DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
VAN HOOGER ORDE.
Uit de Provincie.
DE NOVEMBERSTORMEN VAN 1918.
FEUILLETON
VAK
MAANDAG 19 NOV. 1928. No. 43.
V.
Alvorens nu afscheid te nemen van mijn
lezers, wil ik nog het een en ander mede-
deelen over den 18en November de dag
van de huldiging van de Koningin in de
Maliebaan.
Door de mannen van de revolutie is ge-
insinueerd over deze meest spontane
uiting van trouw en gehechtheid aan Ko
ningin en Vaderland, van een opge
schroefde oranjelol onder den invloed van
geestrijk vocht, terwijl niemand minder
dan de oud-minister Treub het durfde wa
gon te beweren, dat ze „en scène" was ge
zet, m.a.w. dat ze met kunst en vliegwerk
zoo mooi was „gemaakt".
Laat ik u vertellen, dat nóch het één, nóch
het ander waar is. Iedereen toch weet dat
er een absoluut verbod was voor drank
verkoop in verband met het demobilisee-
ren van verschillende lichtingen. En als
er sprake ware geweest om een betoo
ging 'kunstmatig in elkaar te draaien, dan
toch zou zeer zeker aan het Landstorm-
korps Zuid-IIolland-West een hoofdrol
zijn toegewezen. Ik verzeker u, dat mij
eerst op Zondagavond 17 November
tegen 11 uur 's avonds bekend werd, dat
er 's anderen daags een huldebetooging
zou plaats hebben. In één van mijn vorige
schetsen geschreven voordat ik de uit
lating van Minister Treub kende, heb ik
al verteld, dat de schijn van pressie te
oefenen op de menschen om aan die betoo
ging deel te nemen, moest worden gemeden
en daarom alleen werd medegedeeld, dat
er een betooging was in het Malieveld.
En nu vlei ik mij wel niet dat Prof.
Treub zal lezen, wat door mij' wordt ge
schreven, doch zijn woord heeft ook voor
ons volk waarde en het 'kon zijn, dat daar
door een verkeerde meening post vatte.
Tot mijn leedwezen moet ik hier constatee-
ren, dat ook Prof. Treub zich vergistte.
Voor mij geboren oranjeklant was
die betooging een moment in mijn leven,
zoo heerlijk en zoo ten volle doorleefd,
dat ik er niets meer over heb willen lezen
'k was er vol van en heb hoewel mijn
aard weinig bespiegelend is dagen noo-
dig gehad om mijzelven weer te vinden.
Doch laat ik niet vooruit locpen en
trachten in geregelden vorm te verhalen
wat ik dien dag doorleefde. Reeds in den
vroegen morgen wisten de jongens dat er
iets zou gebeuren. De stemming was fees
telijk en er heersohte een andere vreugde
dan op de andere mobilisatiedagen. Er zat
wat in de lucht. Zooals er een week te vo
ren ook zoo iets in de lucht had gezeten.
Toen drukte het neer en deed ons de vuis
ten ballen van woede. Toen dachten we ons
beslopen door een monster van anarchie
en geweld. Nu daarentegen gaf het een
emotie van blijdschap, die zich uitte in een
lollige stemming en den drang om vroolijk
en aardig te doen.
We waren al spoedig vrij van dienst en
begonnen ons te interesseeren voor wat er
op het Malieveld zou gebeuren. Wat dat
zou zijn, daarvan had niemand eenig idee.
Om een uur of elf ben ik dan ook met m'n
vrouw, die ik telegrafisch had kunnen
waarschuwen, de stad ingedreven we
hadden althans het idee om stadwaarts te
drijven, doch waren nog niet ver van de
stallen verwijderd, toen we al in een groo-
ten troep de mannen van de le compagnie
Delft en van de 3e Compagnie Den Haag
ontmoeten.
Deze compagnieën hadden besloten te
samen naar het Malieveld te tresken met
hun officieren. Dat ging er lustig van
langs. Met muziek en vlaggen trokken ze
langs ons heen. En zingen dat ze deden.
Het bij ons zoo geliefde marschlied
't Is plicht dat iedere jongen,
dat onze jongens, dank zij den Volkszang,
zoo bovenst best kunnen zingen, trok de
aandacht. Wij natuurlijk meegestapt het
Noordeinde in en jawel, naar het Paleis.
