DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Uit de Pers. Staten-Generaal. FEUILLETON VAN HOOGER ORDE. Binnenland. Gemeenteraad van Kattendijke. Uit de Provincie. VAK VRIJDAG 19 OCT. 1928. No. 17. Is dit Vrijzinnig-Democratisch? De Haagsche briefschrijver der liberale „Zutphensche Crt." besluit zijn jongste correspondentie in dat blad als volgt: Dat ook in betere kringen wonderlijke denkbeelden heerschen t. o, v. de orde- bewaring, bewijst een recent artikeltje van niemand minder dan mr Marchant, die van de jongste demonstratie van den bij- zonderen vrijwilligen landstorm schrijft, dat dit te vergelijken is met het spelen met lucifers door kinderen: „Ditmaal heb ben zij, tegen wie de demonstratie was ge richt, wijselijk zich er niets van aange trokken. Een anderen keer zou bet anders kunnen gaan". Aldus de leider der vrij zinnig-democraten. Is bet niet fraai? Las imen ooit van deze zijde verzet tegen demonstraties van revo- lutionnaire groepen? Nooit! Hoorde men ooit van deze zijde een waarschuwing, dat degenen, tegen wie revolutionnaire demon straties gericht zijn, zich er misschien wel eens iets van konden aantrekken? Nooit! Maar wanneer zij, die zich beschik baar stellen om bij rampen en bij revolu tionnaire woelingen vrijwillig de (uiter aard voor zulke abnormale omstandighe den zwakke) politie te assisteeren en aldus pal te staan voor de handhaving van wet en orde, dat is voor ons aller vrijheid en, o. mr Marchant, voor de.democra tie dan, maar ook alleen dan, steigeren niet alleen de revolutionnairen en semi- revolutionnairen (socialisten), maar ook de vrijzinnig-democraten, die door hun verbroedering met de socialisten niet eens meer zien van welke zijde gevaarlijk spel gespeeld wordt. En deze opperste eenzij digheid wordt ons als het eenig-juiste staatsmansbeleid voorgehouden „Het Gentrum", waaraan wij dit ontleenen, merkt hierbij op: De opmerkingen van den correspondent zijn volkomen ad rem, vooral ook, waar hij doet uitkomen, hoezeer de democratie gebaat is bij het hoog houden van 't ge zag en het steunen der wettige overheid. Het is inderdaad meer dan vreemd, dat een man als m r Marchant schrijven kon, gelijk hij' deed het is ook ergerlijk. Door het openlijk getuigen voor de handhaving van wet en orde in den Staat voor te stellen als een uittarting, als een spelen met lucifers door kinderen, zet men gewoonweg de dingen op hun kop. En wanneer dat vrijzinnig-demo- cratisch is, hebben deze woorden al een zeer zonderlinge beteekenis gekregen. TWEEDE KAMER. De Indische Staatsregeling. Minister Koningsberger heeft gisteren het ontwerp tot wijziging van de Indische Staatsregeling verdedigd. De Minister van Koloniën ontkende, dat de bedoeling zou zijn geweest, pressie op de Kamers uit te oefenen, en. dat hel ontwerp de verhoudingen in Indië zou hebben toegespitst. Hij betoogde verder, dat het votum der Kamer inzake het amendement-Feber in Indië een pijnlijken ind'ruk moest maken. Na een nauwkeurig onderzoek, was. ook de gouverneur-generaal overtuigd van de noodzakelijkheid een poging te wagen om de teleurstelling ongedaan te maken. De beteekenis van dit ontwerp moet men overigenis niet te groot voorstellen, deze ligt namelijk op moreel gebied. Hel is slechts te beschouwen als een herstel van de Jp. 1926 begane vergissing. Vian een haTzieningscommissie is spreker geen voorstander. Deze zou den indruk wek ken, alsof de tegenwoordige staatsregeling niet voldoet. Nadat door de heeren Cramer, Bèumer, van Boetzelaer, Bijleveld, Albarda en L. de Visser gerepliceerd was, lichtte de Naar het Eng else h. 94) Daar lag zij stil. In haar en in de ka mer was bijna niets veranderd. In den hoek op de vensterbank stond nog een stuk speelgoed van Walter en op de lata fel stond de ruiker Kerstrozen, welke Guy gistermorgen gebracht bad voor zijn zuster. 