UW WAGEN Gemengd Nieuws. Rechtzaken. Land- en Tuinbouw. 1 111 i 1 1 onverschillig welk merk U rydt, heeft vooral in het najaar de beste banden noodig, die U krijgen kunt Vraagt Uw handelaar daarom U èn Uw handelaar zyn hiermede gebaat Vraagt Uw handelaar n.V, „R.A.M.I III g I sla doem." Gevestigd: J. C. Vermeulen, Vliae.str. B 314 d, van Vlissingen; Mej. J. Polderman, Kejjzersbaan A 58 N, van Rotterdam; J. Wattel,. N. Abeele C 199, van Koudekerke; mej. P. Bimmel, Braamstr. B 35, van Koudekerke; mej. P. Meertens, N. Abeele C 199, van Hoek; P. A. Hoogesteger, Gr. Abeele A 223, van 'Ritthem; mej. M. P. Hoogesteger, Gr. Abeele A 223, van jVlissingen; J. A. v. d. Meer, N. Vliss. weg C 179, van Krabbendjjke; A. W. Paulus, N. Abeele C 227, van Vlissingen. Vertrokken: M. Arendse, Ritthemsche str. A 120, naar Voorschoten; Th. M. varn Hoorn, de Deckerstr. E 36, naar Maastricht; J. A. P. Versluijs en gezin, De Deckerstr. E 24, naar Vlissingen; mej. N. Pierens, Ritth.str. A 145, naar Rotterdam; A. Stahlie en gezin, Middelb. str. A 184, naar Rotterdam; W. v. Goede en gezin, v. Turnhoutstr. E 18, naar Vlissingen; W. Meijers en gezin, Buteuxstr. B 211, naar Vlissingen; W. P. Hendrikse, N. Vliss.weg C 197, naar Vlissingen; mej. C. Verrijk-Semeijn, N. Vliss.weg C 217, naar Koudekerke; P. Hendrikse, N. Vliss.weg C 174, naar Ned.-lndië; J. Labeur, de Dec kerstr. E. 32, naar Ned.-lndië; A. J. de Beer, Tuindorp D 72, naar Ned.-lndië; J. Hellring, Vliss.str. E 66, naar Frank rijk; F. Hellring, Vliss.str. E 66, naar Duitschland; mej- J. F. C. Janssen, Vliss. str. B 259, naar Vlissingen; G. A. Ver sluijs en gezin, Nieuwstr. B 76, naar Vlissingen; W. de Pagter, .Ritth.str. A 148, naar Middelburg; K. Mulder en gezin, Tuindorp D.37, naar Middelburg. Middelburg. Tweemaal in een week is de hoofdstraat van onze stad een nieuwen winkel rijker geworden; thans doelen wij op het gelukkige feit, dat in het pand B 133134 in de Langedelft, dat zooveel maanden heeft ledig gestaan, heden we der een zaak is geopend. Het is de heer M. Spiering uit Dordrecht, die hier onder leiding van onzen stadgenoot, den heer Herm. Sukkel, een filiaal van zijn zaak, of wellicht beter gezegd een tweede zaak ves tigde. Het betreft hier in de eerste plaats een verkoopplaats van piano's en orgels van verschillende zeer goed bekend staan de fabrieken, wat hen, die rustig do beide buitenlandsche etalagekasten bezichtigen, duidelijk zal worden, terwijl binnen nog meer keuze wordt aangetroffen. Maar hier blijft het niet bij. De zaak brengt ook iets bijzonders op gramophones naar voren, doordat zij op dit gebied alleen komt met de meest moderne machines van His mas ters voice. Dat daaraan een uitgebreide keuze in platen aan is toegevoegd, spreekt haast vanzelf; daaronder troffen wij aan platen met muziek of zang van denzelfden componist keurig bijeen in plaatboeken. Voor deze af deeling geeft de middelste kast een goede etalageruimte. Deze zaak mag ook weer een aanwinst voor de stad worden genoemd. FISK den band, die minder kost dan hij moest kosten. Qók Balloonbanden voor bestaande wielen en velgen I»p, voor Nederland t LEEUWARDEN: Ruitenkwertier 37-45 Tel» 232 Besmettel ij ke ziekten. Wolff meldt uit Potsdam, dat gisteren de volks school te Michendorf gesloten moest wor den, daar van