DE ZEEUW TWEEDE BLAD. VAN HOOGER ORDE. Uit de Provincie. DE NOVEMBERSTORMEN VAN 1918. FEUILLETON VAK MAANDAG 19 NOV. 1928. No. 43. V. Alvorens nu afscheid te nemen van mijn lezers, wil ik nog het een en ander mede- deelen over den 18en November de dag van de huldiging van de Koningin in de Maliebaan. Door de mannen van de revolutie is ge- insinueerd over deze meest spontane uiting van trouw en gehechtheid aan Ko ningin en Vaderland, van een opge schroefde oranjelol onder den invloed van geestrijk vocht, terwijl niemand minder dan de oud-minister Treub het durfde wa gon te beweren, dat ze „en scène" was ge zet, m.a.w. dat ze met kunst en vliegwerk zoo mooi was „gemaakt". Laat ik u vertellen, dat nóch het één, nóch het ander waar is. Iedereen toch weet dat er een absoluut verbod was voor drank verkoop in verband met het demobilisee- ren van verschillende lichtingen. En als er sprake ware geweest om een betoo ging 'kunstmatig in elkaar te draaien, dan toch zou zeer zeker aan het Landstorm- korps Zuid-IIolland-West een hoofdrol zijn toegewezen. Ik verzeker u, dat mij eerst op Zondagavond 17 November tegen 11 uur 's avonds bekend werd, dat er 's anderen daags een huldebetooging zou plaats hebben. In één van mijn vorige schetsen geschreven voordat ik de uit lating van Minister Treub kende, heb ik al verteld, dat de schijn van pressie te oefenen op de menschen om aan die betoo ging deel te nemen, moest worden gemeden en daarom alleen werd medegedeeld, dat er een betooging was in het Malieveld. En nu vlei ik mij wel niet dat Prof. Treub zal lezen, wat door mij' wordt ge schreven, doch zijn woord heeft ook voor ons volk waarde en het 'kon zijn, dat daar door een verkeerde meening post vatte. Tot mijn leedwezen moet ik hier constatee- ren, dat ook Prof. Treub zich vergistte. Voor mij geboren oranjeklant was die betooging een moment in mijn leven, zoo heerlijk en zoo ten volle doorleefd, dat ik er niets meer over heb willen lezen 'k was er vol van en heb hoewel mijn aard weinig bespiegelend is dagen noo- dig gehad om mijzelven weer te vinden. Doch laat ik niet vooruit locpen en trachten in geregelden vorm te verhalen wat ik dien dag doorleefde. Reeds in den vroegen morgen wisten de jongens dat er iets zou gebeuren. De stemming was fees telijk en er heersohte een andere vreugde dan op de andere mobilisatiedagen. Er zat wat in de lucht. Zooals er een week te vo ren ook zoo iets in de lucht had gezeten. Toen drukte het neer en deed ons de vuis ten ballen van woede. Toen dachten we ons beslopen door een monster van anarchie en geweld. Nu daarentegen gaf het een emotie van blijdschap, die zich uitte in een lollige stemming en den drang om vroolijk en aardig te doen. We waren al spoedig vrij van dienst en begonnen ons te interesseeren voor wat er op het Malieveld zou gebeuren. Wat dat zou zijn, daarvan had niemand eenig idee. Om een uur of elf ben ik dan ook met m'n vrouw, die ik telegrafisch had kunnen waarschuwen, de stad ingedreven we hadden althans het idee om stadwaarts te drijven, doch waren nog niet ver van de stallen verwijderd, toen we al in een groo- ten troep de mannen van de le compagnie Delft en van de 3e Compagnie Den Haag ontmoeten. Deze compagnieën hadden besloten te samen naar het Malieveld te tresken met hun officieren. Dat ging er lustig van langs. Met muziek en vlaggen trokken ze langs ons heen. En zingen dat ze deden. Het bij ons zoo geliefde marschlied 't Is plicht dat iedere jongen, dat onze jongens, dank zij den Volkszang, zoo bovenst best kunnen zingen, trok de aandacht. Wij natuurlijk meegestapt het Noordeinde in en jawel, naar het Paleis. Naar het Engelseh. 