Wat er deze week voorviei. Het Vrouwenhoekje. Voor de Jeugd. We leven nog steeds in den tijd der begrootingsdebatten. Wel zjjn in de Tweede Kamer de algemeene, meer politieke beschouwingen beëindigd, maar nu komt pr.s het eigenlijke begrootings- werk, waarmede de dames en heeren onder het presidium van den heer "Scha per, echter niet vlug opschieten. Alleen buitenlandsche zaken is nog maar afge handeld. Men zit nu midden in binnen- landsche zaken en landbouw en arbeid en het was vooral Minister Slotemaker de Bruine, die "harde slagen moest op vangen. Het moet echter gezegd, dat hij ook aardig kan terug slaan. De Eerste Kamer deed niet veel meer dan het wetje op de belasting op nalatenschappen van Nederlanders in het buitenland verwerpen, waarmee ze, volgens Minister do Geer, een antinatio nale daad deed. De Staten van Zeeland zijn ook deze week in langdurige vergadering bij een geweest. Verslag en overzicht heb ben in ons blad het voornaamste van de in die zitting behandelde voorstellen gereleveerd. Op 21 Dec. a.s. hopen Ged. Staten de electrificatie van de midden groep wederom aan de orde te stellen. Het veilingwezen in ons land schijnt een min of meer ernstige crisis te moeten doormaken. Er broeit een conflict tusschen veilingbesturen en han delaren, dat reeds op een enkele plaats tot uitbarsting kwam. Zoo wordt in De venter nu de groente en het fruit recht streeks aan de consumenten verkocht. Omdat do meeste berichten dienaan gaande inkwamen na het schrijven van ons vorig weekoverzicht maken we thans nog even melding van den storm van vorigen Vrijdag, die allerwegen zoo groote materiëele schade aanrichtte, vele scheepjes deed vergaan en helaas ook eenige slachtoffers, onder wie een gezin, bestaande uit man, vrouw en tien kinde ren, eischte. Hoe gevoelt do mensch bij zulke natuur rampen zijn onmacht en diepe afhankelijk heid van den Almachtigen God. Diezelfde prediking kwam ook tot ons uit het buitenland. Het is een droeve opsomming van rampen, die daar plaats hadden. Zoo kwamen te Praag bij een treinbotsing Vier tnenschen om het leven, werden in Hongarije, Noord- Italië en Chili aardbevingen gevoeld, teis terde eein storm verschillende landen, vielen te Vincennes bij Parijs enkele per sonen als slachtoffer van een tnunitie- ontploffing en dreigt een hongersnood het arme China te zullen teisteren. Als wij daarbij nog herinneren aan drei gende arbeidsconflicten in Oos tenrijk en aan het nog steeds onopge loste conflict in de West-Duifsche metaal industrie, dan zal men ons toegeven, dat het geen opwekkende berichten zijn, die het buitenland ons meldt. Gelukkig de mensch, die niet alléén door het leven gaat, maar zijn hoop en vertrouwen stelt op den Heere, zijn God, die hem voor allen nood bewaren kan. De slanke lijn. In „Voeding en Hygiëne" lezen wij een beschouwing over de juiste middelmaat tusschen al te veel en al te weinig „slan ke lijn", waaruit wij het volgende over nemen: Wij hebben het over den hygiënischen kant der dingen en dus constateeren wij met veel genoegen, dat het verdwijnen van het wespen-taille-corset een groote verbetering is. Dat dit verdwijnen een hygiënische vooruitgang is, blijkt duidelijk uit het te gelijk in sterke mate verminderen van de bleekzucht; de apothekers mogen bevesr tigen, hoeveel minder „staal" tegenwoor dig wordt geslikt dan vroeger. Maar de mode is niet altijd logisch. Zij heeft de vrouw nu genoodzaakt zich te ontdoen van 'het teveel aan vet, dat zij in een vroegere periode van haar regeering als „chic" voorschreef. De slanke lijn heeft tegenwoordig heel wat op haar geweten. Tengevolge van te snelle en te lang volgehouden, ook van onlogisch omge zette vermageringskuren, heeft de gezond heid van menig meisje ernstige schade