DE ZEEDW
TWEEDE BLAD.
Uit de Pers.
VAN HOOGER ORDE.
Uit de Provincie.
FEUILLETON
De beroemde oude klok aan de stadspoort te Rouen, die eeuwenlang met de hand
moest worden opgewonden, wordt geëlektrificeerd. De beroemde oude klok.
Belgische deskundigen, die tot taak had
den, voor eenige belangrijke punten de
grondslagen te zoeken, waarop de onder
handelingen hervat zouden kunnen wor
den, zijn Zaterdag voortgezet en beëindigd
De deskundigen zullen thans aan hun
regeeringen verslag uitbrengen..
Naar da N. R. Crt. verneemt, zal bij
de Nederlandsch-Belgische besprekingen in
Den Haag met alleen over technische
kwesties onderhandeld worden. Deze be
sprekingen zullen de Nederlandsche-Bel-
gische kwestie in haar geheel omvatten.
Behalve de technici, zijn dan ook poli
tieke onderhandelaars aangewezen; voor
Nederland Jhr Mr E. M. F. J-. Michielis van
Verduinen, buitengewoon gezant en ge
volmachtigd minister, chef der afdeeling
diplomatieke zaken, en mr. E. N. van
Kleffens, referendaris aan die afdeeling;
voor België de Belgische gezant in Den
Haag en de gezantschapssecretaris. Mm
hoopt nog vóór December klaar te zijn.
Naar aanleiding van de benoeming van
Nederlandsche en Belgische onderhande
laars, schrijft de heer G. Nijpels uit Brus
sel aan „Het Handelsblad".
Den gewonen lezer zal het bij het lezen
van de namen der aangewezen deskundi
gen alleen maar opgevallen zijn, dat dè
Belgische regeering ei' vier benoemde en
de onze maar twee. In den voorloopig nog
kleinen kring van meer direct belangstel
lenden in deze waterstaatsquaestie baarde
de benoeming van onze deskundigen
die der Belgische was geheel normaal
nog meer bevreemding en rezen allerlei
vragen. En dit desnoods nog meer in Bel
gië dan bij ons, die onze waterstaats-pas
ja's zoo langzamerhand hebben leeren
kennen.
Waarom benoemden wij er maar twee,
en dat juist nu de onderhandelingen in(
èen vreemde taal gevoerd moeten worden
hetgeen toch al een handicap beteekent?
Waarom tegenover de mannen uit do
praktijk, die de Belgen benoemden, bij ons,
departementsmenschen? Waarom werd
door ons, bij gebrek aan een directeur-
generaab niet een inspecteur-generaal be
noemd?
Maar vooral: waarom werd bij ons niet
Ir E. van Konijnenburg gekozen, de man,
die de voorbereidende besprekingen zoo
succesvol gevoerd had?
Die onformeele voorbereidende bespre
kingen werden n.l. gevoerd tusschen de
vier Belgische deskundigen, die dan ook
van hun regeering de opdracht kregen deze
nu ook verder formeel voort te zetten,
en ir. E. van Konijnenburg, onzen, beken
den hoofd-ingonieur-directeur van den
Waterstaat met verlof, die, alvorens hij
naar Egypte geroepen werd, om er het
Suezkanaal te verbreeden, hoofdingenieur
directeur was te Maastricht en die lid
en rapplorteur was vani de gemengde
Nederlandsch-Belgische commissie voor
de bevaarbiaurmaking van de Maas. De
man ook, die met Ir D. J. Klink het ont
werp maakte voor de oplossing der Maas-
brug-quaestie.
Voor wie beseft welk een groote, zoo
niet overwegende rol in de Belgisch-Ne-
derlandsche onderhandelingen, het weder-
zijdsche vertrouwen speelt, voor wie weet
hoe juist ir van Konijnenburg, dank zij
de vroegere prettige samenwerking met
zijn Belgische collega's, hun volle ver
trouwen, sympathie en achting heeft, hoe
hoog men zijn autoriteit op waterstaatkun
dig gebi?d schat, voor wie, zeg ik, dit en
nog zoovee] meer weet, bijv. uit den strijd
der laatste jaren om Maasbrug en Bos-
scherveldkanaal als onderdeelen van de
doorvaart do ar Maastricht, en van de
rol, daarin gespeeld door de thans wè.l
benoemden, is het niet benoemen van hem
een raadsel. En lijkt het wel benoemen
van deze beiden zacht uitgedrukt, minder
voorzichtig.
