VAN HOOGER ORDE. Zoeklichtjes. Uit de Provincie. FEUILLETOM ©oor een verzakking van de tramrails op het Rokin .te Amsterdam, ondervond Dinsdag het drukke tramverkeer ernstige stagnatie. Onmiddellijk werd zand aan gevoerd om het onheil te herstellen Overzicht van de werkzaamheden. lijk© landschappen van de St. Gothard- baan en langs de Italiaansche meren, als een prettige herinnering behouden. Deze eerste maal stopte de Nederland- Express op een 100-tal meters voor de kade, waaraan de Hooft gemeerd lag. In het vervolg zal de trein echter tot vlak hij de boot kunnen doorrijden, zoodat de rei zigers vrijwel van huis op de boot worden gebracht. De Nederlandsche consul te Ge nua en vertegenwoordiger der Mij. Neder land de heer Hosang heeft voor een uit stekende regeling te Genua zorg gedragen. Zoo zal dan nu geregeld de express met de trotsche schilden „Nederland-Express" en do nationale vlaggetjes in den restau ratiewagen door drie landen naar de Ne derlandsche boot snellen. De eerste maal was de regeling zoodanig dat gesproken mag worden van een be trouwbare en uiterst snelle en comforta bele verbinding. Ned. Christelijke Werkmeestersbond. Deze organisatie hield Zaterdag 28 Juli haar tweede algemeens vergadering te Utrecht, onder voorzitterschap van den heer C. J. de Bie van Delft. Aanwezig waren afgevaardigden van Delft, 's-Gravenhage, Hilversum, Ede, Rotterdam, Utrecht, Breda, Zwyndrecht, Deventer en Leiden. Namens het dagelijkseh bestuur van het C. N. V. was aanwezig de heer H. Amelink, secretaris van dit Verbond. Uit het jaarverslag van dan secretaris, den heer G. J. v. Riet van Utrecht, stip- awij aan, dat het ledental thans 40 aagt, dit is 19 meeT dan het vorig jaar. Dank werd gebracht aan het C.N.V. voor hetgeen dit Verbond voor den Chris- telyken Werkmeestersbond heeft gedaan en nog doet. Er zijn thans 3 afdeelingen en 13 correspondentschappen. Hoewel nog geen subsidie voor de Werkloozenkas werd aangevraagd, besloot het hoofdbe stuur in het afgeloopen jaar de volle 100 pCt. der reglementaire uitkeering bij werkloosheid te verstrekken. Dit kon, ge zien de gunstige financiëele positie der Werkloozenkas. Uit het financiëele verslag bleek, dat de ontvangsten oveoc het afgeloopen jaar bedroegen f611.18. De heer Amelink, secretaris van het C.N.V., sprak zijn voldoening er over uit, dat er vooruitgang is te constateeren. Hij wekte allen op tot volhouden en vol hardend voortwefkien. Er ligt nog braak land genoeg. Er zijn nog honderden Chris telijke Werkmeesters, die ongeorganiseerd zijn. Voorwaarts dus, Uw bond groot ge maakt 1 Door den heer G. Baas Kzn van Am sterdam, üd van den Gemeenteraad en secretaris van den A.C.B. werd daarna gerefereerd over het onderwerp: De hou ding der werkmeesters in arbeidsconflic ten". Theoretisch, aldus spr., liggen hier geen moeilijkheden. Practisch staat het echter anders. Dan is het niet zoo gemakkelijk aan te geven wat in een gegeven geval onze houding moet zijn. Bij conflict in een bedrijf wordt nor maal eerst gesproken tusschen de werk gevers- en de arbeidersorganisaties. De werkmeesters staan daar buiten. Komt er conflict, dan rekent de patroon er echter op, dat gij blijft werken, aan zyn kant blijft staan en desnoodig leidinggeeft aan het werk der z..g. werkwilligen of onderkruipers, ja, dat de werkmeester, als het noodiig is, het werk der stakers overneemt. Gyi moet naast den patroon staan om hem te helpen tegenover die arbeiders, zoo wil het de werkgever. Nu was het niet moeilijk als de ar beiders er ook zoo over dachten. Maar dat is niet het geval. Zy doen eigen lijk precies wat de werkgevers doen. By de onderhandelingen, hy het formuleeren van hun eischen, raadplegen ze U riïet. Komt er echter conflict, dan rekenen de ar