ITEIT.
DE ZEEUW
ONDERWIJS
NDSLAG.
Samenkomst
NKOMST
TWEEDE BLAD.
EIT. -
LI 1928.
J 1928.
chts f 1.50.
roering fl.75.
/EN WINKELIER.
voor NEDERLAND:
LEEFSMA,
STEEDJE,
e klasse 4-lamps
DESTELLEN,
nd te koop
ïenten Kortgene,
aat,Wissenkerke
1, worden Adver^
nnementen aan-
G. DE H OR te
FEUILLETON
VAN NOOGER ORDE.
Uit de Provincie.
J.
aan het Bureau
rdt op aanvraag
n vooruitbetaling!
:1 is Voor allen
energie die ge-
fd, in den rug of
ak om te slapen,
erkend middel,
nd is.
Den Haag.
2 fl. f 21.—
isten.
BK8
In Rookartikelen,
NINGEN.
[r. JAN LOEFF zal
Juli 1928,
het openbaar veilen
half 2 uur, bij de
luis, Schuur, Erf en
Éoutelande, aan Jan
oot 0.1730 H.A. (132
anvaarden.
rijdag 29 Juni.
gemeld Hofsteedje:
riepaard, aftandsch,
rdewant, Mangelmo-
schap, Fiets, Kleer-
Planken, enz.
met I jaar garantie.
11e merken.
Aanbevelend
VAN DALSEN,
»rooskerke (W.).
verkiezing.
ieh. gr. ruim SO
groenl. in 't N.
iron. Aanv. n. o.,
ar geldbel.
no. 14 bureau van
VAN
WOENSDAG 20 JUNI 1923. No. 221.
"de-ECONOMISCHE TOESTAND VAN
ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
r.
De vorige week heeft de heer Korfcen-
horst in de Tweede Kamer een interpel
latie gehouden over den economischen
toestand van Zeeuwsch Vlaanderen en de
maatregelen welke genomen zijn, en ge
nomen zouden kunnen worden oin daar
in verbetering te brengen.
Wij hebben daaromtrent in het kort
reeds een en ander meegedeeld, maar
willen, nu „De Handelingen" in ons he-
bezit zijn, van het bij deze gelegenheid
I gesprokene een meer breedvoerig over-
I zicht geven.
fe De heer Kortenhorst begon met te zeg -
Been, dat er naar zijne overtuiging van
achteruitstelling van dit landsgedeelte
..geen sprake is, maar dat wel dit deel
van het land in zeer eigenaardige moei
lijkheden verkeert.
J Hier wordt, zoo betoog® hij ,een pu-
mulatie v&n ongunstige factoren waar
genomen.
„Maakt de suikerindustrie een crisis
door, Zeeuwsch-Vlaanderen draagt zijn
aandeel hierin, al kan niet worden ont
kend, dat de uitvoer van bieten naar
Frankrijk zeer loonend is. De nieuwe ver
houdingen, die na. den oorlog in de vlas
industrie zijn ontstaan, hebben ook el
ders haar sporen nagelaten, doch Z.
Vlaanderen draagt weer het voornaam
ste aandeel in de gevolgen. Is de z.g.
valuta-concurrentie in de grensgebieden
voor den middenstand een ramp, voor
Zeeuwsch-Vlaanderen beteekende zij een
ramp in het quadraat.
Klaagt de geheele klompenindustrie
pver den invoer van goedkoope klompen
ik hoop, dat dit in de toekomst spoe
dig zal veranderen, wanneer het wetje-
Fleskens in werking zal /ijn getreden
uit den aard der zaak drukt deze Bel
gische concurrentie weer het zwaarst op
Zeeuwsch-Vlaanderen, dat naast deybron
dier concurrentie zelf gevestigd is.
Zien andere havens van ons land mét
leede oogen het haven-protectionisme met
betrekking tot Antwerpen aan, Terneu-
zen gaat daar natuurlijk het z /aarst on
der gedrukt, te zwaarder, omdat de loods
gelden op de Belgische zeehavens slechts
één zevende bedragen van die, welke
voor 'Terneuzen gelden: België berekent
die gelden n.l. in gedeprimeerde francs,
Nederland in guldens.