117.) -o- „Ik geloof van wel. Haar moeder en ik zouden bever zien, dat onze kleine Maud naast haar zuster Muriel lag, dan dat zij Countess van Luxmore ware." Alles wat hij deed, was, op een gelaten toon herhalen: „Uw redenen?" „Ach, Lord RaveneU" antwoordde John droevig, „begrijpt u zelf niet, dat de af stand tusschen ons en u Ver is als die tusschen de polen? Niet in wereldsche dingen, maar in dingen, welke veel dieper liggen persoonlijke dingen, welke de wortels raken van liefde 't huisgezin ja, van de eer." Lord Ravenel schrok. „Bedoelt u, dat iets in mijn vroeger leven, doelloos en nutteloos als het moge geweest zijn, mijn eer onwaardig is of 'de eer van ons huis Hij hield even op. „Ik begrijp u nude zonden der vaderen zullen worden bezocht aan de kinderen, gelijk uw Bij bel zegt uw_ Bijbel, in welken ik half te gelooven begon. Zij 't zoo. Mijnheer Halifax, ik wensch u niet langer op te houden." „Neen, gj begrjpt mij niet! Ik acht Een rouzrn-ovatie aan de Kon'ngin! Fluks ons geschaard op het plein voor het Pa- le^s en daar klonk het Wilhelmus op. x>e Koningin kwam voor het raam en ik dacht zoo bij me zeiven, da's hier niet voor de poes. Maar het mooie was dat de Ko ningin beneden kwam met het Prinsesje. Hoe stond zij daar bewogen door zoo aandoenlijke aanhankelijkheid. Wat waren de kameraden blij zoo van aangezicht tot aangezicht te staan voor Haar, wier troon te schragen en te beveiligen ons naar Den Haag had gebracht, 't Was voor allen een gelukkig oogenblik, te meer daar het voor de meesten de eerste maal was dat ze hun Koningin zoo van nabij zagen. En bij haar stond ons Juliaantje. Al is 't Prinsesje nog zoo klein, Hoezeel en weer werd gezongen en harder werd gejubeld. Jammer dat zulke momenten maar kort duren Is het wonder dat we hij dien troep nog wat bleven? In de stad ontmoetten we overal troepen en troepjes militairen, die betoogende wa ren. Was dat nu dat leger waarop de Re geering niet en Troelstra wel 'kon rekenen? Alle kepi's en borsten gesierd met oranje alles zingend vaderlandsche liederen. Doch we moeten voort. We komen op het Malieveld. Wat daar is gebeurd is al gemeen bekend. 'k Heb meermalen Koninginnebezoeken medegemaakt in verschillende deelen van ons land, maar zoo iets nog nooit beleefd. Overweldigend was de menschenmassa overstelpend het enthousiasme waarmede de Koningin werd overgoten, waaronder zij werd begraven. Mijn pen weigert nu nog haar dienst, als ik wil weergeven hoe het volk in Den Haag uiting gaf van zijn liefde voor de Koningin. Oranje Boven Leve Wilhelmien, zong ieder op zijn manier, en ik geloof niet dat er van de duizenden op het Malie veld één was, die het niet gezongen heeft, zelfs de Burgemeester van de Residentie die op mij den indruk maakte nooit uit de plooien te raken en in zijn persoon al de statige deftigheid van het gansche vor stelijk 'sDravenhage te vereenigen. Ik zal dan ook niet trachten weer te geven wat ik daar heb doorleefd en waar genomen. Diletantisme schiet te kort. 