Persil
Leestafel.
Het Vrouwenhoekje.
Dammen.
Voor de Jeugd.
Zelfwerkend Wasthmiddel.
Voor de veredeling wordt Jaarlijks uitge-
jj ran 500 bieten; waarvan bekend
dat zij in suikergehalte en gezicht'
buitengewoon goed zijn. Of deze geconsta-
teerde eigenschappen nu echter een modi-
Latie dan wel een gevolg van uitstekende
erfelijke factoren zijn, moet door een na
der onderzoek op proefvelden, dus ini de
nractijk, worden uitgemaakt. Van elk der
tóJO bieten wordt daarom het zaad afzon
derlijk geoogst. Om van elke plant vol
doende zaad te krijgen, teneinde op groote
schaal proefvelden te kunnen aanleggen,
worden de bieten in het voorjaar in
de kas geplaatst en na kieming in stuk
jes gedeeld. Door deze bewerking geeft
elke uitgekozen biet (familiehoofd) vijf tot
zes k.g. zaad. Van deze 500 familie»-
hoofden worden er in het eerste jaar
reeds 300 om direct waarneembare mor-
phologische eigenschappen afgekeurd. Het
zaad van de 200 resteerende familiehoof
den wordt op de familieproefvelden op
afzonderlijke perceelen met veelvoudige
herhaling uitgezaaid. In het najaar wor
den de ongeveer 20O bieten van elk
veldje afzonderlijk geoogst en naar Naar-
den gezonden. Jaarlijks komen aldaar on
geveer dertig wagons met bieten, welke in
een tijd van drie weken worden onder
zocht op bruto-opbrengst en gehalte aan
suiker.
De beste twintig families worden nu
gekozen tot voortzetting van' de teelt.
De bieten van1 elke dezer gekozen families
worden nu nog alle individueel onder
zocht om daaruit dan weer de nieuwe
500 familiehoofden te kiezen'. De budste
„bietenfamilies" dateeren van' 1900, zoo
dat hiervan, omdat de biet twenjarig is,
reeds veertien generaties aanl 'de firma
beiend zijn. Die 500 familiehoofden, waar
van de teelt steeds weer uitgaat, stammen
dus van slechts twintig planten af. Ten
einde nu de erfelijke eigenschappen in
elke familie zooveel mogelijk te con-
centreeren, worden' de familiehoofden in
twintig groepen bij elkaar uitgeplan't, zoo
dat de bestuiving plants vindt tusschen
kalf-broers en half-zusters. Op deze wijze
heeft de firma van de kruisbestuiven.de
bieten rj,e beschikking gekregen' over uit
een practisch oogpunt volkomen constante
Stammen. Er heeft dus een sterk door
gevoerde inteelt plaats, wat ook bij de
suikerbiet eenigszins ten' koste ,gaat van
de levensenergie. Om deze laatste n'u te
herstellen worden de beste stammen voor
het produceeren van han'delszaad met
elkiiar gekruist.
Zeer interessant voor da aanwezigen
was te vernemen, dat daartoe eerst nog
weer tusschen de verschillende families
Eoefkruisingen worden' gemaakt, welke
uisingen stuk voor stuk op hunne pro
ductiewaarde door middel van 'proefvel
den worden vergeleken en dat pas daarna
die kruisingen, welke het beste resultaat
bleken o>p te leveren, later voor de teelt
van het handelszaad in het groot worden
herhaald. Op deze wjjze is het mogeljjk
practisch voor elke omstandigheid en voor
eiken grond een passende kruisingscombi-
matie tot stand te brengen.
In antwnord op de vragen, die daarom
trent door verschillende aanwezigen wer
den gesteld, werd door de firma medege
deeld, dat zij van haar suikerbietenzaad
een groot quantum in Nederland plaatst
en verder naar zeventig landen exporteert.
In Duitschland is de firma met vermeer
dering begonnen om, toen vaii Duitsche
zijde, ter wering van het Nederlanldsche
«uikerbietenzaad een zeer hoog invoer
recht werd geheven; toch zoo mogelijk
nog een plaats op de Duitsche markt te
kunnen behouden.