beiders er op dat ge naast hen zult gaan staan. Als ge dit niet doet, dan kry'gt ge moeilykheden. De hoofdvraag is, welke houding moet, moreel gezien, door ons worden aangeno men. Gy moet, ook al staat ge er buiten, U toch in Uw geweten in het conflict in leven en voor Uw eigen consciëntie be slissen wat ge doen moet. En daarby hebt ge alleen te vragon wat God van U vraagt. Dan kunt ge, als ge voor een beslissing gesteld wordt, naast Uw werkgever ko men te staan. Maar ook kan het zijn, dat ge tot de overtuiging komt, dat het recht niet is aan den kant van Uw werkgever. Dan hebt ge het gebod Gods te doen, n.l. aan den kant van het recht te gaan staan. Is het recht aan de zijde der ar beiders dan hebt ge naast de arbeiders te gaan staan. Want ook in dit opzicht kunt ge niet God dienen en den Mammon. Maar datzelfde geldt eveneens als gij, tot de overtuiging komt, dat het recht aan de zijde van den patroon is. Gij hebt Uw standpunt daarby aan werk gevers en werknemers klaar en duidelijk kenbaar te maken. Nu is niet altijd te zeggen aan wiens kant het recht is. Het is soms een vraag van meer of minder. Ook weet gy? soms meer van het bedrijf. Al is een strijd op zichzelf gerechtvaardigd, dan kan het zijn, dat een bedrijf toch moer uitgaven niet lijden kan. In dergelijke gevallen zou Uw houding een moeten zijn van welwillende neu traliteit. Gij blijft Uw eigen werk doen, gelijk voorheen, maar ge zuit heel voorzichtig moeten zijn met het doen van 'arbeid, die Uw arbeid niet is, werk doen dus van een ander. Maar spreek op zijn tijd. Werkgever en werknemer moeten weten wat ze san U hebben. Zeg ook tegen den patroon, dat ge in 'dergelijke gevallen alleen Uw eigen werk doet. Maar ook moet er verandering komen Personeel van den Rijks Water staat als verkeerspolitie. Op de Rijkswegen heeft in het alge meen ingevolge het bepaalde in de artt. 17 en 19 van het Kon. Besluit van 4 Juli 1927 ook het personeel van den Rijkswa terstaat de bevoegdheid, het verkeer te regelen. Is politie afwezig, dan oefent dat personeel desnoodig die bevoegdheid uit. Op plaatsen en onder omstandigheden echter, waar het personeel van den Rijks- Waterstaat geacht moet worden, die ver keersregeling te verrichten in recht- streeksch verband met zijn speciale be moeiingen, d.w.z. waar de verkeersrege ling samenhangt met de werken, die het bedient, zooals bruggen, of met de wer ken, waarin het in aanleg, wijziging of herstel bezig is, zooals by' aanleg, ver breeding en reparatie van een wegvak, moet blykens een circulaire van den minister van Waterstaat het optreden van dat personeel boven dat van de po litie voorrang hebben en zal de politie bij haar optreden zoo dat optreden van haar in casu noodig is met de door het betrokken Waterstaatspersoneel gegeven of klaarblijkelijk voorgenomen bevelen hebben rekening te houden. Geref. Vereen, voor Drank bestrijding. Vandaag kwam de Geref. Ver. voor Drankbestrijding in de Westerkerk te Arn hem in 28e jaarvergadering bijeen. Oudergewoonte ging ook ditmaal aan de jaarvergadering een bidstond vooraf. Voorganger was Ds A. M. Berkhoff, Chr. Geref. predikant te Amsterdam en lid van het hoofdbestuur, die zijn gehoor bepaalde bij Joh. 15:5b: „Zonder mjj kunt gij niets doen". Na den bidstond ontving de afd. Arn hem de afgevaardigden in de groote zaal van het gebouw voor Chr. Belangen. Er heerschte een zeer geanimeerde stemming en verschillende personen spraken een kort woord. De mandolineclub van de afd. Arnhem van den J. C. G. O. B. ver leende welwillende medewerking. Het was der vergadering een oorzaak van vreugde een woord van sympathie te mogen beluisteren uit den mond van het 2e Kamerlid, wethouder C. Smeenk, lid der vereeniging. 