Scheepstijdingen. Afloop Woopinp, Aanbestedingen m, Burgerlijke Stand. Marktberichten. Provinciale Staten van Zeeland. De gronden in den polder Borsselen zijn Agentschap: Rotterdamsche Lloyd HENDRIKSE Co's BANK - GOES Aanbestedingen. hebbende gerechtelijke schouwing ran het lijk ran Loewestein kwam vaat te staan, dat de linkerborst en de linkerschouder gewond waren. Het lichaam was zeer ernstig be schadigd; een hand en een gedeelte ran een been ontbraken. De mijnramp In Heerlen. HEERLEN. H. M. de Koningin heeft aan den Coram, der Koningin in Limburg een telegram doen toekomen waarin zü hare op rechte deelneming betuigt aan de nagelaten betrekkingen van de verongelukte mijnwerkers. ROTTERDAM. In het stoomschip „Noreus", liggende in de haven is een hevige brand uitgebroken. Met 28 stralen gelukte het aan de brandweer het vuur te bedwingen. Hedenmor gen 10 uur opende de Commissa ris der Ko ningin de zitting der Prey. Sta ten. Aanwezig 41 leden, afwezig de heer Frui tier. Ingekomen is een me- dedeeling van den Minister van Binn. Zaken en Landbouw, dat de Kon. Beslis sing omtrent het besluit der Staten van 17 Jan. 1928 no. 14, houdende vast stelling van een reglement betreffende den rechtstoestand van de ambtenaren in dienst der provincie Zeeland, nog niet is gery>men kunnen worden. Het' adres van B. en W. van Middelburg inzake electrificatie van de middengroep wordt gevoegd bij het 'dossier op deze zaak betrekking hebbende. Het verenreglement. Over het voorstel tot vaststelling van algemeen e reglementen op de overzet veren in de wateren tusschen de Zeeuw- sche en Zuid-Hollandsche eilanden en over de Eendracht, werden in de af- deelingen geen algemeene beschouwingen gehouden. Gevraagd werd bij de artikels- ge vrij ze behandeling of er ook reserve vaartuigen be.-chikbaar moeten zjjn en werd de wenschelijkheid uitgesproken om ge bruik van alcoholhoudende dranken ge durende den dienst aan het personeel te verbiedennader werd toegelicht,* dat het vervoer verboden is by hoog water gecombineerd met harden wind. Men meende o.a. nog, dat het een bezwaar is; dat iedere politieman het overzetten kan verbieden, waartegen opgemerkt werd, dat dit art. nimmer aanleiding tot moeilijkheden heeft gegeven. Een lid wil de het verbod om bij overzetten in een voertuig te blijven alleen doen gelden voor autobussen, terwijl nog een lid meent, dat niet alleen in roeibooten, doch ook op ponten het rooken geoorloofd moet zijn. Ged. Staten zeggen, dat waar de Staten van Zuid-Holland en Noord- Brabant de reglementen reeds onveran derd hebben aangenomen, het onge- wenscht is daarin nog wijzigingen aan te brengen. Zij zijn wel bereid met hunne ambtgenooten in overleg te treden over de wenschelijkheid der bepleite wijzigin gen. Dhr Moeiker (v.b.) vraagt: waarom mag aan het Thoolsche veer op de ponten niet worden gerookt en wel in de roeibooten Overigens heeft Spr. geen bezwaren tegen het reglement. Dhr de Jonge (c.