VAN HOOGER ORDE.
Zoeklichtjes.
Uit de Provincie.
FEUILLETOM
©oor een verzakking van de tramrails op het Rokin .te Amsterdam, ondervond
Dinsdag het drukke tramverkeer ernstige stagnatie. Onmiddellijk werd zand aan
gevoerd om het onheil te herstellen Overzicht van de werkzaamheden.
lijk© landschappen van de St. Gothard-
baan en langs de Italiaansche meren, als
een prettige herinnering behouden.
Deze eerste maal stopte de Nederland-
Express op een 100-tal meters voor de
kade, waaraan de Hooft gemeerd lag. In
het vervolg zal de trein echter tot vlak hij
de boot kunnen doorrijden, zoodat de rei
zigers vrijwel van huis op de boot worden
gebracht. De Nederlandsche consul te Ge
nua en vertegenwoordiger der Mij. Neder
land de heer Hosang heeft voor een uit
stekende regeling te Genua zorg gedragen.
Zoo zal dan nu geregeld de express met
de trotsche schilden „Nederland-Express"
en do nationale vlaggetjes in den restau
ratiewagen door drie landen naar de Ne
derlandsche boot snellen.
De eerste maal was de regeling zoodanig
dat gesproken mag worden van een be
trouwbare en uiterst snelle en comforta
bele verbinding.
Ned. Christelijke Werkmeestersbond.
Deze organisatie hield Zaterdag 28 Juli
haar tweede algemeens vergadering te
Utrecht, onder voorzitterschap van den
heer C. J. de Bie van Delft.
Aanwezig waren afgevaardigden van
Delft, 's-Gravenhage, Hilversum, Ede,
Rotterdam, Utrecht, Breda, Zwyndrecht,
Deventer en Leiden.
Namens het dagelijkseh bestuur van
het C. N. V. was aanwezig de heer H.
Amelink, secretaris van dit Verbond.
Uit het jaarverslag van dan secretaris,
den heer G. J. v. Riet van Utrecht, stip-
awij aan, dat het ledental thans 40
aagt, dit is 19 meeT dan het vorig
jaar. Dank werd gebracht aan het C.N.V.
voor hetgeen dit Verbond voor den Chris-
telyken Werkmeestersbond heeft gedaan
en nog doet. Er zijn thans 3 afdeelingen
en 13 correspondentschappen. Hoewel nog
geen subsidie voor de Werkloozenkas
werd aangevraagd, besloot het hoofdbe
stuur in het afgeloopen jaar de volle
100 pCt. der reglementaire uitkeering bij
werkloosheid te verstrekken. Dit kon, ge
zien de gunstige financiëele positie der
Werkloozenkas.
Uit het financiëele verslag bleek, dat
de ontvangsten oveoc het afgeloopen jaar
bedroegen f611.18.
De heer Amelink, secretaris van het
C.N.V., sprak zijn voldoening er over uit,
dat er vooruitgang is te constateeren. Hij
wekte allen op tot volhouden en vol
hardend voortwefkien. Er ligt nog braak
land genoeg. Er zijn nog honderden Chris
telijke Werkmeesters, die ongeorganiseerd
zijn. Voorwaarts dus, Uw bond groot ge
maakt 1
Door den heer G. Baas Kzn van Am
sterdam, üd van den Gemeenteraad en
secretaris van den A.C.B. werd daarna
gerefereerd over het onderwerp: De hou
ding der werkmeesters in arbeidsconflic
ten".
Theoretisch, aldus spr., liggen hier geen
moeilijkheden. Practisch staat het echter
anders. Dan is het niet zoo gemakkelijk
aan te geven wat in een gegeven geval
onze houding moet zijn.
