ITEIT. DE ZEEUW ONDERWIJS NDSLAG. Samenkomst NKOMST TWEEDE BLAD. EIT. - LI 1928. J 1928. chts f 1.50. roering fl.75. /EN WINKELIER. voor NEDERLAND: LEEFSMA, STEEDJE, e klasse 4-lamps DESTELLEN, nd te koop ïenten Kortgene, aat,Wissenkerke 1, worden Adver^ nnementen aan- G. DE H OR te FEUILLETON VAN NOOGER ORDE. Uit de Provincie. J. aan het Bureau rdt op aanvraag n vooruitbetaling! :1 is Voor allen energie die ge- fd, in den rug of ak om te slapen, erkend middel, nd is. Den Haag. 2 fl. f 21.— isten. BK8 In Rookartikelen, NINGEN. [r. JAN LOEFF zal Juli 1928, het openbaar veilen half 2 uur, bij de luis, Schuur, Erf en Éoutelande, aan Jan oot 0.1730 H.A. (132 anvaarden. rijdag 29 Juni. gemeld Hofsteedje: riepaard, aftandsch, rdewant, Mangelmo- schap, Fiets, Kleer- Planken, enz. met I jaar garantie. 11e merken. Aanbevelend VAN DALSEN, »rooskerke (W.). verkiezing. ieh. gr. ruim SO groenl. in 't N. iron. Aanv. n. o., ar geldbel. no. 14 bureau van VAN WOENSDAG 20 JUNI 1923. No. 221. "de-ECONOMISCHE TOESTAND VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN. r. De vorige week heeft de heer Korfcen- horst in de Tweede Kamer een interpel latie gehouden over den economischen toestand van Zeeuwsch Vlaanderen en de maatregelen welke genomen zijn, en ge nomen zouden kunnen worden oin daar in verbetering te brengen. Wij hebben daaromtrent in het kort reeds een en ander meegedeeld, maar willen, nu „De Handelingen" in ons he- bezit zijn, van het bij deze gelegenheid I gesprokene een meer breedvoerig over- I zicht geven. fe De heer Kortenhorst begon met te zeg - Been, dat er naar zijne overtuiging van achteruitstelling van dit landsgedeelte ..geen sprake is, maar dat wel dit deel van het land in zeer eigenaardige moei lijkheden verkeert. J Hier wordt, zoo betoog® hij ,een pu- mulatie v&n ongunstige factoren waar genomen. „Maakt de suikerindustrie een crisis door, Zeeuwsch-Vlaanderen draagt zijn aandeel hierin, al kan niet worden ont kend, dat de uitvoer van bieten naar Frankrijk zeer loonend is. De nieuwe ver houdingen, die na. den oorlog in de vlas industrie zijn ontstaan, hebben ook el ders haar sporen nagelaten, doch Z. Vlaanderen draagt weer het voornaam ste aandeel in de gevolgen. Is de z.g. valuta-concurrentie in de grensgebieden voor den middenstand een ramp, voor Zeeuwsch-Vlaanderen beteekende zij een ramp in het quadraat. Klaagt de geheele klompenindustrie pver den invoer van goedkoope klompen ik hoop, dat dit in de toekomst spoe dig zal veranderen, wanneer het wetje- Fleskens in werking zal /ijn getreden uit den aard der zaak drukt deze Bel gische concurrentie weer het zwaarst op Zeeuwsch-Vlaanderen, dat naast deybron dier concurrentie zelf gevestigd is. Zien andere havens van ons land mét leede oogen het haven-protectionisme met betrekking tot Antwerpen aan, Terneu- zen gaat daar natuurlijk het z /aarst on der gedrukt, te zwaarder, omdat de loods gelden op de Belgische zeehavens slechts één zevende bedragen van die, welke voor 'Terneuzen gelden: België berekent die gelden n.l. in gedeprimeerde francs, Nederland in guldens. Ondervinden de arbeiders in andere deelen van ons vaderland de Iooncon- currentie van vreemden, in Zeeuwsch- Vlaanderen is de toestand sinds jaren aldus, dat in de fabrieken rondom Sas van Gent meer dan de helft vreemde ar beiders werken en dat van de rest nog een groot deel ofschoon zij Neder landers zijn in België wonen. Boven dien ondervinden zij, en ook hun werk gevers, de nadeelen van een lager loon peil in België en van de minder zware sociale en financiëele lasten, die