-h.) heeft in de stukken nieit aangetroffen den eisch, dat in geval van groote herstellingen een reserveboot aanwezig moet zijn. Veel scherper zou Spr. willen bepalen, dat personen, die zich schuldig maken aan drankmisbruik, geen dienst op de boo ten mogen doen. Het bedienend personeel dient zich tijdens den dienst geheel te onthouden van alcoholhoudenden drank. Dit geldt b.v. ook voor de treinmachi nisten. In dien geest doet Spr. een voor stel. Dhr S o n k e (A.R.) is niet geheel be vredigd door het antwoord van Ged. Staten. Er zijn bepalingen, die niet nood zakelijk zijn en hinderlijk voor de passa giers. Zoo b.v. het rookverbod op de ponten en het niet mogen plaatsnemen in voertuigen (auto's,' rijtuigen enz.) tij dens het verblijf op de ponten. Spr. stelt voor de laatstbedoelde bepaling in te trekken. Dhr helleman (V-D.) is voor de voorst ellen-De Jonge en Ronke, maar ze zullen weinig effect sorteeren, omdat de veranderingen bezwaarlijk meer kunnen worden aangebracht, daar Ged. Staten van Zuid-Holland het reglement reeds in wer king stelden. Dhr v. d. Weg de (Ged. Staten) onder- streept dit laatste. De zaak zou opgehou den worden bij aanneming der amende- inenten. Spr. dringt aan op intrekking er voorstellen en zegt namens Ged. Sta- ,1°®' dat ze zullen trachten de denk- eelden, 'in beide amendementen neer- geiegd, te verwezenlijken. 0r zal met "Ged. v van Zuid-Holland en Noord-Bra- nl °nderhanideld morden, on de 'i°nRe en Sonke trekken daar- len rd deze toezegging, hun voorstel- vertu.r keilingh (V-B.) wil toch even e a*en het niet eens te zijn' met den r Sonke, zulks uit hoofde van de Ve'iigheid. De voorstellen van Ged. Stateö worden meiüa z-h.st. aangenomen. Verzoek om vrijverklaring van den Gal. polder Borssele. Het voorstel om het verzoek van den polder Borssele om vrijverklaring af te wijzen, lokte in de afdeelingen breed voerige besprekingen uit. Ben' lid zegt dat de inkomsten sedert 1923 niet langer door de uitgaven overtroffen worden en de polder thans zelfs een aanzienlijk bedrag heeft uitstaan. Volgens zijn meening is het verzoek dan ook geheel gerechtvaar digd. Van gevaar kan meii alleen spreken op minstens 800 voet uit den dijk. Ook in 1923 gold het argument, dat bui tengewone werken mochten worden uit gevoerd en sinds dien is niets gedaan. Een ander lid zegt, dat ter plaatse een actie is gevoerd om de groote meerder heid in den Dijkraad te verkrijgen. Men is er in Borsselen slechts op uit, om den pot met geld te verdeelen. Maar als de uitgaven eens enorm stijgen, zal de pol der geheel op zich zelf zijn aangewezen. De financiëele toestand gedoogt z.i, de vrijverklaring niet. Een lid waarschuwt tegen geldverdeeling en acht gezien ook de grondprijzen voor vrijverklaring aller minst termen aanwezig. Een ander lid zou willen, dat Ged. Staten ernstig overwegen, of de wet van 1870 nog wel voldoende van kracht is. Een lid in een andere af- deeling zou een© commissie van onder zoek willen, om na te gaan, of de wet zich nog langer aan den geest van den tegenwoordigen tijd aanpast. Een opdracht tot dergelijk onderzoek aan den Zeeuwsch- schen 'WateTschapsbond zou ook kunnen worden gegeven. Vanwege Ged. Staten wordt opgemerkt, dat het in hoofdzaak te doen is om verdeeling der uitstaande gel den en aan de toekomst en het verleden verder geen aandacht wordt geschonken. Ook Walsoorden vroeg destijds om vrij verklaring, het werd gelukkig niet toege staan, gezien wat er op 12 Maart 1906 daar is voorgevallen. De polder ELewouts- dijk werd destijds wel vrijverklaard, maar staat nu voor zeer hooge uitgaven. Over de kwestie van een onderzoek naar de wet van 1870 