No. 40 Donderdag 15 November 1028 43e Jaargang KEKDRIKSE&Go's BANK - GOES EERSTE BLAD. BELGISCH GELD Dit nummer bestaat uit 2 bladen. SAMENWERKING MET LIBERALEN Buitenland. Binnenland. Belangrijkste Nieuws. VOORDEELIGE KOERSEN Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. Bureau: Lange Vorststraat 70, Goes. Tel.: Redactie en Administratie no. 11. Postrekening No. 44455. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per posL f3.— Losse nummersf 0.05 Prijs der Advertentie n-: 14 regels f1.20, elke regel meer 30 cl Bij abonnement belangrijke korting. Dr de Visser, de eminente leider van de Christel.-Historische Kamerfractie heeft de vorige week eerst in de Tweede Ka mer en daarna in een persgesprek met den heer D. Hans, de samenwerking op politiek gebied met de liberalen ter sprake gebracht. In bedoeld persgesprek wa&rin hij zijne bedoelingen nader preciseerde verklaar de Dr de Visser in de eerste plaats te hebben gedacht aan liberale per sonen, waarvan er velen zijn, re ligieuze naturen, me<t wie men zoiu kunnen samenwerken. Maar hij veegde er aan toe, samenwerking met de libera len als partij niet onmogelijk te achten, waarbij, dan echter deze beperking werd gemaakt, dat de Vrijheidsbond alleen spreekt van de waarde en de beteokenis van den godsdienst, wat als grondslag voor samenwerking te vaag moet worden geacht. Deze uitspraken van Dr de Visser her inneren sterk aan de rede waarmede in 1924 Mr Dresselhuys de jaarvergadering van den Vrijheidsbond opende en de daar op in de liberale pers gevolgde discussie. Mr Dresselhuys betoogde toen, dat het liberalisme als politieke strooming is als een stad die toegang biedt door vele poorten, Allen vinden een huis binnen hare muren, die tot de overtuiging zjn gekomen, dat de staatkunde slechts één doel mag hebben: de menschelijke per soonlijkheid te doen uitgroeien in de sfeer van vrijhoid. Hij, vestigde hierop speciaal de aan dacht om op die wijze „de leugen van de antithese" in het licht te stellen. Hoewel deze rede zeer voorzichtig en zeer ruim gesteld was,werd de leider van den Vrijheidsbond toch onmiddellijk door den heer Elout in het „Handelsblad" krachtig op de vingers getikt. De heer Elout betoogde met kracht van woorden, dat op deze wijze het geestelijke libera lisme werd uitgewischt en wees er voorts op, dat deze rede sterk herinnerde aan redevoeringen door Dr de Visser meer malen in de Tweede Kamer gehouden. Hij achtte het voorts noodig er aan te herinneren, dat de echte liberalen in de staatkunde geen godsdienst willen men gen. En hij voegde daaraan toe deze op merkingen „De opvatting dat men in de Staat- k'u n d e, alléén behoort te handelen naar de Bede, dat men zich naar cïe uit spraak van Mr Cort van der Linden door de Rede Laait leiden, dat, hoe geloovig men ook voor zijn persoon mocht wezen, inde politiek elk geloof buiten spel moet laten op straffe vair ernstige schade voor politiek en geloof, die opvatting was gemeen goed van alle liberalen in de negentiende eeuw. Ja, wat meer zegt: van alle vrijzinnigen, b.v. ook van de radicalen en de vrijzinnig-democraten. Dit was het vereenig,ingspunt vainalle vrijzinnigen: geen vermenging van gods dienst 'en staatkunde. Hoe uiteen! oopend ze overigens mochten denken, daarover was tusschen hen geen verschil; Röell zoo goed als van Houten, Borgesius even zeer als Van Karnebeek, Bos en Drucker niet minder dan Tydeman en De Beau fort, waren het hierover eens. Dientengevolge hebben de vrijzinnigen zéér geloovige Christenen als een Röell in hun midden kunnen hebben en vrijzin nige Joden als een Druciker en Kerdijk. En wanneer nu Mr Dresselhuys wél een openbaringsgrondslag voor een „liberale" staatkunde wil toelaten, dan preekt hij daarmede den staf over het liberalisme niet alleen van Mr Cort van der Linden, maar over het liberalisme van de negen tiende eeuw. En dan zijn wij, die aan het liberalisme nog steeds vasthouden, zoo vrij om dat van Mr Dresselhuys, voor zoover het zich op het geestelijk terrein der politiek be weegt, tusschen aanhalingsteekens te plaatsen." Voorzoovbr ons