DE ZEEUW PEPERMUNT TWEEDE BLAD. Staten-Generaal. LANGS DEN AFGROND. Uit de Provincie. Kerknieuws. FEUILLETON De speciale King-1" zakjes en de naam King op de verpakking der rollen van 5 en 10 ets, waarin wordt verkocht, zijn waarborgen, dat U de origineele King-peper- _munt ontvangt. i ■■hm ■■■■ii VAK VRIJDAG 20 APRIL 1928. No. 171. EERSTE KAMER. Begrooting van Justitie. In de vergadering van gisteren kwam de justitie-begrooting aan de orde. De heer Heerkens Thijssen (R.- K wenschte afschaffing van het stelsei van water en brood en het tonnenstelsel in gevangenissen en bindende ministeri- eele voorschriften ter beperking van ver schil van inzicht in de regentencolleges. De heer Jansen (R.-K.) drong aan op verbetering va,n de bestaande wetgeving op het gebied van huwelijksrecht, huwe- lijksgoederenrecht en burgerlijke rechts vordering en verder op herziening van vergoedingen aan getuigen en deskundi gen. In de Robaver-affaire keurde spr. het af, dat een voorloopig rechterlijk ingrijpen is uitgebleven. De heer M endels (S. D.) bepleitte maatregelen tegen den achterstand en het personeeltekort aan de rechtbank te Am sterdam. Spr. laakte de vervolging van de Indische studenten en de bemoeiing van den minister met de zaak hangende het proces, evenals het nalaten van een ver volging tegen het bestuur van de Roba- ver, en drong aan op een enquête naar den toestand in het bankbedrijf. De heer Michiels van Kesse n i c h (R.-K.) wenschte wijziging van het huwelijkrecht in den zin van het advies der commissie-Limburg, van het proces recht in den zin van het ontwerp der com- missie-Gratama en van de Krankzinnigen wet. De heer Hermans (S. D.) klaagde over het optreden van sommige regenten- colleges, over het transport van gevange nen, de verspreiding van anti-socialisti sche en het verbod van socialistische lec tuur. De heer Danz (S. D.) besprak de na turalisatie van vreemdelingen, waarom trent de Minister heeft verklaard vermin dering der gestelde eischen niet gewenscht te vinden. Het bekomen van het staats burgerschap mag niet meer afhankelijk worden gesteld van bezit. De heer Verkouteren (G. H.) klaag de over de positie van leden van de rech terlijke macht. Velen van hen hebben fi- nancieele zorgen en dat is een verkeerde toestand. De waarde van een betrouw bare rechtspraak kan niet hoog genoeg worden aangeslagen. Voorts wilde spr. 'het Leger des Heils beschermen tegen deloy ale concurrentie door een verbod van het nabootsen van emblemen, insignes, e. d. De heer Smeenge (V.B.) kwam op tegen de vermindering van het aantal kan tongerechten ten plattelande. De Minister van Justitie.de heer Donner, mérkte op, dat het water en broodregiem in den regel wordt toegepast, doch op medisch advies kan worden na gelaten. Wat het tonnenstelsel betreft, wordt zooveel mogelijk gedaan om de be zwaren weg te nemen, maar men staat nu eenmaal voor abnormale verhoudingen en het is moeilijk die geheel aan normale ver houdingen aan te passen. Dat geldt ook voor het transport van gevangenen; het is niet mogelijk aan alle bezwaren tege moet te komen. Men wil de menschelijk- heid betrachten, maar wanneer de conse quentie daarvan is, dat de gevangene ont vlucht, dan is men gaarne geneigd de po litie uit te lachen. Inzake de herziening van het huwelijks recht is spr. ook van meening, dat het rapport-Limburg daaraan ten grondslag moet liggen, zij het met hier en daar een kleine retouche. Binnen niet al te langen tijd hoopt spr. een ontwerp aan de Ka mer aan te bieden. Wat de kwestie van de Robaver betreft, sprekers indruk is, dat hc„ bestuur de kracht der Robaver in hooge mate heeft overschat, maar dat men niet geweten (Vrij naar het Engelsch.) 