No. 288 Donderdag 6 September 1928 42e Jaargang VAN H00GER ORDE. Buitenland. Belangrijkste Nieuws. SUPP05IT0RIA FEUILLETON Naar het Engelseh. Dr. H.NANNING's (Zetpillen tegen aambeien.) it* j hg Directeur-Hoofdredacteur; R. ZU1DEMA. Bureau: Lange Vorststraat 70, Goes. Tel.: Redactie en Administratie no. 11. Postrekening No. 44455. Bijkantoor te Middelburg; Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs; Per 3 maanden, franco per post, f 3.~ Losse nummersf 0,95 Prijs der AdvertentlSn: 14 regels f 1.20, elka regel meer 30 ct Bij abonnement belangrijke korting. *4* Grond voor samenwerking? itëoeft, op grond van het thans gepu- 5 bJicgerde R.K.. Stembusprogram, herstel van de rechtsche samenwerking mogelijk worden geacht? Om deze vraag te beantwoorden schijnt het ons gewenscht allereerst in herinne ring te brengen wat eenige maanden ge leden door de „Nederlander", het hoofd orgaan der Chr.-Hist. Unie werd geschre ven. Immers waar de samenwerking ver broken werd tengevolge van een con flict tusschen Chr.-Historischen en. R,-Ka- tholieken is het allereerst noodig, dat deze partijen elkaar weten te vinden. Bij het politiek debat in de Eerste Kamer, was door de heerea Van Laar schot, Diepenhorst en D'e Vos van Steen- wijk met warmte gepleit voor het weder optreden, ,zoo mogelijk van een parle mentair Kabinet voortgekomen uit en steunende op de rechtsche groepen in het parlement. De „Nederlander" maakte daartegen geen bezwaar. Maar, aldus het Chr.-Hist, orgaan, niet elk rechtsch Kabinet zal een nieuw vruchtbaar tijdperk op poli tiek gebied kunnen openen. Wenscht men een rechtsche meerder, beid en een rechtsch Kabinet, deze wensch is voor verwezenlijking vatbaar, echter op deze onafwijsbare voorwaarde: dat de .politieke groepen, "die het wagen den Christennaam te mengen in hun po litiek program durven aanpakken „de aan de orde komende vraagstukken" en dat zij zonder onzekerheid en aarzeling de oplossing dezer vraagstukken ondernemen overeenkomstig het eigen beginsel. In dit verband werd dan gewezen op 'de sociale wetgeving, waarbij; da con servatieve geesten den Staat „de eerste en beste organisatie van het volksleven" Wenschen uit te ^phakelen, het koloniale vraagstuk dat in beteekenis vow het on derwijs niet onder doet, en de Buiten- landsche politiek, die steeds meer in het centrum der belangstelling komt te staan. Wat cfe „Nederlander" schreef. Door de „Nederlander" werden deze gedachten in een vólgend artikel nader uitgewerkt. Wie samenwerking wenscht, aldus dit orgaan, zal zekere idealen moeten heb ben voor de toekomst van een volk, n.l. de voorziening yi de behoeften, de ver zorging,, de ontwikkeling. En dan heette het verder: „Alleen reeds de sociale en kolo niale politiek bieden heerlijke gelegen heid, overeenkomstig het eigen beginsel, de idealen te stellen en naar hunne ver vulling te streven. Als wij dan meenen naar eene be paalde aangewezen meerderheid te moei ten streven, laten wij het dan uitspreken hoe wij; de roeping en de taak dier meer derheid zien, tegenover de maatschap pelijke nopden van ons volk en tegen over den roep om vernieuwing, dia ons uit Nederlandsch-Indië tegenklinkt, Het is niet ieder ten kwade te dui den, dat hij den schrijnenden maatschap- pelijken nood, het leed van bejaarden, zieken en werkloozen niet kent. Veler leven beweegt, zich zoo heel ver van de piek, waar dat leed geleden wordt. Wij hebben in Nederland, in de jaren 19101913, onder den grootsten tegen stand en smaad, de sociale verzekerings- 61.)