DE ZEEUW
UT
Geen vlieg
in Kuis
TWEEDE blad.
Voor den Zondag.
I Fa J. A. L. G. WITTE S
ORANGE
VAN HOOGER ORDE.
HET ADRES
A. WIL KING
Uit de Provincie.
Gemengd Nieuws.
als ge sproeit met
Wat er deze week voorviel.
vm
troebele Sinaasappeliimonade
2ATEBDAG 25 AUG. 1928, No. 278.
MEMSCH EN WAARDE.
Wie den arme verdrukt, smaadt
deszelfs Maker; maar die zich over
den nooddruftige ontfermt, die eert
Hem. Spr. 14:31.
Onder de waarden, waarmee onze prak
alles wetende, wegende en schatten-
"tijd 'het zoo druk pleegt te hebben, be
komt ook de menschenwaarde.
jp0n verschijnsel, waarover we ons en
kel te. verblijden zouden 'hebben, zoo hij bij
(Ig bepaling van de waarde eens menschen
ook den rechten maatstaf aanlegde.
n' Maar, helaas, als in alle dingen, toont
hii ook in de 'keus van dezen maatstaf te
bphooren tot' wat de H. Schrift in ongun-
stigen zin „deze eeuw" noemt.
Hit wil zeggen, dat hij daarbij, niet uit
komt boven het schepsel.
He waarde van een mensch bepaalt hij
naar de beteekenis die zulk een mensch
koeft voor „deze wereld". En die betee
kenis kan dan liggen of in wat hij is:
naar zijn karakter, naar zijn geestesaan-
leg of ook dit telt mee naar zijn
spierkracht, of in wat hij heeft: aan geld,
aanzien, macht of invloed.
Wie door één dezer dingen uitsteekt telt
meo. Wie ervan ontbloot is wordt als
waardeloos opzij geworpen. Gevolg is, dat
de zwakken en armen twee categoriën
die veelal samenvallen niet alleen nau
welijks de aandacht waardig worden ge
keurd, maar zelfs meedoogenloos verdrukt
worden.
Rechten hebben ze niet.
Hun plaats wordt hun nauwelijks ge
gund.
Veel beter ware ze door sterkeren en
rijkeren ingenomen.
En de stemmen, die in naam van den
vooruitgang roepen om de opruiming van
deze sta-in-den-wegs, groeien met den dag
in aantal en kracht.
Hoe geheel anders de Schrift.
Zij óók weet van menschenwaarde.
Zij, met haar niets-sparend, haar diep-
vernederend, haar vernietigend oordeel
over den zondaar, weet van menschen
waarde als geen ander boek ter wereld, en
stelt ze hooger dan alle menschenvereer-
ders samen.
So neemt het op voor de zwakken en
ze voert het pleit voor de armen.
Ze eischt plaats en recht, ze vordert
eerbied en liefde voor wat, noch om wat
het is in zich-zelf, noch om wat het hééft
of vermag, eenige aanspraak kan doen
gelden.
Want de maatstaf dien ze aanlegt, is
een andere dan die van de wereld.
Niet in 't schepsel, niet in den mensch-
zedf zoekt ze hem maar ver boven den
mensch uit, in God, zijn Maker.
Alle dingen ziet de Schrift in 't licht
van Hent, die hun oorsprong is.
Wat over hun waarde beslist is de ver
houding, waarin ze, naar Zijn wil en be
doelen, staan tot Hem en tot het geheel
der dingen die Hij schiep.
Aan geen menschelijke wiHekenr en aan
geen menschelijk inzicht, maar aan Gods
souverein welbehagen hangen het recht
en de eere van hun bestaan, en de plaats
die ze zullen innemen.
GOES - TEL. 264
WIJNHANDEL
fl.— per flesich.
feuilleton
Naar het Engelseh.
53.)
Hij wrong zijn handen met een luide,
bir.ge, half gekke lach en viel toen zwaar
neer op een stoel. Weinige uren later lag
J °P mijn bed, neergeworpen door de
eerste, werkelijke ziekte, welke hij ooit
gehad had.
t Was blijkbaar een soort koorts, welke
Teel m Norton Bury voorkwam, sedert
een hongersnood van 't vorige jaar. Ten
®cnste. zoo zei Jael, die h .n oppaste.