't Spijt me dat ik het niet verder heb ge bracht. Laat mij dan trachten mij te bepalen tot wat ik meer speciaal waarnam als lid van het Landstormkorps Zuid-Holland-West. (Slot volgt.) Stukken voor den Gemeenteraad van Middelburg. Begrootingen en Rekening Godshuizen. B. en W. bieden ten eerste ter goedkeuring aan een suppl. begrooting 1927 en de rekening 1927 der Godshuizen, waarbij zij meenen er de aan dacht op te moeten vestigen, zonder daar bij een oordeel uit te spreken over de al of niet wenschelijkheid daarvan, dat blijkens het schrijven aan tractementen personeel voor de kliniek en het pavil joen meer werd uitgegeven dan was be groot, tengevolge van invoering, van den wekelijkscnen vrijen dag voor het perso neel, zonder dat tevoren het oordeel van den raad werd gevraagd over de meer dere uitgaven, die daarvan het gevolg zijn geweest, en die blijkbaar op de oor spronkelijke begrooting niet werden ge raamd. De commissie van financiën vraagt hoe het komt, dat de post geneesmiddelen met bijna f400 is overschreden. De com missie leest uit de stukken, dat voor tien weezen gezorgd wordt, het verslag spreekt van negen weezen in het Bur gerweesbuis. Worden echter dc uitwonen de weezen apart van do 9 beschouwd dan vind. de commissie ge_\i opgave d. op die 9 betrekking heeft. De commissie vraagt of het bestuur bij het indienen der begrooting voor 1927 niet had kun nen voorzien, dat de wekelijksche vrije dag belangrijke geldelijke offers zou vra gen? De commissie zou het op prijs stel len, indien in den vervolge dergelijke ingrijpende maatregelen bij het indienen der begrooting overwogen werden, al thans, dat een suppletoire begrooting niemand verantwoordelijk voor dwalingen en tekortkomingen, welke niet zijn eigene zijn." „Dus met 'toog op mij-zelf weigert gi; me uw dochter?" „Ja." Lord Ravenel) boog nog eens, sarcas tisch. „Ik bid u, mij niet verkeerd te ver staan," vervolgde John, zeer ernstig. „Ik weet niets van u, dat de wereld zou ver- oordeelen, veel dat zij zelfs bewonderen zou; maar uwe wereld is niet onze we reld en uwe idealen zijd niet de onze. Als ik u mijn kleine Maud gaf, zoul 'tvoor u geen duurzaam geluk zijn en zou ik mijd kind, mijn eigen vreesch en bloed,' aan groote gevaren blootstellen." Lord Raven el' antwoordde niet. 'Mijn heer Halifax zag hem medelijdend aan. „O, dat ik dit slechts voorzien had! Ik zou u mijlen ver van elkander verwijderd hebben gehouden." „Zoudt ge?" „Begrijp me goed. Niet omdat gij niet onze warme toegenegenheid en vriend schap bezit, welke altijd de uwe zullen zijn, dat zijn maar uitwendige banden, welke kunnen bestaan trots vele verschil punten. In het huwelijk echter moet men volmaakt één zijn één doel', éen ge loof, éen liefde, of *t huwelijk is onvol maakt, onheilig enkel een burgerlijk contract en niet meer." wordt ingediend bij den gemeenteraad voor de Uitgavc-u zijn geuaan. Verder .raagt do commissie of niet meer ara- kelen kunnen worden aanbesteed of al thans getracht kan worden korting op de rekeningen te verkrijgen. B. en W. hebben dit rapport aan het bestuur dor Godshuizen toegezonden en dit antwoordt, dat de post geneesmid-- delen is overschreden tengevolge van het feit, dat in 1927 veelvuldig verpleging in het Gasthuis is voorgekomen, n.l. van de moeder en twee weezen." In het ge sticht zelf worden 9 en daarbuiten 7 weezen verzorgd. De begrooting werd in Juli 1926 op gemaakt, toen nog niet te voorzien was, dat iu Mei 1927 de vrije wekelijksche dag zou worden ingevoerd. Het bestuur is bereid bij eventueel weer voorkomende dergelijke gevallen een suppl. begrooting in te dienen. Het legt een staat over van artikelen, die bij aanbesteding