! io1 „Eén ding slechts, zou "je dat willen Kien?" J i „Zeer gaarne," zij sprak zacht met eenige aarzeling. „tWas hard voor hem zijn' ouders toet te hebben gekend," voegde zij er a<F 1°6j toen John de kamer had verlaten. „Ik zou heul ook gaarne "hebben geleend, maar, toch nu ik hem ken John kwam weer binnen. „Hier, Ursula, is alles, wat ik van mijn ouders heb'. Niemand heeft dat ooit ge- Eien behalve Phineas daar". Hij hield 'kleine Grieksche Testament in de hand, uat hij mij jaren geleden had laten zien. Zorgvuldig, met denzelfden eerbied als wen hij een jongen was, maakte hij de ®tui open, welke gemaakt was van zij, met luiten eraan ongetwijfeld 'twerk van eea vrouw zeker wel dat van zijn too «Ier, Zijn vrouw nam 't zacht aan. Hij1 toonde haar 't schutblad; zij zag naar erijjj geschreven stand én laS hard wetten tot stand gebracht; maar de Ziek teverzekering is nog niet ingevoerd en de thans bestaande verhouding tusschen het loonbedrag en het renteeijfer voor ouden en invaliden blijft verre beneden bet looopercentage, waarop Talma het rente bedrag bepaalde. Velen zien zich door het onvoldoende der betaalde premiën geheel of bijna geheel van uitkeering verstoken. En ware het nu maar zóó, dat althans alle werkgevers, wier bedrijfsto-estanden het toelaten, zelf in de aan den dag tredende leemten voorzagen! Maar zoo is het niet. Diep treurige staaltjes van het „ben ik mijns broeder hostler?" kunnen dagelijks worden opgemerlft. Beslist noodzakelijk is de vaste krach tige toepassing van het eerste lid van Artikel 19 van het Christelijk-historisch Beginselprogram: „Ten aanzien van 'de regeling der maatschappelijke verhoudin gen worde door- den wetgever voortdurend rekening gehouden met den groei van het sociale leven." Ieder, die onbevangen opmerkt en eer lijk oordeelt, moet erkennen, dat in Ne derland het sociale leven, in zijnen groei, de ontwikkeling der sociale verzekering verre achter zich liet. Nu is het zeker plicht de sociaal-demo craten te bestrijden in hun streven naar schier-onbeperkte voorziening in de per soonlijke behoeften, door bijdragen uit de openbare kas. Maar dan moet er ook in eigen kring 'blijken van een onweerstaan bare drang door goede sociale verzekering in de rechtmatige behoeften van ouden, zieken, invaliden en werkloozen te voor zien, en moet blijken van den moed, allen openbare en geheime tegenwerkers, met hunne opgeblazen bezwaren van denk beeldige hooge kosten bedragen, te weer staan. De sociale verzekering met haar verzet eenerzijds tegen maatschappelijke onbewogenheid, anderzijds tegen Staats- voorziening, moet, gelijk in 1909 en in 1913, een levend programpunt blijken, telkens als wij doel en verwachting van de komende Kamerverkiezing overzien." Hieraan werd ten opzichte van het koloniale vraagstuk dan nog het volgende toegevoegd „Artikel 21 van ons Program van begin selen bepaalt: „dat in de Koloniën eene onbaatzuchtige staatkunde behoort te worden gevolgd, met nauwgezette inacht neming van het zedelijk en stoffelijk be- lang van de inlandsche bevolking.' Deze regel houdt ook iu, dat het ver leunen van meerderen invloed op den gang van zaken in het eigen Indische volksleven, niet langer zal worden uitge steld dan strikt noodzakelijk is, en dat gezocht zal worden naar nauwe vertrou welijke aanraking met de loyale elemen ten onder de inheemsche bevolking." Morgen hierover meer. Een rede van onzen Minister Beelaerts van Blokland te Genève. lie rede van minister Beelaerts van Blokland in de Volkenbondsvergadering van gisteren was natuurlijk niet zoo sen sationeel als verle'den jaar, toen hij een indruk maakte als geen staatsman van een klein land ooit te voron in dé Volken- bondsvergadering gewekt had) Verleden jaar had onze minister de taak, den volkenbond wakker te schudden op: „Guy Halifax, gentleman". „Ik dacht ik dacht 't Bleek, dat zij blijde verrast was; zij zou geen vrouw zijn ge weest, vooral geen vtouw, opgevoed in (geboortetrots, als zij zich op 'dit oogeri- blik niet verheugd had gevoeld. „Gij dacht, dat ik slechts de zoon yan een 'werkman was; of van niemand. .Wel, be- teekent dat wat?" „Neen," riep ze, terwijl ze hem om den hals viel. „'Neen 'tbeteekent niets. Ware je vader de koning op zijn troon of de bedelaar in de straat, 'tzou mij om 't even zrjn; gij zoudt steeds dezelfde wezen mijn man mijn John Halifax". „God zegene 'je mijn eigen vrouw, die Hij me gegeven heeft.!" zei John ter wijl hij haar vast omhelsde. John wandelde met rojj naar huis een'genoegen, dat ik nauwelijks had ver wacht, maar