DE ZEEUW
PEPERMUNT
TWEEDE BLAD.
Staten-Generaal.
LANGS DEN AFGROND.
Uit de Provincie.
Kerknieuws.
FEUILLETON
De speciale King-1"
zakjes en de naam King
op de verpakking der
rollen van 5 en 10 ets,
waarin
wordt verkocht, zijn
waarborgen, dat U de
origineele King-peper-
_munt ontvangt.
i ■■hm ■■■■ii
VAK
VRIJDAG 20 APRIL 1928. No. 171.
EERSTE KAMER.
Begrooting van Justitie.
In de vergadering van gisteren kwam
de justitie-begrooting aan de orde.
De heer Heerkens Thijssen (R.-
K wenschte afschaffing van het stelsei
van water en brood en het tonnenstelsel
in gevangenissen en bindende ministeri-
eele voorschriften ter beperking van ver
schil van inzicht in de regentencolleges.
De heer Jansen (R.-K.) drong aan op
verbetering va,n de bestaande wetgeving
op het gebied van huwelijksrecht, huwe-
lijksgoederenrecht en burgerlijke rechts
vordering en verder op herziening van
vergoedingen aan getuigen en deskundi
gen. In de Robaver-affaire keurde spr. het
af, dat een voorloopig rechterlijk ingrijpen
is uitgebleven.
De heer M endels (S. D.) bepleitte
maatregelen tegen den achterstand en het
personeeltekort aan de rechtbank te Am
sterdam. Spr. laakte de vervolging van de
Indische studenten en de bemoeiing van
den minister met de zaak hangende het
proces, evenals het nalaten van een ver
volging tegen het bestuur van de Roba-
ver, en drong aan op een enquête naar den
toestand in het bankbedrijf.
De heer Michiels van Kesse
n i c h (R.-K.) wenschte wijziging van het
huwelijkrecht in den zin van het advies
der commissie-Limburg, van het proces
recht in den zin van het ontwerp der com-
missie-Gratama en van de Krankzinnigen
wet.
De heer Hermans (S. D.) klaagde
over het optreden van sommige regenten-
colleges, over het transport van gevange
nen, de verspreiding van anti-socialisti
sche en het verbod van socialistische lec
tuur.
De heer Danz (S. D.) besprak de na
turalisatie van vreemdelingen, waarom
trent de Minister heeft verklaard vermin
dering der gestelde eischen niet gewenscht
te vinden. Het bekomen van het staats
burgerschap mag niet meer afhankelijk
worden gesteld van bezit.
De heer Verkouteren (G. H.) klaag
de over de positie van leden van de rech
terlijke macht. Velen van hen hebben fi-
nancieele zorgen en dat is een verkeerde
toestand. De waarde van een betrouw
bare rechtspraak kan niet hoog genoeg
worden aangeslagen. Voorts wilde spr. 'het
Leger des Heils beschermen tegen deloy
ale concurrentie door een verbod van het
nabootsen van emblemen, insignes, e. d.
De heer Smeenge (V.B.) kwam op
tegen de vermindering van het aantal kan
tongerechten ten plattelande.
De Minister van Justitie.de
heer Donner, mérkte op, dat het water en
broodregiem in den regel wordt toegepast,
doch op medisch advies kan worden na
gelaten. Wat het tonnenstelsel betreft,
wordt zooveel mogelijk gedaan om de be
zwaren weg te nemen, maar men staat nu
eenmaal voor abnormale verhoudingen en
het is moeilijk die geheel aan normale ver
houdingen aan te passen. Dat geldt ook
voor het transport van gevangenen; het
is niet mogelijk aan alle bezwaren tege
moet te komen. Men wil de menschelijk-
heid betrachten, maar wanneer de conse
quentie daarvan is, dat de gevangene ont
vlucht, dan is men gaarne geneigd de po
litie uit te lachen.
Inzake de herziening van het huwelijks
recht is spr. ook van meening, dat het
rapport-Limburg daaraan ten grondslag
moet liggen, zij het met hier en daar een
kleine retouche. Binnen niet al te langen
tijd hoopt spr. een ontwerp aan de Ka
mer aan te bieden.
