Staten-Generaal.
VAN H00GER ORDE.
Uit de Provincie.
FEUILLETON
Gisteren is te Scheveningen de vlag van het gezonken Italiaansche s.s. „Salento"
aangespoeld. Het dochtertje van den bekenden kunstschilder P. Dom met de door
haar gevonden vlag.
volgens die wet naar billijkheid slechts
over de omroeporganisaties mag worden
verdeeld?
4. Indien het de bedoeling is, voor den
nieuwen zender slechts een experimenteer
zendvergunning toe te staan, is de minis
ter dan bereid, eveneens gunstig te be
schikken op de aanvrage, door den Katho
lieken Radio-Omroep en de Nederlandsche
Christelijke Radio-Vereeniging om zulk
een experimenteer-zendvergunning inge
diend?
Afzet van onze landbouwpro
ducten.
Ingevolge opdracht van den Minister
van Binnonl. Zaken en Landbouw zal de
Inspecteur van den Landbouw, hoofd van
den BuitehTandschen Landbouwvoorlich-
tingsdienst, de heer ir. Th. J. Manshoxt,
zich binnenkort naar Spanje begeven, ten
einde studie te maken van de moeilijkhe
den, welke dat land als afzetgebied voor
verschillende onzor landbouwproducten
biedt, alsmede om na te gaan, wat kan
worden gedaan om den afzet dier pro
ducten te bevorderen.
TWEEDE KAMER.
De Onderwijsbegrooting.
De Tweede Kamer had gisteren een
vroegertje in verband met den St. Nico-
laasdag, maar om de schade in te halen,
was men ook vroeger dan gewoonlijk
begonnen.
De behandeling van de Onderwijs-be-
grooting werd voortgezet, en ook nu bleef
critiek op het beleid van den Minister
niet uit.
Verzachtende omstandigheden werden
echter bepleit door den heer v. W (j n -
bergen (R.-K.) die er op wees, dat de
Minister voor alles met de financiëele
omstandigheden had te rekenen.
De heer Albarda, die niet anders dan
critiek had, heeft verzuimd uit te reke
nen, hoeveel millioen vervulling van al
die wenschen gekost zouden hebben en
waar dit geld, door spr. op ongeveer 60
millioen geraamd, vandaan gehaald moest
worden.
Toch zijn sommige maatregelen van be
lang geweest, o.a. de vervroeging van
het zevende leerjaar en de zevenjarige
leerverplichting. Voorts heeft deze mi
nister de intrekking van eenige stopwet
jes bevorderd. De indruk van den heer
van Wijnbergen was, dat de minister een
arbeidzaam man Is en groote activiteit
ontwikkelt. De critiek was deels over
dreven, deels ongegrond.
Aan het antwoord van Minister
Waszink ontleenen wij het volgende:
De Minister is bereid gelden aan te
vragen voor een gewoon hoogleeraar in
het F r i e s c h, indien een buitengewoon
hoogleeraar niet gevonden kan worden.
Het onderwijs op de lagere school in
dialecten is niet mogelijk, uit hoofde
van hun veelheid.
Inzake de leerstoel voor de h o m o e-
o p a t h i e heeft spr. alleen de adviezen
overgelegd, waarop zijn besluit berust. In-
tusschen zullen alle adviezen worden ge
drukt en rondgedeeld.
Het denkbeeld om een commissie in
te stellen voor het spellingsvraag-
s t u k kan de minister niet overnemen,
daar het vraagstuk reeds meermalen is
onderzocht.
Een ontwerp voor nieuwe wacht
geldregeling voor onderwijzers zal
de Kamer binnenkort bereiken.
Wat den arbeid van sdhoolxin-
deren ten plattelande betreft, spr. heeft
zijn ambtgenoot van arbeid verzocht ook
een onderzoek in te stellen. Wat de ver
volging betreft, heeft spr. zich gewend tot
zijn ambtgenoot 'van justitie. Deze ver
volging laat inderdaad thans te wenschen
over.
Komende tot de critiek ophetbeleid
van d en M i ni s t e r, wees spr. er op,
dat de omstandigheden waaronder hij op
trad, zakelijk en financieel, niet gunstig
waren.