'tWas al laat toen men uiteenging. Te 10 uur ving hedenmorgen de jaar vergadering aan, die druk bezocht was. De 2e voorzitter Ds A. M. Berkhoff van Amsterdam, opende by ontstentenis van den voorzitter, Ds W. H. Gispen, de ver gadering op gebruikelijke wijze. Hierna werd onder daverend applaus besloten een telegram van hulde en heil- wensch te zenden aan H. M. de Koningin- Moeder, die vandaag haar 70sten verjaar dag vieren mag. Aan den ongestelden voorzitter, Ds W. H. Gispen, werd een telegram van sym pathie gezonden. Hierna kwamen de yerslagen aan de orde. Uit dat van den secretaris bleek, dat het aantal leden 4698 bedraagt, ge organiseerd in 116 afdeelingen en 9 Prov. bonden. De rekening van den penningmeester sloot met een nadeelig saldo van f 256.96. De verslagen werden goedgekeurd. De bevolkingsboekhouding. De minister van binnen]andsche zaken en landbouw heeft den volgenden brief gezonden aan de gemeentebesturen: Ik heb de eer u mede te deelen, dat het in mijn voornemen ligt, binnenkort een commissie in te stellen die mii o.a. zal moeten voorlichten aangaande een herzie ning en aanvulling van de voorschriften omtrent het houden der bevolkingsregis ters en daarmede samenhangende vraag punten. Gelet hierop moge ik u dringend ver zoeken, geen wijzigingen in den tegen- Aangszien, volgens geruchten, ook op andere schepen dergelyke keelziekte-ver- schynselen ais op de Insulinde zich moe ten hebben voorgedaan, vraagt men zich af, of niet in Indië de bron van besmet ting gezocht moet worden, ja de ver schijnselen zouden nog zoo onzeker van herkomst zijn men spreekt van vijf- daagsche koorts, diphterie, enz. dat reeds de mogelijkheid van een nieuwe, tot dusver vry wel onbekende ziekte, is geopperd. Voor de bemanning is de heele aange legenheid ook een zeer onaangename strop, daar na de observatie natuurlijk niet dadelijk weer voor allen emplooi te vinden zal zijn. Dit zal zeer geleidelyk moeten gaan. Encephalitis na inenting. In de week van 22 tot en met 28 Juli kwam geen geval van encephalitis na in enting ter kennis van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid. Er is nog één geval van encephalitis na inenting bekend geworden, dat in de week van 27 Mei tot en met 2 Juni aan het Staatstoezicht op de Volksgezondheid opgegeven had moeten worden. Het kind was op 18 Mei t.v. ingeënt met koepok stof, afkomstig uit de entstofinrichting te Amsterdam. Het aantal medegedeelde gevallen van encephalitis, voorgekomen na inentingen verricht in het tweede kwartaal van 1928, is daarmede gekomen op acht, met vier Sterfgevallen. Onder deze 8 geval len is er echter 1, dat met groote waar schijnlijkheid niet als een geval van post- vaccinale encephalitis is te beschouwen. In het tweede kwartaal van 1927 was het aantal gevallen 17, met 3 sterfgeval len. De hoeveelheid verstrekte koepokstof was in het tweede kwartaal van 1928 vol doende voor de inenting van 40.175 perso- hen en in het overeenkomstige kwartaal van 1927 voor 70.135 personen. De „Nederland-Express" van de Stoom vaart-Mij. „Nederland". Het Hollandsche publiek is reeds lang vertrouwd geraakt met het wekelijksche dagbladbericht, dat de boottrein, aanslui tend op de aankomst van het uit Ned.- Indië thuisvarend schip in de Middelland- sche zeehavens zoo en zoo laat vertrokken is en dat de passagiers en de mail op een bepaald uur in het moederland verwacht kunnen worden. Thans heeft, naar men in de dagbladen heeft kunnen lezen, de Maatschappij Ne derland het initiatief genomen tot het doen loopen van een veertiendaagschen boot trein in omgekeerde richting. In samen werking met de spoorwegen is dit denk beeld uitgevoerd en op 26 Juli j.l. heeft de eerste „Nederland-Express" geloopen tus schen Holland en Genua en daar op 27 Juli de mail en een honderdtwintigtal pas sagiers veilig en snel afgeleverd op enkele meters van de P. G. Hooft, op weg naar Ned.