Naar het Engelseh.
117.) -o-
„Ik geloof van wel. Haar moeder en ik
zouden bever zien, dat onze kleine Maud
naast haar zuster Muriel lag, dan dat zij
Countess van Luxmore ware."
Alles wat hij deed, was, op een gelaten
toon herhalen: „Uw redenen?"
„Ach, Lord RaveneU" antwoordde John
droevig, „begrijpt u zelf niet, dat de af
stand tusschen ons en u Ver is als die
tusschen de polen? Niet in wereldsche
dingen, maar in dingen, welke veel dieper
liggen persoonlijke dingen, welke de
wortels raken van liefde 't huisgezin
ja, van de eer."
Lord Ravenel schrok. „Bedoelt u, dat
iets in mijn vroeger leven, doelloos en
nutteloos als het moge geweest zijn,
mijn eer onwaardig is of 'de eer van
ons huis Hij hield even op. „Ik begrijp u
nude zonden der vaderen zullen worden
bezocht aan de kinderen, gelijk uw Bij
bel zegt uw_ Bijbel, in welken ik half
te gelooven begon. Zij 't zoo. Mijnheer
Halifax, ik wensch u niet langer op te
houden."
„Neen, gj begrjpt mij niet! Ik acht
Een rouzrn-ovatie aan de Kon'ngin! Fluks
ons geschaard op het plein voor het Pa-
le^s en daar klonk het Wilhelmus op.
x>e Koningin kwam voor het raam en ik
dacht zoo bij me zeiven, da's hier niet voor
de poes. Maar het mooie was dat de Ko
ningin beneden kwam met het Prinsesje.
Hoe stond zij daar bewogen door zoo
aandoenlijke aanhankelijkheid. Wat waren
de kameraden blij zoo van aangezicht tot
aangezicht te staan voor Haar, wier troon
te schragen en te beveiligen ons naar Den
Haag had gebracht, 't Was voor allen een
gelukkig oogenblik, te meer daar het voor
de meesten de eerste maal was dat ze hun
Koningin zoo van nabij zagen.
En bij haar stond ons Juliaantje.
Al is 't Prinsesje nog zoo klein,
Hoezeel
en weer werd gezongen en harder werd
gejubeld. Jammer dat zulke momenten
maar kort duren
Is het wonder dat we hij dien troep nog
wat bleven?
In de stad ontmoetten we overal troepen
en troepjes militairen, die betoogende wa
ren.
Was dat nu dat leger waarop de Re
geering niet en Troelstra wel 'kon rekenen?
Alle kepi's en borsten gesierd met oranje
alles zingend vaderlandsche liederen.
Doch we moeten voort. We komen op
het Malieveld. Wat daar is gebeurd is al
gemeen bekend.
'k Heb meermalen Koninginnebezoeken
medegemaakt in verschillende deelen van
ons land, maar zoo iets nog nooit beleefd.
Overweldigend was de menschenmassa
overstelpend het enthousiasme waarmede
de Koningin werd overgoten, waaronder
zij werd begraven. Mijn pen weigert nu
nog haar dienst, als ik wil weergeven hoe
het volk in Den Haag uiting gaf van zijn
liefde voor de Koningin.
Oranje Boven Leve Wilhelmien,
zong ieder op zijn manier, en ik geloof
niet dat er van de duizenden op het Malie
veld één was, die het niet gezongen heeft,
zelfs de Burgemeester van de Residentie
die op mij den indruk maakte nooit uit
de plooien te raken en in zijn persoon al
de statige deftigheid van het gansche vor
stelijk 'sDravenhage te vereenigen.
Ik zal dan ook niet trachten weer te
geven wat ik daar heb doorleefd en waar
genomen. Diletantisme schiet te kort.
't Spijt me dat ik het niet verder heb ge
bracht.
Laat mij dan trachten mij te bepalen tot
wat ik meer speciaal waarnam als lid van
het Landstormkorps Zuid-Holland-West.
(Slot volgt.)
Stukken voor den Gemeenteraad
van Middelburg.