geleden. „Iets minder eten, matig zijn, niet veel snoepen, weinig vet gebruiken" werd tot hongeren, tot chronische on dervoeding, met al de nadeelige gevol gen daarvan: duizeligheid, spoedige ver moeidheid, nervositeit, maagpijn. Het diëet van de slanke lijn is op zich zelf zoo kwaad niet, mits het wordt aan gevuld mot een weinig koolhydraten en een weinig meer vet. Men snoepe gerust wat meer of nog beter men ete een paar bruine boterhammen of een sneedje roggebrood per dag meer. Men bedenke, dat melk, room en boter nog steeds het. voortreffelijkste vet be vatten, dat de mensch nuttigt. Enkele recepten. Vanille-vla met bitterkoek- j e s. V2 L. melk, Vi stukje vanille, 1 eier dooier, 20 gram maïzena, 40 gram stri ker, plm. 1 ons bitterkoekjes, jam. Bereiding: Roer de suiker en maïzena dooreen. Doe den eidooier er bij, roer dit sa men en voeg zoo noodig wat koude melk toe, tot het een volkomen gladde massa wordt. Verdun dit met koude melk tot ze dun vloeibaar is geworden. Trek de overige melk met de vanille. Breng haar vervolgens aan de kook. Doe de melk voorzichtig bij de eimassa; doe alles te rug in de pan en laat de vla roerende binden en gaar worden. Verwijder de vanille. Leg de bitterkoekjes, die even in de kokende melk geweekt zijn, in een vla-schaaltje. Bestrijk ze met jam en giet de vla, wanneer ze half afgekoeld is, onder af en toe roeren, om het vor men van een vlies te voorkomen, over de bitterkoekjes. Tutti-frutti. Benoodigd: 150 gram (H/a ons) tutti frutti (een mengsel van verschillende soorten gedroogde vruch ten), 50 gram (Va ons) suiker en wat maizena of sago. Bereiding: Zet een avond tevoren de goed gewasschen vruchten te weeken in zooveel koud water, dat ze goed bedekt zijn. Breng ze den volgenden dag met hetzelfde water aan de kook en voeg er de suiker bij. Laat de vruchten zacht jes doorkoken tot ze gaar zijn, ongeveer een half uur. Schep ze met een schuim spaan uit het nat en doe ze in een glazen schaal of leg ze als omranding om den maizenapudding. Bind het over gehouden vocht met wat maizena of sa go, laat dit afkoelen en giet het over de vruchten. (V. Crt.) Chocolade-rotsjes. 80 gram ca cao-poeder, 60 gram suiker, 15 gram bloem, 1/2 theelepel bakpoeder, 1 ei en wat vanillemerg. Roer bloem, cacao en bakpoeder door elkaar. Klop het eiwit stijf. Vermeng 'dit met de suiker, en den los geklopten dooier. Meng hiermede de droge bestand- deelen tot een droog deeg. Leg met behulp van twee theelepeltjes kleine, rotsachtige stapeltjes of een be boterd bakblik. Bak de koekjes in een heeten oven plm. 10 minuten tot ze luch tig en stevig geworden zijn. Eenige wenken. Klemmende Iaden. Laden, die niet of moeilijk willen schuiven wrijve men langs den buitenkant met was, en, zoo men er bij kan komen, ook 'de sponning van de laden. Deze bewerking zoo noodig eenige dagen achtereen herhalen. Ook kan men langs de klemmende kan ten met een stuk waskaars wrijven. P i t r i e t. Men kan het best meubels van wit pitriet schoonmaken door zout water of een boraxoplossing aan te wen den. Zwavellever. kan men gebruiken om koperen voorwerpen te bronzen. Men neemt daarvoor een 5 pCt. oplossing in koud water. Blijkt de kleur dan nog iets te licht te zijn, dan make men de oplos sing iets sterker. Het aldus aangebrachte bronslaagje is vrij duurzaam. Zoo noodig behandele men het voorwerp opnieuw, 'tls een betrekkelijk kleine moeite. (Hdbld.) Beste jongens en meisjes, Terwijl ik dit schrijf giert de storm weer door de lucht. We zullen hopen, dat het niet zoo erg wordt als de vorige week, want al is er iets gezelligs in als men rustig in huis zit, het loeien van den wind te beluisteren, als we denken aan hen, die op het water zijn en mis schien in gevaar voor hun leven ver- keeren, dan gaan we er al gauw weer anders over denken. Mooi weer overigens om raadsels op te lossen of andere gezellige dingen te doen. 