DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Uit de Provincie, FEUILLETON VAN H00GER ORDE. VAN MAANDAG 8 OCTOBER 1928. No. 7. CE FINANCIEELE VERHOUDING TUS- SCHEN RIJK EN GEMEENTEN. Minister de Geer over hei ontwerp. De minister van Financiën, Jhr. mr. de Geer, heeft de persvertegenwoordigers op zijn departement ontvangen om hen in de gelegenheid te stellen hem vragen te doen over het ingediende wetsontwerp tot rege ling der financieele verhouding tusschen het Rijk en de Gemeenten. De eerste vraag, die den minister werd gedaan, raakte het vraagstuk der gemeen telijke autonomie. Men wenschte te ver nemen, of die door het ontwerp wordt aan getast. De minister antwoordde hierop, dat z. i. de autonomie met dit wetsontwerp zeer weinig te maken heeft. De gemeentelijke autonomie is in art. 144 al. 1 der Grond wet op precies eendere wijze geregeld als die der provincie in art. 134 al. 1. En ter wijl tientallen van jaren de absolute limi teering der heffingen door de provincie be staan heeft, heeft nog nooit iemand het in zijn hoofd gehaald te beweren, dat de autonomie der provincies werd aangetast. Daarom moet dan ook naar het oordeel van minister De Geer, het bezwaar, dat de gemeentelijke autonomie zou worden aan getast, -onmiddellijk ter zijde worden ge steld. Wel wordt de gemeentelijke inkomsten belasting afgeschaft, maar daarvoor komt in de plaats een fondsbelasting, waarop de gemeenten tot 80 opcenten kunnen hef fen, die in de plaats komen van de oude gemeentelijke inkomstenbelasting. Dit be- teekent inderdaad voor de gemeenten wel minder vrijheid, maar daar staat tegen over, dat er een basis van 80 milioen aan uitkeering uit het fonds komt. De minister merkte over de gemeente fondsbelasting nog op, dat deze ongeveer het gemiddelde is van de tegenwoordige gemeentelijke inkomstenbelasting op een lager tarief. Op de vraag of ook rekening gehouden wordt met den kinderaftrek, ant woordde de minister, dat de regeling in de Rijksinkomstenbelasting dienaangaande in de gemeentefondsbelasting is overgeno men. Maar wordt daardoor nu juist niet, zoo werd gevraagd, den gemeenten het recht ontnomen om een gunstiger regeling vast te stellen. De minister achtte hier geen strijd met de autonomie aanwezig en wees er op, dat de gemeente bij het heffen van een verte ringsbelasting desgewenscht een aftrek regeling kan maken, die gunstiger is dan de aftrek door het Rijk toegestaan. Er zullen, zoo werd opgemerkt, ge meenten zijn, die er slechter van worden. De minister gaf dit, wat de contribua- belen betreft, toe, doch merkte op, dat het heele vraagstuk der financieele verhou ding er vooral een is van een betere verdeeling der lasten. De groote verschillen daarin tusschen verschillende gemeenten vloeien dikwijls niet voort uit het beheer der gemeente, doch uit omstan digheden, die met het beheer niets te ma ken hebben. De Rijksinkomstenbelasting maakt zoo werd opgemerkt, geen onderscheid tus schen gehuwden en ongehuwden. Wordt dit stelsel overgenomen? Deze vraag werd bevestigend beant woord. Maar, voegde de minister er aan toe, de gemeente kan, zoo zij wil, ook op dit punt regelen treffen bij de inrichting der verteringsbelasting. Welke andere „grondslagen" in art. 248a bedoeld, zijn er, aldus luidde een vol gende vraag, voor de verteringsbe lasting en bestaat niet de vrees, dat deze een verkapte inkomstenbelasting