Bij conflict in een bedrijf wordt nor
maal eerst gesproken tusschen de werk
gevers- en de arbeidersorganisaties. De
werkmeesters staan daar buiten. Komt
er conflict, dan rekent de patroon er
echter op, dat gij blijft werken, aan zyn
kant blijft staan en desnoodig leidinggeeft
aan het werk der z..g. werkwilligen of
onderkruipers, ja, dat de werkmeester,
als het noodiig is, het werk der stakers
overneemt. Gyi moet naast den patroon
staan om hem te helpen tegenover die
arbeiders, zoo wil het de werkgever.
Nu was het niet moeilijk als de ar
beiders er ook zoo over dachten. Maar
dat is niet het geval. Zy doen eigen lijk
precies wat de werkgevers doen. By de
onderhandelingen, hy het formuleeren van
hun eischen, raadplegen ze U riïet. Komt
er echter conflict, dan rekenen de ar
beiders er op dat ge naast hen zult gaan
staan. Als ge dit niet doet, dan kry'gt ge
moeilykheden.
De hoofdvraag is, welke houding moet,
moreel gezien, door ons worden aangeno
men. Gy moet, ook al staat ge er buiten,
U toch in Uw geweten in het conflict in
leven en voor Uw eigen consciëntie be
slissen wat ge doen moet. En daarby
hebt ge alleen te vragon wat God van
U vraagt.
Dan kunt ge, als ge voor een beslissing
gesteld wordt, naast Uw werkgever ko
men te staan. Maar ook kan het zijn, dat
ge tot de overtuiging komt, dat het recht
niet is aan den kant van Uw werkgever.
Dan hebt ge het gebod Gods te doen,
n.l. aan den kant van het recht te gaan
staan. Is het recht aan de zijde der ar
beiders dan hebt ge naast de arbeiders
te gaan staan. Want ook in dit opzicht
kunt ge niet God dienen en den Mammon.
Maar datzelfde geldt eveneens als gij, tot
de overtuiging komt, dat het recht aan
de zijde van den patroon is.
Gij hebt Uw standpunt daarby aan werk
gevers en werknemers klaar en duidelijk
kenbaar te maken.
Nu is niet altijd te zeggen aan wiens
kant het recht is. Het is soms een vraag
van meer of minder. Ook weet gy? soms
meer van het bedrijf. Al is een strijd
op zichzelf gerechtvaardigd, dan kan het
zijn, dat een bedrijf toch moer uitgaven
niet lijden kan.
In dergelijke gevallen zou Uw houding
een moeten zijn van welwillende neu
traliteit. Gij blijft Uw eigen werk doen,
gelijk voorheen, maar ge zuit heel
voorzichtig moeten zijn met het doen
van 'arbeid, die Uw arbeid niet is, werk
doen dus van een ander.
Maar spreek op zijn tijd. Werkgever
en werknemer moeten weten wat ze san
U hebben. Zeg ook tegen den patroon,
dat ge in 'dergelijke gevallen alleen Uw
eigen werk doet.
Maar ook moet er verandering komen
Personeel van den Rijks Water
staat als verkeerspolitie.
Op de Rijkswegen heeft in het alge
meen ingevolge het bepaalde in de artt.
17 en 19 van het Kon. Besluit van 4 Juli
1927 ook het personeel van den Rijkswa
terstaat de bevoegdheid, het verkeer te
regelen. Is politie afwezig, dan oefent dat
personeel desnoodig die bevoegdheid uit.
Op plaatsen en onder omstandigheden
echter, waar het personeel van den Rijks-
Waterstaat geacht moet worden, die ver
keersregeling te verrichten in recht-
streeksch verband met zijn speciale be
moeiingen, d.w.z. waar de verkeersrege
ling samenhangt met de werken, die het
bedient, zooals bruggen, of met de wer
ken, waarin het in aanleg, wijziging of
herstel bezig is, zooals by' aanleg, ver
breeding en reparatie van een wegvak,
moet blykens een circulaire van den
minister van Waterstaat het optreden
van dat personeel boven dat van de po
litie voorrang hebben en zal de politie bij
haar optreden zoo dat optreden van
haar in casu noodig is met de door het
betrokken Waterstaatspersoneel gegeven
of klaarblijkelijk voorgenomen bevelen
hebben rekening te houden.