de 140 leerlingen er 60 niet aanwezig waren wegens dipbteritis, rood vonk of mazelen. Wanneer de toestand weer normaal is wordt meteen een nieuw gebouw betrok ken, om elk infectdegevaar, door de oude schoolvertrekken te vermijden. Baggermolen gezonken. Ter hoogte van Linne aan de Maas, boven Roermond, is de baggermachine „Anna", van de firma v. d. Hoeven uit Utrecht, tengevolge van het onklaar raken van de baggeremmers gekapseisd en gezonken. De opvarenden wisten zich nog bijtijds te redden. De berging is opgedragen aan de N.V. De Wit's Bergings- en Transport bedrijf te Rotterdam. Door een jj s b e e r aangeval- 1 e n. Uit Madrid wordt aan de bladen gemeld, dat in den dierentuin van Toledo een oppasser, die den kooi van een jjsbeer wilde schoonmaken, door den jjsbeer aan- gevallen werd. Op, het hulpgeroep van den oppasser schoten zjjn collega's te hulp en slaag den er in om hem, hoewel ernstig ge wond, buiten het bereik van den beer te brengen. In de verwarring werd echter verge ten de deur van hjjt hok te sluiten, zoodat de ijsbeer na eenigen tijd naar buiten kwam. Er bleef niets anders over dan het dier af te maken. Door 39 re volverschoten gewond, bezweek het dier tenslotte. De verwondingen van den oppasser zijn zoo ernstig, dat men aan zijn levensbe houd twjjfelt. Noodlottige proefneming. Dezer dagen heeft men op de badkamer bij do familie Herbst te Graz in een koffer het lijk van den zoon gevonden, een gymnasiast. Men dacht aanvankelijk, dat hij door zijn huisonderwijzer was ver moord. Het onderzoek van de politie heeft echter uitgemaakt, dat de vader van den knaap amateur-fotograaf was, en dat de jongen, die zelf ook wilde gaan fotogra feeren, zijn vader had voorgesteld, een kist als donkere kamer te gebruiken. Men vermoedt nu, dat de knaap, toen zijn ouders in de bioscoop waren, in de bad kamer heeft geprobeerd of de koffer een goede donkere kamer zou zijn. Daarbij zou dan het deksel zijn dicht gevallen, dat de knaap niet meer kon oplichten. Spoorweg-ongeval. Op de lijn Bern-Schwarzenburg is Donderdag in een bocht, waarin slecht uitzicht is, een goe derentrein met vee op een arbeiderstrein geloopen. De machinisten van beide trei nen en 23 andere personen werden ge deeltelijk ernstig gewond. De materieele schade is aanzienlijk. Doodelijke wespenstee k. Mevrouw Eleanor Wright, uit York, be stuurde Woensdag een auto door het plaatsje Kirton Holme, in Lincolnshire, toen zjj door een wesp gestoken werd. Zij verloor het beheer over het stuur en de auto reed met vervaarlijke kracht tegen een telegraafpaal op. En mijnheer Ferster, die op de ach terbank zat, werd bijkans op slag gedood en drie andere menschen die in de auto zaten, o.w. mevrouw Forster en me vrouw Wright, werden allen ernstig ge wond en naar een ziekenhuis gebracht. Daar is mevrouw Forster 's avonds bezwe- Een onmenschelijke daad. Voor het Arnhemsche gerechtshof is gis teren behandeld het geval van vrijbeids- berooving te Colmschate, gem. Diepen veen, waar een zoon zijn moeder in een donker hol opsloot omdat zij lastig was geworden. De zoon woonde jnet zijn vrouw bij zijn vader in en deze beade personen verzetten zich niet tegen de "se maatregelen, welke de zoon tegen lajn moeder had genomen. Zij kreeg over dag eten in haar hol en werd 's avonds in vrijheid