wordt? In antwoord hierop zeide de minister, dat de meest voor de hand liggende an dere grondslagen biljards en speelvaar- tuigen zijn. doch dit de gemeenten vrij worden gelaten om daarnaast nieuwe grondslagen te kiezen. Acht u een gemeentelijke fiets en- belasting dan mogelijk? weid ge vraagd. Neen, antwoordde de minister hierop, want die heeft de wet tot zich getrokken en zij zou niet door de Kroon goedgekeurd worden. De gemeenten zouden een radio-be- lasting kunnen heffen, werd geopperd. .Minister de Geer wist, niet of de Kroon dit goed zou keuren, doch achtte een der gelijke belasting formeel inderdaad mo gelijk. Is het uw meening, aldus werd ge vraagd, dat de groote werkcentra een goede sociale politiek zulien kun nen blijven voeren onder de nieuwe rege ling? Nadat de minister opgemerkt had, dat het er van afhangt, wat. men onder een goede sociale politiek verstaat, gaf hij als zijn meening te kennen, dat als me'nl vraagt, of de gefneenten in staat zullen zijn door te gaan in de lijn van hun tegen woordige politiek, dez.e vraag bevestigend moet worden beantwoord. Opgemerkt werd, dat als grondslag der berekening van de uitkeering het dienst jaar 1927 wordt genomen. De wet treedt in werking, als het ontwerp wordt aange nomen, in 1931 etn de berekening zal om de vijf jaren worden herzien. Beteekent dit dus, dat in 1931 nog d e grondslag van 1927 zal gelden? Deze vraag beantwoordde de minister bevestigend, er aan toevoegende, dat men 1927 moest kiezen, om bet onmogelijk te maken, dat gemeenten door de uit gaven voor onderwijs, armenzorg, enz. op te drijven zouden trachten zich een hoo- gere uitkeering te verschaffen. Omtrent de forensenbelasting merkte de minister op, dat het tegen de ratio van het ontwerp zou ingaan al'? naast de instelling van het gemeente fonds de forensenbelasting werd gehand haafd. Het fonds immers beoogt precies betzelfde te bereiken wat thans op1 slech te wijze wordt bereikt door de forensen- belasting. De laatste beoogt n.l. dat het in het werkcentrum verdiende inkomen voor dat werkcentrum1 niet geheel ver loren gaat. Gevraagd werd of de minister het prac- tisch mogelijk acht dat het ontwerp in dit zittingsjaar nog tot stand komt. De minister antwoordde, dat hij, zoo als hij verleden jaar bij de behandeling der begrooting heeft gezegd, der Regee ring een jaar gaf en de Kamer ook een jaar. Uitbreiding van het ambtena rencorps? Zullen de gemeenten, die thans de inning barer inkomstenbelasting opgedragen hebben aan het Rijk en daar door een belangrijke besparing hebben bereikt, door de nieuwe verteringsbelas ting niet voor eien groote uitbreidihg Van haar aantal ambtenaren komen? De gemeenten zullen gemakkelijker een verteringsbelasting dan een gemeentelijke inkomstenbelasting kunnen heffen, omdat voor de laatste veel meer controle-amb tenaren noodig zijn dan voor de eerste. Voor die uitbreiding ben ik dus niet zoo bang. Ik vermoed, dat vele gemeen ten met denzelfden dienst zullen kunnen volstaan. Korfbal. Zaterdag had de finale der serie-wedstrijden plaats. De uitslagen luiden als volgt: Rapide van Axel—Zee landia van Hansweert 11. Rapide—D.O.S. van Middelburg 00. ZeelandiaD.O.S. 10. Zeelandia is dus no. 1, Rapide no. 2, en D.O.S. no. 3. Vrijdagavond had op de stichting „Vrederust" prijsuitreiking plaats van den gehouden schietwedstrijd van den B. V. L., af deeling „Vrederust". Aanwezig