Staten-Generaal.
Voor allen die sukkelen
Mijnhardfs Laxeertabletten
Rechtzaken
DE NOVEMBERSTORMEN VAN 1918.
Uit de Provincie.
vele gewonden Huizen werden vernield;
de straten zijn bezaaid met schoorsteen
pijpen tegels, glasscherven. Verscheidene
schepen werden een speelbal der golven
en ondervonden moeilijkheden bij het be
reiken van de havens; andere schepen
konden niet uitvaren.
Op het vliegveld Lebourget werd we
gens liet stormweer niet gevlogen. Slechts
vier v liegtuigeu vertrokken, drie naar
Skanuinavië, één naar Engeland.
Slechts één vliegtuig landde op Croy
don. Het toestel kwam van Parijs. De be
stuurder verklaarde, dat den heelen weg
over storm en regen het toestel bestookt
hebben.
In het Kngelsche Kanaal heeft de storm
een windsnelheid van 60 mijl per uur
ontwikkeld. De grootste passagiersschepen
werden als notedoppen heen en weer
geworpen.
Te Southampton zijn 4 groote kranen
van hun voetstuk gestort, waarbij 3 men-
schen geijond w erden.
De Liverpool is een stoomschip zon
der schoorsteen binnengekomen, die op
zee was Weggeblazen door den storm.
-net Verstopping of moeilijken, tragen en
onregelmatigen Stoelgang zijn
onmisbaar. Werken vlug zonder kramp of
pijn. Bij Apoth. cn Drogisten. Doos 60 ct.
TWEEDE KAMER.
Begroatingsdebatten.
Pc begToolingsdebatten werden gisteren
cortgezet, waarbjj nog tal van sprekers
het woord voerden.
De i,c van G;jn (lib.) hield finan
cieel e beschouwingen. Hij maakte or be
swaar 1' gen iat 'le saldi ra ó.eu go.voiien
dienst naar' 'mitenge oon worden over-
gebracht.
De hoer L. de Visser (Comm.) dien
de Iwoe moties in. De eerste strekt om
aan het overheidspersoneel een uitkeering
in eens te geven, gelijk aanhet bedrag,
dat het derft, doordat geen terugwenken-
do kracht' wordt verleend aan de nieuwe
regeling. De andero strekt tot de alge-
bede herziening van het bezoldigingsbe
sluit op den voet van dat van 1920,
zoo spoodig, dat uio herziening nog vóór
do verkiezingen van 1929 tot stand komt.
Do heer Krijger (C.H.) bestreed den
heer Lingbeek, die zich schuldig maakte
aan profanatie. Spr. kwam op tegen de
laatdunkende wijze waarop de heer L.
over mannen als Lohman en Kuypei
pleegt te spreken..
Do heer Marchant (V.D.) besprak
opnieuw het samengaan va.n de recbtsche
partijen. Hij betoogde, dat Dr de Visser
blijkens zijn onderhoud inet het „Vader
land" in verwarring verkeert en bepleitte
verder een samengaan van alle democra
tische elementen.
De lieer Kersten (S. G. P.) deed
opnieuw een aanval op de A.R. partij
dio volgens hem de belijdenis der vade
ren verloochent en overhelt naar het So
cialisme.
De heer Schouten (A.R.) vroeg een
nader antwoord op zijne vragen inzake
de fiaancieele politiek. Aan den heef
Kersten, die om de zaken waarom het
ging heendraaide, vroeg hij de A.R. partij
te bcoordeelen naar haar program van
beginselen.
De heer Schokking (C.H.) leverde
een principieele bestrijding van het So
cialisme.
De heer Nolens (R.K.) toonde aan,
dat de heer Marchant zich vergist heeft,
toen hij meende, dat Spr. zich voor sa
menwerking met de Vrijz.-Dem. zou heb
ben uitgesproken.
Verder voerden nog het woord de hee-
ren Arts, Veraart en Bulten en daarna
was het woord aan Minister de Geer
die Dinsdag zijne rede zal voortzetten.
