DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Uit de Pers.
VAN H00GER ORDE.
Uit de Provincie»
i
FEUILLETON
Provinciale Staten van Zeeland.
Gisteren vond op de Noordzee de proefvaart plaats van het motortankschip
„Turicum", gebouwd door C. va.n der Giessen en Zonen's Scheepswerven,
Krimpen ai. d. Lek en voor rekening van Camilla Eitzen en Co. te Oslo.
Hoe de golven over het dek van de „Turicum" rolden.
VAN
WOENSDAG 3 OCTOBER 1928. No. 3.
Politieke samenwerking.
Aani dit onderwerp heeft de Stan
daard de vorige week; een artikel ge
wijd.
Voorzoover bekend, heeft er nog geen
overleg pl'aats gehad over wat er straks
te geschieden staat en is er ook nog geen
enkele poging gedaan om tot zulk overleg
te geraken.
Het blad wijst er dan op', dat sinds
de invoering van de Evenredige Vertegen
woordiging nooit een afspraak voor de
stembus gemaakt werd, maar dat het ov< r-
Ieg zich bepaalde tot het door den Ka
binetsformateur ontworpen Regeering •pro
gram.
Deze ganig van zaken is constitutioneel
de juiste', maar te ontkennen valt niet,
dat het kiezersvolk daarbij voor verras
singen "kan worden gesteld waarop het
allerminst gerekend had. Daarom is het
geweflscht dat ook de partijen zelf voor
de stembus zich uitspreken over den weg
dien men straks gaarne zag ingeslagen.
De Standaard komt dan tot, do
vraag hoe we weer kunnen komen tot
herstel van de parlementair-constitutio-
neele verhoudingen.
De mogelijkheden op dit gebied zijn
uiterst beperkt:
Feitelijk zijn er maar twee. Immers,
aannemend dat de R.K. Staatspartij en
de S.D'.A.P. haar zetels in de Kamer
niet beduidend in aantal zien slinken
en er is niemand, die zulks verwacht
dan is geen Kamer meerderheid
te denken, waar zij beide buiten zouden
staan. Want 30 -f- 24 is al 54 en dan laat
men den Communist nog buiten de optel
som. Dat zoo zijnde, zijn de mogelijk
heden, nog afgezien van andere bezwaren,
reeds dadelijk tot twee teruggebracht.
Of een combinatie van R.-Ka,tholieken
met de S.D.A.P. waartoe dan ook de
Vrijzinnig-Democraten zouden kunnen toe
treden óf een hernieuwd samengaan
van de drie rechtsche partijen.
Een derde mogelijkheid bestaat niet. Al
thans niet, als men een Kabinet begeert,
dat van densteun eener meerderheid
voor zijn program in de Staten-Generaal
verzekerd is.
Evenwel is de toestand met die twee
mogelijkheden waarschijnlijk nog te gun
stig voorgesteld. Want het is zeer de
vraag, of het eerstgenoemde geval- iets
anders is dan een bloot theoretisch© mo
gelijkheid. Tot nog toe bleek althans van
geneigdheid tot samengaan van R.-Katho-
lieken en Socialisten bij eerstbedoelden
nog niet veel, en zoo we ons in de
waardeering der gevoelens al mochten
vergissen, dan blijft toch nog de vraag
of de diepere levensbeginselen, die ook
aan 'de R.-Katholieke Staatkundeleiding
geven, in zulk een saamwerking genoeg
zaam tot haar recht zouden kunnen ko
men om de Roomsch-Katholieke Staats
partij bevrediging te verschaffen.
Indien men dan ook een terugkeer be
geert tot zuiverder parlementair-constitu-
tioneele instellingen, dan schijnt het ons
toe, dat in de eerste plaats wel weer aan
de orde zal komen de vraag, of herstel
der vroegere rechtsche samenwerking niet
mogelijk is.
En die vraag dient metterdaad zeer
ernstig te worden onderzocht.
Een toestand als thans bestaat, kan
waarlijk niet langer gehandhaafd. Een op
lossing als door Mr van Schaik in de
Tweede Kamer aan de hand gedaan, is,
zooals de Engelschen zouden zeggen,
only one better, doch in den grond
even onbevredigend als wat wij nu heb
ben. Misschien kan het straks niet an
ders dan op de wijze als Mr van Schaik
wilde, doch daarvoor hopen we toch
bewaard te blijven.