Geref. Vereen, voor Drank
bestrijding.
Vandaag kwam de Geref. Ver. voor
Drankbestrijding in de Westerkerk te Arn
hem in 28e jaarvergadering bijeen.
Oudergewoonte ging ook ditmaal aan
de jaarvergadering een bidstond vooraf.
Voorganger was Ds A. M. Berkhoff, Chr.
Geref. predikant te Amsterdam en lid
van het hoofdbestuur, die zijn gehoor
bepaalde bij Joh. 15:5b: „Zonder mjj
kunt gij niets doen".
Na den bidstond ontving de afd. Arn
hem de afgevaardigden in de groote zaal
van het gebouw voor Chr. Belangen. Er
heerschte een zeer geanimeerde stemming
en verschillende personen spraken een
kort woord. De mandolineclub van de afd.
Arnhem van den J. C. G. O. B. ver
leende welwillende medewerking.
Het was der vergadering een oorzaak
van vreugde een woord van sympathie
te mogen beluisteren uit den mond van
het 2e Kamerlid, wethouder C. Smeenk,
lid der vereeniging.
'tWas al laat toen men uiteenging.
Te 10 uur ving hedenmorgen de jaar
vergadering aan, die druk bezocht was.
De 2e voorzitter Ds A. M. Berkhoff van
Amsterdam, opende by ontstentenis van
den voorzitter, Ds W. H. Gispen, de ver
gadering op gebruikelijke wijze.
Hierna werd onder daverend applaus
besloten een telegram van hulde en heil-
wensch te zenden aan H. M. de Koningin-
Moeder, die vandaag haar 70sten verjaar
dag vieren mag.
Aan den ongestelden voorzitter, Ds W.
H. Gispen, werd een telegram van sym
pathie gezonden.
Hierna kwamen de yerslagen aan de
orde. Uit dat van den secretaris bleek,
dat het aantal leden 4698 bedraagt, ge
organiseerd in 116 afdeelingen en 9 Prov.
bonden.
De rekening van den penningmeester
sloot met een nadeelig saldo van f 256.96.
De verslagen werden goedgekeurd.
De bevolkingsboekhouding.
De minister van binnen]andsche zaken
en landbouw heeft den volgenden brief
gezonden aan de gemeentebesturen:
Ik heb de eer u mede te deelen, dat het
in mijn voornemen ligt, binnenkort een
commissie in te stellen die mii o.a. zal
moeten voorlichten aangaande een herzie
ning en aanvulling van de voorschriften
omtrent het houden der bevolkingsregis
ters en daarmede samenhangende vraag
punten.
Gelet hierop moge ik u dringend ver
zoeken, geen wijzigingen in den tegen-
Aangszien, volgens geruchten, ook op
andere schepen dergelyke keelziekte-ver-
schynselen ais op de Insulinde zich moe
ten hebben voorgedaan, vraagt men zich
af, of niet in Indië de bron van besmet
ting gezocht moet worden, ja de ver
schijnselen zouden nog zoo onzeker van
herkomst zijn men spreekt van vijf-
daagsche koorts, diphterie, enz. dat
reeds de mogelijkheid van een nieuwe,
tot dusver vry wel onbekende ziekte, is
geopperd.
Voor de bemanning is de heele aange
legenheid ook een zeer onaangename
strop, daar na de observatie natuurlijk
niet dadelijk weer voor allen emplooi
te vinden zal zijn. Dit zal zeer geleidelyk
moeten gaan.
Encephalitis na inenting.
In de week van 22 tot en met 28 Juli
kwam geen geval van encephalitis na in
enting ter kennis van het Staatstoezicht
op de Volksgezondheid.