gesteld zoodat zij naar haar bed kon gaan. De politierechter te Zutfen veroordeelde ieder van de drie betrokkenen in deze zaak tot twee maanden gevangenisstraf. Voor het Hof werd ook de 55;jarige vrouw, die opgesloten was, als getuige gehoord. Zij herinnerde zich niets meer, doch wel dat zij de kleeren van haar zoon en die van haar schoondochter stuk sneed, een handeling, welke zij in drift had gepleegd. De veldwachter van Colmschate deelde mede, dat de moeder nu weer op goeden voet Biet haar man en zoon leefde. De proc.-generaal, mr Cnopius noemde dit geval een onmenschejjjke daad. Hij achtte de drie verdachten allen moreel even schuldig en eischte bevestiging van het vonnis van den politierechter. De verdediger, mr van Embden uit De venter, vroeg clementie. Uitspraak 4 Oct. Een Autobusquaestie. Voor het kantongerecht te Bergen op Zoom werd gis teren de bekende autobusquaestie-Liefbroer be handeld. Den heer Liefbroer werd ten laste gelegd een autobus te hebben ,doen rijden in den dienst Bergen op ZoomPutte, waarvoor hem concessie is verleend, doch op een uur, waarvoor hij geen vergunning had. Nadat de ambtenaar van het O. M. na ..een uitgebreid requisitoir f 1 boete had geëischt, hield de raadsman van verdachte een uitvoerig .pleidooi, waarin hij wees op de ^incompetentie van Ged. Staten tot het vaststellen van een dienst regeling en daarom vrijspraak bepleitte. v Uitspraak 4 October. De ontvluchting van gevange nen. De gearresteerde gevangenbewaarder L. K., die verdacht wordt van ,hulp te hebben verleend bij de ontvluchting van vier gevan genen te Scheveningen, is vanochtend ,ter beschikking gesteld van de justitie ,en in het huis van bewaring opgesloten. u Het drama te Zundert. .Voor de burgerlijke kamer der Haagsche rechtbank zijn gistermiddag de pleidooien gehouden in de zaak betreffende het drama te .Zundert. Zooals men zich herinneren zal, werd een kastelein te Zundert in den nacht van 10 op 11 Januari 1927 in .zijn café door eenige marechaussees doodgeschoten. Naar aanleiding hiervan heeft zijn weduwe den staat en de beide marechaussees in quaestie gedagvaard. Zij meent, dat ,de Staat zoowel als de marechaussees ieder voor het geheel verplicht zijn aan haar te vergoeden de schade, welke haar door .het overlijden van haar echtgenoot, tengevolge van het op treden van deze marechaussees is veroorzaakt. Op grond hiervan vroeg zij veroordeeling van gedaagden, met dien verstande, dat de een betalende, de ander zal ,zijn bevrijd, aan haar tegen kwijting te .betalen een be drag van f 50.030, zijnda f .30 000 voor haar en f 20.000 voor haar beide kinderen, of haar te betalen tot aan haar .dood of een volgend huwelijk f 2000 per jaar en .aan ieder der kinderen tot aan hun meerderjarigheid ,f 500 per jaar. Voor de weduwe werd gepleit .door Mr L. van Gigh en voor ,de gedaagden door Mr A. F. Telders. v Do conclusie van den Officier yan Justitie is bepaald op 4 Oct. .a.s. ZIEKTEBESTRIJDING DOOR OOR DEELKUNDIG FOKKEN. Over sluipmoordenaars en gieharnaste ridders. Onder pluimvee komen zeer veel ziek ten voor, die soms besmettelijk zijn, soms niet. Vooral de besmettelijke veroorza ken enorme schade en tot de gevaar lijkste moeten gerekend worden: pest, cholera, klein'sche ziekte, tuberculose, diphiherie, pullorum en coccidiosis. In