Maar dan zien we ook geen anderen
uitweg, dan dat ernstig beproefd wordt
om de in 1925 verbroken saamwerking
Naar het Engelseh.
I i
1 i I i
82.) o—
En daar het buiten nat was, vergaderde
zij haar jongens om zich heen in de keu
ken bij 't haardvuur om een ulurtje ge
zellig te babbelen'. Door de open deur
van de zitkamer kwam '„Muriel's stem",
zooals we de piano noemden, 't Klonk
mooier dan ooit, dezen avond, alsof
zooals haar vader eens had gezegd,
alsof Muriel sprak met de Engelen. Hij
luisterde een oogenblik, trok toen z'n jas
aan en ging den goeden dokter halen.
Ik volgde hem tot 'triviertje.
„Phineas," zei hij „wilt gij er op
passen maar laat moeder 'tuiet mer
ken, dat zij en de kinderen beneden
blijven, tot ik terug kom?"
Ik beloofde 't. „Zijt ge ongerust over
Mary Barnes' jongen?"
„Neen; maar toch is 'tgoed voorzorgen
te nemen. Herinner je 'tnog, dat' ik, wel
ietwat tegen den wil van Ursula, de kin
deren inentte?"
Ja, en ook, dat 'twas opgekomen bij
arlen, behalve bij Muriel.
weer op gang te brengen. Het lijkt ons
gevaarlijk daarmee te wachten tot de
verkiezing achter den rug is. Wel is waar
zal een Kabinetsformateur ook dan weer
een program moeten ontwerpen en daarop
steun zoeken bij de groepen van welke
hij dien in het algemeen verwachten mag,
maar vóór dien tijd dient men toch te
weten welken koers men uit wil.
Onze Partij zal zich daarover in hare
Deputatenvergadering uitspreken; anderen
achten wellicht de behandeling der Staats-
begrooting een gepaste gelegenheid. Maar
in ieder geval is het wenschelijk, dat men
vooruit wete in welke richting de
partijen den tdrugkeer tot zuiverder par-
lementair-constitutioneele instellingen na
streven.
Het is niet te verwachten, dat de A.JEL
Partij zich afkeerig zal toonen van mede
werking, wanneer er op haar een beroep
mocht worden gedaan om de vorming van
een Christelijk Kabinet mogelijk te ma
ken; maar, zooals ons blad reeds vaker
opmerkte, voorshands hebben we slechts
af te wachten.Wij zijn doodonschuldig
aan het verbreken der saamwerking; ver
antwoordelijkheid voor de misselijke ge
volgen daarvan dragen we niet. We staan,
om het in een militairen term uit te
drukken, thans „op de plaats rust".
En we zijn wel verplicht bij die houding
te volharden, tot we in de gelederen der
anderen het „Geeft acht" hooren klin
ken.
En dan zullen we natuurlijk luisteren.
En gaarne overwegen of we, met be
houd van eigen zelfstandig karak
ter, 'kunnen meewerken aan het herstel
van een gezonden parlementair-constitu-
tioneelen 'toestand."
De leden der Provinciale Staten zijn
bijeengeroepen tot bijwoning van de 2e
gewone zitting der Staten, waarvan de
opening door Ged. Staten is vastgesteld
op Dinsdag 30 October a.s. des avonds
te half acht. Het ligt in de bedoeling,
om de verslagen der aJdeelingen betref
fende de ingediende voorstellen zooveel
mogelijk te behandelen in een vergadering
op Maandag 19 November des namiddags
te half twee.
Van de voorstellen, die voor deze twee
de zitting bestemd zijn, werden thans ,de
volgende aan de leden toegezonden.
Rechtstoestand ambtenaren.
Tegen enkele bepalingen van het op
17 Januari j.l. vastgestelde Reglement be
treffende den rechtstoestand van de amb
tenaren in dienst der provincie, zijn bij
de Regeering bedenkingen gerezen.
„Phineas, vertel niet, dat we hieiover
gesproken hebben I"
„Waarom niet?"
„Omdat ik vandaag gehoord heb, dat er
pokken zijn geweest te Kingswell".
Een rilling voer iqij door de leden.
Hoewel de inenting 'tonder de hoogere
standen minder gevaarlijk gemaakt had,
decimeerde deze schrikkelijke geesel' toch
nog de armen, vooral de kinderen. Hard
nekkig weigerde men er iets tegen te
doen en geheel Norton Bury had er schan
de van gesproken toen Mijnheer Halifax,
die Dr Jenner in Londen had ontmoet en
gekend nadat hij niemand kon vinden,
die dat doen wilde, zijn kinderen zelf had
gevaccineerd.