'tWas alsof 't meisje pas „goeden nacht" gewensebt bad en nu lag te droo- men. Daar lag zij, bet kind, dat uit 't ge tal van onze kinderen was heengegaan voor immer. Haar moeder zat naast het bed, baar vader stond aan 't voeten einde en zag naar Jiaar. Lord Ravenal stond er bij, bewegingloos; daarna boog hij neer en kuste de kleine marmeren hand. „Dag, dag, mijn kleine Muriel!" En haastig verliet bij de kamer, zoo door smart gefolterd, dat de moeder op stond en hem volgde. John ging naar de deur en sloot deze; kwam toen terug en stond bij zijn lieve ling, alleen. Mij zag hij niet neen, hij zag niets anders behalve dat kleine ge zicht, zelfs in den dood zoo vreemd op hem gelijkend. Het gezicht, dat elf jaren Woensdagavond namen de feesten ter gelegenheid van het jubileum der Koninkl. Militaire Academie te Breda een aanvang. Overzicht tijdens de feestrede v.an den heer Ch. H. J. J. Smits. heer van Boetzelaer, C.-H., een amen dement toe am.de Raad van Indië niet uit te breiden met 2 leden. Spr. begrijpt niet, waarom plotseling die uitbreiding noodig is. Men kan evengoed de inheem- schen gelegenheid geven in dien Raad be noemd te worden als het aantal leden op 5 blijft gesteld. De heer J o e k e s (V.D.) acht het stand punt van den voorsteller van het amen dement zeer zwak. Spr. is van meening, dat men in 5 personen niet kan vinden die technische ervaring in bestuurs diensten, die noodig is voor een advi- seerend college als de Raad van Indië. De heer Cramer (S.D.A.P.) sloot zich daarbij aan. De heer B ij: 1 e v e 1 d (A.R.) achtte het ook wenschelijk, toetreding van het in heemsche element mogelijk te maken. De heer B e u m e r (A.R.) sloot zich aan bij den heer van Boetzelaer. Z.i. kan gewacht worden tot er een vacature ontstaat. De Minister vian Koloniën be treurde het amendement. Het is niie't wen- schelijk den Raad op 5 leden te laten omdat daardoor de benoeming van een In- landsch lid zeer moeilijk zou zijn. De zaak is in Indië van alle zijden bekeken en men is er tot dezelfde slotsom ge komen. De beer Cramer (S.D.A.P.) verdedig de een amendement om het aantal leden van den Volksraad te brengen op 72 in- plaats van op 60 en de verdeeling te doen zijn als volgt: 36 inheemsche onderdanen niet-Nederlanders, ten minste 30 onder danen-Nederlanders, ten hoogste 6 en ten minste 3 uitheemsche onderdanen niet- Nederlanders. Bovendien wordt voorgesteld het aantal verkozen inheemsche onderdanen niet-Ne derlanders te brengen op 24, het aantal verkozen onderdanen-Nederlanders op 18 en het aantal verkozen uitheemsche on- dernanen niet-Nederlanders op 4. De heer Beumer (A.-R.) merkt op, dai de Volksraad een college van advies is en geen wijzigingen in wetsontwerpen kan brengen. Dit wordt in deze historie ten eenenmale uit het oog verloren. De Minister achtte het amendement niet gewenscht, omdat aan uitbreiding van het aantal Volksraadleden meer vast zit dan men oppervlakkig zou meenen. Deze kwestie is niet in een handomdraaien te regelen. De heer Cramer wijzigde zijn amen dement zoodanig, dat het aantal verkozen uitheemsche onderdanen-niet-N ederlan- ders in plaats van vier, drie wordt. Het amendement-v. Boetzelaer werd daarna verworpen met 6712 stem men. Vóór: de heeren Weitkamp, Zandt, Schokking, van