Het werd merkwaardig geacht, dat in
weerwil van. het feit, dat in Duitschland
niet alleen Nederlandsch suikerbietenzaad
wordt geweerd, maar ook de invoer van
bijna alle andere Nederlan'dsche land
bouwproducten wordt belemmerd, hier in1
Nederland toch nog zoo buitengewoon
veel Dfflitsch suikerbietenzaad wordt ge
ïmporteerd. Dat dit niet mag worden toe
geschreven aan het feit, dat de Duitsche
suikerbieten-variëteiten beter zijn dan het
ras KuhD, is onder deskundigen bekend
en blijkt ook wel uit het feit, dat alle
Nederlandsche suikerfabrieken haar ver
bouwers in de gelegenheid stellen desge-
wen'scht het Kuhnzaad te betrekken'. Ook
op de ófficieele proefvelden is nimmer
gebleken, dat de Duitsche rassen het
Kuhnzaad overtreffen. Eerder was het
tegendeel het geval. Met het oog op het
optreden van schieters spant Kuhn zelfs
steeds de kroon boven Diuitschland.
Het gezelschap bracht daarna een- be
zoek aan twee proefvelden van! de firma
in.l. te Resteren, waar hoofdzakelijk eeti
vergelijkend onderzoek wordt ingesteld
naar de waarde der verschillende proef-
fcruisingenen aan dat te Geldermalsen,
waarop verschillende bietenfamilies wor
den vergeleken.
Het wezen van het Protestantisr
me, door Prof. Dr Karl Heim,
Hoogleeraar te Tübimgen. Voor Ne
derland bewerkt door Dr J. F. Bee
rens. Uitg. Erven J. Bijleveld,
Utrecht, 1928.
Wal zullen wij van dit boek (162 blz.)
zeggen? Het uiterlijk van het ingenaaide
exemplaar is met zijn paarse strepen wel
erg leelijk. En' dat bij een boek, welks
inhoud voortkomt uit de .gedegen weteni-
schap van Prof. Heim, uit Tubingen, en
Dr Beerens, Ned. Herv. Predikant te
Utrecht. Jamtaer, dat uiterlijk.
Wat zullen wij van' het boek zelf zeg
gen? De bewerking ervan door een man
van de kwaliteiten van Dr Beerens is in
zeer goede handen geweest. Daarvan
getuigt ook diens vrij breedo inleiding
waarin Dr B- schetst den voortgang, den
enthousiasten opmarsch van het Roomsch-
Kath'oiicisme in den laatsten tijd in Euro
pa, bijzonder Nederland. Jammer, dat bij
de bewerking af en toe het kerkeljjk stand
punt van den bewerker wat al te sterk
doorschemert, bijzonder waar hij op pag.
160 instellingen in Nederland noemt, die
de liefdekracht van het Protestantisme
illustreeren. Jammer, want met name de
inleiding, en menige noot, is duidelijk en
krachtig.
Wat zullen we zeggen van het werk van
Prof. Heim? Het schetst het wezen1 van
het Roomsch-Katholicisme en van het Pro
testantisme, en doet het ernstig, met we
tenschappelijke 'kracht. Voorzeker komt
sterk uit het theologisch standpunt van
den schrijver. Al dadelijk spreekt Prof.
Heim zoo goed als alleen van het Lu-
thersch Protestantisme. Daarvan gaat hij
in' de tegenstelling met de R.-K. Kerk
igèheel uit. Maar daardoor is m.i. de
tegenstelling ver van zuiver. Op1 veel be
langrijke punten kan hier moeilijk worden
ingegaan. Maar een jvil ik bij wijze van
voorbeeld noemen. Prof. Heim ziet in de
Reformatie van Luther: hervorming,
geen KERKhervorming. Hervorming van
den geest, van den godsdienst, enz.
kerk hervorming niet. En daardoor gaat
hij er geheel van uit, dat Luther zich
van de R.K. Kerk zou hebben afgeschei
den. Maar is het niet veeleer anders?