Hij reed heen en ik^ wandelde terug,
bezwaard alsof ik een wolk van ver
schrikking en leed hangen zag over ons
gelukkig Longfield.
De dokter kwam en ging naar den zie
ken jongen hoven; daarna hadden mijn
heer Halifax en liij een lang onderhoud
te zamen. Toen de dokter weg was, kwam
John in de keuken, waar Ursula met
Walter op de knie zat.
Het kind zat in zijn witte nachtjapon,
spelende met z'n oudere broertjes en zijn
teentjes warmende. De moeder was weer
geheel de oude, tevreden! en vroolijk. Ik
bemerkte, dat John naar haar zag en
toen werd ik bang.
De eerste bedenking betrof art. 28, eer
ste lid, waaromtrent de Regeering van
oordeel was, dat de gekozen redactie het
beroepsrecht niet in voldoende mate waar
borgt, wanneer de heslissing den ambte
naar in geval van verzanding, eerst later
bereikt. Met die door de regeering aan
gegeven aanvulling, kunnen Ged. Staten
zich vereenigen. Zij stellen voor te lezen,
dat indien een beroep na afloop van den
termijn van 14 dagen wordt ingesteld,
het scheidsgerecht het verzuim voor ge
dekt houdt, indien de ambtenaar, die in
beroep gekomen is, aantoont, het beroep
zoo spoedig mogelijk te hebben ingesteld,
als redelijkerwijze van hem kon worden
verwacht.
Eveneens nemen Ged. Staten over den
raad van de regeering om ook in art. 29
van zitting nemen in het scheidsgerecht
uit te sluiten bestuursleden of bezoldigde
propagandisten van de ambtenaarsorgani
saties, zulks even ig-oed als den voorzit
ter of de leden der Staten en de amb
tenaren in dienst der provincie.
Ten derde vereenigen zich Ged. Staten
met een nieuwe redactie van art. 33,
5e en 6e lid, waardoor- duidelijker blijkt,
dat het scheidsgerecht, als het zich met
een opgelegde straf niet kan vereenigen,
onder mededeeling van de overwegingen,
die het gerecht tot het geven van zijn af
wijkend advies hebben -geleid, het orgaan,
dat de .straf heeft opgelegd, uitnoodigf
zijn beslissing opnieuw te overwegen. Dit
orgaan vdldoet, hier ten spoedigste aan en
houdt daarbij zooveel mogelijk rekening
met de overwegingen van het scheidsge
recht.
Ten slotte hebben ook Ged. Staten een
paar redactie-wijzigingen wenschelijk ge
acht van minder beteekenis, Zij stellen
voor ..het reglement te wijzigen in dezen
geest.
Subsidies autobusdiensten.
Naar aanleiding van in de eerste zit
ting om praeadvies in hun handen ge
stelde verzoeken van A. Poppe te Graauw
en "F. J. Picavet te Nieuw-Namen, om,
subsidie uit de Provinciale kas voor hun
autobusdiensten, onderscheidenlijk tus-
schen Graauw en Hulst en Nieuw-Nameii
en Hulst, merken Ged. Staten het volgen
de op.
A. Poppe genoot krachtens de Staten
besluiten van 18 Dec. 1923 de volgende
subsidies: 1923 f454168; 1924 f373.36;
1925 en 1926 nihil en 1927 f441.90. F.
J. Picavet genoot in 1923, 1924 en 1925
telkens f 500, doch in 1926 en 1927 werd
door hem niet om subsidie verzocht. Uit
de ingekomen berichten van de besturen
der gemeenten Graauw en Langendam,
„Wat zegt de dokter? Zal '.tkind spoe
dig weer beter zijn?"
„We moeten *t hopen."
„.Tohn wat bedoelt ge? Ik dacht, dat de
kleine vent wat beter was-toen ik de laat
ste keer naar hem ben gaan kijken. En
nu hoor ik de arme moeder boven zoo
huilen."
„Wel mag ze huilen," zei John bitter.
„Zij wist 'tal lang; ze dacht nooit aan
onze kinderen; maar 'tis niets, wees ge
rust, lieve de kinderen zijn veilig; heel
weinige krijgen 'tna de inenting."