Wat de kwestie van de Robaver betreft,
sprekers indruk is, dat hc„ bestuur de
kracht der Robaver in hooge mate heeft
overschat, maar dat men niet geweten
(Vrij naar het Engelsch.)
58.) oi
„Maar gij zijt zoo stil, zeide zij. „Ik
zou het beter kunnen verdragen u te
hooren jammeren en klagen, dan u te zien
met dien Rijdenden, geduldigen trek op
uw gelaat. Gij klaagt nooit, geen bitter
woord komt er over uw lippen O, lie
veling, ik vrees, dat uw hart gebroken is,"
en zij begon weer te schreien.
„Schrei niet, moeder," zeide ik, mijn
best d-oende om haar te troosten. „God
die mi} in het leven gespaard heeft,
zal mij ook kracht geven om het leven
te dragen."
„Dat is mijn grootste troost," zeide zij,
terwijl haar gelaat ooklaarde. „Ja. het is
Zjjn wil, want anders had Hij u wel tot
zich genomen."
Ik kon niets antwoorden, maar nog lan
gen tijd, nadat zij mij verlaten had, bleef
ik over deze woonden nadenken.
De lijster hield on met zingen, en alles
was doodstil in huis, en in den tuin.
Men hoorde slechts het gemurmel van het
beekje, dat langs de heg liep. Hoe dikwijls
heb ik in deze kamer naar dat za hte
gemurmel geluisterd. Het water zong voor
heeft, dat men over 6 weken niet meer in
staat zou zijn voort te gaan.
Het is zeer gemakkelijk achteraf te zeg
gen dat spr. robuster had moeten optre
den, doch men moet toegeven, dat het een
zeer moeilijke beslissing was, waarbij een
groot economisch nadeel op het spel stond.
omtrent de zaak tegen de Inuische stu
denten merkte spr. op, dat men een proces
nooit kan beoordeelen naar zijn afloop. Er
is geen sprake van dat spr. aan het parket
concrete orders heeft gegeven.
Spr. heeft? zich absoluut onthouden van
inmenging.. Hij kan niet aanvaarden, dat
uit den afloop kan blijken dat de opzet
van het proces onjuist is geweest.
DE MICDENSTANDSRAAD.
Aan het verslag der werkzaamheden
van den Middenstandsraad over 1927 is
het volgende ontleend:
Cadeaustelsel. Wat betreft de be
strijding van het cadeaustelsel wendde de
Raad zich tot den minister van Arbeid,
Handel en Nijverheid, wien hij o.m. ver
zocht bij den minister van Justitie met
klem er op te willen aandringen, om aan
alle officieren van Justitie de noodige in
structies voor een strenge en nauwkeurige
toepassing van de Loterijwet te geven.
De minister va.n justitie deelde daarop
aan zijn ambtgenoot mede, dat de kwestie
van het cadeaustelsel, bepaaldelijk wat be
treft het beschikbaar stéllen van cadeaux,
door middel van een reclame-loterij, reeds
geruimen tijd de aandacht van zijn depar
tement had. De dienaangaande ontvangen
klachten hebben er toe geleid, dat reeds
eenige jaren geleden algemeene instructies
ten aanzien van vervolgingen ter zake van
reclameloterijen werden gegeven.
Zooals bekend is intusschen een minis-
teriëele commissie ter bestudeering van
het cadeau-stelsel ingesteld.
Winkelsluiting. Ten aanaien van
de winkelsluiting wordt opgemerkt, dat
van het eerste "oogenblik af het streven
van den Raad is geweest om aan elkaar
te koppelen de winkelsluiting en het werk
tijdenbesluit. Dit streven is ook met suc
ces bekroond. Herhaaldelijk heeft'de Raad
zijn standpunt ter zake aan de Regeering
ontwikkeld en .hij is er in geslaagd de toe
zegging te verkrijgen, dat de invoering
van het werktijdenbesluit niet aan het in
werking treden van een wet op de winkel
sluiting zou vooraf gaan.