zijn de leden van Ged. Sta ten verbeeld. In deze afdeeling wordt niet gestemd. In een andere a'dseiing meent een lid dat de voorstanders te veel Iet ten op ïiet groote bedrag in kas en te weinig op eventueels rampen. Enkele le den willen zich eerst nog wat nader op de hoogte stellen, vooral 'ook waar het besluit een gevaarlijk precedent voor andere pol ders zou kunnen opleveren. Een lid meent dat waai' de polder in de laatste ste jaren de provincie niets gekost heeft deze zich zelf in voldoende mate kan helpen. Een ander lid meent, dat de Dijk raad en de ingelanden wel bevoegd zyn, een oordeel over de verbetering der zee wering te vellen. Ged. Statep merken o.a. op, dat van de f250.0Q0 kasgeld in de- naaste 'toekomst f 140.000 noodig zal zijn voor uit te voeren werken. De toestand aan de Zuidwatering van den Polder Wal cheren bewijst voor wélke verrassingen men kan kómen te staan. Daarom wordt inwilliging van het verzoek dan ook sterk ontraden. Alhoewel de kosten voor de leden met f20 per H.A. zullen verminderen!, kan een ander lid geeö vrijheid vinden tegen het advies in te gaan, ook met het oog op het gevaar dat er niet meer voldoende voor de zeewering zal worden gezorgd. Benige leden zouden één polder of water schap Zuid-Bevelajid willen oprichten!, waarvan Ged. Staten tegen later overwe ging toezeggen. Een ander lid, zegt clat de laatste 30 jaar rijk noch provincie steun1 moesten verleenen aan dezen polder. -Altijd kan weer calamiteusverklaring worden aange vraagd. Een ander lid vraagt zich af waarom de naastliggende polder niet cala- miteus is. Weer een ander lid meent dat men met polders aan diep water niet voorzichtig genoeg kan' zijn. Een reserve van f 2ÓO.OOO beteekent niets bij groote werken. Op verschillende vragen! wordt van de zijde van Ged. Staten ge antwoord, dat de laatste jaren de polder geen ondersteuning; meer heeft ontvan gen, maar dat dit nog geen' vdldoende argument is voor vrijverklaring. Er zullen' direct werken voor een bedrag van min stens f 145.000 noodig zijn' en dan is de kas als reserve te klein geworden. Als de polder vrij verklaard en dan later toch weer calamiteus zou worden, zal de eerste 5 jaren de volle geschatte waar de als dijkgeschot moeten worden betaald. Ek zou geen bezwaar zijn tegen inwilli ging als het reservefonds bijv. maar f800.000 of f 1.000.000 bedroeg. Ged- Staten handhaven hun voorstel ongewij zigd. Dhr. W al 1 i e n (C.-H.) is het voorals nog niet eens met Ged. Staten. Spr. vraagt of het gewettigd is den polder Borsselen nog lander onder curateele te houden. Volgens spr. niet. Het bedrag, noodig voor uit te voeren herstellingswerken (f 145 000) is hij den polder in reserve. En ook hebben Ged. Staten toch altijd do macht den polder te dwingen tot het uit voeren van zeeweringwerken. Ingelanden hebben behoorlijk overwogen wat ze deden, toen ze vrij-verklaring vroegen. Want volgt na een vrijverklaring later weer calamiteit, dan kunnen de ingelanden wel rekenen op hoogere polderlasten. Dhr Joziasse (Stk. Geref.) merkt op, dat het reeds de 4e keer is, dat de polder Borsselen om vrij-verklaring vraagt. Der tig jaar staat die polder onder curateele. De eigenaren van verreweg de grootste op pervlakte grond .vragen nu vrijverklaring en spr. meent, dat er redenen zijn, om hun