Een jongetje door een auto
aangereden en gedood. Op 29
September 1.1. trok een troep zigeuners
door de gemeente 's-Heerenhoek. Een 50-
tal personen waaronder kinderen, ston
den dal vanaf den Molendijk in die ge
meente gade te slaan. Plotseling kwam
een vrachtauto met een vrij groote snel
heid aangereden in de richting van het
publiek, waardoor de bestuurder niet tij
dig heeft kunnen stoppen, toen de 8-
jarige Jacob Deurloo zich midden op
den weg voor de auto bevond, of plot
seling dicht voor die auto den weg over
stak. Het kind werd door de auto ge
grepen en overreden. Het bekwam een
ernstige schedelbreuk en overleed eenigen
tijd nadien.
Als verdacht dezen dood door schuld
te hebben veroorzaakt, stond gisteren
voor de Rechtbank te Middelburg terecht
de 41-jarige koopmau J. F. S. te Ove-
zande.
Verdachte werd rechtskundig bijgestaan
door Mr Maarseveen, advocaat te Utrecht.
Als eerste getuige in deze zaak werd
gehoord J. Vette, arbeider te 's-Heeren
hoek, die verklaarde, dat er op den be-
wusten dag in verband met een trek
van zigeuners door het dorp, veel volk
op den Molenweg was. Get. bevond zich
onder het publiek en hoorde een hoorn
signaal geven, door een vrachtauto, die
in de richting van het publiek kwam.
Het publiek ging op zij, waardoor de
rijweg vrij was. De auto reed gewoon
doch volgens get. wel iets te hard.
Op een vraag van den President:
„Waarom te hard?, de weg was immers
vrjj", antwoordt getuige: Ja Mijnheer er
waren nog al wat menschen op de been
en dan is het altijd secuur langzaam te
rijden. Opeens kwam een jongetje aan-
geloopen, stak van achter een café ter
plaatse den weg over en 'kwam onder
de auto terecht. De bestuurder stopte di
rect, net op 't nippertje. Verdachte staat
als geen woest rijder bekend.
De Rijksveldwachter Nicuwenhujjze te
Borsselen bevestigt daarop het door hem
opgemaakt procesverbaal, dat door den
Griffier wordt voorgelezen.
Getuige heeft het lijkje in beslaggeno
men. Ook volgens deze get. is verdachte
geen woest rijder. Get. heeft hem nog
nimmer hard zien rijden. Er is ook niet
geconstateerd kunnen worden of er sterk
is geremd.
Verdediger van verdachte merkt op,
dat, volgens het procesverbaal het aan
gereden knaapje lag op de plaats van
de aanrijding. Volgens verdediger is het
dus niet mogelijk, dat de auto na de
aanrijding nog 10 Meter zou zijn door
geschoven, waarop get. de opmerking
maakt, dat het aangereden jongetje nog
ongeveer 3 Meter door de auto is voort
geduwd.
De sectiedokter Hulst uit Leiden, be
vestigde zijn uitgebracht rapport van het
gehouden onderzoek van het lijkje. Vol
gens dezen deskundige kunnen de gecon
stateerde verwondingen zijn ontstaan ten
gevolge van de aanrijding. Met zeker
heid kan deze getuige niet zeggen, dat
de verwonding aan het hoofd van het
kind door het spatbord van de auto is
veroorzaakt.
Getuige Deurloo, vader van het over
reden jongetje, zeide met zijn zoontje
naar de zigeuners te hebben staan kijken.
Dr Luykx stond daar ook met zijn auto.
Ik zag verdachte "komen aanrijden en
vond, dat hij onder de gegeven omstan
digheden nog al hard reed. Ik hoorde hem
ook signalengeven. Er was ruimte ge
noeg om te passeeren want de aanwezige
menschen waren alle op zij van den
weg gegaan. Ik zag met eigen oogen,
dat de auto mijn kind greep en het ver
morzelde. Mijn dochtertje riep nog: 0,
vader het is Jaap". Alles gebeurde in
een ondeelbaar oogenblik. Wel zag ik
dat mijn zoontje nog even voor het ge
beurde heeft stil gestaan.
De President maakt get. er op opmerk
zaam, dat de eerste getuige heeft ver
klaard, dat de jongen niet heeft stil ge
staan, doch plotseling zonder te kijken
den weg was overgestoken.