waren buiten de leden kapt. Asselbergh en dhr Bakker. De prijzen werden toegekend als volgt: le prijs v. Oosten met 99 punten; 2e Dom misse met 97; Bley met 95; Boone met 92; Langeler met 92; In 't Veld met 91; Pikaar met 90; Zonruiter met 87; Rietdijk met 86; Fossen met 85; Lindbout met 82; Quartel Drie maanden leven zooals vroeger te Norton Bury - en de arme menscben te Enderley zouden vol loon kunnenontvan gen, hetzij er vol werk was of niet. Dan zou er in ons rustig dal geen gebrek zijn, geen ontevredenheid en bovenal zou men geen kwaad spreken van 'den meester. Zoo beslisten zij dit alles in minder woorden nog, dan ik '-theb neergeschre ven, 'twas zoo gemakkelijk een besluit te nemen, wijl beiden één van geest waren. „Nu", zei John, zich oprichtend alsof er een steen van zijn hart gevallen was --- „nu, iaat hem doen, wat hij wil', Lord Luxmore kan mij geen kwaad meer doen." „Man, laten wij niet over Lord Lux more spreken." Weer vernam ik die zucht zij hoor den 'tnu ook. „Wie is daar?" „Ik ben 'tmaar, mijnheer Halifax, wees niet boos op me". En de jonge man, dien Ursula dacht, dat een Katholiek was, verscheen van achter het weeftouw. „Ik ken u niet, mijnbeer. Waarom kwam je in mijn molen?" „Ik volgde mevrouw Halifax; ik heb dikwijls naar haar en uwe kinderen staan kijken; maar u herinnert zich mij niet." Ja, toen hij in 't licht kwam, herken den wij allen zijn gezicht, bleeker dan ooit, met droever en nog hopeloozer blik in de groote, grijze oogen. „Ik ben verrast u bier te zien, Lord Rav enel." „Stil; ik haat de klank van dien naam; ik zou deze al lang hebben laten .varen; ik zou mij voor liem en de geheele wereld 'hebben verborgen, als bij 'tmij bad toege staan." „Hij bedoelt gij uw vader?" Do jongen neen bij was nu een Jon ge man, maar leek nog weinig meer dan eén jongen knikte zwijgend toestem mend, alsof bij bang was den naam uit te spreken. „Zou 'them niet onaangen naam zijn, dat gij hier komt?" vrogg John. „Dat doet er niet toe hij is weg. Hij heeft me zes maanden alleen op Lux more achtergelaten." „Hebt gij hem beleedigd?" vroeg Ur sula, hem vriendelijk aanziende. „Hij haat mij, omdat ik Katholiek ben en een monnik wensch te worden." Hij zag toen bevreesd rond, alsof hij bang was opgemerkt te worden. „Gij zult mij niet verraden? Gij zijt een goed man, mijnheer Halifax en gij hebt 't hartelijk voor ons opgenomen. Zeg mij ik zal uw geheim bewaren zijt u ook Katho liek?" „Neen zeker niet." „Ah! ik hoopte 't; maar gij zult mij niet verraden?" Mijnheer Halifax glimlachte; maar in werkelijkheid was er wel reden voor den vrees van den jongen man; want, zelfs in derzangspel. Ook deed een strijkje zicb hooren. De opkomst was bevredigend ea alleen voor kinderen opengesteld. Des avonds werd met bet zelfde pro gramma gewerkt. Dr J. D. Schmidt sprak bierbij een openingswoord tot de talrijke aanwezigen. De kinderen zongen. Een strijkje musiceerde. „Lentebloemen" werd opgevoerd. Dr Hoorweg hiertoe uitgenoo- digd, wees op de gevaren van de t.b.c., die gevreesde ziekte, die zoovelen ook in ons eigen Vaderland ten grave doet dalen. Vermelden wij ook nog bet nr „Het baantje van den toren" en het tableau met zaijg. Alles werd met aandacht ge volgd. Een succes was het voor de dames, die het initiatief genomen hadden. De op komst was buitengewoon groot. Door de firma Goldschmeding, filiaal houder dhr Wolzak