verzoek in te willigen. De ingelanden zullen wel degelijk voor de zeewering zorgen, want het is hun eigen belang. Ze zullen niet zoo naïef zijn om den pot te gaan verteren. goed, maar de waarde zou hooger zijn als de polderlasten minder werden. Dhr Wer- leman (v. d.) wil de zaak zoo ob jectief mo gelijk bekij ken. Het al gemeen be lang móet voorop staande po der Bo s- se.en moet als cultuur- gTond be houden blij ven. En wordt dit belang nu gediend door bet voor stel van Ged. Staten of door inwilliging van bet verzoek tot vrijverklaring. Wat de technische kwestie betreft, moéten Prov. Staten toch zeker luisteren naar het advies van den hoofdingenieur. Maar naast een technischen is er ook een economische kant aan.deze zaak. Hier is een polder, die vrijheid wil en een college van Ged. Staten, dat die vrij heid niet geven wil. In vele gevallen in het leven is het juist andersom. Ged. Staten willen de menschen tegen zichzelf beschermen, een bescherming, waarvan de ingelanden niet gediend zijn. Ged. Staten meenen, dat de toestand van den vooroever nog verrassingen zou kun nen haren. In het algemeen belang en dat van de achterliggende polders, zoo zeggen Ged. Staten, is het gewenscht, dat de pol der calamiteus blijft. Maar spr. vindt het eigenaardig, dat, als er een verzoek tot vrijverklaring komt, er steeds gewezen wordt op zeeweringswer- ken die noodzakelijk moeten worden uit gevoerd. Dus is de toestand tijdens de ca lamiteit niet in orde gehouden? Moesten verschillende werken reeds niet uitgevoerd zijn, desnoods met steun der provincie? Spr. zal echter stemmen vóór het voor stel van Ged. Staten als zijnde het meest in 'talgemeen belang. Spr. wijst er nog op, dat de Borsselsche ingelanden bij vrij verklaring gedurende de e.v. 10 jaren toch evenveel als nu zouden moeten betalen. Bovendien zouden aan vrijverklaring tal van bezwarende bepalingen verbonden kunnen worden. Dhr v. 't H o f f (A-R.) voelt veel' voor vrij-verklaring. Het verzoek van Biorsselen! houdt nu eens niet in een verzoek om steun, maar om vrijheid. Natuurlijk staan hier groote belangen op het spel. En de „meeste Statenleden zijh technisch niet op de hoogte, zoodat ze moeten afgaan 'op> hot advies van den. hoofdingenieur van den. Prov. Waterstaat.r We staan hier voor een wisselvalligen! toestand. Niemand weet, hoe de stroom in de Schelde in de toekomst zal' zjjn. Van de pessimistische voorspellingen van den hoofdingenieur bij vorige gele genheden is echter niets uitgekomen. Dit geeft Spr. reden, om de ingelanden! van Borssele ter wille te zijn. Maar aan de vrijverklaring^ zouden voorwaarden! ver bonden moeten worden, welke Spr. nader opsomt. D|hr Boonman (R.K.) bestrijdt enkele onjuiste beweringen' van "God. Staten in het algemeen verslag. Spr. stelt vöor: aanhouding tot de n'ajaarszittm'g. Dan kunnen' prov. en Ged. Staten zich eerst goed op de hoogte stollen. Dhr Moei ker (V.B.)' houdt een be schouwing over de gevaren, die den oever van dezen polder bedreigen. Bij een lage eb dreigt hier oeverafschuiving. En wat doet men dan met anderhalve ton, als er dan groote zinkwerken moe ten plaats hebben? Spr. is voor de vrij heid, maar in dit geval durft hij haar piet geven. Dhr Adriaanse (V.DJ steunt het voorstel tot aanhouding. De Statenleden kunnen zich dan ook eens ter