De getuige Limonard, onderwijzer en
Dr Luykx, arts te 's-Heerenhoek leggen
nog verklaringen af omtrent de plaatse
lij'ke situatie op 't oogenblik, waarop 't
ongeval' plaats had. Beiden verklaarden
verd. te kennen als een uiterst voorzichtig
chauffeur, terwijl getuige Limonard daar
aan toevoegt, zulks meerdere malen te
hebben geconstateerd als hij met ver
dachte meereed.
Een drietal getuigen h décharge leg
gen daarop verklaringen af over hetgeen
zij hebben waargenomen en over "de ge
dragingen van den chauffeur voor en na
het oogenblik der aanrijding. Een hunner
Dr Folmer te Driewegen, verklaarde nog,
dat de vader van het overreden jongetje
tegen hem had gezegd, dat hij niet graag
zou zien, dat verdachte gestraft werd.
Verdachte door den President onder
vraagd zegt, 'dat de vrachtauto ongeveer
2800 K.G. weegt. Toen ik op het be
wuste tijdstip met mijn wagen kwam aan
rijden zegt verdachte, stonden er veel
menschen op den weg en daarom heb
ik onophoudelijk signalen gegeven.
Op het oogenblik der aanrijding was
de weg volkomen vrij, ik reed een kalme
vaart en er bestond voor mij geen enkele
reden om te stoppen. Het knaapje kwam
plotseling den weg overgestoken, ik rem
de uit alle macht doch kon niet ver
hinderen, dat de jongen werd overreden.
Ik heb dan ook geen pnkele reden om
mij schuldig te gevoelen. Al was het
mijn eigen kind geweest, dan had ik de
aanrijding niet kunnen voorkomen.
De Officier van Justitie het woord krij
gende, zegt het gebeurde hoogst tragisch
te vinden. Uit te maken is thans of
bij deze verdachte schuld is ja dan neen.
Spr. is van oordeel, dat hem niet veel
is te verwijten. Gelet op de omstandig
heden kon hij deze aanrijding niet voor
zien. Precies weten wat er met dit jon
getje gebeurd is doen we nog niet. Alles
is in te kort tijdsbestek gebeurd.
Op grond van een en ander meent spre
ker niet anders 'te kunnen doen dan
te vragen, dat de Rechtbank verdachte
zal vrijspreken.
De verdediger van verdachte zegt zich
met de opvatting van het O. M. in deze
zaak te kunnen vereenigen. De jongen
is plotseling van den weg overgestoken,
en verdachte reed met een vaart van
ongeveer 20 K.M. hetgeen geoorloofd is.
De wijze van rijden heeft hier in ieder
geval beslist het verkeer niet in gevaar
gebracht. Verdachte is een bekwaam en
voorzichtig chauffeur, een oppassend
man, die voor zijn ouders zorgt. Spr.
hoopt dan ook, dat de Rechtbank zich
met het requisitoir van het O. M. zal
vereenigen.
Een eigenaardig doch ge
vaarlijk heerschap. Eind Juni eD
begin Juli 1.1. werd bij eenige winke
liers en bij eenige particulieren te Vlis-
singen inbraak gepleegd waarbij1 de dader
zich schuldig maakte aan diefstal van
verschillende voorwerpen. Een door de
politie ingesteld onderzoek bleef zonder
resultaat. Eenige dagen daarna werd te
den, die zich in een park aldaar op ver
dachte wjjze ophield. Aangezien de po
litie aldaar kennis droeg van de te Vlis-
singen gepleegde inbraken, werd de man
naar Vlissingen overgebracht, omdat op
hem worden bevonden voorwerpen die als
te Vlissingen gestolen waren opgegeven.
Te Vlissingen werd de man herkend
als de dader van de aldaar gepleegde in-
braken en herkenden ook verschillende
personen de voorwerpen die hij bij zijn
aanhouding bij zich had, als hun eigen
dom.
Gisteren diende deze zaak, waarin 16
getuigen waren opgeroepen, voor de
Rechtbank te Middelburg.
Als verdachte stond terecht P. J., 30
jaar, geboren te Kopenhagen, zonder vaste
Bergen op Zoom een persoon aangehou-
woonplaats, in voorarrest te Middelburg.
Aangezien verdachte bij zijn aanhouding
en tijdens zijn bewaring blijk had gegeven
een gevaarlijk man te zijn, o.a. had hij
in het gerechtsgebouw een aantal ruiten
stuk geslagen, was voor extr abewaking
zorg gedragen en werd verdachte geboeid
voorgebracht.
