat hij niet ontrouw is geworden aan de politiek van het .kabinet, waarvan spr. zélf deel uitmaakt. Die politiek bracht ook mede, dat blijvende maatregelen nïet worden bestreden uit tijdelijke overschotten. Het financieel programma van dit Ka binet heeft niet alleen spr. doch alle mi nisters overheerscht. Verlanglijstjes in dienen is gemakkelijk, maar op één oogen- blik zal die indiening ophouden. Als de heer Albarda of een der andere critici achter de groene tafel zal zitten en zelf de verantwoordelijkheid zal dragen, dan zal spr. belangstellend toeschouwer zijn. Spr. kwam eindelijk tot het buitenge woon lager onderwijs. De Kamer weet, dat art. 9 der Lager Onderwijs wet nog altijd niet is uitgevoerd. Spr. verklaart, dat het in de bedoeling der regeering ligt aan art. 4 nog in den loop van dit jaar eenige uitvoering te geven. Dit antwoord van den Minister had blijkbaar nogal eenigen indruk gemaakt. De Kamer jgevoelde althans geen be hoefte om te repliceeren. Nadat nog en kele oogenblikken over de onderwiis-sta- tistiek was beraadslaagd, werd te 3 uur de vergadering verdaagd tot Donderdag middag 1 uur. Vereeniging voor iziekenhuisverpleging in Zuid- en Noord-Beveland. Dinsdag vergaderde het Bestuur van deze vereeniging in hotel Centraal te Goes. Medegedeeld werd, dat sinds de laatste Bestuursvergadering het aantal in geschrevenen weer met plm. 600 is ge stegen en thans 5400 bedraagt. Aan ver schillende leden is reeds vergoeding voor ligging in een ziekenhuis uitgekeerd. Eenige der oorzaken van den -sterken groei der vereeniging zijn zeker wel deze, dat ieder 'kan toetreden en er van een weistandsgrens geen sprake is en dat de vereeniging zuiver onderling is, zoodat de algemeene ledenvergadering telken jare beslist over wat uitgekeerd zal worden. De propaganda in Noord-Beveland is thans "begonnen. In Wissenkerke is reeds een vergadering gehouden, waar Mr Mes uit Heinkenszand sprak, terwijl spoedig andere gemeenten op dat eiland aan de beurt komen. Hoewel het eerste boekjaar nog niet ten einde is, kwam het Bestuur toch nu reeds tot de conclusie, dat aan de e.v. algemeene ledenvergadering zal kunnen worden voorgesteld spoedig een bedui dend hooger bedrag aan ziekenhuiskos ten aan de leden, die in een ziekenhuis opgenomen moeten worden, te vergoeden. De storm en de mossefvis- s c h e r ij-. De stormen die in de tweede helft van de maand November zooveel schade toebrachten aan, een aantal' zee- werken, richtten ook op verscheidene Zeeuwsche mosselperceelen belangrijke nadeelen aan voor den betrokken mos- selvisscher, daar consumptiemoteiselen wer den verplaatst en' ook mosselzaad werd chend. „We zullen Longfield even vol hebben als 't vroeger was den geheelen zomer. Maar in den winter zal T rustig zijn en zullen we bij den haard zitten en ons begeven in de droge woestijn van mijn boeken hé, Phineas? Gij zult mij helpen om aanteekeningen te maken voor die lezingen, welke ik al tien jaren lang zou houden te Norton Bury. En we zullen ons oude Latijn weer opfrisschen en 'eens een kijkje nemen in de moderne poëzie groot prulwerk, vrees ik! Niemand als onze oude vriend „Willy van Avon" (Shakespeare) of zelfs als je naamgenoot, de waarde Phineas Fletcher!" Ik herinnerde hem aan „Het leven 'en lot van den schaapherder", waarvan hij altoos zooveel gehouden had, en dat hij als 't ideaal van vreedzaam geluk be schouwde. „Wet, ik denk nog zoo: „Blijf de drao men van uw jeugd getrourw", zeide de oude Duitscher; ik ben de mijne niet on trouw geworden. Ik heb een gelukkig le ven gehad, Gode zij dank; ja en wat wei nig menschen kunnen zeggen, 'twas juist dat soort van geluk, dat ik zelf zou hebben gekozen." Zoo zat hij daar te spréken, met de kin rustend op z'n handen z'n oogen kalm en rustig, ziende naar 't westen waar de zon ongeveer een uur van