Er viel, toen hg" optrad, niet veel te
doen op wetgevend gebied, en bovendien
werd hij in zijn werkzaamheden belem
merd door de Staatscommissies-Rutgers
en -Pop, 'die er maar steeds niet toe
komen, rapporten in te dienen.
Naar het Engelseh.
129.) o—
Ik zat nog eenigen tijd in mijn ka
mer, toen John mij kwam halen voor
onze gewone wandeling. Zelden wilde hij
deze missen, hij zeide, dat de dag nau
welijks volmaakt leek, tenzij men de zon
had zien ondergaan. Daarom waren wij
gewoon, bijna eiken avond, een uur of
meer door te brengen, op en neer wande
lend, of op geliefkoosde plaatsen neer
te zitten, vanwaar we Rose Cottage kon
den zien en de oude put en het benken-
b'osch, en ,verweg, de Nunneley Hill, waar
de zon onderging.
Daar, toen we wat korter dan gewoon
lijk gewandeld hadden, want 'twas een
warme gwond en 'twas een vermoeiende
dag geweest, zaten John en ik samen. "We
praatten een poosje over allerlei
maar meest over Longfield, hoe ik
mijn oude kamer weer hebben zou
en hoe er een nieuwe kinderkamer
zou klaar gemaakt worden voor de klein
kinderen.
„We "kunnen niét van kinderen afko
men, dat zie ik duidelijk," zeide hij la
Ten aanzien van de wetsontwerpen
Middelb. en Aanvullend Onderwijs, merk
te spreker op, dat de regeling van het
Middelbaar onderwijs volstrekt
geen „gesneden koek" was, zooals hier
is beweerd. Het wetsontwerp van dr de
Visser is meermalen gewijzigd en de com
missie van rapporteurs achtte een hieuw
afdeelingsonderzoek noodig. Daarop heeft
spreker eenigen tijd gewacht; toen spr.
bleek, dat daarop niet viel te rekenen, is
hij zelf aan het werk gegaan. Dat was
ook geen „gesneden koek". Stapels bro
chures. adviezen en couranten heeft spr.
minzaam doorworsteld, met het resultaat,
dat hij aan het einde even wijs was
als aan het begin. Zal dit ontwerp nu
nog in behandeling komen? Spr. is nog
optimistisch en hoopt, dat de Kamer het
alsnog met spr. zal behandelen.
Het ontwerp-aan v uil e n d onder-
w ij s is nog in de maak. Daarom zal
spr. er nu niet over spreken.
Spr. had bij zijn optreden ook finan
cieel de omstandigheden niet mee. Hij
heeft steeds zijn individueele verantwoor
delijkheid beseft, maar het kabinet is
opgetreden met deze eerste taak: verla
ging van de belastingen. De Kamer heeft
daartoe medegewerkt. En nu bij het schei
den van de markt komen de heeren Oud,
Albarda en Moller, spr. verwijten, dat hij
niet ontrouw is geworden aan de politiek
van het .kabinet, waarvan spr. zélf deel
uitmaakt. Die politiek bracht ook mede,
dat blijvende maatregelen nïet worden
bestreden uit tijdelijke overschotten.
Het financieel programma van dit Ka
binet heeft niet alleen spr. doch alle mi
nisters overheerscht. Verlanglijstjes in
dienen is gemakkelijk, maar op één oogen-
blik zal die indiening ophouden. Als de
heer Albarda of een der andere critici
achter de groene tafel zal zitten en zelf
de verantwoordelijkheid zal dragen, dan
zal spr. belangstellend toeschouwer zijn.
Spr. kwam eindelijk tot het buitenge
woon lager onderwijs. De Kamer
weet, dat art. 9 der Lager Onderwijs
wet nog altijd niet is uitgevoerd. Spr.
verklaart, dat het in de bedoeling der
regeering ligt aan art. 4 nog in den loop
van dit jaar eenige uitvoering te geven.
Dit antwoord van den Minister had
blijkbaar nogal eenigen indruk gemaakt.
De Kamer jgevoelde althans geen be
hoefte om te repliceeren. Nadat nog en
kele oogenblikken over de onderwiis-sta-
tistiek was beraadslaagd, werd te 3 uur
de vergadering verdaagd tot Donderdag
middag 1 uur.
Vereeniging voor iziekenhuisverpleging
in Zuid- en Noord-Beveland.