In den kring der geïnteresseerden hier
in België waar mem de niets ontziende
eigenmachtigheid van. ons departement van
Waterstaat niet kent is deze niet-benoe-
ming als een groote verrassing gekomen.
Wat moest dat beduiden?
Zou de Nederlandsche regeering van
koers veranderd zijn?
Tot nu toe waren besprekingen ge
voerd op de basis: „Geen Moei'dijkkanaaJ
waar wel een waterweg volgens het ont-
werp-Van Konijnenburg met heropening
van het Kreekrak.
Wilde deze niet-beaoemingj zeggen, dat
de Nederlandsche regeering toch weer wel
VAN
MAANDAG 22 OCTOBER 1928- No. 19.
DE VERHOUDING NEDERLAND-I ND IE
De Standaard wijdt een beschou
wing aan de behandeling van het wetsont
werp tot wijziging van den Volksraad.
N aar zijn inhoud beoordeeld was het
ontwerp niet van bijzondere beteekenis,
maar aldus de Standaard hier was
ook nog op iets anders te letten.
„Het wetsontwerp was, naar Dt Beu-
mer's teekenend woord, in ongerechtig
heid geboren en die overweging gaf hem
en zijn medestanders den doorslag bij
het bepalen hunner stem.
Voor ons ligt de zaak zoo, dat de
stemming over dit wetsontwerp met niet
te overtreffen duidelijkheid heeft aange
toond, hoe gering het overwicht der Sta-
ten-Generaal is, ais er eens conflicten
over don gang van zaken in Indië ont
staan.
De Wet op de Indische Staatsregeling
werd in 1925 hier te lande aangenomen.
Een wijziging, tijdens de behandeling, in
het ontwerp aangebracht, wekte aan
vankelijk bij e ikele groe; en onder de
inheemsche bevolking ontstemming.
D'e Regeering, die ontstemming willen
de sussen, dient een voorstel in om die
door de Tweede Kamer destijds verlangde
wijziging weer ongedaan te maken.
De Kamer behandelt dit ontwerp op
een wijze waarvan men maar liefst niet te
veel moet zeggen. Ze slikt een onaange
naam drankje, tegen heug en meug. Maar
ze slikt het. Niet de voogd had hier de
teugels in handen, maar de pupil heeft ze
gegrepen. Want wel is formee, het voor
stel uitgegaan van de Neder.andsche Re
geering, maar het vond zijn oorsprong in
beduchtheid Voor een ontstemming hij den
pupil .over een beslissing door den voogd
genomen.
„^.Hierin ligt een vingerwijzing voor wat
in de toekomst te wachten is: onvermo
gen van Nederland om eigen inzicht te
handhaven, indien die handhaving in In
dië ontstemming zou veroorzaken.
Maar die ontstemming zal, bij conflict
van meeningen, altijd te constateeren val
len! En gelet op hetgeen nu geschiedde,
is er al zeer weinig hoop, dat men later
bereid zal zijn om het beginsel, dat Ne
derland ide leiding behoort te hebben bij
de ontwikkeling der autonomie van Indië,
krachtiger te handhaven,
In zooverre kan men zeggen, dat de be
slissing der Tweede Kamer van Donder
dag j.l. een donkere schaduw op de toe
komst werpt. Want goede voornemens al
leen zijn niet voldoende om tot goede
resultaten te komen.
Met goede voornemens gaat het vaak
zooals, bij revolutionaire bewegingen, met
den man die ditmaal nog den stap tot
tegemoetkoming wil doen, maar daarna
zijn autoriteit zal doen gelden eu het ge
zag handhaven. Met het gevolg, dat hij
den eenen stap na1 den anderenach
teruit doet.
Als .de Kamer reeds terugdeinst voor
■de verantwoordelijkheid om eene voor een
paar jaren door haarzelf genomen beslis
sing te handhaven, hoeveel te meer
zal zij dan later riiet aarzelen om in te
grijpen als de gang van zaken in Indië
op zichzelf daartoe aanleiding mocht
geven.