waar John zoowel als Ur sula op stond. Want van het eerste begin van hunne verbintenis was daar, tusr schen haar en mij, een broeder- en zus- terband ontstaan. Haar vrouwelijk, edel moedig karakter zou nooit hebben kunnen doen n.l. verkoeling zoeken te weeg brengen tusschen haar raan en zijn vroe gere vrienden. Neen zeker van haar rijkdom, in 't rechtmatig bezit van zijn gansche hart, stelde zij belang in alles en ieder, ia wie hij belang stalde. Zoo waren om het ontwapeningsvraagstuk niet te Ia- ten slapen. Thans bereidde'hij de heeren te Genève een groote verrassing door de delicate kwestie van de bescherming der nationale minderheden te gaan bespreken. Minister Beelaerts was de eerste, niet direct bij het vraagstuk betrokkene, die sinds 1921 dit probleem durfde aanroeren. In bet eerste deel van zijn rede consta teerde spreker met blijdschap de totstand koming van bet K e 11 o g g-p act, dat den oorlog veroordeelt als instrument van nationale politiek, en van de F r a n s c h- Engelsche vlootovereenkomst die vlootbeperking bedoelt. Hierna gaf de minister een beschou wing over het vraagstuk van de wapen- fabricage, dat pas de vorige week door de commissie-Bernstorff was behan deld. De Ne'derlandsche regeering heeft niet geaarzeld de verplichtingen van de conventie van 1920 inzake den wapenhan del op zich to nemen. De mipister sprak den wensch uit, dat de resultaten van de commissie Bern- storff, die bij als niet-bevredigend moest beschouwen een onderwerp van ernstige bespreking in de derde commissie van de Volkenbondsvergadering zullen uitmaken en dat de meeningsverschillen, die de vo rige week gebleken waren in de commis sie Bernstcrff, zullen worden uit den weg geruimd. Komende tot de economische kwesties meende Minister Beelaerts, dat men zijn oogen niet mag sluiten voor het feit, dat eenige tarieven op dit oogen- blik nog hooger zijn dan een jaar geleden en dat men voortdux-end een gemeenschap pelijke actie moet voeren om een beweging in de richting van tariefsverminderingen aan den gang te krijgen. Het tweede gedeelte van de rede was ge heel gewijd aan het vraagstuk der natio nale minderheden. De Minister herinnerde aan het laatste congres der Internationale Unie van Volkenbondsvereenigingen, welk congres den wensch heeft uitgesproken tot stichting van een permanente mindy- hedencommissie van den Volkenbond. De procedure, die door den Volkenbond gevolgd, is, heeft heel wat critiek uitgelokt, vooral buiten den Volkenbond. Minister Beelaerts acht het begrijpelijk, dat de gedachte van het scheppen van een permanente minderhedencommissie is ontstaan. Onze minister wilde de vraag stellen of bet niet mogelijk zou zijn een dergelijk orgaan in het leven te roepen en bet te omringen met de noodige waarbor gen. Toen Minister Beelaerts 'zijn rede 'be ëindigd had, ontstond uitbundige vreugde en erkentelijkheid bij bijna alle Duitsche journalisten en leiders der minderheden- kwesties. Ook de onzijdigen verheelden hun instemming met de woorden van mi nister Beelaerts niet. Ook de Engelschen en Franschen ap plaudisseerden na de redevoering van on zen minister, doch de nauwkeurig luiste rende Benes onthield zich van iedere bij valsbetuiging. Toeneming van auto's in Engeland, Er loopen thans 120.000 auto's meer iu Engeland dan op dezen tijd van verleden jaar. Het totaal wordt op 1.287.000 ge schat. De auto-fabrikanten spannen zich in tot sneller productie van nog goedkoo- per auto's dan nu aan de markt komen. wij de beste vrienden, mijn zuster Ursula en .ik. John en ik spraken een weinig over haar en over de goede mevrouw Tod en de groote vreugde, welke deze aan den dag had gelegd, toen zij haar terug zag en zij twee dagen in het dier bare oude huis te Enderley waren over gebleven. Toen wij de hoek van een straat omsloegen, kwam ons een prachtige equi page voorbijhij zag haar, met een glim lach, na. „Grijze hitten! Zij houdt zooveel van grijze hitten, met langen staart. Arm kind f Wanneer zal ik in staat zijn haar een rijtuig te geven? Misschien eens