Persil Leestafel. Het Vrouwenhoekje. Dammen. Voor de Jeugd. Zelfwerkend Wasthmiddel. Voor de veredeling wordt Jaarlijks uitge- jj ran 500 bieten; waarvan bekend dat zij in suikergehalte en gezicht' buitengewoon goed zijn. Of deze geconsta- teerde eigenschappen nu echter een modi- Latie dan wel een gevolg van uitstekende erfelijke factoren zijn, moet door een na der onderzoek op proefvelden, dus ini de nractijk, worden uitgemaakt. Van elk der tóJO bieten wordt daarom het zaad afzon derlijk geoogst. Om van elke plant vol doende zaad te krijgen, teneinde op groote schaal proefvelden te kunnen aanleggen, worden de bieten in het voorjaar in de kas geplaatst en na kieming in stuk jes gedeeld. Door deze bewerking geeft elke uitgekozen biet (familiehoofd) vijf tot zes k.g. zaad. Van deze 500 familie»- hoofden worden er in het eerste jaar reeds 300 om direct waarneembare mor- phologische eigenschappen afgekeurd. Het zaad van de 200 resteerende familiehoof den wordt op de familieproefvelden op afzonderlijke perceelen met veelvoudige herhaling uitgezaaid. In het najaar wor den de ongeveer 20O bieten van elk veldje afzonderlijk geoogst en naar Naar- den gezonden. Jaarlijks komen aldaar on geveer dertig wagons met bieten, welke in een tijd van drie weken worden onder zocht op bruto-opbrengst en gehalte aan suiker. De beste twintig families worden nu gekozen tot voortzetting van' de teelt. De bieten van1 elke dezer gekozen families worden nu nog alle individueel onder zocht om daaruit dan weer de nieuwe 500 familiehoofden te kiezen'. De budste „bietenfamilies" dateeren van' 1900, zoo dat hiervan, omdat de biet twenjarig is, reeds veertien generaties aanl 'de firma beiend zijn. Die 500 familiehoofden, waar van de teelt steeds weer uitgaat, stammen dus van slechts twintig planten af. Ten einde nu de erfelijke eigenschappen in elke familie zooveel mogelijk te con- centreeren, worden' de familiehoofden in twintig groepen bij elkaar uitgeplan't, zoo dat de bestuiving plants vindt tusschen kalf-broers en half-zusters. Op deze wijze heeft de firma van de kruisbestuiven.de bieten rj,e beschikking gekregen' over uit een practisch oogpunt volkomen constante Stammen. Er heeft dus een sterk door gevoerde inteelt plaats, wat ook bij de suikerbiet eenigszins ten' koste ,gaat van de levensenergie. Om deze laatste n'u te herstellen worden de beste stammen voor het produceeren van han'delszaad met elkiiar gekruist. Zeer interessant voor da aanwezigen was te vernemen, dat daartoe eerst nog weer tusschen de verschillende families Eoefkruisingen worden' gemaakt, welke uisingen stuk voor stuk op hunne pro ductiewaarde door middel van 'proefvel den worden vergeleken en dat pas daarna die kruisingen, welke het beste resultaat bleken o>p te leveren, later voor de teelt van het handelszaad in het groot worden herhaald. Op deze wjjze is het mogeljjk practisch voor elke omstandigheid en voor eiken grond een passende kruisingscombi- matie tot stand te brengen. In antwnord op de vragen, die daarom trent door verschillende aanwezigen wer den gesteld, werd door de firma medege deeld, dat zij van haar suikerbietenzaad een groot quantum in