Einde November 1926 ontving de Raad
de lang verbeide voorontwerpen van een
regeling der winkelsluiting met daarbij
aanpassend werktijdenbesluit. Bij de be
spreking van het voorontwerp Winkel
sluitingswet kwam nit, dat dit in zijn
hoofdlijnen algemeene instemming vond.
Ook thans aanvaardde de Raad een
stemmig het beginsel der Zondagssluiting:
vrijwel eenstemmig was de Raad ook van
oordeel, dat er geen aanleiding bestond de
Zondagssluiting niet te doen gelden voor
bepaalde feestdagen, zoo die op Zondag
vallen.
Voorts werd er de aandacht op geves
tigd, dat waar voor winkels de avond- en
Zondagssluiting geldt, doch café's e. d.
open mogen zijn, de billijkheid vereischt,
dat de café's geen normaal debiet aan
winkels ontnemen.
Met bet voorgesteld ventverbod kan de
Raad zich vereenigen en ook met de voor
gestelde uitzondering van geringe eetwa
ren en niet-alcoholhoudende dranken,
waarvoor op Zondag bet ventverbod niet
zou gelden. De Raad adviseerde om deze
uitzondering ook uit te strekken tot het
venten met bloemen in de nabijheid van
ziekenhuizen.
Werktijdenbesluit. Wat het
werktijdenbesluit aangaat, hield de Raad
zich met den meesten klem vast aan het
beginsel, dat- er geen sprake van mocht
zijn, om den wekelijkschen arbeidsduur
van het winkelpersoneel op ten hoogste
50 uur te bepalen, daar zulks in strijd zou
zijn met den geest der Arbeidswet 1919.
De werkweek voor het winkelpersoneel
moet op 53 uur bepaald worden.
Met genoegen stelde dè Raad vast, dat
thans de Minister in beginsel de juistheid
van de stelling van den Raad aanvaardde,
dat het winkelbedrijf niet gedoogt, dat de
werktijden van vrouwelijk- en mannelijk
personeel verschillen.
mij altijd hetzelfde lied. Die bekende to
nen voerden mij terug naar de dagen
van mijn kindsheid. Och, kon men maar
altijd een kind blijiven.
Maar terwijl ik daar zat, en droonjde,
en luisterde naar het gemurmel van het
water, was het mij of het beekje dfe
woorden herhaalde;
„Zijn „wil is het niet! Zijn wil is het
niet!"
'tZal de stem van mijn eigen droevig
hart zijn geweest, want hoewel ik mijn
best doe om te gelooven, dat het da
wil van God is, zoo komt de twijfel daar
aan gedurig bij mij op.
Het kan Zijn wil niet geweest zijn,
dat Jack vader heeft geruïneerd, evenmin
als alles, wat daarvan het gevolg is ge
weest. Alles is zoo duister en verward,
ik zie nergens licht.
Maar ik wil nu niet langer schrijven,
ik ben vermoeid. Eerst zal ik u, mijn lief
oud dagboek, wegsluiten, en dan ga ik
weer vóór het venster zitten en droomen.
De dagen gaan zoo vreeselijk gadw
voorbij, ik wil er nog van geniéten zoo
lang als 't mogelijk is.
HOOFDSTUK XXIX.
Kooger licht
Toen Paal het bericht van Abigails be
terschap las, had bij wel kunnen juichen
Damkampioenschap van
Zeeland. Om het damkampioenschap
van Zeeland zijn de volgende part'jen ge
speeld met de daarachter vermelde uit
slagen
L. Goedbloed JrL. Goedbloed Jzn 1
1; J. StroobandW. Boogaard 20;
J. van Calmthout.1. van weeden 11;
van Calmthout—Strooband 11; v. Zwee-
denGoedbloed Lzn 11; van Calmthout
Goedbloed Jr 02; BoogaardGoed
bloed jr 20.