Luther kwam tot zuivering der kerk. He
laas heeft de meerderheid der Christen!
heid vastgehouden aan de grove dwalin
gen der Middeleeuwsche kerk. Maar daar
om zette de kerkhervorming de apostoli
sche kerk juist voort, haar naar Gods
Woord reformeerende: zij scheidde zich
niet af.
Het onjuiste kerkbegrip van1 den schrij
ver drukt m.i. het geheele boek, om van
zijn standpunt tegenover de H. Schrift te
zwijgen.
Maar wie met oordeel des onderscheids
kan lezen, die vindt hier toch zeer veel
schoons. Ik voor mij zet telkens vraag-
teekens van oneenigheid bij belangrijke
zaken, maar heb hier toch ook geleerd,
hoewél de heele opzet van het boek
in het aangeven van het onderscheid tus
schen1 R.K. en Protestant m.i. radicaal
feil gaat op menig punt.
Trouwens, welke innerlijke beteeke-
nis heeft het woord; Protestantisme te
genwoordig?
Uitermate leerzaam' is evenwel het le
hoofdstuk; de aantrekkingskracht der R.K.
Kerk, het 2e hoofdstuk over de oorzaak
der „afscheiding" (zie boven); het verkoo-
pen van zielen voor geld, het stuk over
Luthers bekeering (blz. 102105), over
inquisitie en absolutie (blz. 121 v.v.). E|n
goo is er veel meer.
Zeer treft ook, dat Prof. Heim Rome
niet bestrijden» wil, door aan haar éigen
tuighuis de wapenen te ontleenen, maar
door uit te gaan van ons eigen be
ginsel. De omschrijving daarvan' stelt
mij evenwel teleur, zooals m.i. ook niet
in alles aan Rome recht gedaan' wordt,
met name niet in hoofdstuk V over het
eschatologisch karakter van het Protes
tantisme, terwijl Rome het Koningschap
van Christus op aarde zoekt te ver
wezenlijken.
Slotsom; inl vele opzichten eetil rijk
boek herinnering aan de smartelijke
hartekreet der Hervormers tegen de nog
niet gestorven ziele-verderving,voorzoo
ver bijgeloof het Christendom in Rome
overwoekert maar wel is noodig, blad
zij voor bladzij met kritisch oog te bezien'.
K.
Wat verkeerd! is.
Goedkoope zeep aanschaffen, maar de huid
en het waschgoed er onder laten lijden.
De nieuwe uitvindingen op huishoudelijk ge
bied niet aanschaffen, omdat ze te duur zijn,
maar een massa tijd verknoeien met ouder-
wetsch materiaal.
Groote voorraden opdoen, omdat het voor-
deeliger is, maar de helft ervan niet ge
bruiken.
Licht sparen, maar de oogen bederven.
Alle kleedingstukken, die niet meer ge
bruikt worden, bewaren, maar tot de con
clusie komen, dat de mot er wel weg mee
weet.
Minderwaardige levensmiddelen inslaan,
maar niet met smaak kunnen eten.
Enkele recepten.
Bessensap. Wasch de bessen en zet
op met zooveel water, dat ze ruim half
onder staan. Laat ze koken tot ze zacht ge
worden zön (10 k 15 minuten) en pers
ze dan door een vruchtenpers of door een
dubbelgevouwen linnen doek. Doe' het sap
in een schoone pan en laat het nog 15 k
20 min. koken. Neem er zorgvuldig het schuim
af. Vul er dan de goed schoongemaakte en
uitgekookte flesschen mee, doe er eeu weinig
salicylzuur in, sluit ze direct met uitgekookte
kurken en lak ze dicht
Frambozenlimonade. Gebruik! op
elk pond frambozen 1 flesch azijn, 1 flesch
bessensap en de benoodigde suiker.
Zoek de frambozen uit wasch ze, maak
ze fijn en doe er den azijn bjj. Laat ze
één nacht zoo staan. Plaats ze vervolgens
op een doek en laat ze enkele uren staan
om uit te lekken. Weeg het uitgelekte vocht,
samen met de bessensap;, neem een gelijk
gewicht aan suiker en kook dit alles te
zamen 'tot de massa strooperig is. Giet ze
dan warm in de flesschen en bewaar ze,
flink gekurkt.