Verdachte werd rechtskundig bijgestaan
door Mr P. C. Adriaanse, advocaat te
Middelburg.
Als eerste getuige werd gehoord de
Majoor der Rijksvellwacht te Middelburg
die procesverbaal had opgemaakt wegens
het vernielen van de ruiten door ver
dachte tijdens zijn verblijf op het Gerechts
gebouw te Middelburg.
President: Heeft u die ruiten stuk ge
slagen? Verdachte: Als ze dit zeggen,
dan zal het wel waar zijn.
President: Waarom sloeg U alles stuk?
Verdachte: Ik was een beetje te hard
handig behandeld.
De tweede getuige, de commissaris van
politie te Bergen op Zoom, zegt zich
op een aangifte te hebben begeven naar
een plaats in het park te Bergen op
Zoom, alwaar door hem in een stuk voe
ring gerold, verschillende voorwerpen
werden aangetroffen, als een vulpotlood,
gouden horloge, zilveren ketting, blikjes
sardines, enz.
De getuige Oeleman, tuinman 'te Bergen
op Zoom, zegt, verdachte op 9 Juli te
hebben gezien in het Volkspark aldaar.
Hij vond dat verdachte vreemd deed. Den
volgenden dag is get. met een broer er
weer heengegaan, en trof toen verdachte
aan, terwijl hij een flesch melk zat te
drinken. Zij hebben toen de politie ge
waarschuwd en verdachte in het oóg ge
houden, die daarna naar het politiebureau
is overgebracht. Door de politie werd ter
plaatse een meter onder den grond in
een boschje een pak aangetroffen waarin
verschillende goederen geborgen waren.
De nachtwaker Dorpel te Vlissingen
zegt ,dat hij in den nacht Van B Juli als
nachtwaker bij de havenwerken te Vlis
singen voorbij een 'keet kwam en toen
zag dat een ruit was uitgesneden. 'Bin
nen lag alles overhoop. Hij heeft de po
litie daarmede in kennis gesteld.
R. Klinge, boekhouder aan de haven
werken te Vlissingen zegt, dat hij, nadat v-
Dorpel hem met de inbraak had in ken
nis gesteld, is gaan kijken. Get. herkent
in de ter terechtzitting aanwezige voor
werpen, meerdere voorwerpen die uit de
keet zijn ontvreemd.
J. W. Kole, ambtenaar te Vlissingen,
zegt, dat hij op 7 Juli bemerkte dat er
bij hem was ingebroken in Zijn slaap
kamer en dat uit zijn vest, dat op een
stoel hing bij zijn bed, een gouden hor
loge met ketting was gestolen. VerdeT
vermiste hij verschillende kleedingstukken
die op een kapstok in de gang hadden
gehangen en getuige herkent in de ter
terechtzitting aanwezige jas en mantel
als die zijner dochter, Ook twee paar
aanwezige heerenschoenem herkent hij als
zijn eigendom.
De Griffier doet daarop voorlezing van
een stuk, waaruit blijkt dat verdachte
reeds door de Rechtbank te Breda en
Maastricht voor .gelijke feiten zijn veroor
deeld.
Op een vraag van den President of
dat waar is, antwoordt verdachte: Als
het er op staat zal het wel zoo zijn.
Op een vraag van den President, waar
om hij zich door die Rechtbanken onder
de namen Mellero en Chelewski heeft
doen veroordeelen, zegt verdachte: „ik
ben erg vergeetachtig".
Op een vraag van den President hoe hij
er toe komt dergelijke feiten te plegen en
of hij de feiten erkent, zegt verdachte: dat
weet ik niet.
President: Drinkt u graag melk? (ver
dachte heeft n.l. op 3 plaatsen te Vlis
singen flesschen melk gestolen). Ver
dachte: ja.
De officier van Justitie, requisitoir ne
mende, zegt, dat deze zaak uit een straf
rechtelijk oogpunt, eenvoudig is. Ver
dachte werd aangetroffen te Bergen op
Zoom met verschillende goederen die na
derhand bij de politie te Vlissingen en
ook hier ter terechtzitting door verschil
lende personen uit Vlissingen worden her
kend als bij hen gestolen.
