No. 270 Donderdag 16 Augustus 1928 42e Jaargang eurde Trekhonden. flamsche Lloyd BANK - GOES eerbericht Middelburg. St. Joosland. en Advertenties uw worden aan' de verschillende rs der Posterijen. hoe men de kiezers voorlicht. FEUILLETON VAN H00GER ORDE. G. Buitenland. Belangrijkste Nieuws. IV ijl 16 t© Genua .n Amsterdam, dam te Batavia. iboot-Mij. r„ pass- ló Start ristobal naar Pto Lloyd. Marseille verw. 3elawan. ass. 16 Perim. am. 3 utzr te Co ng. amburg naar Rot- van Penang. erim. braltar. av. van 16 Aug.: W. tot Westelijke ewolkt, aanvanke- its koeler. Lag 2 uur 751. r fietsers; nsdag 29 Augus- houden verkooping geveild mis en Erf met an den Rijksstraat- o, 194a, groot 6 A. >r f5.— per week. JPOT TEN CATE. KOOP: alfde Vaars en rzen, aan de reke» )ONE. Arnemuiden. KOOP: ONKE, Kerkweg, gin September een ior halve dagen of >de, bij P. KLAP, Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. Bureau: Lange Vorststraat 70, Goes. Tel.: Redactie en Administratie no. 11. Postrekening No. 44455. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per posL f3.— Losse nummersf 0.05 Prijs der AdverfentiBn: 14 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct Bij abonnement belangrijke korting. Men weet, dat de Staatk. Geref. Partij in den laatsten tijd zich en haar Anti revolutionaire zuster de politiek van Da theen ten voorbeeld wilde stellen. Van Antirevolutionaire zijde, o.m. in het mooie boek van den heer H. de Wilde, is toen een poging gewaagd, Datheens optreden 'te Gent in zijn juiste beteekenis, vooral te genover de leiding van Oranje, te tee kenen. Daardoor is de S. G. P. met Datheen «enigszins in verlegenheid geraakt. Toch tracht ze, zoo van tijd tot tijd, in haar „Banier", haar lezers te suggereeren, dat ze op het politieke pad mèt Datheen en mèt anderen toch wel in goed gezelschap verkeert. In „De Banier" van a Aug. j.l. wordt door K. te A. daartoe de hulp van niemand minder dan Dr Kuyper onzen allereersten en grooten leermeester in zake Datheens politiek te hulp geroe pen. Ziehier op welke wijze: 't KAN VERKEEREN. .Ons optreden onder Datheen en Marnix ondeT Bilderdij'k en JDa Costa, en niet anders onder Groen en Elout, doelde ten principale op de eere Gods, en lijnrecht stonden we deswege van meet af tegen de enkel macht en eigen voordeel zoekende groepen over; ge heel onverschillig of ze weer op het behoudziek Conservatisme aanstuurden, dan wel als liberalen op eigen machtiger toekomst bedacht wa ren. Van Datheen tot Elout en van Marnix tot Groen was het tel kens weer de innerlijke drang eener on weerstaanbare zielsovertuiging, die ons bezwoer, om zeiven niet dan instrumen ten voor de eere onzes Gods te zijn, en steeds weer, ook al dreigde opnieuw een sociaal martelaarschap, hoog de banier- van Gods Woord op te heffen Wie meent ge, lezer, plaatst Datheen in dit gezelschap? Het was Dr Kuyper in zijn 'Deputatén- rede van 23 Nov. 19171 Toen was Datheen nog niet in den ban gedaan door de antirevolutionairen Toen waren zjjn beginselen nog niet verderfelijk. Wat kan het toch in korten tijd veran deren. Nog geon tien jaar later schrijft de heer De Wilde een hoek enDa theen wordt vierkant tegenover Groen geplaatst. We zeggen maar: 'tKan verfceeren." We stellen terwille van de waarheid en het recht begrip der dingen hier maar weer een ander citaat tegenover. In Juni 1916, dus ruim een jaar vóórdat hy bo venaangehaalde Depulatenrede uitsprak, gaf Dr Kuyper zijn groote werk „Anti revolutionaire Staatkunde" in 't licht, en daarin lezen we, deel II, par. 26, bladz. 