Rozijnencake. 250 gr. Vï pd tarwe
bloem, 175 gr. (1% ons) suiker, 125 (II/4
ons) gr. boter, 2 theelepels bakpoeder, ge
raspte schil van 1 citroen, 3 eieren, 150
(l.Va «as) gr. mijnen, ongeveer l/i dL melk.
Daarom klaagt Gij ook over de
dure wasch en valt het wasschen U
zoo zwaar. Neemt
Gij behoeft dan de wasch slechts
gedurende een kwartier eenmaal te
laten koken enze is vrii van
vlekken, sneeuwwit en welriekend.
Zeep of zeeppoeder hebt Gij niet
meer noodig. Persil is rijk aan
prima zeep, welke er zoo fijn moge»
lijk in verdeeld is.
Vraagt gratis brochure „De Reiniging
der Wasch" b/d. Eenige Imp.: E. Oster-
mann S. Co. Amsterdam. Fabtikante:
Henkei Cie.. A. G., Düsseidorf.
Roer de boter met de suiker zalfachtig,
voeg er achtereenvolgens de eieren bij, daar
na de citroenschil en de met het bakpoeder
gezeefde bloem, afgewisseld door nu en dan
,een lepel van de melk. Meng er tenslotte
de rozijnen door, breng het deeg over in
den geprepareerden vorm en bak de cake
in een vrij warmen oven gedurende 1 k
lVi uur. (Hbld.).
Het wasschen van flanellen en ander on
gekleurd wollen ondergoed van grad
weefsel.
Flanellen worden geweekt, V* k f/j' uur
in een lauw sop van Sunlightzeep, onge
veer 50 gram op 10 L. water ongeveer
1 emmer), en geklopt en gedrukt in ditzelf
de sop. Vuile plekken, ^oomen en bandjes
worden voorzichtig gewasschen. Daarna' be
handeld in een 2e sop met 1 lepel ammo
niak erin; 3Xin lauw water Uitgespoeld,
tot er geen zeepachtig water meer afkomt;
uitgedrukt, voorzichtig uitgeklopt, geplakt,
d.w.z. plat op tafel gelegd en gladgewreven,
zoodat er geen kreukels meer in zijn; en
gedroogd, niet bij de kachel.
Flanellen, die goed geplakt zijn, behoe
ven niet gemangeld of gestreken te worden.
Kleedingstukken, die door 't'wasschen van
model zouden kunnen veranderen, als com
binations, hemden met lange mouwen, enz.
worden gemeten, om deze later bij 't plak
ken en het opmaken op de juiste maat te
kunnen oprekken.
Het goed wordt 8 k 10 uur geweekt in
een lauw zeepsop, van Sunlightzeep voor
eenvoudig, sterk goed; van ammoniakzeep voor
fijner goed, als: fijn Jaeger (de grijze kleur
van Jaeger is de natuurlijke kleur van de
wol). Daarna wordt het geklopt en gedrn»J
in hetzelfde sop; nog eenmaal nagewasschen
in schoon zeepsop, 8 X gespoeld in lauw wa
ter; uitgedrukt, voorzichtig uitgeklopt, geplakt
en gedroogd, niet bij de kachel. Lange mou
wen en boekspijpen moeten over droogBtok
of lijn teruggeslagen worden, daar ze anders
zouden uitrekken en te lang worden.
Kleedingstukken, die te veel zouden uit
rekken worden plat neergelegd op de ver-
eischte maat, tot ze bijna droog zijn, daarna
opgehangen.
Het goed wordt niet gemangeld of gestreken.
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat
221, Amsterdam.
Oplossing probleem No. 50.
Auteur: D. Bosma, Amsterdam.
Stand.
Zwart: 8 sch. op 6, 11, 15, 19, 22, 23,
31, 36 en dam op 18.
Wit: 9 scb. op 20, 21, 32, 33, 34, 45, 46,
48 en 49.
Oplossing.
Wit 48—42 42—37 46—41 32—28 21—
17 17X48 45X14.