De partijen Goedbloed Jz,n Boogaard;
Goedbloed JrStrooband; van Zweeden
Boogaard zijn afgebroken.
Morgen (Zaterdag) worden in de melk-
salon de Landbouw te Middelburg de par
tijen StroobandKaan en Boogaard-
Kaan gespeeld, welke' ontmoetingen Ie
half drie aanvangen en voor ieder be
langstellende toegankelijk zijn.
De Minister van Financiën maakt
bekend, dat tere behoeve van s' Rijks
schatkist is ontvangen bij:
Dan insp-C' teur der registratie en Ho-
mei^en t© Middelburg f4.17.69 wegens te
weinig betaalde Rijlksinkomstenbelasting;
don ontvanger der directe belastingen
te Middelburg b.g., f 92S wegens te weinig
betaalde Rijks- en gemeentelijk^ inkom
stenbelasting over 1924—1925;
den inspecteur der directe belastingen,
enz. te, Vlissingen, f213.17 wegens te
weinig betaalde Rijles- en gemeentelijke
inkomstenbelasting over 19241925;
den ontvanger der dire-te belastingen
enz. te Terneuzen, f 1025.10 wegens te
weinig betaalde Rijlksinkomstenbelasting,
Verdédigingsbelasting. II en gemeentelijke
inkomstenbelasting over de jaren 1923
—1924 en 1924—1925.
De naam Vlissingen. Naar
aanleiding van een voor.lracht door prof.
Vercouliie uit Gent in de Februariver-
gadoring van het Genootschap gehouden,
doet de secretaris van het Zeeuwseh Ge
nootschap der Wetenschappen mr A.
Meerkamp van Embden. een mededeeling
over de herkomst van den naam Vlis
singen. Verklaring van den naain is her
haaldelijk beproefd. Men heeft bem in ver
band willen brengen met Ulysses, met de
flesch van Willebrord, met den flesch-
vormigen toegang te water tot de stad,
met vies, dat in het Deensóh, den over
gang tusschen eb en vloed, en met fles
sing, dat bij de Tartaren visscher zou be-
teekenen. Waarschijnlijk klinken deze ver
klaringen niet en zij zijn nooit nader
aannemelijk gemaald. Alle gaan zij uit
van de veronderstelling, dat het woord
Vlissingen den oorspronkelijken naam
aangeeft,
Spr. heeft echter in een charter van
1356 de spel ing Vlinsingen gevonden.
Als de oorspronkelijke vorm van V.is-
singen echtet Vlinsingen is geweest, s'aat
de naam ook niet meer geïsoleerd. Het
eerste lid doet dan denken aan den naam
der stad Flen in Zweden en het eerste
gedeelte der namen Flensungen (Ober
hessen), Flensburg (S ecswi,k Ho stein) en
ïlinsberg (Silezi'ë.). Ing, inga;, inge (ook
ung, unga, unge), zijn afleidingstoevoeg-
sels, met de beteekenis: zoon of afstam
meling van, voorts ook: eigendom, plaats
of grond van.
RING
vare blijdschap, maar het volgende oogen
blik verdween zijn vreugde geheel en al,
om plaats te maken voor een gevoel van
bittere teleurstelling. Op de volgende blad
zijde las hij:
„Het huwelijk zal op haar verjaar
dag plaats hebben, reeds worden toebe
reidselen op groote schaal gemaalkt.
Squire Trebarwith is er op gesteld',
dat de bruiloft zoo luisterrijk mogelijk
zijn zal, en niettegenstaande zijn vele
verliezen, is Mr Tressillian trotsfcher
dan ooit."
"v
„Ik had liever gehoord, dat zij gestor
ven was," zeide Paul bij zichzelf, terwijl
hij den brief op tafel wierp. Het zou
een troost in verdriet, en een hulp
in verzoeking geweest zijn, indien ik wist,
dat zij een engel in den hemel was; m/iar
aan haar te denken als aan „de vrouw
van dien man, die gedachte zal mij mijn
gansche leven vervolgen;" en met gebal
de vuisten en gefronste wenkbrauwen
liep hij driftig de kamer op en neer.