Ondervinden de arbeiders in andere
deelen van ons vaderland de Iooncon-
currentie van vreemden, in Zeeuwsch-
Vlaanderen is de toestand sinds jaren
aldus, dat in de fabrieken rondom Sas
van Gent meer dan de helft vreemde ar
beiders werken en dat van de rest nog
een groot deel ofschoon zij Neder
landers zijn in België wonen. Boven
dien ondervinden zij, en ook hun werk
gevers, de nadeelen van een lager loon
peil in België en van de minder zware
sociale en financiëele lasten, die op het
Belgisch bedrijfsleven drukken.
En onder die factoren is zeker niet
de minste de woninghuur. Terwijl in Sas
van Gent die woninghuur op circa f4
per week komt, kan men, door naar Sel-
zaete te verhuizen, een 'behoorlijke wo
ning met een tuin er omheen krijgen
voor nog geen gulden per week, omgere
kend in Hollandsch geld. Zoo is het be
grijpelijk, dat, wanneer de industrie zich
ra Zeeuwsch-Vlaanderen zou uitbreiden,
dit niet tot gevolg heeft werkverruiming
op eigen terrein, maar integendeel, een
stimulans is voor de menschen o n naar
België te verhuizen.
Is door het veldwinnend gebruik van
motoren voor het verkeer en voor het
bedrijf in het algemeen de beteefcenis
van de paardenfokkerij sterk verminderd,
ook deze slag treft Zeeuwsch-Vlaanderen,
dat zich met groot succes op de fok
kerij had toegelegd, weer het ergste.
Spr. wees er verder op, dat Zeeuwsch-
VlaandeTen alle nadeelen heeft, die ge-
Naar het Engelsch.
I—O—
„Misschien niet. Dr Jessop denkt van
niet; maar 't hindert niet veel, ik zal toch
wel niet lang leven". Want dat was, God
vergeve het mij, steeds de laatste en
grootste troost, welken ik had.
i c-j111 naar me' verwonderd en me-
maar hij sprak geen woord. Ik
strompelde hem voorbij en bij volgde dooT
gang naar de tuindeur. Daar
meld ik op, geheel vermoeid. John Hali-
J?8"?1 m'J zacht bij den schouder.
„Ik denk, als je er niet tegen hebt, dat
ik je zou kunnen dragen. Ik droeg eens
een[.zaf; meel, welke 112 pond woog."
„Ik barstte in lachen uit, wat hij wel
licht wenschte, en stemde er dadelijk in
.oe de plaats van den zak meel in te
nemen. Hij nam mij op den rug wat
was het een sterke jongen en stapte
met me naar den anderen kant van den
uin. \v e hadden beiden veel plezier; of-
choon ik ouder was, voelde ik me toch
tegenover hem als een kind.
„Breng me, als je blieft, naar dat Cle-
ffiatis-pnéèl, het ziet uit op de Avon.
Hoe vindt je onzen tuin?"
woonlijk een eiland ondervindt, maar dat
het de voordeelen die gewoonlijk aan
een eiland verbonden zijn, mist.
Groote verkeerswegen ontbreken, wa
terverbindingen over de breedte, van oost
naar west zijn niet aanwezig, zoodat
groote gedeelten van dit land geen voor
deel kunnen trekken van de ligging in
de nabijheid van de Schelde.
Door den heer Kortenhorst werden
daarna de volgende vragen gesteld:
I. Is de Regeering niet van oordeel,
dat de aardrijkskundige ligging, de eco
nomische samenstelling en de staatkun
dige betéekenis van Zeeuwsch-Vlaande
ren een meer dan gewone zorg, ook van
Staatswege, voor dat gewest noodzake
lijk maken?
II. Heeft de Regeering voldoende ze
kerheid, dat de zorg voor de welvaart
van dat gedeelte des lands door dc in
woners der streek zelve en door de be
sturen van waterschappen, gemeenten en
provincie voldoende worden en kunnen
worden behartigd?
III. Ts de Regeering van meening, dat
zij voor de leniging der bestaande werk
loosheid ,voor de verzekering van de
bestaansmogelijkheid van een groot deel
der betrokken bevolking en voor den blij-
venden bloei van het gewest, voldoen
de heeft gedaan door:
1. het instellen van een permanente
adviescommissie voor de vlasbewerking;
het verleenen van overwerkvtergunnin-
gen in de vlasbewerking;
het geven van een toeslag uit 's Rijks
schatkist aan de verbruikers van elec-
trischen stroom voor de vlasbewerking.