uit Goes was een pia no belangeloos voor dezen 'avond afge staan. Kruiningen. Vrijdag vergaderde de ge meenteraad. Afwezig dhr Minnaar met kennisgeving en dhr v. d. Straaton wegens ongesteldheid. De voorz. deelt mede: dat Ged. Staten hebben goedgekeurd de verhuring der woning aan de Gasfabriek, en den verkoop van grond aan dé Ned. Herv. Kerk; dat Ged. Staten beticht van ontvangst hebben gezonden der gewijzigde Politie verordening inzake bet spannen van dra den; dat Ged. Staten hebben goedgekeurd bot besluit op het beheer der Gasfabrieken; dat B. en W. benoemd hebben tot, tijde lijk onderwijzer aan de O. L. school alhier dhr J. J. Kole wegens ongesteldheid van dhr J. J. Visser, en aan den Min. van O., H. en W. ontheffing verzocht hebben om wachtgelders te benoemen, en dat B. en W. de kas van den gein-ont vanger hebben nagezien en in orde bevon den. Behandeld wordt de begrooting van het B. Armbestuur over 1929; nadat de Vér- schillende po-sten zijn behandeld zonder op- of aanmerkingen wordt deze piet'alg. stemmen vastgesteld met een bedrag Van f 10.333,93 voor inkomsten en uitgaven met een post van onvoorzien van f 103,47. Begrooting Gasbedrijf 1929. Dhr Bur king informeert naar bet loon van Snoep, en de opneming van meters. De voorz. geeft inlichtingen en wijst op het mooi Jij ito om in het begin nu een begrooting te ma ken van dit bedrijf zonder vaste gegevens. Met alg. stemmen wordt de begrooting vastgesteld met een totaal van f 37.3(W eh' -den kapitaaldienst met een totaal van f 5850. Wijziging begrooting 1928. De post een trale verwarming 0. L. school Hansweort, welke aan herstelling en vernieuwing f 1000 kost, wordt door dhr Visscher (e hoog gevonden om zonder den Raad hierin te kennen te zijn uitgegeven. De voorz. zegt dat deze horstelling door den Raad bij de behandeling der begrooting 1928 is goedgekeurd. Dhr Burking zegt dat de slechte cokes oorzaak kan zijn dat deze verwarming zoo duur is. Met alg. stem men worden de verschillende wijzigingen goedgekeurd. B. en W. stellen voor, om aan het be stuur der R. -K. kerk te Hansweert - i zijn verzoek om subsidie voor bet vernicu wen van het torenuurwerk te Hansweert dit te verleenen tot een bedrag van de Helft der kosten met een maximum van f 400, Dhr Burking vindt de houding van li. en W. te ruim in dit geval, daar zij ando-s bij verzoeken om subsidie voor vereenigin- gen enz. dit niet'is, en gelooft dat wanneer het uurwerk op een gebouw der 8.1). A J'. moest, komen, de subsidie door den Raad niet zou verleend worden. De voorz. merkt op, dat alleen bet ge meen belang van allo inwoners ap, Hansweort voor een goed uurwerk b--.i beeft doen besluiten tot dit voorstel Met alg. stemmen wordt bet voorst -1 van B. en W. aangenomen. Nadat een vergadering met gaj-loien deuren gehouden is, wordt punt 6 (?.'- RW Z.) behandeld, terwijl met 7 tegen 2. st, (Visscher en Burking) besloten wordt tot geheimhouding van de mededeclingen jp de besloten zitting. Met alg. stemmen wordt besloten to! b»-t nemen van een garantiebesluit injiiaats van een in pand gegeven zicht wissel Na rondvraag sluiting. die dagen, werden de Katholieken -vejo volgd, zoowel door de wet sis doof de pu blieke opinie, even kwaadaardig a! ile Protestantsche nanconformisten. All'en,',. ,<]ie buiten de nationale kerk stonden werden gebrandmerkt als scheurmakers, deïsten, atheïsten. „Maar waarom wilt gij