58.) oi „Maar gij zijt zoo stil, zeide zij. „Ik zou het beter kunnen verdragen u te hooren jammeren en klagen, dan u te zien met dien Rijdenden, geduldigen trek op uw gelaat. Gij klaagt nooit, geen bitter woord komt er over uw lippen O, lie veling, ik vrees, dat uw hart gebroken is," en zij begon weer te schreien. „Schrei niet, moeder," zeide ik, mijn best d-oende om haar te troosten. „God die mi} in het leven gespaard heeft, zal mij ook kracht geven om het leven te dragen." „Dat is mijn grootste troost," zeide zij, terwijl haar gelaat ooklaarde. „Ja. het is Zjjn wil, want anders had Hij u wel tot zich genomen." Ik kon niets antwoorden, maar nog lan gen tijd, nadat zij mij verlaten had, bleef ik over deze woonden nadenken. De lijster hield on met zingen, en alles was doodstil in huis, en in den tuin. Men hoorde slechts het gemurmel van het beekje, dat langs de heg liep. Hoe dikwijls heb ik in deze kamer naar dat za hte gemurmel geluisterd. Het water zong voor heeft, dat men over 6 weken niet meer in staat zou zijn voort te gaan. Het is zeer gemakkelijk achteraf te zeg gen dat spr. robuster had moeten optre den, doch men moet toegeven, dat het een zeer moeilijke beslissing was, waarbij een groot economisch nadeel op het spel stond. omtrent de zaak tegen de Inuische stu denten merkte spr. op, dat men een proces nooit kan beoordeelen naar zijn afloop. Er is geen sprake van dat spr. aan het parket concrete orders heeft gegeven. Spr. heeft? zich absoluut onthouden van inmenging.. Hij kan niet aanvaarden, dat uit den afloop kan blijken dat de opzet van het proces onjuist is geweest. DE MICDENSTANDSRAAD. Aan het verslag der werkzaamheden van den Middenstandsraad over 1927 is het volgende ontleend: Cadeaustelsel. Wat betreft de be strijding van het cadeaustelsel wendde de Raad zich tot den minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, wien hij o.m. ver zocht bij den minister van Justitie met klem er op te willen aandringen, om aan alle officieren van Justitie de noodige in structies voor een strenge en nauwkeurige toepassing van de Loterijwet te geven. De minister va.n justitie deelde daarop aan zijn ambtgenoot mede, dat de kwestie van het cadeaustelsel, bepaaldelijk wat be treft het beschikbaar stéllen van cadeaux, door middel van een reclame-loterij, reeds geruimen tijd de aandacht van zijn depar tement had. De dienaangaande ontvangen klachten hebben er toe geleid, dat reeds eenige jaren geleden algemeene instructies ten aanzien van vervolgingen ter zake van reclameloterijen werden gegeven. Zooals bekend is intusschen een minis- teriëele commissie ter bestudeering van het cadeau-stelsel ingesteld. Winkelsluiting. Ten aanaien van de winkelsluiting wordt opgemerkt, dat van het eerste "oogenblik af het streven van den Raad is geweest om aan elkaar te koppelen de winkelsluiting en het werk tijdenbesluit. Dit streven is ook met suc ces bekroond. Herhaaldelijk heeft'de Raad zijn standpunt ter zake aan de Regeering ontwikkeld en .hij is er in geslaagd de toe zegging te verkrijgen, dat de invoering van het werktijdenbesluit niet aan het in werking treden van een wet op de winkel sluiting zou vooraf gaan. Einde November 1926 ontving de Raad de lang verbeide voorontwerpen van een regeling der winkelsluiting met daarbij aanpassend werktijdenbesluit. Bij de be spreking van het voorontwerp Winkel sluitingswet kwam nit, dat dit in zijn hoofdlijnen algemeene instemming vond. Ook thans aanvaardde de Raad een stemmig het beginsel der Zondagssluiting: vrijwel eenstemmig was de Raad ook van oordeel, dat er geen aanleiding bestond de Zondagssluiting niet te doen gelden voor bepaalde feestdagen, zoo die op Zondag vallen. Voorts werd er de aandacht op geves tigd, dat waar voor winkels de avond- en Zondagssluiting