37—39: „Door Oranje geleid. Hieraan is intusschen toegevoegd„door Oranje geleid"; een bijvoeging, dié niet uit mocht blijven. Te ontkennen toch valt niet, dat in het getypeerde Calvinisme, ge lijk het toentertijd uit Genève en Frank rijk ook ons land binnendrong, een niet te onderschatten gevaar school, waarvan de naweeën nog aanwijsbaar zijn. 'In het Eerste Deel van dit werK, laatste hoofd stuk, is omstandig door mij uiteengezet, hoe van meetaf in het Calvinisme een beslissend element school, dat eerst later Naar het Engelseh. 46-X „Jane Cardigan f' riep ik. „Hoe, mijnheer Fletcher, kent u mij dan. Zeker, nu herinner ik me, dat ik van u 'gehoord heb. .Niet van Tom hoe vreemd 1 Hebt u ooit gehoord van iuf- frouw "Ursula March?" John kleurde geweldig. Mevrouw Jes- sop merkte dat op; eerst zag zij verwon derd, toen zeer ernstig. Ik antwoordde: „dat wij de eer hadden gehad juffrouw March te ontmoeten, den laatsten zomer, te Encleriey." „Juist, nu herinner ik 't me; juffrouw March heeft 'tmij verteld; van twee hee- ren, die zoo vriendelijk voor haar waren geweest toen haar vader stierf; eene mijni- heer Fletcher en zijn vriend was u dat mijnheer Halifax?" N „Ja," antwoordde ik; want John was sprakeloos. Helaas, neen, hjj had haar niet vergeten; in zijn karakter lag 'tniet iets te vergeten. „Ik moet u beiden bedanken, dat u zoo ■vriendelijk voor haar zjjt geweest.'' zich ontwikkelen en rijpen kon, en dat, politiek genomen, eerst, in de Vereenigde Staten tot volle uitwerking gekomen is; maar tevens is er toen bijgevoegd, hoe te Genève (men denke slechts aan den brandstapel van Servet) nog een enghar tig dogmatisme bovendreef, dat, kerke lijk onmisbaar, in zijn staatkundige con sequenties slechts op scheuring en on derdrukking kon uitloopen. Deze nu beiden onderscheide men wel. Het is heel iets anders, wat op kerkelijk terrein eisch der Confessie is, of wat op maatschappe lijk en staatkundig gebied als consequen tie uit het Kerkelijk stelsel is af te lei den. Niet voor wat Genève betrof, maar wel voor wat Frankrijk en Schotland aan ging, heeft Calvijn zelf, gelijk ik in het Eerste Deel aantoonde, op dit verschil met nadruk zelfs gewezen, en het Neo- Calvini.sme is wel waarlijk een echte spruit van Calvijns geest, maar een spruit, die de historie eerst hij naderen voortgang typeeren kon. Te Genève was Kerk en Staat nog te .zeer ineen gevlochten en dooreengemengd, en het is hieruit, dat niet alleen de brandstapel van Michael Servet, maar in het algemeen alle vervol ging te verklaren is, die in Gereformeerde landen om des geloofswille ook op po litiek terrein is uitgegaan. De eenheid van Staat en Kerk te Genève heeft vele ook van onze Gereformeerde predikan ten in de 16e en 17e eeuw verleid, om gezag ook op staatkundig gebied voor zich op te eisch en. Zelfs Datheen gaat ten deze niet geheel vrij uil. (Wjj spatiëeren, R. A. den O.) En als nu desniettemin de historie ons verhaalt, hoe in geen land ter wereld, rij ker geestelijke vrijheid van beweging, zelfs voor verklaarde ketters, heerschte dan in het Calvinistisch Nederland, dan moet wel worden ingezien, hoe dit niet te dan ken is aan het juiste inzicht van onze toenmalige theologen, die schier allen in beginsel nog de oud-Roomsc.he ketter jacht liefhadden, maar veeleer in hoofd zaak aan den Prins van Oranje, die zelf warm voor de geestelijke vrijheid gevoel de, en niet alleen den moed, maar ook het beleid had, om eenerzijds den tol van zijn eerbied aan het Calvinisme