Staten-Generaal. Voor allen die sukkelen Mijnhardfs Laxeertabletten Rechtzaken DE NOVEMBERSTORMEN VAN 1918. Uit de Provincie. vele gewonden Huizen werden vernield; de straten zijn bezaaid met schoorsteen pijpen tegels, glasscherven. Verscheidene schepen werden een speelbal der golven en ondervonden moeilijkheden bij het be reiken van de havens; andere schepen konden niet uitvaren. Op het vliegveld Lebourget werd we gens liet stormweer niet gevlogen. Slechts vier v liegtuigeu vertrokken, drie naar Skanuinavië, één naar Engeland. Slechts één vliegtuig landde op Croy don. Het toestel kwam van Parijs. De be stuurder verklaarde, dat den heelen weg over storm en regen het toestel bestookt hebben. In het Kngelsche Kanaal heeft de storm een windsnelheid van 60 mijl per uur ontwikkeld. De grootste passagiersschepen werden als notedoppen heen en weer geworpen. Te Southampton zijn 4 groote kranen van hun voetstuk gestort, waarbij 3 men- schen geijond w erden. De Liverpool is een stoomschip zon der schoorsteen binnengekomen, die op zee was Weggeblazen door den storm. -net Verstopping of moeilijken, tragen en onregelmatigen Stoelgang zijn onmisbaar. Werken vlug zonder kramp of pijn. Bij Apoth. cn Drogisten. Doos 60 ct. TWEEDE KAMER. Begroatingsdebatten. Pc begToolingsdebatten werden gisteren cortgezet, waarbjj nog tal van sprekers het woord voerden. De i,c van G;jn (lib.) hield finan cieel e beschouwingen. Hij maakte or be swaar 1' gen iat 'le saldi ra ó.eu go.voiien dienst naar' 'mitenge oon worden over- gebracht. De hoer L. de Visser (Comm.) dien de Iwoe moties in. De eerste strekt om aan het overheidspersoneel een uitkeering in eens te geven, gelijk aanhet bedrag, dat het derft, doordat geen terugwenken- do kracht' wordt verleend aan de nieuwe regeling. De andero strekt tot de alge- bede herziening van het bezoldigingsbe sluit op den voet van dat van 1920, zoo spoodig, dat uio herziening nog vóór do verkiezingen van 1929 tot stand komt. Do heer Krijger (C.H.) bestreed den heer Lingbeek, die zich schuldig maakte aan profanatie. Spr. kwam op tegen de laatdunkende wijze waarop de heer L. over mannen als Lohman en Kuypei pleegt te spreken.. Do heer Marchant (V.D.) besprak opnieuw het samengaan va.n de recbtsche partijen. Hij betoogde, dat Dr de Visser blijkens zijn onderhoud inet het „Vader land" in verwarring verkeert en bepleitte verder een samengaan van alle democra tische elementen. De lieer Kersten (S. G. P.) deed opnieuw een aanval op de A.R. partij dio volgens hem de belijdenis der vade ren verloochent en overhelt naar het So cialisme. De heer Schouten (A.R.) vroeg een nader antwoord op zijne vragen inzake de fiaancieele politiek. Aan den heef Kersten, die om de zaken waarom het ging heendraaide, vroeg hij de A.R. partij te bcoordeelen naar haar program van beginselen. De heer Schokking (C.H.) leverde een principieele bestrijding van het So cialisme. De heer Nolens (R.K.) toonde aan, dat de heer Marchant zich vergist heeft, toen hij meende, dat Spr. zich voor sa menwerking met de Vrijz.