'I geen dokter en scheen veit-
c nkt als men maar den naam van dr
Jessop noemde. Ik ging hem in 't begin
tegen, want ik wist .wel, wat
T, onmiddellijke oorzaak van zijn
tèf ,wezeQ mocht, haar diepste oorzaak
wbu was in die geestelijke foltering,
ïsc geen dokter genezen kan. Maar na
f 7 dagen riepen we toch een dokter
j. P een vreemde van Coltham
z,ei' etat 't koorts was, welke hij had
Pgodaan o|pl zija ouR zolderkamertje, in
ongezonde steeg, waar Sally Watkin's
was, waar hjj nog steeds was bl ij-
Wat Hij schiep zal niemand doemen tot
niet-zijn.
Wat Hij een plaats gaf in Zijn wereld,
zal niemand trachten te verdringen.
Wie het doet of póógt te doen, die heft
de hand op tegen den souvereinen en al-
maohtigen Koning aller dingen.
Wie het plaats geeft, wie het eert in
zijn recht, wie het steunt en tehulp komt,
die biedt zijn Maker eere, die treedt in den
dienst van God, die wordt Gods mede
arbeider.
En dat geldt óók van de zwakken en
de armen onder de menschen.
Ook in den zwakke en arme toont ons
de Schrift een schepsel Gods; in zijn be
staan zelf en in het „hoe" van zijn be
staan een beschikking des Heeren.
Daarom waarschuwt ze voor 't verdruk
ken van den arme, als voor een smaden
van diens Maker; en daarom maant ze
tot ontferming over den nooddruftige, als
een eeren van onzen God.
In 'dit laten gelden van den wille Gods
als den maatstaf voor onze waardeering
van- en voor onze verhouding tot de din
gen en de menschen, toont ze ons de bron
van alle barmhartigheid jegens het ellen
dige; zooals ze ons in de eenheid van de
beide tafelen der wet, in de liefde tot den
Heere onzen God, het motief ontdekt van
de liefde tot den naaste.
En wie de ontferming Gods over het el
lendige :het ellendige en schuldige
in Christus ontmoette; wie door deze ont
ferming zich zelf als een ellendige en
schuldige d.*i. als een onwaardige gered
en gezaligd weet die vraagt in het be
staan zijner liefde niet naar de waarde
van den mensch in hem zelf, maar heeft
ook het onwaardige lief om zijns Makers
wille.
DE GOEDE HERDER.
Reeds zijn negen en negentig veilig thuis
In de schaapskooi bij elkaar;
Maar een doolt rond en is ver van huis
Op de bergen in gevaar;
Op bergen, waar 't geen schuilplaats vindt,
Ver van den Herder, Die het mint.
„Heer, negen en negentig zijn bijeen;
„Zjjt Gij daarmee dan niet voldaan?"
Maar de Herder herneemt: „Ach, juist dit één,
„Dit verdoolde, wil 'k niet laten gaan;
„En al is de weg ook steil en ruw,
,,'k Zal gaan om Mijn schaap te zoeken nu".
Maar geen der verlosten heeft ooit verstaan,
Door wat diepe waat'ren Hij ging,
Door wat duist'ren nacht de Heer is gegaan,
Eer Hij hen met Zijn armen omving.
In de woestenij hoorde Hij hun kreet
En jlings was Hj tot hun hulp gereed.
„Van waar zjn die dropp'len bloed, o Heer,
„Langs den bergweg wijzend 't spoor?"
„Zj vloeiden voor een ,die den weg verliet,
„Die den Herder uit 't oog verloor."
Terwijl Hj hen zocht overal in 't rond,
Werd 's Herders hand aan de doornen gewond.
Maar, hoort door de bergen, waar 't onweer
[woedt,
Van het rotspad, steil .en ruw,
Weerklinkt nu een roepstem, welgemoed,
„Gevonden! verbljdt u nul"
En de eng'len herhalen 't bij refrein:
„De Heiland zocht en vond het Zjn'."
Toenadering.
Wij hebben er al eens meer op gewe
zen, zegt het „Centrum", dat er toch,
vergeleken met vroeger, iets, zelfs veel,
veranderd is in de verhouding tusschen
Duitschers en Franschen.
Fransche ministers zijn naar Duitsch-
land .gekomen, en daar vriendelijk ont
vangen.
En nu gaat dezer dagen Stresemann
naar Parijs.
Iets dergelijks was weleer ondenkbaar.
Dat tien jaren na den vrede de Duit-
sche minister van Buitenlandsche Zaken
naar de Fransche hoofdstad kan komen,
om een verdrag te onderteekenen, waar
bij de oorlog als middel van nationale po
litiek verworpen wordt, noemt de „Temps"
terecht een „teeken des tijds, dat niet kan
worden misverstaan."