-Indië. Een vertegenwoordiger van Aneta heeft, op uitnoodiging van de directie der Mij. Nederland dezp eerste reis der Nederland- Express medegemaakt. Een der directeu ren der Mij. Nederland, Mr D. A. Delprat, reisde met een tweetal vertegenwoordigers van de directie der Nederlandsche spoor wegen mede. De Nederland-Express, die des morgens omstreeks kwart voor negen Den Haag verlaat, neemt in Utrecht, Arn hem en Nijmegen nog Nederland-passa giers in en voorts aan een aantal buiten- Iandsche tusschenstations, om de reis in ongeveer een etmaal te volbrengen. De Ex press is tevens restaurant en hotel en ver- eenigt, vooral voor families met kinderen, alle waarborgen voor een gemakkelijke en snelle reis, met een minimum last aan grensmoeilijkheden en een zeer beh jorlijke verzorging. De reiziger, die van deze snelverbinding gebruik wenscht te maken, vindt zijn zit plaats en slaapwagen gereserveerd op naam. Hij krijgt labels en plakbiljetten voor zijn hagage en wordt zelfs in een han dig drukwerkje tot in details ingelicht om trent de prijzen der maaltijden onderweg, de te betalen fooien aan het buitenland- sche slaap- en eetwagenpersoneel. Ja, de maatschappij zorgt, er zelfs voor, dat zij die onder haar hoede Europa voor korto ren of langeren tijd verlaten, het land schap aan de hand van routekaartjes kun nen bestudeeren, omdat ze in Indië het lie felijk traject langs den Rijn en de heer Naar het Engelseh. 35) o— Toen John thuis kwam vertelde ik hem, wat er gebeurd was. Hij luisterde, maar maakte geen opmerkingen. Maar den ge- heelen avond zat hij te bladeren in juf frouw March's boeken, terwijl hij hier en daar luid of zacht stukken las uit een col lectie van lyrische balladen, welke dat jaar uitgegeven was door een jongeman, ge naamd William Wordsworth. Ik weet niet of juffrouw March besefte, wat kwaad ze deed en wat 'n kwaad er gedaan is door alle tijden heen onder jonge lieden door het uitleenen van boeken, voor al van dichtwerken. Den volgenden dag hevond John zich in een wonderlijke stemming. Droomerig, lui, week, zat hij binnen in plaats van naar buiten te gaan werkelijk hij was geheel veranderd. Ik merkte op, dat dit van de gedichten kwam, welke hij gelezen had. Maar hij keek den geheelen morgen niet op, behalve toen mijnheer en juffrouw March voorbij gingen, 's Namiddags liet hij zich als 'n lammetje overhalen om naar 't beukenbosch te gaan. Toen we hieruit terugkwamen, leidde ik John langs een [nieuwen weg, welken ik ontdekt had, door een prachtige, golvende weide, half weiland, half boomgaard. Onder een de zer hoornen zagen we dat een tafeltje gedekt was. „Wat echt landelijk," jtei John, „ik zou me zelf daar wel op de thee willen noo- digeu. Wie zouden dat wezen?" „Zeker wel bezoekers. Ruitenmenschen houden er van onder eani boom te eten. 't Zou me niet verwonderen, of dit is een van de grillen van mijnheer March." „Zeg niet grillen 'tisi een oude man." j „Nu, ik zal geen kwaad van hem zeg gen. Ziet, daar komen ze bedden vaöi huis hierheen." Werkelijk waren zijl 't. Juffrouw March hielp haar vader voort en juist bij het hek van de wei ontmoetten we elkander. John hield het hek open omi vader en dochter door te laten. Zij zag op en herkende hem met een glimlach. Mijnheer March bleef stilstaan en sprak; „Mijnheer Halifax, geloof ik?" John boog. Zjj zagen elkaar 'n oogeri- blik aan, de lange, kloeke jonge man' in bevallige houding, rechtop en de oude toan, ziek en gebroken voor zijn' tijd. „Mijnheer," zei de oude man en ik meende in zijn blik meer dan nieuwsgie righeid te ontdekken mijnheer, ik heb u te danken „Niets te danken. Ik hoop van harte dat u nu beter zijtf' Mijnheer