Boetzelaer, Beumer, Krij- lang de vreugde van zijn hart was ge weest, zijn oogappel. Langen tijd stond hij starend, zwijgend; toen viel hij op de knieën; hij strekte zijn armen over het bed, met een bitteren roep: „Kom terug tot mij, mijn lieveling, mijn eerstgebore ne! Kom terug tot mij, Muriel, mijn klei ne dochter - mijn eigen kleine dochter!" Maar gij waart bij de engelen, Muriel 1 Muriel! HOOFDSTUK XXIX. Wij gingen naar huis en lieten alles, Wat sterfelijk was van onze lieveling ach ter te Enderley, slapend onder de sneeuw. Daarna leefden we twaalf jaren te Long- field, in zulk een ongebroken, rustigen vrede, dat daarop terug te zien, hetzelfde schijnt als terug te zien over een effen zee. Op een zekerenlente-avond zaten me vrouw Halifax en ik, naar gewoonte, on der den noteboom. „Edwin is laat uit Norton Bury", zei Ursula. „Zijn vader ook." „Neen dit is juist John's tijd. Luis ter! daar hoor ik de wielen van den wa gen." Want mijnheer Halifax, een welge steld man nu, reed eiken dag van en naar zijn molens in een smaakvolle equipage. Zijn vrouw ging hem tegemoet als ge- ger, Lingbeek, Visscber, dr de Visser, Ti- lanus, Duymaer van Twist en Leenstra. Het amendement-Gramer werd ver worpen met 59-20 stemmen; voor de soc.-democraten en mevr. v. Itallie-van Embden (v.-d.). Op art. 2 verdedigde de heier Cramer (S.D.A.P.) een amendement om de nieuwe samenstelling, van den Volksraad te doen ingaan op 15 Mei 1930 inpïaats van op 15 Mei 1931, omdat het z.i. ongewenscht is den Volksraad ini zijn tegenwoordige samenstelling langer dan noodig is, voort te laten bestaan. De Minister bestreed het ameiidei- ment. hoewel hij het Verlangen naar spoe dige inwerkingtreding zeer wel' kan beL grijpen. De heer Cramer onderschat de moeilijkheden. Bovendien is alles erop in gesteld, dat de verkiezingen voor den Volksraad om de 4 jaren plaats hebben!. Vervroeging van deze verkiezingen, zou moeilijkheden met zich brengen. De heer .„Cramer trok daarna het amendement in. Het wetsontwerp werd vervolgens aan genomen1 met 6710 st. Tegen de heeren Zandt, (St. Gereif.), Beumer (A.R.), Krijger (C.IL), Visschet (A.R.), L de Visser (C.P.), dr de Visser C.IL), Zij&tra (A.R.), Duymaer V. Twist A.R.), Leenstra (A.R.), Lingbeek (H:G.) De vergadering werd tei 5 uur ver daagd tot Vrijdag 1 pur. In één der loges van de Tweede Kamer werd gistermiddag de beraadslaging over het ontwerp betreffende de Indische staats regeling bijgewoond door mr J-. J. Schrie- ke, oud-regeeringSigemachtigde voor alge- meene zaken, die genoemd wetsontwerp in den Volksraad verdedigd heeft. Schadelijke gerst? Het Tweede Kamerlid Lovink heeft den minister van binnenlandsche zaken en landbouw de volgende vragen gesteld: 1. Is het den minister bekend, dat in den 'laatsten tijd uit Amerika, voedergerst is ingevoerd, die blijkens de ervaring, op verschillende plaatsen in ons land, en ook elders opgedaan, niet geschikt blijkt voor varkensvoeder? 2. Is de minister bereid, naar de scha delijkheid van den gerst een grondig on derzoek te doen instellen en de resul taten van dit onderzoek aan de Kamer mede te deelen? Nederlandisch fabrikaat. Het Tweede Kamerlid „Loerakker beeft den minister van arbeid, handel en nij verheid de volgende vragen gesteld: Is het den minister bekend', dat dooi den Verzekeringsraad aan verschillende woonlijk en zij: kwamen te zamen naar huis wandeleu. Beiden waren veel veran derd. Zij was nog steeds actief en zag er frisch uit, maar zij werd gezetter, wat haar als een dame van middelbaren leef tijd niet slecht stond; hij: begon