-Dem. zou heb ben uitgesproken. Verder voerden nog het woord de hee- ren Arts, Veraart en Bulten en daarna was het woord aan Minister de Geer die Dinsdag zijne rede zal voortzetten. Een jongetje door een auto aangereden en gedood. Op 29 September 1.1. trok een troep zigeuners door de gemeente 's-Heerenhoek. Een 50- tal personen waaronder kinderen, ston den dal vanaf den Molendijk in die ge meente gade te slaan. Plotseling kwam een vrachtauto met een vrij groote snel heid aangereden in de richting van het publiek, waardoor de bestuurder niet tij dig heeft kunnen stoppen, toen de 8- jarige Jacob Deurloo zich midden op den weg voor de auto bevond, of plot seling dicht voor die auto den weg over stak. Het kind werd door de auto ge grepen en overreden. Het bekwam een ernstige schedelbreuk en overleed eenigen tijd nadien. Als verdacht dezen dood door schuld te hebben veroorzaakt, stond gisteren voor de Rechtbank te Middelburg terecht de 41-jarige koopmau J. F. S. te Ove- zande. Verdachte werd rechtskundig bijgestaan door Mr Maarseveen, advocaat te Utrecht. Als eerste getuige in deze zaak werd gehoord J. Vette, arbeider te 's-Heeren hoek, die verklaarde, dat er op den be- wusten dag in verband met een trek van zigeuners door het dorp, veel volk op den Molenweg was. Get. bevond zich onder het publiek en hoorde een hoorn signaal geven, door een vrachtauto, die in de richting van het publiek kwam. Het publiek ging op zij, waardoor de rijweg vrij was. De auto reed gewoon doch volgens get. wel iets te hard. Op een vraag van den President: „Waarom te hard?, de weg was immers vrjj", antwoordt getuige: Ja Mijnheer er waren nog al wat menschen op de been en dan is het altijd secuur langzaam te rijden. Opeens kwam een jongetje aan- geloopen, stak van achter een café ter plaatse den weg over en 'kwam onder de auto terecht. De bestuurder stopte di rect, net op 't nippertje. Verdachte staat als geen woest rijder bekend. De Rijksveldwachter Nicuwenhujjze te Borsselen bevestigt daarop het door hem opgemaakt procesverbaal, dat door den Griffier wordt voorgelezen. Getuige heeft het lijkje in beslaggeno men. Ook volgens deze get. is verdachte geen woest rijder. Get. heeft hem nog nimmer hard zien rijden. Er is ook niet geconstateerd kunnen worden of er sterk is geremd. Verdediger van verdachte merkt op, dat, volgens het procesverbaal het aan gereden knaapje lag op de plaats van de aanrijding. Volgens verdediger is het dus niet mogelijk, dat de auto na de aanrijding nog 10 Meter zou zijn door geschoven, waarop get. de opmerking maakt, dat het aangereden jongetje nog ongeveer 3 Meter door de auto is voort geduwd. De sectiedokter Hulst uit Leiden, be vestigde zijn uitgebracht rapport van het gehouden onderzoek van het lijkje. Vol gens dezen deskundige kunnen de gecon stateerde verwondingen zijn ontstaan ten gevolge van de aanrijding. Met zeker heid kan deze getuige niet zeggen, dat de verwonding aan het hoofd van het kind door het spatbord van de auto is veroorzaakt. Getuige Deurloo, vader van het over reden jongetje, zeide met zijn zoontje naar de zigeuners te hebben staan kijken. Dr Luykx stond daar ook met zijn auto. Ik zag verdachte "komen aanrijden en vond, dat hij onder de gegeven omstan digheden nog al hard reed. Ik hoorde hem ook signalengeven. Er was ruimte ge noeg om te passeeren want de aanwezige menschen waren alle op zij van den weg gegaan. Ik zag met eigen oogen, dat de auto mijn kind greep en het ver morzelde. Mijn dochtertje riep nog: 0, vader het is Jaap". Alles gebeurde in een ondeelbaar oogenblik. Wel zag ik dat mijn zoontje nog even voor het ge beurde heeft stil gestaan. De President maakt get. er op opmerk zaam, dat de eerste getuige heeft ver klaard, dat de jongen niet heeft stil ge staan, doch plotseling zonder te kijken den weg was overgestoken. De getuige Limonard, onderwijzer en Dr Luykx, arts te 's-Heerenhoek leggen nog verklaringen af omtrent de plaatse lij'ke situatie op 't oogenblik, waarop 't