DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Uit de Pers. VAN H00GER ORDE. Uit de Provincie» i FEUILLETON Provinciale Staten van Zeeland. Gisteren vond op de Noordzee de proefvaart plaats van het motortankschip „Turicum", gebouwd door C. va.n der Giessen en Zonen's Scheepswerven, Krimpen ai. d. Lek en voor rekening van Camilla Eitzen en Co. te Oslo. Hoe de golven over het dek van de „Turicum" rolden. VAN WOENSDAG 3 OCTOBER 1928. No. 3. Politieke samenwerking. Aani dit onderwerp heeft de Stan daard de vorige week; een artikel ge wijd. Voorzoover bekend, heeft er nog geen overleg pl'aats gehad over wat er straks te geschieden staat en is er ook nog geen enkele poging gedaan om tot zulk overleg te geraken. Het blad wijst er dan op', dat sinds de invoering van de Evenredige Vertegen woordiging nooit een afspraak voor de stembus gemaakt werd, maar dat het ov< r- Ieg zich bepaalde tot het door den Ka binetsformateur ontworpen Regeering •pro gram. Deze ganig van zaken is constitutioneel de juiste', maar te ontkennen valt niet, dat het kiezersvolk daarbij voor verras singen "kan worden gesteld waarop het allerminst gerekend had. Daarom is het geweflscht dat ook de partijen zelf voor de stembus zich uitspreken over den weg dien men straks gaarne zag ingeslagen. De Standaard komt dan tot, do vraag hoe we weer kunnen komen tot herstel van de parlementair-constitutio- neele verhoudingen. De mogelijkheden op dit gebied zijn uiterst beperkt: Feitelijk zijn er maar twee. Immers, aannemend dat de R.K. Staatspartij en de S.D'.A.P. haar zetels in de Kamer niet beduidend in aantal zien slinken en er is niemand, die zulks verwacht dan is geen Kamer meerderheid te denken, waar zij beide buiten zouden staan. Want 30 -f- 24 is al 54 en dan laat men den Communist nog buiten de optel som. Dat zoo zijnde, zijn de mogelijk heden, nog afgezien van andere bezwaren, reeds dadelijk tot twee teruggebracht. Of een combinatie van R.-Ka,tholieken met de S.D.A.P. waartoe dan ook de Vrijzinnig-Democraten zouden kunnen toe treden óf een hernieuwd samengaan van de drie rechtsche partijen. Een derde mogelijkheid bestaat niet. Al thans niet, als men een Kabinet begeert, dat van densteun eener meerderheid voor zijn program in de Staten-Generaal verzekerd is. Evenwel is de toestand met die twee mogelijkheden waarschijnlijk nog te gun stig voorgesteld. Want het is zeer de vraag, of het eerstgenoemde geval- iets anders is dan een bloot theoretisch© mo gelijkheid. Tot nog toe bleek althans van geneigdheid tot samengaan van R.-Katho- lieken en Socialisten bij eerstbedoelden nog niet veel, en zoo we ons in de waardeering der gevoelens al mochten vergissen, dan blijft toch nog de vraag of de diepere levensbeginselen, die ook aan 'de R.-Katholieke Staatkundeleiding geven, in zulk een saamwerking genoeg zaam tot haar recht zouden kunnen ko men om de Roomsch-Katholieke Staats partij bevrediging te verschaffen. Indien men dan ook een terugkeer be geert tot zuiverder parlementair-constitu- tioneele instellingen, dan schijnt het ons toe, dat in de eerste plaats wel weer aan de orde zal komen de vraag, of herstel der vroegere rechtsche samenwerking niet mogelijk is. En die vraag dient metterdaad zeer ernstig te worden onderzocht. Een toestand als thans bestaat, kan waarlijk niet langer gehandhaafd. Een op lossing als door Mr van Schaik in de Tweede Kamer aan de hand gedaan, is, zooals de Engelschen zouden zeggen, only one better, doch in den grond even onbevredigend als wat wij nu heb ben. Misschien kan het straks niet an ders dan op de wijze als Mr van Schaik wilde, doch daarvoor