wie weet J" Hij begon over iets anders te praten en vertelde me van den lakenmolen; tij dens hij in Rose Cottage was, had hij dien nog eens bezocht. „En weet je, terwijl ik keek. naar de machinerie, kwam er een idee in mij op; inplaats van dat groote waterwiel je herinnert je 't? zou 'tmet stoom moeten werken." „Wat soort van1 stoom?" „Phineas, je geheugen is er niet beter op geworden, zie ik. Ben je dan vergeten dat ik je verleden jaar verteld heb van een Schots ingenieur, die geprobeerd heeft twee booten op de Clyde door middel van stoom voort te bewegen? .Waarom Voor 125 heeft men nu al een kleine auto die opmerkelijk snel loopt en het goed uithoudt. De ontruiming van het Rijnland. Betreffende het onderhoud tusschen den Duitschen minister Müller en den Franschen premier Briand is geen offici eel communiqué uitgegeven. Daarentegen heeft de Duitsche delegatie de volg.ende officieuse me-cfedeelimg Verstrekt: „Tus schen den Duitschen Rijkskanselier Mul ler en den Franschen minister van b-ui- tenlandsche zaken, Briand, heeft Woens dag het voorgenomen onderhoud plaats gehad. Onderwerp der bespreking vormde de ontruiming van het Rijnland. De be sprekingen hebben anderhalf uur geduurd. Zij1 droegen uit den aard der zaak een voorloopiig karakter. Aan beide zijden was men het er over eens om verdere be sprekingen met 'de overige bezettende mogendheden te doen volgen". Over het onderhoud zegt een Wolff- communiqué nog het volgende: Beide staatslieden bespraken Verschil lende vraagstukken, die op de agenda voorkomen en die Europa betreffen. De Rijkskanselier zette in het hijzonder het Duitsche verzoek uiteen om onmiddellijke ontruiming van het Rijnland door de ge allieerde troepen. Na de' toetreding van Duitschland tot den Volkenbond en de verdragen van Locarno en de stipte na koming der verplichtingen, welke uit het vredesverdrag, ten de Dawesovereenkomst voortvloeien, was een spoedige ontrui ming van het Rijnland een gebod der politieke noodzakelijkheid. Briand verzeikerde', dat de Fransche re'geering den Duitschen wensch grondig overwogen heeft en bereid' is Duitschland tegemoet te kooien zoover de toestand het gedoogt. Daartegenover moesten de ver schillende met de Rijhlandbezetting sa menhangende kwesties eerst opgelost wor den. Een dadelijke ontruiming van de tweede ten derde zöne kan slechts het resultaat van latere onderhandelingen zijn. Het debat over de le&'erwet In België, De Belgische Kamer heeft gisteren, na-dat de socialisten hun obstructie had den opgegeven, de kern van de nieuw® legerwet aamgenoifoen door het Veelbe sproken artikel 12 goed te keuren, dat den duur van den diensttijd bepaalt en de vergoedingen. Nadat -een communistisch amendement, houdende onmiddellijke invoering van den zes-maanden-dienst, bij staan en zit ten was Verworpen, werd ook nog een socialistisch voorstel om den diensttijd te brengen op 10 maanden voor reserve officieren, 8 maanden Voor onderofficie ren, 6 mnd. voor soldaten afgewezen door da Kamer, met 89 tegen 59 stemmen en 5 onthoudingen van do gro-ep der Vlaamsche nationalisten. Artikel 12 werd vervolgens met dezelf de meerderheid goedgekeurd. Het bepaalt in-ho-ofdzaak, dat de dienst tijd wordt gebracht op resp. acht, tien, twaalf, dertien o-f Veertien maanden, naar -gelang der categorie. Brieven schrijven per radio. De post- en telegraafmaatschappij in Amerika (heeft leen nieuwen dienst in gevoerd voor de verzending van berich ten van allerlei aard door tele- foto-grafie: de geadresseerde ontvangt zou deze kracht ook niet in een laken molen kunnen worden aangewend? Ik weet, dat 'tkan ik heb de machinerie reeds voor elkaar in mijn hoofd. Ik heb er gisteravond een teekening van ge maakt en 't Ursula laten zien; zij be greep 't terstond." Ik glimlachte. „Ba ik geloof, 'met ge duld en vaardigheid, zou iemand zijn for tuin er mee kunnen maken in die lu- kenmolens van Enderley. „Veronderstel je probeerde "teens," zei ik half spo-ttenid, terwijl ik verrast was hoe ernstig John 't opnam. „Ik wou, dat ik 'tkon