nmTjm h E E E W
SVRAA&
michtensmaak
k h o est
n ch if is
IENPLANTEN
BOOMGAARD
Voor den Zondag.
I Fa J. aTuTwRTE
j troebele Sinaasappellimonade 2
VAN H00GER ORDE.
Wat er deze week voorviel.
10LLEM
i
IVIOP en
ents rollen
nee te doen,
ol verpakt.
rster Boertje"
d5meer
en Polderbesturen.
cht of Halfwas,
I Jfoax deze poging is pel-.
I Wat grond heeft de mensch om een
etere toekomst to verwachten?
feuilleton
MIJNHARDT'S
Hoofdpijn-Tabletten 60
Laxeer-Tabletten 60
Zenuw-Tabletten 75 «t
Staal-Tabletten 90 «t
Maag-Tabletten 75 «t
[terdag
VAH
i AUGUSTUS 1928. No. 260.
M
en
jeneesmiddelen van
STEGEMAN
Staphorst
atis brochure aan.
-unda voor Export per
r 1000 3.50. Duitsch
per 100 £0.60, per
-axton Noble per 100
30 f 4.50, Madam Le-
£0.60, per 1000 f 4.50.
adam Matot per 100
000 f 4.50. Zending
ge prijscourant van
uchtige aardbeienplan-
aanvraag franco toe-
lerlj - Dordrecht
gelieven te schrijven
van dit blad te Goes
A.
an vaarden
aangeboden.
KOOP:
icout 1925,
staat met Ideal duo.
ieuw- en St. Joosland.
ne en zwaargetrokken
KLINKERS,
oor verharding van
gen. Ook elke andere
atklinker te bekomen
,ts.
J. VAN DE VEN.
129, Middelburg.
ne aangeboden
indiging studie l
Encyclopaedic in
sche-, Engelsche- en
lenboeken, (Campag-
Bruggecate en Van
en aan billijken prijs.
iat B 146, Souburg.
GEVRAAGD
Brandkast,
ters B. K. Adres Bu
il te Goes,
gd een flinke
Zich aan te melden
TRAENEN, Lange
S2, Middelburg.
EG, gediplomeerd
■enpolder.
FvVEEDE BLAD.
Verwachting.
En zie, er was een mensch te
Jeruzalem, wiens naam was Si
meon; en deze mensch was recht
vaardig en godvreezend, verwach-
iende de vertroosting Israels.
Luk. 2:25.
Het is den mensch. eigen in die toa-
te leven. Het dier leeft alleen in
#t heden. Be mensch denkt voor,uit, zgn.
L jciopt van verwachting.
De mensch 'kan niet anders,
gij is Gods geslacht. De Eeuwige heeft
m naar Zijn beeld -gemaakt. Hoe zou
dan vrede kunnen hebben met het
u^idig heden?
get is onmogelijk ivoor een waarlijk
evoelig mensch om in deze wereld, vol
aat en misdaad, vol doornen en diste-
y,0[ jammer en leed, echt gelukkig
1 "zijn.
Hij denkt dus aan een betere toekomst.
gij verwacht het |eien of ander geluk.
In die verwachting poogt hij het im-
iffi teleurstellend heden te vergeten, al-
hans lot geduldig te dragen.
Vraag aan den weneldmensch: Wat ver
sacht gjj eigenlijk? en ge krjjgt een
aag, onzeker antwoord.
De meesten weten in het geheel geen
rutwooxd.
Het socialistisch paradijs, dat na de
solutie komen zou, blijkt al meer «en
Ü'dele droom geweest te zijn.
Zie Rusland 1
De cultuur, met al hare schatten en
ronderen, brengt wel veel onrust, maar
leinig geluk.
En persoonlek staat bg ieder mensch
roor de deur de onverbiddelijke dood'.
Naarmate de mensch ouder wordt, ver
liest hij rnear dan hij wmt. Het gaat steeds
1 bergafwaarts, naar het diepe, donkere
graf.