op het Belgisch bedrijfsleven drukken. En onder die factoren is zeker niet de minste de woninghuur. Terwijl in Sas van Gent die woninghuur op circa f4 per week komt, kan men, door naar Sel- zaete te verhuizen, een 'behoorlijke wo ning met een tuin er omheen krijgen voor nog geen gulden per week, omgere kend in Hollandsch geld. Zoo is het be grijpelijk, dat, wanneer de industrie zich ra Zeeuwsch-Vlaanderen zou uitbreiden, dit niet tot gevolg heeft werkverruiming op eigen terrein, maar integendeel, een stimulans is voor de menschen o n naar België te verhuizen. Is door het veldwinnend gebruik van motoren voor het verkeer en voor het bedrijf in het algemeen de beteefcenis van de paardenfokkerij sterk verminderd, ook deze slag treft Zeeuwsch-Vlaanderen, dat zich met groot succes op de fok kerij had toegelegd, weer het ergste. Spr. wees er verder op, dat Zeeuwsch- VlaandeTen alle nadeelen heeft, die ge- Naar het Engelsch. I—O— „Misschien niet. Dr Jessop denkt van niet; maar 't hindert niet veel, ik zal toch wel niet lang leven". Want dat was, God vergeve het mij, steeds de laatste en grootste troost, welken ik had. i c-j111 naar me' verwonderd en me- maar hij sprak geen woord. Ik strompelde hem voorbij en bij volgde dooT gang naar de tuindeur. Daar meld ik op, geheel vermoeid. John Hali- J?8"?1 m'J zacht bij den schouder. „Ik denk, als je er niet tegen hebt, dat ik je zou kunnen dragen. Ik droeg eens een[.zaf; meel, welke 112 pond woog." „Ik barstte in lachen uit, wat hij wel licht wenschte, en stemde er dadelijk in .oe de plaats van den zak meel in te nemen. Hij nam mij op den rug wat was het een sterke jongen en stapte met me naar den anderen kant van den uin. \v e hadden beiden veel plezier; of- choon ik ouder was, voelde ik me toch tegenover hem als een kind. „Breng me, als je blieft, naar dat Cle- ffiatis-pnéèl, het ziet uit op de Avon. Hoe vindt je onzen tuin?" woonlijk een eiland ondervindt, maar dat het de voordeelen die gewoonlijk aan een eiland verbonden zijn, mist. Groote verkeerswegen ontbreken, wa terverbindingen over de breedte, van oost naar west zijn niet aanwezig, zoodat groote gedeelten van dit land geen voor deel kunnen trekken van de ligging in de nabijheid van de Schelde. Door den heer Kortenhorst werden daarna de volgende vragen gesteld: I. Is de Regeering niet van oordeel, dat de aardrijkskundige ligging, de eco nomische samenstelling en de staatkun dige betéekenis van Zeeuwsch-Vlaande ren een meer dan gewone zorg, ook van Staatswege, voor dat gewest noodzake lijk maken? II. Heeft de Regeering voldoende ze kerheid, dat de zorg voor de welvaart van dat gedeelte des lands door dc in woners der streek zelve en door de be sturen van waterschappen, gemeenten en provincie voldoende worden en kunnen worden behartigd? III. Ts de Regeering van meening, dat zij voor de leniging der bestaande werk loosheid ,voor de verzekering van de bestaansmogelijkheid van een groot deel der betrokken bevolking en voor den blij- venden bloei van het gewest, voldoen de heeft gedaan door: 1. het instellen van een permanente adviescommissie voor de vlasbewerking; het verleenen van overwerkvtergunnin- gen in de vlasbewerking; het geven van een toeslag uit 's Rijks schatkist aan de verbruikers van elec- trischen stroom voor de vlasbewerking. 