te betalen, maar ook anderzijds vooruit te grijpen naar de rijpere ontwikkeling, waar toe dat Calvinisme als vanzelf en krach tens zijn grondbeginselen, mits zuiver ver staan, leiden mo9st. Men behoeft daar om den Prins van Oranje niet te ideali- seeren. Zoo bij 'hem als hij Marnix van St. Aldegondé werkte ongetwijfeld ook de zucht mede om zich politiek aan de over macht van het clericalisme te onttrekken. Zelfs kan toegegeven, dat ook uitzicht op bevestiging en verbetering van eigen positie meesprak. Het 'gaat onder men- schen al te vaak door menschelijke fac toren, die maar al te dikwijls ook vlek ken vertonnen. Doch al brengen we dit menschelijke ook bij Prins Willem in re kening, toch blijft het historisch vast staan, dat hij de consequentiën van het Calvinisme voor het Staatsleven beter en vroeger doorzien heeft dan de toenmalige theologen, en dat het aan hem vooral te danken is, dat de schroeven van Roomsch model, die menig Calvinistisch theoloog uit die dagen liefst zelf inquisitoriaal zou hebben zien aanzetten, in onbruik geraak ten. De hijvoeging in art. I van de woor den: „Door Oranje geleid" mócht daar om niet achterwege blijven. De Anti-revo- „Hoe kon men anders wezen voor juf frouw March. Hoe gaat 'thaar; is zij den slag al wat te boven gekomen?" „Ik hoop 't. Gelukkig, dat weinig zor gen en verdriet blijvend zijn op acht tienjarigen leeftijd. Zij is een flink meisje. Zij heeft haar plicht gedaan en dat was niet gemakkelijk tegenover hem, die ge storven 'is; nu begint zij haar leven opl- nieuw. 'tls zeker dat 't voorspoedig zal wezen ik vertrouw, dat 'tzeer geluk kig zal wezen. Nu moet ik u beiden groeten." Zij hield stil voor 'thek van „Mythe House", een groot ijzeren hek, eeni sluitboom, even trotsch en ontoeganke lijk als die, welke in-die tijden de rijken! afgesloten hield van de armen, de aristoi- craten van de plebejers. John zag er te gen op en ging haastig verder. „Wacht y wilt ons komen opzoeken!, mijnheer Halifax, niet waar?" „Als u 't verlangt." 't IJzeren hek sloot zich achter haar. Wij klommen zwijgend de Mythe op en wij bleven een tijdlang op den top. „De wind is scherp, Phineas ge wordt koud." Nu kou ik met hem spreken bon ik hem vragen mjj te vertellen van, z'ijn ver driet. „Ge hebt me in zoc* langen/tijd nieta lutionaire Partij moet toch in haar Pro gram zoo klaar en luid als 'tkan, den vol- ke kond doen, met wat weerzin de zucht naar geestelijke tyrannie haar vervult, ge lijk die uit de historie der 16e en 17e eeuw nog zoo telkens naklonk, en hoe 'thaar bedoeling eeniglijk is om, het ker kelijk leven daargelaten, (daarover toch spreekt zij zich als Anti-Rev. Staatspar tij niet uit) op staatkundig terrein de be ginselen tot heerschappij te brengen, ge- ljjk die eerst in de latere ontwikkeling van het Calvinisme, vooral in het land overzee, in hun zuiverheid gegrepen en in de dagen van ouds door niemand heter dan door den Prins van Oranje ge vat en in practijk gebracht zijn. De kerk de Kerk, maar ook de Staat de Staat. En juist hierin de eere van het Calvinisme gezocht, dat het van meetaf in zich droeg wat "bij geleid elijko ontwikkeling tot de belijdenis van de Gemeene Gratie, en hier door tot de juiste verhouding 'tusschen theologie en staatkunde leiden zou." Men ziet hieruit wel, dat Dr Kuyper, al hield hij 'Datheen hoog, als één der voortrekkers van de Antirevolutionaire ot Christeljjk-Historische richting, tegenover het piet-navolgenswaardige in Datheens politiek op 2b November 1917 geen ander