Schopenhauer, de beruchte pessimist,
- zei eens treffend: „De mensch leeft al-
i tijd in verwachting. Wanneer hij een kind
1 is en er wordt op de deur geklopt, denkt
hij: Nu komt het geluk! Maar wanneer
hij oud geworden is>, doet de klop op de
deur hem schrikken. Dan denkt hg: Nu
komt het ongeluk!"
Anne mensch!
In het heden heeft hg geen vrede.
Van de' toekomst heeft hij! niets te
verwachten.
Wat moet hij doen?
Hij kan toch zijn hart, dat naar geluk
I dorst, niet het zwijgen opleggen.
Hjf ïan ook zijn denkende verstand
niet stilzetten.
Louis Couperus, in ^ijn leven een van
onze meest gevierde kunstenaars, schreef
eens: „Vroeger dacht ik veel na, en ix
was ongelukkig. Nu heb ik opgehouden
te denken. En sinds ik opgehouden heb
te denken, voel ik mij gelukkig".
Hoe lang hij, dat volhield: niet meer te
Een dag?
Een uur?
De mensch is toch geen beest.
WIJNHANDEL - GOES - TEL 264
ORANGE
S I1«— per flesch.
37)
Naar het Engelseh.
tJonge meisje aarzelde een oogenhlik,
oen vulde zij 'tblad opnieuw en gaf 't
em ik vrees, dat hij nog iets meer in-
I r°nlj dan onschuldig water.
d 1Terden ietwat ernstig en ston-
pn elk aan een kant van de beek, erin
eerziende en luisterend naar het geruisch
Tan t water.
Toen wij afscheid van hen namen, was
March bijzonder beleefd en ver
tex °ns' ^at ons gezelschap altijd een
dochter11 Z°U wezen TOOr hemzelf en zijne
JocmL- Zegt altoos z0° plechtig „mijn
hngegaanmerTl0 °P'-t0<m wareii
n' „Ik ben nieuwsgierig wat
Bwr naam is!"
"ij geloof Ursula."
fjPt !!n.ie dat te weten gekomen?"
"pj««lmeen van haar iboeken."
{naam ^haalde ik. „Wat een mooie
„Een mooie naam."
Neen, »r ft slechts 66n weg, om nfl
dit vreesclijk dilemma te komen.
Jezus zegt: Ik ben de wqg.
Wie Jezus verwacht is niet ongelukkig,
al wordt hij oud, al leeft hg in een
donker heden.
De oude Simeon te Jeruzalem was oen
dieip gelukkig imiehschenkind.
Hg verwachtte een groot geluk, e«n
zonnige toekomst, een eeuwige zaligheid.
Hij verwachtte de vertroosting Israël*.
Dat is Jezus 1
Er is slechts één verwachting, dïe niet
in teleurstelling eindigt.
Die den Hsera Jezus verwachten zuTTeta
niet beschaamd worden.
Allo idealen buiten Jezus zijn slechts
illusies.
Alle beloften buiten Jezus falen.
Noch de politiek, noch de wetenschap,
noch de opvoedkunde, noch de econo
mie, noch de techniek, brengen den
mensch het gedroomde geluk.
Er is geen andero naam onder den
hemel gegeven, door welken wij1 zalig
worden, dan de naam van Jezus.
Jezus alleen 1
EEN DRIEVOUDIG SNOER.
Kent gij het schoon drievoudig snoer
Van liefde, licht en leven?
Het zal u binden aan den Heer
In dienen, dulden, streven.
Eerst licht, dat doet een blik u slaan
Op al uw schuld en zonden,
Maar bij dat licht wordt ook weldra
Des TIeilands kruis gevonden.
Dan leven, een kristallen stroom,
Die eeuwiglijk blijft vlieten,
Sinds onze Heer gestorven is
Steeds nieuw kunt gij genieten.
Dan liefde, wat onpeilbre zeel
Wie kan haar grootte schatten?
Zg overtreft oneindig ver
Al wat uw geest kan vatten.
Zie, dit drievoudig sterke snoer
Zal door geen stormen breken;
Gevlochten door Gods eigen hand
Is 'timmer sterk gebleken.
Ja, heit geloofslicht geeft u troost;
Des levenshoop zal sterken;
De God der liefde leidt u Zelf
En kroont met vreê Zijn werken.