De vredes-gedachte dringt door, werkt
ven wonen. Hij had 't reeds lang onder
de leden gehad, zei de dokter, maar
'tzou nu wel gauw 't hoogtepunt hebben
bereikt en dan zou hij spoedig weer
beter zijn.
Maar hij werd niet beter. Dagen wen
den weken en neg lag hij daar zonder
klagen, maar wanneer ik van herstel
sprak, keerde hij 't gezicht naar 'den muur
hij was levensmoede.
„Bhineas, jongen, raak mij niet aan
laat mij rusten."
Een zwakke, klagende stem was dat
een verschrikkelijk verlangen naar rust
Wat zoo hij, niettegenstaande alle ge
ruststelling van den dokter, slechter en
slechter werd -mijn vriend, mijn hoop,
mijn trots, al mijn troost In dit ievem
zoo hij uit dit leven naar 't andere zou
pvergaan, waar hij mij, al riep ik nog
zoo luide, niet meer zou kunnen anifj-
woorden en nooit meer tot mij zou kunp
nen terugkeeren.
O, God van genade^ als ik moest ach
terblijven in deze wereld, zonder mijn
broeder 1 Ik had er dikwijls aan gedacht,
dat ik hem zou moeten .verlaten, rustig
heengaande, wanneer 't den: feever van
alle leven zou behagen 't mijne tot Zich
ta nemen, in slaap vallend, geholpen en
getroost door zijn liefde tot 't laatste;
dan niet J anger een last voor hem, hem
achterlatende om een heerlijk leven op te
door, en verzacht gaandeweg meer de
scherpte der oude tegenstellingen.
Het dwaze begrip van een zoogenaam
de „erfvijandschap" begint af te slijten.
En dit is niet enkel een quaestie van
het gemoed, maar ook van den geest, van
het gezond .verstand, waardoor men heeft
leeren inzien, dat van zulk een vijand
schap beide volken slechts nadeel onder
vinden, en het oneindig beter is toenade
ring tot elkaar te zoeken.
Voor geringschatting en haat treden
geleidelijk waardeering en vriendschap
in de plaats.
En daarmee zu'len niet slechts Frank
rijk en Duitschland, maar ook tal van
andere 'anden gebaat zijn.
De geheele sfeer der internationale po
litiek wordt er door gezuiverd.
voor Manufacturen
Dames- en Kinderconfectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is
GOES HULST
mm
Middelburg. Wij verwijzen belangheb
benden naar de advertentie in dit nr
van de vereeniging voor voortgezet nij
verheids onderwij's jMiddelb urg-Vlis sing en
Deze vereeniging geeft gelegenheid tot
het volgen van lessen in verschillende
Vakken.
St. Laurens. Door de politie alhier is
gisternamiddag een persoon, afkomstig uit
België, aangehouden als verdacht van po
ging 'tot oplichting. De man is. ter be
schikking van de Justitie gesteld.
- Grijpskerke. Donderdagavond trad voor
de schoolvereeniging 'alhier op Ds J. L.
Pierson, van Bilthoven, voorz. der Unie
met een herdenkingsrede ovjer het volks-
petitionneanent Van 1878.
De spreker bepaalde zijn gehoor bij
den toestand der vorige eeuw op hiet
gebied van de school en schetste in vo
gelvlucht. wat de staat sedert de Fran
sche revolutie voor het onderwijs had
geda.an om dan stil te staan bij de aan
bieding van het Volkspetitionnement aan
Z.M. Koning Willem III op het Loo den
Sen Aug. 1878.
De wet-Kappeyne Van 1878 erkende niet
de rechten van ons Christelijk volksdeel
dat zelf den geest wilde bepalen, waarin
zijn kinderen werden opgevoed. Daarom
werd een actie op touw gezet, om den
koning te verzoeken, die wet hiet te be
krachtigen. Dit geschiedde helaas toch.
Toen scheen de kans op vrijheid van
ondierwijs verloren. Doch het was uit ver
lies winst. De vonk, die was ontvlamd,
werd niet gedoofd. En daaruit is de Unie
geboren, die beoogt altijd paraat te zijn
als het gevaar dreigt.