standpunt innam dan in Juni 1916 en geen ander standpunt dan hij zeker reeds sedert 1 April 1872 had ingenomen. ,,'tKan verkeeren"! zeker- Maar het is te dezen opzichte noch bij Kuyper, noch bij 'de tegenwoordige Antirevolutionairen „verkeerd". En het is te hopen, dat het hij de S. G. P. wat deze politieke beschou wingen betreft, nog eens „verkeert", ge lijk het bjj Datheen 'Zelf „verkeerd" is, die immers aan den avond zijns levens, volgens Robidó van der Aa deze verkla ring zou hebben afgelegd: „Tk heb vroeger te veel de voorbeel den van Gideon, Jozua en David gebruikt, om den burgeroorlog (tegen Oranje, in Vlaanderen; "te verontschuldigen; thans heb ik ingezien, dat zulks niet de ware weg is om den godsdienst voort te plan ten en onze martelaren anders gehandeld hebben. Ook heb ik voormaal te veel aan uiterlijke ceremoniën gehecht, en de hoofdzaak verzuimd, om mijn gemeente leden de ware hekeering des harten te prediken." R. A. den O. Een Protestantsc'ho orde. De Episcopale kerk in Amerika heeft tengevolge van een drang naar onder scheidingen besloten de orde te ver^ nen, getiteld „Eerekruis van de orde van 't H. Graf". Dit kruis wordt verleend aan personen, die zich buitengewone ver diensten voor de Episcopale kerk en de menschheid verworven hebben. De dood van Loewenstein. In verband met het chemisch onderzoek van het stoffelijk overschot van Loewen- stein, gingen dezer dagen andermaal ge ruchten, over een vergiftiging van den bankier. Deze geruchten schijnen niet bevestigd te worden. Wel zjjn bij' het chemisch onderzoek sporen van vergif gevonden, doch dit wettigt nog niet de gevolgtrekking, dat Lioewenstein vergiftigd is of zich zelf vergiftigd zou hebben. verteld. 'tZou je goed doen." „Niets kan mij goed doen. Niets als 'tte dragen. Mijn Godl wat heb ik gele den! Vijf geheele maanden verging ik van dorst en ik had -geen drup water om mijn tong te verkoelen." Zijn borst hijgde, z'n oogen schenen' in vlam te staan. Ik heb somtijds een 'gevoel, dat ik alles zou geven, als ik even haar gezicht mocht zien, even haar kleine hand mocht aanl- raken." Ik gaf geen antwoord. Wat zou ik kunnen antwoorden. Dan maakte ik de opmerking, dat hij haar misschien spoel- dig eens zou zien. „Ja, in de verte, als die wolk daar. Maar ik wensch haar dicht bij me, in taijjn huis, in mijn hart, Phineas, maar kom, spreek over wat anders; laat mjj er niet aan denken." „En je bent maar steeds aan "twerk gebleven „Ik moet wel. Niets dan werken kan mijn gedachten bij elkaar 'houden. Daar enboven" en hjj lachte heesch „ik was 't meest veilig in de looierjj. Daar kon de gedachte aan haar niet binn'en! k)omen, en ik was er blij om. Ik trachtte Igeheel te wezen, wat ik ben een leerjongen een lomperd." „Neen, dat was verkeerd.'' Dit vergif kan in het lichaam zijn ge komen door een overmatig gebruik van geneesmiddelen, waaraan de bankier zich tijdens zijn leven schuldig maakte. Ook de directeur van 't bacteriologisch instituut moet verklaard hebben, dat er van dood door vergiftiging geen sprake kan zijn. Drie ter dood veroordeelden begenadigd. Do minister van binnenjlandsche zaken heeft de drie mannen, waarvan wij gisi- teren melding maakten, die ter dood ven oordeeld waren, omdat zij te Brighton een 67-jarigen man, vermoord en beroofd had den, gratie verleend, nadat hij nog eer gisteren geweigerd had, dit te doen, zoo- dat de terechtstelling tegen gistermorgen werd verwacht. Even voordat de executie zou plaats hebben, is den veroordeelden onverwachts meegedeeld, dat hun