2. bet geven van subsidies voor werk
verschaffing aan verschillende gemeen
ten;
3. het verstrekken van steun en voor
lichting aan het klompenmakersbedrijf;
4. het plegen" van overleg tusschen
verschillende departementen over behoud
van bet havenverkeer te Neuzen;
5. het doen van een onderzoek door
's Rijks waterstaat naar den invloed van
de loozing der Rijkswateren op de ont
watering van streken, welke van den hoo-
gen waterstand te- lijden hebben;
6. het instellen van een onderzoek i.z.
verruiming van opslagplaatsen bij de ha
ven van Neuzen;
7. het bevorderen van emigratie en
verplaatsing van ^arbeidersgezinnen. (Zie
antwoord der Regeering op de schrifte
lijke vragen, d.d. 10 Maart 1928 van den
heer Kortenhorst.)
IV. Welke gunstige gevolgen hebben de
genom'en maatregelen reeds gehad?
Welke practische resultaten zijn reeds
verkregen van de ingestelde onderzoe
kingen en van het overleg, dat tusschen
de departementen onjtrent verschillende
onderwerpen is gepleegd geworden.
V. Is de regeering bereid, naast het
geen zij reeds ten bate van Zeeuwsch-
Vlaanderen deed, de volgende maatregelen
te nemen of voor te bqjeiden:
1. bevordering van een meer inten
sieve bodemcultuur en in verband daar
mede
a. het doen graven van doelmatige ka
nalen, waardoor een snel en goedkoop
'vervoer van land- en tuinbouwproducten
mogelijk zal worden (kanaal van de Axel-
sche Sassing naar Hulst);
b. betere inrichting van de kaden en
opslagplaatsen van de Neuzensche ha
ven;
c. belangrijke verlaging van vrachtta
rieven voor het vervoer van Zeeuwsch-
Vlaanderen naar 3e overzqde van de
Schelde;
2. het geven van een tjjdelijken tosslag
uit 's Rijks schatkist op de spoorvrach-
ten op Terneuzen, waardoor practisch be-
'reikt kan worden, dat deze havenplaats
ten opzichte van het vervoer met Gent,
weer in de positie zal komen van voor
den oorlog
3. het geven van een tijdelijken toe-
Slag uit 's Rijks schatkist ter compen
satie van het verschil in loodsgelden,
dat bestaat tusschen de Belgische ha
vens en de haven van Terneuzen;
4. verbetering van do wegen, met na
me van de wegverbinding tusschen IJzen-
dijke en OosteljjK Zeeuwsch-Vlaanderen.
VI. Is de Regeering voor zoover het
van haar afhangt, bereid, de herziening
van een gemeentelijke indeehhg van Z.
Vlaanderen te bevorderen om zoodoende
„Hij is mooi, erg mooi! Heb je hier
lang gewoond?" vroeg hij me.
„Altijd, seder! ik geboren werd."
„O, wat mooi", herhaalde hij, ietwat
droevig.
„Waarschijnlijk behoorde deze tuin oud
tijds tot he. klooster", sprak ik „onze
boomgaard is zoo mooi. De monniken zul
len hem wel hebben aangelegd."
„O, zouden zei" Hij begreep dat blijk
baar niet goed.
„De monniken waren geestelijken, John,
begrijp je. Zeer goede mensdien, maar
wel wat lui".
„O, waarlijk". „Denk je, dat ze die
jepenheg ook hebben geplant", en hij Hep
er heen om die te bekijken.
Onze iepenheg nu was wijd en zijd be
roemd. Zjjns6eljjke had hij niet in heel
de streek; hij was sterk en dicht als een
muur.
John probeerde er door te duwen, maar
liet gelukte hem niet en tenslotte kwam
hij bij me terug met een gloeiend gezicht
door de .ijdele pogingen, welke hij had
aangewend.
„Wat wilde je? Er door, breken?"
„Ik wou juist eens zien of dat mogelijk
was."
Ik schudde het hoofd. „Wat zou je doen
John, als je hier waart opgesloten en over
'de iepenheg heen moest?" „Je zou er
niet over kunnen klimmen?"
te bereiken, dat de belangen van het
district, die thans door gemis aan sa
menwerking meermalen in het gedrang
komen, beter dan in het verleden ge
schied is, tot haar recht komen.