Zwart 15X24 31X42 36X47 23X32
18X40 47X29.
Oplossing probleem No. 51.
Gelijk aan probL No. 47.
Oplossing probleem No. 52.
Auteur: W. Dommisse, Bergen op Zoom.
Stand.
Zwart: 9 sch. op 8, 9, 15, 17, 19, 27, 33,
36, 38 en dam op 18.
Wit: 9 sch. op 25, 34, 40, 44, 47 tot 50.
Oplossing.
Wit: 47—41 25—20 44-39 48—42
42X33 45X32.
Zwart: 36X47 15X24 33X35 18X40
47X29.
Oplossing probleem No. 53.
Auteur: D. A. L. Schroder, Amsterdam
Stand.
Zwart: 9 scb. op 9,11,13,14,17, 20, 21,
24 en 30.
Wit: 9 sch. op 18, 28, 29, 32, 33, 35, 38,
39 en 45.
Oplossing.
Wit: 28—22 45—40 38—32 29—23 33
-29 85X4 4X7.
Zwart: 17X87 13X22 87X28 28X19
24X44 44X 35.
Oplossing probleem No. 54.
Auteur: J. Zuiver, Amsterdam.
Stand.
Zwart: 9 sch. op 1, 7, 8, 9, 14, 19, 23,
26, 28 en dam op 13.
Wit: 12 sch. op 20, 25, 27, 30, 31, 32,
35, 37, 39, 44, 41 en 49.
Oplossing.
Wit: 30—24 25—34 35—30 34r-30 49X
38 27—21 38—33 33X4.
Zwart: 19X30 14X25 15X35 25X43
35X49 26X17 49X36.
GqedeOplossers.
Goede oplossingen ontvangen van: P.
Boone, A. Braamse, te Nieuwdorp; A.
Goppoolse (54), te Veere; W. Dommisse,
te Bergen op Zoom; J. Daane te Zoute-
ltmde; „Dammer" te Goes; D. de Hullu te
Oostburg; L. Bakker te Nieuwdorp.
Uitslag Oplosserswedstrljd.
Zooals u wel hekend zal zijn is de op
losserswedstrijd, die met April van dit
jaar werd aangevangen, thans ten einde
en kunnen we den prijswinnaar hekend
maken.
De wedstrijd omvatte 10 problemen,
waarvan er twee hetzelfde waren en waar
aan door 10 oplossers werd deelgenomen
De navolgende oplossers hebben alle pro
blemen correct opgelost, n.l. de heeren P
Boone, A. Braamse, W. Dommisse, J.
Daane, „Dammer" en D. de Hullu.
Bij loting viel het prijsje ten deel aan
D. de Hullu te Oostburg.
De nieuwe wedstrijd vangt met de vol
gende rubriek aan en zal wederom een
tiental problemen bevatten. Ook hiervoor
is een damboek beschikbaar gesteld. Wij
vertrouwen dat, gezien de animo, die voor
den vorigen wedstrijd bestond, bet getal
der oplossers thans belangrijk zal stijgen.
Ditmaal hebben wij gemeend, geen pro
blemen ter oplossing te plaatsen, wat we
voor een der volgende rubriek bewaren.
Auteur: P. .Kleute Jr., Den Haag.
1 2 3 4 5
Oplossing.
Wit 41—37 en 9—3.
Beste Jongens en Meisjes,
Ondanks bet mooie zomerweer en het
vele uitgaan van de neefjes en nichtjes lag
er deze week toch weer een heel stapeltje
briefjes te wachten. Maar het ging ook
om de prijzen. En wie zou dan niet zijn
best doen? Nu, eerlijk gezegd, jullie hebben
allemaal je best gedaan. Het was wel even
lastig, maar eindelijk is dan toch weer be
slist wie er een prijs krijgt.
En nu, voordat ik vertel wie of de ge
lukkigen zijn, eerst nog even iets anders.
En dat is, dat ik voorloopig geen prijs
raadsels en ook geen gewone raadsels
meer geef, maar vacanlieraadsels.
Vacantieraadsels, dat zijn raadsels die je
wel of niet mag oplossen, al naar dat je
zin er in hebt.