't Is nu al weer de laatste keer, dat prijsraadsels worden gegeven. Ik re ken op een groot aantal oplossingen. Intusschen gaat het nu alweer hard naar St. Nicolaas. Jullie zijn zeker alle maal al ijverig bezig om cadeautjes en leuke pakjes te maken. Vooral zelf iets maken vind ik altijd een echt aardig iidee. Iets koopen kun je altijd wel, maar zelfs iets verzinnen,. ik denk, dat degene die het krijgt, het dan veel meer zal waar deuren. Als je zoo door de stad loopt, en al die mooie etalages ziet, nu dan komt de stemming er vanzelf in. Schrij ven jullie me maar eens wat je al aan 't doen bent. De raadsels zijn deze keer niet zoo moeilijk, want jullie zult wel niet zooveel tijd hebben. Hier volgens de Prijsraadsels. I. Voor de grooteren: Mijn geheel bestaat uit 42 letters. Het 3, 17, 13, 32, is tusschen Zuid-Be veland en Walcheren. De 15, 2, ,28, 41, 23 is een rivier in Utrecht. De 1, 38, 18, 35, 23, 27, 40, 29, 25,21 is een kanaal in Drente- De 34, is een rivier in N. -Brabant. De 7, 22, 33, 27 stroomt door Limburg. De 36, 6, 39, 11, 42 is een kanaal m Gelderland. 4, 39, 10, 20 is een stadje in de Betuwe. 9,31,16 is een dorp in Gelderland. 12, 8, 5, 20, 37, 26 is een Zeeuwsch ei- 12, 8, 5, 20, 37, 26 is een Zeeuwsch eiland. 19, 30, 7, 14, u, 24 is een fort in de Zuiderzee. II. Voor de kleineren: Mijn geheel bestaat uit 25 letters. Een 9, 5, 8, 15 heeft geen ouders. Een 23, 10, 24, 11 is aan iedere schoen. 7, 18, 12, 22, 25 hebben bij storm veel te verduren. Door 15, 2, 17, 1, 21, 8 en schande wordt men wijs. Een 6, 22, 16, 3, 20, 13, 6 moet recht spreken. In 4, 13, 19, 20, 8, 14 gaat men kam- peeren. Vele groeten van TANTE DOLLIE. JONGENSLEVEN. (Vervolg.) Den volgenden middag was 't Zaterdag middag, dus hadden de jongens geen school. Dat was fijn vond Wïm, dan kon hij dadelijk den penhouder gaan koopen. Na het eten, ging h(j direct op stap. Hij ging zoo ver met Vader mee, die nog een poosje naar kantoor moest. Heerlijk was het, dat het nu weer goed was, ook met Vader. Toen Vader den vorigen avond thuis was gekomen, en Moeder alles verteld had, was hij eerst wel boos geweest, maar toen hij 't berouwvol ge- De Zeeuwsche huisvrouw wjjdt al haar aandacht aan haar gezin. Geen ander dan zij weet hoe de gezinswasch behandeld moet worden. Daar door heeft zij Sunlight Zeep ieeren gebruiken. 1 zicht van Wim gezien had, en deze ook hem om vergeving gevraagd had, was 'tgauw over geweest, en had Vader net als Moeder, 't hem heelemaal vergeven. Druk pratend liep Wim met Vader mee, hij had nog zooveel te vertellen over wat er die week zoo ajl gebeurd was, want door die geschiedenis met den pen houder en de pennen, had hij 's middags en 's avonds maar niet veel gezegd, bang als hij was geweest, zich te verraden. Maar nu stond zijn mond geen oogen- blik stil. In den winkel viel 't eerst nog niet mee een keus te maken. Er waren er drie waar hij wel zin in had. Maar de eene vond bjj wat erg duur, zoo dik was zijn spaarpot niet en Moeder was ook gauw jarig, dus moest hij zuinig aan doen. Met een zucht lei hjj die alvast apatrt. Nu moest hij nog besluiten tusschen de twee anderen. Ze waren ook allebei met een glaasje, door 'teene zag je het Vre despaleis en door 't andere den Dom toren van Utrecht, 't Vredespaleis was eigenlijk wel mooier, maar de penhouder met den Domtoren had een veel mooiere kleur. Tenslotte besloot hij toch maar den eersten te nemen. Blauw was toch ook wel mooi, vond hjj. Geeft u deze maar mijnheer, en aan dachtig keek hij toe, hoe de bediende hem in een stukje vloeipapier rolde. Wat zou Arthur opkijken 1 Hij had nu al ple zier als hij aan zijn verbaasde gezicht dacht. Morgen uit de kerk ging hij hem brengen. Wat zou Arthur wel zeggen? Wim dacht er in zijn blijdschap heel niet meer aan, dat ze eigenlijk nog kwaad op elkander waren, tenminste Arthur op hem. 