Het was, zoo we goed zien, beducht
heid. voor prijsgeving van het juiste stand
punt. inzake de verhouding Nederland
Indië, die de stem der heeren Beumer
c.s. bepaalde. Wij oordeelen, dat zij die
beduchtheid terecht hebben laten mee
wegen."
DE ONDERHANDELINGEN MET
BELG IE.
De Vrijdag in Den Haag aangevan
gen besprekingen van Nederlandsche en
Naar het Engelseh.
96) -o—
„Maar wat zij is, daarvan gaf mij Jes-
sop heel goede getuigenis een goede
dochter, die ieder's kinderen te Norton
Bury onderwijs geeft om een zieke moeder
te onderhouden. Ursula, zoudt ge haar
onze Maud willen laten onderwijzen?"
„Is zij ëen Engelsche? Zou zij bij ons
moeten inwonen?"
„Ja, dat denk i'k wel."
„Dan kan er niets van komen. We kun
nen haar niet hebben. Het huis is nauwe
lijks groot genoeg voor ons zelf. Neen we
kunnen niemand hebben te Longfield."
„Maar we zouden Longfield kunnen
verlaten."
De jongens begonnen te luisteren.
„Longfield verlaten!" herhaalde me
vrouw Halifax, „zeker zeker"
Maar toen zij naar haren man zag, werd
haar toon minder ongeduldig. Hij zat
zorgvol in 't vuur te kijken.
„Laat ons daarover niet spreken ten
minste van avond niet. 't Hindert je John
Laat 't rusten tot morgen."
„Neen, dat was nooit zijn gewoonte. Hij
was een van de zeer weinigen, die niets
toevertrouwden aan een onzeker „mor
gen". Zijne vrouw bemerkte, dat hij er
over wilde spreken en luisterde.
„Ja, deze zaak hindert me. Moeten we
niet, nu onze kinderen grooter worden en
ons inkomen verdubbelt en verdriedubbelt
elk jaar, onze kring wat grooter maken,
of 't rustig beperkt houden binnen het
kleine Longfield? Lieve, wat zegt gij?"
,,'t Laatste, 't laatste omdat 't verre
weg 't gelukkigst is."
„Ik ben bang niet 't laatste, omdat 't het
gelukkigst is."
„Longfield verlaten!" herhaalde zij met
een bitteren zucht.
„Longfield veriaten!" riepen de kinde
ren, eerst de jongste, toen de oudsten,
maar meer nieuwsgierig dan bedroefd.
„Jongens, kom laat ons er eens over
spreken."
Zij schoven allen bijeen.
„Ja, ik vrees, nadat ik ernstig over de
zaak heb nagedacht, en met uwe moeder
heb overgelegd dat we Longfield moe
ten verlaten."
„Zoo denk ik er ook over," zei juffrouw
Maud, waarop wij allen, zelfs de moeder
in den lach schoten.
„Ik ben Beechwood-Hall nog eens rond
geweest. Gij kent allen Beechwood?"
Ja. Het was „het groote huis," te En-
derley, tegen de helling van den heuvel
beneden Rose Cottage. Er was een beuken-
boach bij en uit de tuinen, welke aan den
braven James Tod waren toevertrouwd,
had deze menige zak vol peren meege
bracht voor de jongens en menige heerlijk
geurende ruiker voor Muriel.
„Beechwood heeft vele jaren leegge-
staan, vader? Zou 't een veilige geldbeleg
ging zijn om bet te koopen?"
„Ik geloof 'twel, Edwin, mijn prakti
sche jongen," antwoordde de vader, glim
lachend.
„Wat zegt gij ervan kinderen? Zoudt gij
daar willen wonen?"
Ieder maakte zijn of hare opmerkingen.
Guy's gezicht klaarde op bij de gedachte
hoeveel hij daar zou kunnen schieten en
visschen, en Maud dacht aan de vele be
zoekers, die bij John Halifax, de heer van
Beechwood-Hall zouden komen.
„Dat zijn niet de redenen waarom je
vader 't wil," zei mevrouw Halifax, kortaf.