den horizon verwijderd was. weggeslagen. Het is voldoende bekend, dat in het bedrijf een toestand heerscht dia alles behalve rooskleurig mag ge noemd worden, wat den handel betreft, waar nog bij komt, dat men te worstelen heeft met het zaad, dat in de eerstvol gende jaren de mossels voor verzending moet brengen. Het zaad toch moet van elders aangevoerd worden, daar al reeds zoovele jaren het Zeeuwsche zaad in zul ke onbeduidende hoeveelheden wordt aan getroffen, dat men sléchts betrekkelijk zeer beperkte gronden met dit zaad kan be zaaien. Vooral de oogst in 1928 van Zeeuwsch zaad is al' uiterst klein on als gevolg zeer duur ge-weest. Van elders gaat de aanvoer ook niet als voorheen: om do mosselcultuur weer in normale banen fe brengen heeft de regeering zich genoopt gezien de openstelling van de Zuiderzeebanken om daar zaad te halen, in te krimpen, wat zeer in het belang van het bedrijf wo-rdt geacht. Geen won der, dat de belanghebbenden gedrukt gaan onder den toestand. Van de Belgische kust is ook wel' wat goed zaad te krij gen, maar de prij-zen 'daarvan zijn hoog, daar f2 f2.50 per ton moet betaald worden. Nog steeds tast men in het duis ter wat toen de oorzaak is van den ge ringen zaadval in de Zeeuwsche stroo men zelf. Hulde aan Tholen. In de Twee de Kamer was bij de behandeling der Waterstaatsbegro-o-ting door dhr Staalman gevraagd, -of het nu wél gewenscht was dat de veertol van de Eendracht op de nieuwe brug werd overgebracht. In antwoord hierop zeide de Minister van Waterstaat: „Ieder zal het er mee eens zijn: het zon veel prettiger zijn, als die tol er niet was. Maar ik had verwacht, dat de ge achte afgevaardigde een woord van hulde had gesproken voor dengene, die de brug heeft gemaakt: het kleine Tholen heeft zonder eenig subsidie van Rijk of pro vincie de brug tot stand gebracht en vraagt nn hetzelfde tolgeld, dat vroeger als veergeld werd geheven. Het gaat nu veel vlugger dan met het veer, het gaat met veel minder moeite gepaard. Het is een enorme verbetering, al kon het nog „Herinnert gij u nog, hoe we op het gras lagen in den tuin van je vader en hoe we nooit de zon konden zien onder gaan behalve gedeeltelijk tusschen de hoornen van de kerk! Ik ben benieuwd of zij de heg nog zoo rond gesnoeid houden als vroeger." t Ik vertelde hem, dat Edwin me geze-gd had, dat vreemde huurders een "herberg zouden maken van het oude huis én van den tuin een speelplaats. „Wat een schandaal. Ik wilde, dat ik 't verhinderen kon. En "toch, misschien ook niet," voegde hij er aan toe. „Behooren wij ons niet te schikken naar de alge meene wet van verandering? hoe ieder in zijn plaats ,zijn dag volbrengt en heen gaat, maar .we weten waarheen wij gaan en wij weten den Weg welke dezelfde is, gisteren en heden en in eeuwigheid." Voor hij nog uitgesproken had, kwam een heele troep van onze jongelieden uit mevrouw Tod's huis en riepen ons toe. Daar stond mevrouw Edwin te praten met de goede oude ziel, die haar kleine jongen zeer bewonderde, maar niet wilde toegeven, dat er kinderen waren, 'die kon den hajen bij die van mevrouw Hali fax. Daar was Edwin, druk in gesprek met zijn broeder Guy, terwijl naast hem mooier en jonger dan ooit Grace Oldtower bezig was een ruiker te maken voor de kleine Louise. beter worden door de afschaffing van de tol. Maar Tholen heeft prachtig werk ge daan door die brug te maken, al is het jammer, dat er v-oorloopig nog een tol aan verbonden blijft- Middelburg. De heer Mr A. Leijdes- dorff, volontair ter gemeente-secretarie alhier, is benoemd tot adjunct-commies bij- de afdeeling openbare werken en stadsontwikkeling ter gemeente-secretarie van Utrecht. Goee. Dhr J. F. van Riet, brievenbe steller te 's H. Arendskerke, is overge plaatst als zoodanig naar hier. Wemeldinge. Door het huispersoneel werd den heer