Dinsdag vergaderde het Bestuur van
deze vereeniging in hotel Centraal te
Goes. Medegedeeld werd, dat sinds de
laatste Bestuursvergadering het aantal in
geschrevenen weer met plm. 600 is ge
stegen en thans 5400 bedraagt. Aan ver
schillende leden is reeds vergoeding voor
ligging in een ziekenhuis uitgekeerd.
Eenige der oorzaken van den -sterken
groei der vereeniging zijn zeker wel deze,
dat ieder 'kan toetreden en er van een
weistandsgrens geen sprake is en dat de
vereeniging zuiver onderling is, zoodat de
algemeene ledenvergadering telken jare
beslist over wat uitgekeerd zal worden.
De propaganda in Noord-Beveland is
thans "begonnen. In Wissenkerke is reeds
een vergadering gehouden, waar Mr Mes
uit Heinkenszand sprak, terwijl spoedig
andere gemeenten op dat eiland aan de
beurt komen.
Hoewel het eerste boekjaar nog niet
ten einde is, kwam het Bestuur toch nu
reeds tot de conclusie, dat aan de e.v.
algemeene ledenvergadering zal kunnen
worden voorgesteld spoedig een bedui
dend hooger bedrag aan ziekenhuiskos
ten aan de leden, die in een ziekenhuis
opgenomen moeten worden, te vergoeden.
De storm en de mossefvis-
s c h e r ij-. De stormen die in de tweede
helft van de maand November zooveel
schade toebrachten aan, een aantal' zee-
werken, richtten ook op verscheidene
Zeeuwsche mosselperceelen belangrijke
nadeelen aan voor den betrokken mos-
selvisscher, daar consumptiemoteiselen wer
den verplaatst en' ook mosselzaad werd
chend. „We zullen Longfield even vol
hebben als 't vroeger was den geheelen
zomer. Maar in den winter zal T rustig
zijn en zullen we bij den haard zitten
en ons begeven in de droge woestijn van
mijn boeken hé, Phineas? Gij zult mij
helpen om aanteekeningen te maken voor
die lezingen, welke ik al tien jaren lang
zou houden te Norton Bury. En we zullen
ons oude Latijn weer opfrisschen en 'eens
een kijkje nemen in de moderne poëzie
groot prulwerk, vrees ik! Niemand
als onze oude vriend „Willy van Avon"
(Shakespeare) of zelfs als je naamgenoot,
de waarde Phineas Fletcher!"
Ik herinnerde hem aan „Het leven 'en
lot van den schaapherder", waarvan hij
altoos zooveel gehouden had, en dat hij
als 't ideaal van vreedzaam geluk be
schouwde.
„Wet, ik denk nog zoo: „Blijf de drao
men van uw jeugd getrourw", zeide de
oude Duitscher; ik ben de mijne niet on
trouw geworden. Ik heb een gelukkig le
ven gehad, Gode zij dank; ja en wat wei
nig menschen kunnen zeggen, 'twas juist
dat soort van geluk, dat ik zelf zou
hebben gekozen."
Zoo zat hij daar te spréken, met de kin
rustend op z'n handen z'n oogen kalm
en rustig, ziende naar 't westen waar
de zon ongeveer een uur van den horizon
verwijderd was.
weggeslagen. Het is voldoende bekend,
dat in het bedrijf een toestand heerscht
dia alles behalve rooskleurig mag ge
noemd worden, wat den handel betreft,
waar nog bij komt, dat men te worstelen
heeft met het zaad, dat in de eerstvol
gende jaren de mossels voor verzending
moet brengen. Het zaad toch moet van
elders aangevoerd worden, daar al reeds
zoovele jaren het Zeeuwsche zaad in zul
ke onbeduidende hoeveelheden wordt aan
getroffen, dat men sléchts betrekkelijk zeer
beperkte gronden met dit zaad kan be
zaaien. Vooral de oogst in 1928 van
Zeeuwsch zaad is al' uiterst klein on als
gevolg zeer duur ge-weest. Van elders
gaat de aanvoer ook niet als voorheen:
om do mosselcultuur weer in normale
banen fe brengen heeft de regeering zich
genoopt gezien de openstelling van de
Zuiderzeebanken om daar zaad te halen,
in te krimpen, wat zeer in het belang
van het bedrijf wo-rdt geacht. Geen won
der, dat de belanghebbenden gedrukt gaan
onder den toestand. Van de Belgische
kust is ook wel' wat goed zaad te krij
gen, maar de prij-zen 'daarvan zijn hoog,
daar f2 f2.50 per ton moet betaald
worden. Nog steeds tast men in het duis
ter wat toen de oorzaak is van den ge
ringen zaadval in de Zeeuwsche stroo
men zelf.