Begrootingen en Rekening
Godshuizen. B. en W. bieden ten
eerste ter goedkeuring aan een suppl.
begrooting 1927 en de rekening 1927 der
Godshuizen, waarbij zij meenen er de aan
dacht op te moeten vestigen, zonder daar
bij een oordeel uit te spreken over de
al of niet wenschelijkheid daarvan, dat
blijkens het schrijven aan tractementen
personeel voor de kliniek en het pavil
joen meer werd uitgegeven dan was be
groot, tengevolge van invoering, van den
wekelijkscnen vrijen dag voor het perso
neel, zonder dat tevoren het oordeel van
den raad werd gevraagd over de meer
dere uitgaven, die daarvan het gevolg
zijn geweest, en die blijkbaar op de oor
spronkelijke begrooting niet werden ge
raamd.
De commissie van financiën vraagt hoe
het komt, dat de post geneesmiddelen
met bijna f400 is overschreden. De com
missie leest uit de stukken, dat voor
tien weezen gezorgd wordt, het verslag
spreekt van negen weezen in het Bur
gerweesbuis. Worden echter dc uitwonen
de weezen apart van do 9 beschouwd
dan vind. de commissie ge_\i opgave d.
op die 9 betrekking heeft. De commissie
vraagt of het bestuur bij het indienen
der begrooting voor 1927 niet had kun
nen voorzien, dat de wekelijksche vrije
dag belangrijke geldelijke offers zou vra
gen? De commissie zou het op prijs stel
len, indien in den vervolge dergelijke
ingrijpende maatregelen bij het indienen
der begrooting overwogen werden, al
thans, dat een suppletoire begrooting
niemand verantwoordelijk voor dwalingen
en tekortkomingen, welke niet zijn eigene
zijn."
„Dus met 'toog op mij-zelf weigert gi;
me uw dochter?"
„Ja."
Lord Ravenel) boog nog eens, sarcas
tisch.
„Ik bid u, mij niet verkeerd te ver
staan," vervolgde John, zeer ernstig. „Ik
weet niets van u, dat de wereld zou ver-
oordeelen, veel dat zij zelfs bewonderen
zou; maar uwe wereld is niet onze we
reld en uwe idealen zijd niet de onze. Als
ik u mijn kleine Maud gaf, zoul 'tvoor u
geen duurzaam geluk zijn en zou ik mijd
kind, mijn eigen vreesch en bloed,' aan
groote gevaren blootstellen."
Lord Raven el' antwoordde niet. 'Mijn
heer Halifax zag hem medelijdend aan.
„O, dat ik dit slechts voorzien had! Ik
zou u mijlen ver van elkander verwijderd
hebben gehouden."
„Zoudt ge?"
„Begrijp me goed. Niet omdat gij niet
onze warme toegenegenheid en vriend
schap bezit, welke altijd de uwe zullen
zijn, dat zijn maar uitwendige banden,
welke kunnen bestaan trots vele verschil
punten. In het huwelijk echter moet men
volmaakt één zijn één doel', éen ge
loof, éen liefde, of *t huwelijk is onvol
maakt, onheilig enkel een burgerlijk
contract en niet meer."
wordt ingediend bij den gemeenteraad
voor de Uitgavc-u zijn geuaan. Verder
.raagt do commissie of niet meer ara-
kelen kunnen worden aanbesteed of al
thans getracht kan worden korting op
de rekeningen te verkrijgen.
B. en W. hebben dit rapport aan het
bestuur dor Godshuizen toegezonden en
dit antwoordt, dat de post geneesmid--
delen is overschreden tengevolge van het
feit, dat in 1927 veelvuldig verpleging
in het Gasthuis is voorgekomen, n.l. van
de moeder en twee weezen." In het ge
sticht zelf worden 9 en daarbuiten 7
weezen verzorgd.
De begrooting werd in Juli 1926 op
gemaakt, toen nog niet te voorzien was,
dat iu Mei 1927 de vrije wekelijksche
dag zou worden ingevoerd.