ongeval' plaats had. Beiden verklaarden verd. te kennen als een uiterst voorzichtig chauffeur, terwijl getuige Limonard daar aan toevoegt, zulks meerdere malen te hebben geconstateerd als hij met ver dachte meereed. Een drietal getuigen h décharge leg gen daarop verklaringen af over hetgeen zij hebben waargenomen en over "de ge dragingen van den chauffeur voor en na het oogenblik der aanrijding. Een hunner Dr Folmer te Driewegen, verklaarde nog, dat de vader van het overreden jongetje tegen hem had gezegd, dat hij niet graag zou zien, dat verdachte gestraft werd. Verdachte door den President onder vraagd zegt, 'dat de vrachtauto ongeveer 2800 K.G. weegt. Toen ik op het be wuste tijdstip met mijn wagen kwam aan rijden zegt verdachte, stonden er veel menschen op den weg en daarom heb ik onophoudelijk signalen gegeven. Op het oogenblik der aanrijding was de weg volkomen vrij, ik reed een kalme vaart en er bestond voor mij geen enkele reden om te stoppen. Het knaapje kwam plotseling den weg overgestoken, ik rem de uit alle macht doch kon niet ver hinderen, dat de jongen werd overreden. Ik heb dan ook geen pnkele reden om mij schuldig te gevoelen. Al was het mijn eigen kind geweest, dan had ik de aanrijding niet kunnen voorkomen. De Officier van Justitie het woord krij gende, zegt het gebeurde hoogst tragisch te vinden. Uit te maken is thans of bij deze verdachte schuld is ja dan neen. Spr. is van oordeel, dat hem niet veel is te verwijten. Gelet op de omstandig heden kon hij deze aanrijding niet voor zien. Precies weten wat er met dit jon getje gebeurd is doen we nog niet. Alles is in te kort tijdsbestek gebeurd. Op grond van een en ander meent spre ker niet anders 'te kunnen doen dan te vragen, dat de Rechtbank verdachte zal vrijspreken. De verdediger van verdachte zegt zich met de opvatting van het O. M. in deze zaak te kunnen vereenigen. De jongen is plotseling van den weg overgestoken, en verdachte reed met een vaart van ongeveer 20 K.M. hetgeen geoorloofd is. De wijze van rijden heeft hier in ieder geval beslist het verkeer niet in gevaar gebracht. Verdachte is een bekwaam en voorzichtig chauffeur, een oppassend man, die voor zijn ouders zorgt. Spr. hoopt dan ook, dat de Rechtbank zich met het requisitoir van het O. M. zal vereenigen. Een eigenaardig doch ge vaarlijk heerschap. Eind Juni eD begin Juli 1.1. werd bij eenige winke liers en bij eenige particulieren te Vlis- singen inbraak gepleegd waarbij1 de dader zich schuldig maakte aan diefstal van verschillende voorwerpen. Een door de politie ingesteld onderzoek bleef zonder resultaat. Eenige dagen daarna werd te den, die zich in een park aldaar op ver dachte wjjze ophield. Aangezien de po litie aldaar kennis droeg van de te Vlis- singen gepleegde inbraken, werd de man naar Vlissingen overgebracht, omdat op hem worden bevonden voorwerpen die als te Vlissingen gestolen waren opgegeven. Te Vlissingen werd de man herkend als de dader van de aldaar gepleegde in- braken en herkenden ook verschillende personen de voorwerpen die hij bij zijn aanhouding bij zich had, als hun eigen dom. Gisteren diende deze zaak, waarin 16 getuigen waren opgeroepen, voor de Rechtbank te Middelburg. Als verdachte stond terecht P. J., 30 jaar, geboren te Kopenhagen, zonder vaste Bergen op Zoom een persoon aangehou- woonplaats, in voorarrest te Middelburg. Aangezien verdachte bij zijn aanhouding en tijdens zijn bewaring blijk had gegeven een gevaarlijk man te zijn, o.a. had hij in het gerechtsgebouw een aantal ruiten stuk