's Morgens had Wim geprobeerd met hem te praten, maar nu had Arthur net gedaan als Wim, in 't begin van de week, en hem telkens ontweken. Maar daaraan dacht Wim niet. Hij zou hem gauw aan Moeder gaan laten zien. En als hij thuis kwam, zou den dan de konijnen er al zijn? Dat zou leuk zijn, of eigenlijk nog leuker als ze er niet waren, dan kon hij er bij zijn als ze gebracht werden, en als ze voor 't eerst in 'hun nieuwe woning kwa men. Om twaalf uur uit school had hij nog gauw met Gerrit, het hok naar be neden gebracht en 't verder in orde ge maakt. 'tZou toch wel gezellig zijn, iede- ren dag weer, er voor te zorgen en te zien hoe ze groeiden. 't Zou hem benieuwen of Gerrit nu al een naam wist. Den vorigen avond in bed hadden de jongens er nog langen tijd over liggen praten, maar waren niet veel verder gekomen. 'tViel heusch niet mee een echten naam te bedenken. En wat Gerrit leuk vond, vond Wim niet leuk en omgekeerd. En ze zouden er zeker nog ruzie over gekregen hebben, als Vader niet aan de trap geroepen had, dat ze stil moesten zijn en dadelijk gaan slapen. Juist toen hij het hekje binnenging zag hij een jongen aankomen met een groote mand aan zijn arm. Daar heb-je ze, Gerrit, daar zijn ze, riep hij zoo hard als hij kon, en holde weg. Geef maar gauw, hier, dat zijn zeker de konijnen. Wat konijnen? vroeg de jon gen met een verbaasd gezicht: Je bent zelf een konijn I Maar Wim had de mand al te pakken, en liet die niet dadelijk los. Toe, laat eens zien, doe de mandeens open, zei hij ongeduldig. De konijnen zijn toch ook voor mij, dus kan je ze net zoo goed aan mij laten z*ien als aan Gerrit. 1 L Ineen3 begon de jongen te lachen, en begreep hij, dat Wim hem voor een an der aanzag. Nu vooruit dan, maar voor zichtig hoor, het deksel niet te ver open doen, m'n baas heeft me nog gewaar schuwd, dat ik er goed op passen moest, want ze ^ijn springlevend. Wim allang blij, dat hij even kijken mocht, luisterde niet eens meer, deed het deksel open en zag eenpaar groote..,. hazen. Hij wist niet wat te zeggen en kon geen woord uitbrengen. De jongen stond te schudden van 't lachen. Gerrit, die ook al kwam om naar de konijnen te kijken, en het alle3 gezien had, moest of hij wilde of niet toch ook lachen toen hg het beteuterde gezicht van Wim zag, hoe wel hij eigenlijk ook wel medelijden had met zijn broertje. Ben je nou tevreden? vroeg de jongen, terwijl hij de mand weer dicht deed en nog lachende, ging hij verdors Wim had eigenlijk vreeselijk het land, dat hij zoo nieuwsgierig was geweest, maar wou dit niet laten merken. Nou, 'thad toch best gekund, zei hij, terwijl ze naar binnen gingen, ik dacht vast, dat ze het waren. Gelukkig, dat hij zijn pen houder nog aan Moeder moest laten zien, daardoor was hij 't weer gauw vergeten. Moeder vond ook, dat Wim een heel goede keus had gehad, en met blijdschap zag ze ook, met hoeveel geduld Wim ook Treesje door het glaasje liet kijken, en hoe vroolijk hij er uitzag. Zie zoo, Trees, nu pakken we hem weer netjes in, zei hij, en misschien mag je morgen ook nog eens door die van mrj kijken. En mag ik het dan zelf vasthouden, vroeg Trees. Ja hoor, dat mag ook, en WimI daar zijn de konijnen, riep Gerrit, kon maar gauw kijken. Vlug stop te Wim, den penhouder in zijn zak, en zou juist gauw naar buiten gaan, toen hij zich ineens bedacht. 'tWas natuur lijk maar een grap van Gerrit. Je zou zien, hij deed het alleen maar om hem voor den gek te houden. Maar hg zou hem niet nemen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 6