hopen we toch bewaard te blijven. Maar dan zien we ook geen anderen uitweg, dan dat ernstig beproefd wordt om de in 1925 verbroken saamwerking Naar het Engelseh. I i 1 i I i 82.) o— En daar het buiten nat was, vergaderde zij haar jongens om zich heen in de keu ken bij 't haardvuur om een ulurtje ge zellig te babbelen'. Door de open deur van de zitkamer kwam '„Muriel's stem", zooals we de piano noemden, 't Klonk mooier dan ooit, dezen avond, alsof zooals haar vader eens had gezegd, alsof Muriel sprak met de Engelen. Hij luisterde een oogenblik, trok toen z'n jas aan en ging den goeden dokter halen. Ik volgde hem tot 'triviertje. „Phineas," zei hij „wilt gij er op passen maar laat moeder 'tuiet mer ken, dat zij en de kinderen beneden blijven, tot ik terug kom?" Ik beloofde 't. „Zijt ge ongerust over Mary Barnes' jongen?" „Neen; maar toch is 'tgoed voorzorgen te nemen. Herinner je 'tnog, dat' ik, wel ietwat tegen den wil van Ursula, de kin deren inentte?" Ja, en ook, dat 'twas opgekomen bij arlen, behalve bij Muriel. weer op gang te brengen. Het lijkt ons gevaarlijk daarmee te wachten tot de verkiezing achter den rug is. Wel is waar zal een Kabinetsformateur ook dan weer een program moeten ontwerpen en daarop steun zoeken bij de groepen van welke hij dien in het algemeen verwachten mag, maar vóór dien tijd dient men toch te weten welken koers men uit wil. Onze Partij zal zich daarover in hare Deputatenvergadering uitspreken; anderen achten wellicht de behandeling der Staats- begrooting een gepaste gelegenheid. Maar in ieder geval is het wenschelijk, dat men vooruit wete in welke richting de partijen den tdrugkeer tot zuiverder par- lementair-constitutioneele instellingen na streven. Het is niet te verwachten, dat de A.JEL Partij zich afkeerig zal toonen van mede werking, wanneer er op haar een beroep mocht worden gedaan om de vorming van een Christelijk Kabinet mogelijk te ma ken; maar, zooals ons blad reeds vaker opmerkte, voorshands hebben we slechts af te wachten.Wij zijn doodonschuldig aan het verbreken der saamwerking; ver antwoordelijkheid voor de misselijke ge volgen daarvan dragen we niet. We staan, om het in een militairen term uit te drukken, thans „op de plaats rust". En we zijn wel verplicht bij die houding te volharden, tot we in de gelederen der anderen het „Geeft acht" hooren klin ken. En dan zullen we natuurlijk luisteren. En gaarne overwegen of we, met be houd van eigen zelfstandig karak ter, 'kunnen meewerken aan het herstel van een gezonden parlementair-constitu- tioneelen 'toestand." De leden der Provinciale Staten zijn bijeengeroepen tot bijwoning van de 2e gewone zitting der Staten, waarvan de opening door Ged. Staten is vastgesteld op Dinsdag 30 October a.s. des avonds te half acht. Het ligt in de bedoeling, om de verslagen der aJdeelingen betref fende de ingediende voorstellen zooveel mogelijk te behandelen in een vergadering op Maandag 19 November des namiddags te half twee. Van de voorstellen, die voor deze twee de zitting bestemd zijn, werden thans ,de volgende aan de leden toegezonden. Rechtstoestand ambtenaren. Tegen enkele bepalingen van het op 17 Januari j.l. vastgestelde Reglement be treffende den rechtstoestand van de amb tenaren in dienst der provincie, zijn bij de Regeering bedenkingen gerezen. „Phineas, vertel niet, dat we hieiover gesproken hebben I" „Waarom niet?" „Omdat ik vandaag gehoord heb, dat er pokken zijn geweest te Kingswell". Een rilling voer iqij door de leden. Hoewel de inenting 'tonder de hoogere standen minder gevaarlijk gemaakt had, decimeerde deze schrikkelijke geesel' toch nog de