geslagen, was voor extr abewaking zorg gedragen en werd verdachte geboeid voorgebracht. Verdachte werd rechtskundig bijgestaan door Mr P. C. Adriaanse, advocaat te Middelburg. Als eerste getuige werd gehoord de Majoor der Rijksvellwacht te Middelburg die procesverbaal had opgemaakt wegens het vernielen van de ruiten door ver dachte tijdens zijn verblijf op het Gerechts gebouw te Middelburg. President: Heeft u die ruiten stuk ge slagen? Verdachte: Als ze dit zeggen, dan zal het wel waar zijn. President: Waarom sloeg U alles stuk? Verdachte: Ik was een beetje te hard handig behandeld. De tweede getuige, de commissaris van politie te Bergen op Zoom, zegt zich op een aangifte te hebben begeven naar een plaats in het park te Bergen op Zoom, alwaar door hem in een stuk voe ring gerold, verschillende voorwerpen werden aangetroffen, als een vulpotlood, gouden horloge, zilveren ketting, blikjes sardines, enz. De getuige Oeleman, tuinman 'te Bergen op Zoom, zegt, verdachte op 9 Juli te hebben gezien in het Volkspark aldaar. Hij vond dat verdachte vreemd deed. Den volgenden dag is get. met een broer er weer heengegaan, en trof toen verdachte aan, terwijl hij een flesch melk zat te drinken. Zij hebben toen de politie ge waarschuwd en verdachte in het oóg ge houden, die daarna naar het politiebureau is overgebracht. Door de politie werd ter plaatse een meter onder den grond in een boschje een pak aangetroffen waarin verschillende goederen geborgen waren. De nachtwaker Dorpel te Vlissingen zegt ,dat hij in den nacht Van B Juli als nachtwaker bij de havenwerken te Vlis singen voorbij een 'keet kwam en toen zag dat een ruit was uitgesneden. 'Bin nen lag alles overhoop. Hij heeft de po litie daarmede in kennis gesteld. R. Klinge, boekhouder aan de haven werken te Vlissingen zegt, dat hij, nadat v- Dorpel hem met de inbraak had in ken nis gesteld, is gaan kijken. Get. herkent in de ter terechtzitting aanwezige voor werpen, meerdere voorwerpen die uit de keet zijn ontvreemd. J. W. Kole, ambtenaar te Vlissingen, zegt, dat hij op 7 Juli bemerkte dat er bij hem was ingebroken in Zijn slaap kamer en dat uit zijn vest, dat op een stoel hing bij zijn bed, een gouden hor loge met ketting was gestolen. VerdeT vermiste hij verschillende kleedingstukken die op een kapstok in de gang hadden gehangen en getuige herkent in de ter terechtzitting aanwezige jas en mantel als die zijner dochter, Ook twee paar aanwezige heerenschoenem herkent hij als zijn eigendom. De Griffier doet daarop voorlezing van een stuk, waaruit blijkt dat verdachte reeds door de Rechtbank te Breda en Maastricht voor .gelijke feiten zijn veroor deeld. Op een vraag van den President of dat waar is, antwoordt verdachte: Als het er op staat zal het wel zoo zijn. Op een vraag van den President, waar om hij zich door die Rechtbanken onder de namen Mellero en Chelewski heeft doen veroordeelen, zegt verdachte: „ik ben erg vergeetachtig". Op een vraag van den President hoe hij er toe komt dergelijke feiten te plegen en of hij de feiten erkent, zegt verdachte: dat weet ik niet. President: Drinkt u graag melk? (ver dachte heeft n.l. op 3 plaatsen te Vlis singen flesschen melk gestolen). Ver dachte: ja. De officier van Justitie, requisitoir ne mende, zegt, dat deze zaak uit een straf rechtelijk oogpunt, eenvoudig is. Ver dachte werd aangetroffen te Bergen op Zoom met verschillende goederen die na derhand bij de politie te Vlissingen en ook hier ter terechtzitting door verschil lende personen uit Vlissingen worden