beschrijvingen over ziekten wordt vriel over bacteriën gepraat en bet publiek! komt daardoor tot een bacteriecrisis, die aan den eenen kant, als zij tot reinheid en desinfectie opwekt, wel goed is, doch aan den anderen kant vaak een heel voor name zaak doet vergeten. Er kan n.l. geen besmettelijke ziekte zijn of er moet naast de smetstof ook een daarvoor ge voelig dier zijn. Dat is nu een der voor naamste punten in de bestrijding der ziek ten, n.l. de dieren ongevoelig maken of ongevoelige dieren te fokken. Zeer veel diersoorten zijn van nature ongevoelig voor me.nschencholera en de mensrih is ongevoelig voor kippencho- lera, althans tot zekere grens. Een muis is erg gevoelig voor miltvuur, een konijn minder en een rat heelemaal niet. Een schildpad en een krokodil zijn ongevoelig voer een der vergiftigste bacteriën, n.l. die der kaakklem en zoo zijn er nog een massa voorbeelden op te noemen. Hoe geweldig gevoelig aan den anderen kant sommige dieren voor smetstofert zijn, kan blijken, uit de volgende proef. Men kan kippen binnen de vier en twin tig uur dooden door ze in te spuiten met 0.000.000.000.000.01 kubieke centi meter cholerabacillcn-cutu^r terwijl dui ven nog sterven bij de inspuiting van 0.000.000.000.000.000.000.01 (een sextil- lioenste) kubieke centimeter. In 1 kub. centimeter zitten dus mins'ens sext'lli oen bacteriën, d.w.z. met één druppel- Fe smetstof kan men gemakkelijk alle kippen en duiven ter werold binnen 24 uur dooden aan cholera. Het spreekt dus wel van zelf, hoe ontzettend gevaarlijk dergelijke smetstoffen zijn cn boe men door onzichtbare hoeveelheden meet. bloed of ander vocht van een ziek dirr. aan schoenen, handen of kleeren mede te nemen, talrijke dieren besmetten kan. Hierdoor is te verklaren hoe sommige ziekten, zooals cholera soms enorm ve-T slachtoffers eischen en hoe ah oennra drinkwater of slooten te Volendam he smet zijn, de zaak haast niet meer te redden is. En toch zien we, dat niet alle 'dieren aan een besmettelijke ziekte sterven als zij besmet worden. Heel duidelijk ziet men dit bij de rattenverdelgingen muizen, etc. Deze berust er op, dat men ratten en muizen voert met bacterie "ulturen welke bij hen een soort typhus veroorzaken. In een korten tijd breidt zich deze ziek te onder de dieren uit en doet ze ster ven. En toch een jaar later zitten do huizen, pakhuizen, stallen enz. weer vol en als men het zelfde, middel toepast, helpt het niet meer. Hoe komt dat nu? Onder elke partij dieren zijn or eenige van nature sterker dan de anderen en deze weerstaan de besmetting en blij ven dus over. Nu kunnen deze zich spoe dig daarop vermenigvuldigen en krijgt men dus al heel gauw een geslacht mui zen en ratten, dat gewoonweg van de geboorte af ongevoelig is. Spoedig ver dwijnt deze ongevoeligheid weer in vol gende geslachten als zij n'et voortdurend gesteund worden door fokproeven in be paalde richting, wat natuurlijk bij ratten niet plaats vindt. Toch hebben wij in deze ervaring de kern van een bestrijdingsmeihode van be smettelijke ziekten, waar ik al geruimen tijd de aandacht op gevestigd heb en die mijns inziens zeer veel belooft voor de toekomst. Door het doorfokken met z.g. ongevoelige exemplaren heeft de landbouw bij granen verrassende resul taten bereikt en graansoorten gekweekt, die