armen, vooral de kinderen. Hard nekkig weigerde men er iets tegen te doen en geheel Norton Bury had er schan de van gesproken toen Mijnheer Halifax, die Dr Jenner in Londen had ontmoet en gekend nadat hij niemand kon vinden, die dat doen wilde, zijn kinderen zelf had gevaccineerd. Hij reed heen en ik^ wandelde terug, bezwaard alsof ik een wolk van ver schrikking en leed hangen zag over ons gelukkig Longfield. De dokter kwam en ging naar den zie ken jongen hoven; daarna hadden mijn heer Halifax en liij een lang onderhoud te zamen. Toen de dokter weg was, kwam John in de keuken, waar Ursula met Walter op de knie zat. Het kind zat in zijn witte nachtjapon, spelende met z'n oudere broertjes en zijn teentjes warmende. De moeder was weer geheel de oude, tevreden! en vroolijk. Ik bemerkte, dat John naar haar zag en toen werd ik bang. De eerste bedenking betrof art. 28, eer ste lid, waaromtrent de Regeering van oordeel was, dat de gekozen redactie het beroepsrecht niet in voldoende mate waar borgt, wanneer de heslissing den ambte naar in geval van verzanding, eerst later bereikt. Met die door de regeering aan gegeven aanvulling, kunnen Ged. Staten zich vereenigen. Zij stellen voor te lezen, dat indien een beroep na afloop van den termijn van 14 dagen wordt ingesteld, het scheidsgerecht het verzuim voor ge dekt houdt, indien de ambtenaar, die in beroep gekomen is, aantoont, het beroep zoo spoedig mogelijk te hebben ingesteld, als redelijkerwijze van hem kon worden verwacht. Eveneens nemen Ged. Staten over den raad van de regeering om ook in art. 29 van zitting nemen in het scheidsgerecht uit te sluiten bestuursleden of bezoldigde propagandisten van de ambtenaarsorgani saties, zulks even ig-oed als den voorzit ter of de leden der Staten en de amb tenaren in dienst der provincie. Ten derde vereenigen zich Ged. Staten met een nieuwe redactie van art. 33, 5e en 6e lid, waardoor- duidelijker blijkt, dat het scheidsgerecht, als het zich met een opgelegde straf niet kan vereenigen, onder mededeeling van de overwegingen, die het gerecht tot het geven van zijn af wijkend advies hebben -geleid, het orgaan, dat de .straf heeft opgelegd, uitnoodigf zijn beslissing opnieuw te overwegen. Dit orgaan vdldoet, hier ten spoedigste aan en houdt daarbij zooveel mogelijk rekening met de overwegingen van het scheidsge recht. Ten slotte hebben ook Ged. Staten een paar redactie-wijzigingen wenschelijk ge acht van minder beteekenis, Zij stellen voor ..het reglement te wijzigen in dezen geest. Subsidies autobusdiensten. Naar aanleiding van in de eerste zit ting om praeadvies in hun handen ge stelde verzoeken van A. Poppe te Graauw en "F. J. Picavet te Nieuw-Namen, om, subsidie uit de Provinciale kas voor hun autobusdiensten, onderscheidenlijk tus- schen Graauw en Hulst en Nieuw-Nameii en Hulst, merken Ged. Staten het volgen de op. A. Poppe genoot krachtens de Staten besluiten van 18 Dec. 1923 de volgende subsidies: 1923 f454168; 1924 f373.36; 1925 en 1926 nihil en 1927 f441.90. F. J. Picavet genoot in 1923, 1924 en 1925 telkens f 500, doch in 1926 en 1927 werd door hem niet om subsidie verzocht. Uit de ingekomen berichten van de besturen der gemeenten Graauw en Langendam, „Wat zegt de dokter? Zal '.tkind spoe dig weer beter zijn?" „We moeten *t hopen." „.Tohn wat bedoelt ge? Ik dacht, dat de kleine vent wat beter was-toen ik de laat ste keer naar hem ben gaan kijken. En nu hoor ik de arme moeder boven zoo huilen." „Wel mag ze huilen," zei John bitter. „Zij wist 'tal lang; ze dacht nooit aan onze kinderen; maar 'tis niets, wees ge rust, lieve de kinderen zijn veilig; heel