geldt, doch café's e. d. open mogen zijn, de billijkheid vereischt, dat de café's geen normaal debiet aan winkels ontnemen. Met bet voorgesteld ventverbod kan de Raad zich vereenigen en ook met de voor gestelde uitzondering van geringe eetwa ren en niet-alcoholhoudende dranken, waarvoor op Zondag bet ventverbod niet zou gelden. De Raad adviseerde om deze uitzondering ook uit te strekken tot het venten met bloemen in de nabijheid van ziekenhuizen. Werktijdenbesluit. Wat het werktijdenbesluit aangaat, hield de Raad zich met den meesten klem vast aan het beginsel, dat- er geen sprake van mocht zijn, om den wekelijkschen arbeidsduur van het winkelpersoneel op ten hoogste 50 uur te bepalen, daar zulks in strijd zou zijn met den geest der Arbeidswet 1919. De werkweek voor het winkelpersoneel moet op 53 uur bepaald worden. Met genoegen stelde dè Raad vast, dat thans de Minister in beginsel de juistheid van de stelling van den Raad aanvaardde, dat het winkelbedrijf niet gedoogt, dat de werktijden van vrouwelijk- en mannelijk personeel verschillen. mij altijd hetzelfde lied. Die bekende to nen voerden mij terug naar de dagen van mijn kindsheid. Och, kon men maar altijd een kind blijiven. Maar terwijl ik daar zat, en droonjde, en luisterde naar het gemurmel van het water, was het mij of het beekje dfe woorden herhaalde; „Zijn „wil is het niet! Zijn wil is het niet!" 'tZal de stem van mijn eigen droevig hart zijn geweest, want hoewel ik mijn best doe om te gelooven, dat het da wil van God is, zoo komt de twijfel daar aan gedurig bij mij op. Het kan Zijn wil niet geweest zijn, dat Jack vader heeft geruïneerd, evenmin als alles, wat daarvan het gevolg is ge weest. Alles is zoo duister en verward, ik zie nergens licht. Maar ik wil nu niet langer schrijven, ik ben vermoeid. Eerst zal ik u, mijn lief oud dagboek, wegsluiten, en dan ga ik weer vóór het venster zitten en droomen. De dagen gaan zoo vreeselijk gadw voorbij, ik wil er nog van geniéten zoo lang als 't mogelijk is. HOOFDSTUK XXIX. Kooger licht Toen Paal het bericht van Abigails be terschap las, had bij wel kunnen juichen Damkampioenschap van Zeeland. Om het damkampioenschap van Zeeland zijn de volgende part'jen ge speeld met de daarachter vermelde uit slagen L. Goedbloed JrL. Goedbloed Jzn 1 1; J. StroobandW. Boogaard 20; J. van Calmthout.1. van weeden 11; van Calmthout—Strooband 11; v. Zwee- denGoedbloed Lzn 11; van Calmthout Goedbloed Jr 02; BoogaardGoed bloed jr 20. De partijen Goedbloed Jz,n Boogaard; Goedbloed JrStrooband; van Zweeden Boogaard zijn afgebroken. Morgen (Zaterdag) worden in de melk- salon de Landbouw te Middelburg de par tijen StroobandKaan en Boogaard- Kaan gespeeld, welke' ontmoetingen Ie half drie aanvangen en voor ieder be langstellende toegankelijk zijn. De Minister van Financiën maakt bekend, dat tere behoeve van s' Rijks schatkist is ontvangen bij: Dan insp-C' teur der registratie en Ho- mei^en t© Middelburg f4.17.69 wegens te weinig betaalde Rijlksinkomstenbelasting; don ontvanger der directe belastingen te Middelburg b.g., f 92S wegens te weinig betaalde Rijks- en gemeentelijk^ inkom stenbelasting over 1924—1925; den inspecteur der directe belastingen, enz. te, Vlissingen, f213.17 wegens te weinig betaalde Rijles- en gemeentelijke inkomstenbelasting over 19241925; den ontvanger der dire-te belastingen enz. te Terneuzen, f 1025.10 wegens te weinig betaalde Rijlksinkomstenbelasting, Verdédigingsbelasting. II en gemeentelijke inkomstenbelasting over de jaren 1923 —1924 en 1924—1925. De naam Vlissingen. Naar aanleiding van een voor.lracht door prof. Vercouliie uit Gent in de Februariver- gadoring van het Genootschap gehouden, doet de secretaris van het Zeeuwseh Ge nootschap der Wetenschappen