Ik begrijp niet," vervolgde hij in zich
zelf sprekende, „waarom God zulke gru
welijke dingen toelaat. Waarom moet dat
onschuldige kind worden opgeofferd aan
den hoogmoed van Enoch Tresillian en
aan de slechtheid van zijn zoon? Door
zulke dingen zou iemands geloof aan het
In den -ouderdom van 81 jaarmis te
Den Hel'der overleden de bekende men
schep redder Dorus R 'kers. Hierboven een
fotovan den held die niet mind-er dan
487 menschenlevens heeft gered.
Wat is nu de beteekenis van Flin of
Vlin? Daar dit woorddeel wordt gevolgd
door: ing, zoon van, moet in de eerste
plaats aan een persoonsnaam worden ge
dacht. Nu zijn talrijke oud-Hoogduitsc.he
eigennamen samengesteld met: fi.i, uitliet
Gotische bijwoord: filu, -veel of zeer.
Phili-muth hete. kent dus den zeer moe
dige; Phili-bert den .zeer•schitterende. Gok
komt voor: Filino, de veelachtige, de man
van het vele. De zoon van Filino heette
dan: Filincsing en de plaats naar hem
genoemd: Filincsingen, waaruit op den
duur de c is weggevallen. Filinsingen
wordt dan door assimilatie Filissingen
en ten slotte Vlissingen.
Oud Vosmeer. Alhier wordt, ter ge
meentesecretarie gelegenheid gegeven een
lijst te teekenen, waarbij men de w ischa-
lijiklieid te kennen geeft, dat te d#zer
plaatse ook clectrisch licht zal komen.
Men blijft evenwel vrij en wel zoo dat
als men de voorwaarden dori P.Z.E.M- te
bezwarend acht, nog nergens aan gebon
den is.
Terneuzen. De Secties der Commissie
van Onderzoek inzake de Zeeuwse h
Vluamse.ho Waterleiding Mij. zullen te
Neuzen in het „Hotel des Pays-Bas" voor
de tweede maal vergaderen op do navol
gende dagen en uren: Sortie I Donderdag
26 April 10 uur (rapporteur de heer
J. C. Ie Bleu); Sectie II Donderdag 3
Mei, 10 uur (rapporteur de heer A- Sa
lome); Sectie III Woensdag 25 April,
half elf (rapporteur de heer R- I. Zonne-
vijl] e)
Hansweert. Het schip „Mannheim 25"
is ,op het kanaal door het breken van
zijn ankerketting tegen het sleepschip
„Leocadie' 'geslagen en bracht hieraan
lichte schade toe. Het anker ging verloren.
D© bemanning zal trachten het te vis-
schen. liet schip bekwam geen schade.
Souburg. Loop der bevolking in de le
helft April 1928. Gevestigd: J. J. van
Bpven, Ritlh: str. B 406, van Rotterdam;
J. Loijn.se, N. Vliss.weg G 176, van Mid
delburg; mej. M. Polderman, Ritlh.str. A
128,-van Middelburg; mej. J. v. d. Velde
van Turnhoutstr. E 43, van Terneuzen;
mej. P. J. W. Versluijs, Vliss-str. R 354
van B. op Zoom; J. Graemers en gezin.
Tuindorp, D 33, van "Vlissingen; W. v.
Golde en gezin, v. Turnhoutstr. E 49,
van Rotterdam; H. Savelsbérg en gezin, v.
Tumhioutstr. E 22, van Heerlen; mej'.
D. L. Dorleijfn, Tuindorp D 76 a., Ritlhem;
P. Kasteleijn en gezin, Kanaalstr. A 66,
Zeist; G- D. TJijl en gezin, Paspoortstr.
A 36, Poortvliet; merj. L. Kaaisteker,
Oranjeplein A 167, Rilland-Rath; E- N.
Langedijk, N. Vliss. weg G 137, Vlissingen
W. Jasperse en gezin, de Deckerstr. B 45,
van Dordrecht.
wankelen gebracht worden, en gaat men
vragen of er wel wetenschap is bij Gold."