een beetje voorover te loopen; de trekken van zijn gezicht waren scherper belijnd en op het voorhoofd begon zijn haar dunner te wor den. Maar er was toch nog geen grijs haar in zijn krullen te zien, waarmede achtereenvolgens vijf kleinen hadden ge speeld. Zoodra hij mij gegroet had, zag hij als gewoonlijk rond naar zijn kinderen en vroeg of de jongens en Maud met de thee thuis zouden zijn? „Ik geloof, dat Guy en Walter nooit op tijd thuis komen, als zij' op het kasteel zijn." „Ze zijn jong laten ze zich maar ver maken", zeide vader glimlachend. „En, weet ge, van al onze vrienden houdt ge van niemand zooveel als van do Oldtowers." De goede oude mijnheer Ralph was ge storven en mijnheer Herbert regeerde in zijn plaats; mijnheer Herbert, die nooit een zekeren verkiezings-dag verge ten had, toen hij voor 'de eerste keer per soonlijk kennis maakte met mijnheer Ha lifax. De familie op het kasteel bracht ver- Raden van Arbeid is voorgesteld, om j wanneer tot aanschaffing van een aSres- seermachino wordt overgegaan, daarvoor adresseerplaatjes te gebruiken, geleverd door een in Nederland gevestigde fa briek, welke zich heeft bereid verklaard om deze plaatjes te leveren van ten min ste even goede kwaliteit en tegen lagereo prijs dan de in het buitenland gevestigde leverancier van adresseermachinies? Is het den minister bekend, dat bedoel de, in het buitenland gevestigde, leve rancier aan de betrokken Raden van Ar beid een brief heeft gericht, waarvan de strekking is, dat deze leverancier geen adresseermachines wil leveren, indien de plaatjes van een Nederiandsche firma worden betrokken? Indien bovenstaande vragen bevesti gend worden beantwoord, is de ministei dan bereid, maatregelen te nemen, om het besluit van den Verzekeringsraad, in het belang van het Nederlandsch fabrikaat genomen, gehandhaafd te houden? H. M. de Koningin-Moeder. II.M. 'de Koningin-Moeder keert heden avond te 20.13 uur uit het buitenland te Arnhem in het land terug. Daarna zal ILM. zich met gevolg per auto begeven naar Het Loo, alwaar H.M. ongeveer een week de gast zal zijn van de Koningin alvorens naar Den Haag terug te koeren. Tweede Kamerverkiezing. Door den voorzitter van het Centraal Stembureau is in de vacature, ontstaan door het ontsiagnemen van dén heer W. Boissevain benoemd verklaard tot lid van de Tweede Kamer, de heer Dr I. H. J. Vos te Amsterdam. In den Raad' van Amsterdam liep 'gis teren het gerucht, dat dr Vos heden als wethouder zal bedanken en dat Woens dag of Donderdag a.s. de Raad bijeen zal komen voor het voorzien in de vaca ture. Wegenbelasting en Rijwiel- belasting; De Minister van Financiën maakt be kend, dat de ambtenaren der directe be lastingen, .invoerrechten en accijnzen) als teeken voor de bestuurders, van motor rijtuigen en ariflere voertuigen en voor wielrijders, dat zij bet rij- of voertuig ol bet rijwiel moeten doen stilhouden, zoo veel mogelijk gebruik zullen maken van een claque, geschilderd in de nationale kleuren, namelijk een hart van 5 c.M. middellijn in rood en daaromheen kringen van 2.5 c.M. breed in wit en blauw. Op liet terrein van de eerste linie aan de landzijde blijft echter de douaaevlag in gebruik. Gistermiddag vergaderde de Gemeente raad van Kattendijke, onder voorzitter schap van den burgemeester. Afwezig dhr Hundersmaxck. Na lezing der notulen meikt 'dhr v. d. Kem'p op1, dat het in de notulen vermelde aangaande de samen stelling van de oommissies tot nazien der gemeente-rekening '27 niet juist is. Dhr HundersmarcK is niiet 'belast met nazien der gemeente-rekening, wel' xnet