Er is nu veel verbeterd. De jonge men
schen. van thans kennen niet meer den
druk, dien onze ouderen hadden te tor
sen. Daarom is het goed aan het ver
leden te herinneren en te overdenken
wat we lezen in Johannes 4:36, 37 en
38. Al is in 1920 veel verbeterd en schijnt
niets te doen meer over, toch heeft de
wet van 1920 niet gegeven wat gevraagd
werd. De Vrije school is onder staafs-
voogdij gebracht en dat is nooit onze
bedoeling geweest. Ons volk mag daarin
niet berusten. Het moet bij zijn rechten
blijven waken en het mag niet rusten
voordat de school geheel vrij is.
Want een wet 'kan veranderd wofden
door een andere wet. Ziende in het Ver
leden, met dankbaarheid Vervuld van het
heden willen wij waken en werken in de
toekomst, onze hulp verwachtende van
God. Hiermede eindigde spTeber zijn rede,
die helaas door yeel meer belangstellen
den had 'kunnen bijgewoond zijn.
Krabbendijke. Woensdagavond vergader
de de raad dezer gemeente. Afwezig was
dhr A. P. Woutersen. De rekening van
bouwen, welks jrijk weefsel al de arme
jgebroken draden van het mijne zou in'
zich opnemen en tot schoone volmaking
brengen. Maar nu zoo dit alles te ver
geefs zou zijn, als hij van mij zoude
heengaan en niet ik vani hemik viel
op mijn Knieën en de stomme kreten!
van mijn hart klommen op naar den
Hoögen.
Hoe zou ik hem kuiïnen redden?
Daar scheen maar één weg; dien greep
ik aan, ik wachtte niet om na te denken!
of deze goed of verkeerd was, eervol of
oneervol. Zijn léven stond op 'tspel en'
daar was slechts één weg; bovendien,
had ik niet God aangeroepen om hulp?
Ik deed de blinden open en zag nlaar
buiten. In weken was ik den drempel
niet over geweest, ik was verrast te zien,
dat 't lente was. Alles zag er zoo heep
lijk uit; een merel zong luide in de
boomen, om de 'kerk aan den overkant;
alles was zoo frisch en glansde, beladen
met de "hoop van het komende jaar. Etn
daar lag hij op 2'n ziekbed, stervend!
Alles wat hij zei, toen ik 'tgordijn wegf
schoof, was een zacht geklaag
„Geen licht 1 ik kan 't licht niet verdra
gen 1 Laat mij met rust."
In een half uur, zonder iemand iets
te zeggen, was ik op weg naar Ursula
March. Zij zat alleen te breien in de zo-
mer-zitkamer. De dokter was uit; ik zag
inkomsten en uitgaven, gewone dienst
1927 werd vastgesteld in inkomsten op
f 77-189.44, uitgaven f72.430.46, dus een
goed slot van f 4758.90. De kapitaaldienst
in ontvangsten op f 4535.96, uitgaven op
f 3000-58i/2, goed slot op fl535-37y2.
De begrooting van het grondbedrijf,
dienist 1929, werd in ontvangsten en uit
gaven vastgesteld op f2516.90.
Daarna werd aangeboden de gemeente-
begrooting, dienst 1929, in ontvangsten en
uitgaven f7.4810.06, waarop voorkomt een
bedrag van f25000 aan inkomstenbelas
ting. Het reglement bedoeld in art. 14
der gemeenschappelijke regeling, betref
fende den bouw en exploitatie der.gasfar
briek „Oosteinde" werd goedgekeurd. De
bedrijfsbegrooting gasfabriek voor het
tweede halfjaar 1928 werd vastgesteld.
Daarna kwam aan de orde, benoeming
van een tijdelijk directeur der gasfabriek
„Oosteipde". De voorzitter deelde mede,
dat de dagelijksche besturen van de ge
meente Kruiningen en de andere ge
meenten overeengekomen zijn slechts een
tijdelijk directeur aatt te stellen voor ge
meenschappelijke rekening. Aangezien /de
tegenwoordige directeur eind Aug. naar
Schoonhoven vertrekt, is het noo lig dat
deze Vacature direct kan worden ver
vuld.
De heer J. D. A- Sneep, technisch ad1
viseur te Zeist, joud-directeur der gas
fabriek te Vlaardingen, wil gaarne onder
bepaalde Voorwaarden deze betrekking
Waarnemen. B. en W. stellen daarom
voor dhr Sneep te benoemen. Met alg.
st. werd hij daarna gekozen. Het salaris
zal bedragen f250 per maand, benevens
vrije woning, vuur en licht. De directeur
zal uit een' practisch oogpunt te Krab
bendijke wonen. Door de Vereen, tot ver
krijging van onroerend goeid door landar
beiders is voor den bouw van zes plaats
jes een voorschot aangevraagd van
f21.600- Na eenigei bespreking besloot
de Raad met alg. st. dit Voorschot bij
het Rijk aan te Vragen.