bekend hebben de libe ralen, heeft de liberale partij nooit een ander standpunt ingenomen. Ook de heer Dresselhuys niet. Want wel trachtte hij in zijne boven aangehaalde re.de de poorten van het libe rale gebouw, zoo wijd mogelijk open te zetten, maar in de practijk heeft hij zich tot het laatst van zijn leven gesteld op wat de heer Elout noemde: den grondslag van de liberale politiek. Maar juist daarom vraagt men zich af wat nu. eigenlijk de bedoeling was van Dr de Visser, toen hij op samenwerking; met de liboralen zinspeelde. Het is waar, dat hij later verklaarde, meer het oog te hebben gehad op libe rale personen, op menschen dus ,van wie men zou kunnen zeggen, dat ze in het liberale kamp verdwaald zijn, en het is ook waar dat hij er onmiddellijk aan toevoegde dat men dan ook bereid moest zijn de Christel ij ke grondslagen b.v. in het huwelijksrecht te erkennen, maar daarmee is de gewenschte helder heid niet verkregen. i Want de za'ak is, en dat weet Dr de Visser óók wel, dat de liberalen zich juist niet door de Openbaring willen laten leiden, maar door de Rede, die ook de Christelijke grondslagen, naar eigen inzicht, keurt en zoo noodig verwerpt. Zoo bezien zou dit deel van het betoog Van Dr de Visser weinig anders zijn '"dan een mooie frase. Een hartelijk gemeende wensch dat de liberalen en dit zou dan natuurlijk gelden voor alle partijen zonder onderscheid tot beter inzicht mochten komen. Maar dit past weer niet in het ver band van de rede waarin zulk een ''be toog weinig zin zou hebben. De zaak is van belang, omdat Dr de Visser het woord voerde als Voorzitter van de Christ. Hist. Kamerfractie. Daarom vooral is na de gegeven toe lichting een nadere toelichting zeker niet overbodig. DE „VESTRIS"-RAMP. De houding van bemanning en passagiers. Volgens oen telegram uit New-York is de „Berlin" inmiddels aldaar aangekomen. Het schip bleek, behalve de 23 geredden, ook 1 doode van de „Vestris" aan boord te hebben. De kanselier van het Argentijnsche con sulaat in Rio, die zich aan boord van de „Vestris" bevond en door het Lloyd-schip „Berlin" opgenomen werd, seinde, dat de houding der bemanning van de „Vestris" toen dit schip in nood raakte, uitstekend was. Ieder was intusscben van meening, dat later de grootste moeilijkheden voort vloeiden uit de slechte oefening der be manning in het omgaan met de reddings booten, waarbij' er vele te sterk bezet wer den en later moesten omslaan. Het aantal geredden van de „Vestris" staat nog steeds niet vast. De opgaven wis selen tusschen 206 en 220. Enkele gered den zijn tengevolge van uitputting overle den. Het aantal vermisten wordt op hoog stens 118 geraamd. Uit de verhalen van geredden blijkt, dat een reddingsboot, die overvol was, door het zinkende schip mee in de diepte is ge trokken. De kapitein is tot het laatste oogenblik toe op de brug gebleven en heeft do red- dingsmaatregelen met groote kalmte ge leid. Een ambtenaar van het Argentijnsche consulaat te New York, die ook aan boord was en zelf op het laatste oogenblik van het zinkende schip sprong, verklaart, dat hij den kapitein nog op het laatste oogen blik op bet wrak heeft gezien. Bevestigd wordt thans, dat de 'kapitein van de „Vestris" met zijn schip in de diep te verdwenen is, nadat hij geweigerd had, een poging om zich te redden te onder nemen. De geredden, die te New York zijn aan gekomen, hebben, naar uit hun verhalen blijkt, verschrikkelijke uren doorgemaakt, Zij' hebben uren lang op het water rond gedreven en waren geheel uitgeput, toen de reddende schepen verschenen. De 23 geredden aan boord van de „Ber lin" zijn passagiers van de reddingsboot nummer 13, die met 6 zwarte matrozen van de „Vestris" was bemand. De meeste inzittenden waren over boord gesprongen toen de „Vestris" onderging. De zwarte matrozen waren aanvankelijk weggeroeid, doch namen hen later' aan boord. Deze geredden zagen ook, dat de eerste machinist van de „Vestris" en nog een drenkeling in het water ronddreven en wisten de zwarte matrozen door bedrei gingen te noodzaken, ook dezen aan boord te nemen. Ook andere geredden, die