Er is nog één geval van encephalitis
na inenting bekend geworden, dat in de
week van 27 Mei tot en met 2 Juni aan
het Staatstoezicht op de Volksgezondheid
opgegeven had moeten worden. Het kind
was op 18 Mei t.v. ingeënt met koepok
stof, afkomstig uit de entstofinrichting te
Amsterdam.
Het aantal medegedeelde gevallen van
encephalitis, voorgekomen na inentingen
verricht in het tweede kwartaal van 1928,
is daarmede gekomen op acht, met vier
Sterfgevallen. Onder deze 8 geval
len is er echter 1, dat met groote waar
schijnlijkheid niet als een geval van post-
vaccinale encephalitis is te beschouwen.
In het tweede kwartaal van 1927 was
het aantal gevallen 17, met 3 sterfgeval
len. De hoeveelheid verstrekte koepokstof
was in het tweede kwartaal van 1928 vol
doende voor de inenting van 40.175 perso-
hen en in het overeenkomstige kwartaal
van 1927 voor 70.135 personen.
De „Nederland-Express" van de Stoom
vaart-Mij. „Nederland".
Het Hollandsche publiek is reeds lang
vertrouwd geraakt met het wekelijksche
dagbladbericht, dat de boottrein, aanslui
tend op de aankomst van het uit Ned.-
Indië thuisvarend schip in de Middelland-
sche zeehavens zoo en zoo laat vertrokken
is en dat de passagiers en de mail op een
bepaald uur in het moederland verwacht
kunnen worden.
Thans heeft, naar men in de dagbladen
heeft kunnen lezen, de Maatschappij Ne
derland het initiatief genomen tot het doen
loopen van een veertiendaagschen boot
trein in omgekeerde richting. In samen
werking met de spoorwegen is dit denk
beeld uitgevoerd en op 26 Juli j.l. heeft de
eerste „Nederland-Express" geloopen tus
schen Holland en Genua en daar op 27
Juli de mail en een honderdtwintigtal pas
sagiers veilig en snel afgeleverd op enkele
meters van de P. G. Hooft, op weg naar
Ned.-Indië.
Een vertegenwoordiger van Aneta heeft,
op uitnoodiging van de directie der Mij.
Nederland dezp eerste reis der Nederland-
Express medegemaakt. Een der directeu
ren der Mij. Nederland, Mr D. A. Delprat,
reisde met een tweetal vertegenwoordigers
van de directie der Nederlandsche spoor
wegen mede. De Nederland-Express, die
des morgens omstreeks kwart voor negen
Den Haag verlaat, neemt in Utrecht, Arn
hem en Nijmegen nog Nederland-passa
giers in en voorts aan een aantal buiten-
Iandsche tusschenstations, om de reis in
ongeveer een etmaal te volbrengen. De Ex
press is tevens restaurant en hotel en ver-
eenigt, vooral voor families met kinderen,
alle waarborgen voor een gemakkelijke en
snelle reis, met een minimum last aan
grensmoeilijkheden en een zeer beh jorlijke
verzorging.
De reiziger, die van deze snelverbinding
gebruik wenscht te maken, vindt zijn zit
plaats en slaapwagen gereserveerd op
naam. Hij krijgt labels en plakbiljetten
voor zijn hagage en wordt zelfs in een han
dig drukwerkje tot in details ingelicht om
trent de prijzen der maaltijden onderweg,
de te betalen fooien aan het buitenland-
sche slaap- en eetwagenpersoneel. Ja, de
maatschappij zorgt, er zelfs voor, dat zij
die onder haar hoede Europa voor korto
ren of langeren tijd verlaten, het land
schap aan de hand van routekaartjes kun
nen bestudeeren, omdat ze in Indië het lie
felijk traject langs den Rijn en de heer
Naar het Engelseh.