J. Polderman, sluismees- ter, alhier, bij het verlaten van den dienst een wandelstok met zilveren knop aange boden. Ook de tijmannen boden hem een fraai bewerkten hanger als aandenken aan. Kap-elle. In het lokaal van mej. E. Hanson kwam de Landbouwver. alhier in ledenvergadering bijeen, onder voor zitterschap van dhr J. Ganseman. Her kozen werden de aftredende bestuursle den J. Ossewaarde, J. Wabeke en L. C. do Jonge. Besloten werd om te beginnen met den aankoop van veevoeder en kunst mest. Loop der bevolking over November. Ingekomen: M. C. de Mul, huishoud ster A 33 p van Kolijnsplaat; M. de Keij- zer, veldarb. A 56 van 's-IIeer Arends kerke; C. Zegers, dienstbode, C 5 van Wemeldinge; L. Herrebout en gezin, ar beider, A 190 van Nisse; J. Walrave en gezin, arbeider, B 15 van Ierseke; A. J. SchipperTholens, zonder beroep, A 34 h, van Hoek. Vertrokken: C. P. Droogendijk, koop man naar Amersfoort, Bloemendaalsche Binnenpoort 8; A. Daane, dienstbode naar Wemeldinge A 44; C. Feijtel en ge zin, arbeider naar Antwerpen; W. J. Wel- leman, leerling-verpleger naar Bergen op Zoom stichting Vrederust Borsselen. Loop der bevolking over de maand November 1928. Ingekomen: Pau lina Smallegange van Schore, no. 318; Geerard Schipper van Baarland, Plein 130 Verderop-, zacht naast elkander wan delend, blijkbaar niemand dan elkaar zien de, was een ander paar. „Ik geloof John, dat die beiden, Wil liam en'Maud, de gelukkigsten van al de kinderen zullen zijn." Hij glimlachte, en nadat hij een oogen- blik naar hen gezien had, legde hij zich zelf rustig neer op zijn rug tegen de helling met het gezicht naar "de zon ge richt. Toen de zon, helderder nu zij on der ging, op de plaats scheen, waar wij zaten, zag ik dat John zijin breede stroo- hoe-d over zijn gezicht trok en met z'n beide handen pp de borst de houding aannam a/sof hij sliep. Ik wist dat hij erg moe was, daarom sprak ik niet meer, maar wierp mijn jas over hem. Hij keek op, dankte mij zwijn gend met zijn ouden welbekenden glim lach. Ik zat een half uur naar de zon te kijken, welke langzaam, rond en ,rood, onbewolkt neerzonk. Schoon, als ik nooit te voren gezien had. Maud en mijnheer Ravenel kwamen "de helling op. Ik wenkte hen om zacht te komen, om hun vader nïet te hinderen. Zij en ik zaten stil naar 't Westen te kijken. De zon zonk lager en lager eindelijk was zij verdwenen. En nog za ten we 'daar ernstig, maar niet droe vig naar het licht ziende, dat zij had achtergelaten, wetend, dat wij haar heer- Adriana "Pieternella van der Giezen van Wolphaartsdijk, Noordwegje 168, vr. van Adriaan Corstanje. Wolphaartsdijk. In een vrij goed be zochte vergadering onder leiding van dhr J. A. Koert, werd besloten tot oprichting van een afdeeling van den Vrijheidsbond- liberale Staatspartij". Op deze vergade ring werd door den heer P. Lindenbergh Jz. een kort overzicht gegeven van den in dezen zomer door hem gevolgden cur sus inzake beginselen, doel en streven van genoemde politieke partij. Zoutelande. (Slot Raadsverslag.) Nu komt voor de zooveels-te maal in behan deling de bouw van een slachthuis. Als gevolg van het Raadsbesluit in de vorige vergadering genomen is er door B. en W. met dhr P. Koets, alhier, over den bouw van 'n slachthuis onderhandeld. Dhr Koets heeft zich bereid verklaard om een slacht huis te bouwen, voldoende aan de eischen der wet, en wil het open stellen voor alle ingezetenen van Zoutelande maar wil geen andere slager daarin toelaten. Ver der wil hij zich 30 jaar verbinden en vraagt dan van de Gemeente een som ineens van f 400, van welke hij, als hij deze overeenkomst niet zou kunnen uitvoeren, door sterfgeval of anderszins f 300 zal terugstorten. Voor B. en W. bestaan ech ter nog twee punten, die moeilijkheden opleveren. In de eerste plaats, dat er een wetsontwerp is, dat verbiedt, noodslach