in het water hadden rondgedreven, verklaarden, dat zij de grootste moeite hadden gehad, om aan boord van de reddingsbooten opgenomen te worden. Zij verwijten den kapitein, dat hij te lang heeft gewacht, alvorens de reddings booten uit te zetten of andere maatregelen te nemen. De ingenieur '01 Maxey uit Richmond (Virginia) één der door de „Berlin" ge redde opvarenden van de „Vestris", heeft aan den vertegenwoordiger van het Wolff- bureau bij de landing te New York over zijn ervaringen bij den ondergang van de „Vestris" o.a. het volgende verteld: Tijdens den vreeselijken storm van Zon dagnacht hoorde men plotseling het geluid van een sterken schok. Dadelijk daarop stroomde het water de kolenbunkers en de machinekamer binnen. De vrouwen en kinderen werden in de eerste drie reddingsbooten ondergebracht Eén daarvan 'had een lek en zonk op onge veer 50 voet afstand van het schip-. Ver schillende booten sloegen om, zoodra zij in het water kwamen. Angstkreten vervulden de lucht, toen de in de booten zittende vrouwen en kinderen in zee geslingerd werden. Voor zoo ver te zien was, werden zij echter door andere booten weer opgepikt. Twee reddingsbooten, in wier nabijheid ik mij bevond, konden wegens het overhel len van het schip niet vrijgemaakt worden. Ik bevond mij met ongeveer 90 andere passagiers en manschappen nog aan boord toen het schip plotseling omsloeg. Wij sprongen over boord. Ik werd eerst door de zuiging onder water getrokken. Wij zwommen daarna ongeveer 2 uren, tot wij door een reddingsboot opgenomen werden. Ik zag, hoe twee booten zich met water vulden. Eén boot sloeg los, voor hij te water gelaten was. Alle reddingsbooten lekten, naar het scheen. Al den tijd, dat wij in de boot door brachten, waren wij' bezig, het binnen dringende water er uit te scheppen. Des nachts zagen wij de lichten der red dende stoomschepen. Wij hadden echter zelf geen raketten. Wij schreeuwden uit al onze macht, doch bleven onopgemerkt. Later kwamen wij in den lichtschijn van het s.s. „Berlin" en zagen toen een vrouw op een wrakstuk ronddrijven. De New—Yorksche correspondent van het blad „La Nation" te Fuenos-Ayres vertelde: Wij lieten de vrouwen en kinde ren het eerst in de booten gaan, maar de leden der bemanning gingen eveneens in de eerste booten. In onze boot bevond zich geen officier. Wij hadden groote moeite om van het zin kende schip weg to komen. Het bleek later, dat onze boot geen benzine en geen rie men had, zoodat wij volkomen hulpeloos waren, Wij moesten het binnendringende water met papieren zakken wegscheppen. De uitsluiting in het Roergebied. Bij de voortzetting van de debatten in den Rijksdag over de uitsluiting in het Ro-ergebied verklaarde de nationaal-socia- list Wagner, dat zijn partij da eischen deri arbeiders volkomen billijk acht; de levensstandaard van den Duitsohen ar beider is tot een -ondraaglijk peil naar beneden gedrukt. Spr. wil de uitgesloten arbeiders scha deloos stellen uit de opbrengst van de Dawes-contributies en als dat nog niet voldoende mocht zijn door een extra be lasting op hef vermogen der biank- en boursvorsten. Bij de stemming werden de communis tische motie van wantrouwen in de re- geering en het communistische voorstel tot afschaffing van de arbitrage verwor pen, tegen de stemmen van ae commu nisten en de nationaal-sooialisten. Alle overige voorstellen betreffende het loon- conflict werden naar de sociaal-politieke commissie verwezen. De gisteren bij' dien regeeringspresident Bergemann met vertegenwoordigers van het werkgeversverbond der N.-W. groep en van de vakvereenigingen aangeknoopte onderhandelingen hebben tot nog toe geen resultaat opgeieverd, dat een bruikbare basis oplevert voor gemeenschappelijke besprekingen. De onderhandelingen wor den voortgezet. De werkgevers in de Bergische IJzerin- dustrie hebben na vruchteloos gebleven onderhandelingen over een nieuwe loon schaal hun werklieden tegen 30 dezer opgezegd. Deze maatregel zal ongeveer 35U00 arbeiders, in 300 bedrijven werk zaam, treffen. De pantserkruiser-kwestie in den Duitschen Rijksdag. In den Kabinetsraad is besloten dat iedere minister, die tevens lid van den i Rijksdag is, volkomen vrij zal zijn bij' i de stemming over het sociaal-democra- I tische voorstel nopens het niet afbou wen van den pantserkruiser. In een zitting der soc.