35) o—
Toen John thuis kwam vertelde ik hem,
wat er gebeurd was. Hij luisterde, maar
maakte geen opmerkingen. Maar den ge-
heelen avond zat hij te bladeren in juf
frouw March's boeken, terwijl hij hier en
daar luid of zacht stukken las uit een col
lectie van lyrische balladen, welke dat jaar
uitgegeven was door een jongeman, ge
naamd William Wordsworth.
Ik weet niet of juffrouw March besefte,
wat kwaad ze deed en wat 'n kwaad er
gedaan is door alle tijden heen onder jonge
lieden door het uitleenen van boeken, voor
al van dichtwerken.
Den volgenden dag hevond John zich in
een wonderlijke stemming. Droomerig, lui,
week, zat hij binnen in plaats van naar
buiten te gaan werkelijk hij was geheel
veranderd. Ik merkte op, dat dit van de
gedichten kwam, welke hij gelezen had.
Maar hij keek den geheelen morgen niet
op, behalve toen mijnheer en juffrouw
March voorbij gingen, 's Namiddags liet
hij zich als 'n lammetje overhalen om naar
't beukenbosch te gaan. Toen we hieruit
terugkwamen, leidde ik John langs een
[nieuwen weg, welken ik ontdekt had,
door een prachtige, golvende weide, half
weiland, half boomgaard. Onder een de
zer hoornen zagen we dat een tafeltje
gedekt was.
„Wat echt landelijk," jtei John, „ik zou
me zelf daar wel op de thee willen noo-
digeu. Wie zouden dat wezen?"
„Zeker wel bezoekers. Ruitenmenschen
houden er van onder eani boom te eten.
't Zou me niet verwonderen, of dit is een
van de grillen van mijnheer March."
„Zeg niet grillen 'tisi een oude
man." j
„Nu, ik zal geen kwaad van hem zeg
gen. Ziet, daar komen ze bedden vaöi huis
hierheen."
Werkelijk waren zijl 't. Juffrouw
March hielp haar vader voort en juist
bij het hek van de wei ontmoetten we
elkander.
John hield het hek open omi vader
en dochter door te laten. Zij zag op en
herkende hem met een glimlach. Mijnheer
March bleef stilstaan en sprak;
„Mijnheer Halifax, geloof ik?"
John boog. Zjj zagen elkaar 'n oogeri-
blik aan, de lange, kloeke jonge man' in
bevallige houding, rechtop en de oude
toan, ziek en gebroken voor zijn' tijd.
„Mijnheer," zei de oude man en ik
meende in zijn blik meer dan nieuwsgie
righeid te ontdekken mijnheer, ik heb
u te danken
„Niets te danken. Ik hoop van harte
dat u nu beter zijtf'
Mijnheer March knikte bevestigend;
maar John's gezicht scheen hem bijzon-
dier te interesseeren en hij vergat zijnI
gewone klachten;
„Mijn dochter zegt me, dat a onze bu
ren zijt ik ben blij zulke vriendelijke
buren te hebben." „Mijn beste, fluister
de hij half hoorbaar tot haar, mij dunkt je
arme broeder Walter zou juist zoo groot
zijn geweest als mijnheer mynheer
„Mijnheer Halifax, papal1"
Mynheer Halifax, we zullen thee drin
ken onder de boomen daar mijn doch-
ifcer's uitvinding zjij houdt zoo van
landelijk. Wilt gij ons 't genoegen] doen
ons gezelschap te houden? U en ik
moet bekennen, dat de tweede uitaoodi-
ging als antwoord op een blik van; juf
frouw March kwam u en uw vriend?"
W(ij stemden natuurlijk toe.
Zeer spoedig zoo spoedig, dat onze
nieuwe positie ons voorkwam als een
avontuur uit de „Duizend en Een Nacht",
zaten we neer onder den appelboom,
tusschen welks takken de nederdalende
zon scheen, kussend 'thaar van het brui
ne meisje, zooals ze daar neerzat, bloots-
j wat betreft dat er yóór het conflict door
de arbeidersorganisatie» niet met U go-
sproken wordt. Daar hebt ge recht op.