Paul ging naar de open deur van de
hut, en liet de koele avondwind langs
zijn gloeiend voorhoofd strijken. John Vi
vian was bezig in den kleinen tuin ach
ter het huis met het begieten van zijn
groenten en bloemen. Paul kon hem niet
zien, maar hoorde hoe hij onder het werk
zong:
„Geen dwaze vrees beklemm' uw harte,
Of wanhoopt ooit eert- kind?
Gevoelt het niet in al zijn smarte
Dat hem zijn vader mint?
Geen dwaze vrees beklemm' uw harte
Uw vader kent zijn kind."
Liefelijk klonken deze vertroostende
woorden in de stilte van het avonduur; zij
deden zijn hart weldadig aan.
„Dde goede, oude vader", zeide Paul,
„hij schijnt den laatsten tijd zoo buiten
gewoon tevreden en gelukkig, en toch
plaagt die leelijke hoest hem voorttlul
rend. Indien ik bijgeloovig was, dan zou
ik denken, dat Jpj rijp wordt voor een
betere wereld. Maar ik moest liever naar
hem toegaan. Als ik in huis blijf en mij in
mijn gedachten verdiep, dan wordt het
nog erger; bovendien is het boter, dat ik
het water aandraag, dan het vader te
laten doen. Hij is niet sterk, al wil
hij het niet bekennen."
„Wat zijt gij laat, mijn jongen," was
Vertrokken: J. Touw, v. Teijlingenstr.
B 234, naar Mierloo; W. H. G Luijines
en gezin, Vliss. str. B 301, naar Amster
dam; G- Mallie, Vliss.str. B 308, Helder;
H. L- Izeboud, N. Vliss.weg, O 168, Eind
hoven; J. A. Maas, Mamixplein O 27,
Vlissingen; J. v. d. Sarede, de Deckerstr.
E 32, Rotterdam; E. F. Koelands en gezin,
Tuindorp D 14, naar Rotterdam; wed.
Dobbelaer-Verd'onck, Paspoortstr. B .360.
naar Middelburg; 11. B. Rietbergen, en
gezin, v. Turnhoutstr. E 18, naar Vlis
singen; wed. P. v. d. DussenBargchenr,
Vliss.str. B 175, naar Duitsehland; wed.
F. Leenders-Claassen, J7- Vliss.weg 0
15"2 a, naar SoeraibajaJ. T. Briars, Tuin
dorp D 2, naar Rotterdam; mej. E- Jo-
ziasse, Ritlh.str. R 399, naar Middelburg;
J. G. Machgeels, Nieuwstr. B 99, naar
Vlissingen; R. de Witt en gezin, Vliss.str.
E 53, naar Vlissingen; A- Arendse, Ka
naalstr. A 58 N, haar Kouclekerke; L.
Koolo, Ritth. str. B .413, naar Ritlhem.
De nood der Kerk. In een te
Utrecht gehouden vergadering van ambts
dragers en gemeenteleden der Ned. Ilerv.
Kerk, heeft Ds K. H. E. Gravemeijer
gesproken over „God gaat Zijn gang",
waarbij deze betoogde, dat hij langzamer
hand tot een kalme houding tegenover
de Svnode is gekomen. De Synode is
en blijft een oordeel, maar in dat oordeel
gaf God den zegen van een hand.
Daarna sprak D r J. C. Kromsïgt,
yan Rinsumageest over den nood der
K e rik.
Spreker zeide, daarmede te bedoelen
den geestelijken nood onzer Ned. Ilerv.
Kerk. Niet alsof andere kerken geen nood
hebben. Voor gescheiden kerken is er
de nood der ontaarding in partijkerken,
zoodat de vrienden van Geelkerken kla
gen over de ontaarding der Geref. Ker
ken in Kuyperkerken. Wij zien het dus
niet als de nood onzer kerk, dat die kerk
niet onze partijkerk is. Dat behoort ze
niet te zijn. Naar haar wezen, behoort de
kerk Christuskerk te zijn. Als instelling
voor den dienst des Woords behoort ze
te zijn 'n kerk die Christus predikt en als
vergadering van Christusgeloovigen be
hoort* ze te zijn 'n kerk die in belijdenis
woord en -geschrift in haar daad en gan-
Bche bestaan Christus belijdt.