Het bestuur is bereid bij eventueel weer
voorkomende dergelijke gevallen een
suppl. begrooting in te dienen. Het legt
een staat over van artikelen, die bij
aanbesteding worden gegund. De overige
artikelen worden tegen winkelprijzen ge
kocht, maar wellicht is het mogelijk bij
groote hoeveelheden tegelijk korting te
verkrijgen. Bij aanbestedingsartikelen heeft
men geen waarborg voor de kwaliteit,
als die niet welomlijnd kan worden om
schreven. Vervolgens leggen B. en W. ter
goedkeuring over de begrooting 1929 der
Godshuizen en merken op, dat een na-
deelig saldo is geraamd van f24155.41
en dat, naar zij vermoeden, het bestuur
de meening is toegedaan, dat dit nadee-
lig saldo door de gemeente zal zijn bij
te passen.
De commissie van financiën vraagt
waarom f 4000 meer geleend wordt dan
voor de aflossing van vorige leeningen
en voor verbouwing van het Oude Man
nen- en Vrouwenhuis noodig is? Verder
meent zij, dat de gemeente moet beta
len f 4500 voor chirurg en specialist-in
ternist, terwijl er f 4000 voor uitgetrok
ken is, zij zag gaarne het verschil toe
gelicht.
Ook dit rapport is in handen van het
bestuur gesteld en dit antwoordde, dat
de bedoelde f 4000 zal moeten worden
besteed aan de meerdere kosten van den
houw aan het Gasthuis boven het van
de Rijksverzekeringsbank geleende bedrag
van f 106.000. Do post als ontvang van
de gemeente voor de genoemde genees;
heeren moet inderdaad f 4500 zijn, maar
dat is ook het geval met de uitgaven
„Aandeelen en Tractementen 'doktoren"
wat ook abusievelijk op f 4000 werd ge
raamd.
Vergoeding Bijzondere Scho
len. Voorgesteld wordt de bedragen uit
te keeren aan de bijz. scholen over 1926,
zulks in verband met de gemiddelde kos
ten per leerling en het gemiddeld bedrag
per lesuur voor de vakonderwijzeressen
aan school G.
E i g e n d o^ soverdracht grond
Smoorsga'ng. Voorgesteld wordt tegen
de overdrachtskosten ,over te nemen van
den aannemer C. Joziasse het buiten de
voorgevel-rooilijn der 3 nieuw gebouw
de woningen aan de Smoorsgang val
lende gedeelte grond, waardoor ter plaat
se de openbare straat kan verbreed en
verbeterd worden. De commissies ver
eenigen zich hiermede.
Vergoeding voor ingenomen
grond. B. en W. stellen voor het elec-
triciteitsbedrijf 20 ct. per vierk. M. ca
non te doen betalen voor de 930 vierk.
M. grond, waarop het hoogspanningsge
bouw aan den Poelendale-Singel staat,
zooals ook de Waterleiding betaalt voor
de terreinen bij de Korte Heerengracht.
De commissies vereenigen zich ook hier
mede.
Begrafenisrechten. B. en W.
wijzen er op, dat de eigenaren van eigen
gemetselde of eigen aarden, met zerk
bedekte, graven iedere 5 jaar een ver
goeding voor onderhoud aan de gemeen-
.i vcr„ci:u digd z jn. Dez-: reg Lug ieldt
tol e.nt.g.. uoz.varen. Men mjci nu 5
jaar van eiken eigenaar de verblijfplaats
nagaan, omdat velen buiten Middelburg,
vaak ook buiten Nederland wonen. Daar
bij komt, indien het mocht gelukken, wat
niet het ..geval is, alle gezochte woon
plaatsen op te sporen, daarmede zeker
nog niet de verschuldigde bedragen van
eiken eigenaar geïnd. zijn. Vele grafeige
naren blijken namelijk onwillig, althans
nalatig het verschuldigde te voldoen. In
Lord Ravenel' keek verbaasd op en
dacht een oogenblik na.
„Ja, u hebt gelijk," zeide hij ten slotte.
„Uw Maud is niet voor mij, noch voor
'zulkeen als ik ben. Ik ben slechts datgene,
waartoe ik geboren ben."
„Weet gij wel', waartoe gij geboren
zijt? Niet alleen tot edelman, maar tot
een gentleman, maar tot mensch, een
mensch geschapen naar de beeltenis
Gods."
„Wat gaf Hij mij? Waar heb ik Hem
voor te danken?"