worden gegund. De overige artikelen worden tegen winkelprijzen ge kocht, maar wellicht is het mogelijk bij groote hoeveelheden tegelijk korting te verkrijgen. Bij aanbestedingsartikelen heeft men geen waarborg voor de kwaliteit, als die niet welomlijnd kan worden om schreven. Vervolgens leggen B. en W. ter goedkeuring over de begrooting 1929 der Godshuizen en merken op, dat een na- deelig saldo is geraamd van f24155.41 en dat, naar zij vermoeden, het bestuur de meening is toegedaan, dat dit nadee- lig saldo door de gemeente zal zijn bij te passen. De commissie van financiën vraagt waarom f 4000 meer geleend wordt dan voor de aflossing van vorige leeningen en voor verbouwing van het Oude Man nen- en Vrouwenhuis noodig is? Verder meent zij, dat de gemeente moet beta len f 4500 voor chirurg en specialist-in ternist, terwijl er f 4000 voor uitgetrok ken is, zij zag gaarne het verschil toe gelicht. Ook dit rapport is in handen van het bestuur gesteld en dit antwoordde, dat de bedoelde f 4000 zal moeten worden besteed aan de meerdere kosten van den houw aan het Gasthuis boven het van de Rijksverzekeringsbank geleende bedrag van f 106.000. Do post als ontvang van de gemeente voor de genoemde genees; heeren moet inderdaad f 4500 zijn, maar dat is ook het geval met de uitgaven „Aandeelen en Tractementen 'doktoren" wat ook abusievelijk op f 4000 werd ge raamd. Vergoeding Bijzondere Scho len. Voorgesteld wordt de bedragen uit te keeren aan de bijz. scholen over 1926, zulks in verband met de gemiddelde kos ten per leerling en het gemiddeld bedrag per lesuur voor de vakonderwijzeressen aan school G. E i g e n d o^ soverdracht grond Smoorsga'ng. Voorgesteld wordt tegen de overdrachtskosten ,over te nemen van den aannemer C. Joziasse het buiten de voorgevel-rooilijn der 3 nieuw gebouw de woningen aan de Smoorsgang val lende gedeelte grond, waardoor ter plaat se de openbare straat kan verbreed en verbeterd worden. De commissies ver eenigen zich hiermede. Vergoeding voor ingenomen grond. B. en W. stellen voor het elec- triciteitsbedrijf 20 ct. per vierk. M. ca non te doen betalen voor de 930 vierk. M. grond, waarop het hoogspanningsge bouw aan den Poelendale-Singel staat, zooals ook de Waterleiding betaalt voor de terreinen bij de Korte Heerengracht. De commissies vereenigen zich ook hier mede. Begrafenisrechten. B. en W. wijzen er op, dat de eigenaren van eigen gemetselde of eigen aarden, met zerk bedekte, graven iedere 5 jaar een ver goeding voor onderhoud aan de gemeen- .i vcr„ci:u digd z jn. Dez-: reg Lug ieldt tol e.nt.g.. uoz.varen. Men mjci nu 5 jaar van eiken eigenaar de verblijfplaats nagaan, omdat velen buiten Middelburg, vaak ook buiten Nederland wonen. Daar bij komt, indien het mocht gelukken, wat niet het ..geval is, alle gezochte woon plaatsen op te sporen, daarmede zeker nog niet de verschuldigde bedragen van eiken eigenaar geïnd. zijn. Vele grafeige naren blijken namelijk onwillig, althans nalatig het verschuldigde te voldoen. In Lord Ravenel' keek verbaasd op en dacht een oogenblik na. „Ja, u hebt gelijk," zeide hij ten slotte. „Uw Maud is niet voor mij, noch voor 'zulkeen als ik ben. Ik ben slechts datgene, waartoe ik geboren ben." „Weet gij wel', waartoe gij geboren zijt? Niet alleen tot edelman, maar tot een gentleman, maar tot mensch, een mensch geschapen naar de beeltenis Gods." „Wat gaf Hij mij? Waar heb ik Hem voor te danken?" „Allereerst voor uwe