VII. Indien de Regeering niet bereid
of in staat is, om reeds aanstonds te
doen, hetgeen in de vorige vraag is op
genoemd, is de Regeering dan bereid, een
Commissie te benoemen, die tot taak
heeft, na te ga®, op welke wjjze de bloei
van Zeeuwsch-Vlaanderen en de econo
mische ontwikkeling van dit gewest, zou
den kunnen worden bevorderd?
In zijne toelichting van deze vragen
werd er door den interpellant nog op
gewezen, dat de geest van samenwer
king niet bijzonder groot is in Zeeuwsch
Vlaanderen, wat z.i. een krachtig optre
den wettigt.
Verder betoogde hij, dat de haven van
Terneuzen door de Regeering veel meer
bevoordeeld zou kunnen worden en voorts
dat de definitieve oplossing gezocht zal
moeten worden in een meer intensieve
bodemcultuur, met name in het bevor
deren van den tuinbouw.
Tenslotte werd nog meer speciaal aan
gedrongen qp le doelmatige kanalen; 2e.
betere outillagë 'van de Neuzensche ha
ven en 3e verlaging van de vrachtta
rieven voor het vervoer in. Zeeuwsch-
Vlaanderen naar de overzijde van de
Schelde.
De 151ste vergadering der
Ned. Mij. voor Nijverheid en
Handel. Binnen enkele dagen zal te
Middelburg de Jaarvergadering bijeenko
men 'der Ned. Mij. voor Nijverheid en
Handel.
Op de agenda komen o.a .voor een
voorstel inzake studiereizen naar het
Deutsche Museum te Munchen; bespre
kingen over: „Het vraagstuk van weder-
keerigheid in de handelspolitiek"; de om-
kooperjj in den handel; het vraagstuk
der gewestelijke uitbreidingsplannen; de
oeververbinding van -de groote rivieren.
A.s. Donderdag komen de afgevaardig
den en leden a,an om Vrijdag en Zaterdag
hun jaarvergadering te houden. Donder
dagavond worden zij door het depart. Mid
delburg op de bovenzaal der sociëteit de
Vergenoeging ontvangen; daarna maken
zij hun opwachting bijl bet gemeentebe
stuur (ten stadhuize. Hierna wordt hen
een f eestconcert aangeboden in het Schut
tershof, waarbij het Middelburgsch Mu
ziekkorps en 3e heeren Houtekamer en
Mazure met hun resp-. staf hunne zeer
gewaardeerde medewerking verleenen.
Vrijdagmorgen begint de algemeene ver
gadering; de dag wordt besloten met een
boottocht en diner aan boord van de
Prinses Juliana der St. Mjj. Zeeland, aan
geboden door de Kon. Mij. „De Schelde".
Zaterdag voortzetting der vergadering
en tot besluit een noenmaal in de so
ciëteit Slt. Joris.
De Minister van Handel en Nijverheid
is voornemens een gedeelte van het con
gres hij te wonen.
Middelburg. Het was gisteravond in de
Concertzaal weer dezelfde vroolijke aan
blik, als ieder jaar bij de openbare les
van de Volkszangschool van „Uit het
VoTkVoor het Volk". Het podium ge
vuld met een groot aantal keurig ge-
kleede jonge meisjes, alle met ernstige
gezichtjes voor .het gewichtig gebeuren
en daarbij een veel te klein aantal toe
komstige bassen en tenoren. Het schijnt
onder de jongens nu eenmaal niet flink
te staan, om te zingen. In de zaal' waren
weer vele ouders, familieleden en kennis
sen der kinderen, maar ook andere be
langstellenden in deze zangschool aan
wezig en een groot aantal kinderen uit
Kinderzorg als gastjes.
On '"r zerr goede leiding van den
he t .1. V». Rommel ié, die een zeer va-
rieerende keuze van passende en pak
kende liederen had gedaan, hebben de
verschillende klassen zich doen hooren.
Waren de stemmetjes der eerste klassers
natuurlijk nog wat zwak, toch vetten zij
met het aardige „De orgeldraaier" den
avond goed in en ook zij gaven reeds
solo's ten beste.
De tweede klasse komt direct iets for-
scher uit, beschikt over goede stemmen
en moest het Zoemliedje, waar fluiten
„Dat weet ik en daarom zou ik ook
geen tijd verliezen om dat te probeeren."
„Zou je het dan opgeven?"
Hij glimlachte daar lag geen „op
geven" in dien glimlach.
„Ik zal je zeggen, wat ik zou doen, ik
zou beginnen takje voor takje te breken,
om er zoo veilig door te komen naar den
anderen kant."