2. bet geven van subsidies voor werk verschaffing aan verschillende gemeen ten; 3. het verstrekken van steun en voor lichting aan het klompenmakersbedrijf; 4. het plegen" van overleg tusschen verschillende departementen over behoud van bet havenverkeer te Neuzen; 5. het doen van een onderzoek door 's Rijks waterstaat naar den invloed van de loozing der Rijkswateren op de ont watering van streken, welke van den hoo- gen waterstand te- lijden hebben; 6. het instellen van een onderzoek i.z. verruiming van opslagplaatsen bij de ha ven van Neuzen; 7. het bevorderen van emigratie en verplaatsing van ^arbeidersgezinnen. (Zie antwoord der Regeering op de schrifte lijke vragen, d.d. 10 Maart 1928 van den heer Kortenhorst.) IV. Welke gunstige gevolgen hebben de genom'en maatregelen reeds gehad? Welke practische resultaten zijn reeds verkregen van de ingestelde onderzoe kingen en van het overleg, dat tusschen de departementen onjtrent verschillende onderwerpen is gepleegd geworden. V. Is de regeering bereid, naast het geen zij reeds ten bate van Zeeuwsch- Vlaanderen deed, de volgende maatregelen te nemen of voor te bqjeiden: 1. bevordering van een meer inten sieve bodemcultuur en in verband daar mede a. het doen graven van doelmatige ka nalen, waardoor een snel en goedkoop 'vervoer van land- en tuinbouwproducten mogelijk zal worden (kanaal van de Axel- sche Sassing naar Hulst); b. betere inrichting van de kaden en opslagplaatsen van de Neuzensche ha ven; c. belangrijke verlaging van vrachtta rieven voor het vervoer van Zeeuwsch- Vlaanderen naar 3e overzqde van de Schelde; 2. het geven van een tjjdelijken tosslag uit 's Rijks schatkist op de spoorvrach- ten op Terneuzen, waardoor practisch be- 'reikt kan worden, dat deze havenplaats ten opzichte van het vervoer met Gent, weer in de positie zal komen van voor den oorlog 3. het geven van een tijdelijken toe- Slag uit 's Rijks schatkist ter compen satie van het verschil in loodsgelden, dat bestaat tusschen de Belgische ha vens en de haven van Terneuzen; 4. verbetering van do wegen, met na me van de wegverbinding tusschen IJzen- dijke en OosteljjK Zeeuwsch-Vlaanderen. VI. Is de Regeering voor zoover het van haar afhangt, bereid, de herziening van een gemeentelijke indeehhg van Z. Vlaanderen te bevorderen om zoodoende „Hij is mooi, erg mooi! Heb je hier lang gewoond?" vroeg hij me. „Altijd, seder! ik geboren werd." „O, wat mooi", herhaalde hij, ietwat droevig. „Waarschijnlijk behoorde deze tuin oud tijds tot he. klooster", sprak ik „onze boomgaard is zoo mooi. De monniken zul len hem wel hebben aangelegd." „O, zouden zei" Hij begreep dat blijk baar niet goed. „De monniken waren geestelijken, John, begrijp je. Zeer goede mensdien, maar wel wat lui". „O, waarlijk". „Denk je, dat ze die jepenheg ook hebben geplant", en hij Hep er heen om die te bekijken. Onze iepenheg nu was wijd en zijd be roemd. Zjjns6eljjke had hij niet in heel de streek; hij was sterk en dicht als een muur. John probeerde er door te duwen, maar liet gelukte hem niet en tenslotte kwam hij bij me terug met een gloeiend gezicht door de .ijdele pogingen, welke hij had aangewend. „Wat wilde je? Er door, breken?" „Ik wou juist eens zien of dat mogelijk was." Ik schudde het hoofd. „Wat zou je doen John, als je hier waart opgesloten en over 'de iepenheg heen moest?" „Je zou er niet over kunnen klimmen?" te bereiken, dat de belangen van het district, die thans door gemis aan sa menwerking meermalen in het gedrang komen, beter dan in het verleden ge schied is, tot haar recht komen. VII. Indien de Regeering niet bereid of in staat is, om reeds aanstonds te doen, hetgeen in de vorige vraag is op genoemd, is de Regeering dan bereid, een Commissie te benoemen, die tot taak heeft, na te ga®, op welke wjjze de bloei van Zeeuwsch-Vlaanderen en de econo mische ontwikkeling