ongevoelig zijn voor bepaalde schim melziekten. Bij marmotten heeft men al opgemerkt, dat als men met tegen een bepaalde ziekte ongevoe'ige dieren door fokte, men dan in de volgende geslachten ook ongevoelige dieren kreeg en dat als men deze dieren kruiste met gevoelige mar motten de ongevoeligheid zich net pre cies overerfde als andere erfljjke eigen schappen (kleuren, haarvorm enz.) Dit zelfde is nu bij proeven met witte mui zen en Japansche muizen ook gebleken. We zjjn dus thans zoover, dat we weten, dat de ongevoeligheid tegen bepaalde ziekten overerft. Dat nu is een zeer be langrijk punt en in den laatsten tijd heeft men bij pluimvee zeer belangrjjke proe ven in deze richting genomen. Zelf huldig ik al jaren lang dit fok- systeem op mijn proelfokstation te Vo lendam met de eenden. Ik houd deze dieren onder betrekkelijk ongunstige omstandigheden, 's winters be trekkelijk guur en koud, vaak dik in de sneeuw, nooit zwemwater, nooit groen voer. Daardoor heb ik thans een stam eenden gefokt, die er als het ware tegen kunnen doordat wat er niet tegen kon vanzelf stierf. Ik voel er niets voor om zwakkelingen kunstmatig in leven te hou den. Wat zwak is moet er uit en mag niet voor de fokkerij gebruikt worden. Ditzelfde principe heeft men nu en in nog sterkere mate ook bij kuikens toege past. Men heeft een groote partij kuikens kunstmatig besmet met pullorum. Na tuurlijk stierf het grootste aantal, doch eenige bleven goed gezond. Deze waren dus van nature ongevoelig. Van deze kui kens heeft men het volgende jaar weer gefokt en toen men van deze dieren de kuikens weer besmette naast gewone kui kens, toen zag men, dat onder de z.g. ongevoelig gefokte kuikens de ziekte veel en veel minder heerschte dan onder de gewone kuikens. Men i3 than3 bezig met een dergelijke proef bij de z.g. Klein'sche ziekte, een soort typhus der kippen, die in ons land nog al schade veroorzaakt. De Klein'sche bacil is een zusje van de pullorum bacil. Men besmette op het proefstation in Iowa 220 kippen en daarvan stierven er 105 of 47.7 pCt. Van de kippen, die niet ziek werden is verder gefokt en bleek, dat de nakomelingen beter tegen de ziekte bestand waren dan gewone kippen. Ziehier dus een nieuwe rich ting in de fokkerij, n.l. het uit zoeken en doorfokken van on gevoelige dieren. Hoewel ik dag- in dag-uit mijn werk vind in de smetstof fen, zie ik toch de toekomst der bestrij ding van besmettelijke ziekten niet in het bacteriën-vangen doch in verbetering der hygiënische omstandigheden en het fokken van weerstandbiedende dieren. Bij de hygiëne behoort ook zooveel mo gelijk vernietigen van smetstof, doch ab soluut alle smetstoffen vernietigen, dal bereikt men nooit, daar ze ons op veel te veel onbereikbare wegen op het lijf vallen (met voedsel, water, ingeademde lucht enz. enz.). Als onze dieren met zorg gefokt zijn en gekozen zijn uit ongevoelige dieren dan stuiten al deze sluipmoorde naars op geharnaste lichamen, die hun in jtijd van een oogenblik onschadelijk maken, zoodat ze niet de kans krijgen het lichaam ziek te maken. Dr Te Hennepe. Vragen, deze rubriek betreffende, kun nen door ahonne's worden ingezonden. Postzegel voor antwoord insluiten. Gewicht en gehalte van de suikerbieten op 10 September 1928. Het onderstaande overzicht betreffende gewicht en