„Goed zoo, jongen! maar als het je
niet schelen kan, zou ik Hever willen dat
je die proef niet op mijn heg naamt, van
daag."
Mijn vader was onopgemerkt achter ons
gekomen en had geluisterd. Wij waren
beiden eenigszins verlegen, hoewel hif
niet ontstemd scheen maar eer geamu
seerd.
„Is dat je gewone manier om een moei
lijkheid te boven te komen, vriend hoe
is je naam ook weer?"
Ik antwoordde. Op het oogenblik, dat
Abel Fletcher verscheen, leek John al jtifn
jongensachtige grappigheid te hebben ver
loren. en kwam er over zijn gezicht weer
een ernst, welke harde ondervinding van
de wereld en de groote menschen hem
zeker geleerd had, maar welke pijnlijk
aandeed in een zoo jongen knaap.
Mijn vader ging dicht bij mij op een
bank zitten en, met beide handen pp z'n
stok leunend, zag hij John Halifax scherp
aan en nam hem op van top tot teen.
op het zoemen volgt, herhalen. Het was
dan ook een pakkende afwisseling.
Do kleinere derde klasse heeft zich
ook uitstekend van haar taak gekweten,
terwijl ten slotte de weer veel grootere
vierde klasse, die voor een deel reeds
uit „bakvischjes" bestaat, met de meer
stemmige liederen niet minder succes
behaalde. Zoowel voor als na de pauze
werden verschillende liederen op uitste
kende wijze ten gehoore gebracht, al zou
den wjj bijv. bij „Eten lentedag" van Worp
haast gevraagd hebben of het niet wat
te zwaar was voor hen.
Het slot „Onze geboortegrond" van R.
Hol, door allen gezamenlijk gezongen, was
een jv aardig slot van de zop goed ge
slaagde uitvoering.
Dat zij zo.o goed slaagde, was te danken
aan de goede leiding, aan de ambitie bij
de leerlingen, maar ook voor een -groot
deel aan de wijze waarop mej. Rie Kes-
teloo op den vleugel den zang begeleidde.
Wij weten, dat haar bescheidenheid haar
op den achtergrond doet blijven, maar
het „eere wie eere toekomt" maakt, dat
wij tegen haar verzoek in haar naam
toch vermelden, hel is ten volle ver
diend.
Verdiend waren ook de bloemen, haar
door de leerlingen aangeboden en de
plant door deze aan den heer Rommeljé
geschonken.
Namens het bestuur van „Uit het Volk
Voor het Volk", heeft de voorzitter,
de heer W- de Graaf het woord gevoerd
om in de eerste plaats den heer Rom
meljé de welverdiende hulde en dank
te brengen, maar ook aan mej. Keste-
loo, w.ie hij namens het bestuur een
mand bloemen aanbood.
Spr. heeft gewezen op het groote nut
van de school, 'die stationair blijft in het
aantal leerlingen. Dit laatste zou zeker
toenemen, als er ook op dit gebied niet
zooveel concurrentie was.
N. en St. Joosland. Maandagmiddag,
vergaderde de raad dezer gemeente. Me-
dedeeling werd gedaan dat bij de wo
ning van het hoofd der school' voor Clir.
lager onderwijs een regenbak is gebouwd,
en dat een houten bedekking op de asch-
bakken f95 zal kosten, plus het benoo-
digde ijzerwerk. Naar aanleiding der laat
ste mededeeling werd besloten ,2 nieuwe
begrootingen te laten maken; één voor
hout en één voor ijzerbedekking, en in
een volgende vergadering te beslissen.
Van I. Catsman was een verzoek inge>-
komen om ontslag als gemeentebode te
gen 1 Juli. Sommige raadsleden wilden
hem nog, zoolang hij daartoe in staat is,
dejaarwedde aan die betrekking ver
bonden, laten verdienen, wat wel mogelijk
zou zijn als zijn taak zoo licht mógelijk
werd gemaakt, door te verleenen hulp.
Gatsman wilde dat ook, zoodat hij op een
desbetreffende vraag van den voorzitter
zijn ontslagaanvrage introk. Het vermenig-
vuldigingscijf'er yoor de Gemeentelijke In
komstenbelasting 19281929 werd op
voorstel van Bi. en W. gebracht op 1.4.