van dit gewest, zou den kunnen worden bevorderd? In zijne toelichting van deze vragen werd er door den interpellant nog op gewezen, dat de geest van samenwer king niet bijzonder groot is in Zeeuwsch Vlaanderen, wat z.i. een krachtig optre den wettigt. Verder betoogde hij, dat de haven van Terneuzen door de Regeering veel meer bevoordeeld zou kunnen worden en voorts dat de definitieve oplossing gezocht zal moeten worden in een meer intensieve bodemcultuur, met name in het bevor deren van den tuinbouw. Tenslotte werd nog meer speciaal aan gedrongen qp le doelmatige kanalen; 2e. betere outillagë 'van de Neuzensche ha ven en 3e verlaging van de vrachtta rieven voor het vervoer in. Zeeuwsch- Vlaanderen naar de overzijde van de Schelde. De 151ste vergadering der Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel. Binnen enkele dagen zal te Middelburg de Jaarvergadering bijeenko men 'der Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel. Op de agenda komen o.a .voor een voorstel inzake studiereizen naar het Deutsche Museum te Munchen; bespre kingen over: „Het vraagstuk van weder- keerigheid in de handelspolitiek"; de om- kooperjj in den handel; het vraagstuk der gewestelijke uitbreidingsplannen; de oeververbinding van -de groote rivieren. A.s. Donderdag komen de afgevaardig den en leden a,an om Vrijdag en Zaterdag hun jaarvergadering te houden. Donder dagavond worden zij door het depart. Mid delburg op de bovenzaal der sociëteit de Vergenoeging ontvangen; daarna maken zij hun opwachting bijl bet gemeentebe stuur (ten stadhuize. Hierna wordt hen een f eestconcert aangeboden in het Schut tershof, waarbij het Middelburgsch Mu ziekkorps en 3e heeren Houtekamer en Mazure met hun resp-. staf hunne zeer gewaardeerde medewerking verleenen. Vrijdagmorgen begint de algemeene ver gadering; de dag wordt besloten met een boottocht en diner aan boord van de Prinses Juliana der St. Mjj. Zeeland, aan geboden door de Kon. Mij. „De Schelde". Zaterdag voortzetting der vergadering en tot besluit een noenmaal in de so ciëteit Slt. Joris. De Minister van Handel en Nijverheid is voornemens een gedeelte van het con gres hij te wonen. Middelburg. Het was gisteravond in de Concertzaal weer dezelfde vroolijke aan blik, als ieder jaar bij de openbare les van de Volkszangschool van „Uit het VoTkVoor het Volk". Het podium ge vuld met een groot aantal keurig ge- kleede jonge meisjes, alle met ernstige gezichtjes voor .het gewichtig gebeuren en daarbij een veel te klein aantal toe komstige bassen en tenoren. Het schijnt onder de jongens nu eenmaal niet flink te staan, om te zingen. In de zaal' waren weer vele ouders, familieleden en kennis sen der kinderen, maar ook andere be langstellenden in deze zangschool aan wezig en een groot aantal kinderen uit Kinderzorg als gastjes. On '"r zerr goede leiding van den he t .1. V». Rommel ié, die een zeer va- rieerende keuze van passende en pak kende liederen had gedaan, hebben de verschillende klassen zich doen hooren. Waren de stemmetjes der eerste klassers natuurlijk nog wat zwak, toch vetten zij met het aardige „De orgeldraaier" den avond goed in en ook zij gaven reeds solo's ten beste. De tweede klasse komt direct iets for- scher uit, beschikt over goede stemmen en moest het Zoemliedje, waar fluiten „Dat weet ik en daarom zou ik ook geen tijd verliezen om dat te probeeren." „Zou je het dan opgeven?" Hij glimlachte daar lag geen „op geven" in dien glimlach. „Ik zal je zeggen, wat ik zou doen, ik zou beginnen takje voor takje te breken, om er zoo veilig door te komen naar