„Allereerst voor uwe menschelijkheid
en dan voor wereldsche gaven, zulke als
rang, rijkdom, invloed, dingen voor wel
ke anderen hun halve leven moeten be-
steden om ze te verkrijgen, voor 't leven
in zijn besten bloei, terwijl nog zooveel
jeugd u rest voor de smart, welke gij
hebt gedragen, voor de wijsheid welke
gij hebt opgedaan. Ik wilde, dat ik u kon
doen gevoelen, alles, wat gij nog ^oudt
kunnen zijn."
„Gij bedoelt, mijnheer Halifax, wat ik
had kunnen zijn. Nu is 'tte laat."
„Er is geen te laat, nergens en nooit,"
en zacht voegde hij er aan toe: „Lord
Ravenel, vergeef me, als ik iets gezegd
heb, wat u pijn zou kunnen doen. 'tZou
mij zeer spijten als wij niet als vrienden
scheidden."
„Scheiden?"
„Ja, dat moeten we vtoor een tijdlang.
tal.ijke gevallen is herhaa'de aanmaning
noodig om beta'iug te bewe.kstelligen;
in niel minder talrijke gevallen is der
gelijke herhaalde aanmaning niet eens
afdoende.
B. en W. achten het dan ook beter
te bepalen, dat bij aankoop van een
graf een som ineens wordt betaald en
willen de verordening zoo wijzigen, dat
wordt betaald voor een grafruimte voor
4 kisten voor gemetselde graven f 50,
voor aarden graven f25; voor een ruimte
voor 8 kisten resp. f 100 en f 50 en
voorts voor elke 4 kisten meer resp. f50
en f 25. Dit is iets meer van het twin-
tigvoud van het nu per jaar betaalde
bedrag. Bij een rentevoet van iets min
der dan 5 pCt. zullen zij per jaar on
geveer evenveel opleveren als thans aan
vergoedingen worden verkregen. Huidi
ge eigenaren kunnen door het storten
van bovenbedoelde bedragen dan ook van
hun 5 jaarlijkscho betaling afkomen. De
commissie van fin. en fabr. vereenigen
zich ook hiermede.
Alg. Militaire Pensioen-
bond. Zaterdagavond werd te Middel
burg een openbare vergadering gehouden,
uitgaande van den Algemeenen Militairen
Pensioenbond, waarin de heer P. A. Ca1-
rol, lid van het hoofdbestuur een inlei
ding hield om aan te toonen, welke on-
gewensclite toestanden er volgens den
Bond nog bestaan voor da gepensionneer-
den van vóór 1918 en hun weduwen
en waarin ten slotte de volgende motie
met algemeene stemmen werd aangeno
men:
Do afdeelingen Middelburg en Goes
van den Algemeenen Militairen Pensioen-
bond in vergadering bijeen o.p 17 Novem
ber 1928,
gehoord de treurige omstandigheden,
waaronder de meeste der vóór 1918 ge-
pensionneerde militairen van Koloniën,
land- en zeemacht beneden den rang van
officier alsmede de militaire weduwen
van vóór de invoering dor nieuwe pen
sioenwetten verkeeren;
gelet op het feit, dat bij: de behande
ling der Weduwenpensioenwet in 1917,
de weduwen van onderwijzers en leera-
ren, met geheel terugwerkende kracht
werden gepensionneerd, en de militaire
weduwen niettegenstaande hunne man
nen soms nog meer dan 50 pCt. door
onderbetaling aan hare pensionneering
hebben bijgedragen werden uitgesloten;
dat de Regeering de /Oost- en West-
Indische oud-militairen eenigszins is te
gemoet gekomen, en die van land- en
zeemacht, indien ze behoeftig zijn, een
steun kunnen aanvragen;
dat deze steun, hoewel als onrechtvaar
dig aangevoeld, bovendien op niet te
controleeren wijze wordt uitgekeerd;
dat reeds verschillende Ministers in de
Kamer hebben te kennen gegeven, dat
de pensioenen der oüd-militair en dienen
te worden herzien;
dat geen enkel oud-militair de billijk
heid kan inzien, dat zij hoewel ze
over 't algemeen onder veel ongunstiger
omstandigheden hebben gediend dan te
genwoordige militairen van de nieuwe
pensioenwetten werden uitgesloten;
spreken op grond van genoemde fei
ten als haar meening uit, dat het de
plicht der regeering is, de pensioenen
der oud-militairen te verbeteren, en ook
de militaire weduwen allen te doen op
nemen in de nieuwe pensioenwet, waar
om zij de r'egeering beleefd doch drin
gend verzoeken, ter voldoening aan recht
vaardigheid en billijkheid, zoo spoedig
mogelijk aan deze misstanden een einde
te maken;
dragen de hoofdbesturen der samenwer
kende Bonden van gerensionnee-de mi
litairen van iloloni n, land- en zeemacht
op, met alle wettelijke en gepaste mid
delen bij de regeering er op aan te
dringen, aan deze onbillijkheid zoo spoe
dig mogelijk een einde te maken, door
de militaire pensioenwetten voor de oude
lands-dienaren geheel te herzien;
besluiten deze motie ter kennis te
brengen, van den Ministerraad, de Volks
vertegenwoordiging en de Pers en gaan
over tot de orde van den dag.