gehalte van de suikerbieten op 10 September 1928 is samengesteld op grond van de resultaten, verkregen bij de monsterneming, welke verricht werd door de correspondenten der Directie van den Landbouw in de onderscheidene deelen des lands, waar de teelt van suikerbieten van beteekenis is, en bij het onderzoek der monsters aan de fabrieken die daartoe door de organisaties van beetwortelsuiker- faJbrikanten zijn aangewezen. Deze tweede monsterneming, waarbij de monsters voor het overgroote deel afkom stig zijn van dezelfde perceelen als die van 16 Aug. '28, werd verricht door 186 mede werkers. In tabelvorm volgt bieronder een overzicht van de verkregen uitkomsten; teneinde eenigszins een 'beeld te geven van de ontwikkeling van het bietengewas zijn nogmaals opgenomen de cijfers van 16 Aug. j.l. en ter vergelijking tevens de to taal uitkomsten van onderzoek en mon sterneming in 1927. S 73 •S G o <v. t 00 10 O CO CÖ CO 0 in r-' 00 i> t> O bi) ws o o o PG><OUOCOlO<MC^GOCOO <<(^cqpq^iq^^cos^ 1 v-ri TH TH TH v—t VH t *—i O <J> 2* g rlCOOHOCOH 2$ 3 ioc-r-i>35<ocD g> bC tXfcD aomio^ioioo 00 IN o 05 o> t- 2 22 000 3 2 8|Ü 3>!T 2 f-1- N N N S5 N &ioOr*^GO*<j<ao'2 CO"-<CqiQ<NeOGO G c/j cS si) ri«ooot-tpr-cucc> (M co t- r- ~§5 go M G Ti 3 PNN •*-» 3 3 S 45 45 -*-» to CO GO 7i> IS o d G www co sq Besmettelijke veeziekten. Een bijvoegsel tot de Stct. no. 184 bevat een staat van de gevallen van besmettelijke veeziekten in Nederland, voorgekomen ge durende de maan! Augustus. Daaraan ontleenen wij de volgende cijfers (de cijfers tusschen haakjes duiden het aantal eige naren aan, onder wier vee de ziekte voor kwam), mond- en klauwzeer bij de her kauwende dieren en de varkens (3497; schurft bij de eenhoevige dieren en scha pen 15 (3); rotkreupol bij schapen 158 (15); miltvuur onder alle vee 30 (28). Vee pest, longziekte, kwade droes en huid worm, schaapspokken en hondsdolheid kwamen gedurende de maand Augustus 1928 niet voor. EEN ATJESCHE LANDSGR00TE OVER ONS LAND. In het H b 1 d. komt een interessant ver. slag voor, dat een der redacteuren had met den zoon van een der hoofden, 'Tëu koe Oemar Ndjong, die Dinsdag door H. M. de Koningin in particuliere au diëntie werd ontvangen en die thans weer op weg is naar zijn vaderland. Wij ontleenen daaraan het volgende „Ln de politieke verhouding?" vroeg ik. T'eukoe Oemar glimlachte. „Met de politiek," zeide "hij, „heb ik mij hier heelemaal niet ingelaten, omdat ik mij in Indië zelf bij1 geen enkele po litieke partij heb aangesloten en zulks ook niet denk te doen. Mijn familie is don Nederlanders steeds goed gezind geweest, anders zou ik Nederland niet bezocht heb ben. Zelfbestuur der Inlanders I Het klinkt prachtig, doch het is iets dat nog langen, langen tijd eischt. Gesteld men zou het thans kunnen brengen, dan zou het een ramp voor de inlandsche bevolking in geheel Indië zijn, want de oude veeten onderling zouden dan dadelijk uitgevochten worden en op komen, terwijl bovendien vele trolken in den archipel voor zelfbestuur nog onge schikt zullen zijn. Maar dit heeft, meen ik, niets van doen met de politiek en de politieke partjjen, waarmede ik mij niet inlaat." „Dus acht u hot Nederlandsch bestuur in Atjeh thans goed en is de bevolking er gelukkig onder?" „Zeer zeker. Vooral generaal' Swait heeft geweldig