den anderen kant." „Goed zoo, jongen! maar als het je niet schelen kan, zou ik Hever willen dat je die proef niet op mijn heg naamt, van daag." Mijn vader was onopgemerkt achter ons gekomen en had geluisterd. Wij waren beiden eenigszins verlegen, hoewel hif niet ontstemd scheen maar eer geamu seerd. „Is dat je gewone manier om een moei lijkheid te boven te komen, vriend hoe is je naam ook weer?" Ik antwoordde. Op het oogenblik, dat Abel Fletcher verscheen, leek John al jtifn jongensachtige grappigheid te hebben ver loren. en kwam er over zijn gezicht weer een ernst, welke harde ondervinding van de wereld en de groote menschen hem zeker geleerd had, maar welke pijnlijk aandeed in een zoo jongen knaap. Mijn vader ging dicht bij mij op een bank zitten en, met beide handen pp z'n stok leunend, zag hij John Halifax scherp aan en nam hem op van top tot teen. op het zoemen volgt, herhalen. Het was dan ook een pakkende afwisseling. Do kleinere derde klasse heeft zich ook uitstekend van haar taak gekweten, terwijl ten slotte de weer veel grootere vierde klasse, die voor een deel reeds uit „bakvischjes" bestaat, met de meer stemmige liederen niet minder succes behaalde. Zoowel voor als na de pauze werden verschillende liederen op uitste kende wijze ten gehoore gebracht, al zou den wjj bijv. bij „Eten lentedag" van Worp haast gevraagd hebben of het niet wat te zwaar was voor hen. Het slot „Onze geboortegrond" van R. Hol, door allen gezamenlijk gezongen, was een jv aardig slot van de zop goed ge slaagde uitvoering. Dat zij zo.o goed slaagde, was te danken aan de goede leiding, aan de ambitie bij de leerlingen, maar ook voor een -groot deel aan de wijze waarop mej. Rie Kes- teloo op den vleugel den zang begeleidde. Wij weten, dat haar bescheidenheid haar op den achtergrond doet blijven, maar het „eere wie eere toekomt" maakt, dat wij tegen haar verzoek in haar naam toch vermelden, hel is ten volle ver diend. Verdiend waren ook de bloemen, haar door de leerlingen aangeboden en de plant door deze aan den heer Rommeljé geschonken. Namens het bestuur van „Uit het Volk Voor het Volk", heeft de voorzitter, de heer W- de Graaf het woord gevoerd om in de eerste plaats den heer Rom meljé de welverdiende hulde en dank te brengen, maar ook aan mej. Keste- loo, w.ie hij namens het bestuur een mand bloemen aanbood. Spr. heeft gewezen op het groote nut van de school, 'die stationair blijft in het aantal leerlingen. Dit laatste zou zeker toenemen, als er ook op dit gebied niet zooveel concurrentie was. N. en St. Joosland. Maandagmiddag, vergaderde de raad dezer gemeente. Me- dedeeling werd gedaan dat bij de wo ning van het hoofd der school' voor Clir. lager onderwijs een regenbak is gebouwd, en dat een houten bedekking op de asch- bakken f95 zal kosten, plus het benoo- digde ijzerwerk. Naar aanleiding der laat ste mededeeling werd besloten ,2 nieuwe begrootingen te laten maken; één voor hout en één voor ijzerbedekking, en in een volgende vergadering te beslissen. Van I. Catsman was een verzoek inge>- komen om ontslag als gemeentebode te gen 1 Juli. Sommige raadsleden wilden hem nog, zoolang hij daartoe in staat is, dejaarwedde aan die betrekking ver bonden, laten verdienen, wat wel mogelijk zou zijn als zijn taak zoo licht mógelijk werd gemaakt, door te verleenen hulp. Gatsman wilde dat ook, zoodat hij op een desbetreffende vraag van den voorzitter zijn ontslagaanvrage introk. Het vermenig- vuldigingscijf'er yoor de Gemeentelijke In komstenbelasting 19281929 werd op voorstel van Bi. en W. gebracht op 1.4. Vorige jaar .1.25. Het bedrag voor de assurantie tegen brand voor het nieuwe raadhuis, meubilair, arrestantenlokaal en onderwijzerswoning werd opnieuw vastge steld. In de plaats van Jac. de Visser die de benoeming als lid der Ciomm. tot wering van Schoolverzuim niet heeft aan genomen, werd thans benoemd Jan Moens. Ben wijziging der begrooting 1927 en 1928 werd goedgekeurd. Mededeeling wordt gedaan van de ontvangen rekening der gehouden .cursus in Landbouwhuis- houdkunde, waarvoor f 103.25 meer zal moeten worden betaald, dan 4® raming was. Een verzoek van den opzichter Neu- gebauer om beleoning voor den tijd dien hij langer heelt moeten besteden aan toe-' zicht bij den bouw van het raadhuis enz., dan berekend was, werd aangehouden. Goedgevonden wordt de langs en achter Ie O. I>. school liggende straat, uit te breken en 3<f daaruit komende klinkers e gebruiken voor verharding van het -choolpad. Na eenige mededeelingeri slui- ing. Hoek. In de vergadering van *de afd. t Groene Kruis waren 100 leden buiten iet bestuur aanwezig. Burgemeester Wol- ert leidde de vergadering. Hij noemde len toestand der Vereeniging zeer gun- itig. .Toch 'is verbetering nog geweascht •net het oog op uitbreiding der werkzaam- ïeden. Er zijn over de 600 huisnummers „Zei je niet, dat je werk zocht?" „Het iet er wel naar uit anders." Zijn blik op de havelooze kleeren deed den jongen hevig kleuren. „O, je behoeft je niet te schamen; be- ere menschen dan gij zijn in lompen ge- Ideed geweest. Heb je eenig geld?" „Het kwartje, dat u mij gaf, d.w.z. waarmee u mij betaalde; „ik neem nooit aan, wat ik niet verdien", zeide de knaap, I erwijl hij een hand in elk van zijn beide edige zakken stak. „Wees niet bang, ik zal je niets geven behalve misschien zou je werk willen hebben?" „O, mijnbeer 1" „O, vaderl" Ik weet nauwelijks, welke van de beide le dankbaarste roep was. Abel Fletcher scheen verrast; terwijl hij zijn breedge- ande hoed opzette en over de oogen 4 rok, zat hij een paar minuten in gedach ten verzonken, terwijl hij met zijn stok kringen trok in het kiezelzand. Men zei neen, Jael zelf had het mij, in een vlaag van drift, eens naar het hoofd gegooid, dat de rijke „Vriend" naar Norton Bury was gekomen, zonder iets op zak. „Nu, wat werk kan je doen, jongen?" „Alles", luidde het gretig antwoord. Alles, wil in den regel zeggen, niets." zei mijn vader scherp. „Wat heb je dit en nog geen 50Q leden, dus kan het ledental nog verhoogd worden. De secr. Leest de notulen en 't jaarverslag; uit 't laatste blijkt de rooskleurige toestand der financiën en ook de aanwezigheid van de noodige verplegingsartikelen. De penningtn. doet rekening en verantwoor ding. Uitgaven fl80.59l/2, inkomsten f 1317.21, zoodat de vereeniging naast een flink voorzien magazijn nok nog de be schikking heeft over een saldo van f 936.6! 1/2- Ter sprake komt 't aanstellen van een verpleegster. Omtrent dit punt ontstaat een levendige discussie. Bij stem ming blijkt 't aantal voor- en tegenstem mers ongeveer gelijk te zijln. Besloten wordt op voorstel van Ds Vanhaelon aan de leden der vereeniging een in teekenlijst aan te bieden, om te doen blijken, wat ieder wenscht bij te dragen voor 't aan stellen van een verpleegster. Ten behoeve dezer gemeente is bij den rijksontvanger gestort een bedrag van f36.13 aan gewetensgeld wegens te wei nig betaalde Gemeentelijke Inkomstenbe lasting. DRAADLOOZE GESPREKKEN MET INDiE. Eenige keeren per week worden den laatsten tijd groepen ambtenaren in Ne derland en Indië in de gelegenheid gesteld draadloos-telefonisch met hunne ouders, familie of