Nederland plaatst en verder naar zeventig landen exporteert. In Duitschland is de firma met vermeer dering begonnen om, toen vaii Duitsche zijde, ter wering van het Nederlanldsche «uikerbietenzaad een zeer hoog invoer recht werd geheven; toch zoo mogelijk nog een plaats op de Duitsche markt te kunnen behouden. Het werd merkwaardig geacht, dat in weerwil van. het feit, dat in Duitschland niet alleen Nederlandsch suikerbietenzaad wordt geweerd, maar ook de invoer van bijna alle andere Nederlan'dsche land bouwproducten wordt belemmerd, hier in1 Nederland toch nog zoo buitengewoon veel Dfflitsch suikerbietenzaad wordt ge ïmporteerd. Dat dit niet mag worden toe geschreven aan het feit, dat de Duitsche suikerbieten-variëteiten beter zijn dan het ras KuhD, is onder deskundigen bekend en blijkt ook wel uit het feit, dat alle Nederlandsche suikerfabrieken haar ver bouwers in de gelegenheid stellen desge- wen'scht het Kuhnzaad te betrekken'. Ook op de ófficieele proefvelden is nimmer gebleken, dat de Duitsche rassen het Kuhnzaad overtreffen. Eerder was het tegendeel het geval. Met het oog op het optreden van schieters spant Kuhn zelfs steeds de kroon boven Diuitschland. Het gezelschap bracht daarna een- be zoek aan twee proefvelden van! de firma in.l. te Resteren, waar hoofdzakelijk eeti vergelijkend onderzoek wordt ingesteld naar de waarde der verschillende proef- fcruisingenen aan dat te Geldermalsen, waarop verschillende bietenfamilies wor den vergeleken. Het wezen van het Protestantisr me, door Prof. Dr Karl Heim, Hoogleeraar te Tübimgen. Voor Ne derland bewerkt door Dr J. F. Bee rens. Uitg. Erven J. Bijleveld, Utrecht, 1928. Wal zullen wij van dit boek (162 blz.) zeggen? Het uiterlijk van het ingenaaide exemplaar is met zijn paarse strepen wel erg leelijk. En' dat bij een boek, welks inhoud voortkomt uit de .gedegen weteni- schap van Prof. Heim, uit Tubingen, en Dr Beerens, Ned. Herv. Predikant te Utrecht. Jamtaer, dat uiterlijk. Wat zullen wij van' het boek zelf zeg gen? De bewerking ervan door een man van de kwaliteiten van Dr Beerens is in zeer goede handen geweest. Daarvan getuigt ook diens vrij breedo inleiding waarin Dr B- schetst den voortgang, den enthousiasten opmarsch van het Roomsch- Kath'oiicisme in den laatsten tijd in Euro pa, bijzonder Nederland. Jammer, dat bij de bewerking af en toe het kerkeljjk stand punt van den bewerker wat al te sterk doorschemert, bijzonder waar hij op pag. 160 instellingen in Nederland noemt, die de liefdekracht van het Protestantisme illustreeren. Jammer, want met name de inleiding, en menige noot, is duidelijk en krachtig. Wat zullen we zeggen van het werk van Prof. Heim? Het schetst het wezen1 van het Roomsch-Katholicisme en van het Pro testantisme, en doet het ernstig, met we tenschappelijke 'kracht. Voorzeker komt sterk uit het theologisch standpunt van den schrijver. Al dadelijk spreekt Prof. Heim zoo goed als alleen van het Lu- thersch Protestantisme. Daarvan gaat hij in' de tegenstelling met de R.