Ik durf niet verder uw geluk en dat van
mijn kind in gevaar brengen."
Lord Ravenel zat stil en zwijgend
dan plotseling stond hij op: „Ik moet
gaan."
En op mevrouw Halifax toegaande,
dankte liij haar bewogen voor al' de
vriendelijkheid, welke zij hem bewezen
had.
„Uw man ben ik nog meer dan vrien
delijkheid verschuldigd, gelijk ik mis
schien eens zal' kunnen 'toonen. Zoo niet,
tracht 't beste van mij; te gelooven. Vaar
wel!"
Beiden wenschten hem Gods zegen toe,
met weinig minder teederheid dan alsof
alles geëindigd ware, zoo hij 't verlangd
had.®
Nog even kwam "hij terug en vroeg aar
zelend en droevig aan John: „Als zij
naar mij vraagt, en waarom ik niet meer
terugkom, wat zult gij haar dan zeg
gen?"
„Niets. Dat is 'tbeste."
Hij gaf ons allen de hand, daarop rol
de 't rijtuig heen en wij zagen! zijn bleek,
edel melancholiek gezicht niet meer.
'tWas niet dan na jaren en jaren,
dat iemand anders dan wij wisten, hoe
Maud aan 't gevaar ontsnapt was van ie
worden „Viscountess Ravenel" toe
komstige „Countess van Luxmore".
Geen.staking bij de suiker
fabriek Sas van Gent. Nadat
Woensdag j.l. een bespreking had plaats
gevonden tusschen den rijk:-bemiddelaar,
de directie der N.V. Suikerfabriek „Sas
van Gent" en de leiders der betrokken
vakbonden, welke bespreking tot geen di
rect resultaat leidde en daarna Donderdag
door de directie der fabriek aan den
rijksbemiddelaar onder aanvoering van re
denen was medegedeeld, dat het voorstel
tot het benoemen van een scheidsgerecht
door haar niet kon worden aanvaard,
werden Vrijdagmiddag te Sas van Gent
en te Westdorpe vergaderingen belegd
van de leden der betrokken organisaties,
waarin door de vakbondenleiders de stand
van zaken werd uiteengezet.
Betreffende het resultaat dezer vei ga-
deringen deelden de vakbondenleiders het
volgende mede:
De organisaties zijn besloten om de
opgelegde loonsverlaging onder protest te
aanvaarden en derhalve geen uitvoering
te geven aan het verzonden ultimatum
om den arbeid neer te leggen. Binnen
eenige dagen zullen de besturen der or
ganisaties bijeenkomen, om te 'beraadsla
gen over het al dan niet publiceeren
van het verloop der geheele actie.
Middelburg. De openbare leeszaal al
hier, heeft thans een belangrijke uitbrei
ding ondergaan, door het bijbouwen van
een studiezaal, die Donderdagavond of
ficieel werd geopend. De leeszaal voor
kranten en tijdschriften is thans in de
voorzaal gevestigd, terwijl de uitleonbi-
bliotheek in de tusschen- en achterzaal
is gevestigd. Geheel afzonderlijk daarvan
is de studiezaal ingericht, waar een twee
tal groote tafels met een 28-tal gemak
kelijke stoelen gelegenheid biedt tot rus-
stige studie.