plaatse gaan overtuigen. Dhr Wal li en (G.H.) is niet tegen' aan houding, maar stelt voor bovendien' aan Ged. Staten te verzoeken, voorwaarden te ontwerpen die aan! een eventueele vrij verklaring zouden moeten worden verbon den. Dhr Onderdijk (S.D.). ziet in dit voorstel-Wallien een uitspraak voor vrij verklaring. (Ontkeninende interrupties.); Voor een vrijverklaring onder allerlei bin dende voorwaarden voelt Spr. niets. Laat die polder dan liever calamiteus blijven. Tegen aanhouding op zichzelf is Spr. niet Dhr Welle man (v.d.) zegt, dat de wet allerlei voorwaarden aan vrij-verklar ring verbindt. Maar de Staten kunnen ook nog hun voorwaarden stellen. Dhr v. 'tHoff (A.R.) verzet zich ook tegen de opinie van den heer Onderdijk. Dhr Kakebeeke (v.b.) noemt een calamiteuzen polder armlastig. Hij kan niet zelfstandig zijn financiën afhande len. Provincie en Staat zorgen er voor, dat zulk een armlastige polder in stand gehouden wordt, wat er ook gebeurt. Als er groote werken moeten worden uit gevoerd, zooals hier voor de deur staan, dan dreigen er groote gevaren. Het is een daad van wijs beleid, den polder calamiteus te laten. We moeten letten op de toekomst Spr. is niet voor aanhouding. De Sta ten zullen er niet wijzer door worden, tenzij ze misschien een duiker-onderzoek naar den toestand yaa den voor-oever instellen. (Gelach.) Dhr Joziasse (Stk. Geref.) wil' iemand, die in geen 39 jaar ondersteuning heeft genoten, niet armlastig noemen. Spr. is voor vrij-verklaring, maar uit tactische overwegingen zal hij voor het voorstel tot aanhouding stemmen. Dhr v. d. We ij de (Gad, St.) ver klaart, dat Ged. Staten adviseeren de zaak nu niet meer uit te stellen. Er is T alle tijd geweest en die is pok gebruikt om zich op de hoogte te stellen. Van een 'bezoek ter plaatse kan men niet veel verwachten, want wat men eigenlijk zou moeten zien, blijft aan de waarneming onttrokken. Spr. zegt, dat wanneer de zaak wordt aangehouden tot de na jaarsvergadering, alle kans op vr ij verklaring ,zal zjjjn verke ken. Wantdetoèstand terplaat se zal dan zeer critiefc zijn. Groote werken zullen noodig zjn, die spreker liever zoo spoedig mogelijk ziet uitgevoerd. Dhr Reilingh (V.-B.) meent, dat men de ingelanden van Borsselen tegen zich zelf moet beschermen. Het voorstel Boonman-Wallien (aanhou ding van het voorstel) wordt verworpen -met 27 tegen 14 stemmen. De zaak komt dus nu in behandeling Dhr v. d. W e ij d e (Ged. St.) beant woordt nu de verschillende sprekers. Reeds eeuwen geleden was Borse- len een calamiteuze po-lder. Spreker doet dienaangaande een mededeelïng uit 1372. De toestand is er nu nog altijd cri- tiek. De voor-oever staat er aan groote gevaren bloot. Spr. wijst er op, dat een polderbestuur, dat wegen verbetert, toe juiching ondervindt. Gaat men een zeedijk verhoogen en verzwaren, dan zijn er nog enkele ingelanden, die dit toejuichen. Maar gaat men den vooroever (onder het water dus) versterken, dan noemen verreweg de meesten dat geld in het water gooien. En waar die vooroever- verbetering zoo dringend noodig is, is het beter, dat de polder calamiteus blijft. Dan is het zeker, dat het werk gebeurt. Het verwijt, dat Ged. Staten en de Prov. hoofd ingenieur zoo graag hun groote macht houden en daarom den polder calamiteus willen