menschelijkheid en dan voor wereldsche gaven, zulke als rang, rijkdom, invloed, dingen voor wel ke anderen hun halve leven moeten be- steden om ze te verkrijgen, voor 't leven in zijn besten bloei, terwijl nog zooveel jeugd u rest voor de smart, welke gij hebt gedragen, voor de wijsheid welke gij hebt opgedaan. Ik wilde, dat ik u kon doen gevoelen, alles, wat gij nog ^oudt kunnen zijn." „Gij bedoelt, mijnheer Halifax, wat ik had kunnen zijn. Nu is 'tte laat." „Er is geen te laat, nergens en nooit," en zacht voegde hij er aan toe: „Lord Ravenel, vergeef me, als ik iets gezegd heb, wat u pijn zou kunnen doen. 'tZou mij zeer spijten als wij niet als vrienden scheidden." „Scheiden?" „Ja, dat moeten we vtoor een tijdlang. tal.ijke gevallen is herhaa'de aanmaning noodig om beta'iug te bewe.kstelligen; in niel minder talrijke gevallen is der gelijke herhaalde aanmaning niet eens afdoende. B. en W. achten het dan ook beter te bepalen, dat bij aankoop van een graf een som ineens wordt betaald en willen de verordening zoo wijzigen, dat wordt betaald voor een grafruimte voor 4 kisten voor gemetselde graven f 50, voor aarden graven f25; voor een ruimte voor 8 kisten resp. f 100 en f 50 en voorts voor elke 4 kisten meer resp. f50 en f 25. Dit is iets meer van het twin- tigvoud van het nu per jaar betaalde bedrag. Bij een rentevoet van iets min der dan 5 pCt. zullen zij per jaar on geveer evenveel opleveren als thans aan vergoedingen worden verkregen. Huidi ge eigenaren kunnen door het storten van bovenbedoelde bedragen dan ook van hun 5 jaarlijkscho betaling afkomen. De commissie van fin. en fabr. vereenigen zich ook hiermede. Alg. Militaire Pensioen- bond. Zaterdagavond werd te Middel burg een openbare vergadering gehouden, uitgaande van den Algemeenen Militairen Pensioenbond, waarin de heer P. A. Ca1- rol, lid van het hoofdbestuur een inlei ding hield om aan te toonen, welke on- gewensclite toestanden er volgens den Bond nog bestaan voor da gepensionneer- den van vóór 1918 en hun weduwen en waarin ten slotte de volgende motie met algemeene stemmen werd aangeno men: Do afdeelingen Middelburg en Goes van den Algemeenen Militairen Pensioen- bond in vergadering bijeen o.p 17 Novem ber 1928, gehoord de treurige omstandigheden, waaronder de meeste der vóór 1918 ge- pensionneerde militairen van Koloniën, land- en zeemacht beneden den rang van officier alsmede de militaire weduwen van vóór de invoering dor nieuwe pen sioenwetten verkeeren; gelet op het feit, dat bij: de behande ling der Weduwenpensioenwet in 1917, de weduwen van onderwijzers en leera- ren, met geheel terugwerkende kracht werden gepensionneerd, en de militaire weduwen niettegenstaande hunne man nen soms nog meer dan 50 pCt. door onderbetaling aan hare pensionneering hebben bijgedragen werden uitgesloten; dat de Regeering de /Oost- en West- Indische oud-militairen eenigszins is te gemoet gekomen, en die van land- en zeemacht, indien ze behoeftig zijn, een steun kunnen aanvragen; dat deze steun, hoewel als onrechtvaar dig aangevoeld, bovendien op niet te controleeren wijze wordt uitgekeerd; dat reeds verschillende Ministers in de Kamer hebben te kennen gegeven, dat de pensioenen der oüd-militair en dienen te worden herzien; dat geen enkel oud-militair de billijk heid kan inzien, dat zij hoewel ze over 't algemeen onder veel ongunstiger omstandigheden hebben gediend dan te genwoordige militairen van de nieuwe