straf in levenslange gevangenisstraf is veran derd. v Het geval heeft veel opzien gebaard, daar iets dergelijks in de geschiedenis der Engelsche rechtspraak van de laatste jaren nooit is voorgekomen. De speelzaal te Blankenberge. Te Blankenberge is de speelzaal in het Casino op bevel van het parket van Brugge gesloten. De boekhouding en andere voorwerpen van het secretariaat zijn medegenomen. Later heeft het parket daar er een nieuw secretariaat was ge organiseerd en de speelclub in een an dere zaal opnieuw was geopend de speeltafels doen demonteeren en hetheele materiaal naar Brugge doen overbrengen. Verklaringen van Primo de Rivera. Primo de Rivera heeft een redevoering gehouden, waarin hij verklaarde, dat de taak der regeerin'g nog lang niet vot- bracht is. Zij zal eerst aftreden', als aan het volk een nieuwe grondwet en de verschillende wetten, welke noodzakelijk worden geacht, voorgelegd zijn en het volk de opvolgers 'voor de tegenwoord @3 regeering jtan aanr wjjzen. I i i Vreeselijke scheepsramp. D'e Rritsche vloot-autoriteiten bevesti gen het bericht, dat het Chineesche stoom schip „Hisuhsutun'g" in gevaarljjke stroom versnellingen van de bovenf-Yangtse ge zonken is. Het schip js totaal vernield. Vijfhonderd passagiers zjjn verdronken. Aardbevingen. Verleden jaar zjjn er in Frankrijk ze ventien aardbevingen waargenomen. Het groote publiek heeft van deze verschijnl- selen echter niets bemerkt. Zjj zijn slechts door deskundigen opgenomen en alleen voorgekomen in Bretagne en Normanldië- Noch in het midden van "Frankrjjk, noch in den Elzas' of de Vogezen is ook maar eenige aardbeving geregistreerd. Geduren de 1926 heieft slechts in het gebied der Pyrene'ën de aarde gebeefd. Vliegers in gevangenschap. Twee Fransche vliegers, Reine en Serre, zjjn een tjjd geleden ,biji een noodlanding boven Marokkaansch gebied, in handen' gevallen van een Moorschen stam, welke den vliegers slechts tegen losgeld de vrjj- heid wil hergeven. Zij worden nu gevan gen gehouden en het schjjnt moeiljjk te zjjn de twee Franschen te bevrijden, daar zjj zich in het gebied van den Spaanj- schen invloed bevinden, waar de Franj- schen niet het recht hebben een vervol ging in te stellen. Reine enl Serre veif- „Was 't? Wel, ik dacht 't tenslotte ook. Ik dacht, dat ik weer een heer zou willen wezen iets van den ouden droom kwam terug 'en daarom ging ik naar Londen." „En gij ontmoette daar de Jessop's?" „Ja, hoewel ik niet wist, dat zij Jane Cardigan was. Ik hield van haar ik ging gaarne met hen om, 'twas als adem de ik in hooger lucht dezelfde lucht q, Phineas, ',twas verschrikkelijk terug te komen naar mjjn leven hier [gaar die looierij f" Ik zei niets. „Ge ziet nu," en die harde lach deed mij opnieuw pijn. „Ge ziet, Phineas, hoe slecht ik word." „Vertel mij de rest ik meen de rest 'van je leven in Londen", zei ik na een poos. „Heb ja nooit van haar iets ge- hoord?" „Natuurlijk niet; hoewel' ik wist, dat zij er was. Ik zag dat in de hofcirculaire. Stel je voor een dame, wier naam in de hof-circulaire stond, die zou worden op gezocht door oen leerlooiers jongen! Maar ik wou haar zien elke bedelaar zou dat kunnen doen, weet ge enl "daarom liep ik door straten en parken eu stond 's avonds aan den .ingang der theaters en Zondag's morgens bjj de kerkdeuren; toch zag ik haar niet. Denk eens aan: Binnenland. Voorloopig rapport van de staatscommis sie-Van Wijnbergen over het aanvul lend onderwijs. Het veer A. J. PolderZijpe. De aardbevingsramp in Indië. Buitenland. De dood