de wereld" vaar wel zeggen?" „Ik walg er van. Er was maar een »waar ik wat om gaf en nu Sancia Maria, ora pro nobis." Ursula sprak hem vriendelijk aan én vroeg hem of bij met ons naar huis wilde g, au. Hij scheen buitengewoon verbaasd. „Tk - dat kunt gij niet meenon? Nadat Lord Luxmore je al dit kwaad berokkend heeft." „Zou dat een reden wezen om niets goeds voor zijn zoon te doen d.w.z. als ik 'tkan? kan ik?" ó1 De jongen hief zijn zachte, grijze oogen op: „O, u kent, u kent!" „Maar ik en de mijnen zijn ketters,' weet ge!" „Ik zal voor u bidden;. Maar laat mij u mogen bezoeken, u en uwe kinderen." „Kom en gij zijt welkom." (Wordt vervolgd.) Naar het Engelseh. 3-) „Wat zijt gij van plan te doen? Dat, wat gij al 't geheele jaar hebt willen doen?" „Somtijds komen onze Wenscben als een^ kruis tot ons," zei hij wat bitter, ,,'t Is 'teenige wat ik doen kan, daar de waterkracht zoo verminderd is, moet ik of de molens stil zetten of hen met stoom bewegen." „Doe dat dan; breng uw stoommachine erin." „En de geheele streek in opstand tegen mij brengen, omdat ik 't handwerk ver nietig? Ze zullen mijn molen komen ver branden en mijn machinerie kapot slaan. Dat is 't juist, wat Lord Luxmore wil. Zei hij niet, dat bij mij zou ruïneeren? - ïïëg erger hij beroofd mij van mijn goeden naam. Als je deze arme menschen gehoord had, die ik weggezonden heb vanavond. Wat moeten zij, die al voor twee maanden minder te dom hebben ge kregen en gelooven, dat de machinerie hun hét brood uit den mond zal nemen wat moeten zij denken van den mees ter?" Hij sprak, zooals we John zelden had den hooren spreken. „Arme menschen!" ging hij verder, „hoe kan ik 'thun kwalijk nemen! Zij zeiden, dat ik de kosten moet dragen van wat ik wil doen en dat zij brood moeten hebben voor hun kinderen. Maar dat moet ik ook voor de mijne hebben. Lord Luxmore is de schuld van dit alles." Bij deze woorden hoorde ik iemand in den molen zwaar zuchten. „Zou er niet iets kunnen gedaan worden?" vroeg zij, „om alles zijn gewonen gang te laten gaan, totdat je stoommachine klaar is? zal dat veel' kosten?" „Meer dan mij lief is. Maar 'tmoot niets wagen, niets winnen. Gij en de kin deren zijn in elk geval bezorgd, dat is pen goede troost. Maar, o mijn arm volk te Enderley!" Ursula vroeg nog eens of er dan niets op gevonden kon worden. „Ja wel iets maar „John, ik weet, waar je aan "denkt," zij legde haar hand op zijn arm en zag hem recht in 'tgezicht. Ten slotte zei John: „Zou 'teen te groote opoffering wezen, lieve?" „Hoe kunt gij zoo spreken! We zouden 't gemakkelijk kunnen door wat eenvou diger te leven. Waarom zouden we dat niet kunnen?" „Ja, waarom niet?" zei hij zacht en tee- der. De beer H. van Andel, lid der Ged. Stater van Utrecht, opende namens den Com missaris der Koningin -het duinwaterieidingbedrijf van Noord-West Utrecht. Het inschakelen van -den stroom, die het pompstation in werking' stolt. met 79; Bassie met 72; Adriaanse met 70 punten. Een benoeming. Naar de „Vliss. Crt." verneemt, is de heer G. D. van Noppen, mr broodbakker te Vlissin- gen, benoemd tot secretaris van -den Ned. Bakkersbond. Als gevolg daarvan zal de heer Van Noppen zich eerlang metterwoon te Amsterdam moeten vestigen, waardoor zijn lidmaatschap van den gemeenteraad ophoudt. Opvolger is dhr G. v. Westen. De beer Van Noppen is ook voorzitter van het bestuur der Geref. Schoolvereeni- 