Royaal Lunapark. Wie fa
ta alt dat? Naar uit Nieuwer Amstel
gemeld wordt, is door de exploitanten van
het Ainstelveensche Lunapark er 'bij de be
voegde autoriteiten op aangedrongen om
het park des Zondags geopend te krijgen.
Dezer dagen werd zelfs aan het Gemeente
bestuur bericht, dat de Directie genegen
was garant te staan voor een bedrag ad
f 50.000 als belasting in de gemeentekas
vloeiende, zoo ook des Zondags het park
geopend mag zijn.
De burgemeester dhr A. Colijn hield
echter voet bij stuk en weigerde het ver
zoek.
Moderne beschaving.
Woensdagmorgen meldde zich aan het
Stadhuis te 's-Gravenhage onder de gratis
trouwlustigen een 21-jarig jongmensch,
die ondanks deze, we zouden bijna zeggen
kinderleeftijd, reeds voor de derde maal
zich kwam aanmelden om, wat voor ande
ren een gewichtigen levensstap as, te doen.
Drie jaar geleden kwam hij voor de eer
ste maal en uit dit huwelijk werd een
kindje geboren.
Een jaar later was hij gescheiden en
had hij zich weer aangemeld voor een
tweede huwelijk.
Het was van iets langeren duur en er
werden twee kinderen geboren.
Maar hij kreeg er weer genoeg van en
liet zich scheiden.
Alle stukken waren in orde en de moe
der van dezen „bruigom" had voor do
derde maal toestemming gegeven.
Achteraf had zij zich blijkbaar toch nog
eens beraden en bedacht.
En in plaats van te komen, stuurde zij
een boodschap, dat zij wegbleef en voor
dat derde huwelijk_geen toestemming gaf.
De trouwlustige bruigom was allerminst
uit het veld geslagen en onder den uit
roep: „dan maar naar den kantonrechter",
ging hij met zijn a.s. vrouw van de Groen
markt naar het Kantongerecht op de
Prinsegracht.
Is een triester beeld van bet moderne
huwelijk met echtscheiding wel mogelijk?
De smok keiviool. Te Herzo-
genrath kwam den laatsten tijd geregeld
een man met een viool, 'die hij op straat
bespeelde. Men ging vermoeden, dat hij
mevrouw Jessop, achter in den tuin bezig
met de bessenstruiken wij waren dus
veilig.
Zooals ik zei, Ursula zat te breien^
maar zrj zat stil voor zich uit te droo-
men. Mijn binnenkomen deed haar opi-
schrikken en scheen een zoete gedachte
van haar te verdrijven. .Maar zij bej-
igroette mij hartelijk zei, dat ze blij
twas mij te zien dat zij geen van ons
beiden in den laatsten tijd meer had ont
moet en toen begonnen! (Je breipennen
zich weer opnieuw vlug te bewegen.
„Geen wonder, dat u ons niet ontmoet
hebt, juffrouw March; John is erg ziek
geweest, en is nu nog ziek, bijna sten
Vende."
Ik wierp de woorden naar haar toe,
scherp als werptepietsen, en zag "of ze
haar troffen.
„Ja, zij troffen zij wondden; ik kon
haar zien beven.
„Ziek! en niemand vertelde mij 't!"
„U? Hoe zou 'tu zoo kunnen aandoen'?
iVoor mij, nu en mijn wreede woon
den, want wreed waren ze, gingeö verder
niets en niemand int de wereld is mij
liever dan John Als bij sterft
Ik liet de stroom van mijn ellende en
smart over baar komen, want was niet
zij de oorzaak ervan?
Vergeef mei Ik was wreed voor u, Ur
sula; ea gij waart zoo goed zoo
de gele bui
met zwarten band
met andere dan muzikale bedoelingen
kwam en verdacht hem van smokzelen.
De kommiezen onderzochten toen zijn vi
ool en het bleek, dat deze behoorlijk ge
vuld was met koffie, die uit Nederland
was gesmokkeld.
Smokkelaars. Toen Duitschef
polilie-beambten aan de grens bij Kerk-
rade surveilleerden, zagen zij een zwaar
gepakt en gezakte smokkelaarsbende zich
begeven naar de Nieuwstraat. Bij. het
naderen van de politie stoof de bende
uiteen.