her kend als bij hen gestolen. Wie deze verdachte is, weten we niet. Heel Europa is afgezocht. Zelfs te War schau en Kopenhagen is een onderzoek ingesteld om de persoonlijkheid van dezen verdachte vast te stellen, doch het is niet gelukt. Wel' is gebleken, gelet op de feiten, en gezien de houding van ver dachte, bij zijn arrestatie en tijdens zijin verblijf in de gevangenis, dat we hier te doen hebben met een heel gevaarlijk man, die niets anders doet dan stelen. Spreker acht hem allergevaarlijkst voor de Maatschappij en rekening houdende met de gepleegde misdrijven en 'de om standigheden waaronder zij werden ge pleegd ,acht spr. hier een zware straf op zijn plaats. De Officier eischt een gevan genisstraf van 3 jaar. Het woord was nu aan den verdediger van verdachte, doeh op het oogenblik dat deze zijn pleidooi zal beginnen, geeft verdachte door gebaren te kennen dat hij daarvan niet gediend is. Verdediger meende zich daarop aan het oordeel van de Rechtbank te kunnen refereeren. Een distilleertoestel. J. C., 40 jaar, koopman te St. Laurens, was in verzet gekomen tegen een vonnis van de Rechtbank waarbij hij wegens het doen vervaardigen van een distilleertoestel, ter wijl de schuldige weet dat dit toestel bestemd is om tot ontduiking van de ac cijns te worden gebruikt, en een 'distil leertoestel vervoeren niet gedekt door het vereischt geleibiljet, werd veroordeeld tot 3 geldboeten ieder van f 100 of 3 maal een maand hechtenisstraf. Verdachte, thans verschenen, verklaarde in verzet te zijn gekomen omdat de straf zoo zwaar is. Verdachte erkent evenwel het feit, daaraan toevoegende dat hij ge distilleerd wou gaan verkoopen, omdat hij geen werk had en toch moest eten. President: Dacht u dat u de drank goed- kooper kon maken dan men die in de winkels verkoopt? Verdachte: Dat niet, mijnheer. De waarnemend Rijksadvocaat vraagt bekrachtiging van het vonnis. De verdediger van verdachte, Mr P. C. Adriaanse, advocaat te Middelburg, zegt dat verdachte, die een groot gezin heeft, de boete niet kan betalen en indien hij hechtenisstraf moet ondergaan zijn gezin dan gebrek zal lijden, waarom hij de Rechtbank verzocht verdachte een geringe boete op te leggen. Nog eens de Leerplichtwet geschiedenis. C. L., 47 jaar, land bouwer te Grijpskerke, J. K., 36 j., land bouwer te Meliskerke, A. M., 29 j., land bouwer te „Grijpskerke, waren in hooger beroep gekomen tegen vonnissen van den Kantonrechter te Middelburg, waarhij zij wegens overtreding van do Leerplichtwet waren veroordeeld ieder tot een geldboete van f 15 of 15 d -h., L. J., 37 jaar, tui nier te Serooskerke, was wegens gelijke overtreding door den Kantonrechter .te Middelburg' veroordeeld tot een geldboete van f10 of 10 d. h., tegen welk vonnis hij eveneens appel' aanteekende. De Off. van Justitie eischte voor allen bevestiging van de vonnissen van den Kantonrechter. Een tweetal verdachten werden rechts kundig bijgestaan door "Mr Kuipers, ad vocaat te Middelburg, die evenals ver dachten, zeide, dat de kinderen de volle 6 leerjaren "hebben doorgemaakt en er geen 7e leerjaar is. Zij blijven zitten in dezelfde banken van de 6e klas zelfs 3 kinderen op 1 bank. Dezelfde boekjes krjjgen z(j te leeren van de 1ste les ai als de kinderen der 6e klasse. Volgens verdediger zijn de argumen ten, die verdachten aanvoeren, steekhou dend. De menschen zullen de zaak tot de hoogste instantie uitzoeken en spr. geeft hen daarin gelijk. De kinderen her kauwen het onderwijs, dat zij in de 6e klasse hebben genoten. Uit niets