Vorige jaar .1.25. Het bedrag voor de
assurantie tegen brand voor het nieuwe
raadhuis, meubilair, arrestantenlokaal en
onderwijzerswoning werd opnieuw vastge
steld. In de plaats van Jac. de Visser
die de benoeming als lid der Ciomm. tot
wering van Schoolverzuim niet heeft aan
genomen, werd thans benoemd Jan
Moens. Ben wijziging der begrooting 1927
en 1928 werd goedgekeurd. Mededeeling
wordt gedaan van de ontvangen rekening
der gehouden .cursus in Landbouwhuis-
houdkunde, waarvoor f 103.25 meer zal
moeten worden betaald, dan 4® raming
was. Een verzoek van den opzichter Neu-
gebauer om beleoning voor den tijd dien
hij langer heelt moeten besteden aan toe-'
zicht bij den bouw van het raadhuis enz.,
dan berekend was, werd aangehouden.
Goedgevonden wordt de langs en achter
Ie O. I>. school liggende straat, uit te
breken en 3<f daaruit komende klinkers
e gebruiken voor verharding van het
-choolpad. Na eenige mededeelingeri slui-
ing.
Hoek. In de vergadering van *de afd.
t Groene Kruis waren 100 leden buiten
iet bestuur aanwezig. Burgemeester Wol-
ert leidde de vergadering. Hij noemde
len toestand der Vereeniging zeer gun-
itig. .Toch 'is verbetering nog geweascht
•net het oog op uitbreiding der werkzaam-
ïeden. Er zijn over de 600 huisnummers
„Zei je niet, dat je werk zocht?" „Het
iet er wel naar uit anders." Zijn blik op
de havelooze kleeren deed den jongen
hevig kleuren.
„O, je behoeft je niet te schamen; be-
ere menschen dan gij zijn in lompen ge-
Ideed geweest. Heb je eenig geld?"
„Het kwartje, dat u mij gaf, d.w.z.
waarmee u mij betaalde; „ik neem nooit
aan, wat ik niet verdien", zeide de knaap,
I erwijl hij een hand in elk van zijn beide
edige zakken stak.
„Wees niet bang, ik zal je niets geven
behalve misschien zou je werk
willen hebben?"
„O, mijnbeer 1"
„O, vaderl"
Ik weet nauwelijks, welke van de beide
le dankbaarste roep was. Abel Fletcher
scheen verrast; terwijl hij zijn breedge-
ande hoed opzette en over de oogen
4 rok, zat hij een paar minuten in gedach
ten verzonken, terwijl hij met zijn stok
kringen trok in het kiezelzand.
Men zei neen, Jael zelf had het mij,
in een vlaag van drift, eens naar het
hoofd gegooid, dat de rijke „Vriend"
naar Norton Bury was gekomen, zonder
iets op zak.
„Nu, wat werk kan je doen, jongen?"
„Alles", luidde het gretig antwoord.
Alles, wil in den regel zeggen, niets."
zei mijn vader scherp. „Wat heb je dit
en nog geen 50Q leden, dus kan het
ledental nog verhoogd worden. De secr.
Leest de notulen en 't jaarverslag; uit
't laatste blijkt de rooskleurige toestand
der financiën en ook de aanwezigheid
van de noodige verplegingsartikelen. De
penningtn. doet rekening en verantwoor
ding. Uitgaven fl80.59l/2, inkomsten
f 1317.21, zoodat de vereeniging naast een
flink voorzien magazijn nok nog de be
schikking heeft over een saldo van
f 936.6! 1/2- Ter sprake komt 't aanstellen
van een verpleegster. Omtrent dit punt
ontstaat een levendige discussie. Bij stem
ming blijkt 't aantal voor- en tegenstem
mers ongeveer gelijk te zijln. Besloten
wordt op voorstel van Ds Vanhaelon aan
de leden der vereeniging een in teekenlijst
aan te bieden, om te doen blijken, wat
ieder wenscht bij te dragen voor 't aan
stellen van een verpleegster.
Ten behoeve dezer gemeente is bij
den rijksontvanger gestort een bedrag van
f36.13 aan gewetensgeld wegens te wei
nig betaalde Gemeentelijke Inkomstenbe
lasting.
DRAADLOOZE GESPREKKEN MET
INDiE.
Eenige keeren per week worden den
laatsten tijd groepen ambtenaren in Ne
derland en Indië in de gelegenheid gesteld
draadloos-telefonisch met hunne ouders,
familie of vrienden aan de overzijde van
den Oceaan te spreken.