tingen bij particulieren te doen geschie den. Indien dit ontwerp wet wordt, het geen vrij zeker is, zal de Gemeente toch een slachthuis moeten bouwen en dan natuurlijk onder ongunstiger omstandig heden dan we het nu zouden kunnen doen- In de tweede plaats dat dhr Koets wel alle slachtingen wil toelaten, maar niet door een anderen slager. De inge zetenen zijn dan gedwongen om van 'de diensten van dhr Koets gebruik te ma ken. Op deze gronden ontraden B. en W- op de aanbieding van dhr Koets in te gaan en stellen zij voor om thans te besluiten tot den bouw van een slachthuis met winkel, zooals in de vorige vergadering reeds is voorge steld. Dhr Maas kan, ziende op het groote verschil in kosten voor'de gemeente, niet met het voorstel van B. en w." instemmen- Dhr Koppejan zegt, dat dhr De Waardt in zijn rapport over het plan van dhr Koets zich begeeft op het terrein van den bouwkundige wat toch niet noodig is-. Spr. schetst het groote voordeel voor de gemeente indien de voorstellen van dhr Koets worden aanvaard. Dhr Adri- aanse sluit zich aan bij de heeren Maas en Koppejan, maar heeft bezwaar tegen de voorwaarde van dhr Koqt.s, dat deze geen anderen slager wil toelaten. S-pr. zou hierover met dhr Koets nog willen onderhandelen. Dhr Stroo merkt op, dat hij vroeger er ook voor was, dat er bij dhr Koets een slachthuis zou komen. Maar toen wil de hij niet en moest de gemeente het maar doen. In deze omstandigheden is spr. ervoor dat de gemeente een slacht huis bouwt gezien het meer genoemd wetsontwerp en de voorwaarde, dat een andere slager niet toegelaten wordt, als dhr Koets bouwt. Spr. begrijpt zeer goed, dat de heer Koets deze voorwaarde stelt, maar voor de gemeente is ze toch niet te accepteeren. Dhr Koppejan zegt, te "ge- looven,- aan een misverstand, want "Tiij heeft met dhr Koets gesproken en deze heeft hem gezegd, geen bezwaar te heb ben tegen het toelaten van een anderen slager voor noodslachtingen. Spr. vraagt waarom is er niet mondeling onderhan deld? Want niet ieder is in staat, dit schriftelijk te doen. De voorz. zegt, dat het in 'deze .omstandigheden wenschelijk was om schriftelijk te onderhandelen. Aan den heer Koets is duidelijk ge vraagd, of hij ook een anderen slager wilde toelaten, en hij heeft duidelijk ont kennend geantwoord. Spr. bespreekt daar na de financiëele gevolgen van beide plan nen voor de gemeente. Dhr. Adriaanse stelt voor nn staande de vergadering, met dhr Koets over het toelaten van een anderen slager te onderhandelen. Dit voorstel wordt met 4 tegen 2 st. aangeno men. Tegen de heeren Maljaars- en Stroo. De vergadering gaat nu in geheime zit ting over om met dhr Koets te onder handelen. Na heropening der vergadering beplei- Iijk gelaat morgen weer zouden zien." „Hoe koud is 't geworden," zei Maud. „Ik geloof, dat we vader wakker moeten maken." Zij ging naar hem toe, legde haar hand op de zijne, welke gevouwen waren op de jas trok haar hand terug ver schrikt !- „Vadert" t Ik schoof 'tkind opzij1, ik nam de hoed John van het .gezicht van het gezicht want John zelf was ver ver weg. Van ons heengegaan naar Hem, wiens trouwe dienaar hij was. Terwijl hij sliep had de Meester hem opgeroepen. Zijn beide zoons droegen hem de hel ling af- Legden hem neer in (le bovenka mer van het huis van mevrouw Tod Toen ging ik naar huis om het zijn vrouw te zeggen. f Zij was eindelijk tot rust' gekomen, ge lijk wij dachten, liggend op haar bed, bijna dood, maar toch kalm. 'tWas tien uur in den avond. Ik verliet haar met al haar kinderen om zich heen. Ik ging uit, naar Rose Cottage, ?>m een uur alleen te wezen om naar hem te zien, dien ik niet terug zou zien niet dan „over een poos" zooals hij gezegd had. „Over een poos" „over een poos", ik troostte mij met deze woorden. (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 2