Maar John, die 'dikwijls zachter dacht
over jeugdige dwaasheid dan zij, ant
woordde:
„Ik zal je zeggen, jongens, wat mijn re-'
denen zijn. Toen ik een jonge man was,
vóór je moeder en ik getrouwd waren, ja
voor ik haar ooit gezien had, was er in
mij een zeer sterke begeerte om invloed uit
te oefenen in de wereld rijkdommen te
verkrijgen, als ik kon maar boven alles
invloed. Ik geloofde, dat ik dien goed zou
kunnen gebruiken, beter dan de meeste
menscken; zij kunnen de armen het beste
helpen, die de armen begrijpen. En dat
over een Moerdifkkanaal wilde gaan pra
ten, of zou ons departement van Water
staat een ander plan uitgebroed hebben?
Men kon zich immers slecht voorstellen,
dat men het .plan-Van Konijnenburg thans
zonder hem zal gaan bespreken?
De besprekingen zijn zoodoende in geen
gunstige atmosfeer geopend, en het wan
trouwen, dat bij onderhandelingen als deze
al zooyeel parten gespeeld heeft, is er
zeker niet minder om gewonden.
Wie ons departement van Waterstaat
kent, zal zich over een en ander niet
verwonderen. Als men daar echter niet
voldoende oog of ontzag heeft voor onze
internationale belangen, diende het mi
nisterie, dat er speciaal is om die te be
hartigen, er voor te zorgen dat wij in
zulke gewichtige besprekingen zoo goed
mogelijk vertegenwoordigd worden en dat
niet de right man, om welke overwegin
gen ook, er uit gehouden wordt.
Korfbal. Voor de tweede ronde
.van de Seriewedstrijden, uitgeschreven
door de D'amesgymnastiekvereeniging
„Achilles" te Middelburg speelden Zater
dag „V.I.O.S.", 't Zand, tegen H.B.S.,
Middelburg, mét 50 tot uitslag; Zee-
landia, Hansweert, en V.V.C., Goes, waren
niet opgekomen.
D'e finale zal plaats hebben Zaterdag
27 October op het terrein van V.I.O.S.
tusschen DlO.S., Middelburg, V.I.O.S.,
'tZand, en den winnaar van den wed
strijd Zeelandia-V.V.C.
Tot buitengewoon opzichter van den
polder Walcheren is benoemd de heer
E de Bruijne te Middelburg, oud-leer
ling van den cursus voor waterbouwkun
dig opzichter te Goes.
D'ezo benoeming staat in verband met
de verbetering van den Noordweg en ver
dere uitvoeringsplannen van het electrisch
gemaal voor Walcheren.
Kruïningen. Alhier werd Zonda0avond
een afd. opgericht van de Geref. Vereeni-
ging voor Drankbestrijding. Ds Koolstra
werd tot voorzitter gekozen. Daar ver
wacht werd, dat nog enkelen zouden toe-
treden, die niet tegenwoordig konden zijn,
werd met de verkiezing van meerdere be
stuursleden tot Interen datum gewacht.
Wemeldinge. Door het bergingsvaartuig
„Trio", kapt. Breen, werd gisteren alhier
binnengebracht het klipperschip „Dore-
thea", schipper J. de Nijs van Terneu-
zen, geladen piet suikerbieten, van het
welk tengevolge van den hevigen wind
de zeilen waren afgerukt en dreef dien
tengevolge hulploos rond. Vervolgens
werd door genoemd bergingsvaartuig as,
sisten tie verleend aan het motorschip
„Terneuzen 4", schipper Kalle en aan
het met suikerbieten geladen motorschip
„Jo. Ma.", schipper Van Heel. Laatst
genoemd schip werd met een gedeeltelijk
overgeladen lading en met beschadigd
roer en voorsteven binnengebracht.
Kamperland. Gisterenmorgen is dhr L.
Wisse, rustend landbouwer alhier, over
leden. Hij mócht den hoogen ouderdom
bereiken van 99 jaar en 17 dagen. De
overledene was de oudste ingezetenene
der gemeente van het eiland en vermoede
lijk ook wei van de provincie.
Zierikzee. Dezer dagen is, tijdens
een hevigen wind uit het Zuid-Westen, de
Provinciale boot, die om 4,50 van Zie
rikzee vertrekt, in de Zandkreek nabij
het Catsche veer vastgeloopenaanleggen
van den steiger was onmogelijk. Daarom
werd de aan boord zijnde sloep gestre
ken. Deze bleek echter in zoodanigen
toestand te verkeeren, dat in minder dan
geen tijd een 20 c.M. water in de sloep
stond vóór de wal bereikt werd, zoodat
vele passagiers natte voeten opliepen. Een
grondig onderzoek naar de deugdelijkheid
van 't reddingsmateriaal is zeker noodig.