blijkt, dat zij zijn bevorderd tot de 7e klas. Volgens verdediger zullen de verdach ten moeten worden ontslagen van rechts vervolging. De Officier van Justitie zegt, dat in vorige zaken gebleken is, dat de kinderen wel degelijk ander onderwijs krijgen in de 7e klas, waarna de uitspraak wordt bepaald pver 14 dagen. Faill issement. Door de Recht bank te Middelburg is gisteren failliet verklaard: C. Weststrate, koopman te Vlissingen. Rechtercommissaris Mr A. v. d. Hoop, Rechter; Curator Mr B. Evers, advocaat en procureur te Middelburg. IV. Over den dienst, dien wij als Land- stormers te vervullen hadden, heb ik tot nu toe gezwegen. Niet omdat ze niet be langrijk was, maar alleen omdat bij de indrukken, die we te verwerken kregen, de andere naar den voorgrond drongen. Met wat ons, vrijwilligers, het meest vreemde was, de z.g. garnizoensdienst maakten we in de stallen al spoedig kennis. Corvee en wachten, we bleven er altijd koud van. Ditmaal niet. Ook onze menschen maakten de wacht- parade mee en kregen zoo eenige notie van het dienstceremoniëel. Ik behoorde tot de gelukkigen, die naar de wachtparade konden kijken en was ongewild toeschouwer, toen mijn com pagnie de wacht betrok. Mijn eerste ge dachte, was: zouden ze het nog weten? Het was al geruimen tijd geleden, sedert we de theorie ervan behandelden en de practijk beoelenden. 't Is wonderlijk wat er met goedgezinde mannen te doen is. Alles ging dan ook als gesmeerd. Zoo'n wacht is geen sinecure ia een gebouw, waarin naar schatting zoo'n dui zend man verzameld en geconsigneerd zijn. I Voor een buitenstaander is 't misschien noodig te vertellen wat de term geconfr signeerd beteekent. Het wil zeggen „bin nen is binnen". Een mooie man, die er uit komt. Duizend menschen afgezonderd van 't woelige, vroolijke en opwekkende leven dat er groeit in de straten van onze Re sidentie en duizenden naar liefde smach tende harten, daarbuiten, die man en vader, zoon of geliefde willen zien en wil len spreken enaan het hart drukken. Gelukkig, dat de inrichting van de stal len en het goede hart van den korpjsf- eommandaat medewerkten om het ver keer met die buitenwereld te onderhou den. U moet n.l. weten, dat men, bij het betreden van de stallen door de hoofd deur, in een soort hal komt van plm- 150 vierk. M. oppervlakte, die weder met een deur toegang geeft tot de binnen plaats. Aan die beide deuren stonden „posten voor het geweer", terwijl tot die hal de buitenwereld toegang had. Kwam nu b.v een aardige Marie of een vroolijko Jenny om haar teerbeminden Kloris te zien, dan vervoegden zij zich bij den schild wacht. Deze riep don sergeant van de wacht, die beoordeelde, of het noodig was, dat Kloris op de proppen kwam. En welk sergeant kan nu weigeren als een lieve stem en een paar smeltende oogjes zoo vriendelijk vragen. Dan werd Kloris geroepen en den heelen langen dag ging het „verkeer" in de hal. Vooral in den avond was het bezoek geweldig. Dat stelde aan do menschen daar hooge eischen. Steeds moesten er jongens wor den opgehaald, „omdat er bezoek voor hen was" en "die bezoekers wisten meest al niet vau weggaan. Op een eenvoudig houten wachtbank zaten de Romeo's en Julia's uren hand in hand menig kusje werd daar z.g. „als er toch niemand keek" gewisseld, 't Was 's avonds in de hal even gezellig als in de Spuistraat. Het werk in die hal behoorde tot de z.g. „gezellige waclit". Er was ook een ongezellige, n.l. aan de beide hekken aan rechter- en linkervleugel onder de poort Daar stond de eenzame schildwacht des