Als men op U rekent, dat gy aan den
kant der arbeiders zult jgaan staan, dan
moet men U ook tevoren ormennen.
Gy hebt den plicht door versterking
van Uwen Bond te zorgen, dat Uw eigen
positie wordt versterkt in het bedryfsle-
ven, opdat Uw positie klaar en duidelys
j worde omschreven.
By de gehouden hoofdbestuursverkie
zing werden de heeren Homburg en van
Riet als hoofdbestuurders herkozen.
hootds, terwijl ze de thee inschonk in
kleine chineesche kopjes. Zy had niet de
grijze, maar een witte japon aan, eng
lief, met mousseline afgezet. Een ruiker
van bleek witte rozen, welke bij de
ramen van onze zitkamer zoo overvloei-
dig 'groeiden, zaten, alsof ze nog groeiden,
op den boezem van 'tschoone meisje.
Ze maakte haar excuses, dat kleine
Jack ze van ons gebied gestolen had
gelukkige Jackl Waarop John, wel wat
onsamenhangend antwoordde, dat hij op
die manier altoos welkom was.
Hij zat juist tegenover haar ik
naast haar zij had mij daar eten plaats
gegeven, 't Deed mij vreemd aan, dat,
ofschoon haar houding tegenover ons bei
den openhartig en vriendelijk was, ze
toch nog vrijer en vriendelijker tegenover
mij was dan tegenover hem. Ook merkte
ik op, dat zij vroolijk met mij praatte
en John 't meest tot haar vader sprak.
Maar de jonge dame luisterde ja, onge
twijfeld luisterde ze naar elk Woord, dat
gezegd werd. Dat verwonderde me niet;
wanneer zijn tóng eens los kwam, konden
weinigen beter spreken dam John Hali
fax. Zijn gesprekken waren nooit verve
lend, omdat hy altijd sprak als hij iets
te zeggen had; en als hij iets gezegd
had, kon hij1 ook zwijgen en zwijgen is
zulk een groote en zeldzame deugd .op
Men spreekt weieens van veelzeggende
cijfers, maar dat geldt dan zeker wel van
de cijfers die thans geregeld omtrent de
vaccinatie worden verstrekt.
Volgens de laatste modedeeling is in het
tweede kwartaal 1928 een hoeveelheid
pokstof verstrekt, voldoende voor 40.175
inentingen.
Hoeveel biervan gebruikt werd, is niet
opgegeven, maar men kan wel aannemen,
dat een flinke hoeveelheid ongebruikt is
gebleven.
Bovendien is uit den aard der zaak do
uiterste voorzichtigheid betracht en zal
geen geneesheer het gewaagd hebben,
zwakke of ziekelijke kinderen in te enten
En toch, ondanks dit alles, nog 8 geval
len van encephalitis en vier sterfgevallen.
Het middel blijkt dus erger te zijn dan
de kwaal.
Pokkengevallen deden zich niet voor,
maar het voorbehoedmiddel eischte on
danks alle voorzorgen een aanzienlijk ge
tal slachtoffers.
Ik ben benieuwd welke leering de ver
antwoordelijke autoriteiten hieruit zullen
putten, en of men ondanks alles den treu-
rigen moed zal hebben, straks den inen-
tingsdwang te handhaven.
OPMERKER.
woordigen vorm der kaarten of in de
thans gevolgde wijze van opbergen, enz.
bij de bevolkingsadministratie, waarmede
kosten zouden zyn gemoeid, aan te bren
gen, of, indien aan verwezenlijking van
dienaangaande bestaande voornemens
reeds wordt gewerkt, deze geen voortgang
te doen hebben, totdat omtrent het rap
port dier commissie, dat op zoo kort
mogelyken termyn zal moeten worden
uitgebracht, een beslissing is genomen.
Daaromtrent stel ik mij voor, u te zij-
nar tyd in te lichten.