laten, is- geheel onge grond. Integendeel, het zou spr. genoe gen doen een voorstel tot vrij-verklaring te verdedigen. Spr. geeft de Staten dringend in over weging in 't belang der provincie en voor al, gelet op de toekomst, den polder Bors selen niet vrij te verklaren. Het verleden waarschuwt ons. Groote onheilen zijn aan gericht door het laat-mahr-waaien-systsem Het voorstel van Ged. Staten (a f w ij- z i n g van het verzoek tot vrij-verklaring van den polder Borsselen) wordt hierna aangenomen met 35 tegen 6 st. Vóór vrijverklaring stemden dhrn Wal- lien, Joziasse, Kodde, Boender, Boonman en v. 't Hoff Renteloos voorschot P. Z. E. M. Zie tweede blad. Dhr de Pauw (S.-D.) is dankbaar voor de mededeelingen van Ged. Staten, maar niet vbldaan. Maar het is moeilijk tijdens de onderhandelingen verder op de zaak in te gaan. Een motie zal dan ook zijnerzijds achterwege blijven. Maar spr. dringt aan op meerdere officieele of ver trouwelijke mededeelingen. Spr. wil tot de najaarszitting wachten en dan zoo noodig op de zaak terug komen. Het schrijven van Ged. Staten wordt daarna voor kennisgeving aangenomen. De electrificatie MitL ïengroe-p. Dhr Overhoff (S.DO zegt niet te verkeeren in een! wanhoopssternming, maar is met plezier naar deze zitting gekomen, omdat hij verwacht, dat van daag spijkers met koppen zullen kun'nen •worden geslagen, al zal het zaak zijn op te passen geen kromme spijkers te slaan. Spr. constateert met genoegen', als warm voorstander van het Overheidsbedrijf, dat het, er nu uitziet, dat de P.Z.EM- den stroom zal leveren aan de middengroep1. Spr. noemt het een onlzalig idee oin het besluit van 1917 in te trekken'. Maar niet een der laden) is er nu mee aan gekomen. Alle Statenleden willen een vol ledig Overheidsbedrijf, zoowel voor pro ductie als distributie. Er is alleen verschil over derf tijd en het tempo van uitvoering der zaken. Spr. is nog niet overtuigd, dat het noodig is, direct een eigen centrale te bouwen. In' 'Zeeuwsch-Vlaanderen hebben we wel geleerd, daf de toename van' stroomverbruik in de eerste jaren' niet vlug gaat. We zijn daar zelfs nu nog, lang niet de moeilijkheden te boven. Het is overdreven, als men zegt: de mid dengroep roept om elektriciteit. Juister ware het, als men dat zei van Goes en dan nog maar van een gedeelte van Goes. Voor bet platteland voorziet spr. grooter risico dan Ged. Staten. Spr. is bang, met een eigen céntrale voor een kwijnend bedrijf in de eerste jaren. Het contract met de Societé Anonyme, aangeboden via den Raad van Advies der P. Z. E. M. (waar voor we dezen Raad wel dankbaar mogen zijn) lijkt spr. voordeeliger. Dan hebben we 15 jaar voor den boeg, waarin het be drijf gaat groeien. Dan 'hebben we na die 15 jaar in eigendom: een net en een klan tenkring. De P. Z. E. M. is dan ooncur- renz-fahig. Misschien is dan na 15 jaar wel mogelijk een overname van het be drijf der Societé door de P. Z. E. M. Over 15 jaar hebben we meer macht dan nu. En ook is er de mogelijkheid volgens spr. na die 15 jaar de bevoegdheid van het Rijk om tot naasting over te gaan. Spr. acht het riigewenscht, dat we in do middengroep twe6 centrales zouden krijgen. Maar.mocht het werkelijk noodig of gewenscht zijn, dan kan na 15 jaar al tijd nog tot het bouwen van een eigen cen trale worden besloten. Spr. vindt