,,'tBedoelt gij de pokken? Heeft de
jongen pokken? O, God, help ons! Mijn
kinderen mijn kinderen!"
Wit werd zij als een doode; zij rilde
van top tot teen. De kleine jongens, bang
geworden, kropen tegen haar aan; zij
nam ze allen in haar armen. Muriel, die
't opmerkte, ging al tastende door de ka
mer en terwijl ze haar moeders gezicht
bevoelde, zei ze ongerust: „Is iemand
stout geweest?"
„Neen, mijn lieveling, neen!"
„O, dan is 't niets. Vader zegt, niets
kwaads zal ons overkomen behalve als
we stout zijn. Is 'tniet zoo, vader?" John
drukte zijn kleine dochter tegen zich aan
en .noemde haar Voor de honderdste maal
mijn „gezegend" kind, zooals mijn arme,
oude vader haar genoemd had.
We werden allen toen kalmer; de moe-
Clinge en Hulst, blijkt/ dat op gemeente- t
Ijjken steun kan worden gerekend. Met
die besturen zijn Ged. Staten van meening
dat genoemde autobusdiensten in het al
gemeen belang noodig en wenschelijk zijn
en dat op grond daarvan door de Staten
volgens de algemeene regels aan de on
dernemers steun kan worden toegezegd.
Het maximum-bedrag, waarnaar die
steun kan worden berekend, ware voor
den dienst Graauw-Hul-st te bepalen op
f 2500 en voor den dienst Nieuw-Nameti
Hulst bp f 2650, zijnde de bedragen,
waarop de waarde van de in gebruik
zijnde autobussen in óverleg met de on
dernemers en den keurings-deskundige is
gesteld. De subsidie zal gerekend worden
te zijn ingegaan resp. 1 April en 1 Janu
ari 1928.
Nog is ingekomen een verzoek van L.
C:laesse>tts te Lamswaarde om subsidie
voor zijn dienst tusschen Kruispolder-ha
ven) en Hulst. B. en Wvan Hulst achten
dezen dienst niet van b'elang ontbloot,
eq dia van Hontenisse achten hem noo-
diig; laatstgenoemde gemeente heeft f100
per jaar toegezegd. Het wil Cled. Sta-
ten; voorkomen, da.t bij een autodienst,
welke slechts op één dag in de week
wordt uitgeoefend (in dit geval op Maan
dag), het algemeen belang niet in zoo
danige mate is betrokken, dat daarvoor
op subsidie uit de Prov. kas aanspraak
kan worden gemaakt, en stellen daarom
Voor dit ver'zoek af te wijzenl.
Subsidie Schoolmuseum.
Het bestuur van de vereeniging
„Schoolmuseum te Middelburg" Vraagt
ook voor 1929 nog voor een subsidie in
aanmerking te mogen komen. Uit de be-
grootinig blijkt, dat deze vereeniging er
zonder een bijdrage vande Provincie
nog niet komien kan.
Zooals Ged. Staten reeds verleden jaaï
deden uitkomen, gaan1 zij er noode toe
over voor te stellen het verzoek1 in te
willigen. 'Wordt evenwel zoodoende aan
de vereeniging alsnog een'kans gegeven,
zich haar voortbestaan te verzekeren, dan
meenen Ged. Staten, dat een geringe bij
drage voor ditmaal nog gewettigd is en
stellen zij voor over 1929 nog f100 te
varleenen. r
Verbetering traverse door Groede.
Bij besluit van 20 Juli 1926 werd een
bedrag van f25.500 beschikbaar gesteld
voor de verbetering van de traverse .door
Groede. Het komt Ged. Staten voor, dat
het plan, dat dag,teekent uit 1922, eenige
herziening' behoeft in verband met de
huidige opvattingen omtrent wegenverbe
tering. Rekening houdende m'et het Prov.
Wegenplan, achten zij noodig een kruins
breedte van 9 M. en dit te voorzien van
een 4.5 M. breede keibaan, waartegen
aan weerszijden een 0.75 M. breed rij
wielpad. De kosten stijgen dan tot
f 28.000, van welk bedrag f 4500 door
de gemeente Groede wordt terug betaald.
Met een der eigenaren der benoodigde
gronden, J. Casteleijn te Groede, kon geen
overeenstemming worden 'verkregen en
zal de Onteigeningswet worden toegepast.
Ged. Staten stellen voor in het besluit van
1926 voor f 25.500 te lezen f28.000.
Geldleening.