-dem. Rijksdag fractie werd vastgesteld, dat ook de so ciaal-democratische ministers, met inbe grip du3 van Rijkskanselier Müller, voor het voorstel tot stopzetting van den bouw zullen stemmen. Het Senioren-convent van den Rjjks- dag heeft besloten hot sociaal-democra tische voorstel tot het staken van het bouwen van het pantserschip ,op, da agenda van de zitting van vandaag te plaatsen. Voor zoover bekend zullen de sociaal democraten en communisten eensgezind voor het sociaal-democratische voorstel stemmen; wat het Centrum zal doen is nog onzeker, de bedreiging van Groener ontslag te zullen nemen indien het voor stel wordt aanvaard, alsook de mededee- ling van dezen bewindsman aangaande het reeds bestelde materiaal hebben op deze partij een vrij sterken indruk ge maakt. De Duilsch-nationalen en de afgevaar digden van de Duitsche volkspartij stem men zeker tegen; bij de democraten en bij de economische partij schijnen de meeningen verdeeld. Brilsch-indië door rampen geteisterd. Wij hebben gemeld, dat de overstroo mingen aan de Oostkust van Britsch- Indië groote verwoestingen hebben aan gericht, en dat, volgens een schatting van de Overheid te Madras, 840 huizen ingestort zijn en de oogst, die zich juist buitengewoon goed liet aanzien, voor driekwart te loor is gegaan. Daarbij komen ernstige verliezen ten gevolge van ziekte. Aan den veestapel, de wegen en de spoorwegen is groote schade toegebracht. De installatie van do regeering tot regéling van de bovloeiing der akkers, die 7-50.000 pond sterling gekost had, is volledig vernield. In andere streken woeden pest en cho lera hevig. In de laatste maanden zijn in het district Satara bjj Poona 5000 men schen door pest aangetast en 3000 er aan bezweken. Er zijn vier inentingscen tra ingericht en 'de gewone veldtocht tot uitroeiing van ratten is krachtig ter hand genomen. In Travancore heerscht op het plat teland een hevige cholera-epïdemie. De uitbarsting van den Etna. De lava^troomen worden steeds min der krachtig. In do laatste 24 uur is de lava 40 meter verder gekomen. Twee tak ken gaan met een snelheid van 2 M. per uur verder. De Etna is tot bedaren gekomen. De lava stroomt nog slechts zeer langzaam en begint reeds af te koelen. In het geheel zijn 700 huizen verwoest en 1200 HA. bebouwd land. Meer dan 5000 men schen zijn door de ramp dakloos gewor den. Voor de slachtoffers heeft bet Ita liaan sche Kabinet een eerste bedrag van 1 millioen lire uitgetrokken. De midde len voor het herstel van het verwoeste gebied zullen worden onttrokken aan de buitengewone begroeting van dit jaar. Korte berichten. Naar uit Nanking gemeld wordt heb ben bandieten een stad. in Noord-Mauct- sjoerije overvallen en 600 huizen in brand gestoken. Meer dan 120 menschen wer den door de onverlaten gedood. Den bur gemeester van de stad hingen zij aan een lantaarnpaal op. De bandieten slangden er in, zich uit do voeten te maken voor regeeringstroepen konden ingrijpen. De kapitein van het te Plymouth aangekomen stoomschip Mauretania deel de mede, dat tijdens de hevige stormen, gedurende den overtocht over den At'- lantischen Oceaan, ongeveer 20 passagiers lichte verwondingen opliepen. Het Leger des Heils en de politiek. Het is bekend, dat het Leger des Heils steeds een eenigszins gereserveerde hou ding heeft aangenomen ten opzichte van het staatkundige leven. Opmerkelijk is in dit verband de rede, door den nieuwen commandant van het Leg ei' des Heils in Nederland, te Leeuwarden gehouden. Hier heeft hij, in een drukbezochte out- moetingssamenkomst o.m. dit gezegd: En wat spr. nu doen zal? Jezus Chris tus prediken, Zijn heerlijken Naam uit dragen, overal waar dit mogelijk is. Hij wil alle zijne makkers toeroepen voor dien Christus uit te komen. Ook in Staat en Maatschappij! Ook roept hij en wil steeds méér zijn menschen oproepen te ijveren