Aaqtekerke In de Vrijdagmiddag gehou
den Raadsvergadering werd een wijziging
vastgesteld op de verordening op het ge
bruik van het openhaar slachthuis. B.
en W. stelden voor 'het to bouwen slacht-
lokaal eenigszins verder van den open
baren weg af te plaatsen dan eerst was'
overeengekomen. D'hr Corré kon zich
kan ik; daar ge weet, dat ik, toen oom
Phineas mij vond
„Vader," zei Guy, die een kleur kreeg,
„we kunnen dat laten rusten. We zijn nu
menschen in goeden doen, fatsoenlijke lie
den."
„Dat zijn we altijd geweest, mijn zoon."
Het verwijt, juist wegens zijn zachtheid
trof -den jongen man in 't hart. Hij sloeg
zijn oogen neer en kleurde wederom, maar
nu van heilige schaamte.
„Dat weet ik. Ga verder, vader."
„En nu, vijf en twintig jaren van arbeid
hebben mij de positie bezorgd, welke ik be
geerde. Ik mag mij gelijk stellen met de
mannen, die in den laatsten tijd uit 't volk
omhoog zijn geklommen, om het volk te
leiden en te helpen met de Cannings,
Huskfssons en de Peels!"
„Zou u lid willen worden van het Par
lement? Mijnheer Herbert vroeg mij van
daag nog of dat ooit uwe bedoeling was
geweest. Hij zeide, dat u alles zoudt kun
nen tot stand brengen als u zich ging wij
den aan de politiek."
„Neen, Guy, neen. Wijsheid, evenals
liefdadigheid, begint bij buis. Laat mij lee
ren mijn eigen volk te regeer en voor ik
beproef den staat te regeeren. En zoo kom
ik weer op het vóór en tegen aangaande
Beechwood-Hall."
„Zeg het hun, Jobnl"
De redenen waren eerstens, dat 't
goed was voor de jongens zelf, want John
daarmede zeer goed rereenigen. Dhr Pe
per echter zag dit gebouw liever dichter
bij den weg geplaatst, wat echter, naar
de voorzitter mededeelde, bezwaren op
leverde. Tenslotte werd met 6 tegen 1st.,
die van dhr Peper, beslaten het sladht-
lokaal op de door B. en W. voorgestelde
plaats te doen bouwen. Een uitgebreide
discussie had daarna plaats over de aan
besteding van dit slachtgebouw waarvan
het einde was, dat de bouw daarvan
aan den laagsten inschrijver werd gegund.
Tot lid van de commissie tot wering
van schoolverzuim werd daarna in de
vacature ontstaan door het vertrek van
dhr J. Bochove benoemd met 'algomeene
stemmen dhr J. Bouman met wien dhr
M. Cameraad was aanbevolen. Nadat dhr
Corré verzocht had den straatweg, vooral
bij den Kruisweg te doen schoonmaken en
dhr Maljers op- onvoldoende onderhoud
van een voetpad had gewezen werd de
vergadering gesloten.
Provinciale Stoombootdiensten.
Aan de verschillende staten overgelegd
hij' de Provinciale begrooting voor 1929,
ontleenen wij betreffende de stoomboot-
diensten de volgende gegevens.
Diensten op de Westerschel-
d e. De bggrooting voor 1929 wijst aan
uitgaven aan f 633.300, en aan ontvang
sten f 397.300, alzoo een tekort van f 238
duizend. Een bedrag van f 204.411.70 komt
in aanmerking voor berekening der rijks
bijdrage, deze bedraagt 80 pCt. en is dus
f 163.529.3G of rond" 163.000. Voor de
provincie blijft dus een geraamd tekort
van f 75.000.
In 1927 werden op de lijn Ylissmgen
—Breskens en terug 2385 reizen gemaakt,
met een vervoer van 117.546 eerste en
88032 tweede klasse passagiers, miet res
pectievelijk f71.768.47 -en f46099.61 op
brengst. Deze dienst bracht met andere
vrachten totaal op f 159.714 61.