In vefband met een nader' crediet aan
de P.Z.E.M. verleend voor de Noordgroep
ad f527.000 volgens besluit van 2 Juli
1.1., stellen Ged. Staten voor in het be
sluit van 18 Jan. 1U. tot het aangaan
eener geldleening nader te lezen in plaats
van' 1485.000 als som' "f 1.012.000-
Jaarwedde ambtenaar belast met
Beheer Prov. Fondsen.
Ten einde te waarborgen dat ook na het
Kon. besluit van 21 Mei 1926 de heer J.
G. Stevense, ambtenaar belast met het
beheer der Prov. Fondsen, niet in inko
men achteruit gaat, stellen Ged. Staten
voor, gerekend ingaande 1 Juli 1926 van
dezen ambtenaar 3 pet. voor eigen en 3,5
pet. voor weduwen en weezenpensioen
in te houden van den pensioengrondslag
tot een maximum van f3000.
Einde Zomertijd.
Wij herinneren eraan, dat de zomertijd
a'.s. Zondagochtend 3 uur eindigt, zoo
dat in den nacht van Zaterdag op Zon
dag de klokken een uur moeten worden
achteruitgezet.
der schreide even en dat deed haar goed;
we kalmeerden de jongens en ook Muriel
en vertelden hun, dat 't niets was, dat we
alleen bang waren, dat ze dezelfde ziekte
zouden krijgen als de jongen en dat ze
dus niet bij hem moesten komen.
„Ja, ze zal terstond 'thuis verlaten
dadelijk", zei moeder, streng. Haar man
zei, niets, maar toen ze opstond om de
kamer te verlaten, hield hij haar tegen:
„Ursula, weet gij, dat 'tkind stervende
is?"
„Laat hem sterven! De slechte vrouw1!
Zij wist 't en zij liet hem mij onder
mijn kinderen brengen mijn eigen,
arme kinderen!"
„Ik wilde, dat zij nooit gekomen was,
maar wat gebeurd is, is gebeurd. Lieve
denk eens aan als gij de deur uitgezet
wordt in dezen guren, regenachtigen
avond jxiet een stervend kindl"
„Ho! ha." ear snikkend viel ze neer.
„Mijn lieveling!" fluisterde John, ter
wijl hij haar tegen zich liet aanleunen
„denkt ge, dat mijn hart niet bijna even
zoo breekt als 'tuwe? Maar ik vertrouw
op God. Deze ellende kwam over ons,
terwijl we goed deden, laat ons doorgaan
met goed' doen en niet vreezen. Mensche-
lijk gesproken zijn onze kinderen veilig
alleen pnze eigen schrik overdrijft 'tge-
vaar. Misschien zullen zij heelemaal niet
ziek worden. Dam, hoe zouden we 'tvooi1
Het vlsectien van mosselzaad In de
Zuiderzee.
In verband met de belangrijke beslis
sing van Zjjne Exc. den Minister van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw in
zake het mosselzaad van de Zuider
zee werd gisteren te Roosendaal in Ho
tel Central een buitengewone verga
dering gehouden van het Hoofdbestuur
van den Bond van Mosselkweekers in
Zeeland. In de vergadering, die door
alle leden werd bijgewoond, was ook
aanwezig de heer j. M. Krijger, lid der
Tweede Kamer. De voorzitter, de heer
S. Hage, burgemeester van Brainisse, las
de missive van den Minister van Bin
nenlandsche Zaken en Landbouw van 25
Sept. j.ï. voor, waarhij mededeeling werd
gedaan, dat vanaf heden den Bond van
Mosselkweekers de regeling van het vis-
schen van mosselzaad in de Zuiderzee
werd opgedragen. In hoofdzaak werden
de volgende bepalingen vastgelegd:
1. De Bond regelt het visschen van
een vooraf vast te stellen hoeveelheid
mosselzaad en de verdeeling van die
hoeveelheid onder de leden van den
Bond en onder de niet-leden, binnen
een door het Departement van Binnen
landsche Zaken en Landbouw vast te
stellen termijn.
2. D*e Bond bepaalt en verdeelt die
hoeveelheid onder de leden en niet-
leden naar een maatstaf, welke verband
houdt met de oppervlakte der in Zeeland
te bezaaien mosselperceelen en de cul
tuurwaarde daarvan.