Hulde aan Tholen. In de Twee
de Kamer was bij de behandeling der
Waterstaatsbegro-o-ting door dhr Staalman
gevraagd, -of het nu wél gewenscht was
dat de veertol van de Eendracht op de
nieuwe brug werd overgebracht.
In antwoord hierop zeide de Minister
van Waterstaat:
„Ieder zal het er mee eens zijn: het
zon veel prettiger zijn, als die tol er niet
was. Maar ik had verwacht, dat de ge
achte afgevaardigde een woord van hulde
had gesproken voor dengene, die de brug
heeft gemaakt: het kleine Tholen heeft
zonder eenig subsidie van Rijk of pro
vincie de brug tot stand gebracht en
vraagt nn hetzelfde tolgeld, dat vroeger
als veergeld werd geheven. Het gaat nu
veel vlugger dan met het veer, het gaat
met veel minder moeite gepaard. Het is
een enorme verbetering, al kon het nog
„Herinnert gij u nog, hoe we op het
gras lagen in den tuin van je vader en
hoe we nooit de zon konden zien onder
gaan behalve gedeeltelijk tusschen de
hoornen van de kerk! Ik ben benieuwd of
zij de heg nog zoo rond gesnoeid houden
als vroeger." t
Ik vertelde hem, dat Edwin me geze-gd
had, dat vreemde huurders een "herberg
zouden maken van het oude huis én van
den tuin een speelplaats.
„Wat een schandaal. Ik wilde, dat ik 't
verhinderen kon. En "toch, misschien ook
niet," voegde hij er aan toe. „Behooren
wij ons niet te schikken naar de alge
meene wet van verandering? hoe ieder in
zijn plaats ,zijn dag volbrengt en heen
gaat, maar .we weten waarheen wij gaan
en wij weten den Weg welke dezelfde
is, gisteren en heden en in eeuwigheid."
Voor hij nog uitgesproken had, kwam
een heele troep van onze jongelieden uit
mevrouw Tod's huis en riepen ons toe.
Daar stond mevrouw Edwin te praten
met de goede oude ziel, die haar kleine
jongen zeer bewonderde, maar niet wilde
toegeven, dat er kinderen waren, 'die kon
den hajen bij die van mevrouw Hali
fax. Daar was Edwin, druk in gesprek
met zijn broeder Guy, terwijl naast hem
mooier en jonger dan ooit Grace
Oldtower bezig was een ruiker te maken
voor de kleine Louise.
beter worden door de afschaffing van de
tol. Maar Tholen heeft prachtig werk ge
daan door die brug te maken, al is het
jammer, dat er v-oorloopig nog een tol
aan verbonden blijft-
Middelburg. De heer Mr A. Leijdes-
dorff, volontair ter gemeente-secretarie
alhier, is benoemd tot adjunct-commies
bij- de afdeeling openbare werken en
stadsontwikkeling ter gemeente-secretarie
van Utrecht.
Goee. Dhr J. F. van Riet, brievenbe
steller te 's H. Arendskerke, is overge
plaatst als zoodanig naar hier.
Wemeldinge. Door het huispersoneel
werd den heer J. Polderman, sluismees-
ter, alhier, bij het verlaten van den dienst
een wandelstok met zilveren knop aange
boden. Ook de tijmannen boden hem een
fraai bewerkten hanger als aandenken
aan.
Kap-elle. In het lokaal van mej. E.
Hanson kwam de Landbouwver. alhier
in ledenvergadering bijeen, onder voor
zitterschap van dhr J. Ganseman. Her
kozen werden de aftredende bestuursle
den J. Ossewaarde, J. Wabeke en L. C. do
Jonge. Besloten werd om te beginnen
met den aankoop van veevoeder en kunst
mest.
Loop der bevolking over November.