mr A. Meerkamp van Embden. een mededeeling over de herkomst van den naam Vlis singen. Verklaring van den naain is her haaldelijk beproefd. Men heeft bem in ver band willen brengen met Ulysses, met de flesch van Willebrord, met den flesch- vormigen toegang te water tot de stad, met vies, dat in het Deensóh, den over gang tusschen eb en vloed, en met fles sing, dat bij de Tartaren visscher zou be- teekenen. Waarschijnlijk klinken deze ver klaringen niet en zij zijn nooit nader aannemelijk gemaald. Alle gaan zij uit van de veronderstelling, dat het woord Vlissingen den oorspronkelijken naam aangeeft, Spr. heeft echter in een charter van 1356 de spel ing Vlinsingen gevonden. Als de oorspronkelijke vorm van V.is- singen echtet Vlinsingen is geweest, s'aat de naam ook niet meer geïsoleerd. Het eerste lid doet dan denken aan den naam der stad Flen in Zweden en het eerste gedeelte der namen Flensungen (Ober hessen), Flensburg (S ecswi,k Ho stein) en ïlinsberg (Silezi'ë.). Ing, inga;, inge (ook ung, unga, unge), zijn afleidingstoevoeg- sels, met de beteekenis: zoon of afstam meling van, voorts ook: eigendom, plaats of grond van. RING vare blijdschap, maar het volgende oogen blik verdween zijn vreugde geheel en al, om plaats te maken voor een gevoel van bittere teleurstelling. Op de volgende blad zijde las hij: „Het huwelijk zal op haar verjaar dag plaats hebben, reeds worden toebe reidselen op groote schaal gemaalkt. Squire Trebarwith is er op gesteld', dat de bruiloft zoo luisterrijk mogelijk zijn zal, en niettegenstaande zijn vele verliezen, is Mr Tressillian trotsfcher dan ooit." "v „Ik had liever gehoord, dat zij gestor ven was," zeide Paul bij zichzelf, terwijl hij den brief op tafel wierp. Het zou een troost in verdriet, en een hulp in verzoeking geweest zijn, indien ik wist, dat zij een engel in den hemel was; m/iar aan haar te denken als aan „de vrouw van dien man, die gedachte zal mij mijn gansche leven vervolgen;" en met gebal de vuisten en gefronste wenkbrauwen liep hij driftig de kamer op en neer. Ik begrijp niet," vervolgde hij in zich zelf sprekende, „waarom God zulke gru welijke dingen toelaat. Waarom moet dat onschuldige kind worden opgeofferd aan den hoogmoed van Enoch Tresillian en aan de slechtheid van zijn zoon? Door zulke dingen zou iemands geloof aan het In den -ouderdom van 81 jaarmis te Den Hel'der overleden de bekende men schep redder Dorus R 'kers. Hierboven een fotovan den held die niet mind-er dan 487 menschenlevens heeft gered. Wat is nu de beteekenis van Flin of Vlin? Daar dit woorddeel wordt gevolgd door: ing, zoon van, moet in de eerste plaats aan een persoonsnaam worden ge dacht. Nu zijn talrijke oud-Hoogduitsc.he eigennamen samengesteld met: fi.i, uitliet Gotische bijwoord: filu, -veel of zeer. Phili-muth hete. kent dus den zeer moe dige; Phili-bert den .zeer•schitterende. Gok komt voor: Filino, de veelachtige, de man van het vele. De zoon van Filino heette dan: Filincsing en de plaats naar hem genoemd: Filincsingen, waaruit op den duur de c is weggevallen. Filinsingen wordt dan door assimilatie Filissingen en ten slotte Vlissingen. Oud Vosmeer. Alhier wordt, ter ge meentesecretarie gelegenheid gegeven een lijst te teekenen, waarbij men de w ischa- lijiklieid te kennen geeft, dat te d#zer plaatse ook clectrisch licht zal komen. Men blijft evenwel vrij en wel zoo dat als men de voorwaarden dori P.Z.E.M- te bezwarend acht, nog nergens aan gebon den is. Terneuzen. De Secties der Commissie van Onderzoek inzake de Zeeuwse h Vluamse.ho Waterleiding Mij. zullen te Neuzen in het „Hotel des Pays-Bas" voor de tweede maal vergaderen op do navol gende dagen en uren: Sortie I Donderdag 26 April 10 uur (rapporteur de heer J. C. Ie Bleu); Sectie