Op de lijn Vlissingen-Terneuzen wer
den 1329 reizen heen en weer gemaakt
met 17247 eerste en 35545 tweede klasso
passagiers, met respectievelijk f 22.4418.93
en f30.617.98 opbrengst. De totale ont
vangsten waren f 73.289^21.
Op de lijn NeuzenHansweert werden
648 reizen heen en weer gemaakt en-nog
1058 reizen NeuzenHoedèkenskerke met
13043 eerste en 30114 tweede klasse pas
sagiers met respectievelijk f 13.728.45 en
f 21.369.79 opbrengst. De totale ontvang
sten waren f 46.734.44,
Op de lijn HansweertWalsoorden be
droeg het aantal reizen heen en weer
1734, met een vervoer van 15.801 eerste
en 46354 tweede klasse passagiers met
resp- f 13.101.41 en f 29.139.19 opbrengst.
De totale ontvangsten waren £66.808.45,
De tram Vlake-Hansweert maakte 1928
ritten met 55449 passagiers, een opbrengst
aan personenvervoer £8317.35 en totaal
f 8625.50.
De totale ontvangsten van booten -en
traim bedroegen f411.813.18, de uitgaven
f 618.515.04, dus een tekort v. f 206.701.83
waarvan komt voor de lijn Vlissingen
Breskens f 21.013.80; VlissingenTerneu
zen f 56.118.06; NeuzenHansweert een
som. van f 71.105.08, HansweertWalzoor
den f 43.791.38 en voor den tramdienst
f 14.674.26.
Voor de bijdrage van het rijk komt
f 169.695.09 in aanmerking, waarvan 80
pCt- is f 135.756.07 en blijft dus voor d'e
provincie to dekken f206.701.86, vermin
derd met f 135.756.07 is f 70.945.79.
Drienst Oosterschelde en ve
ren. De begrooting 1929 voor de lijn
ZierikzeeWolphaartscLijk geeft aan in
uitgaven f 83.400 en in ontvangsten
f 73.400, alzoo een tekort van f 10.000.
Het aantal in 1927 gemaakte reizen be-
bedroeg 2134 heen en' weer. Het aantal
vervoerde reizigers bedroeg 21695 oerfcie
en 25.406 tweede klasse met een op
brengst van £31.188-12 en f23.214.20. De
totale vrachtopbrengst was f 69.554.52.
De uitgaven voor deze lijn waren
£78-844.77, de ontvangsten f76.754 85, al
zoo een tekort vani f2089 92, waarbij nog
f3892.82 komt voor uitbaggeren yan liet
liavenkanaal en de .zwaMpl'aats te 'Zie
rikzee, is totaal f5982.74, dat geheel
voor rekening der provincie komt,
Op het veer Kortgen-eWolphaartsdijk
werden van: 1 Januari tot, 18 Mei 14
Halifax behoorde niet tot die philanth-ro-
pisten, die de heele wereld zouden willen
weldoen, behalve hun. eigen huishouding
en familie.
Hij wilde niet enkel zich zelf omhoog
heffen, maar ook zijn zonen na. hem. Hij
wiHe hen hoog genoeg opheffen om al
lereerst hun eigen volk te kunnen helpen
en om dan hun invloed uit te breiden in de
wereld, waar bun gaven en omstandig
heden hen zouden been leiden.
„Ik begrijp 't," riep de oudste zoon. „U
wilt de grondslagen voor een geslacht 'leg
gen en zoo zal 't gebeuren wij zullen
ons nederzetten op Beechwood Hall; al do
komende geslachten zullen daar wonen tot
roem en eere van uwen naam onzen
naam
„Mijn jongen, er is maar één Naam, tot
Wiens éere wij allen moeten leven. Een
Naam, in Wien alle geslachten der aarde
gezegend zijn. In zooverre alleen wensch ik
een geslacht te grondvesten, zooals gij dat
noemt, opdat ons licht moge schijnen voor
de menschen opdat wij een stad op een
berg mogen wezen opdat wij eerlijk tot
allen, die ons vragen kunnen zeggen:
„Wat mij en mijn huis aangaat, wij zullen
den Heere dienen."
(Wordt vervolgd.)