De brug voor Tholen.
Aan de N. R. Crt. ontleenden wy reeds
een en ander over het vervoer van de
brug, welke de verbinding zal vormen!
tusschen het eiland Tholen en den vasten
wal van N.-Brabant, van de werf, waar
zy werd gemaakt de constructiewerk
plaats van de firma p. Kloos en Zonen
te Kinderdijk naar de Eendracht, een
sleepreis welke een wel zeer byzondere
belooft te worden, omdat immers nog
nooit te voren in ons land een brug
van zulk een groot gewicht enl van zulke
respectabele afmetingen over water werd
vervoerd.
Natuurlyk is by den bouw van een
brug, naast de eischen, betreffende afme
tingen, soliditeit e.d. ook de kostprijs een
voorname factor. Toen dan ook de bouw
van deze belangrijke brug werd opgei-
dragen aan de firma Kloos en Zonen,
is uiteraard overwogen, op welke wijze
men het voordeeligst zou kunnen werken.
Het eenvoudigst zou zyn geweest, om
de onderdeelen in de fabriek te Kinderdijk
te maken en hen naar Tholen te brengen,
om hen daar te monteeren, zooals bij den
houw van de meeste groote bruggen ge-
pchiedt. Maar dan zou men óf een steiger
moeten bouwen over de Eendracht, waar
door de scheepvaart ernstig gedupeerd
zou kunnen worden óf men zon de brug
op het landhoofd in elkaar moeten zet
ten en haar daarna op haar plaats schui
ven. Deze laatste methode was bezwaar
lijk, omdat men hier geen middenpijler
heeft, die als vast steunpunt kan fungea-
ren, zoodat men daarvoor een schip had
moeten nemepf,. dat echter met het wa
ter omhoog en omlaag was gegaan
het verval in de Eendracht is vrij sterk
en bedraagt circa 3 M- hetgeen groote
moeilykheden veroorzaakt zou kunnen
hebben. Bovendien' zou meu bij beide
methodes een speciale kraan moeten mom
teeren. Ook zouden allerlei werktuigen!
voor het afklinken naar Tholen en terug
gebracht moeten worden. Ojp grond van
deze overwegingen is besloten de brug
op de werf van de firma te houwen
en nadat de onderdeelen waren vervaar
digd, stond de brug in 3 weken' tijds
kant en klaar op de werf, dat wil dus
zeggen, dat, nadat alles in de werkplaat-
twintigjarigen leeftijd.
Wij spraken veel over Wales. John
had daar meer dan eens op zijn reizen
vertoefd, en dit feit scheen juffrouw
March nader tot hem te brengen. Zij ver
telde ons menig onschuldig verhaal van
haar jeugd daar van haar kindsche
dagen en haar baste gouvernante, wier
naam, herinner ik me, Cardigan was.
Zij scheen uitstekend onder de leiding van
die dame te zijn opgegroeid, 't Was niet zoo
moeilijk te gissen, dat „arme mama" ge
storven was, zoo vroeg, dat zij een bloota
naam was voor haar wees-dochter.
„Mijn beste", zei mijnheer March einde
lijk, ietwat gemelijk, „je hebt wel wat
een te hoog, idee van je uitstekende Jan»
Cardigan, ze gaat trouwen en ze zal nu
niet veel meer om je geven."
„Hoho papa, dat is nog een geheim.
Zeg, mijnheer Halifax, kent u Norton
Bury?"
Deze plotselinge vraag verrastte John,
zoodat hij geagiteerd antwoordde van
„ja". Mijnheer March liet hem ook geen
tijd om meer te zeggen; „Ik haat die
plaats. Wijlen mijn vrouw's neven, de
Brithwood's van de Mythe, met wien ik
h'm! in de politiek sterk van mee-
ning verschil wonen daar. En. ik was
daar dicht bij, haast eens verdronken."
(Wordt vervolgd.)