probeeren, als 'tmaar uitvoerbaar is. Een en an der maal heb ik gedacht, dat 'tzou kunj- nen. De molen behoort aan Lord Luzi- more. Zijn rentmeester drijft hem'. Nu, als men maar meesterknecht of opzichter kon worden „Probeer 't ge kunt alles, wat ge pro beert." „Neen, ik moet er niet aan denken zij en ik zijn overeengekomen, dat 'tniet moet," zei hij flink, ,,'tls mijn zwak mijn stokpaardje, weet je, Maar geen stokpaardjes nu. Bovendien mag ik niet, voor iets denkbeeldigs slechts, 'twerk op geven, dat voor mij ligt. Wa.t zou er van de looierij worden, Phineas?" „Mjjn vader mista ja en klaagde veel; Binnenland. De Koninklijke familie te Zwolle. Minister Kan naar Z-eeland. Alg. Vergadering der Ohr. Werkgevers- vereenig, in-g. Buitenland. Briand en Müller over de ontruiming van het Rijnland. Rede van Minister Beelaerts van Blok land in de Volkenbondsvergadering. De Belgische dienstplichtwet in behande ling. i 1 een facsimile Van het door den afzen der verzonden bericht. De seinkosten zijn slechts 50 pCt. hooger dan voor een gewoon telegram. Gravures, documenten en plannen kunnen .eveneens overgeseind worden, maar dan zijn de kosten hooger. Het zieke Griekenland. Het bericht van Venizelos' ziekte ver oorzaakte te Parijs groote bezorgdheid, zoodat aan de beurs een daling intrad, die later op o-ntvangst van gunstige be richten omtrent het verloop van de ziekte doo-r een herstel werd gevolgd. Een spe- cialiteit voor hartziekten is aan Venizelos-* ziekbed ontboden. Op het oogen blik moet het aantal ziek- tegevallen in Athene en Piraeus 350.000 bedragen, terwijl er 589 sterfgevallen voor- gekomen moeten zijn. De door den v-olkenbond gezonden arts verklaart echter, dat men zich niet hei- vreesd behoeft te maken, dat de ziekte een permanent karakter zal aannemen. Naar uit Athene wordt gemeld, is ook de Grieksche minister van marine door de geheimzinnige koortsepidemio aanga- tast Wat Venizelos betreft, de geneesheer en zeggen, dat hg een sterke constitutie heeft en jij hopen, dat hij spoedig zal her- stellen. Op hem wordt dezelfde behan delingsmethode toegepast als op de an dere patiënten, welke methode jjestaat in een soort citroen-kuur. Twee citroenen worden zoolang ga- kookt in vier liter water, totdat dit door verdamping tot een kwart liter Is ge slonken. Dit restje vloeistof wordt in drie gelijke doses gebruikt met tusschen- poozen van drie uren. Een bepaalde werkzame medicijn tegen deze ziekte is echter niet bekend. Churchill als metselaar. Winston Churchill, de Engelsche minis ter van financiën, is een veelzijdig man. Als soldaat, als journalist, als staatsman, als schilder en als historicus heeft hij talenten ontvouwd, die in ieder geval hoven de middelmaat uitgingen. 'Thans heeft de minister een nieuwe liefhebberij gevonden in handenarbeid, en wel in metselwerk. De heer Churchill kreeg dezer dagen plotseling het plan een huis te bouwen hij kwelt zich meer met de zaken dan nioodig is, denk ik." „Laat hem dat niet doen. 'Houd hem zoo-veel thuis als ge kunt. Ik zal voor "de looierij zorgen; je weet en hg weet 't pok, dat alles wat er gedaan' kan worden voor ons allen, ik doen zal." „Zeker, John „Neen, er is niets om er bezorgd over te wezen niets meer dan dit afgeloop-en jaar. Alle handel is nu slecht. Geen nood, we zullen den storm wel te boven komen ik ben niet bang." Ik begon te vermoe den, wat hij reeds moet -geweten hebben, dat ons vermogen een langzaam zinkend schip gelijk was, waarvan 'troer ontglipt was aan de zwakke hand van mijn vader. Maar John had 'tgegrepen; misschien, met Gods hulp, zou hij 't veilig aan land kunnen geleiden. Ik had geen tijd om iets te zeggen, want de wagen met de aardige grijze hitten kwam weer langs ons. Er zaten twee dames in; een leunde naar buiten en boog. Er kwam een lakei om mijnheer Halifax te vragen of hij wilde komen spreken met Lady Caroline Brith- Woord. „Zal je 'tdoen, John „Zeker waarom niet?" En hij ging maar 't rijtuig. (Wordt vervolgd.)!

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 1