Er komen dus voorloopig ook geen
briefjes in de krant. Wie me erg veel te
vertellen beeft, mag er best wel eens een
sturen en dat wordt dan ook beantwoord,
Tegen September, als 't uitgaan voorbij is
en de meeste neefjes en nichtjes thuis zijn,
beginnen we dan weer met nieuwen moed.
De briefjes van deze week moesten, om
dat er anders geen ruimte genoeg was, tot
de volgende maal blijven liggen. Maar dat
hindert voor een keer niet, is 't wel? Jullie
zijn toch ook nieuwsgierig naar 't verbaal.
Ten slotte wenscb ik jullie allemaal een
echt plezierige vacantia toe.
Prfj z en';
'sH. H.kinderen, „Het Viertal". De Jon1-
getis van Tante Saar".
'sH. H. Kinderen, „Lerngern" en „Len
tebloempje": Op 't verkeerde pad.
Krabbendijke, „Sleutelbloempja". Onder
de kruisvaan.
Oostkapelle, W» L„ Dat een'e Jaar.
Wolf aartsdijk, „Zonnestraaltje". Het ver
waarloosde meisje.
Troostprijzen:
Goes, „Vox Humana". De Torenbrand.
Serooskeite, „Aardbei". Die fam. Loo-
man.
Oplossingen der prijsraadsels.
2 J u m i. I. Als de drank is in! den
man, is de wijsheid in» de kan. O n d e rd
Linde, dak, ijs, dahlia, Wilbelmina, arm,
Indiaan, s.s. Seinie, den, d, h.
H. Ons Bakkelhoekje. Onderd.: Boek,
as, beek, jo, label, hok, nek, bok.
Hl. „De Zjeeuw".
16 Juni. I. Bedenk bij alles wat gij
doet, wat op vaw daden volgen' moet.
Onderd.: Woud, notulen; 'Bijbel, ploeg,
Wadden, toog, wel, vloot, dukaat, walmen;
Wijdenes.
II. Een en twintig Juni begint de zo
mer. Onderd.; Zwemmen, breien', Ro
meinen, twintig, dag, Brume, Jet,
30 Juni. Roosjes verdorren, de tijd
zal vergaan, maar onze vriendschap zal
blijven bestaan. Onderd.; Noordpool,
golven, tijger, zeep», razen, arren, stad,
versch, jas, vaandel, mast, Azië, blijven,
baard.
II. Juni is de zomermaand. On'derd.:
Radio, Jan, Zus, Mina, mede.
7 Juli. I. Een ezel stoot zich in 't
gemeen, geen tweemaal aan denzelfden
steen. Onderd.: Edelen, Kaarden, Jan
Steen, tienden, Delft, Willem, Egmont,
Engeland, zeeslagen, zeetocht, z.
II. In, Godes wegen, is altijd zegen'. 0 n-
derd.; Zege Zondag, weide, Nijl, gist.
Westen1. j j
I. Voor de grooteren;
Mijn geheel bestaat uit 59 letters.
Ieder neefje en nichtje mag 49. 25. 58.
32. 9- 3. 36. 4 insturen».
Dit raadsel is van 31. 57. 27- 5. 19
8. 47. 36. 37. 14. 55.
Een 10. 16. 29. 50 is een» landbouw
werktuig.
I. 34. 15. 13. 59. 22- 17. 24. 6. 17
is door 't heele land bekend om zijn land
bouwhogeschool.
Een lange rij kameelen noemt men
een 45- 43. 53. 54. 7- 42- 44. 26. 56-
33. 38. 41 is de kleur der onschuld.
Iedere partijleider heeft zijn eigen 46.
48. 23. 20. 30. 37- 2. 12. 20. 3. 12.
Gezondheid is een groote 50. 39- 40.
35. 51. 'LM
Men spreekt van 18. 11. 28. 52, 59 uit
het Oosten.
21 is een w.
II. Vpor de Jongeren.
Mijn geheel bestaat uit 19 letters.
6. 18- 11 is geld.
Een 9. 2. 4.16.17 is een heerlijk gebak.