-K. Kerk igèheel uit. Maar daardoor is m.i. de tegenstelling ver van zuiver. Op1 veel be langrijke punten kan hier moeilijk worden ingegaan. Maar een jvil ik bij wijze van voorbeeld noemen. Prof. Heim ziet in de Reformatie van Luther: hervorming, geen KERKhervorming. Hervorming van den geest, van den godsdienst, enz. kerk hervorming niet. En daardoor gaat hij er geheel van uit, dat Luther zich van de R.K. Kerk zou hebben afgeschei den. Maar is het niet veeleer anders? Luther kwam tot zuivering der kerk. He laas heeft de meerderheid der Christen! heid vastgehouden aan de grove dwalin gen der Middeleeuwsche kerk. Maar daar om zette de kerkhervorming de apostoli sche kerk juist voort, haar naar Gods Woord reformeerende: zij scheidde zich niet af. Het onjuiste kerkbegrip van1 den schrij ver drukt m.i. het geheele boek, om van zijn standpunt tegenover de H. Schrift te zwijgen. Maar wie met oordeel des onderscheids kan lezen, die vindt hier toch zeer veel schoons. Ik voor mij zet telkens vraag- teekens van oneenigheid bij belangrijke zaken, maar heb hier toch ook geleerd, hoewél de heele opzet van het boek in het aangeven van het onderscheid tus schen1 R.K. en Protestant m.i. radicaal feil gaat op menig punt. Trouwens, welke innerlijke beteeke- nis heeft het woord; Protestantisme te genwoordig? Uitermate leerzaam' is evenwel het le hoofdstuk; de aantrekkingskracht der R.K. Kerk, het 2e hoofdstuk over de oorzaak der „afscheiding" (zie boven); het verkoo- pen van zielen voor geld, het stuk over Luthers bekeering (blz. 102105), over inquisitie en absolutie (blz. 121 v.v.). E|n goo is er veel meer. Zeer treft ook, dat Prof. Heim Rome niet bestrijden» wil, door aan haar éigen tuighuis de wapenen te ontleenen, maar door uit te gaan van ons eigen be ginsel. De omschrijving daarvan' stelt mij evenwel teleur, zooals m.i. ook niet in alles aan Rome recht gedaan' wordt, met name niet in hoofdstuk V over het eschatologisch karakter van het Protes tantisme, terwijl Rome het Koningschap van Christus op aarde zoekt te ver wezenlijken. Slotsom; inl vele opzichten eetil rijk boek herinnering aan de smartelijke hartekreet der Hervormers tegen de nog niet gestorven ziele-verderving,voorzoo ver bijgeloof het Christendom in Rome overwoekert maar wel is noodig, blad zij voor bladzij met kritisch oog te bezien'. K. Wat verkeerd! is. Goedkoope zeep aanschaffen, maar de huid en het waschgoed er onder laten lijden. De nieuwe uitvindingen op huishoudelijk ge bied niet aanschaffen, omdat ze te duur zijn, maar een massa tijd verknoeien met ouder- wetsch materiaal. Groote voorraden opdoen, omdat het voor- deeliger is, maar de helft ervan niet ge bruiken. Licht sparen, maar de oogen bederven. Alle kleedingstukken, die niet meer ge bruikt worden, bewaren, maar tot de con clusie komen, dat de mot er wel weg mee weet. Minderwaardige levensmiddelen inslaan, maar niet met smaak kunnen eten. Enkele recepten. Bessensap. Wasch de bessen en zet op met zooveel water, dat ze ruim half onder staan. Laat ze koken tot ze zacht ge worden zön (10 k 15 minuten) en pers ze dan door een vruchtenpers of door een dubbelgevouwen linnen doek. Doe' het sap in een schoone pan en laat het nog 15 k 20 min. koken. Neem er zorgvuldig het schuim af. Vul er dan de goed schoongemaakte en uitgekookte flesschen mee, doe er eeu weinig