II Donderdag 3 Mei, 10 uur (rapporteur de heer A- Sa lome); Sectie III Woensdag 25 April, half elf (rapporteur de heer R- I. Zonne- vijl] e) Hansweert. Het schip „Mannheim 25" is ,op het kanaal door het breken van zijn ankerketting tegen het sleepschip „Leocadie' 'geslagen en bracht hieraan lichte schade toe. Het anker ging verloren. D© bemanning zal trachten het te vis- schen. liet schip bekwam geen schade. Souburg. Loop der bevolking in de le helft April 1928. Gevestigd: J. J. van Bpven, Ritlh: str. B 406, van Rotterdam; J. Loijn.se, N. Vliss.weg G 176, van Mid delburg; mej. M. Polderman, Ritlh.str. A 128,-van Middelburg; mej. J. v. d. Velde van Turnhoutstr. E 43, van Terneuzen; mej. P. J. W. Versluijs, Vliss-str. R 354 van B. op Zoom; J. Graemers en gezin. Tuindorp, D 33, van "Vlissingen; W. v. Golde en gezin, v. Turnhoutstr. E 49, van Rotterdam; H. Savelsbérg en gezin, v. Tumhioutstr. E 22, van Heerlen; mej'. D. L. Dorleijfn, Tuindorp D 76 a., Ritlhem; P. Kasteleijn en gezin, Kanaalstr. A 66, Zeist; G- D. TJijl en gezin, Paspoortstr. A 36, Poortvliet; merj. L. Kaaisteker, Oranjeplein A 167, Rilland-Rath; E- N. Langedijk, N. Vliss. weg G 137, Vlissingen W. Jasperse en gezin, de Deckerstr. B 45, van Dordrecht. wankelen gebracht worden, en gaat men vragen of er wel wetenschap is bij Gold." Paul ging naar de open deur van de hut, en liet de koele avondwind langs zijn gloeiend voorhoofd strijken. John Vi vian was bezig in den kleinen tuin ach ter het huis met het begieten van zijn groenten en bloemen. Paul kon hem niet zien, maar hoorde hoe hij onder het werk zong: „Geen dwaze vrees beklemm' uw harte, Of wanhoopt ooit eert- kind? Gevoelt het niet in al zijn smarte Dat hem zijn vader mint? Geen dwaze vrees beklemm' uw harte Uw vader kent zijn kind." Liefelijk klonken deze vertroostende woorden in de stilte van het avonduur; zij deden zijn hart weldadig aan. „Dde goede, oude vader", zeide Paul, „hij schijnt den laatsten tijd zoo buiten gewoon tevreden en gelukkig, en toch plaagt die leelijke hoest hem voorttlul rend. Indien ik bijgeloovig was, dan zou ik denken, dat Jpj rijp wordt voor een betere wereld. Maar ik moest liever naar hem toegaan. Als ik in huis blijf en mij in mijn gedachten verdiep, dan wordt het nog erger; bovendien is het boter, dat ik het water aandraag, dan het vader te laten doen. Hij is niet sterk, al wil hij het niet bekennen." „Wat zijt gij laat, mijn jongen," was Vertrokken: J. Touw, v. Teijlingenstr. B 234, naar Mierloo; W. H. G Luijines en gezin, Vliss. str. B 301, naar Amster dam; G- Mallie, Vliss.str. B 308, Helder; H. L- Izeboud, N. Vliss.weg, O 168, Eind hoven; J. A. Maas, Mamixplein O 27, Vlissingen; J. v. d. Sarede, de Deckerstr. E 32, Rotterdam; E. F. Koelands en gezin, Tuindorp D 14, naar Rotterdam; wed. Dobbelaer-Verd'onck, Paspoortstr. B .360. naar Middelburg; 11. B. Rietbergen, en gezin, v. Turnhoutstr. E 18, naar Vlis singen; wed. P. v. d. DussenBargchenr, Vliss.str. B 175, naar Duitsehland; wed. F. Leenders-Claassen, J7- Vliss.weg 0 15"2 a, naar SoeraibajaJ. T. Briars, Tuin dorp D 2, naar Rotterdam; mej. E- Jo- ziasse, Ritlh.str. R 399, naar Middelburg; J. G. Machgeels, Nieuwstr. B 99, naar Vlissingen; R. de Witt en gezin, Vliss.str. E 53, naar Vlissingen; A- Arendse, Ka naalstr. A 58 N, haar Kouclekerke; L. Koolo, Ritth. str. B .413, naar Ritlhem. De nood der Kerk. In een te Utrecht gehouden vergadering van ambts dragers en gemeenteleden der Ned. Ilerv. Kerk, heeft Ds K. H. E. Gravemeijer gesproken over „God gaat Zijn gang", waarbij deze betoogde, dat hij langzamer hand tot een kalme houding tegenover de Svnode is gekomen. De Synode is en blijft een oordeel, maar in dat oordeel gaf God den zegen van een hand. Daarna