March knikte bevestigend; maar John's gezicht scheen hem bijzon- dier te interesseeren en hij vergat zijnI gewone klachten; „Mijn dochter zegt me, dat a onze bu ren zijt ik ben blij zulke vriendelijke buren te hebben." „Mijn beste, fluister de hij half hoorbaar tot haar, mij dunkt je arme broeder Walter zou juist zoo groot zijn geweest als mijnheer mynheer „Mijnheer Halifax, papal1" Mynheer Halifax, we zullen thee drin ken onder de boomen daar mijn doch- ifcer's uitvinding zjij houdt zoo van landelijk. Wilt gij ons 't genoegen] doen ons gezelschap te houden? U en ik moet bekennen, dat de tweede uitaoodi- ging als antwoord op een blik van; juf frouw March kwam u en uw vriend?" W(ij stemden natuurlijk toe. Zeer spoedig zoo spoedig, dat onze nieuwe positie ons voorkwam als een avontuur uit de „Duizend en Een Nacht", zaten we neer onder den appelboom, tusschen welks takken de nederdalende zon scheen, kussend 'thaar van het brui ne meisje, zooals ze daar neerzat, bloots- j wat betreft dat er yóór het conflict door de arbeidersorganisatie» niet met U go- sproken wordt. Daar hebt ge recht op. Als men op U rekent, dat gy aan den kant der arbeiders zult jgaan staan, dan moet men U ook tevoren ormennen. Gy hebt den plicht door versterking van Uwen Bond te zorgen, dat Uw eigen positie wordt versterkt in het bedryfsle- ven, opdat Uw positie klaar en duidelys j worde omschreven. By de gehouden hoofdbestuursverkie zing werden de heeren Homburg en van Riet als hoofdbestuurders herkozen. hootds, terwijl ze de thee inschonk in kleine chineesche kopjes. Zy had niet de grijze, maar een witte japon aan, eng lief, met mousseline afgezet. Een ruiker van bleek witte rozen, welke bij de ramen van onze zitkamer zoo overvloei- dig 'groeiden, zaten, alsof ze nog groeiden, op den boezem van 'tschoone meisje. Ze maakte haar excuses, dat kleine Jack ze van ons gebied gestolen had gelukkige Jackl Waarop John, wel wat onsamenhangend antwoordde, dat hij op die manier altoos welkom was. Hij zat juist tegenover haar ik naast haar zij had mij daar eten plaats gegeven, 't Deed mij vreemd aan, dat, ofschoon haar houding tegenover ons bei den openhartig en vriendelijk was, ze toch nog vrijer en vriendelijker tegenover mij was dan tegenover hem. Ook merkte ik op, dat zij vroolijk met mij praatte en John 't meest tot haar vader sprak. Maar de jonge dame luisterde ja, onge twijfeld luisterde ze naar elk Woord, dat gezegd werd. Dat verwonderde me niet; wanneer zijn tóng eens los kwam, konden weinigen beter spreken dam John Hali fax. Zijn gesprekken waren nooit verve lend, omdat hy altijd sprak als hij iets te zeggen had; en als hij iets gezegd had, kon hij1 ook zwijgen en zwijgen is zulk een groote en zeldzame deugd .op Men spreekt weieens van veelzeggende cijfers, maar dat geldt dan zeker wel van de cijfers die thans geregeld omtrent de vaccinatie worden verstrekt. Volgens de laatste modedeeling is in het tweede kwartaal 1928 een hoeveelheid pokstof verstrekt, voldoende voor 40.175 inentingen. Hoeveel biervan gebruikt werd, is niet opgegeven, maar men kan wel aannemen, dat een flinke hoeveelheid ongebruikt is gebleven. Bovendien is uit den aard der zaak do uiterste voorzichtigheid betracht en zal geen geneesheer het gewaagd hebben, zwakke of ziekelijke kinderen in te enten En toch, ondanks dit alles, nog 8 geval len van encephalitis en vier sterfgevallen. Het middel blijkt dus erger te zijn dan de kwaal. Pokkengevallen deden zich niet voor, maar het voorbehoedmiddel eischte on danks alle voorzorgen een aanzienlijk ge tal slachtoffers. Ik ben benieuwd welke leering de ver antwoordelijke autoriteiten hieruit zullen putten, en of men ondanks alles den treu- rigen moed zal hebben, straks den inen- tingsdwang