salicylzuur in, sluit ze direct met uitgekookte kurken en lak ze dicht Frambozenlimonade. Gebruik! op elk pond frambozen 1 flesch azijn, 1 flesch bessensap en de benoodigde suiker. Zoek de frambozen uit wasch ze, maak ze fijn en doe er den azijn bjj. Laat ze één nacht zoo staan. Plaats ze vervolgens op een doek en laat ze enkele uren staan om uit te lekken. Weeg het uitgelekte vocht, samen met de bessensap;, neem een gelijk gewicht aan suiker en kook dit alles te zamen 'tot de massa strooperig is. Giet ze dan warm in de flesschen en bewaar ze, flink gekurkt. Rozijnencake. 250 gr. Vï pd tarwe bloem, 175 gr. (1% ons) suiker, 125 (II/4 ons) gr. boter, 2 theelepels bakpoeder, ge raspte schil van 1 citroen, 3 eieren, 150 (l.Va «as) gr. mijnen, ongeveer l/i dL melk. Daarom klaagt Gij ook over de dure wasch en valt het wasschen U zoo zwaar. Neemt Gij behoeft dan de wasch slechts gedurende een kwartier eenmaal te laten koken enze is vrii van vlekken, sneeuwwit en welriekend. Zeep of zeeppoeder hebt Gij niet meer noodig. Persil is rijk aan prima zeep, welke er zoo fijn moge» lijk in verdeeld is. Vraagt gratis brochure „De Reiniging der Wasch" b/d. Eenige Imp.: E. Oster- mann S. Co. Amsterdam. Fabtikante: Henkei Cie.. A. G., Düsseidorf. Roer de boter met de suiker zalfachtig, voeg er achtereenvolgens de eieren bij, daar na de citroenschil en de met het bakpoeder gezeefde bloem, afgewisseld door nu en dan ,een lepel van de melk. Meng er tenslotte de rozijnen door, breng het deeg over in den geprepareerden vorm en bak de cake in een vrij warmen oven gedurende 1 k lVi uur. (Hbld.). Het wasschen van flanellen en ander on gekleurd wollen ondergoed van grad weefsel. Flanellen worden geweekt, V* k f/j' uur in een lauw sop van Sunlightzeep, onge veer 50 gram op 10 L. water ongeveer 1 emmer), en geklopt en gedrukt in ditzelf de sop. Vuile plekken, ^oomen en bandjes worden voorzichtig gewasschen. Daarna' be handeld in een 2e sop met 1 lepel ammo niak erin; 3Xin lauw water Uitgespoeld, tot er geen zeepachtig water meer afkomt; uitgedrukt, voorzichtig uitgeklopt, geplakt, d.w.z. plat op tafel gelegd en gladgewreven, zoodat er geen kreukels meer in zijn; en gedroogd, niet bij de kachel. Flanellen, die goed geplakt zijn, behoe ven niet gemangeld of gestreken te worden. Kleedingstukken, die door 't'wasschen van model zouden kunnen veranderen, als com binations, hemden met lange mouwen, enz. worden gemeten, om deze later bij 't plak ken en het opmaken op de juiste maat te kunnen oprekken. Het goed wordt 8 k 10 uur geweekt in een lauw zeepsop, van Sunlightzeep voor eenvoudig, sterk goed; van ammoniakzeep voor fijner goed, als: fijn Jaeger (de grijze kleur van Jaeger is de natuurlijke kleur van de wol). Daarna wordt het geklopt en gedrn»J in hetzelfde sop; nog eenmaal nagewasschen in schoon zeepsop, 8 X gespoeld in lauw wa ter; uitgedrukt, voorzichtig uitgeklopt, geplakt en gedroogd, niet bij de kachel. Lange mou wen en boekspijpen moeten over droogBtok of lijn teruggeslagen worden, daar ze anders zouden uitrekken en te lang worden. Kleedingstukken, die te veel zouden uit rekken worden plat neergelegd op de ver- eischte maat, tot ze bijna droog zijn, daarna opgehangen. Het goed wordt niet gemangeld of gestreken. Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat 221, Amsterdam. Oplossing probleem No. 50. Auteur: D. Bosma, Amsterdam. Stand. Zwart: 8 sch. op 6, 11, 15, 19, 22, 23, 31, 36 en dam op 18. Wit: 9 scb. op 20, 21, 32, 33, 34, 45, 46, 48 en 49. Oplossing. Wit 48—42 42—37 46—41 32—28 21— 17 17X48 45X14. Zwart 15X24 31X42 36X47 23X32 18X40 47X29. Oplossing probleem No. 51. Gelijk aan probL No. 47. Oplossing probleem No. 52. Auteur: W. Dommisse, Bergen op Zoom. Stand. Zwart: 9 sch. op 8, 9, 15, 17, 19, 27, 33, 36, 38 en dam op 18. Wit: 9 sch. op 25, 34, 40, 44, 47 tot 50. Oplossing. Wit: 47—41 25—20 44-39 48—42 42X33 45X32. Zwart: 36X47 15X24 33X35 18X40 47X29. Oplossing probleem No. 53. Auteur: D. A. L. Schroder, Amsterdam Stand. Zwart: 9 scb. op 9,11,13,14,17, 20, 21, 24 en 30. Wit: 9 sch. op 18, 28, 29, 32, 33, 35, 38, 39 en 45. Oplossing. Wit: 28—22 45—40 38—32 29—23 33 -29 85X4 4X7. Zwart: 17X87 13X22 87X28 28X19 24X44 44X 35. Oplossing probleem No. 54. Auteur: J. Zuiver, Amsterdam. Stand. Zwart: 9 sch. op 1, 7, 8, 9, 14, 19, 23, 26, 28 en dam op 13. Wit: 12 sch. op 20, 25, 27, 30, 31, 32, 35, 37, 39, 44, 41 en 49. Oplossing. Wit: 30—24 25—34 35—30 34r-30 49X 38 27—21 38—33 33X4. Zwart: 19X30 14X25 15X35 25X43 35X49 26X17 49X36. GqedeOplossers. Goede oplossingen ontvangen van: P. Boone, A. Braamse, te Nieuwdorp; A. Goppoolse (54), te Veere; W. Dommisse, te Bergen op Zoom; J. Daane te Zoute- ltmde; „Dammer" te Goes; D. de Hullu te Oostburg; L. Bakker te Nieuwdorp. Uitslag Oplosserswedstrljd. Zooals u wel hekend zal zijn is de op losserswedstrijd, die met April van dit jaar werd aangevangen, thans ten einde en kunnen we den prijswinnaar hekend maken. De wedstrijd omvatte 10 problemen, waarvan er twee hetzelfde waren en waar aan door 10 oplossers werd deelgenomen De navolgende oplossers hebben alle pro blemen correct opgelost, n.l. de heeren P Boone, A. Braamse, W. Dommisse, J. Daane, „Dammer" en D. de Hullu. Bij loting viel het prijsje ten deel aan D. de Hullu te Oostburg. De nieuwe wedstrijd vangt met de vol gende rubriek aan en zal wederom een tiental problemen bevatten. Ook hiervoor is een damboek beschikbaar gesteld. Wij vertrouwen dat, gezien de animo, die voor den vorigen wedstrijd bestond, bet getal der oplossers thans belangrijk zal stijgen. Ditmaal hebben wij gemeend, geen pro blemen ter oplossing te plaatsen, wat we voor een der volgende rubriek bewaren. Auteur: P. .Kleute Jr., Den Haag. 1 2 3 4 5 Oplossing. Wit 41—37 en 9—3. Beste Jongens en Meisjes, Ondanks bet mooie zomerweer en het vele uitgaan van de neefjes en nichtjes lag er deze week toch weer een heel stapeltje briefjes te wachten. Maar het ging ook om de prijzen. En wie zou dan niet zijn best doen? Nu, eerlijk gezegd, jullie hebben allemaal je best gedaan. Het was wel even lastig, maar eindelijk is dan toch weer be slist wie er een prijs krijgt. En nu, voordat ik vertel wie of de ge lukkigen zijn, eerst nog even iets anders. En dat is, dat ik voorloopig geen prijs raadsels en ook geen gewone raadsels meer geef, maar vacanlieraadsels. Vacantieraadsels, dat