Twee smokkelaars vluchtten achtervolgd
door een politieman, in een danszaal.
De politieman werd door het publiek,
voor het overgroote deel uit Hollanders
bestaande, gehoond en uitgescholden en
de bedde smokkelaars zagen kans.de plaat
te poetsen op Hollandsch gebied.
Een ander politieman had de Overige
smokkelaars kunnen arresteeren, doch da
bezoekers uit danszaal en herberg poog
den hen te bevrijden. De politieman trok
toen zijn revolver, hetgeen kalmeerend
werkte op de opgewonden menschen.
Hij: slaagde er niet alleen in de smok
kelaars in verzëkerde bewaring t.e stel
len, maar hij kon nog bovendien enkele
belhamels achter slot en grendel brengen.
De smokkelwaar werd in beslag geno
men.
Weken van heerlijk zomerweer
liggen achter ons. Niet alleen de tal
rijke vacantie-gangers hebben dezen zo
mer rijkelijk kunnen genieten, maar
wat van grooter beteekenis is de land
bouwers hebben hun oogst in prima con
ditie mogen binnenhalen. Van alle kan
ten hoort men, dat kwaliteit en opbrengst
der gewassen meevallen. Werkelijk, de
Heere, onze God, geeft veel dankens-
stoft
Wat is het daarentegen jammer, dat het
diep-ingrijpend conflict te Vlissiu-
gen, dat nu reeds ruim drie maanden
duurt, nog niet is opgelost, en dat een-
poging daartoe, deze week gewaagd, weer
is mislukt. Dé toekomst ziet er voor Vlis-
singen donker ,uit.
Ook in den kring dergenen, die lei
ding' hebben te geven inzake de elec-
trificatie van ons gewest, is da
vrede noig niet weergekeerd. Het was
reeds geTuimen tijd bekend, dat het niet
haxmoniëerde tusschen den Raad van Ad
vies der P. Z. E. M. eenerzijds en den
Raad van Bestuur dier Mij en Ged. Sta
ten anderzijds. Maar dit nieeningsversohi!
is nu al heel duidelijk naar buiten merk
baar geworden door de ontslagname vara
verschillende leden van den Raad van Ad
vies. Bevorderlijk aan de populariteit der
P. Z. E. .M. zijn deze dingen nu juist niet.
Dat .onze gevangenissen nog niet
solied genoeg zijn, is deze week gebleken
Niet minder dan vier personen zijn op
één nacht uit het Scheveningsché hotel
„de houten lepel" ontvlucht. Twee hun
ner heeft men reeds weer te pakken.
Ontroerend was het verhaal van het
drama, dat Zondag j.l. te Hilver
sum na het uitgaara der kerk in een auto
plaats had. Twee menschenlevens wer
den op eens afgesneden. Wat kan de
zonde een mensch toch tot vreesebjka
daden brengen 1
En toch probeert men telkens weer,
ook in de wereld der internationale po
litiek, den mensch hoe langer zoo beter
voor te stellen.
Tien jaar geleden! is de VTeeselijkste
aller oorlogen beëindigd en nog lijden
vele volken onder de gevolgen daar
van, era nu heeft men een pact ontworpen
ea———■—i—r—
vriendelijk!
Zij stond op, kwam naar me toe en
plam mijn hand. De hare was zeer koud
en haar stem trilde.
„Eedaar l Hij is nog jong en God is
zeer goed."
Zij kon niets meer zeggen, maar ging
weer zitten. Haar was een wilde smart
in haar blikken welke zij wilde ver
bergen, maar ik hield haar vast als een
slang een jong vogeltje vasthoudt. Zij zat,
ineengedoken, bijna als een vogeltje, een
arm, hulpeloos vogeltje door dén storm
verrast. Zij stond weer op, en deed een
poging de kamer te verlaten.
„Ik zal mevrouw Jessop roepen: zij
zal kunnen helpen
„Zij zal niet kunnen blijf!**
„Hokter Jessop dan ge moet hulp!
hebben
„Geen hulp als die, welke nooit komen
zal. Z'n lichamelijke ziekte is hij te boven
gekomen 'tis geestelijk. O, juffrouw
March t' en ik zag naar haar op als
een ellendige, dia om genade voor z'n
leven vraagt.
„Weet gij niet, waaraan: mijn broeden
stervende is?"
„Stervendel" m feen rilling voer haar
door de ledenj, maar ik hield niet opu
(Wordt varvolgd.1