Wie deze verdachte is, weten we niet.
Heel Europa is afgezocht. Zelfs te War
schau en Kopenhagen is een onderzoek
ingesteld om de persoonlijkheid van dezen
verdachte vast te stellen, doch het is
niet gelukt. Wel' is gebleken, gelet op de
feiten, en gezien de houding van ver
dachte, bij zijn arrestatie en tijdens zijin
verblijf in de gevangenis, dat we hier
te doen hebben met een heel gevaarlijk
man, die niets anders doet dan stelen.
Spreker acht hem allergevaarlijkst voor
de Maatschappij en rekening houdende
met de gepleegde misdrijven en 'de om
standigheden waaronder zij werden ge
pleegd ,acht spr. hier een zware straf op
zijn plaats. De Officier eischt een gevan
genisstraf van 3 jaar.
Het woord was nu aan den verdediger
van verdachte, doeh op het oogenblik
dat deze zijn pleidooi zal beginnen, geeft
verdachte door gebaren te kennen dat
hij daarvan niet gediend is. Verdediger
meende zich daarop aan het oordeel van
de Rechtbank te kunnen refereeren.
Een distilleertoestel. J. C.,
40 jaar, koopman te St. Laurens, was in
verzet gekomen tegen een vonnis van de
Rechtbank waarbij hij wegens het doen
vervaardigen van een distilleertoestel, ter
wijl de schuldige weet dat dit toestel
bestemd is om tot ontduiking van de ac
cijns te worden gebruikt, en een 'distil
leertoestel vervoeren niet gedekt door het
vereischt geleibiljet, werd veroordeeld tot
3 geldboeten ieder van f 100 of 3 maal
een maand hechtenisstraf.
Verdachte, thans verschenen, verklaarde
in verzet te zijn gekomen omdat de straf
zoo zwaar is. Verdachte erkent evenwel
het feit, daaraan toevoegende dat hij ge
distilleerd wou gaan verkoopen, omdat
hij geen werk had en toch moest eten.
President: Dacht u dat u de drank goed-
kooper kon maken dan men die in de
winkels verkoopt? Verdachte: Dat niet,
mijnheer.
De waarnemend Rijksadvocaat vraagt
bekrachtiging van het vonnis.
De verdediger van verdachte, Mr P. C.
Adriaanse, advocaat te Middelburg, zegt
dat verdachte, die een groot gezin heeft,
de boete niet kan betalen en indien hij
hechtenisstraf moet ondergaan zijn gezin
dan gebrek zal lijden, waarom hij de
Rechtbank verzocht verdachte een geringe
boete op te leggen.
Nog eens de Leerplichtwet
geschiedenis. C. L., 47 jaar, land
bouwer te Grijpskerke, J. K., 36 j., land
bouwer te Meliskerke, A. M., 29 j., land
bouwer te „Grijpskerke, waren in hooger
beroep gekomen tegen vonnissen van den
Kantonrechter te Middelburg, waarhij zij
wegens overtreding van do Leerplichtwet
waren veroordeeld ieder tot een geldboete
van f 15 of 15 d -h., L. J., 37 jaar, tui
nier te Serooskerke, was wegens gelijke
overtreding door den Kantonrechter .te
Middelburg' veroordeeld tot een geldboete
van f10 of 10 d. h., tegen welk vonnis
hij eveneens appel' aanteekende.
De Off. van Justitie eischte voor allen
bevestiging van de vonnissen van den
Kantonrechter.
Een tweetal verdachten werden rechts
kundig bijgestaan door "Mr Kuipers, ad
vocaat te Middelburg, die evenals ver
dachten, zeide, dat de kinderen de volle
6 leerjaren "hebben doorgemaakt en er
geen 7e leerjaar is. Zij blijven zitten in
dezelfde banken van de 6e klas zelfs 3
kinderen op 1 bank. Dezelfde boekjes
krjjgen z(j te leeren van de 1ste les
ai als de kinderen der 6e klasse.
Volgens verdediger zijn de argumen
ten, die verdachten aanvoeren, steekhou
dend. De menschen zullen de zaak tot
de hoogste instantie uitzoeken en spr.
geeft hen daarin gelijk. De kinderen her
kauwen het onderwijs, dat zij in de 6e
klasse hebben genoten. Uit niets blijkt,
dat zij zijn bevorderd tot de 7e klas.