Kwadendamme. Door Gedep. Staten van
Zeeland is aan hot R.K. Parochiaal
Schoolbestuur alhier vergunning verleend
tot het bouwen van een nieuwe Jon
gensschool binnen den bij de begraafwet
verboden afstand van de begraafplaats
aldaar, onder voorwaarde, dat geen put
ten worden gegraven of bronnen worden
geboord en de school aan de drinkwater
leiding wordt aangesloten.
Kapelle. Vrijdag herdacht de kantoor
houder dhr B. de Jonge, alhier, den
dag, dat hij 25 jaar geleden word aan
gesteld. Met genoegen mag dhr de Jonge
op deze kwarteeuw verrichte werkzaam
heden aan de posterijen terugzien. Dat
dhr de Jonge algemeen geacht en gezien
is, bleek wel hieruit, dat het fanfare
korps „Ons Genoegen" trots storm en
noodweer den jubilaris een serenade
bracht. Do voorzitter complimenteerde
hem in hartelijke bewoordingen met dezen
blijden dag. Ook velen kwamen hem ge
luk wenschen. Zoo werd deze dag tot
een onvergetelijke gemaakt.
Westkapelle. De Belgische boot „Alex
andre Andró", Anvers, in ons vorig be
richt abusievelijk „Andrewes André" ge
noemd, heeft van Vrijdag op Zaterdag
den geheelen nacht in den storm en
met een zeer woelige zee, voor de kust
alhier gelegen.
Evenwel is de boot in den loop .van
den nacht nog meer naar het Noorden
gedreven tot voor den „IJzeren Vuurto
ren". Daar er groot gevaar bestond, dat
de boot door den storm en do woelige
zee op de kust geworpen zou worden,
bleven ook gedurende den nacht de heide
sleepbooten in de nabijheid.
Zaterdagmorgen is de boot, gevolgd
door de beide .sleepbooten, op eigen
kracht naar Vlissingen gevaren.
Arnemuiden. Verleden week had een ze
kere M. een klein wondje aan een zijner
handen. Hierdoor echter ontstond een be
gin van bloedvergiftiging. Duu.r de arm
echter opzwelde, is M. op medisch advies
voor een nader onderzoek Vrijdagmiddag
overgebracht naar het gasthuis te Middel
burg.
Oost kapelle. Vrijdagavond kwamen al
hier de leden der J. V. op G.G. „Ti-
motheus" met begunstigers en afgevaar
digden bijeen, ter viering van het 32ste
Jaarfeest der vereeniging.
De lokalen der Chr. School waren hier
voor in gereedheid gebracht en gedeel
telijk versierd.
HOOFDSTUK XXXVI.
Weinige weken na het vertrek van Lord
Ravenel, waarvan t' pijnlijke bijna ver
geten was door 't geluk, dat Guy's eerste,
lange brief had gebracht welke om de
zen tijd was aangekomen liet John. of»
een morgen plotseling zijn nieuwsblad uit
de hand vallen en riep: „Lord Luxmore
is doodl"
Ja, hij was tot 't stof teruggekeerd, deze
oude, slechte man; zoo oud, dat men
begon te gelooven jdat hij" nooit 3tcrvon
zou. Lord Luxmore was dood. Hij was'
heengegaan om rekenschap af te leggen;
't stond niet aan ons hem te oordeelen.
John zat stil met 'tblad voor Zich, nog
lang nadat wij1 elkander 't nieuws had
den meegjedeeM en er reieds over begon
nen le spreken aan de ontbijttafel.
Maud vroeg aarzelend of zij de adver
tentie eens lezen mocht van den dood
van den graaf.
„Neen mijn kind, maar ik zal! 't over
luid voorlezen, als ge wilt."
Ik giste de reden van zijn weigering,
toen ik over zijn schouder zag en las,
na de lange lijst van titels, welke de
nieuwe graaf van Luxmore bad, een regel
aldus luidend:
„Had ook eene dochter, Caroline, wel
ke trouwde in 17met Richard Brith-
wood, later gescheiden."
(Wordt vervolgd.)