vrienden aan de overzijde van den Oceaan te spreken. Een redacteur van de „Maasbode", die bij zulk een kruisgesprek tegenwoordig was, schrijft er van: Hallo Bandoeng I Hallo Bandoeng, Ban doeng, hier is Den Haagl De ambtenaar was aldoor maar aan het peuren, maar kreeg nog niet beet. En wij met het kopapparaat op ons hoofd hoorden als in een schelp een roezig geluid als het ruischen van de zee. Hallo Bandoeng 1 en eindelijk kwart, over vier, daar hoorden wij door den chaos van ruischende en snerpende ge luiden een verre stem komen, die riep: „Hallo, den JTaagl'" „Ja, hier Den Haagl" „Ja, hier Bandoeng!" Toen hadden de stemmen over land en zee, en over werelddeelen ver, elkaar gevonden. „Hallo Bandoeng 1" vroeg den Haag, kunt u antwoorden?" En dan antwoordt een rustige stem uit het verre Indië, en wij hooren haar hier duideljjk en klaar in den Haag: „Ja, willen wij even de ljjsten verge lijken En dan worden over en weer, dat is in Indië en in Den Haag, de namen voor gelezen van hen, die straks in Indië en don Haag voor de microfoon .zullen komen. Wij hooren ons goed bekende Indische namen als van Ir Schmutzer en Monod de Froideville. De namen werden genummerd naar volgorde, dat zij voor de microfoon zullen worden geroepen. Drie personen uit Bandoeng zullen spre ken. de andere gegadigden zijn uit Welte vreden. „Bandoeng", wordt bij ons in de studio nog even opgemerkt, „u is nog heel zwak, kom eens wat dichter bij de micro foon.... ja, nu is 'tveel beter." Onderwijl zitten boven in de wacht kamer de gelukkigen, die zijn uitverkoren een gesprek te voeren met verwanten in Indië, geagiteerd allemaal om het won dere gebeuren, dat straks zal plaats heb ben, het naar zich toehalen van een lieve bekende stem uit het verre Insulinde. Nu zal 'teens geen doode brief zijn van reeds een maand geleden, in welk tijdbedrijf alweer zooveel kon gebeurd zijn, maar de eigen levende stem zullen zij hooren, niet gramophonisch eenzijdig, maar stem tegen 'stem zullen zij tegen elkaar kunnen uitwisselen. Eu dan zitten daar met bewogen, rood gekleurde gezichten een vader en moeder, wier eenige zoon naar Indië is getrokken, een oude hoogbejaarde dame met doch- ders die een zoon en broeder al jaren in de tropen hebben, een jonge vrouw, die hoopt dadelijk de stem te hooren van. een geliefde zuster in Indië werk zaam, een paar jonge Indonesische stu denten, die straks hun ouders zullen tref fen aari de microfoon heele jaar gedaan? de waarheid zeg gen, hoor je? John's oogen schoten vuur, maar hij sprak kalm en beleefd: „De geheele lente ben ik bij een boer geweest om met de ploegpaarden te rijden en knollen te wie den; toen ben ik met schapen naar de heuvels gedaan; in Juni trachtte ik te hooien, maar kreeg koorts. Wees niet bang mijnheer; ik ben al zes weken beter, anders zou ik niet zoo dicht bij uw zoon gekomen zijn." „Goed jongenik ben tevreden." „Dank u, mijnheer." „Je behoeft niet te zeggen „mijnheer", ik heet Abel Fletcher". Want mijn vader Meld streng vast aan de manier van spreken der kwakers, hoewel hij eigenlijk geen nauwgezet lid vau het genootschap Svas en er buiten was getrouwd. Maar in dit noemen van zijn naam school, denk ik, meer trots, dan nederigheid. „Goed, dat zal ik onthouden", ant woordde de knaap onbeschroomd; „en nu Abel Fletcher, ik zal gewillig en dank baar alle werk aannemen, wat u mij ge ven kunt." „We zullen een3 zien." Ik zag dankbaar en vol hoop naar mijn vader maar de woorden welke na volgden, temperden xnjjn vreugde. (Wordt vervolgd.J

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 5