Volgens verdediger zullen de verdach
ten moeten worden ontslagen van rechts
vervolging.
De Officier van Justitie zegt, dat in
vorige zaken gebleken is, dat de kinderen
wel degelijk ander onderwijs krijgen in
de 7e klas, waarna de uitspraak wordt
bepaald pver 14 dagen.
Faill issement. Door de Recht
bank te Middelburg is gisteren failliet
verklaard: C. Weststrate, koopman te
Vlissingen. Rechtercommissaris Mr A. v.
d. Hoop, Rechter; Curator Mr B. Evers,
advocaat en procureur te Middelburg.
IV.
Over den dienst, dien wij als Land-
stormers te vervullen hadden, heb ik tot
nu toe gezwegen. Niet omdat ze niet be
langrijk was, maar alleen omdat bij de
indrukken, die we te verwerken kregen,
de andere naar den voorgrond drongen.
Met wat ons, vrijwilligers, het meest
vreemde was, de z.g. garnizoensdienst
maakten we in de stallen al spoedig
kennis.
Corvee en wachten, we bleven er altijd
koud van. Ditmaal niet.
Ook onze menschen maakten de wacht-
parade mee en kregen zoo eenige notie
van het dienstceremoniëel.
Ik behoorde tot de gelukkigen, die naar
de wachtparade konden kijken en was
ongewild toeschouwer, toen mijn com
pagnie de wacht betrok. Mijn eerste ge
dachte, was: zouden ze het nog weten?
Het was al geruimen tijd geleden, sedert
we de theorie ervan behandelden en de
practijk beoelenden.
't Is wonderlijk wat er met goedgezinde
mannen te doen is.
Alles ging dan ook als gesmeerd.
Zoo'n wacht is geen sinecure ia een
gebouw, waarin naar schatting zoo'n dui
zend man verzameld en geconsigneerd
zijn. I
Voor een buitenstaander is 't misschien
noodig te vertellen wat de term geconfr
signeerd beteekent. Het wil zeggen „bin
nen is binnen". Een mooie man, die
er uit komt.
Duizend menschen afgezonderd van
't woelige, vroolijke en opwekkende leven
dat er groeit in de straten van onze Re
sidentie en duizenden naar liefde smach
tende harten, daarbuiten, die man en
vader, zoon of geliefde willen zien en wil
len spreken enaan het hart drukken.
Gelukkig, dat de inrichting van de stal
len en het goede hart van den korpjsf-
eommandaat medewerkten om het ver
keer met die buitenwereld te onderhou
den.
U moet n.l. weten, dat men, bij het
betreden van de stallen door de hoofd
deur, in een soort hal komt van plm-
150 vierk. M. oppervlakte, die weder met
een deur toegang geeft tot de binnen
plaats.
Aan die beide deuren stonden „posten
voor het geweer", terwijl tot die hal de
buitenwereld toegang had. Kwam nu b.v
een aardige Marie of een vroolijko Jenny
om haar teerbeminden Kloris te zien,
dan vervoegden zij zich bij den schild
wacht. Deze riep don sergeant van de
wacht, die beoordeelde, of het noodig
was, dat Kloris op de proppen kwam. En
welk sergeant kan nu weigeren als een
lieve stem en een paar smeltende oogjes
zoo vriendelijk vragen. Dan werd Kloris
geroepen en den heelen langen dag
ging het „verkeer" in de hal. Vooral in
den avond was het bezoek geweldig. Dat
stelde aan do menschen daar hooge
eischen. Steeds moesten er jongens wor
den opgehaald, „omdat er bezoek voor
hen was" en "die bezoekers wisten meest
al niet vau weggaan. Op een eenvoudig
houten wachtbank zaten de Romeo's en
Julia's uren hand in hand menig kusje
werd daar z.g. „als er toch niemand
keek" gewisseld, 't Was 's avonds in de
hal even gezellig als in de Spuistraat.