BRIEVEN UIT HET LAND VAN
CADZAND.
XVI.
Wenschen inzake telefoon. In
voering van het streeknet ge-
wenscht. Telefoneeren met Hol
land geen pretje. Ontbreekt er
iets aan de samenwerking? De
waterleiding niet populair?
In mijn vorigen brief had ik het over
den „kanaalwensch" van ons land tvan Cad-
zand. Ik denk zoo, dat er nog menig drop
peltje water door de Schelde zal vloeien,
eer die wensch vervuld is. Als de actie
nu maar komt, de groote, algemeene actie
en als nu maar niet door velerlei persoon
lijk en plaatselijk belang de zaak vertroe
beld wordt.
Laat ik in dezen brief enkele andere
punten bespreken. En dan is daar aller
eerst do telefoon. Het tarief bedraagt in
tercommunaal per 3 minuten 50 cents,
maar binnen een kring met een straal
van, naar ik meen 15 K.M., 20 cent.
Voor plaatsen zooals Sluis, Aarden
burg, IJzendijke een groote onbillijkheid
tegenover andere plaatsen, zooals Oost
burg e.a. Deze kunnen 2 maal zooveel
plaatsen bereiken, dan de eerstgenoemde,
daar de cirkeloppervlakte van deze naar
het Zuiden, in Be'gië ligt. Als b.v. Aar
denburg met Breskens telefoneert, be
taalt men 50 cent. Voor den handel een
groot ongerief, daar Breskens juist de
eenige havenplaats voor ons district van
belang is.
Het ware wenschelijk, dat het z.g.n.
streeknet werd ingevoerd, dat men b.v.
tusschen alle plaatsen in een bepaalde
streek (hier land van Cadzand) tegen
het jaarlgks vastgesteld tarief, desnoods
met een klein bedrag per gesprek, kon
spreken. De belangrijkheid der telefoon
zou er zeer door toenemen.
We zijn, wat de telefoon betreft, toch
al niet te ruim bedeeld. In verschillende
HOOFDSTUK XITL
Den volgenden dag viel de regen in
stroomen neer, den ganschen tijd. 't Weer
was blijkbaar omgeslagen, hoewel 'tnog
vroeg in den herfst was, want verscheide
ne dagen achtereen hadden we niets dan
wind, regen en 'storm. De hemel was
grauw als juffrouw March's grijze japon.
John ging die week eiken dag naar Nor
ton Bury.
Zijn geest scheen rusteloos. Hij was
dubbel vriendelijk voor mij maar eiken
avond hoorde ik hem naar buiten gaan én
in den storm wandelen.
Op Zaterdagmorgen, aan 't ontbijt ko
mend, boorde ik hem mevrouw Tod vra
gen hoe 'tmet mijnheer March was. We
wisten, dat <le zieke de geheele week onwel
was geweest, we hadden niet één keer hem
of zijn dochter gezien.
Mevrouw Tod schudde onheilspellend
haar hoofd. „Hij is erg slecht, mijnheer,
slechter dan ooit, dunkt mij. Zij blijft 't
grootste gedeelte van den nacht 'bij hem
op."
„Dat dacht ik wel; ik zag haar Hcht
branden."
„Wel, mijnheer Halifax, u wandelt toch
's nachts niet buiten, dat is erg slecht voor
uwe gezondheid," riep de goede ziel, die
plaatsen meerdere uren per dag gesloten,
en als men aansluiting met plaatsen bo
ven Rotterdam heeft, dikwjls een kwel
ling voor de zenuwen. Een gesprek, dat
vjf minuten zonder eenige onderbreking
duurt, is een zeldzaamheid. Eigenljk ge
loof ik, dat er ergens aan de lijn een
telefoonjuffrouw zit, die muziek stu
deert, en naarmate de aanwjzing p of f,
of diminuendo is, de aansluiting ook be
handelt.
De helft der gesprekken verloopt dan
ook als volgt:
Hallo, hallovarieerend tusschen 5
en 25 keer. Met wie?
O, U spreekt met
Met wie, zegt U?