die van bet Burg. Armbestuur. De voorzitter handhaaft de lë'zing in de notulen en zegt, dat dhr Hunders marck! belast is met het onderzoek van heide rekeningen, maar niet van de gei- meente-begfootinigl '29. Dhr Molhoek meent, dat dhr v. d Kemp gelijk heeft, maar zeker weet hij het niet meer, want er waren zooveel commissies. Ingekomen is pen verzoek van „Vreieim- delingonyerkeer" om subsidie. B. en W, stellen Voor, hierop afwijzend te beschik ken. Met alg. st. alzoQ besloten!. Aan het bekende adres van het Ge meentebestuur van ArnemtiiidenJ inzake art. 104 der L.O.wet, willen B. en W. adbaesie betuigen. Nu is den voorzitter l'ater ter oore gekomen, dat da zaak aan hangig is bij de Vereen!, van Ned. ge meenten. Daarom is adhaesie-betuiging van weinig waarde. Dhr Molhoek vraagt, wat er feitelijk in Arn emuiden aan de hand is. De v o o r - z i 11 e r licht dit toe, maar meent te weten, dat Goes het voorbeeld van Mid delburg niet zal volgen, zoodat onze ge meente niet zal worden aangesproken. Het adres werd hierna voor kennisge ving aangenomen. schillende families met ons in kennis. Dieze families maakten, toen John's var mogen snel aangroeide, een duidelijk merkbaar onderscheid, hetgeen ons dik wijls amuseerde, tusschen John Halifax den leerlooier van Norton Bury en mijn heer Halifax, den voorspoedigen eigenaar van Enderley-molens. Sommigen van hen waren ook slim ge noeg om te ontdekken, „wat een aardige dame mevrouw Halifax was, dochter van wijlen mijnheer March en gouverneur van West-Indië en eeu nicht van mijn heer Brithwood van de Mythe. Maar me vrouw Halifax weigerde kalm, maar hardnekkig, anders dan als mevrouw Har lifax bezocht te worden, de vrouw van John Halifax, leerlooier of eigenaar van fabrieken of wat bij ook "wezen mocht. Alle eerbewijzen en alle hoffelijkheden, welke niet door hem en om hem tot haar kwamen, waren geheel waardeloos voor haar. Bij deze hare eigenaardigheid kwam een andere van John, namelijk, dat hij zijn geheele leven afkeerig was geweest van wat men „conversatie" noemt en dat hij altoos „kennissen" vermeden had, (de meeste menschem kunnen, gedurende hun leven, gemakkelijk op hun vingers tellen 't getal dergenen, die den heiligen naam van „vriend" waar zijn). Dierhalve was onze kring veel beperk- I«gekomen is een verzoek van, J. Ver- heijke te Ellewoutsdijk, om vergoeding voor meer zand bij het straatwerk dan waarop bij de aanbesteding was gerekend. B. en W. willen f25 geven. Verschillende Raadsleden zijn hier te gen. Met alg. st. wordt na eenige bespre king besloten het verzoek niet in te wil ligen. Begrooting 1929. De commissie van onderzoek stelt voor, de begrooting onge wijzigd vast te stellen op een' bedrag van f 37.559.BI in1 ontvang en uitgaaf. Niemand der leden vraagt bet woord, zoo dat de begrooting alzoo is .vastgesteld. De voorzitter deelt mede, dat B. en W. een .oproeping hebben gedaan voor een vasten wegwerker, maar er heeift zich geen enikete sollicitant aangemeld. B. en W. vragenl machtiging iemand tijdelijk te nemen, wanneer het op een o ogenblik voor den weg noodig is. Toege staan. Uitvoerige besprekingen worden gevoerd over den toestand op het schoolplein te Wilhelminadorp. De voorzitter stelt voor de verbetering uit te stellen tot begin vólgend jaar. Enkele heereh willen het geheele school plein, waar nu grint ligt, onder het zand brengen. De voorzitter oppert het idee: een betonnen vloer. Een besluit wordt echter nog niet genomen. Tenslotte wordt de rekening Van! het burg. armbestuur over 1927 nagezien' en vastgesteld