veel voor Atjeh geiaan on hij wordt door de bevolking nog steeds do „vader van Atjeh" genoemd en er zijn meer militairen ik noem b.v. thans resident Schmidt, die veel voor ons land zijni geweest. Men laat het dikwijls voorkomen alsof de Atjehers het land hebben aan alles wat Nederlandsch militair is niets F minder waar dan dat. Vele militairen hebben wij als warme vrienden gekend en 'ik zelf heb onder de officieren vrienden. Tijdens mijn verblijf hier ben nog zelfs naar Marseille gereisd om een Hollandschen officier, die mot verlof kwam, te verwelkomen. Denkt u dat ik zoo'n dure, vermoeiende reis gedaan zou hebben als wij iets tegen militairen had den? De bevolking haat de militairen niet meer. Zeker, er zijn nog wel enkele lnndge nooten, die steeds hun gesneuvrile vr r zaten betreuren en den Hollanders kwa lijk gezind zijn, doch hun aantal is ge ring, de groote meerderheid heeft niets meer tegen hen; de meesten denken nu meer aan handel en landbouw." „Dus u acht den toestand in Atjeh voor do toekomst beslist vredelieven I zonder onrust?" „Zegt u dót niet te hard," zeide T'eukoe Oemar ernstig, „dat zal grootendeel's af hangen van het bestuur in Atjeh. Na het heengaan van generaal Swart zijn er Eu- rofeepche bestuursambtenaren gewees', die zich verbeeldden „Atjeh in hun zak te hebben" en zich voordeden Atjeh-kenners te zijn bij uitnemendheid en die d?n ook veel j»oeds te niet deden dat de generaal gewrocht had, zooal's hst afschaf fen der landbouwscholen, de ambachts en (meisjesscholen., die zoo nuttig waren voor het volk. Dat is een groote fout geweest en hoe eerder die landbouw school weer wordt opgericht, des te beter. Maar gelukkig zjjn er ook bestuurs-amb tenaren zooals thans, die de bevolking beter begrepen; haar taal kenden; met hun hoofden overlegden. B ijft het bestuur goed, zooals thans het geval is, dan zal het goed gaan in Atjeh, maar anders zijn onlusten niet geheel onmogelijk. Dpcb kfomen die onverhoopt, laat men dan in Nederland goed beseffen dat de kiem der ontevredenheid gelegd was. „Zoudt u een voorstander zijn van de opleiding van zoons van Atjehsche be stuurshoofden in Nederland tot bestuurs ambtenaren?" T'eukoe Oemar antwoordde ontwijkend' „Dat hangt er maar van af," zeide hij. „Dat landgenooten van mij hier heen zou den komen om meerdere kennis op te doen van landbouw en veeteelt, ten einde daardoor de bevolking te kunnen leeren, zou ik prachtig vinden, doch opleiding tot bestuursambtenaren?Mijn hoofd bezwaar is dat de jonge menschen hier in Nederland onwillekeurig onder den in vloed zouden komen van de eene of andere politieke partij en door die partij beïnvloed hun taak zouden aanvaarden, dat zou ik een ongeluk achten voor Indië in 'het algemeen en voor Atjeh in het bijzonder. „Lr is hier voor ons op zooveel ander- gebied veel te leeren, dat ons als inland sche bestuurders nuttig kan wezen voor de bevolking. Onze cultures bieden nog een ruim arbeidsveld in Atjeh voor Neder, landers en inlandsche bevolking beiden: er is nog zooveel te ontginnen; onze ver waarloosde pepercultuur kan 'tot nieu wen bloei worden gebracht; de rubber heeft in Atjeh zijn intrede gedaan; gelijk ik zeide, voor de veredeling van den j Atjehschen veestapel is nog zooveel te

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 10