Met
O, juist, meneer, met
Ja, ik wou U vragen of U offerte kunt
maken in(knap).
Hallohallo
Ah juist, is U daar weer, of U of
ferte.
Versta U niet, meneer, bel eens even
door. O, daar gaat het beter.
We zullen ons verhaaltje maar niet
verder vertellen, ieder die vaak met „Hol
land" telefoneert, zal er een kroniek van
kunnen dichten, zooals de Cadzantenaar
zegt. En nu is het eigenaardige, dat wan
neer men b.v. met Londen telefoneert,
het meestal zoo goed gaat.
Wat de telefoon betreft, zitten we wel
in het achterland. En als men dan bij
familie of kennissen in de steden is, als
men ziet hoe het functionneert in plaat
sen als Den Haag b.v., wordt men als
plattelander wel eens kribbig en wenscht
men den tijd terug, dat iedere streek
zijn eigen vertegenwoordiger in de Ka
mer had. Dan was er tenminste meer
kans dan tegenwoordig, dat bepaalde
streekbelangen ook werden naar voren
gebracht.
Bij de interpellatie Kortenhorst hebben
wg van den minister ook nog een smeer
uit de pan gehad, die we niet heelemaal
verdiend hebben. Volgens den minister is
o.a. bij de drinkwatervoorziening geble
ken, dat de bevolking samenwerking meer
schuwt dan in eigen belang raadzaam is.
Hier 'is nu misschien wel iets van waar,
maar heelemaal verdiend is het standje
toch niet. Wat toch is het geval? Een
deel der bevolking', een groot deel mis
schien, zou zeer gaarne de waterleiding
hebben. Maar een ander deel heeft er ab
soluut geen gebrek aan. Bij vele huizen
zijn flinke zuivere regenbakken, en als
de waterloop goed in orde wordt gehou
den, hebben de bewoners het heerlijkste
water, dat men dénken kan.
Voor het water, dat ik b.v. persoonlijk
in mijn regenbak heb, kunnen ze alle
leidingwater cadeau krijgen. En nu hangt
ons, wanneer de waterleiding er komt,
het zwaard van de verplichte aansluiting
boven het hoofd. Er mag dan wel wor
den geredeneerd, dat wie goed drinkwa
ter heeft, niet verplicht kan worden, maar
we weten ook wel, dat het practïsch hier
op neerkomt, dat het overgroote deel
wordt afgekeurd. Als b.v. na sneeuwval
het water wordt gekeurd, is er licht wat
op aan te merken.
Was die verplichte aansluiting er niet,
de waterleiding zou veel meer populair
zijn. In den beginne zouden er iets min
der aansluitingen zijn, maar het komt
wel. Bij nieuwbouw of reparatie aan den
regenbak gaat men er allicht toe over
aan te sluiten. M.i. is het een absoluut
verkeerd inzicht geweest, de verplichte
aansluiting in to voeren.
De bevolking schuwt geen samenwer
king, maar het mag in dezen maTaisetij'd
niet al te veel in de papieren Ioopen. Laat
de menschen vrij, het goede breekt zich
toch baan. Maar de Cadzantenaar Iaat
zich niet gaarne dwingen. Gemoedelijk
van aard, maar wanneer hij merkt, dat
er kans bestaat, dat hij „er in loopt",
wordt zijn hoofdje even hard als de ka-
zrjen, waarover hij met zijn boerenwa
gen hobbelt. En m.i. geen ondeugd.
Bij Apoth. en Drogisten
nooit 't feit verbloemde, dat mijnheer Hali
fax haar meest geliefde logeergast was,
behalve juffrouw March.
„Dank u, dat u op mijn gezondheid let,"
antwoordde hij glimlachend; „maar zeg
eens, mevrouw Tod, kunnen wij ook iets
doen voor dien armen mijnheer?"
„Niets mijnheer, dank u wel."
„Als hij slechter wordt, laat me dan
dokter Brown gaan halen. Ik hen den ge-
'heelen dag. thuis."
„Ik zal uw vriendelijk aanbod aan juf
frouw March overbrengen, mijnheer," zei
mevrouw Tod en met een bedrukt gezicht
ging ze heen.