te handhaven. OPMERKER. woordigen vorm der kaarten of in de thans gevolgde wijze van opbergen, enz. bij de bevolkingsadministratie, waarmede kosten zouden zyn gemoeid, aan te bren gen, of, indien aan verwezenlijking van dienaangaande bestaande voornemens reeds wordt gewerkt, deze geen voortgang te doen hebben, totdat omtrent het rap port dier commissie, dat op zoo kort mogelyken termyn zal moeten worden uitgebracht, een beslissing is genomen. Daaromtrent stel ik mij voor, u te zij- nar tyd in te lichten. De brug voor Tholen. Aan de N. R. Crt. ontleenden wy reeds een en ander over het vervoer van de brug, welke de verbinding zal vormen! tusschen het eiland Tholen en den vasten wal van N.-Brabant, van de werf, waar zy werd gemaakt de constructiewerk plaats van de firma p. Kloos en Zonen te Kinderdijk naar de Eendracht, een sleepreis welke een wel zeer byzondere belooft te worden, omdat immers nog nooit te voren in ons land een brug van zulk een groot gewicht enl van zulke respectabele afmetingen over water werd vervoerd. Natuurlyk is by den bouw van een brug, naast de eischen, betreffende afme tingen, soliditeit e.d. ook de kostprijs een voorname factor. Toen dan ook de bouw van deze belangrijke brug werd opgei- dragen aan de firma Kloos en Zonen, is uiteraard overwogen, op welke wijze men het voordeeligst zou kunnen werken. Het eenvoudigst zou zyn geweest, om de onderdeelen in de fabriek te Kinderdijk te maken en hen naar Tholen te brengen, om hen daar te monteeren, zooals bij den houw van de meeste groote bruggen ge- pchiedt. Maar dan zou men óf een steiger moeten bouwen over de Eendracht, waar door de scheepvaart ernstig gedupeerd zou kunnen worden óf men zon de brug op het landhoofd in elkaar moeten zet ten en haar daarna op haar plaats schui ven. Deze laatste methode was bezwaar lijk, omdat men hier geen middenpijler heeft, die als vast steunpunt kan fungea- ren, zoodat men daarvoor een schip had moeten nemepf,. dat echter met het wa ter omhoog en omlaag was gegaan het verval in de Eendracht is vrij sterk en bedraagt circa 3 M- hetgeen groote moeilykheden veroorzaakt zou kunnen hebben. Bovendien' zou meu bij beide methodes een speciale kraan moeten mom teeren. Ook zouden allerlei werktuigen! voor het afklinken naar Tholen en terug gebracht moeten worden. Ojp grond van deze overwegingen is besloten de brug op de werf van de firma te houwen en nadat de onderdeelen waren vervaar digd, stond de brug in 3 weken' tijds kant en klaar op de werf, dat wil dus zeggen, dat, nadat alles in de werkplaat- twintigjarigen leeftijd. Wij spraken veel over Wales. John had daar meer dan eens op zijn reizen vertoefd, en dit feit scheen juffrouw March nader tot hem te brengen. Zij ver telde ons menig onschuldig verhaal van haar jeugd daar van haar kindsche dagen en haar baste gouvernante, wier naam, herinner ik me, Cardigan was. Zij scheen uitstekend onder de leiding van die dame te zijn opgegroeid, 't Was niet zoo moeilijk te gissen, dat „arme mama" ge storven was, zoo vroeg, dat zij een bloota naam was voor haar wees-dochter. „Mijn beste", zei mijnheer March einde lijk, ietwat gemelijk, „je hebt wel wat een te hoog, idee van je uitstekende Jan» Cardigan, ze gaat trouwen en ze zal nu niet veel meer om je geven." „Hoho papa, dat is nog een geheim. Zeg, mijnheer Halifax, kent u Norton Bury?" Deze plotselinge vraag verrastte John, zoodat hij geagiteerd antwoordde van „ja". Mijnheer March liet hem ook geen tijd om meer te zeggen; „Ik haat die plaats. Wijlen mijn vrouw's neven, de Brithwood's van de Mythe, met wien ik h'm! in de politiek sterk van mee- ning verschil wonen daar. En. ik was daar dicht bij, haast eens verdronken." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 2