op een bedrag' in| ontvang van f 2224.24V2, uilgiaaf f2299.40, alzoo een nadeelig saldo van.' f75.16iV2. De begrooi- ting voor 1929 wijst een eindcijfer aan van f1646.17. Hierna sluiting. Commissie Zeeuwsch- Vlaanderen. De vier samenwerkende Katholieke Sociale organisaties, die den Raad van Overleg vormen, hebben een commissie ingesteld, die tot taak heeft te onderzoeiken op welke wijze middelen kunnen worden aangewend om den eoo- nomischen opbloei van Zeeuwsch-Vlaan- deren te bevorderen. Op Vrijdag 12 October 1.1. is deze com missie in Den Haag geïnstalleerd door Mr Dr L. N. Deckers, Voorzitter van den Raad van Overleg. In deze commissie hebben zitting, voor de Algemeene R. K. Werkgeversvereeni- ging, Dr L. G. Kortenhorst, Den Haag, voor den Nederlandschen R. K. Boer en en Tuindersbond, de heer A. E. Langen- horst, directeur der R. K. Landbouwwin- terschool te Hulst, voor den Noderl. R. K. Middenstandsbond, de heer Em. Locke- feer, industrieel te Hulst, en voor liet R. K. Werkliedenverbond, de heer A. J. Loerakker te Schoten-Haarlem. Tot voorzitter van de commissie werd Dr L. G. Kortenhorst gekozen, terwijl als Secretaris van do Commissie werd toege voegd, Mr F. Houben te den Haag. Aan den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw is bereids de instel ling van de commissie medegedeeld. Verschillende concrete punten, die in de eers(p bijeenkomst naar voren kwamen zullen onder de aandacht van de Tweede Kamer gebracht worden. De vischgronden in de Wes ter s c h e 1 d e. De heer Brouwer, chef der af deeling visscherijen aan het Depar tement van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, te 's G*avenhage, den Com missaris der Koningin in Zeeland, ver gezeld van den burgemeester van Bres kens bezochten gisteren per visscbers- vaartuig de vischgronden in de W.-Schel- de. Na afloop van dezen tocht besprak de heer Brouwer 'in het gemeentehuis van Breskens met lie aldaar bestaande visscherijvereeniging „Ons Belang" en de N.V'. Breskens (Centraal Verkoopkantoor van visch) diverse visscherijaangelegen heden. '(M. Ct.) Gegunde werken. Door den Rijkswaterstaat is het qphoogen van het terrein gelegen achter den kaaimuur in de buitenhaven te Vhssingen, gegund aan den heer W. d© Bokx te Hoek voor f 82.000. Het verbeteren van den Nieuwen Vlissinigscben weg vanaf den Vlissing- schen Singel tot de Abeele is door het ter, dan die van vele families van den zelfden stand, waarover onze buren heel wat te praten hadden. Maar wij gaven daar niets om; niets meer dan om de praatjes indertijd te Norton Bury. Wij gingen geheel en al in ons eigen huis op, iu ons gelukkig Longfield. „Ik geloof, dat 't hier mooier wordt dan ooit", zei John, toen wij ,nal de thee, weer op de bank gingen zitten onder den noteboom. „Laat eens zien hoe lang hebben wij hier gewoond? Phineas gij kunt goed da tums onthouden. In wat jaar zijn we naar Longfield gekomen?" „In 1812; dertien jaar geleden." ,„0, al zoo lang!" „Niet te lang", zei mevrouw Halifax, ernstig. „Ik hoop, dat wij hier onze del gen mogen eindigen. Gij niet, John?" Hij wachtte een oogenblik met z'n ant woord. „Ja, ik wensch 'took; maar ik weet niet of 'tgoed zou zijn dat te doen." „We zullen daar maar niet verder over spreken", zei de moeder, niet o>p haar ge mak. „Ik dacht, dat we er allen over eens waren, dat 't kleine Longfield .dui zendmaal aardiger is dan Beechwood, hoe groot 't ook is. Maar John denkt, dat hij nooit genoeg kain doen voor zijn volk te Enderley." (Wordt snarvolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 5