weinige krijgen 'tna de inenting." ,,'tBedoelt gij de pokken? Heeft de jongen pokken? O, God, help ons! Mijn kinderen mijn kinderen!" Wit werd zij als een doode; zij rilde van top tot teen. De kleine jongens, bang geworden, kropen tegen haar aan; zij nam ze allen in haar armen. Muriel, die 't opmerkte, ging al tastende door de ka mer en terwijl ze haar moeders gezicht bevoelde, zei ze ongerust: „Is iemand stout geweest?" „Neen, mijn lieveling, neen!" „O, dan is 't niets. Vader zegt, niets kwaads zal ons overkomen behalve als we stout zijn. Is 'tniet zoo, vader?" John drukte zijn kleine dochter tegen zich aan en .noemde haar Voor de honderdste maal mijn „gezegend" kind, zooals mijn arme, oude vader haar genoemd had. We werden allen toen kalmer; de moe- Clinge en Hulst, blijkt/ dat op gemeente- t Ijjken steun kan worden gerekend. Met die besturen zijn Ged. Staten van meening dat genoemde autobusdiensten in het al gemeen belang noodig en wenschelijk zijn en dat op grond daarvan door de Staten volgens de algemeene regels aan de on dernemers steun kan worden toegezegd. Het maximum-bedrag, waarnaar die steun kan worden berekend, ware voor den dienst Graauw-Hul-st te bepalen op f 2500 en voor den dienst Nieuw-Nameti Hulst bp f 2650, zijnde de bedragen, waarop de waarde van de in gebruik zijnde autobussen in óverleg met de on dernemers en den keurings-deskundige is gesteld. De subsidie zal gerekend worden te zijn ingegaan resp. 1 April en 1 Janu ari 1928. Nog is ingekomen een verzoek van L. C:laesse>tts te Lamswaarde om subsidie voor zijn dienst tusschen Kruispolder-ha ven) en Hulst. B. en Wvan Hulst achten dezen dienst niet van b'elang ontbloot, eq dia van Hontenisse achten hem noo- diig; laatstgenoemde gemeente heeft f100 per jaar toegezegd. Het wil Cled. Sta- ten; voorkomen, da.t bij een autodienst, welke slechts op één dag in de week wordt uitgeoefend (in dit geval op Maan dag), het algemeen belang niet in zoo danige mate is betrokken, dat daarvoor op subsidie uit de Prov. kas aanspraak kan worden gemaakt, en stellen daarom Voor dit ver'zoek af te wijzenl. Subsidie Schoolmuseum. Het bestuur van de vereeniging „Schoolmuseum te Middelburg" Vraagt ook voor 1929 nog voor een subsidie in aanmerking te mogen komen. Uit de be- grootinig blijkt, dat deze vereeniging er zonder een bijdrage vande Provincie nog niet komien kan. Zooals Ged. Staten reeds verleden jaaï deden uitkomen, gaan1 zij er noode toe over voor te stellen het verzoek1 in te willigen. 'Wordt evenwel zoodoende aan de vereeniging alsnog een'kans gegeven, zich haar voortbestaan te verzekeren, dan meenen Ged. Staten, dat een geringe bij drage voor ditmaal nog gewettigd is en stellen zij voor over 1929 nog f100 te varleenen. r Verbetering traverse door Groede. Bij besluit van 20 Juli 1926 werd een bedrag van f25.500 beschikbaar gesteld voor de verbetering van de traverse .door Groede. Het komt Ged. Staten voor, dat het plan, dat dag,teekent uit 1922, eenige herziening' behoeft in verband met de huidige opvattingen omtrent wegenverbe tering. Rekening houdende m'et het Prov. Wegenplan, achten zij noodig een kruins breedte van 9 M. en dit te voorzien van een 4.5 M. breede keibaan, waartegen aan weerszijden een 0.75 M. breed rij wielpad. De kosten stijgen dan tot f 28.000, van welk bedrag f 4500 door de gemeente Groede wordt terug betaald. Met een der eigenaren der benoodigde gronden, J. Casteleijn te Groede, kon geen overeenstemming worden 'verkregen en zal de Onteigeningswet worden toegepast. Ged. Staten stellen voor in het besluit van 1926 voor f 25.500 te lezen f28.000. Geldleening. In