„Zou je vandaag niet naar Norton Bu
ry gaan, John."
„Ja, maar 'tis toch eigenlijk niet noo-
di-g; ik hen veranderd; gij zijt ook al zoo
veel alleen geweest. Of neen ik wil de
waarheid niet verbergen ik had eigen
lijk een andere reden."
„Mag ik die ook weten?"
„Natuurlijk, 't Is met 't oog op onze hu
ren. Dokter Brown, dien ik van morgen op
den weg ontmoette, vertelde me, dat mijn
heer March nog maar enkele dagen, mis
schien nog maar enkele uren zou te leven
hebben. En zij weet 't niet." Hij leunde te
gen den schoorsteenmantel, ik kon zien,
dat hij zeer aangedaan was. Ik was zelf
UIT HET ZEEUWSCH VERLEDEN.
Door A. M. WesssI».
XXXIX.
De legende der twee handen, n.
Adriaen van Domburcht trok er heen
met onwankelbare trouw voor den Ko
ning van Spanje. Hij zou wel eens willen
zien wio hem durfde trotseeiren.
Het huis, waar de Edelman zijn intrek
ham, noemde men het Huis van Dom-
burch. Het stond, met zijn zware en vier
kant opgetrokken steenen muren met
hoektorens, op de Groote Markt, aan den
ingang der Gortstraat (eigenlijk gorsstraat,
van gors: aangeslibt land).
D;e geschiedschrijver Te Water noemt
het een groot, sterk huis, terwijl er tee-
keningem van in het Archief voorhanden
zijn.
Men zou het nu moeilijk meer herken
nen. In 1761 werd het door den toenl-
maligen eigenaar verkocht, die er een her
berg, het „Huis van Domburch" van
maakte. In 1833 werd het geheel ge
sloopt.
De komst van den Edelman Adriaen
van Diomburch bleef niet onopgemerkt.
Spoedig vloeide het burgerbloed. Het
's Gravensteen (ook Gravenhuis genoemd)
dat op den Langen Burg stond enl tot
gevangenis diende, kreeg spoedig een
drukke bevolking en menige zucht en
veel geween was er binnen deze muren.
Wie er eenmaal inzat, kwam er niet
meer uit. Sinds er op een keer een aan
tal Watergeuzen, waaronder de beroemde
Marinus (Brandt van Saaftinge, was ont
snapt, was het toezicht zeer verscherpt.
Ook de vader van Heindric was door
den strengen Baljuw 'die den geestel
van Middelburg genoemd werd gegre
pen, gefolterd en ter dood gebracht.
Heindric vernam deze schokkende tij
ding op Lumey's vloot. De haat laaide op
in zijn binnenste. Die Spanjool moest uit
Middelburg! Zijn vader moest gewroken
en Adriaen van Domburch zou sterven
Maar dan dacht hij aan diens dochter,
en smart doorvlijmde zijn haxt
Doch het moést!
Brielle was gevallen en Vlissingen was
naar den Prins overgegaan. Thans was het
oog op Middelburg geslagen
Heindric biedt zich bij Treslong aan,
die van zins is een aanval op de hoofd
stad te ondernemen. Hij wilde wel gaarne
de gids zijn, als het op de eerste stad van
Zeeland los ging.
[Treslong nam dit voorstel aan, wie
kon hem beter geleiden dan een zoon
uit Middelburg?
'tWas den 20sten April 1572.
In de tent van Treslong werd krijgs
raad gehouden en Heindric was uitge-
noodigd daarbij tegenwoordig te zijn.
Midden op de tafel lag de plattegrond
der vesting Middelburg.
Treslong legde zijn plan uit en mede
op advies van Heindric besloot men, een
aanval op de Dampoort te ondernemen,
die huns inziens het meeste succes bood.
Als het geluk mocht dienen, kon men
van die zijde het beste de stad verrassen.
Het was tegen zonsondergang toen'
Heindric, aan het hoofd der colonne als
gids, Vlissingen verliet. Met kloppend hart
liep hij voort. Daar in de verte lag de
hoofdstad, waar het dierbaarste wat hij
had verbleef; maar smart doorsneed zijn
hart, als bij bedacht, dat zijn vader on
zoo'n ellendige wijze in 's Gravensteeit
Vermoord was.