pensioenwetten werden uitgesloten; spreken op grond van genoemde fei ten als haar meening uit, dat het de plicht der regeering is, de pensioenen der oud-militairen te verbeteren, en ook de militaire weduwen allen te doen op nemen in de nieuwe pensioenwet, waar om zij de r'egeering beleefd doch drin gend verzoeken, ter voldoening aan recht vaardigheid en billijkheid, zoo spoedig mogelijk aan deze misstanden een einde te maken; dragen de hoofdbesturen der samenwer kende Bonden van gerensionnee-de mi litairen van iloloni n, land- en zeemacht op, met alle wettelijke en gepaste mid delen bij de regeering er op aan te dringen, aan deze onbillijkheid zoo spoe dig mogelijk een einde te maken, door de militaire pensioenwetten voor de oude lands-dienaren geheel te herzien; besluiten deze motie ter kennis te brengen, van den Ministerraad, de Volks vertegenwoordiging en de Pers en gaan over tot de orde van den dag. Ik durf niet verder uw geluk en dat van mijn kind in gevaar brengen." Lord Ravenel zat stil en zwijgend dan plotseling stond hij op: „Ik moet gaan." En op mevrouw Halifax toegaande, dankte liij haar bewogen voor al' de vriendelijkheid, welke zij hem bewezen had. „Uw man ben ik nog meer dan vrien delijkheid verschuldigd, gelijk ik mis schien eens zal' kunnen 'toonen. Zoo niet, tracht 't beste van mij; te gelooven. Vaar wel!" Beiden wenschten hem Gods zegen toe, met weinig minder teederheid dan alsof alles geëindigd ware, zoo hij 't verlangd had.® Nog even kwam "hij terug en vroeg aar zelend en droevig aan John: „Als zij naar mij vraagt, en waarom ik niet meer terugkom, wat zult gij haar dan zeg gen?" „Niets. Dat is 'tbeste." Hij gaf ons allen de hand, daarop rol de 't rijtuig heen en wij zagen! zijn bleek, edel melancholiek gezicht niet meer. 'tWas niet dan na jaren en jaren, dat iemand anders dan wij wisten, hoe Maud aan 't gevaar ontsnapt was van ie worden „Viscountess Ravenel" toe komstige „Countess van Luxmore". Geen.staking bij de suiker fabriek Sas van Gent. Nadat Woensdag j.l. een bespreking had plaats gevonden tusschen den rijk:-bemiddelaar, de directie der N.V. Suikerfabriek „Sas van Gent" en de leiders der betrokken vakbonden, welke bespreking tot geen di rect resultaat leidde en daarna Donderdag door de directie der fabriek aan den rijksbemiddelaar onder aanvoering van re denen was medegedeeld, dat het voorstel tot het benoemen van een scheidsgerecht door haar niet kon worden aanvaard, werden Vrijdagmiddag te Sas van Gent en te Westdorpe vergaderingen belegd van de leden der betrokken organisaties, waarin door de vakbondenleiders de stand van zaken werd uiteengezet. Betreffende het resultaat dezer vei ga- deringen deelden de vakbondenleiders het volgende mede: De organisaties zijn besloten om de opgelegde loonsverlaging onder protest te aanvaarden en derhalve geen uitvoering te geven aan het verzonden ultimatum om den arbeid neer te leggen. Binnen eenige dagen zullen de besturen der or ganisaties bijeenkomen, om te 'beraadsla gen over het al dan niet publiceeren van het verloop der geheele actie. Middelburg. De openbare leeszaal al hier, heeft thans een belangrijke uitbrei ding ondergaan, door het bijbouwen van een studiezaal, die Donderdagavond of ficieel werd geopend. De leeszaal voor kranten en tijdschriften is thans in de voorzaal gevestigd, terwijl de uitleonbi- bliotheek in de tusschen- en achterzaal is gevestigd. Geheel afzonderlijk daarvan is de