van Loewenstein. Speelzaal te Blankenberge gesloten. Vreeselijke scheepsramp in China. De Krassin gaat Amundsen nogmaals zoeken. Een crisis in de Duitsche S.D.A.P.? keeren in goede, gezondheid. D© stam, die hen gevangen houdt, had reeds on derhandelingen over het losgeld geopend, toen een hem vijandelijke stam hernl deed weten, dat de geheele stam zou worden uitgeroeid wanneer hjj de Fransche vlie gers teruggaf zonder van de Europeesche autoriteiten de vrijlating van de Moorsche krijgsgevangenen te verkrijgen. De onder handelingen zijn toeni afgebroken. Op zoek naar Amundsen. Prof. Samoilowitsj, de leider van de Russische hulpexpeditie aan boord van den ijsbreker Krassin, heeft te Oslo in een interview verklaard, dat de Krassin waarschijnlijk Zaterdag weer geheel her steld zal zijn en dan onmiddellijk koers naar het Noorden van Spitsbergen zal zetten. Men zal een basis voor de Italiaan- sche en de Russische vliegtuigen in de Hinlopenstraat bij kaap Leigh Smith aan leggen. Wanneer de verkenningsvluchten geen resultaat opleveren, zal de Krassin zijn onderzoek tusschen Spitsbergen en Frans Jozef land voortzetten. Amundsen, zei Samoilowitsj verder, heeft altijd zijn eigen plannen gehad en ik acht het mogelijk, dat hij niet eerst naar de groep Nobile of Malmgren is gaan zoe ken, doch direct naar de groep Alessan- drini is gevlogen, die naar men weet ver der met het omhulsel van de Italia is af gedreven. Hij wist immers, dat de andere reddingsploegen hun oogmerken het eerst gericht hadden op Nobile en zijn groep. Z. i. moet men in het Oosten van Spits bergen naar Amundsen zoeken. Crisis ln de Dultsche sociaal-demo cratische partij. Het bestuur van de Duitsche sociaal- democratische partij en van de Rijksd'ag- groep dier partij, is tegen Zaterdag bijf- eengeroepen, om o.m. de zaak van den kruiser te bespreken!. De beide besturen betreuren ten zeerste, dat de sociaal democratische minister zich niet samen met de heele partij, krachtig tegen den bouw van den kruiser verzet heeft. Korte berichten. Naar de „Daily Express" meldt, is een ambtenaar van het Engelsche lucht vaartministerie gearresteerd, omdat hij ambtsgeheimen had meegedeeld aan per sonen, die niet bevoegd waren daarvan' kennis t.e nemen. Op den, berg St. Michael bij Görz, waar in de jaren 1915 en '16 hevig get- vochten is, is brand uitgebroken. Het blusschinlgswerk ging met groote moei lijkheden gepaard, aangezien er nog tal van granaten en patronlen verspreid lagen, die thans ontploften. •ssm niet eenmaal zag ik haar in| vjjf lange maanden!" „John, hoe kon je mij dan zeggen, dat ge gelukkig waart?" „Ik weet 'tniet. Misschien uit trots misschien uit maar waarom laat je mij dit alles zeggen? Je bent te goed voor zoo iemand als ik." Ik sprak geruimen tijd niet, toen vroeg ik: „Wat denk je je doen?"' „Te doen? niets 1 Wat zou ik kunn'eni doen?" Hoewel soms een menigte wilde plannen mijn geest binnenrukken, zoot- als om naar Indië te gaan, gelijk die jonge Warren Hastings, over wien we ge sproken hebben en twintig jaar later terug te komen als een „nabob'' en haar trouwen." „Haar trouwen", herhaalde ik droevig. „Ja, dat is 't wat mij zoo dwaas maakt. Als wij nu elkander zouden kunnen ont moeten als gelijken, als man en vrouw, zou ik mij door haar 'kunnen doen bei- minnen; dat gevoel ik, dat ik dat zou kunnen; ik zou dan stoutweg dat hek binnen gaan "denk je, dat zjj daar js?" Hg beefde, bg de gedachte alleen, dat zjj zoo dicht bij was. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 1