O, als alles naar wensch ging, dan
zou over enkele uren Middelburg aan
de vr&emde overheersching ontrukt zijn
en de "Prinselijke Vlag van den toren
waaien. Zijn naam zou met eere genoemd
■worden. Zijn hart zwol van trots en
Vreugde, als hij bedacht, dat hij de man
zou zijn die zijn stad mede hielp rukken
uit der Spanjolen handen.
Dochde mensch wikt, maar God
beschikt 1
In Middelburg was men op zijn hoede.
'tWas of men een voorgevoel had van
den beraamden aanslag en rustig wachtte
men de Geuzen af.
Deze, eenigszins overmoedig, onderna
men den vooraf bepaalden aanval op de
Dampoort. Maar het ging niet zoo gemak
kelijk; want bij deze .poort ging het' er
(warm toe.
Treslong zag reeds spoedig in, dat hij
wel wat al te luchtig over de onder
neming gedacht had. Nadat het gevecht
ook aangedaan.
„Men zal om 'haar familie moeten zen
den?"
„Zij heeft geen familie. Dokter Brown
zei, dat zij hem dat eens verteld had
behalve de Brithwood's en we weten wie
de Brithwood's zijn."
„Neen, Phineas maak je niet zoo be
angst. Tenslotte zijn 't toch vreemden voor
ons, vreemden. Koin, laat ons gaan ont
bijten.
Maar hij kon niet eten. Nu en dan zag
hij afgetrokken. Ten slotte zei hij, plotse
ling
„Phineas, ik denk, dat 't verkeerd is,
heelemaal verkeerd van een dokter om
bang te wezen aan een patiënt te zeggen,
dat hij sterven zal maar slechter mis
schien nög om de nabestaanden in onwe
tendheid te laten, totdat de laatste ver
pletterende slag valt. 't Moet haar worden
gezegd 't moet haar worden gezegd
misschien heeft zij haar vader nog veel
te zeggen. En God helpe haar op
zulk een slag dient ze toch wat voqrhereid
te worden, 't Zou anders doodelijk voor
haar kunnen zijn?
Hij stond op en liep de kamer op en
neer. Eensklaps bleef hij staan: „Je bent
net zoo geschokt als ik Phineasl Wat
kunnen we doen? Laat ons vergeten, dat
In de politieke wereld is bet stil. Van
de Tweede Kamer lezen we niet an
ders, dan dat men in een paar vacatu
res tracht te voorzien. De vrjjz. democraat
Van Aalten wordt opgevolgd door mevr.
Van Itallie, terwgl in de A.-R. vacature-
Scheurer nu is benoemd prof. Rutgers,
die deze benoeming echter niet zal aan
vaarden. Dan zal toch heusch da Jiear
Heukels, dien de pers reeds eerder offi
cieus had benoemd verklaard, aan de
beurt komen. Maar meer valt er van
ons parlement niet te vertellen.
In de sportwereld is het leven
diger. De Olympische Spelen zijn le Am
sterdam in vollen gang en leggen ook
niettegenstaande het wijdingswoord ran
oud-minister de Visser bij de opening
beslag op den Dag des Heeren.
De Koninklijke familie keerda
deze week van haar vacantiereis uit Scan
dinavië terug en in bigden familiekring
is teh paleize te Soestdgk de zeventigste
verjaardag van H. M. de Koningin-Moeder
gevierd. Ook voor ons volk, althans in zgn
groote meerderheid, was het Donderdag
een feestdag.
Jammer, dat in deie feest- en vacantia-
week ©en zoo ernstig bericht over da
encephalitis na vaccinatie m de pers
verscheen. In het tweed© kwartaal blgkea
acht van deze ziektegevallen te zijn voor
gekomen, van welke 4 doodelgk. Men kan
nu niet, gelijk vorig jaar, da Overheid ver-
antwoordelgk stellen voor deze gevallen,
aangezien ze den vaccinatiedwang op
hief, maar dit droef gebeuren moge voor
Kabinet en Kamers wel èen reden zgn,
om dien djvang niet weder in te voeren.