nachts in diepe duisternis zijn 2 uurtjes af te bijten. Wachtjes zonder eenige emo tie. alnaar met het vaste consigne „neer schieten wat van buitenaf wil binnen komen en op eersten aanroep niet blijft staan." De wacht was des nachts mede belast met de surveillance van den Koninklij ken tuin. Steeds liepen daar de patrouilles van een sergeant of korporaal met tweo man. Dat was heerlijk werk. We troffen het zoo met het heldere weer en zoo'n pa trouillegang door dien tuin had voor al len eenige bekoring. Nietwaar, men kreeg dan zoo het. besef rechtstreeks over je Koningin te waken. Bij do consignes voor die patrouilles gold, zeer voorzichtig en alle gerucht mijdend te werk te gaan. Stel u voor, dat door dien stillen tuin luid „halt"' werd toegeroepen, het toe ken dat de aangeroepone moet blijven staan. Dan zou de nachtrust van Hare Majesteit en ons Prinsesje gestoord kun nen worden en juist om hun rust te verzekeren, patrouilleerden onze mannen ook in dien tuin. Er waren ook nog andere diensten. Zoo moesten alle departementen yan wachten voorzien worden. Revolutiemakers heb ben het nooit erg op regeerende ministers begrepen. Wo hielpen ook bij het con- voieeren van wapenen en ammunutie voor de Bolsjewiki. In statigen ernst be geleidden we dan, op onze wielen gezeten, de wagens van de kazernes naar de stal len, terwijl ook nog een convooi naar Rijswijk werd gebracht- Dat was eigen lijk soldaat-zijn. Zoo'n convooi700 ge weren en duizenden patronen is kostbaar goed. Als ik revolutie wilde maken, zou ik alle convooien onderscheppen en mijn mannen wapenen. Maar gelukkig, dat Hollandsche revo lutiemakers alleen maar praten en zeg gen. dat zij het doen willen als zij zich vergissen. Wij wisten toen evenwel nog niet, dat het slechts een vereissingsrevolutie was en deden onzen plicht. Maar eenmaal leek het ernst. Na een gezelligen avond in de cantine waren we in een qroolijken luim naar ons mandje gegaan. Daar stuift opeens de commandant van de wacht binnen. Hij had order om te zorgen, dat onmiddellijk een wacht van dertig man naar de gasfabriek Schenk- weg werd gezonden. De gasfabrieje werd bedreigd. Welke compagnie moest die leveren? Eenige oogenblikken later... 'khad al weer één oog dicht, werd er alarm gebla zen. „Waakt, waakt, waakt, daar komt de vijand!" Dat gaf emotie. „Jongens, vooruit, nou zal je 't hebben", zeggen de oud-gediende Oost-Indië-gasten, en bom, allemaal te gelijk zijn we op den vloer. Eventjes/ een groote herrie- Toen even stil. Het beenzwachtelen stemt altijd tot ernst, die bij mij verhoogd werd door het breken van een schoen veter. Daarna geloop langs de trappen. De gasfabriek staat in brand! Vijf minuten later waren al troepen op weg naar de gasfabriek aan den Loos- duinschen weg en reden de patrouilles: met opdracht om de omgeving van de 'beide fabrieken af te zoeken, de poort uit. Gelukkig bleek het alarm valsch. We hadden evenwel getoond, dat we gauw gereed konden zijn. Om vier uur weer naar bed, een emotie rijker en gestemd om te maffen. Wij' hadden de oorzaak van het alarm opgespoord en konden rusten, in de over tuiging, dat de heeren, die onze paraat heid op de proef wilden stellen, nu wis ten, dat zij daaraan nooit meer behoef den te twijfelen. Goes. Gister had de opening plaats van de nieuwe zaak in kruidenierswaren en aanverwante artikelen van den heer A. P. van 'tVeer, op de Groote Markt 9, alhier, het pand waar voorheen 'de apo theek van der Rest gevestigd was. De

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 2