sprak D r J. C. Kromsïgt, yan Rinsumageest over den nood der K e rik. Spreker zeide, daarmede te bedoelen den geestelijken nood onzer Ned. Ilerv. Kerk. Niet alsof andere kerken geen nood hebben. Voor gescheiden kerken is er de nood der ontaarding in partijkerken, zoodat de vrienden van Geelkerken kla gen over de ontaarding der Geref. Ker ken in Kuyperkerken. Wij zien het dus niet als de nood onzer kerk, dat die kerk niet onze partijkerk is. Dat behoort ze niet te zijn. Naar haar wezen, behoort de kerk Christuskerk te zijn. Als instelling voor den dienst des Woords behoort ze te zijn 'n kerk die Christus predikt en als vergadering van Christusgeloovigen be hoort* ze te zijn 'n kerk die in belijdenis woord en -geschrift in haar daad en gan- Bche bestaan Christus belijdt. - Hoe staal het wat dat betreft met ónze kerk? Volgens spreker ontbreekt haar het wezen der kerk niet. Ze is geen valsche kerk. Ze predikt en belijdt nog Christus. Getuige de Bijbel, die als het gezagheb bend boek op haar kansels ligt, getuigen haar belijdenisschriften, die nooit zijn af geschaft, de prediking van het evangelie van 'Jezus Christus aan hare hdmaten gesteld, de voorgeschreven doopformu'e. Waar God zelf haar nog zegent en ten zegen stelt, en haar niet verlaat, hoe zou den wij haar mogen verlaten? Ontbreekt zoo het wezen haar niet, aan haar welwezen, haar geestelijken wel stand ontbreekt veel. In zake prediken en belijden is er bij haar een onwaardige dubbelzinnigheid en dubbelhartigheid. Jn zake kerkregeering is er een onrechtmatige voogdijschap, welke aan organen krachtens hun wezen tot regeeren geroepen, het uitoefenen van hun recht en het betrachten van hun plicht bemoeilijkt. Wat betreft den dienst des Woords heeft hedendaagsche Schriftcritiek het on zeker gemaakt wat het Woord dat de kerk dient, eigenlijk is, of het is de Rede, of het inwendige Woord, de inwendige Ch is- tus, aan welks critiek de Bijbel onder worpen is, dan wel het in Jezus Christus vleesch geworden Woord, Christus die eerst voor ons stierf en voorts in ons leeft, die ons tegen treedt in het gemoed der Schrift, aan wiens critiek wij onder worpen zijn. De historische belijdenis schriften onzer kerk zeggen het laatste. Maar in 't heden bewaart de kerk pp deze vraag het stilzwijgen. Ze kan niet anders, omdat ze door de organisatie van 1816 van haar spreekorganen, de wettige kerkelijke vergaderingen ïs beroofd. Door het stilzwijgen onzer kerk in het heden wordt het onzeker gemaakt -welke in het heden haar leer is, welk evangelie dat haar predikers volgens haar opdracht de vriendelijke begroeting van John Vi vian. „Ik vrees waarlijk, dat gij te veel van uw krachten vergt, Paul." „Geen nood, vader", antwoordde deze lachend. „Ik ben trouwens reeds een ge* ruimen tijd thuis." „Ik heb u niet hooren komen. Hebt gij den brief van uw moeder gevonden? Ik liet dien opN tafel liggen." „Ja, ik heb hem gelezen." „Er staat meer in Wat u, dan wat mij belang inboezemt." zeide John ©enigszins weemoedig. „Om de waarheid te zeggen, ben ik van Penwharf vreemd geworden; ik ben zoo Jang weg geweest." „Gij zoudt het niet veel veranderd; vin den," antwoordde Paul. ,,'tls in die twin tig jaren, als 'tware stil blijven staian." „Ja, de plaats zal wel dezelfde geble ven zijn," hernam John, „maar de men- schen zijn veranderd. De oude lieden, die ik kende zjjn gestorven, en de kinderen zijn mij ontgroeid'." Dit kon Paul niet tegenspreken. ,,'tKomt mij zoo vreemd voor," ging John voort, „dat Enoch Tresillian een dochter heeft, die nu gaat trouwen." „Zij moest ook niet trouwen," riep -Paul driftig. „Zij is nog geen twintig jaar oud, en hij kon wel haar vader wez&n." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1928 | | pagina 5