'ging en voorzitter van de afd. Vlissingen van den Ned. Bakkersbond. ^Vereeniging tot verzeke ring teg-en d-e kos-ten -van zie ken huis ver pleging op Wal cheren. Op 1 October j.l. is deze Ver- eeniging feitelijk in werking getreden en wel met niet minder dan 7886 leden en 2900 kinderen, dus samen 1078G. Deze leden en kinderen zijn verdeeld over de volgende gemeenten: Middelburg 5220 le den en 1593 kinderen (w.o. op 'tZand 126 en 97 en op den Noordweg on der St. Laurens 57 en 15), totaal 6813; Arnemuiden 655 leden, 370 kinderen, totaal 1025; 0.- en W.-Souburg 517, 240 en 757; Grrjpskerke 143, 67, 210; Domburg 170, 69, 239; Westkapelle 69, 24, 93; Nieuw- enSt. Joosland 365, 193, 558; Veere 93, 20, 113; Koudekerke 111, 75, 186; Oostkapelle 88, 32, J.20; Gapinge 84, 50, 134; Ritthem 144, 49, 193; Meliskerke 20, 16, 36; Biggekerke 108, 53, 161. Van de plattelandgemeenten ontbreekt dus alleen Zoutelande, daar Gapinge een deel van de gemeente Vrouwepokler is. Maar ook Vlissingen valt niet onder deze opgave. Wel hebben ook personen uit die gemeente medegewerkt, maar o.'a. tengevolge van de progressieve tarieven in het gasthuis aldaar is besloten een afzonderlijke zustervereeniging op te rich ten, en zullen ook zij, die zich reeds uit Vlissingen aanmeldden naar die vereeni- ging worden verwezen. Het dagelijksch bestuur van de Wal- chersche Vereeniging bestaat thans uit de heeren mr W. J. Woldringh van dei Hoop, voorzitter; L. Onderdijlc, secreta ris-penningmeester en H. J. van Geuns. Besloten is, al was de fatale termijn voor aangifte om van de voordeeligste regeling gebruik te maken met 1 October verstreken, alsnog hen die zich nu aan geven, en dat zijn er in de vorige week reeds weer velen geweest, en die bereid zijn alsnog vanaf 1 Oct. contributie te betalen, ook nog van die regeling te laten profitecrcn. Middelburg. Nu wij Ook dit jaar meer malen gcWezcn hebben op bet groot aan tal badgasten van de Belgische badplaat sen, die op Donderdag de reis naar Mid delburg ondernemen om de Markt te be zoeken, komt het ons niet ongewenscht voor ook eens een totaal beeld van dit bezoek te geven gedurende het geheele seizoen. Wij kregen de beschikking over de cijfers over het tijdvak van 14 April tot ultimo September. Ons bleek, dal alleen op de Donderdagen van Breskens naar Vlissingen 33099 van die welkome bezoekers werden overgezet, tegen 27636 in hetzelfde tijdvak van 1927, dus dit jaar 2403 of ruiin 8.67 pCt. meer. Gisterenmiddag geraakte in de Korte- delft een auto in brand. Toen de politie met minimaxen ter plaatse kwam, was men er reeds in geslaagd den brand in den aanvang te blusschcn. Goes. Zaterdag j.l. werden door leden van de Goesche Burgerwacht in tegen woordigheid van den inspecteur der Zeeuwsche Burgerwacht, dhr Van Aalst, schietvaardigheidsproeven afgelegd. Voor klasse A (diploma met zilveren kruisje) slaagde dhr J. M. van Riet, 135 p.; voor klasse B (diploma met bronzen 'kruisje) de heeren A. A. Nederliand, 120 p., G. M. den Hei-der 123 p.; P. Droogers, 119 p., en A. Jansen, 128 p., en voor klasse C de heeren Dr H. Snoek, 118 p. en J. Kriekaard, 119 punten. Kapeile. Zaterdagmiddag werd in bet veilingsgebouw alhier een uitvoering ge geven ten bate van de t.b.c.-bestrijding uitgaande van de wijkzuster en enkele dames. Opgevoerd' werd „Lentebloemen", kin-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 5