studiezaal ingericht, waar een twee tal groote tafels met een 28-tal gemak kelijke stoelen gelegenheid biedt tot rus- stige studie. Kwadendamme. Door Gedep. Staten van Zeeland is aan hot R.K. Parochiaal Schoolbestuur alhier vergunning verleend tot het bouwen van een nieuwe Jon gensschool binnen den bij de begraafwet verboden afstand van de begraafplaats aldaar, onder voorwaarde, dat geen put ten worden gegraven of bronnen worden geboord en de school aan de drinkwater leiding wordt aangesloten. Kapelle. Vrijdag herdacht de kantoor houder dhr B. de Jonge, alhier, den dag, dat hij 25 jaar geleden word aan gesteld. Met genoegen mag dhr de Jonge op deze kwarteeuw verrichte werkzaam heden aan de posterijen terugzien. Dat dhr de Jonge algemeen geacht en gezien is, bleek wel hieruit, dat het fanfare korps „Ons Genoegen" trots storm en noodweer den jubilaris een serenade bracht. Do voorzitter complimenteerde hem in hartelijke bewoordingen met dezen blijden dag. Ook velen kwamen hem ge luk wenschen. Zoo werd deze dag tot een onvergetelijke gemaakt. Westkapelle. De Belgische boot „Alex andre Andró", Anvers, in ons vorig be richt abusievelijk „Andrewes André" ge noemd, heeft van Vrijdag op Zaterdag den geheelen nacht in den storm en met een zeer woelige zee, voor de kust alhier gelegen. Evenwel is de boot in den loop .van den nacht nog meer naar het Noorden gedreven tot voor den „IJzeren Vuurto ren". Daar er groot gevaar bestond, dat de boot door den storm en do woelige zee op de kust geworpen zou worden, bleven ook gedurende den nacht de heide sleepbooten in de nabijheid. Zaterdagmorgen is de boot, gevolgd door de beide .sleepbooten, op eigen kracht naar Vlissingen gevaren. Arnemuiden. Verleden week had een ze kere M. een klein wondje aan een zijner handen. Hierdoor echter ontstond een be gin van bloedvergiftiging. Duu.r de arm echter opzwelde, is M. op medisch advies voor een nader onderzoek Vrijdagmiddag overgebracht naar het gasthuis te Middel burg. Oost kapelle. Vrijdagavond kwamen al hier de leden der J. V. op G.G. „Ti- motheus" met begunstigers en afgevaar digden bijeen, ter viering van het 32ste Jaarfeest der vereeniging. De lokalen der Chr. School waren hier voor in gereedheid gebracht en gedeel telijk versierd. HOOFDSTUK XXXVI. Weinige weken na het vertrek van Lord Ravenel, waarvan t' pijnlijke bijna ver geten was door 't geluk, dat Guy's eerste, lange brief had gebracht welke om de zen tijd was aangekomen liet John. of» een morgen plotseling zijn nieuwsblad uit de hand vallen en riep: „Lord Luxmore is doodl" Ja, hij was tot 't stof teruggekeerd, deze oude, slechte man; zoo oud, dat men begon te gelooven jdat hij" nooit 3tcrvon zou. Lord Luxmore was dood. Hij was' heengegaan om rekenschap af te leggen; 't stond niet aan ons hem te oordeelen. John zat stil met 'tblad voor Zich, nog lang nadat wij1 elkander 't nieuws had den meegjedeeM en er reieds over begon nen le spreken aan de ontbijttafel. Maud vroeg aarzelend of zij de adver tentie eens lezen mocht van den dood van den graaf. „Neen mijn kind, maar ik zal! 't over luid voorlezen, als ge wilt." Ik giste de reden van zijn weigering, toen ik over zijn schouder zag en las, na de lange lijst van titels, welke de nieuwe graaf van Luxmore bad, een regel aldus luidend: „Had ook eene dochter, Caroline, wel ke trouwde in 17met Richard Brith- wood, later gescheiden." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 5