zijn raadsels die je wel of niet mag oplossen, al naar dat je zin er in hebt. Er komen dus voorloopig ook geen briefjes in de krant. Wie me erg veel te vertellen beeft, mag er best wel eens een sturen en dat wordt dan ook beantwoord, Tegen September, als 't uitgaan voorbij is en de meeste neefjes en nichtjes thuis zijn, beginnen we dan weer met nieuwen moed. De briefjes van deze week moesten, om dat er anders geen ruimte genoeg was, tot de volgende maal blijven liggen. Maar dat hindert voor een keer niet, is 't wel? Jullie zijn toch ook nieuwsgierig naar 't verbaal. Ten slotte wenscb ik jullie allemaal een echt plezierige vacantia toe. Prfj z en'; 'sH. H.kinderen, „Het Viertal". De Jon1- getis van Tante Saar". 'sH. H. Kinderen, „Lerngern" en „Len tebloempje": Op 't verkeerde pad. Krabbendijke, „Sleutelbloempja". Onder de kruisvaan. Oostkapelle, W» L„ Dat een'e Jaar. Wolf aartsdijk, „Zonnestraaltje". Het ver waarloosde meisje. Troostprijzen: Goes, „Vox Humana". De Torenbrand. Serooskeite, „Aardbei". Die fam. Loo- man. Oplossingen der prijsraadsels. 2 J u m i. I. Als de drank is in! den man, is de wijsheid in» de kan. O n d e rd Linde, dak, ijs, dahlia, Wilbelmina, arm, Indiaan, s.s. Seinie, den, d, h. H. Ons Bakkelhoekje. Onderd.: Boek, as, beek, jo, label, hok, nek, bok. Hl. „De Zjeeuw". 16 Juni. I. Bedenk bij alles wat gij doet, wat op vaw daden volgen' moet. Onderd.: Woud, notulen; 'Bijbel, ploeg, Wadden, toog, wel, vloot, dukaat, walmen; Wijdenes. II. Een en twintig Juni begint de zo mer. Onderd.; Zwemmen, breien', Ro meinen, twintig, dag, Brume, Jet, 30 Juni. Roosjes verdorren, de tijd zal vergaan, maar onze vriendschap zal blijven bestaan. Onderd.; Noordpool, golven, tijger, zeep», razen, arren, stad, versch, jas, vaandel, mast, Azië, blijven, baard. II. Juni is de zomermaand. On'derd.: Radio, Jan, Zus, Mina, mede. 7 Juli. I. Een ezel stoot zich in 't gemeen, geen tweemaal aan denzelfden steen. Onderd.: Edelen, Kaarden, Jan Steen, tienden, Delft, Willem, Egmont, Engeland, zeeslagen, zeetocht, z. II. In, Godes wegen, is altijd zegen'. 0 n- derd.; Zege Zondag, weide, Nijl, gist. Westen1. j j I. Voor de grooteren; Mijn geheel bestaat uit 59 letters. Ieder neefje en nichtje mag 49. 25. 58. 32. 9- 3. 36. 4 insturen». Dit raadsel is van 31. 57. 27- 5. 19 8. 47. 36. 37. 14. 55. Een 10. 16. 29. 50 is een» landbouw werktuig. I. 34. 15. 13. 59. 22- 17. 24. 6. 17 is door 't heele land bekend om zijn land bouwhogeschool. Een lange rij kameelen noemt men een 45- 43. 53. 54. 7- 42- 44. 26. 56- 33. 38. 41 is de kleur der onschuld. Iedere partijleider heeft zijn eigen 46. 48. 23. 20. 30. 37- 2. 12. 20. 3. 12. Gezondheid is een groote 50. 39- 40. 35. 51. 'LM Men spreekt van 18. 11. 28. 52, 59 uit het Oosten. 21 is een w. II. Vpor de Jongeren. Mijn geheel bestaat uit 19 letters. 6. 18- 11 is geld. Een 9. 2. 4.16.17 is een heerlijk gebak. De bij 12. 13. 8. 14. 17- 4. 7 was een stadje dicht bij Jericho. Het 10 is een water bij Amsterdam. Een 19. 15- 5-is een boom. 1. 2. 5 is een voorzetsel. 