De bij 12. 13. 8. 14. 17-
4. 7 was een stadje dicht bij Jericho.
Het 10 is een water bij Amsterdam.
Een 19. 15- 5-is een boom.
1. 2. 5 is een voorzetsel.
3 is een c.
Met hartelijke groeten van
TANTE DOLLIE.
JONGENSLEVEN.
iv.
Het was nogal een moeilijk lesje, wat
zij ovex moesten schrijven. Maar de jon
gens en meisjes deden er goed hun best
op. Ja zelfs hun extra-best, want de mees-
'ter had voor het meisje, dat het mooi
ste geschreven had een mooie inktlap als
belooninig en voor den jongen, die het
hoogste cgfer had een prachtige penhou
der beloofd.
Jongens, wat deden ze hun beat. Ze
hadden voor deze gelegenheid allemaal
een nieuwe pen gekregen, zoodat het er
wel heel keurig uit zou zien.
Mien, die 'op de eerste bank zat,
schreef heel langzaam met mooie op en
neerhalen, het puntje van haar tong maak
te iedere beweging van haar hand mee.
Daar achter zat .Bets met een kleur als
vuur, ze keek niet op of om. O, als zij
die inktlap eens won, ze had nu maar een
heel gewone van een paar oude lapjes,
maar die, die de meester had klaar ge
legd, was van zachte stukjes zeem, denk
je in echt zeem en bovenop een groote
glazen kraal.
Maar niet alleen de meisjes, ook de
jongens schreven wat ze konden. Zoo'n
penhouder was nog eens iets anders, dan
z'ooals zij er allemaal een hadden. De
meeste hadden een gewone roode van 2
cent, een enkele jongen had er een dia
iets mooier was, maar zoo een als de
meester er had, dat was nog eerst eens
echtWant aan d'en bovenkant was
een klein gaatje gemaakt, met »een stuk
je glas er in, en als je dan je eene oog
goed dicht kneep, en met het andere door
dat glaasje keek, zag je opeens heel dui
delijk het Paleis van de Koningin op den
Dam. Dat was nog eens een penhouder
om "je best voor te doen.
Drie jongens waren er, die een goeie
kans maakten. Dat waren '"Karei, Arthur
en Wim.
Karei, een stille, bleeke jongen,, die
de eerste van de klas en volgens de jon
gens „reuze knap" was, maar omdat h(f
zoo weinig durfde en een beetje meisjes
achtig was, altijd „Kaatje" genoemd werd
zou zeker de penhouder winnen, als
als hij niet juist ziek was geweest.
Karei bleef dus buiten mededinging,
zoodat bet feitelijk ging tusschen Arthur
en Wim. Arthur kon het beter, dat wist
Wim, maar tochwie weet, als hij' eens
gelukkig was, en met meer ijver nog
schreef hij verder: „Daar weerklonk de
trompet, de slotbrug viel rammelend naar
beneden en in vollen galop reed Graaf
Florisverder kwam hij niet. O, o,
klonk het plotseling uit Arthur's mond.
Alle kinderen keken op, de stilte in
de klas was plotseling verstoord. Wat
was er gebeurd? Arthur, die even een
vloei moest zoeken, had zijn penhouder
naast zich op de bank gelegd, maar ter
wijl hij bukte om in zijn kastje te kijken,
was de penhouder van de bank af op den
grond gerold. En dat zou nog niet eens
zoo heel erg geweest zijn, als hij maar
niet juist, rechtop, met de punt van de
pen in den grond was terecht gekomen.
Heel voorzichtig trok lyj' "hem er uit en
bekeek hem van alle kanten. Gelukkig er
was niets aan stuk, alleen was de eene
punt een beetje verbogen, maar dat wist
de meester wel weer in orde' te maken.
De meeste kinderen gingen weer aan hef
werk en ook Wim maakte zijn zin ver
der af. i r
Ook Arthur begon met nieuwen 'moéd
maar even later hield 'hij al weer op en
keek mistroostig rond. Het werd lang
zoo mooi mot meer als in 'teerst
(Wordt vervolgcy