Ingekomen: M. C. de Mul, huishoud
ster A 33 p van Kolijnsplaat; M. de Keij-
zer, veldarb. A 56 van 's-IIeer Arends
kerke; C. Zegers, dienstbode, C 5 van
Wemeldinge; L. Herrebout en gezin, ar
beider, A 190 van Nisse; J. Walrave
en gezin, arbeider, B 15 van Ierseke;
A. J. SchipperTholens, zonder beroep,
A 34 h, van Hoek.
Vertrokken: C. P. Droogendijk, koop
man naar Amersfoort, Bloemendaalsche
Binnenpoort 8; A. Daane, dienstbode
naar Wemeldinge A 44; C. Feijtel en ge
zin, arbeider naar Antwerpen; W. J. Wel-
leman, leerling-verpleger naar Bergen op
Zoom stichting Vrederust
Borsselen. Loop der bevolking over de
maand November 1928. Ingekomen: Pau
lina Smallegange van Schore, no. 318;
Geerard Schipper van Baarland, Plein 130
Verderop-, zacht naast elkander wan
delend, blijkbaar niemand dan elkaar zien
de, was een ander paar.
„Ik geloof John, dat die beiden, Wil
liam en'Maud, de gelukkigsten van al de
kinderen zullen zijn."
Hij glimlachte, en nadat hij een oogen-
blik naar hen gezien had, legde hij zich
zelf rustig neer op zijn rug tegen de
helling met het gezicht naar "de zon ge
richt. Toen de zon, helderder nu zij on
der ging, op de plaats scheen, waar wij
zaten, zag ik dat John zijin breede stroo-
hoe-d over zijn gezicht trok en met z'n
beide handen pp de borst de houding
aannam a/sof hij sliep.
Ik wist dat hij erg moe was, daarom
sprak ik niet meer, maar wierp mijn jas
over hem. Hij keek op, dankte mij zwijn
gend met zijn ouden welbekenden glim
lach. Ik zat een half uur naar de zon te
kijken, welke langzaam, rond en ,rood,
onbewolkt neerzonk. Schoon, als ik nooit
te voren gezien had.
Maud en mijnheer Ravenel kwamen "de
helling op. Ik wenkte hen om zacht te
komen, om hun vader nïet te hinderen.
Zij en ik zaten stil naar 't Westen te
kijken. De zon zonk lager en lager
eindelijk was zij verdwenen. En nog za
ten we 'daar ernstig, maar niet droe
vig naar het licht ziende, dat zij had
achtergelaten, wetend, dat wij haar heer-
Adriana "Pieternella van der Giezen van
Wolphaartsdijk, Noordwegje 168, vr. van
Adriaan Corstanje.
Wolphaartsdijk. In een vrij goed be
zochte vergadering onder leiding van dhr
J. A. Koert, werd besloten tot oprichting
van een afdeeling van den Vrijheidsbond-
liberale Staatspartij". Op deze vergade
ring werd door den heer P. Lindenbergh
Jz. een kort overzicht gegeven van den
in dezen zomer door hem gevolgden cur
sus inzake beginselen, doel en streven
van genoemde politieke partij.
Zoutelande. (Slot Raadsverslag.) Nu
komt voor de zooveels-te maal in behan
deling de bouw van een slachthuis. Als
gevolg van het Raadsbesluit in de vorige
vergadering genomen is er door B. en W.
met dhr P. Koets, alhier, over den bouw
van 'n slachthuis onderhandeld. Dhr Koets
heeft zich bereid verklaard om een slacht
huis te bouwen, voldoende aan de eischen
der wet, en wil het open stellen voor alle
ingezetenen van Zoutelande maar wil
geen andere slager daarin toelaten. Ver
der wil hij zich 30 jaar verbinden en
vraagt dan van de Gemeente een som
ineens van f 400, van welke hij, als hij deze
overeenkomst niet zou kunnen uitvoeren,
door sterfgeval of anderszins f 300 zal
terugstorten. Voor B. en W. bestaan ech
ter nog twee punten, die moeilijkheden
opleveren. In de eerste plaats, dat er een
wetsontwerp is, dat verbiedt, noodslach
tingen bij particulieren te doen geschie
den. Indien dit ontwerp wet wordt, het
geen vrij zeker is, zal de Gemeente toch
een slachthuis moeten bouwen en dan
natuurlijk onder ongunstiger omstandig
heden dan we het nu zouden kunnen
doen- In de tweede plaats dat dhr Koets
wel alle slachtingen wil toelaten, maar
niet door een anderen slager. De inge
zetenen zijn dan gedwongen om van 'de
diensten van dhr Koets gebruik te ma
ken. Op deze gronden ontraden B. en W-
op de aanbieding van dhr Koets in te
gaan en stellen zij voor om thans te
besluiten tot den bouw van een
slachthuis met winkel, zooals in
de vorige vergadering reeds is voorge
steld. Dhr Maas kan, ziende op het groote
verschil in kosten voor'de gemeente, niet
met het voorstel van B. en w." instemmen-
Dhr Koppejan zegt, dat dhr De Waardt
in zijn rapport over het plan van dhr
Koets zich begeeft op het terrein van den
bouwkundige wat toch niet noodig is-.