Ook uit het buitenland gewerden ons
ernstige berichten. In Beieren en
Frankrgk hadden spoorwegongelukken
plaats, waarbg van tal van dóoden en
gewonden melding moest worden ge
maakt. Uit Siberië werden overstroomin
gen en uit Japan storm- en hoogwatsr-
rampen gemeld. In Rusland schijnt het
gebrek aan graan zóó nijpend te zijn, dat
het broodkaartenstelsel weer moest wor
den ingevoerd.
De verhouding tusschen Polen en
L i t a u e n schijnt voor de toekomst wei-
nig goeds te beloven. Er heerscht daar
blijkens de berichten een gespannen toe
stand on zeer zeker wordt de vrede in
ons werelddeel daar ernstig bedreigd.
In den kring der Engelsche ministers
en van het Lagerhuis is deze week veel
en lang gepraat, en misschien wel ge
twist want er was meeningsverschil
onder de conservatieven over de be
scherming van enkele takken der E n -
gelsche ngverheid. Voorloopig zal
echter, zoo heeft de minister-president
verzekerd, nog geen wgziging gebraéht
worden in de Engelsche handelspolitiek,
maar zal men op andere manieren trach
ten de moeilijkheden te overwinnen.
een poosje geduurd had, bleek hem, dat
het vrijwel onmogelgk was, om van deze
zgde met geweld de stad Middelburg bin
nen te dringen.
Aan de dapperheid der Oranjemannen
lag het niet. Heindric streed in de voorste
gelederen, maar zijn strijden was tever
geefs. Treslong die zag 'dat de onder
neming vastliep, liet den aftocht blazen,
maar Heindric kon niet meer terug, -m
viel in handen van de Spanjolen.
Zgn wensch was thans vervuld.... hg
was nu in de hoofdstad.
Maar hoe?
Als een gevangene werd hij' door Mid
delburgs straten naar het 's Gravensteen
gesleept en gevangen gezet.
Daar lag hg in den kerker neer, waar
ook eenmaal zijn vader zuchtte. Wilde
droomen spookten door zgn brein. Hij
klemde de handen krampachtig samen,
terwijl een radelooze trek op zg& gezicht
zichtbaar werd. Een smart, die aan wan
hoop grensdo verteerde zijn kracht als
vuur.
Hij keek naar het getralied venster en
de zware eiken deur. Ontsnappen, als
eenmaal de groep andere Geuzen, daar
voor was geen kans meer; de maatregelen
fcvaren te goed genomen.
n vw wig
(Wordt vervolgd
't vreemden zijn en laat ons handelen hls
Christenen. Vindt jo niet, dat zij 't weten
moet?"
„Zeer zeker. Misschien kunnen er
nog iemand anders bij halen."
„Dat zal niet geven. Dr. Brown zegt,
dat 't geval hopeloos is en lang hopeloor
geweest is; maar hij wilde 't niet geioc en
en ook niet, dat men 't zijn dochter zégge»
zou. Hij klemt zich wanhopig aan 't leven
vast. Hoe verschrikkelijk voor haar!"
„Zeker, zeide hij beslist. „Hü ccg-ri,
wat hij gezaaid heeft, de arme man! Gvd
weet, dat ik medelijden met hem bdv
Maar zij is zoo goed als oen enn-J. uit
den hemel"
't Was duidelijk, dat John, op de e>sri
of andere manier, heel wat was k woioft
gekomen aangaande vader en dóchter.
Maar 'twas nu niet de meest geschikte
tijd om hem daarover te vragen. Want
op ''t zelfde oogenblik bereikte ona door
de geopende deuren eeu zacht gekr'-iin,
dat van den zieken nu wellicht ster
venden man kwam. Mevrouw Tod, dia
Dr Brown op zijn paard had gezien,
'kwam bij ons binnen bleek en met ge
zwollen oogen. „O, mijnheer Halifax", en
ze begon weer opnieuw hevig te schreien.
John liet haar neerzitten en gaf haar atu.
glas wijn. (Wordt verruig.;..)