Een redacteur van de „Maasbode", die
bij zulk een kruisgesprek tegenwoordig
was, schrijft er van:
Hallo Bandoeng I Hallo Bandoeng, Ban
doeng, hier is Den Haagl
De ambtenaar was aldoor maar aan het
peuren, maar kreeg nog niet beet.
En wij met het kopapparaat op ons
hoofd hoorden als in een schelp een
roezig geluid als het ruischen van de
zee.
Hallo Bandoeng 1 en eindelijk kwart,
over vier, daar hoorden wij door den
chaos van ruischende en snerpende ge
luiden een verre stem komen, die riep:
„Hallo, den JTaagl'"
„Ja, hier Den Haagl"
„Ja, hier Bandoeng!"
Toen hadden de stemmen over land en
zee, en over werelddeelen ver, elkaar
gevonden. „Hallo Bandoeng 1" vroeg den
Haag, kunt u antwoorden?"
En dan antwoordt een rustige stem
uit het verre Indië, en wij hooren haar
hier duideljjk en klaar in den Haag:
„Ja, willen wij even de ljjsten verge
lijken
En dan worden over en weer, dat is in
Indië en in Den Haag, de namen voor
gelezen van hen, die straks in Indië
en don Haag voor de microfoon .zullen
komen.
Wij hooren ons goed bekende Indische
namen als van Ir Schmutzer en Monod de
Froideville.
De namen werden genummerd naar
volgorde, dat zij voor de microfoon zullen
worden geroepen.
Drie personen uit Bandoeng zullen spre
ken. de andere gegadigden zijn uit Welte
vreden.
„Bandoeng", wordt bij ons in de studio
nog even opgemerkt, „u is nog heel
zwak, kom eens wat dichter bij de micro
foon.... ja, nu is 'tveel beter."
Onderwijl zitten boven in de wacht
kamer de gelukkigen, die zijn uitverkoren
een gesprek te voeren met verwanten
in Indië, geagiteerd allemaal om het won
dere gebeuren, dat straks zal plaats heb
ben, het naar zich toehalen van een lieve
bekende stem uit het verre Insulinde.
Nu zal 'teens geen doode brief zijn
van reeds een maand geleden, in welk
tijdbedrijf alweer zooveel kon gebeurd
zijn, maar de eigen levende stem zullen
zij hooren, niet gramophonisch eenzijdig,
maar stem tegen 'stem zullen zij tegen
elkaar kunnen uitwisselen.
Eu dan zitten daar met bewogen, rood
gekleurde gezichten een vader en moeder,
wier eenige zoon naar Indië is getrokken,
een oude hoogbejaarde dame met doch-
ders die een zoon en broeder al jaren
in de tropen hebben, een jonge vrouw,
die hoopt dadelijk de stem te hooren
van. een geliefde zuster in Indië werk
zaam, een paar jonge Indonesische stu
denten, die straks hun ouders zullen tref
fen aari de microfoon
heele jaar gedaan? de waarheid zeg
gen, hoor je?
John's oogen schoten vuur, maar hij
sprak kalm en beleefd: „De geheele lente
ben ik bij een boer geweest om met de
ploegpaarden te rijden en knollen te wie
den; toen ben ik met schapen naar de
heuvels gedaan; in Juni trachtte ik te
hooien, maar kreeg koorts. Wees niet
bang mijnheer; ik ben al zes weken
beter, anders zou ik niet zoo dicht bij uw
zoon gekomen zijn."
„Goed jongenik ben tevreden."
„Dank u, mijnheer."
„Je behoeft niet te zeggen „mijnheer",
ik heet Abel Fletcher". Want mijn vader
Meld streng vast aan de manier van
spreken der kwakers, hoewel hij eigenlijk
geen nauwgezet lid vau het genootschap
Svas en er buiten was getrouwd. Maar
in dit noemen van zijn naam school,
denk ik, meer trots, dan nederigheid.
„Goed, dat zal ik onthouden", ant
woordde de knaap onbeschroomd; „en nu
Abel Fletcher, ik zal gewillig en dank
baar alle werk aannemen, wat u mij ge
ven kunt."
„We zullen een3 zien."
Ik zag dankbaar en vol hoop naar mijn
vader maar de woorden welke na
volgden, temperden xnjjn vreugde.
(Wordt vervolgd.J