Het werk in die hal behoorde tot de
z.g. „gezellige waclit". Er was ook een
ongezellige, n.l. aan de beide hekken aan
rechter- en linkervleugel onder de poort
Daar stond de eenzame schildwacht des
nachts in diepe duisternis zijn 2 uurtjes
af te bijten. Wachtjes zonder eenige emo
tie. alnaar met het vaste consigne „neer
schieten wat van buitenaf wil binnen
komen en op eersten aanroep niet blijft
staan."
De wacht was des nachts mede belast
met de surveillance van den Koninklij
ken tuin. Steeds liepen daar de patrouilles
van een sergeant of korporaal met tweo
man.
Dat was heerlijk werk. We troffen het
zoo met het heldere weer en zoo'n pa
trouillegang door dien tuin had voor al
len eenige bekoring. Nietwaar, men kreeg
dan zoo het. besef rechtstreeks over je
Koningin te waken. Bij do consignes voor
die patrouilles gold, zeer voorzichtig en
alle gerucht mijdend te werk te gaan.
Stel u voor, dat door dien stillen tuin
luid „halt"' werd toegeroepen, het toe
ken dat de aangeroepone moet blijven
staan. Dan zou de nachtrust van Hare
Majesteit en ons Prinsesje gestoord kun
nen worden en juist om hun rust te
verzekeren, patrouilleerden onze mannen
ook in dien tuin.
Er waren ook nog andere diensten. Zoo
moesten alle departementen yan wachten
voorzien worden. Revolutiemakers heb
ben het nooit erg op regeerende ministers
begrepen. Wo hielpen ook bij het con-
voieeren van wapenen en ammunutie
voor de Bolsjewiki. In statigen ernst be
geleidden we dan, op onze wielen gezeten,
de wagens van de kazernes naar de stal
len, terwijl ook nog een convooi naar
Rijswijk werd gebracht- Dat was eigen
lijk soldaat-zijn. Zoo'n convooi700 ge
weren en duizenden patronen is kostbaar
goed. Als ik revolutie wilde maken, zou
ik alle convooien onderscheppen en mijn
mannen wapenen.
Maar gelukkig, dat Hollandsche revo
lutiemakers alleen maar praten en zeg
gen. dat zij het doen willen als zij zich
vergissen.
Wij wisten toen evenwel nog niet, dat
het slechts een vereissingsrevolutie was
en deden onzen plicht.
Maar eenmaal leek het ernst.
Na een gezelligen avond in de cantine
waren we in een qroolijken luim naar ons
mandje gegaan.
Daar stuift opeens de commandant van
de wacht binnen. Hij had order om te
zorgen, dat onmiddellijk een wacht van
dertig man naar de gasfabriek Schenk-
weg werd gezonden. De gasfabrieje werd
bedreigd. Welke compagnie moest die
leveren?
Eenige oogenblikken later... 'khad al
weer één oog dicht, werd er alarm gebla
zen. „Waakt, waakt, waakt, daar komt
de vijand!"
Dat gaf emotie. „Jongens, vooruit, nou
zal je 't hebben", zeggen de oud-gediende
Oost-Indië-gasten, en bom, allemaal te
gelijk zijn we op den vloer. Eventjes/
een groote herrie-
Toen even stil. Het beenzwachtelen
stemt altijd tot ernst, die bij mij verhoogd
werd door het breken van een schoen
veter.
Daarna geloop langs de trappen. De
gasfabriek staat in brand!
Vijf minuten later waren al troepen op
weg naar de gasfabriek aan den Loos-
duinschen weg en reden de patrouilles:
met opdracht om de omgeving van de
'beide fabrieken af te zoeken, de poort uit.
Gelukkig bleek het alarm valsch. We
hadden evenwel getoond, dat we gauw
gereed konden zijn.
Om vier uur weer naar bed, een emotie
rijker en gestemd om te maffen.
Wij' hadden de oorzaak van het alarm
opgespoord en konden rusten, in de over
tuiging, dat de heeren, die onze paraat
heid op de proef wilden stellen, nu wis
ten, dat zij daaraan nooit meer behoef
den te twijfelen.
Goes. Gister had de opening plaats van
de nieuwe zaak in kruidenierswaren en
aanverwante artikelen van den heer A.
P. van 'tVeer, op de Groote Markt 9,
alhier, het pand waar voorheen 'de apo
theek van der Rest gevestigd was. De