vefband met een nader' crediet aan de P.Z.E.M. verleend voor de Noordgroep ad f527.000 volgens besluit van 2 Juli 1.1., stellen Ged. Staten voor in het be sluit van 18 Jan. 1U. tot het aangaan eener geldleening nader te lezen in plaats van' 1485.000 als som' "f 1.012.000- Jaarwedde ambtenaar belast met Beheer Prov. Fondsen. Ten einde te waarborgen dat ook na het Kon. besluit van 21 Mei 1926 de heer J. G. Stevense, ambtenaar belast met het beheer der Prov. Fondsen, niet in inko men achteruit gaat, stellen Ged. Staten voor, gerekend ingaande 1 Juli 1926 van dezen ambtenaar 3 pet. voor eigen en 3,5 pet. voor weduwen en weezenpensioen in te houden van den pensioengrondslag tot een maximum van f3000. Einde Zomertijd. Wij herinneren eraan, dat de zomertijd a'.s. Zondagochtend 3 uur eindigt, zoo dat in den nacht van Zaterdag op Zon dag de klokken een uur moeten worden achteruitgezet. der schreide even en dat deed haar goed; we kalmeerden de jongens en ook Muriel en vertelden hun, dat 't niets was, dat we alleen bang waren, dat ze dezelfde ziekte zouden krijgen als de jongen en dat ze dus niet bij hem moesten komen. „Ja, ze zal terstond 'thuis verlaten dadelijk", zei moeder, streng. Haar man zei, niets, maar toen ze opstond om de kamer te verlaten, hield hij haar tegen: „Ursula, weet gij, dat 'tkind stervende is?" „Laat hem sterven! De slechte vrouw1! Zij wist 't en zij liet hem mij onder mijn kinderen brengen mijn eigen, arme kinderen!" „Ik wilde, dat zij nooit gekomen was, maar wat gebeurd is, is gebeurd. Lieve denk eens aan als gij de deur uitgezet wordt in dezen guren, regenachtigen avond jxiet een stervend kindl" „Ho! ha." ear snikkend viel ze neer. „Mijn lieveling!" fluisterde John, ter wijl hij haar tegen zich liet aanleunen „denkt ge, dat mijn hart niet bijna even zoo breekt als 'tuwe? Maar ik vertrouw op God. Deze ellende kwam over ons, terwijl we goed deden, laat ons doorgaan met goed' doen en niet vreezen. Mensche- lijk gesproken zijn onze kinderen veilig alleen pnze eigen schrik overdrijft 'tge- vaar. Misschien zullen zij heelemaal niet ziek worden. Dam, hoe zouden we 'tvooi1 Het vlsectien van mosselzaad In de Zuiderzee. In verband met de belangrijke beslis sing van Zjjne Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw in zake het mosselzaad van de Zuider zee werd gisteren te Roosendaal in Ho tel Central een buitengewone verga dering gehouden van het Hoofdbestuur van den Bond van Mosselkweekers in Zeeland. In de vergadering, die door alle leden werd bijgewoond, was ook aanwezig de heer j. M. Krijger, lid der Tweede Kamer. De voorzitter, de heer S. Hage, burgemeester van Brainisse, las de missive van den Minister van Bin nenlandsche Zaken en Landbouw van 25 Sept. j.ï. voor, waarhij mededeeling werd gedaan, dat vanaf heden den Bond van Mosselkweekers de regeling van het vis- schen van mosselzaad in de Zuiderzee werd opgedragen. In hoofdzaak werden de volgende bepalingen vastgelegd: 1. De Bond regelt het visschen van een vooraf vast te stellen hoeveelheid mosselzaad en de verdeeling van die hoeveelheid onder de leden van den Bond en onder de niet-leden, binnen een door het Departement van Binnen landsche Zaken en Landbouw vast te stellen termijn. 2. D*e Bond bepaalt en verdeelt die hoeveelheid onder de leden en niet- leden naar een maatstaf, welke verband houdt met de oppervlakte der in Zeeland te bezaaien mosselperceelen en de cul tuurwaarde daarvan. 