het niet ei'g, dat de Societé een buitonlandsche maatschappij is, Spr. heelt wel vertrouwen in de verbetering der internationale verhoudingen, in oor logstijd vallen alle normale dingen weg, dus kan men dan altijd nog zien wat te doen. Men heeft ook gezegd: bij contract met de Societé kan geen vastrechttarief wor den ingevoerd. Maar, vraagt Spr., kan dat wel direct met een eigen centrale? Ged. Staten willen het monopolie van stroomlevering nietgeven aan een par ticulier bedrijf. Maar dat duurt zoolang de Staten het willen. Spr. gelooft, dat er bij de Société nog wel meer te bereiken is, dan' nu in het ontwerpLcontract staat. Het definitief con tract zal, naar Spr. meeent, toch altijd nog in de Staten ^moeten komen. Het schrijven van j$, en W. van Middel burg wil Spr. liever niet in' opeiübara zitting bespreken'. Hierna pauze tot kwart over twee. Stoomvaart Mij. Nederland. RONDO, thuisr., 19 te Londen. ROTTI, uitr., 19 te Pt. Said, BALI, thuisr., p. 19 Perim. SAPAROEA, thuisr., 19 te Amsterdam, Kon. Ned. Stoomboot Mij. NEREÜS, 19 v. Amst. n. Gibraltar, BENNEKOM, Chili n. Amst. 19-te Antwerpen. BERENICE, 19 v. Amst. n. Rott. BREDA, 18 v. Antwerpen n. Amst. VENUS, 19 v. Alexandrië te Amsterdam. ORESTES, 19 v. Algiers te Amsterdam. ODYSSEUS, 19 v. Amsterdam n. Danzig. Ftotterdamsche Lloyd. TAPANOELI, uitr., 19 te Belawan. KEDOE, uitr., 19 v. Genua. TAMBORA, uitr., 19 te Marseille. TELEGRAFISCH WEERBERICHT Verwachting tot den avond van 21 Juli: Zwakke tot matige wind uit Westelijke richtingen. Licht of half bewolkt. Waarschijn lijk droog weer; weinig verandering in tem peratuur. Stand van hedenmiddag 2 uur» Stand van gistermiddag 2 uur 763. Licht op voor fietsers: Zaterdag 9 u. 37. i .i«—I KRABBENDIJKE. Gisteren word door nobv ris J. J. van Dyke van Kruiningon publiek verkocht het woonhuis en erf van de erven P. K. van Nieuwenhuijze. Hoogste inschrijver M. Franke voor f 3666. Kooper Joh. van Strien, alhier, voor f 6065. SEROOSKERKE. Bij de door notaris A. de Neeling gehouden veiling van een huis gemerkt B 79 enz. te Gapinge, werden de perceelen 18 in combinatie verkocht aan dhr Joh. Wondergem, landbouwer te Seroos- kerke, voor f 9245. Juli. 24 Wilheiminadorp, schoonmaak, onder houd en schilderen van schalen, Burg. en Weth. 28 Baarland, woonhuis, Bouwk. Hoog vliet. MIDDELBURG. Gehuwd: D. Taal, 27 j. en M. F. Houtop, 25 j. Overleden: -H. L. E. Dormaar, 67 .j, geh. met A. C. Snoep; L. Dorlefjn, 49 j., geh. met P. M. van Heulen. Van 1219 Juli. SOUBURG. Ondertrouwd: Laban Jacobus Bierens, 24 j. en Suzanna Adriaaa Kodde, 22 jaar. MIDDELBURG. Veiljng van 19 Juli 1928. Roode bessen £17.50£27, Witte bessen £13.50—f 14.70. Aardbeien: Jecunda £25.10f47.10, Mad. Mathot £25—f34.10. Eierveiling van 19 Juli 1928. 5254 K.G. £4.50, 54—56 4.90, 56—58 K.G. £5.10— £5.20, 5—60 K.G. f 5.40—f5.60, 60—62 K.G. f 5.50, 62—64 K.G. £5.80. Eendeieren f5.10. Veiling van 20 Juli 1928. Aardbeien: Jecun da f 18.20—f38.70. MIDDELBURG. Middelbnrgsche Markt, Boter fl.10, Eieren £5.60, Eendeieren £5.75. MIDDELBURG, 19 Juli. Op de export- veiling werden nog de volgende prijzen besteed: roode hessen f 17.50—f 27, witta bessen f 13.50f 14.70, aardbeien Jecunda f 25.10—f 47,50, ïaadaiaö matot f25— f34,10.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 3