3 is een c. Met hartelijke groeten van TANTE DOLLIE. JONGENSLEVEN. iv. Het was nogal een moeilijk lesje, wat zij ovex moesten schrijven. Maar de jon gens en meisjes deden er goed hun best op. Ja zelfs hun extra-best, want de mees- 'ter had voor het meisje, dat het mooi ste geschreven had een mooie inktlap als belooninig en voor den jongen, die het hoogste cgfer had een prachtige penhou der beloofd. Jongens, wat deden ze hun beat. Ze hadden voor deze gelegenheid allemaal een nieuwe pen gekregen, zoodat het er wel heel keurig uit zou zien. Mien, die 'op de eerste bank zat, schreef heel langzaam met mooie op en neerhalen, het puntje van haar tong maak te iedere beweging van haar hand mee. Daar achter zat .Bets met een kleur als vuur, ze keek niet op of om. O, als zij die inktlap eens won, ze had nu maar een heel gewone van een paar oude lapjes, maar die, die de meester had klaar ge legd, was van zachte stukjes zeem, denk je in echt zeem en bovenop een groote glazen kraal. Maar niet alleen de meisjes, ook de jongens schreven wat ze konden. Zoo'n penhouder was nog eens iets anders, dan z'ooals zij er allemaal een hadden. De meeste hadden een gewone roode van 2 cent, een enkele jongen had er een dia iets mooier was, maar zoo een als de meester er had, dat was nog eerst eens echtWant aan d'en bovenkant was een klein gaatje gemaakt, met »een stuk je glas er in, en als je dan je eene oog goed dicht kneep, en met het andere door dat glaasje keek, zag je opeens heel dui delijk het Paleis van de Koningin op den Dam. Dat was nog eens een penhouder om "je best voor te doen. Drie jongens waren er, die een goeie kans maakten. Dat waren '"Karei, Arthur en Wim. Karei, een stille, bleeke jongen,, die de eerste van de klas en volgens de jon gens „reuze knap" was, maar omdat h(f zoo weinig durfde en een beetje meisjes achtig was, altijd „Kaatje" genoemd werd zou zeker de penhouder winnen, als als hij niet juist ziek was geweest. Karei bleef dus buiten mededinging, zoodat bet feitelijk ging tusschen Arthur en Wim. Arthur kon het beter, dat wist Wim, maar tochwie weet, als hij' eens gelukkig was, en met meer ijver nog schreef hij verder: „Daar weerklonk de trompet, de slotbrug viel rammelend naar beneden en in vollen galop reed Graaf Florisverder kwam hij niet. O, o, klonk het plotseling uit Arthur's mond. Alle kinderen keken op, de stilte in de klas was plotseling verstoord. Wat was er gebeurd? Arthur, die even een vloei moest zoeken, had zijn penhouder naast zich op de bank gelegd, maar ter wijl hij bukte om in zijn kastje te kijken, was de penhouder van de bank af op den grond gerold. En dat zou nog niet eens zoo heel erg geweest zijn, als hij maar niet juist, rechtop, met de punt van de pen in den grond was terecht gekomen. Heel voorzichtig trok lyj' "hem er uit en bekeek hem van alle kanten. Gelukkig er was niets aan stuk, alleen was de eene punt een beetje verbogen, maar dat wist de meester wel weer in orde' te maken. De meeste kinderen gingen weer aan hef werk en ook Wim maakte zijn zin ver der af. i r Ook Arthur begon met nieuwen 'moéd maar even later hield 'hij al weer op en keek mistroostig rond. Het werd lang zoo mooi mot meer als in 'teerst (Wordt vervolgcy

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 7