3. Bij eventueele bezwaren van leden en niet-leden tegen de getroffen regeling met betrekking tot de aan ieder toe te wijzen hoeveelheid mosselzaad, beslist na mens den Minister van Binnenlanldsche Zaken en Landbouw een "door dezen aan te wijzen Ragieeringsvertegenwoordiger die in het Hoofdbestuur van dein Bond zit ting zfcfl krijgen als adviseerend lid. 4. Het Hoofdbestuur van den Bond houdt controle op de hoeveelheid mos selzaad die ieder mosselkweeker voor het bezaaien van zijne perceelen heeft ont vangen. Indien de vooraf vastgestelde to tale hoeveelheid mosselzaad is bereikt, volgt sluiting van de gelegenheid om mosselzaad 'in de Zuiderzee te visschen, ook al is de einddatum van den termijn, waarbinnen mosselzaad in de Zuiderzee mag worden gevischt, nog niet verstreken. 5. De hoeveelheid gewonnen paalzaad en Zeeuwsch mosselzaad komt in min dering van de totale hoeveelheid benoo- digd mosselzaad. De voorzitter meent uit naam der ge- heele vergadering te spreken, wanneer hij van deze plaats Z. Exc. den Minister van Binnenlandsche ZaKen en Landbouw hartelijk dank zegt voor zijn genomen be slissing. De zeer moeilijke taak, die het Hoofd bestuur heeft om de malaise van het mosselbedrijf in Zeeland op te heffen is door deze beschikking in hooge mate ver licht. Nu de verdeeling van het mossel zaad in handen is gelegd van dien Bond, zal dit in de toekomst leiden tot een be tere .productie-verdeeling en de over-pro ductie waaraan de mosselcultuur in de laatste jaren te gronde ging, kunnen voor komen. Dat wij dit resultaat mogen boe ken, is voor een niet gering deel te! danken aan de onvermoeide pogingen van den heer Krijger. Hij brengt daarom dezen den welgemeenden dank der vergadering mede uit naam van alle Zeeuwsche mos- selvisscheTs en spreekt den wensch uit, dat ook in de toekomst de Bond bij voort- duur op <le hulp van den heer Krijger) zal mogen rekenen. Spr. stelde voor de aanbieding van Z. Exc. den Minister van Binnenl. Zaken ongewijzigd te aanvaarden. Nadat de leden uiting hebben gegeven van hunne voldoening en waardeeriny, wordt met algemeene stemmen besloten, de opdracht zonder restrictie aan io nemen. De heer Krijger dankt de vergadejim, voor haar genomen besluit en stelt zich gaarne weder beschikbaar om den Bond in het vervolg te dienen. De vergadering benoemt hierop uit zijn midden een commissie om een conce, t- regeling te ontwerpen, waarnaar de ver deeling van het mosselzaad in den ver volge zal kunnen geschieden. In die com missie worden benoemd de heeren Mr A. J. van der Hoeven, burgemeester van Tholen, W. van den Berg Dz., lid vprv ons geweten kunnen verantwoorden, nb we deze arme ziel de deur wezen en h kind stierf?" „Neenneen)!" „We zullen alle mogelijke voorzorgen nemen; we zullen de jongens naar den anderen kant van het huis brengen." Ik stelde voor, dat zij mijn kamer zou den nemen, daar ik de pokken reeds gehad had en dus geen gevaar zou loepen. „Dank je, Phineas; dokter Jenner heeft me verzekerd, dat na de inenting 't ge vaar zeer gering is; wees kalm, li era; vertrouw op God en vrees niet." De stem van haar man bracht haar langza merhand tot kalmte. Mary Baines en haar kinderen bleven in huis en den volgenueu dag stierf de kleine jongen. Het was de eerste doode, die ooit onder ons geweest was. Het greep ons allen zeer aan, voor al de kinderen. We hielden hen veraf aan den anderen kant van het huis en, zoo mogelijk, uit huis maar zij kwamen toch telkens weer terug en keken naar het raam, waar, zooals Muriel verklaar de, de kleine zieke jongen in een engel verandeid was en weggevlogen. We re gelden 'tzoo, dat het kleine Hjk ge kist zou worden en weggebracht, voordat de kinderen zouden opstaan den vol genden morgen. (Wondt vervofgi-j

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 5