3. Bij eventueele bezwaren van leden
en niet-leden tegen de getroffen regeling
met betrekking tot de aan ieder toe te
wijzen hoeveelheid mosselzaad, beslist na
mens den Minister van Binnenlanldsche
Zaken en Landbouw een "door dezen aan
te wijzen Ragieeringsvertegenwoordiger die
in het Hoofdbestuur van dein Bond zit
ting zfcfl krijgen als adviseerend lid.
4. Het Hoofdbestuur van den Bond
houdt controle op de hoeveelheid mos
selzaad die ieder mosselkweeker voor het
bezaaien van zijne perceelen heeft ont
vangen. Indien de vooraf vastgestelde to
tale hoeveelheid mosselzaad is bereikt,
volgt sluiting van de gelegenheid om
mosselzaad 'in de Zuiderzee te visschen,
ook al is de einddatum van den termijn,
waarbinnen mosselzaad in de Zuiderzee
mag worden gevischt, nog niet verstreken.
5. De hoeveelheid gewonnen paalzaad
en Zeeuwsch mosselzaad komt in min
dering van de totale hoeveelheid benoo-
digd mosselzaad.
De voorzitter meent uit naam der ge-
heele vergadering te spreken, wanneer hij
van deze plaats Z. Exc. den Minister
van Binnenlandsche ZaKen en Landbouw
hartelijk dank zegt voor zijn genomen be
slissing.
De zeer moeilijke taak, die het Hoofd
bestuur heeft om de malaise van het
mosselbedrijf in Zeeland op te heffen is
door deze beschikking in hooge mate ver
licht. Nu de verdeeling van het mossel
zaad in handen is gelegd van dien Bond,
zal dit in de toekomst leiden tot een be
tere .productie-verdeeling en de over-pro
ductie waaraan de mosselcultuur in de
laatste jaren te gronde ging, kunnen voor
komen. Dat wij dit resultaat mogen boe
ken, is voor een niet gering deel te!
danken aan de onvermoeide pogingen van
den heer Krijger. Hij brengt daarom dezen
den welgemeenden dank der vergadering
mede uit naam van alle Zeeuwsche mos-
selvisscheTs en spreekt den wensch uit,
dat ook in de toekomst de Bond bij voort-
duur op <le hulp van den heer Krijger)
zal mogen rekenen. Spr. stelde voor de
aanbieding van Z. Exc. den Minister van
Binnenl. Zaken ongewijzigd te aanvaarden.
Nadat de leden uiting hebben gegeven
van hunne voldoening en waardeeriny,
wordt met algemeene stemmen besloten,
de opdracht zonder restrictie aan io
nemen.
De heer Krijger dankt de vergadejim,
voor haar genomen besluit en stelt zich
gaarne weder beschikbaar om den Bond
in het vervolg te dienen.
De vergadering benoemt hierop uit zijn
midden een commissie om een conce, t-
regeling te ontwerpen, waarnaar de ver
deeling van het mosselzaad in den ver
volge zal kunnen geschieden. In die com
missie worden benoemd de heeren Mr A.
J. van der Hoeven, burgemeester van
Tholen, W. van den Berg Dz., lid vprv
ons geweten kunnen verantwoorden, nb
we deze arme ziel de deur wezen en h
kind stierf?"
„Neenneen)!"
„We zullen alle mogelijke voorzorgen
nemen; we zullen de jongens naar den
anderen kant van het huis brengen."
Ik stelde voor, dat zij mijn kamer zou
den nemen, daar ik de pokken reeds
gehad had en dus geen gevaar zou loepen.
„Dank je, Phineas; dokter Jenner heeft
me verzekerd, dat na de inenting 't ge
vaar zeer gering is; wees kalm, li era;
vertrouw op God en vrees niet." De
stem van haar man bracht haar langza
merhand tot kalmte. Mary Baines en haar
kinderen bleven in huis en den volgenueu
dag stierf de kleine jongen. Het was de
eerste doode, die ooit onder ons geweest
was. Het greep ons allen zeer aan, voor
al de kinderen. We hielden hen veraf aan
den anderen kant van het huis en, zoo
mogelijk, uit huis maar zij kwamen
toch telkens weer terug en keken naar
het raam, waar, zooals Muriel verklaar
de, de kleine zieke jongen in een engel
verandeid was en weggevlogen. We re
gelden 'tzoo, dat het kleine Hjk ge
kist zou worden en weggebracht, voordat
de kinderen zouden opstaan den vol
genden morgen.
(Wondt vervofgi-j