- Hoe staal het wat dat betreft met ónze
kerk?
Volgens spreker ontbreekt haar het
wezen der kerk niet. Ze is geen valsche
kerk. Ze predikt en belijdt nog Christus.
Getuige de Bijbel, die als het gezagheb
bend boek op haar kansels ligt, getuigen
haar belijdenisschriften, die nooit zijn af
geschaft, de prediking van het evangelie
van 'Jezus Christus aan hare hdmaten
gesteld, de voorgeschreven doopformu'e.
Waar God zelf haar nog zegent en ten
zegen stelt, en haar niet verlaat, hoe zou
den wij haar mogen verlaten?
Ontbreekt zoo het wezen haar niet,
aan haar welwezen, haar geestelijken wel
stand ontbreekt veel.
In zake prediken en belijden is er bij
haar een onwaardige dubbelzinnigheid en
dubbelhartigheid. Jn zake kerkregeering
is er een onrechtmatige voogdijschap,
welke aan organen krachtens hun wezen
tot regeeren geroepen, het uitoefenen van
hun recht en het betrachten van hun
plicht bemoeilijkt.
Wat betreft den dienst des Woords
heeft hedendaagsche Schriftcritiek het on
zeker gemaakt wat het Woord dat de kerk
dient, eigenlijk is, of het is de Rede, of
het inwendige Woord, de inwendige Ch is-
tus, aan welks critiek de Bijbel onder
worpen is, dan wel het in Jezus Christus
vleesch geworden Woord, Christus die
eerst voor ons stierf en voorts in ons
leeft, die ons tegen treedt in het gemoed
der Schrift, aan wiens critiek wij onder
worpen zijn. De historische belijdenis
schriften onzer kerk zeggen het laatste.
Maar in 't heden bewaart de kerk pp
deze vraag het stilzwijgen. Ze kan niet
anders, omdat ze door de organisatie
van 1816 van haar spreekorganen,
de wettige kerkelijke vergaderingen ïs
beroofd.
Door het stilzwijgen onzer kerk in het
heden wordt het onzeker gemaakt -welke
in het heden haar leer is, welk evangelie
dat haar predikers volgens haar opdracht
de vriendelijke begroeting van John Vi
vian. „Ik vrees waarlijk, dat gij te veel
van uw krachten vergt, Paul."
„Geen nood, vader", antwoordde deze
lachend. „Ik ben trouwens reeds een ge*
ruimen tijd thuis."
„Ik heb u niet hooren komen. Hebt gij
den brief van uw moeder gevonden? Ik
liet dien opN tafel liggen."
„Ja, ik heb hem gelezen."
„Er staat meer in Wat u, dan wat mij
belang inboezemt." zeide John ©enigszins
weemoedig. „Om de waarheid te zeggen,
ben ik van Penwharf vreemd geworden;
ik ben zoo Jang weg geweest."
„Gij zoudt het niet veel veranderd; vin
den," antwoordde Paul. ,,'tls in die twin
tig jaren, als 'tware stil blijven staian."
„Ja, de plaats zal wel dezelfde geble
ven zijn," hernam John, „maar de men-
schen zijn veranderd. De oude lieden, die
ik kende zjjn gestorven, en de kinderen
zijn mij ontgroeid'."
Dit kon Paul niet tegenspreken.
,,'tKomt mij zoo vreemd voor," ging
John voort, „dat Enoch Tresillian een
dochter heeft, die nu gaat trouwen."
„Zij moest ook niet trouwen," riep -Paul
driftig. „Zij is nog geen twintig jaar
oud, en hij kon wel haar vader wez&n."
(Wordt vervolgd.)