Spr. schetst het groote voordeel voor
de gemeente indien de voorstellen van
dhr Koets worden aanvaard. Dhr Adri-
aanse sluit zich aan bij de heeren Maas
en Koppejan, maar heeft bezwaar tegen
de voorwaarde van dhr Koqt.s, dat deze
geen anderen slager wil toelaten.
S-pr. zou hierover met dhr Koets nog
willen onderhandelen.
Dhr Stroo merkt op, dat hij vroeger
er ook voor was, dat er bij dhr Koets
een slachthuis zou komen. Maar toen wil
de hij niet en moest de gemeente het
maar doen. In deze omstandigheden is
spr. ervoor dat de gemeente een slacht
huis bouwt gezien het meer genoemd
wetsontwerp en de voorwaarde, dat een
andere slager niet toegelaten wordt, als
dhr Koets bouwt. Spr. begrijpt zeer goed,
dat de heer Koets deze voorwaarde stelt,
maar voor de gemeente is ze toch niet te
accepteeren. Dhr Koppejan zegt, te "ge-
looven,- aan een misverstand, want "Tiij
heeft met dhr Koets gesproken en deze
heeft hem gezegd, geen bezwaar te heb
ben tegen het toelaten van een anderen
slager voor noodslachtingen. Spr. vraagt
waarom is er niet mondeling onderhan
deld? Want niet ieder is in staat, dit
schriftelijk te doen. De voorz. zegt, dat
het in 'deze .omstandigheden wenschelijk
was om schriftelijk te onderhandelen.
Aan den heer Koets is duidelijk ge
vraagd, of hij ook een anderen slager
wilde toelaten, en hij heeft duidelijk ont
kennend geantwoord. Spr. bespreekt daar
na de financiëele gevolgen van beide plan
nen voor de gemeente. Dhr. Adriaanse
stelt voor nn staande de vergadering,
met dhr Koets over het toelaten van een
anderen slager te onderhandelen. Dit
voorstel wordt met 4 tegen 2 st. aangeno
men. Tegen de heeren Maljaars- en Stroo.
De vergadering gaat nu in geheime zit
ting over om met dhr Koets te onder
handelen.
Na heropening der vergadering beplei-
Iijk gelaat morgen weer zouden zien."
„Hoe koud is 't geworden," zei Maud.
„Ik geloof, dat we vader wakker moeten
maken."
Zij ging naar hem toe, legde haar hand
op de zijne, welke gevouwen waren op
de jas trok haar hand terug ver
schrikt !-
„Vadert" t
Ik schoof 'tkind opzij1, ik nam de hoed
John van het .gezicht van het gezicht
want John zelf was ver ver weg.
Van ons heengegaan naar Hem, wiens
trouwe dienaar hij was. Terwijl hij sliep
had de Meester hem opgeroepen.
Zijn beide zoons droegen hem de hel
ling af- Legden hem neer in (le bovenka
mer van het huis van mevrouw Tod
Toen ging ik naar huis om het zijn
vrouw te zeggen.
f
Zij was eindelijk tot rust' gekomen, ge
lijk wij dachten, liggend op haar bed,
bijna dood, maar toch kalm. 'tWas tien
uur in den avond. Ik verliet haar met al
haar kinderen om zich heen.
Ik ging uit, naar Rose Cottage, ?>m een
uur alleen te wezen om naar hem te zien,
dien ik niet terug zou zien niet dan
„over een poos" zooals hij gezegd had.
„Over een poos" „over een poos", ik
troostte mij met deze woorden.
(Slot volgt.)