voor de Christelijke pers, voor de Christelijke literatuur, voor de Chr. Ka merleden, Statenleden en Raadsleden. Want 'tmoot kilos gaan voor de eere van 's Heeren groeten Naam. Dien Naam te verheerlijken is sprekers doel. De Koninklijke Familie. De Koningin wofdt a.s. Vrjdag tegen den middag te Den Haag' terugverwacht van haar verblijf op het Loo. Zij zal Vrij dagochtend ongeveer 9 uur per auto van het Loo vertrekken en via Leiden rijden, waar prinses Juliana zich bij* haar zal voegen. Binnenland. De Gemeenteraad van Goes besluit de ker mis te handhaven. Voortzetting van de politieke debatten in de Tweede Kamer. Rijkscommissie van overleg voor de we genverbetering ingesteld. De heer Krijger over de regeling voor de mossel visscherij. Buitenland. Uitbreiding der uitsluiting in het Ruhr- gebied? De pantserkruiserkwestie in Duitschland. De Vesuvius gaat werken. Nadere bijzonderheden over de ramp van de Vestris, Rampen in Britsch Indië. tegen bij Prins Hendrik ko.mt a.s. Zaterdag van zijn verblijf in Duitschland in Den Haag aan. Mobilisatie-slachtoffers, Het „Alzijdig' Nationaal Comité tot ver krijging van volledig, recht voor Mobili satie-Invaliden en hunne Nabestaanden", dat 29 Oct. te Utrecht is opgericht, hoopt Maandag 19 Nov. opnieuw te Utrecht bij een te komen en wel des namiddags, om één uur in Hotel „Terminus". 1 Alsdan z;al een definitief plan van actie wordon vastgesteld, alsmede een uitvoe rend bestuur worden gevormd. Het Comité stelt zich voor, straks overal in den lan de de gedachte levendig te maken, dat de Mobilisatie-Invaliden en hunne nabe staanden op een waardige wijze gehol'peu dienen te worden. Door het vormen van alzijdige plaatselijke comité's en hei hou den van openbare vergaderingen hoopt men het Nederlandsche Volk bij te bren gen, dat hier een eere-schuld moet wor den ingelost. 'Op alle vrienden van recht en billijkheid, onverschillig van welke rich ting, zal een beroep worden gedaan 'hun medewerking, te verleenen. W eigenver betering. Naar van bevoegde zijde wordt mede gedeeld, zullen in de Rijkscommissie van overleg voor de weg,enverbetering', waar van d,e instelling Goor den minister van Waterstaat binnenkort kan worden ver wacht, de volgende heeren zitting nemen: Lid en voorzitter: Edo Bergsma, t,e En schede, voorzitter van den A. N. W. B., Toeristenbond voor Nederland; leden: ir. E. L. C. Schiff, te Voorburg', Voorzitter van de K, N. A. C.; A. J. ten Hope, te Rotterdam, voorzitter van den B.B.N.; C. Sormanie, te Rotterdam, voorzitter van de Unie van Chauffeurs en overig auto- mobielpersoneel' te Rotterdam; H. W. O. de Bruyn, 's Gravenhage, secret, van de Vereeniging „Het Nederlandsche Wegen- congres"; dr II. Molhuysen, te Don Haag, secretaris van het K. N. Landbouwcomité J. J. Talsma, burgemeester van Kamerik en Zegveld; J. Blomjous, te Den Haag, lid van den Nijverheidsraad; ir. Jos. Th. J. Cuypers, technisch adviseur der sociaal- hygiënische commissie voor Z.-Limburg; J. v. d. Molen Tzn., te Renkum, voorz. van de vereen. Autamobielwegen; W. A. Kraysdijk, te Arnhem, inspecteur van het verkeer in Gelderland. N e d ,e r 1 a n d s c h e s p O' o r b e a m b t c n geprezen. Het „Vad." heeft een bezoek gehad van een in Den Haag wonenden buitenlander, die in extase was over wat hij noemde Nederlandsche degelijkheid, eerlijkheid en organisatietalent. Wat ik ondervonden heb, zoo zeido hij, is in geen ander land mogelijk. Gisteravond ging: ik om 7 uur naar Rotterdam., koop aan do Holt. Spoor een kaartje en met eenig:e haast, want ik had niet veel' tijd te verliezen, spoed ik mj naar de Electrische, richting Hof plein Daar aangekomen, houdt de man aan den ingang, die de kaartjes in ont vangst neemt, mij staande en zegt: „U moet even met mij mee naar 'den chef'. Ik dacht een oogenblik: lieve hemel, wat is er gebeurd? Reis ik met een valsch biljet, ziet men mij voor een misdadiger aan, moet ik worden opgebracht? En als ik 'hem, antwoord: „Maar lieve man, ik heb geen tijd", antwoordt, hij: „Nu goed dan, ga dan uw gang".

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 1